De ridderlijke roover van Derbyshire. NIEUWS UIT OEN OMTREK. Rond de Liturgie. STADSNIEU WS. Noordwijkschs Brieven. Vragenbus „Occasions". Bon üflaroKié U o y n s Üaas*lem«Srusseli Booasions 59 99 19 r-tUILLt I Or* 8) NIEUWE HAARLEmSCHE COURANT ™™JÏÏA2 IX. Mochten wij ia onzen vorigeu brief onze teleur- stelling uitspreken, dat de wenschen, in het be gin van 1911 geuit, niet waren in vervulling gaan, althans wat betreft da onderlinge ver standhouding, en mochten we dien brief be ëindigen met den oprecht geineenden - wensch dat een ieder zoude medewerken den vrede te bewerkstelligen, nog op deuzelfden dag moest het ons, tot groot leedwezen, van het hart: het heeft zoo niet mogen zijn. Bij het schrijven van dien brief wisten we niet, dat op dat oogenblik reeds een of meer personen bezig waren, de intrede van den vrede, waarnaar door zoovelen, zoo niet. door allen, zoo vurig wordt verlangd, te dwarsboomen en te verhinderen. „Koste wat het wil, doch vrede mag er niet zijn'", zoo zal het in de harten van die personen geklonken hebben, en werkelijk, hun pogen is met succes mogen bekroond worden. Velen on zer lezers zullen zich afvragen: „Maar wat is er nu weer te Noord wijk gebeurd?" Wij gebrui ken hier opzettelijk het woordje „weer", om dat men er in den laatsten tijd aan gewoon is geworden, iets bijzonders, iets ongewoons van Noordwijk te vernemen. Het antwoord op deze vraag kan ik in dit geval wel overlaten aan de kleine kinderen; die zullen u evenals ons, ver tellen Er zal wel weer herrie en ruzie komen te Noordwijk, want „de Noordwijker" had op Nieuwjaarmorgen weer zoo'n hatelijk stukje!" Dit werd ons door een kleine van negen jaar verteld Lezers, wij vragen u beleefd dit antwoord van lie kleine, waarin de beteekenis van de versto ring des vredes is gelegen, in twee deelen te splitsen: 1. een hatelijk stukje. 2. op nieuw jaars morgen. De hatelijkheid van dit stukje (op rijm nog wel) was gelegen in de pikant gestelde verzen, toepasselijk op de raadsleden waarin ieder afzonderlijk op onbeschaamde, doch bedekte manier, tereebtzettingen werden naar het hoofd geslingerd, terechtzittingen waarvan sommi gen niet van beschuldigingen waren vrij te pleiten. Dat het den katholieken onaangenaam aan deed, hunne voormannen voor de zooveelste maal in een zwart, donkerzwart daglicht gesteld te zien, zal een ieder kunnen begrijpen. Daar wij echter min of meer gewoon zijn geworden ian een dergelijk optreden van een of meer personen, waren er velen, die niet zouden heb ben bijgedragen in den triumph, den zegenkreet van de samensteller dier verzen, niet zouden lebben uitgelokt! Evenals echter bij alle zaken en. handelingen, was ook hier een „maar" aan de kwestie ver bonden, en dit was: Op nieuwjaarsmorgen. Deze insinueerende regels moesten juist op nieuw jaarsmorgen komen onder de oogen van het le zend publiek! Een teekenende karaktertrek! Katholiek en Protestant, oud en jong, arm ui rijk, een ieder (wij meenden haast te schrij ven zonder onderscheid, doch hier moet onder scheid worden gemaakt) drukt elkander de hand. „Veel heil en zegen" is men gewoon el kander toe te roepen! Edoch! Hier was een stem, die zeide: „Tot hier toe en niet verder". Opwinidng en ontevredenheid'moet er zijn, op den eersten dag des jaars! Verwijten Links en rechts, gesteld op eene zoodanige wijze, dat sommigo niet-partijgenooten van de onder handen genomen wordende personen zich ver kneukelden van genot, van innig genot! Doch tevens zoodanig, dat de meesten van hen toch moesten erkennen, dat zulks op DIEN morgen had behooren achterwege te blijven. Helaas, de daad is niet voorkomen kunnen worden, en de katholieken