Anecdoten te bSerenverzameling, die het genootschap „Na- tur-a Artis Magistra" verwierf, afkomstig was ran de toen zeer bekende rondreizende menage rieën van van Aken en Martin, omstreeks 1840. De Duitsche dierentuinen zijn jonger, de Ber- 'ijnsche dateert van 1844, de Hamburgsche van 1853, de Frankfortsche van 1858 en die te Mün- ïhen, die verreweg de meeste andere in pracht ran aanleg overtreft, is eerst een jaar of drie oud. ONBRANDBAAR HOUT. Men heeft in Amerika een nieuw procédé ont- lekt, om timmerhout, schijnwerkershout, hout rooT parketvloeren of schotten, enz. onbrand baar te maken.» Waarschijnlijk kan men dit procédé opk op meubels toepassen. Het bestaat hierin, dat men het hout door middel van cleetricite.it impreg- neert met amoniumsulfoboraat. Al de genoem de houtsoorten hebben de vuurproef glansrijk doorstaan. Bij een officieele proef werden deuren van beuken-, dennen- en populierenhout, slechts 18 m.M. dik, gedurende een uur aan de inwerking van het vuur blootgesteld, zonder dat het hout werd aangetast en men heeft ze na de proef moeten stuk slaan, om t' vuur te kunnen blus- schen. Aan dezelfde proeven werden deuren van plaatijzer en van hout, met plaatijzer versterkt, onderworpen. Deze deuren trokken en vervormden zich, ter wijl die van geprepareerd hout geenerlei ver vorming vertoonden en inwendig koud bleven. Wanneer dus langs electrischen weg onbrand baar gemaakt hout algemeen werd gebruikt voor timmerwerk binnenshuis en voor meube len, dan z«du bijna alle brandgevaar opgeheven zijn. Indien het proces werkelijk zoo practiseh is, als de Amerikanen beweren, dan zullen zon der twijfel tal van voorwerpen, welke thans van ijzer gemaakt zijn, van hout worden vervaar digd, dat dus vele nieuwe toepassingen zou vin- ien. EEN POSTHOND. Een hond kan men blijkbaar alles leeren; wjj hebben politiehonden, Roode Kruishonden, (waakhonden, jachthonden, wij hebben dansende 'en sprekende honden, circushonden en de hemel mag weten wat voor andere soorten geleerde en (gedresseerde honden nog meer. Van een hond die postbodenwerk verricht, hadden wij echter [nog nooit gehoordzoo'n hond-postbode of post- Ibode-hond schijnt dienst te doen op de lijn Z.-W. Baltimore en Ohio. Zoo vertelt de „Nederl. Sport". Het plaatsje Brighton, dat aan die lijn 'gelegen is, heeft 'n vrouwelijke postbode, met name mrs. Pellock, maar de dame laat een deel ran haar werk doen door haar hond, die Jack ieet en Jack doet zijn werk goed. Jarenlang gingen ze beiden den exprestrein ïegemoet, van waaruit hun de postzak dan werd toegeworpen, dien mrs. Pollock dan mee naar huis nam. Maar op een mooien dag verstuikte le dame haar voet en kon niet uitgaan. Het uur, waarop de trein moest voorbijkomen, na derde en de postbode wist geen raad. Jack jank te van ongeduld en kon niet begrijpen, dat de vrouw geen aanstalten maakte om uit te gaan; hij liep heen en weer, sprong tegen de deur op, vloog naar het raam, gaf in één woord dui delijk te kennen, dat hij naar buiten wilde. Men leed de deur voor hem open en Jack ijlde naar bet kleine stationnetje, waar juist de trein roorbij vloog en de postzak hem voor de voeten geworpen werd. Hij raapte hem op en bracht hem netjes naar huis. Dat is bijna een jaar geleden. Sedert dien tijd heeft Jack zijn dienst niet meer onderbroken en gaat eiken dag den post zak halen en