der Openbare Godsdienstoefeningen in de R. K. Kerken te Haarlem en Ohdiggende plaatsen
Naami. Venn. „Drukkerij de Spaaruestad."
Paler Theobald Mathew
een weldoener der
Klenschheid.
GELOOFSVERDEDiGING.
EEN LIED PER WEEK
Hou en trouw.
Dit nummer behoort bij de
„Nieuwe Haarl. Courant" van 5 JANUARI.
Het Auteursrecht op den inhoud van dit blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet vau 29 Juni 1831 (Staatsblad No. 124.)
Zondag
Maandag 8
Binadag 9
Woensdag 10
donderdag 11
Vrijdag 12
Zaterdag 13
Januari. Zondag onder 't Octaaf
van Drie-koningen; van
het Octaat.
Van 't Octaaf.
Van 't Octaaf.
Van 't Octaaf.
Van 't Octaaf,
t Octaaf,
van
Van
Octaafdag
koningen.
Orie-
ZONDAG ONDER HET OCTAAF VAN
DRIE-KONINGEN.
twangeuewerKispiiig, in wijgheid en genade> mag niet gedacht wor_
FEUILLETON
1846 34223382 12168312
1847 35784342 12723312
DE OFFICIEELE KERKLIJST
triTOAVJd vau djs
KINDERHUiSVeST No. 29—31—33. HAARLEM.
Directeur; F, H, M. y, d. OJUKNDT.
Van 1 tot 6 regeis f L2SO.
Blke regel m-er 0.30.
Ingezonden mededeelingen tnasohen den tekst t n
mme ft regels f L.50; elke reg l moe 0.30.
DRIE-KONINGEN.
Les uit den profeet IsaiasLX, 16.
Sta op, wordt verlicht, Jeruzalem! want uw
licht ia gekomen en de glorie des Heeren is over
u °Pgegaan. Want zie, duisternis zal de aarde
bedekken, en nacht de volken; maar over u zal
de Heer opgaan, en Zijne heerlijkheid zal in u
verschijnen. En volken zullen wandel-en in uw
Ücht, koningen in dan glans, die u is opgegaan.
Hef uwe oogen op in het rond en zie! Deze
Hjlen verzamelen zich, komen tot u! van verre
sftellen uwe zonen aan, van alle kanten verrijzen
uwe dochters. Dan zult gij het zien en overvloed
lebben; uw hart zal verbaasd zijn en zich ver
wijden, als der zeeën menigte zich tot u keert,
der heidenen macht tot u komt. Eene over-
strooming van kameelen zal u bedekken! Dro
medarissen uit Madian en Epha! Uit Saba zul-
-en zij allen komen, goud en wierook aartbren
gend en den Heer lofzingend.
Evangelie volgens den H. Mattheüs; II, 112.
Toen Jezus in Bethlehem van Juda geboren
was, in de dagen van koning Herodes, zie, kwa
men er Wijzen uit het Oosten te Jeruzalem aan,
zeggende: Waar is de Koning der Joden, die
geboren is? want wij hebben Zijne ster in het
Oosten gezien, en wij zijn gekomen om Hem
te aanbidden. Toen nu koning Herodes dit hoor
de, werd hij ontsteld, en geheel Jeruzalem met
hem. Ert hij vergaderde al de opperpriesters en
de schriftgeleerden des volks en deed bij hen
onderzoek, waar de Christus moest geboren wor
den. Zij nu zeiden tot hem: In Bethlehem van
Juda. Want aldus is er door den profeet ge
schreven: En gij, Bethlehem, land van Juda!
zijt geenszins de geringste onder Juda's vorsten;
immers zal uit u voorttreden de Vorst, die mijn
volk Israël regeeren zal. Poen ontbood U-erodes
de Wijzen in het geheim en vernam nauwkeurig
van hen den tijd der ster, die hun verschenen
was; en hen naar Bethlehem zendend, zeide hij:
Gaat eu doet nauwkeurig onderzoek naar het
Kind; en wanneer gij het gevonden hebt, bood
schapt het mij dan, opdat ook ik kome en het
aanbidde.
