De ridderlijke roover
van Derbyshire.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Sociale Berichten
NIEUWS UIT DEN OMTREK.
Boekbeoordeeiing.
„Occasions".
Au Bon Stfflarché
Haarlem-Brussel.
jï'
o y o n Si
fi
FEUILLETON
NIEUWE HAARLE/v\SCHE COURANT
DE RUSSEN IN MONGOLIË.
Rusland, dat enkele jaren geleden in zijn bloe-
digen krijg met Japan, door de zegevierende
dwergmenschen geducht geslagen werd en ver
hinderd, ten koste van China groot© brokken
van dit rijk in te palmen, schijnt zich de thans
In zijn laatste stadium verkeerende revolutie in
het Hemelsche Rijk ten nutte te willen maken,
om aan zijn onverzadigde expansie-zucht te
voldoen.
Om tot bevrediging dier zucht te gerakten,
heeft het kabinet van St. Petersburg een nota
tan China gezonden, waaromtrent de New-York
Herald", daartoe in staat gesteld door berichten
Uit Peking, het volgende weet mede te deetai:
China mag geen troepen in Mongolië zenden;
het mag geen emigratie naar Noord-Mongolië
toestaan; Rusland zal het uitsluitend recht heb
ben in Mongolië spoorwegen aan te leggen en te
bezitten. Het bestuur van de Mongoolsche zaken
zal uitsltaitend in handen van Mongoolsche on
derdanen worden gelaten, met een fictief toe
zicht van China, doch onder de uitdrukkelijke
voorwaarde, dat geen wijziging in den bestuurs
vorm zal worden aangebracht dan met toeslem
ming van Rusland.
Tevens deelt Rustend mede, dat het troepen
naar Mongolië zendt, om daar de orde te hand
haven.
Ter verklaring van dil plotseling ingrijpen der
Russen in de Chineesche zaken, diene, dat ver
leden jaar in Februari een twist tusschen Rus
land en China uitbrak, die tot een opmarsch
van Russische troepen naar de grens der pro
vincie Ili aanleiding gaf. Het doel van dien
militairen maatregel was, China te dwingen tot
het nakomen zijner verplichtingen, die het, vol
gens de Russische opvatting van het verdrag
van 1881, op zich had genomen. Een oogen
blik scheen het, alsof China zich gewapender
hand legen de Russische eischen zou verzetten,
doch in het bewustzijn zijner zwakheid gaf het
toe.
Doch in December kwamen in Peking bericSv
ten uit Mongolië, die opnieuw spraken van on
lusten. Onder den invloed van de in China uit
gebroken revolutie en van Russische stokerijen,
begonnen de Mongoolsche vorsten zidh te ver
zetten tegen de koloniale en militaire werkzaam
heid der Chineezen in Oost-Mongolië. De Chi
Ueesche gouverneur werd gedwongen zijn ambt
heer te leggen en werd door een Mongool ver-
Vangen. Chineesche officieren werden uit Mon
golië verdreven.
Langs de grenzen werden Russische troepen-
afdeelingen saamgetrokken, die ieder oogenblik
bereid schenen, tusschen beiden te komen.
Thans, nu de zaken in China spaak loopen
want al is daar in een gedeelte van het rijk
de republiek uitgeroepen, van een geregelde orde
van zaken is binnen afzienbaren tijd geen spra
ke acht Rusland den tijd aangebroken om
Zijn plannen te volvoeren en legt het de hand
op een gebied van niet minder dan 2% mil-
lioen K.M.2., hetwelk van de rest van Mongolië
door de woestijn Gobi is gescheiden. In naam
zal nu Noord-Mongolië wel Chineesch blijven,
maar in werkelijkheid is het een Russisch win
gewest geworden.
Wat aal1 de ho-uding zijn van Grool-Brittanié.
en Japan tegen dezen zet van den Russisch en
beer op het Groot-Aziatisch schaakbord?
Wèl bevat de Engelsch-Japansche overeen
komst eene bepaling, waarin het behoud van e
onschendbaarheid van China als voorwaarde van
vruchtbare samenwerking wordt gesteld, maar
het Russische ministerie denkt blijkbaar: Wij
hebben ons in de Perzische aangelegenheden Imo
gen verheugen in de meer dan passieve mede-
Werking van Engeland; ook bij onze gapperij in
China zulten onze Engelsche vrienden ons geen
moeilijkheden in den weg leggen.