hebben zich door ons plaatselijk blad een grove beleediging moeten laten welgevallen! Wij hebben ons afgevraagd, toen het einde des jaars was genaderd, het einde van het jaar, waarin door „de Noordwijker" vele voor de ka tholieken kwetsende artikelen werden gepubli ceerd, of dit blad niet eens zou inzien, dat het niet aanging op den ingeslagen weg voort te gaan. Want met genoegen (ofschoon met eenig wantrouwen) hoorden we toen de vredes bazuin schallen! Vrede moest er zijn! Dat er vrede ko- me! Woordelijk lazen we den 30sten December: „Beginnen we dan het nieuwe jaar met bet vaste besluit om de eischen des levens met nauwgezetheid te vervullen, ons een ieder in zijn staat en stand te kwijten van onze plichten. Het staat wel is waar niet in anzen macht, om de scheeve verhoudingen in de maatschappij recht te zetten: maar wel staat het in onze macht om slechte invloeden te keer te helpen gaan, om den verkeerden tijdgeest verre van ons te houden, om door woord eb voorbeeld de in gisting verkcerènde samenleving in de goede baan te. helpen leiden. Schoon gekozen woorden! Wat groote betee kenis ligt er in opgesloten! Hoe talloos velen zullen gezegd of gedacht hebben: moge dien wensch eens verwezenlijkt worden! Wat is echter het resultaat? Zooals hiervoreu reeds gezegd, werden op nieuwjaarsmorgen al deze schoone vooruitzichten, al deze schoone wenschen totaal vernietigd. Door wien? Niet door ons Katholieken, wiensteedsdergolijkehan- delingen worden aangewreven, maar door het zelfde blad, dat de hiervoren aangehaalde woor den had gesproken I Met genoegen mochten we dan ook vernemen, dat de ontevredenheid zich als 't ware anoniem had geuit, in de verwijzing van het blad naar de prullemand en beëindiging van abonnementen. I)och evenals een zeker schrijver zeide: Liegt er maar op los, er blijft steeds wat van hangen," zoo is 't ook hier. „De daad is verricht, de onte vredenheid is opgewekt. Het beoogde doel is be reikt Hoe duidelijk blijkt alweer uit het voren staande, de noodzakelijkheid om de zoogenaam de neutrale pers uit het huisgezin te weren, doch tevens ook een duidelijk bewijs dat alleen Katholieke bladen, die toch nimmer van een dergelijk optreden beschuldigd kunnen worden, door ons moeten worden gesteund en ook wor den gelezen. Daarom voegen we hieraan toe een beroep op allen, en het lezen van Katholieke bladen, in zonderheid van „üe Nieuwe Haarlemsche Cou rant", bij vrienden cn kennissen aan te bevelen. X. HEEMSTEDE. De Ned. Fed. Bond vau Gemeentewerklieden staat op z(jn achterste been en. Men herinnert zich, dat onlangs in den ge meenteraad een motie werd aangenomen, waar bij afkeuring werd uitgesproken over de aanslui ting der gemeentewerklieden bij den Ned. Eed. Bond van Gemeentewerklieden. Het Dag. Bestuur deelde daarom aan de ge meentewerklieden o.a. mede, dat „wenschen, geuit j door deze vereeniging, zoolang deze daarbij (den Fed. Bond) blijft aangesloten, geen kans van inwilliging zullen hebben." De Ned. Fed. Bond van gemeentewerklieden te Amsterdam noemt dit „een ernstigen aan- slag op het verenigingsrecht" en heeft in ver- j band hiermede het volgende adres aan den ge meenteraad van Heemstede gezonden: „Geven met verschuldigde gevoelens te ken nen, ondergeteekenden, respectievelijk Voorzit ter en Secretaris van den Nederlandschen Fede ratieven Bond van Gemeentewerklieden, te Am- sterdam; i dat zij met verontwaardiging hebben kennis genomen van een door Uwen Raad aangeno men motie welke in een schrijven, geteekend door den Burgemeester en Secretaris, d.d. 19 Dec. 1911, den werklieden, aangesloten bij den 1 Ned. Fed. Bond van Gemeentewerklieden ter j kennis