Zij nu, den koning gehoord hebbende, gingen
hoen. En zie, de ster, die zij in het Oosten ge
zien baden, ging voor hen uit, totdat zij kwam
en staan bleef boven de plaats, waar het Kind
was. Als zij nu de ster zagen, verheugden zij ziich
met eene zeer groote vreugde. En liet huis bin
nentredend, vonden zij het Kind met Maria,
zijne Moeder; en zich nederwerpend aanbaden
zij het. En, na hunne schatten geopend te heb
ben, offerden zij aan hetzelve geschenken: goud,
wierook en mirre. En, in den slaap vermaand
zijnde om niet weder naar Herodes te gaan,
keerden zij langs een anderen weg naar hun
land terug.
levende, heilige, Gode welbehagelijke offerande:
uw feestelijke eeredienst; en weeat niet dezer
wereld gelijkvormig, maar hervormt u naar de
vernieuwing uws gemoeds, om te erkennen, wat
aars gegaan, die daar hunne school hielden om
de wet Gods te verklaren. De leerlingen zaten
daar aan de voeten der leeraars, moesten daar
op de hen voorgelegde vragen antwoorden.
i velen het er niet mede eens zijn, althans met
een allesbehalve vriendelijk gezicht vragen:
„waarom dat nu weer noodig is"?
En zoo is er heel wat gemopperd en hoorde
de goede en welbehagelijke en volmaakte wil maar mochten ook hunne moeilijkheden in den men allerlei aanmerkingen, toen bekend werd
het Pauselijk besluit, dat de kinderen, zoodra
ze tot de jaren des verstands gekomen zijn, tot
de H. Tafel moeten naderen.
Is er nu heusch reden om hiertegen zooveel
1 bezwaren te maken
We zullen het eens onderzoeken.
Gods zij. Want Lk zeg door de genade, welke mij
gegeven is, aan allen onder u: niet hooger van
zich te denken dan het behoorlijk is te donlken,
maar met bescheidenheid te denken, en zóó als
vorm van vragen voorstellen. En de leeraars
waren verbaasd over het verstand waarvan Hij
in Zijne vragen en antwoorden blijk gaf. Jezus
lichtte daar voor eenige oogenblikken gedeel-
God aan een ieder eene mate van geloof heeft1 telijk den sluier op die Zijne Godheid bedekte,
toegedeeld. Want gelijk wij in één lichaam vele HÜ liet de eerste flikkering zien van die op-
ledematen hebben, doch al de ledematen niet
dezelfde verrichting hebben, zoo zijn wij, velen,
één lichaam in Christus en, ieder afzonderlijk,
elkanders ledematen, in Christus Jezus onzen
Heer.
Evangelie volgens den H. Lucas; II, 4252.
Les uit den brief van den H. apostel Paulus aan
de Romeinen; XII, 1—5.
Bloeders! Ik smeek u bij de barmhartigheid
Gods, dat gij uwe lichamen opdraagt tot eene
gaande zon der waarheid, die later haren glans
door de geheele wereld zou doen schitteren.