De Russische minister van buitenlandsche za
ken heeft onlang|s verklaard, dat Rusland geen
bezit in Mongolië wenscht, dat het alleen het
recht wenscht te hebben den spoorweg Kia-cha—
Oerga aan te leggen.
Maar wat wij van de oprechtheid en ,de
waarde van dergelijke verzekeringen moeien ge-
looven, daar weten wij alles van.
In Engeland is men in meerdere kringen dan
ook volstrekt niet te spreken piver het toe
geven der Britsche autoriteiten aan Rusland's
gulzigheid.
Zoo oefent de „Daily Graphic" ongezouten kri
tiek uit op de houding van het Engelsche mi
nisterie van Buitenlandsche Zaken. Sir Edward
Grey zoo verzekert dit blad, verliest yol-
komen, voor de Russische vriendschap, de be
palingen van het met Japan gesloten verdrag uil
het oog, waarin het behoud der Chineesche in
tegriteit een der drie voornaamste belangen "van
Engeland in Oost-Azië wordt genoemd.
En een invloedrijke Amerikaansche persstem,
de New-York Herald, komt aandragen met de
verzekering, dat die Russische veroveringsplan
nen het noodzakelijk gevolg zijn van den Brit-
schen steun aan de Chineesche opstandelingen'.
Zonder dien steun zouden de binnenlandsche
onlusten in China reeds zijn onderdrukt. De
invloed van Engeland belette ook financiecle hulp
van Fransche en Amerikaansche zijde voor de
dynastie, waardoor Yoean Sji Kai werd belem
merd in zijn handelingen tegen de revolution-
naire beweging.
Zoodat wij maar zeggen willen, dat Rusland,
als altijd, nu ook weer schitterend blijk heeft
gegeven, van uitnemend de kunst te verstaan,
in troebel water te kunnen visschen.
JEen oud kauon. Grondwerkers hebben bij
het leggen van een trambaan CorbeilMaincy
Milly een oud kanon gevonden van een metei
lengte en 300 K.G. wegende. Het stuk was nog
geladen met oen steenen kegel. Waarschijnlijk
dagteekent de vuurmond uit den godsdienstoor
log van 1590. In dien tijd toch belegerde de
hertog van Parma gedurende 25 dagen Cor
beil, na welk tijdsverloop de stad in zijn handen
viel.
Ontploffing. Bij het gieten van een ka
non in een ijzersmelterij te Angoulème is een
ontploffing voorgekomen, waarhij het ge
smolten metaal weggeslingerd werd. Er zijn
acht menschen gedood en elf ernstig ge
kwetst.
Omtrent dit vreeselijk ongeluk meldt de
„Matin" het volgende:
„Omstreeks vijf uur 's middags waren een
twintigtal werklieden in de fabriek Martin
in tegenwoordigheid van de ingenieurs bezig
met het gieten van een bronzen mantel voor
een stuk scheepsgeschnt van zwaar kaliber,
die naar seliatting 30,000 kilo zou gewogen
hebben, toen, wegens een nog onbekende oor
zaak, een hevige gasontploffing plaats had,
waardoor de gietvorm verbrijzeld werd en
het witgloeiende metaal ver in het rond spat
te. De teweeggebrachte luchtdruk was zoo
geweldig, dat het gekeele dak der gieterij als
een strootje werd opgeheven en weggeslin
gerd. Nadat de eerste verbijstering voorbij
was, snelden de ongekwetste arbeiders te
hulp en daalde men met ladders in den vorm-
kuil af, waarin verscheidene werklieden door
de luchtdruk waren nedergeworpen. Het aan
tal dooden, allen op verschrikkelijke wijze
door het gloeiende naeaaal verschroeid, be
draagt, naar Reuter reeds meldde, acht.