werd gebracht; I dat zij het aannemen van dpze motie beschou wen als een ernstigen aanslag op het recht van j vereenigen, waardoor dit recht, ons bij de wet gewaarborgd, tot een paskwil wordt gemaakt; dat zij in de handelwijze van den Raad niets anders kunnen zien dan een op linksehe wijze ontduiken van een wetsartikel; dat zij daardoor meenen gerechtigd te zijn den Raad te beschuldigen van wetsverkrachting, wat nog meer uitkomt in een onderschrift in be doeld schrijven van den Burgemeester, waar ge zegd wordt „Wij meenen er U uitdrukkelijk op te moeten wijzen, dat, waar de Gemeenteraad zoo duidelijk heeft uitgesproken, dat de aansluiting aan coor- noemden Bond aan den Raad onaangenaam is, wenschen, geuit door Uwe vereeniging, zoolang deze daarbij blijft aangesloten, geen kans van in williging zullen hebben." dat zij het uitoefenen van een dergelijke pres sie beschouwen als een misbruik maken van hun functie, daar zoowel de Raad als Burgemeester behooren te vertegenwoordigen alle burgers, en door bet aannemen van de motie en het plaatsen van bedoeld onderschrift hét tegendeel is be wezen dat zij dan ook ten slotte ten sterkste protes teéren tegen dit ergerlijke machtsmisbruik en maatregelen hebben genomen om de zonderlinge en partijdige wijze waarop de Raad en B. en W. zich van huntaak meenen te moeten kwijten,aan de ingezetenen van Nederland kenbaar te ma ken. CASTRICUM. Knipcursus. A.s. Dinsdag zal de knipcursus bij de Eerw. Zusters beginnen. Dok de meisjes der omliggende plaatsen kunnen dien cursus volgen, welke haar in zes weken tijd tot bekwame knip- sters en naaisters zal vornien. Degene die er aan willen deelnemen worden vriendelijk ver zocht zich Zondag of Maandag aan te melden bij de Eerw. Overste van het St. Augustinus-ge- s licht. BURGERLIJKE stand. BEVERWIJK. Geboren: z. van J. de Boor- dcrMiddelkoop. Y£ul j ge goorder Middelkoop. z. van G. Spanjaardt—Schouten. z. van A. van Rookhuizen—Schoouenwolf. HAARLEMMERMEER. Geboren: d. van J. A. Vreeburg—Van Rijn. z. van A. Jongeneten Van Poecke. d. van A. Lagendijk—Kroes, z. van C. Bouwinkelman—Legierse. d. van M. Jansen—Spierings. j. Van T. Laakbaar —Van Zwielen. d. van G. Oudshoorn—Bocho- ven. Overlieden: Chr; van Loon, 20 d. J. E. Ivan Bhijn, 77 j. g. Los, 70 j. A. van der Maden, 3 j. SCHOTEN. Ondertrouwd: C. Koehorst cn A. M. Bos. W. Walinga en E. A. Leijding. Geboren: d. van W. H. Remkes—van Ha- mersveld. z. van C. F. Sens—Nuijlen. z. van A. NijsBioots. van q m. van Tonge ren—Vrecneogor. z. van H. Th. E. Miedema— Misset. z. van M. Smit—Vleugel. ALKMAAR. Geboren: G Jan. d. van C. Wubbenhorst en L. Trompetter. -7 Jan. d. van G. Ilbrink en M. Wagenaar. z. van W. Bruin en M. Kuiper. 8 Jan. z. van Johannes Nierop en J. van der Pol. io jan. <j. van D. Blokzijl en E. G. de Graatf. Getrouwd: 10 Jan. T. J- A\ Kraakman en M. M. H. van Steensel van der An. Overleden: 6 Jan. J. A. Bruijn, 2 d. 7 Jan. M. E, de Groot, 7 jaar. 8 Jan. J. Plukker, wed. Kasper Dijk, 63 jaar. J. J. de Boer, 19 j. G. Rooker, 78 j. 9 Jan. L'. Dolleman, 15 jaar. SASSENIIEIM. Geboren: d. van J. van Tol en E. de Wit. Ondertrouwd: A. van Dijk en A. var. Voort. Overlieden: N. Gyoen, wed. van II. J. Rrinkerhoff, 67 j. VOORHOUT. Geboren: z. van J. M. van Dijk en M. de Gixxd. Leven aangeg. kind van het mannel', geslacht van J. L&keinan en M. M. Dijkers. z. van J. Bouwmeester en M. E. van HemerL Overleden: A. van der Vossen, 53 j. V r.: Ik heb een huis gehuurd bij de week. Nu zijn die huizen op eene publieke veiling van 25 Nov. j.l. verkocht en is er in geen 6 weken iemand om de huur geweest. Opeens komt de klerk van den notaris, niet die van den gewonen