mrs. Pollock blijft thuis. Bij ons zou dat zoo gemakkelijk niet gebeuren, maar In Amerika is men blijkbaar tevreden als de -]ienst maar geregeld gedaan wordt en dat doet Jack zoo, dat niemand het hem zal verbeteren. Hij kent zijn tijd zoo precies als raadpleegde hij een der beste chronometers en nog nooit is er, sedert hij dienst doet, een brief zoek geraakt. PRAOTISCH. De rijke Amerikaan Josua Flint bezat een teldzame verzameling antiquiteiten. Daaronder ook een wandelstok van Bodewijk XIV. Mis schien niet echt, maar toch een prachtstuk, met ingelegd metaal en kostbare edelsteen en ver sierd. De stok, waarvoor de million»ir duizen den jhad betaald, stond in de hal van het huis. door Flint bewoond, in een parapluïe-starwtaard, tussehen andere kostbare stokken en paraplu's. Onder de bezoekers van het salon van den mil- lionair bevonden zich natuurlijk óók twijfelach tige elementen, o. a. een zekere Mailloche, een criticus van onbekende bladen. Toen deze den stok van Lodewijk XIV zag staan, kwam hij op een listige gedachte. Vlug liet hij uit goed koop materiaal een dergelijke stok maken, be zet met valsche steenen. Terwijl de millionair op zijn dagelijksche ochtendwandeling was, begaf Mailloche zich met den nagemaakten stok onder zijn langen manteljas verborgen, naar diens huis. Mailloche deed verbaasd, toen de kamerdienaar zeide, dat zijn meester afwezig was. Onder voorwendsel een briefje te willen schrijven, begaf hij zich naar de wachtkamer en zette zijn stok, schijn baar achteloos, naast dien van Lodewijk XIV in den standaard. Vijf minuten later kwam hij weer in de voor hal, en greep, onder het wisselen van enkele woorden met den dienaar, naar den historischen wandelstok van Flint. Daarop deed de bezoe ker eenige passen naar den uitgang, maar plot seling klonk een gerammel. Iets onzichtbaars scheen dep stok, dien Mailloche in de hand had, vast te houden. Gelijktijdig stond de dienaar voor den bezoe ker, reikte hem zijn medegebrachten stok over en zei gelaten: „Wilt u uw eigen stok mee nemen? Wees er van verzekerd, dat een derge lijke verwisseling meer is gebeurd. Daarom beeft mijn meester den kostbaren wandelstok met een ketting op den bodem van den stan daard vast doen maken. Mailloche is nimmer meer by Flint terugge keerd. BIJ DROOGTE IN AFRIKA. Na den tijd van aanhoudende droogte, dien wij gehad hebben, is het wel interessant eens te hooren hoe de zwartjes in Afrika in zulke gevallen te werk gaan. De*Engelsche zendeling Cole, werkzaam te Mpawapwa, vertelt daarvan in het „Journal of the Afrikanian Society" het volgende Het regenmaken ie een kunst, die in het Oos ten algemeen gebruikelijk is. Zij is zoowel voor de toovenaars alsook voor de stamhoofden een voortreffelijke bron van inkomsten, want het volk moet beiden rijkelijk schadeloos stellen. De regenmakers hebben zeer verschillende me thoden, door middel waarvan zij het kostbare nat van den hemel halen. Het stamhoofd, dat niet zelf regen maken kan, zendt boden met een donkere lap en een bijl of een zwart schaap naar den toovenaar. Is deze verhinderd te komen dan stuurt hij in zijn plaats het een of ander medi cijn en geeft hevel tot een zonderling offer. Na een beraadslaging van de oudsten komt in den nacht de stam bijeen. Vier jongelingen wordeu naar de vier hemelstreken gezonden om takken van bepaalde