Een vreeselijke Vrek. Een 82-jarige man, ze
kere Duputs, afschuwelijke gierigaard, die vroe
ger schoenmaker was te Taybo.sc en daar moest
vertrekken na een tegen hem ingesteld onder
zoek wegens brandstichting, was toen door zijne
dochter opgenomen, wonende te Fuycasquir, waar
haar man, M. Caubet, postbode is. Mad. Caubet
ls vroedvrouw, en 't was op haar verzoek1, dat
haar vader, gezien zijn hoog© ouderdom, niet
in de gevangenis werd opgesloten.
Sedert eenigen tijd nu sprak de oude man over
de schadeloosstelling, die hij van de verzekering
maatschappij moest trekken, wéLke betaling we
gens de beschuldiging van brandstichting ver
traagd was. Zijne dochter poogde, hem te stil
len, en daaruit ontstond bij hem het vermoeden,
dat zij reeds het geld had ontvangen. Van daar
gedurig hevige tooneelen: de oude gierigaard
eischle zijn geld van vrouw Caubet, ft welk deze
natuurlijk niet kon geven, daar aj het niet had
ontvangen en niet kon ontvangen. Toen besloot
Duputs, zijne dochter te vermoorden en Zondag-
morgen, loon mmr man naar de post wns en zij
nog te bed lag, heeft hij z'n voornemen uitge
voerd en haar met zijn scheermes, dat hij hiertoe
met een sterk koord had vastgebonden, gedood.
Men vond den misdadigen vader in de kamer
waar het lijk lag, onder de bebloede dekens van
het bed verborgen. Hij had ook een lichte won
de aan den hals en beweerd® zich te hebben
willen zelfmoorden, maar men denkt, dat hij die
wonde in den strijd met ij ie dochter heeft op
gedaan.
De moordenaar is thans in het gasthuis van
Auch.
OP DE GESTRANDE „SOLO."
Als een somber monument van den ge
weldigen stormnacht van 30 September ligt
op het strand bij Ter Heyde nog steeds
de „Solo" van de Bjoitterdamsche Lloyid.
Tijdens het noodweer, hoog op het strand
netjes tusschen twee zeehoofden ge
worpen, is men er tot nog toe niet in ge
slaagd, het schip weer af te brengen. Dat
afbrengen dat „hergen" is een werk va,n
geduld, van teleurstellingen en ontgooche
lingen want oi, zoo noode geeft de zee een
bijna zekere prooi Weer prijs en et, zioo
moeilijk vermogen mensch enhanden' het
Prachtwerk van verbolgen zeeën en woedende
winden te niet te doen. Veel optimisme, veel
vertrouwen op goeden uitslag zijn de mo
reel© steunsek, .waarop de arbeid langzaam
maar zeker moet vorderen.
Van Monster den weg paar bet strand
nemende, valt bij Ter Heyde al spoedig het
flinke euhip in het oog, dat daiar in stede
van fier. de zeeën te bevaren, werkeloos,
met gebroken schroef en een groiote deuk
in den romp, .ligt neergesmeten, gewelddadig
weggerukt uit zijn element. .Het lage getij
veroorloofde ons zonder kans op natte Voe
ten de logge ladder te bereiken, welke ons
omhoog bracht naar het dek.
De boot lag naerlooe, een weinig naar den
zeekant hellende, ongevoelig voor den poo-
veren golfslag, welke koppig tegen den romp
kletste. Daarom kon het bergingswerk nog
niet aanvangen. IWIajnt al is de zee in haar
woeste luimen vlaak de gevreesde Vijandin
der menschen ook telken® weer is aü de
onmisbare en gedweeë bondgenoot®, die niet
slechts de talrijke stommers op haar woelig
oppervlak duldt, maar die tevens in niet
geringe mate meehelpt, dë hachelijke ge
volgen van haiar buien ongedaan te maken.
Want toen na eenigen tijd, naarmate het
getij vorderde, het schip meer en meer in
beweging kwam en het woelige zeewater er
spelenderwijze mee solde,- toen was het tee-
ken voor de mannen aan boord, om de handen
aan het werk te slaanOmdat het schip
zoo ver op het land geslagen is kunnen
eleepbooten niet dicht genoeg1 naderen om
blij het afbrengen steun te verleenen en
moet dientengevolge de eigen stoomkracht
worden aangewend om het vlot te krijgen.