eigenaax', want die is vertrok ken, en wil ineens betaling hebben der 6 we ken huur. Heeft hij daartoe het recht? Antw.: Ja, als de huur niet opgehaald is, is de notaris gerechtigd het vervalleue te ihnen. V r.: Dienaar uit Noordwijkerhout. Ant.: Uw vraag is »iet onderteekend. Geef uw naam op en wij zullen zien of wij u kun nen beantwoorden. V r.: Mijn diensttijd 's spoedig om. Nu zou ik gaarne eens de volgende vragen willen beantwoord zien in uw blad. Waar moet ik mü aanmelden om politie agent te worden of bij ue douane of bij de Electrische Tramwegmaatschappij geplaatst te worden. U begrijpt dus, eene betrekking aan bet Rijk. Ant.: Neen dat begrupen wij niet. De func tie van politieagent is geen rijksbetrekking. ook niet eene bij de Eleetrisehe Tramweg maatschappij. Voor politieagent moet u zich intnsschen aanmelden bij den commissaris van politie; om douane-beambte te worden moet u een examen afleggen, waarvoor de tijd en gelegenheid in de Staatscourant wordt bekend gemaakt en om bij de Elee trisehe Tramweg-Maatschappij te komen, moet u zich wenden tot de Directie aan de Leidscho vaart, alhier. V r.: Kunt u mij ook zeggen of ik ecu meisje, dat per week is gehuurd, en in de week wegloopt, nog de huur moet uitbeta len van die week? Antw.: Neen, dat behoeft u niet te doen. Vr.: Ik ben anderhalf jaar in een betrek king geweest. Ik ben per week gehuurd en wordt per maand uitbetaald. Tegen Februari heb ik mijn dienst opgezegd met de zes we ken. Het verval werd mij tweemaal per jaar gegeven en wel op 1 Juli en op 1 Januari. Nu wil mijnheer mij het verval niet eerder uitbetalen dan met Februari. Heeft hij daar het recht toe? Antw.: Gij zult u erin moeten schikken het verval bij het heengaan uitbetaald te krijgen. Vaste bepalingen daaromtrent be staan niet. V r.: Ik zou eene betrekking willen beko men aan de nieuwe, aan te leggen Electri sche tram door do Haarl.meer. Op welken tijd, en welken dag en waar moet ik mij ver voegen? Ant w.: Door de Haarl.meer wordt geen electrische tram aangelegd. Hier is een ge woon spoor met stoomvermogen der H. IJ. S. M., die de lijn geheel exploiteert. De admi nistratie is gevestigd Droogbak, Amsterdam. Wendt u tot dit adres. V r.: Wie is de directeur van de Haarlem sche processie naar Lourdes? Hoe is het adres? Antw.: Wendt u tot den heer W. Diepen- brock, Staten Bolwerk 34. Vr.: Waar is de Rijksinrichting om drink waren te doen onderzoeken of te doen keu ren? Gebeurt dat gratis? Antw.: Zulk eene inrichting waar het gratis gebeurt, is ons niet bekend. Indien u echter twijfelt aan de deugdelijkheid van uw drinkwater, wendt u dan tot de Gezond heidscommissie op de plaats uwer inwoning. V r.: Hoe verwijdert men steen uit een wa terketel, dat daarin aangevoerd is door het koken? Ant w.: U zult er den steen moeten laten uitbikken. U kunt het misschien ook wel zelf doen.. V r.: Ik heb acht. zoons. Daarvan hebben drie gediend en wel als volgt: de eerste, de vijfde en de zesde. De zevende is er. ook in- geloot.maar i s afgekeurd en nu vraag ik of mijn achtste zoon, die dit jaar loten moet, broederdienst heeft of niet? Antw.: De vrijstelling van den militie- dienst. wordt zoo verleend, dat van een even aantal broeders de helft en van een oneven aantal de grootere helft diene. In dit geval moet dus no. 8 dienen, indien hij erin loot. V r.: Hoe is het nommerverwisselen voor het blijvend gedeelte geregeld? Alag ook nu, evenals vroeger, een milicien, die de winter maanden voor zijn nommer diende, voor een anderen milicien derzelfde lichting de zo mermaanden overnemen? Ant w.: De loting voor het blijvend ge deelte heeft als volgt plaats: Een loting