„Toen Maria en Joseph Hem zagen, stonden
zij verbaasd." Wel wisten zij dat hun kind de
Zoon van God was, maar Zij wisten niet dat Hij
reeds op dien jeugdigen leeftijd beginnen zou
met de zending die Hjj te vervullen had. Maria
Toen Jezus twaalf jaar geworden was, en zij, kon z'cb oatbouden baar k'ad
volgens de gewoonte van het feest, opgingen 10 Waarom bebt ons alzoo
naar Jeruzalem en, nadat de dagen voleind wa- Kedaan' Zl® UW Vttder en ik zochten U met
ren, terugkeerden, bleef het Kind Jezus te Je- i sma^t0' 1 verwijt, geen gemor over hun
ruzalom achter; en zijne ouders wisten het niet. gem'3' Qxaar p t8 smart en droefheid drukken
In de meening nu dat Hij bij het reisgezelschap die woorden uat' Het antwoord van Jezus is
was, trokken zij ééne dagreize voort en zochten een verheY®" Uld8praak, de eerste van zoo velen,
hem onder de bloedverwanten en de bekenden; waardoor verheven Waardigheid te
en, Hem niet vindend, keerden zij naar Jeru-j kfnnen *7 aatom zocht gij Mij? Wist gij
zalem terug om Hem te zoeken. En het ge- uiet 1° dingen Mijns Vaders wezen
schiedde, dat zij na drie dagen Hem in den tem- ®°®®U UeitZy wy di® dingen verstaan als des
pel vonden, zittend te midden der leeraars, hen a ®'8. wel" es Vaders huis, zij leeren ons
hoorend en hen vragend; en allen, die Hem i Ky ult Vnj?a wU dit gedaan had, en be
hoorden, waren verbaasd over zijne wijsheid en - zel^..,eea eers e Verklaring, later door veel
zijne antwoorden. Zij nu stonden verwonderd,duldel]Jker w0^den bevestigd dat Hij gekomen
toen zij Hem zagen. En zijne Moeder zeide tot^UJZyns Vaders te volbrengen,
Hem: Zoon! waarom hebt Gij ons zóó gedaan? dat Hy ,.d ,wat den Vader welgevallig
Zie, nw vader en ik zochten u met smart. Eu vvas' Geheel duidelijk was dit antwoord hun
Hij sprak tot hen: Waarom zocht gij Mij? Wist toen nog met. „Zij verstonden het woord met
gij niet, dat Ik zijn moet in hetgeen mijns Va- dat Hy t0t 8prak'" maar zeker zal Jozu9
ders is? En zij begrepen het woord niet, dat Hij bun w®ldra' t0en zy ln het nederige huisje van
tot hen sprak. Hij nu ging met hen af en kwam Nazareth waren teruggekeerd, een meer bevre-
te Nazareth, en Hij was hun onderdanig. En dlfLnd® V®™.mg v'an Z«n gedrag gegeven
zijne Moeder bewaarde al deze woorden in haar j aebben'~y gmg met ben af fa kwam te
hart. En Jezus nam toe in wijsheid eu jaren en Nazareth en Dij was hun onderdanig. En Zijne
moeder bewaarde al deze dingen in haar hart.
En Jezus nam toe in wijsheid en jaren, en in
genade bij God en de menschen." Aan een
Fua>«iNa8SauaHlrl«nl»H eigenlijk gezegd toenemeu, volmaakter worden
EERS 1 E ZONDAG NA DRIEKONINGEN, dei. als er sprake 13 van Jezus in Wien de God-
Het verborgen leven des Zaligmakers te Na- i beid lichamelijk woonde, die de Wijsheid en
zaretb, werd voor een korte wijl onderbroken Heiligheid zelve was. Die woorden drukken dan
door de gebeurtenis die ons in het Evangelie van ook alleen uit dat Jezus Zijne wijsheid en Hei
dezen Zondag verhaalt wordt. Toen Jezus j ligheid dagelijks meer toonde in woorden en
twaalf jaren oud was, ging Hij met Maria en j werken, dagelijks meer bewijzen daarvan gaf
Joseph naar Jeruzalem om daar het Paaschfeest aan de wereld.
in genade bij God en de menschen.
e vieren. En toen de dagen van het feest geëin
digd waren, gingen zij naar hun huis terug,
maar Jezus Weef, zonder dat zij het wisten, te
Jeruzalem achter. Dit kan hierdoor verklaard
voorden, dat het een gewoonte was bij de Joden
als zij in grooten getale met elkander op reis
waren naar Jeruzalem, dat de kinderen nu eens
bij de mannen, dan bij de vrouwen, die afzonder
lijk reisden, zioh ophielden, en dus Maria dacht
dat Jezus bij Joseph, en Joseph dat Hij bij
Het Evangelie van dezen Zondag leert ons
vooral de hooge waarde van de gehoorzaamheid,
daar Jezus de Heer van hemel en aarde, van
geheel zijn verder verborgen leven, tot Zijn
dertigste jaar toe, ons slechts dit ééne woord
doet opteekenen dat Hij onderdanig was aan
Maria en Joseph. Maar vervolgens leert het ons
ook, hoe zelfs de deugdzaamsten, zooals Maria
en Joseph, zonder hunne schuld somwijlen door
beproevingen getroffen worden, dat lijden en
hemel te verzamelen.