boomsoorten, welriekende grassen en water van de apenbroodboom te halen. Als dat alles bijeengebracht is, worden de kruiden en grassen op een steen verbrand en de heete asch in alle richtingen heen geblazen. Dan nemen de mannen een teug van 't water, gorgelen er mee en spuwen het uit. Terwijl dit gedaan wordt dansen de vrouwen rondom den kring der mannen, slaan elkaar we- derkeerig tot bloedens toe met de takken en roe pen de milungu (de geesten der voorvaderen) aan, biddend om regen. Bij het aanbreken van de morgenschemering, die door blazen op koe horens verkondigd wo.di", komen allen veer aan het graf van het laatete stamhoofd bijeen. Daar offeren zij een zwart schaap, een witte en een zwarte kip en lijnzaadmeel. dat aan het graf met water vermengd wordt. Uit de zoo ontstane brij worden kleine koeken gevormd dan wordt de aarde van het graf losgemaakt en de koeken er in gelegd, terwijl de oudsten spreken: „Slaap wel! Geef ons regen, opdat de aarde ons voedsel geeft en wij rijkelijk te eten hebben." Of het helpt, weten we niet. DE METEOOR-KRATER IN ARIZONA. In het overigens geheel vlakke gebied van Noordelijk Arizona vindt men een merkwaar dige, aanzienlijke, nagenoeg cirkelvormige uit holling, die van boven 1200 M. is, 170 M. diep is en door een van 30 tot 46 M. boogen rand is omgeven. Men heeft gemeend hier te doen te hebben met een krater, door den val van een geweWigen meteoorsteen veroorzaakt. Tot deze meening kwam men, doordien de krater het middelpunt vormt van een vlak, waarin de z.g. diablo-canon meteorieten gevonden worden, en welke bestaan uit ijzer met 6 tot 8 pCt. nikkel, tevens geringe boeveelheden platina en fridiun? bevatten, en waarin ook buitengewoon veel mi croscopische diamantjes worden aangetroffen. Tegelijk vindt men in de omstreken vrij groot< hoeveelheden, deels geoxydeerde jijzermassa's. Met de veronderstelling dat de krater gevormd is door den val van een of meer meteoren, klopt ook het feit, dat de wal om den krater bestaat uit fijne brokjes en puin van kalk- en zandsteen. Dergelijke stofvormige massa's vindt men te vens tot een diepte van 180 meter in den krater; onder den geweldigen druk van den vallenden meteoor zijn dus kalk- en zandmassa's absoluut versplinterd. In de Proceedings of the American Philoso phical Society deelt W. F. Magie nu de bevin dingen mee van zijn onderzoek betreffende dl merkwaardigheden van dezen meteoorkrat a Is de krater door één meteoor gevormd, dan heeft deze minstens een doorsnee van 75 M, moeten hebbende aanwezigheid van een derge lijke geweldige ijzermassa in de diepte v den krater zou zich evenwel door belangrijke mag netische storingen moeten verraden. Daar deze ontbreken, moet de meteoor óf heelemaal ver splinterd zijn óf er moeten, zooals ook Barri.tger reeds meende, een zwerm kleine meteoren ge weest zijn, die den krater gevormd hebben. Voor 't aanvaarden der veronderstelling, dat een zwerm kleine meteoren neergeploft is, pleit 't vinden van de vele geoxydeerde ijzermassa's in de cmgevinig; de vele ijzermassa's oxydeeren natuurlijk veel sneller dan één groote klomp. De krater is symmetrisch gebouwd; zijn ar halveert in 't Noorden het laagste, in 't Zuidep het hoogste gedeelte van den wal om den krater Berekeningen leerden dat de meteoren geval len moeten zijn in een richting, die met het aardvlak een hoek van 60 