voorjaarsploeg met de helft viermaanders half Juli; een loting najaarsploeg met de andere helft viermaanders half December. Ruiling van lotingmimmers is alleen toege- I staan voor hen. die aan dezelfde loting, dus half Juli of half December deelnamen. Mliicien A. die half Juli heeft, geloot, kan dus niet dienen voor milicien B., die half December aan de loting deelnam. Van de loting in half Juli wordt het blij vend gedeelte in Deeemher en Januari d.a.v. saamgesteld. Van de loting in half December het blij vend gedeelte van half Juni tot half Aug. d.a.v. V r.: Mijn zoon zou gaarne in dienst ko men bij de Eelectrische Tram Haarlem i Leiden. Zoudt u mij ook kunnen zeggen, waar lui zich daarvoor moet aanmelden en wanneer! Antw.: Een electrische tram Haarlem- Leiden bestaat vooreerst nog niet. Het kan- toor is gevestigd Kampersingel 2, alhier. V r.: Het zij mij vergund, het volgende ou der uwe aandacht te brengen: Artikel 86, alinea 1 der wet op het L. O. LXXXVI. Sacristie. Na het altaar met al ziju onderdeden alsook de voornaamste meubelen eener R. K. kerk be schouwd te hebben, begeven wij ons vandaag naar de sacristie. De sacristie is een kamer, gelegen naast het altaar, aan de noordzijde der Kerk. Hier be kleedt de priester zich met de heilige gewaden, vooraleer hij een of andere geestelijke bedicnin.; gaat uitoefenen, hier ook is het de plaats, war de kerkbenoodigdlieden bewaard worden.De per soon, wien de zorg voor de liturgische gewaden, de benoodigdbeden en de sieraden der kerk is op gedragen, draagt den naam van koster, welk woord is afgeleid van het Latijnsche „custos", hetwelk bewaarder, opzichter, bewaker betee ken t. De sacristie rondziende bemerken wij er de volgende meubelen: aan den muur een duidelijk zichtbaar kruisbeeld; een lange tafel, waarop de gewaden voor de H. Mis en andere kerkelijke diensten gereed gelegd worden; een lijst of bil jet; waarop de gebeden vóór en na de Mis zijn afgedrukt; daaronder een bidbank, waarop de priester zijn voorbereiding tot en zijn dankzeg ging na de II. Mis kan verrichten. Ook zien wij een fonteintje of klein wasckvat („Lavabo" geheeten), geflankeerd door twee handdoeken, bestemd tot reiniging en afdroging van de vin gers des priesters zoo vóór als na den H. Dienst.. Twee bortljes vermelden den naam van den Hei lige, aan wien de kerk is toegewijd, alsook van den Bisschop; dit ten gerieve van vreemde priesters, daar beide namen in de misgele-Dn voorkomen. Ten slotte, bij de deur, die toegang geeft tot de kerk, hangt een wij waterbakje. De koster moet er voor zorgen, dat de sacris tie wekelijks geveegd worde en vrij blijve van vocht; de deur zij na afloop der diensten ge sloten en steeds heersche er een eerbiedig stil zwijgen. zegt: Ter verkrijging eener akte van be voegdheid voor huis- en schoolonderwijs in een of meer der vakken, vermeld in artikel 2 onder 1, m, n, p, r, rbis en s, wordt ver- eischt: a. het bezit der akte vermeld in artikel 77 onder a (akte van bevoegdheid tot het ge ven van huis- en schoolonderwijs in de vak ken ai); b. het afleggen van een examen enz. Houdt liet. antwoord, door u gegeven op een vraag van een werkman, die de akte n (En- gelscli) zou willen verkrijgen, wel rekening met het aangehaalde wetsartikel? Bedoelde vraag kwam voor in uw blad vail Vrijdag j.l. Antw.: U hebt gelijk. Wij dachten bij de beantwoording van bedoelde vraag aan een akte voor M. O. Om een akte L. O. Engelseh te belialen, moet men eerst de z.g. hulpakte bezitten. r. Hoe zijn inktvlekken uit wit en bont goed te krijgen? Antw. Moeielijk, vooral als ze verouderd zijn. Er is echter in den handel een soort vlekken- zeep, waaromtrent elke