Maria was. Toen zij echter des avonds, bij hetsmart dus niet altijd als een straf moeten be-
einde der eerste dagreize, bemerkten dat Jezus schouwd worden, maar dikwijls gelegenheden
niet bij hen was, keerden zij aanstonds naar Je- zijn om onze deugd te beproeven, en door ze ge-
cuzalem terug om Hem te zoeken. Droefheid duldig te dragen nieuwe verdiensten voor den
vervulde hun hart, akelige vermoedens hielden
hun geest bezig.
Was Jezus misschien als slachtoffer van He
rodes gevallen, had een samenzwering tegen
Hem Jezus misschien in de gevangenis doen
werpen? dat waren de vragen die zij onder el
kander bespraken. Drie dagen lang zochten zij
Hem, en eindelijk vonden zij Hem „in den tem
pel zittende in het midden der leeraars, hen
hoorénde en hen vragende. En allen die Hem
hoorden waren verbaasd over zijn verstand en
zijne antwoorden."
Jezus was in den tempel te midden der leer-
XLVIII.
Waarom moeten zulke jeugdige kinderen tot de
H. Tafel naderen?
Dat akelige woordje „waarom"!
Wanneer er een of andere nieuwe bepaling
gemaakt wordt, dan is het drie tegen een, dat
Slaan wij ons Katckismusboek open, dan le-
zen wij in de lea over de H. Communie„De
H. Communie werkt zoo buitengewone genaden
in ons uit, omdat zij ons op de innigste wijze
vereenigt met Christus, die de Bron van alle
genaden is."
Welke die genaden zijn, die de H. Communie
ons geeft,, gaven wij vroeger reeds aan, maar
misschien is het nuttig het hier nog eens te her-
halen
„1. De H. Communie vermeerdert in ons
de heiligmakende gesiade
2. zij verzwakt linze booze neigingen en
geeft ons lust en krmiht tot het goede;
3. zij zuivert ons vun de dagelijksche zonde
en behoedt ons voor de doodzonde;
4. zij is het onderpand onzer glorievolle ver
rijzenis en eeuwige zaligheid."
Wat was nu de vroegere (strengere)
opvatting?
Dat men een grondige kennis moest hebben
van de voornaamste geloofswaarheden, vooral
betreffende het Allerheiligst Sacrament des Al
taars, wilde men waardig zijn de H. Communie
te ontvangen.
En thans?
Z. H. Pius X, de vurige ijveraar voor de veel
vuldige en dagelijksche H. Communie, gaat van
de meening uit, dat de genaden, door de H.
Communie geschonken, zwaarder moeten we
gen dan de kennis van de godsdienstwaarheden,
die evenwel toch noodig is en waarin dus ieder
moet onderwezen worden als vroeger.
Maar deze maatregel van Z. H. is toch zeer
goed te verklaren, wanneer we eens nagaan wel
ke genaden door de H. Communie geschonken
worden.
De H. Communie immers moet niet zijn
zooals vroeger dikwijls de opvatting was ah
een belooning voor degenen, die zich ijverig en
met succes hadden toegelegd op de kennis van
de katholieke geloofswaarheden, doch zij is een
voorbehoedmiddel, dat men dus zoo spoedig mo
gelijk moet beginnen te gebruiken.
Wacht men nu, zooals de gewoonte was, met
de H. Communie aan de kinderen toe te staan,
tot zij den leeftijd van 12, 13 jaar en nog ouder
bereikt hebben, dan zal het karakter van „voor
behoedmiddel" zoo goed als geheel verloren zijn.
Op die leeftijden toch beginnen de hartstoch
ten te ontwaken en openbaren zich de booze
neigingen, die zich langzamerhand hebben kun
nen ontwikkelen, daar er wel middelen tegen
gebruikt werden, doch het voornaamste en
meest doeltreffende middel niet werd aange
wend.