graden maakt. Ge weerkogels, onder 'n zelfden hoek geschoten, maakten in miniatuur precies zulke gaten als de krater er een in 't groot is; ook de door de kogels gevormde wal was geheel te vergelijken met dien van den krater. Stalen kogels behiel den hierbij hun vorm en bleven in de door hen veroorzaakte gaten stekenkogels uit ander ma teriaal werden vervormd en geheel of gedeelte, lijk versplinterd weer uit de door hen gemaakte opening teruggeworpen. Dat er veel van den ge vallen meteoor uit den krater terug is gewor pen, is, naar Magie op grond van 't voorgaande meent, niet aan te nemen. Wel zijn geweldige steenmassa's door den val lenden meteoor weggeslingerd, in totaal zelfs wel 300 milliard kilo, gelooft Magie, dus be langrijk meer dan de heele aardmassa, die bij 't aanleggen van het Panamakanaal behoeft uit gegraven te worden. De voor 't uitslingexen be- noodigde arbeid schat Magie op 37 millioen ki logrammeter, ongerekend dan nog de oneindig grootere energie, die verbruikt werd tot 't ver splinteren der steenmassa's en als warmte. Om den krater te vormen is een massa noodig ge weest van 360 millioenen K.G., welke met een snelheid van 29 tot 32 K.M. per seconde voort bewoog. BET OUDE JAAR UITSCHIETEN, 'Men wil weten, waarvan "deze eigenaar dige gewoonte afstamt, gewoonte, die waarlijk onverklaarbaar schijnt, omdat men er niet in katn terugvinden de Ohineeslche voorliefde voor geruchtmakende vuurwerk- knallen', ook otmdat het militaire salvo vuur er, in ons vredelievende laind, Vreemd aan moet zijn. [Wel bestaat er hauw verhand' tussehen het lolsseh Van schoten' op OudejaiagsiaVond en' het gebruik maikeln Vain vuurwapenen door jagers! öp 31 Decern her sluit, de j acht dp de, meeste soorten wild. En nu was het een oud .iagersgebiruik, otn op den Oudejaarsdag voor het laatst het hart Udg eens op te halen aan het jatahtvermaiak en lustig de laatste patronen te verschieten. Wanneer er echter weinig wild onder schot, kwam, dan keerde de jager 'e. middags met leege weitaisch doch den koppel vol patronen, naar huis terug. Het jagersgehruik was dan, 's, alvonds hiii het slaan van het middernachtelijk uur, het jachtgeweer a,!an den schouder te leggen en die laatste ongebruikte patronen in de lucht af te schieten. Langzamerhand werd die gewoonte hij Hei volk. ook dcor njet-ja'^rs over genomen!. STaiar nia' talloos Veïe otngeluklcen', aK ge volg Van het onhandig omgaan met vuurwa penen waren er n.b. geen simpelen, die hun duim op den loop van het geweer hiel den. om het geluid van den knal te ver zachten! is deze gewoonte gaan. vermin- leren. 1 .-li i Het Oude-jaAr-uitsehieten komt de laiaitste jaren a,l veel minder voor. SECUUR- Een zeer 'zienuwachtige vrouw, opvallend schroomvallig in ha,ar optreden, vergezeld can haar echtvriend, iemand van 'n kalm, laconiek voorkomen, kwam o-p het perron van een klein spoorwegstation, gelegen op eenigen afstand van een landstadje in den achterhoek Een wijle nam de dienstrege ling, die daar was aang e plakt, al haar aan dacht in besliag: toen zij da|ajro-p niet alles aantrof, wat zij wensehte te weten, wendde zij zich tot den stationschef, die juist uit zijn kantoor kwam, Zou u zoo goed' willen wezen, mij te zeggen, of de trein van drie uur vijftien al voorbij is vroeg zij. O, jad 'al twintig minuten' geledengaf hij ten antwoord. En zal die van vier uur dertig nögal een poosje wegblijven, denkt u? 