drogist en ook ve'e win keliers in wit en bont goed u inlichtingen kunnen geven. Wij hebben gehoord dat hiermede inktvlekken zijn te verwijderen. Vr. van H. G. van L. te L. Zoo u den brief van de Maatschappij bewaard hebt, ku.nt u de be taling der polis genist laten loopen. Schrijf in ieder geval de toedraclit aan de Maatschappij die dan zeker de polis zal schrappen. LOON8VER,HOOGING. Op de drukkerij van enze „Nieuwe Haar lemsche Courant" is dezer dagen een ver heuging der loon en in werking getreden, waardoor het loon van een bekwaam vol wassen zetter op ten minste 22 cent is be paald, vcor de drukkers op minstens 23 cents, veile machinezetters 27 cents. Bovendien genieten alle werklieden eens per ja-ar een verlof van vier dagen met be houd van loon en bovendien een reispenning, terwijl natuurlijk ook de katholieke feest dagen, die als Zondag te vieren zijn, ten volle worden uitbetaald. Daar was een toovermacht in die blijde, jon ge stem, zuiver als die van een leeuwerik die zijn heerlijk vrededeuntje helder zingt. Toen zagen zij een vreemdeling, elegant, ja bijna pronkerig gekleed; ziju donker on- gepoederd haar was met een breeden strik achter in zijn nek vastgebonden; hij had keu rige kant om zijn hals en polsen en er was geen spatje modder op zijn fijne, goed zitten de kleeding. Hij hield een fraai kastanjebruin paard bij den teugel en naderde al zingende. Ook Patience, voor wie deze gelukkige in terruptie was als de stroohalm voor den drenkeling, had zich omgewend om te zien naar den aankomenden vreemdeling. Hare oogen zagen hem het eerst toen hij aan den ingang der smidse gekomen was en hij maakte een eerbiedige buiging voor haar, terwijl hij met een sierlijke, trotsche bewe ging zijn driekantigen hoed afnam. Toen barstte hij in lachen uit. „Ha! ha! ha! hier is wat moois te doen. John Stiel), mijn vriend, waarom ben je uit je luim' ':v Hij stond daar in de open deur, terwijl de gouden glans der ondergaande zon zijn losse, gi-acieuse gestalte omstraalde; zijn eeneu arm geslagen om den bals van het mooie paard, streelden zijn fijn gevormde vingers de zachte, trillende neusvleugels van 'tdier. John Stich had bij den eersten klank van es vreemdehngs stem zijn uitdagende hou ding la,ten varen en een straal van hoop had dö dreigende uitdrukking zijner oogen ver- vangen. „Hoe zoudt gij doen, kapitein, met deze roodrokken in je huis en al hun geklets over rebellen?" j „Kapitein?" mompelde de sergeant. „Ja, kapitein Bathurst van Zijner Majos- teits Witte Dragonders," antwoordde do vreemdeling, terwijl hij ziju paard in de smid se leidde en het aan den ingang vastbond. Toen stapte hij vooruit en gaf den sergeant een fermen klap op den rug. „En ik blijf er borg voor, sergeant, dat John Stich geen rebel is. daar is hij een veel te groote dwaas voor!" voegde hij er met ren guitigen blik zijner grijze oogen bij. Patience stond nog verstijfd van schrik in den donkeren hoek der smidse. Zij wist nog niet of zij hoop durfde koesteren, of- die jon ge vreemdeling, met zijn liefelijke, jonge stem en wellevende manieren, de macht zou hebben om het gevaar, dat haar broeder be dreigde, af te wenden. Ook Betty was te zeer door den schrik aan gegrepen om to kunnen spreken. Maar de sergeant was intiisscheh van zijn oogenblik- kelijke verbazing bekomen. BS.i de vermelding van des vreemdeling'13 militairen rang had hij de- band geslagen aan zijn driekanten hoed. Maar nu was hij Weer gereed om zijn plicht te doen en merkte hij met blijdschap de minder dreigende houding van den smid op. .