Worden de kinderen op 7-jarigen leeftijd, of
nog jeugdiger tot de H. Tafel toegelaten, dan
is er gegronde hoop, dat men de booze neigin
gen, die misschien in kiem reeds aanwezig zijn,
door dit krachtdadig middel ook in den kiem
kan doen verstikken en zoo zal dan een bodem
verkregen worden, waarin geen onkruid zal
aanwezig zijn, dat de teere plantjes van deugd
en heiligheid zal kunnen verdringen en beletten,
dat ze hoog opgroeien en vruchten voortbren
gen.
Het voorkomen dus van de geneigdheid tot
zonde en het in bedwang houden van de kwade
hartstochten, ziedaar de voornaamste redenen,
waarom deze pauselijke bepaling zoo gegrond
en tevens zoo nuttig en heilzaam ia.
Maar, zoo vraagt men dikwijls, begrijpen die
kleine kinderen nu wel wat ze gaan doen en wal
zij ontvangen in de H. Communie?
Zeer waarschijnlijk niet ten volle, doch dit
is ook in het geheel niet noodig.
Het gaat natuurlijk wat betreft het ontvan
gen der H. Communie, evenals in het gewone
dagelijksche leven.
Het is niet noodig en bovendien niet mo
gelijk dat meerdere personen van verschil
lende ontwikkeling en opvoeding hetzelfde op
dezelfde wijze en met dezelfde kennis van zaken
doen, terwijl het daarbij dan heel wel mogelijk
is, dat allen het goed doen.
Zoo is het met de H. Communie der kinderen
ook: zij behoeven niet zoo ten volle te begrijpen
wat zij doen, als een volwassene. Het is vol
doende, dat zij weten, dat er onderscheid is
tusschen gewone spijs en het Allerheiligst Sa
crament des Altaars en het is voldoende wan
neer zij ervan begrijpen wat en zooals zij in hun
kinderlijke onschuld daarover denken kunnen.
Wat zijn bovendien kinderen van 12 of 18
jaar?
Zeker, onder dezulken zijn er, wier verstand
reeds flink ontwikkeld is, maar evenzeer zijn er
onder hen, wier begrip van het Allerheiligst
Sacrament even onvolmaakt is als van jongere
kinderen.
Laten we toch wijs zijn en niet zoo maar on
doordacht afkeuren en becritiseeren, wat bij
eenige nadere beschouwing toch zulk een heer
lijke bepaling blijkt, geheel volgens het verlan
gen van den goddelijken Kindervriend.
X.
No. 32 nit de Leeuwerk.
Woorden van Muziek van
J. P. Heije. R. Hol.
Een man. een man een woord, een woord!
O flksche leus van vroeger dagen:
Nog klopt mijn hart met sneller slagen,
Wanneer mijn oor u klinken hoort:
Een man, een Man, een woord, een Woord!
Dat was eeu zegel zonder breuk!
Een handschrift, nooit nog valsch bevonden,
Eeu vaste borgtocht, nooit geschonden,
Een perkament in goeden reuk,
Dat nooit een barst had of een kreuk.
In Oost en West, in Zuid en Noord,
Werd Holland om die leus geprezen....
Och 'k bid-je laat het nóg zoo wezen:
't Zij steeds, als men van Neêrland hoort,
Een man, een Man, een woord, een Woord!
DE OORSPRONG VAN HET KRUIS IN DE
CHRISTELIJKE ORNAMENTIEK.
Zooals men weet, speelt het kruis een groote
rol onder de symbolen van de Christelijke archi
tectuur.
Het oogenschijnlijk het meest voor de hand
liggende is, de oorsprong van dit symbool in het
kruis van Golgotha te zoeken.
Bij nadere overweging rijzen echter tegen de
ze opvatting bezwaren.