'tls nog .geen vier uur! merkte de stationschef gemelijk op. Komt er soms nog 'n' sneltrein; die hier doorgaat Geen een. 'Of 'n goederentrein. Neen'. In 't geheel geen trein" voor half viif? In 't geheel geen...... Is u er zeker van? :Of ik er zeker van hen Anders ziou ik 't niet zeggen. Dan geloof ik, zei de ondervragende dame, en 'zij wendde zich tot haar man, dan geloof ik. dat wij de rails wel kunnen over gaan. EKillem. H.OE DE TEEURHARSCH VAN CHOPIN ONTSTOND. In Vel ha gen und Klasing s Mohjatsheften wordt uit het leven van den onlangs gestor ven schilder Felix Ziem. het volgende ver teld. Ziem sprak gaarne oVer Ohopin, dien hij zijn vriend noemde. Terwijl hij o-p een vleu gelpiano wees zeide hij eens: „met dezen vleugel wilde ik C'hopin eens verrassen. Niet om zijn hijzonder klankgehalte. Onder dit opzicht was het een heel gewoon instrument, maar de bouw van de mahoniehouten kast was zoo bijzldnder, dat ik er liefhebberd in had om de paneel-en met allerlei landschap pen te beschilderen. Toen ik daarmee klaar was, noiodigde ik Chopin bij mij ten eten met de bedoeling om hem de piano hij zijn eerste uiting van wel gevallen cadeau te maken. Met hem had ik bok vorst Edmund de P'o- lignac den schilder Eicard en nog een der den makker uitgenoodigd. CWdj waren de notolehalatncte Vain' Chopin ge wend. Maar dezen keer liet hij ons zoo lang vachten, da,t oibzte honger het vlan de be leefdheid won en wij zonder hem ofns aan tafel zetten. Toen wij reeds lang .klalair waren en de avond een heel stuk verstreken was, kwam Chopin eindelijk opdagen zonder een woord van verontschuldiging te zeggen. Hij was in vreeselijke stemming. Dat paste slecht bij onze uitgelatenheid en Polig- nao haalde uit overmoed én misschien ook om Chopin op andere gedachten te brengen achter een scherm het skelet vandaan, dat ik somwijlen voor drapeering gebruikte. Hij liet het geraamte allerlei diahsen uitvoeren, stelde het de dolste vragen en zette het ten slotte voor de piano, pakte de handen van den knokenman en liet deze over de toet sen glijden. [Wij hadden de lichten gedoofd en zagen zwijgend toie. .Plotseling hóórden wij drie doffe slagen. Had zich werkelijk een graf geopend Wa-s het de geestenwereld, die sprak Wij behoefden niet lang te wachten. R-i- rard had met de hakken zijner schoenen driemaal tegen de houten kist getrapt, waar op hij z:at. Wij lachten'. Maai* het lachen verging olnfel, toen wij Chopin zagen. Reeds te voren had hij zi'ch rmhuld met het wit bestiWe. kleed hetwelk ik hier over de piano- heb liggen en had doodsbleek de bewegingen van het geraam te met starre oogen gevolgd. Maar nauwelijks hadden de drie doffe sla gen weerklonken of Ohopin sorong naar vo ren', sleurde Eet skelet voor de piano weg en drukte het a-l-s een moeder ha;a.r weerge vonden kind hartstochtelijk aan den borst. Zoo verschrikt waren wij -diat wij eerst niet merkten dat C'hopin zich in een volgend oogen blik z elf v-oor den vleugel had gezet, totdat in doodsche stilte van het atelier een muziek begon te ruisehen, een' muziek zoo smartelijk, zoo hopelo-o-s, diep en boven- aardsch. zooals nötg .nooit gehoord werd. Elk actoord een jammerklacht, elke noiot een traan, een uiting van vertwijfeling, wel ke 'zich in de breede toonzwellingen door de kamer