„Tot uw dienst, kapitein," zeide hij, „en nu heb ik mijne orders, ik heb reelit voor huiszoeking cn Maar bliksemsnel sprong kapitein Ba thurst op hem toe. „Recht voor huiszoeking!" riep li ij opgewonden uit, „zeidet gij recht voor huiszoeking, sergeant? Bij mijn ziel, dat is een geluk voor mij! Sergeant, gij zijt de rechte man vcor hl ij.' Hij trok. den sergeant aan zijn mouw. „Ik verzoek u, mijnheer.,..", protesteerde deze. Maar de jonge man was niet teruggeweken. „Sergeant," iluislerdö hij bcleekenisvol, „zoudt gij den honderd guinjes willen ver dienen?" Honderd guinjes!" nep de sergeant, ter stond uit, „zeker wil ik dat, ak gij mij maar zegt, ou welke wijze' Hij sloeg een blik op de kle'me mui- acht t John Stich, maar zijn oor. neigde fet den vreemdeling; het lokaas was verleidelijk; hónderd guinjes was zoo iets als een tortmn y< t etn soldaat van Koning George II. .Luister dan," sprak -BatbureL gum 'Utzin- nig. „Gij licht wel gel oord van Re au Broca de, den strüJkroover, is het niet?" „Ja, ja," knikte de sergeant, wie heeft nipt van hem gehoord?" „Nu, dan weet ga ook wel, dat een som van honderd guinjes is beloofd aan wie hem ge vangen neemt; niet?Denk daaraan eens, sergeanteen mooie som, hé?" De oogen van den sergeant fonkelden bij die gedachte. De soldaten luisterden ook met belangstel ling toe, want de vreemdeling had nu niet meer fluisterend gesproken. Honderd guinjes! Een paar woorden van magische bekoring, die de macht hadden de meeste mensclien in verrukking te brengen in die dagen van armoede. Lady Patience's gebeele ziel scheen in haar oogen to liggen. Met voorovergebogen li chaam en snelle ademhaling staarde zij den vreemdeling aan, vol nieuwsgierig verlangen om te hooren wat bij doen zou. Zij durfde niet denken dat het lieru bepaald te doen was om den sergeant af te houden van zijn plan, maar zij twijfelde er geen oogcuhlik aan dat hij hoven verwachting zou slagen. En toch scheen er niets gewonnen door het voor enkele minuten tegenhouden der ca tastrofe. •Ja, inderdaad een fortuin," zuchtte de sergeant, met blijkbaar vurig hegeeren. „Eu ik heb gezworen dieu stoutmoedige», (iniv; Deken i cover bij den kraag te pakken," v( rvolgde do jonge man. Ik weet waar hij cp dit e,::; r.ldik wegschuilt, maar, bij den duivel,. ik kan alleen dien schelm niet te pakken krijgen," „Hos zooi" „Het is ongelukkig een privaat buis en ik heb geen reelit tot indringen en huiszoe king." -. De sergeant gaf een wenk van begrijpen. „Hm! zeide bij, ik begrijp bet!" Toen voegde hij er nadrukkelijk bij: „Maar de belooning?" „Voor den duivel- die zult gij geheel heb ben, sergeant, en zoo uw mannen mij willen helpen, zullen zij ook honderd guinjes te deelen krijgen. Ik heb gezworen dien schurk te pakken, om aan mijn eerzucht te voldoen Wil je mij gelooven, sergeant, pas een week geleden beroofde die schurkachtige roover mij op klaarlichten dag!hij ontstal mij vijftig guinjes. Nu heb ik met den kapitein Borrowdale om honderd guinjes gewed dat ik den schelm gevangen zal nemen. Nu was de belangstelling van den sergeant ten volle opgewekt, en de soldaten lioorende wat liuii deel zou zijn, hingen aan de lippen van den sergeant, hopende op het bevel om tot dat winstgevend zaakje op te mogen trekken. Hm!" mompelde deze laatste, met een ge baar dat hij wel begreep, .„die roover is ze ker een persoonlijk vijand van u, is bet niet? i „Ja!" zuchtte kapitein Bathurst op aan- doenlijke wijze, „de ergste dien ik ooit had. „En gij zoudt er u in zeer in verheugen hem te zien hangen, als ik mij niet vergis, is het niet zoo!" „Dat wil ik nu niet zoo beslist zeggen, ser geant, maarik houd iiietvanjieni.. hij heeft mij in den laatsten t«d leehjke par-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5