Het door sommigen opgeworpen bezwaar dat
met het Latijnsche woord „crux" niet een sa
menstel van twee houten balken of ribben, maar
een marteltuig, een marteling zou bedoeld zijn,
laten we als een speciaal philologisch vraagstuk
hier onbeoordeeld. De leek in de philologie zou
13)
In 1840 eu 1847 werd Ierland wegens het ge
heel mislukken van den aardappeloogst door een
"reeselijken hongersnood getroffen. Wie anders
fan pater Mathew trad hier weer als helper in
den nood op! Aanstonds wendde hij zich tot de
Egelsolie Regeering om onderstand in koren en
Aardappelen. In zijn verzoekschrift lezen v ij ie-
Ze aangrijpende woorden: „Mannen, vrouwen,
kinderen sterven den hongerdood. Zij vullen
'"ra uiagen met koolbladereu eu weggeworpen
knollen loof. Meer dan 6000 uitgehongerdeu
7-Werven door de straten van Cork." Qolijk
fiewoonlijk het geval is, had ook ditmaal de hon-
Sersriood den typhus ten gevolge. In Cork kon-
de zaagmolens niet genoeg planken levrm
,t0r r'e doodskisten en men was gedwongen
e "iken ongekist te begraven. Alleen in het
weikIn,i3 var| Qor|t stierven in vier maanden
tre'V"'1'iU '""'l personen als gevolg van door-
Jiuis '"J:v,e"eTlde°P één dag werden er uit nat
van hot eene ziekbed naar
7$ghögraven
ater Mathew ijlde
te Stil.;;:,
j t Jsrre zieh van het eene huis naar
'lo stervenden te troosten eu hij
4»er ovvutkuig A
,u «e epidemie bezwe-ken is.
Men berekent, dat ongeveer een derde der
het andere om stoffelijke en geestelijke aalmoe
zen uit fce deelen, hij zocht doodgravers, dewijl
de aangestelden de een na den ander stierven
en, er toch al niet voldoende waren, hij organi
seerde uitdeelingen van levensmiddelen, kortom
hij wendde alles aan om de algemeene moede
loosheid en vertwijfeling tegen te gaan. Men
stond er over verwonderd, dat hij, die als nie
mand anders voortdurend bij de zieken was, zelf
met werd aangetast.
e aalmoezendue door zijn handen gingen,
bedroegen maandelijks over de 60,000 gulden.
Daarmede kon hy in de afdeeling der Stad Cork,
welke hij presideerde, dagelijks vijf zosduizend
hongerigen spijzen, wel niet voldoende, maar
toch toereikend om er het leven bij te houden.
Eens waren zijn middelen bijna uitgeput en
men waarschuwde hem met het verdeelen op te
houden. Pater Theobald antwoordde: „Ik weet
wel, dat ik niets heb, doeh ik vertrouw op Eén,
/die zeer rijk en machtig is." En ziet, Aienzelf-
den dag la'ndde er in Cork een schip, dat de
Ieren in Amerika met levensmiddelen geladen
en persoonlijk aan Pater Mathow geadresseerd
hadden.
Machtig openbaarde zich de weldadigheids
zin, maar tevens niet minder de macht, welke
het gedistilleerd heeft in zulke droevige en tot
uitputting leidende omstandigheden. Met 36
millioen guldens kwam de christelijke Oharitas
in lerlands nood te hulp, doeh hoe ontzetten!
klinkt liet tegelijkertijd te vernemen, dat om
streek# of ruim 2-1 millioen daarvan aan drank
verkwist werd.
Zonder het vereischte toezicht werd bedeeld,
de uitgehongerde mannen konden den trek naar
een buitengewonen prikkel niet weerstaan, woe
keraars en hebzuchtige graanhandelaars wisten
eei. ruim geven van vergunningen te bewerken,
overal rezen de kroegen als paddestoelen uit Jen
grond, zoodat een goed deel van het gegeven
geld in drank werd omgezet. De volgend - cij
fers spreken voor zich zelf
Verbruikte Betaalde
Jaren hoeveelheid belasting.
1845 29030117 Liters 10321812 guld.
Indien voor iemand, dan moest dit voor Pater
Mathew een geheel eenig lijden geweest zijn,
daar hij op dubbele wijze zijn arbeid vernietigd
zag. Zoo moest hij te midden van al die ellende
ook nog ais boetprediker optreden.
Zwaar waren de slagen, welke de samenloop
der omstandigheden aan zijn bond had toege
bracht, ontzaglijk was het getal van hen, die uit
vertwijfeling aan de onthouding ontrouw wer
den en weer tot den drank terugkeerden. Dan
ging hij weer geheel Ierland doorkruisen, het
volk smeek end en bezwerend toch niet toe te ge
ven aan de bekoring om in dc bedwelming van
den drank zijn ellende te vergeten.