heen trok. Plotseling hield het spel midden in een phrase o-p. JWij sprongen Op Ohopin toe, die in zijn lijkkleed in onmacht op het tapijt was neergezonken'. Twee. drie maianden later speelde Ohopin in' de tsalon van vorst M'aneelme Ozartotryska voor de eerste malal zijn B-m-oIl-sonate. Pol- lignac en ik waren daiarblj tegenwoordig Toen kwam er een moment, da,t wij als in elkaar sidderden en elka,ar ontroerd aajn- st oorden, Wh herkenden in den beroemden" treur- marseh de lugubere improvisatie v(ah Gho-pin in! mijd atelier. IN 33 UUR OVER DEN ATLANTISCHEN OCEAAN?.... Zonder zeeziekte in 33 uur den Atlantischen Oceaan oversteken, dat is heden de droom van velen en het kan de werkelijkheid van morgen worden. Het spreekt vanzelf, dat het geen schip is, maar een vliegmachine, waaraan dat helden stuk zal kunnen worden toegeschreven. Volgens de berekeningen van de bekwaamste vliegers zou een tweedekker van 33 meter breed met twee paren vleugels onder elkander, door een afstand van 5 meter gescheiden, op voorwaarde, d-at hij werd gedreven door een machine van vol doende lichtheid en kracht, reizigers kunnen overbrengen naar de overzijde van den Atlanti schen Oceaan. Een bemanning van vier of vijf man zou voldoende wezen, om een dergelijk toestel te besturen, dat met negen passagiers bemand zou kunnen zijn. Een snelheid van 125 tot 130 kilometers in het uur zou de aeroplaan vergunnen, in min der dan twee dagen den afstand te doorloopen, die de Nieuw Wereld van de Oude scheidt, en de duur van de reis zou tot 33 uur kunnen wor den teruggebracht, als men den luchtweg zorg vuldig uitkoos. De studie van de hoogere gebie den van de atmosfeer is een wetenschap van be trekkelijk nog jonge datum, waarvan de wetten nog niet met absolute zekerheid kunnen worden vastgesteld; maar het schijnt toch buiten twij fel, dat, vooral in de gematigde luchtstreek, de luchtstroom van de bovenste luchtlagen min der aan snelle veranderingen is blootgesteld dan de winden, die op de oppervlakte van de aarde waaien. Dus is het te voorzien, d»at binnen niet langen tijd de atmosferische stroomingen op de luchtvaart een dergelijken grooten invloed zullen uitoefenen als de zeestroomingen hebben geoefend op de zeevaart. Om over den Atlantischen Oceaan te varen, zullen de vliegmachines vaste lijnen volgen. Die itineraria zullen, als men ze eenmaal heeft ge kozen met de telegrafie zonder draad aan de aviateurs veroorloven, in gemeenschap te blij ven met de schepen, die ongeveer denzelfden weg volgen, en hulp te vragen, als die noodig mocht zijn. Ook zullen ze aan de beide kuststu- tions, waar aan iedere zijde van den Oceaan de luehtvaartlijnen eindigen, juiste inlichtingen kunnen geven over de inrichting van den wind, de barometrische drukking, de temperatuur en electrische spanning van de laag der afmosfe-er, waarin de -aviateurs die zich gereed maken, den zelfden overtocht te doen in de een of andere richting op hun beurt met hun toestel zullen komen. Vijf hutten van kunstmatig mica en in den vorm van torpedo's zouden aan de voorzij en van achteren aan het toestel moeten zijn aange bracht tussehen de beide paren vleugels. In die hutten houden zich de passagiers op. Natuurlijk zou hun installatie niet al te veel comfort bie den, gevangen als ze zijn in een nauwe ruimte; maar ze zullen toch niet veroordeeld worden