„Duizenden en duizenden," zoo riep hij uit,
„moeten lijden en sterven, die aan den vreesc-
lijken hongerdood zouden ontkomen zijn, als zij
naar mijn woorden hadden willen luisteren, als
zij den moed hadden bezeten hunne drankzucht
te beteugelen en wat spaarpenningen te verga-
dercu, welke hen in de dagen van tegenspoed en
nood hadden kunnen redden. De gevangenis en
het werkhuis openen hunne poorten voor onge-
lukkigen, die welgesteld konden zijn, als zij ma
tig geleefd hadden.
„Ik zeg dit niet om hen te bedroeven, die nu
voor hun eigen feiten moeten boeten. Veel lie
ver wil ik hen aanmanen zich in de toekomst
beter te gedragen. Ja, mijne broeders, ik zeg het
zonder bedenken, ik zeg het voor Gods aange
zicht: een ieder, die zich thans dronken drinkt,
terwijl zijn medeburgers van honger omkomen,
is een monster! O, mijn Godl Bovenmate pijn
lijk is 't me, te bedenken, dat zooveel heerlijk
graan, hetwelk.voldoende zou zijn om vandaag
de hongerigen te verzadigen, wordt omgezet,
j niet in brood, maar in bedwelmenden drank, die
doodend is voor lichaam en voor ziel. Als al het
j koren, dat tot bereiding van dezen vergiftigen
drank dienen moet, gebruikt werd tot bereiding
van brood, men zou genoeg hebben om iederen
Ier, man en vrouw en kind, dagelijks zijn vol-
doende voedsel te doen toekomen. Ilc zeg het dus
nog eens: hij, d.ie tlians drank gebruikt, drinkt
het voedsel van hen, die den hongerdood ster- j
ven, en ik vraag het u, is hij, die aan een van
honger stervende zijn voedsel ontneemt, niet een
monster?" 1)
De gevolgen van zijn lijden en kruisdragen
werden iu 1848 openbaar. Tijdens den Vasten
van dit jaar was hij eens op een morgen als
naar gewoonte vroeg opgestaan, doch nauwe
lijks uit het bed zijnde, viel hij machteloos op
den grond. Toen de geneesheer kwam en liem
1) Rede gehouden te Lisgold,
naar zijn toestand vroeg, antwoordde hij op zijn
gewone zachte en vriendelijke wijze: „Ik ben
aan de eene zijde geheel verlamd." Dit bleek
maar al te waar. Gedurende de volgende
maanden scheen het alsof rust hem weder had
doen bijkomen en in 1849 besloot hij, hoezeer de
geneesheeren het ook ontrieden, zijn reeds lang
gegeven woord te houden en Amerika te bezoe
ken.
Ofschoon aanmerkelijk verzwakt en groote
smarten lijdend, onderwierp hij zich hier af
gezien nog van het uitputtende, onophoudelijke
reizen en spreken aan de grootste vermoeie-
i nissen, zooals de volgende uittreksels uit het
dagboek van zijn secretaris doen zien
j „2 December 1849-. 's Morgens half zeven H.
Mis in Philadelphia. Onmiddellijk daarna preek
en afnemen der matigheidsbelofte. Reis naar
het vijf mijlen verwijderde Clousester, waar een
kerkwijding plaats vindt. Preek in de open lucht
voor een enorme volksmenigte, alhoewel door
hevige pijnen gekweld. Daarbij afnemen der be
lofte, waarbij een sterke sneeuwbui en groote
koude hem zeer lastig vielen. Terugkeer naar
Philadelphia .Avondeten bij den bisschop. Afne
ming der belofte tot acht uur. In de spreekka
mer tot laat in den nacht.
3 December. In de vroegte H. Mis, daarna eer-
ste voordracht en afneming der belofte. In den
voormiddag eenige bezoeken gebracht en ont
vangen. Na het eten tweede voordracht en i f-
nemen der belofte tot 's avonds negen uur."
(®(ordt vervolsüf.)