tot volkomen bewegingloosheidze zullen alleen matig en voorzichtig moeten zijn in het bewe gen. Ieder van hen zou tot zijn beschikking kun nen hebben een klein klaptafeltje om de maal tijden tot zich tc nemen, een minint.uurkoffer- tje, waar hij tijdens zijn slaap zijn kostbaarhe den in kon sluiten en een hoekje, voor zijn ba gage, tot een minimum gereduceerd. Afleiding zal met volkomen ontbreken aar. d'ie gevangenen, die voor korten tijd tot een streng isolement zijn veroordeeld. Telefonen stellen de v-ijf hutten met elkaar in gemeenschap en nu en dan kunnen de negen passagiers on derling een praatje wisselen. De schitterende tegenspraak, die de ervaring heeft gegeven op den twijfel van zelfs zeer verstandige mannen, die niet gelodfden aan de toekomst der spoor wegen, moét een waarschuwing tot voorzichtig heid zijn voor al diegenen, die geneigd zouden zijn, nu al een oordeel te vellen over het lot, dat aan het hier genoemde stoute plan is beschoren. (De Aarde en haar Volken.) TEGENSPRAAK. Reiziger. Ik won mijnheer den dokter een offerte maken. Dienstmeisje. De dokter is niet te spre ken het is zijn spreekuur. DE ADVOCATENZOON. M!ama. Alleen wanneer je je school werk zonder fouten maakt mag je in den tuin gaan spelen. Zoiom. Mama», ma;a,r dat is afpersing. Z-'N HART. Mama.. [Waarom sla, je dien jongen Papa. Hij heeft een gevoelige les noo dig en ik hen bezig, hem die op het hart te drukken. 'Mama. Dan heb je er een vreemd idee van. wautr de jongen zijn hart zit. 'O ZOO. [Wat hen je toch onhandig, zeide me vrouw to-t het dienstmeisje, dat een weinig saus o-p 'de splinternieuwe zijden japon van een gast gemors't had. Nu komen we saus te kort! VLEIEND'. Ik i-rabht altijd de waarheid tc zéggen, zei Bikkers. .Ja., zei zijn vriend, maar in dit op zicht d-oe je me aan een vrouw denken. Hoezoo? vroeg Bikkers. Je raakt zelden, wajar je op mikt. was 't antwoord. VROME AVE^SCH. Alen zegt dat een strÏKsvcgcl ais hij schrikt zijn kop in het zand verb rgt. Ik wou dat hij dit ten 'eeuwig n dage zijn staart deed! zei oen man die .juist een enetrme rekening hij de modiste ha l moeten betalen. UITKIJKEN. Ik heb al een half uur naar -mijn man uitgekeken, zei een zenuwaee Hge viouu »- een kalme 'dito<. Hou je h-cdaardmevrouw, herrem alrder, ik kijk ei? al ja-ar near uit, DTE BEGREEP 11 ET, De omstandigheden -•<*' üct ongure te zijn. zei het medium. Ik wn u- m - - eenig teeken te krijgen van uv nver man. Nou, 't verwondert mo me.--, weduwe, 'tls pas negen uur nu. 011 verscheen nooit v'mor twee uur s nur.il. AMERIKANEN. "Weet li. mister Jackson, ik h*l> nvO - lijden met de wo-lken hi-u* in Hol km; Hoezo», miss Pus,sill? Ze kunnen zich "niet eens een i< laten krabben door do huizen. VRIENDELIJKE» R A AD. Wat ben je toch kwaadAA'ja i heb r toch Och, ik heb m'n proces m e stantie gewonnen, in tweede instap en nu voor den Hoogcn Raad verlies j Jij bent ook zoo verbazend zeik', ui Je hebt twee keer gewonnenJe tu-. 1 ander menseh ook ecus wat gunnen DAT IS WAAK. Kiik je nog' altijd naar je h-uul m Ja,; orient ie in I,-» Waarom zet je geen ai courant 't Stomme dier kan niet lezen. DANKBAARHEID. Herms. Bent u dogenen die mijn vrrjiw ui;schold voor a! wat leelijk was? Strem. Ja,, dat ben ik. Herms, Laat ik u de hand drukken, u beait een held!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 8