Daartoe heeft men met behulp van bergingsr
vaartuigen. 600 M. zee in twee staaldraden
zwaar verankerd welke van daar nlaar den
kop van het schip loopen. Aan dieze staal
draden wordt door middel Van het stoom-
ankerspil getrokken. En zoo wias
het mogelijk, 'dat. het schip op deze wijze
(„hieuwen" heet het in het. berging-vak) een
vijftal meters met iden kop nlaar zee gekomen
is.
Voor op het schip stonden een tiental
mannen blij het stoom ankerspilde trossen
in de hand de vóórman met tde hand aan
dë kruk voor den stoomtoevoerallen droe
gen Zuidwester, oiliejas en zeelaarzen, want
dë zee stónd hol, de wind gierde woedenjd
dcor de touwen en nijdig sloegen 'de zeeën
ever het dëk de felle wind, pal-west, blies
met grtote kracht tegen de h'öog uit de zee
oprijzende wanden van het schip en als
woeste paarden, vlokken schuim oip de tril
lende flanken, kwamen de hooge golvën aan
gerend. sloegen te pletter tegen het sta
len lijf van dë gestrande stoomboot, zooidat
het zoute water in millioenen druppels op
spatte en 'door dën wind opgenomen als buis
water neerMetste op het glibberige dek, op
de glimmende olie jassen der werkers, in 't
gezicht van de stadsmensëhen, die bij voor
keur de meest overgoten plekjes opzochten
cm gevaarloos 1de sensatie ran een storm op
zee te genieten. OWdter zulte omstandighe
den. wanneer water en wind met otomeusehe-
lijke krachten het schip vërdër op het stond
willen dringen, zijn de bergers al blij, wan
neer zij het „houden" kun'nen.
Voor eenige weken is met stormachtig weer
dë dikke staaltros als een_ zijden draadje
afgeknapt en lag de boot. in een Oogwenk
weer meters lafchteruit met dën kop in 't zand,
bet werk van maanden was vernietigd. Daas
cm wordt er met stormweer niet „gehieuwd"
dan laat men zeeën en winden tieren en
poogt men alleen het schip te „honden",
waarbij de staaldraden angstig stok gespan
nen staan. Ging men, wanneer die ontzage-
lijke natuurkrachten reeds oip het schip wer
ken. tegenovergesteld aan die krachten met
het stoomankerspil aan het werk, dan kon
de boel breken en afknappen en ongelukken
zouden ontstaan door wegslingerende tros
sen, kettingen ein katrol blokkem En toch
wil men vorderen bicden de springvloeden
Van dëze dagen kaïns van slagen. N\ an neer
dan de wind even merkbaar luwt, wordt de
stoom in het ankerspil toegelaten en poogt
men weer eenige centimetere op de zee te
winnen-
Een en al aandacht voordezeeenhaar
onstuimige werking de windrukken belum-
terend. welke hem cm de ©oren suizen, staat
de man van het stcomankerspil met de a,n
aan de kruk om wanneer slechte even de
trachten va.n de zae tidit bedairen, zijn
menschelijke krachtmiddelen aan te wenden
om de zee haiar prood te ontfutselen. Het is
een strijd van twee machten. En de kokende
branding en de zweepslagen van het zie
dende water op het dek zijn als uitingen van
verbeten woédè, als protesten tegen den ijver
en Ide volharding, waarmede het reddings
werk der menschen Ondersteund wordt.
j— 'n Pseuilo-geneesheer. De maréehaussées
van enkele brigades in het zuiden van Limburg
hebben proces-verbaal opgemaakt tegen zekeren
H, te Hulsberg, verdacht van diefstal, oplichting
en het onbevoegd uitoefenen der geneeskunst.
H., die eerst de omgeving van Sittard had be
werkt, had nadien de omstreken van Maastricht
tot zijn operatie-terrein gekozen.
In den regel ging H. aldus te werk; hij infor
meerde hier of daar of er in de buurt soms zie
ken waren; dit was nog al eens het geval. H.
ging dan naar de zieken en gaf hun, als genees
middel een potje zalf of een fleschje medicijnen.
II. liet zich zijn visite en de medicijnen goed be
talen; de prijzen waren afhankelijk van de draag
kracht van den patiënt of van het loven en bie
den tusschen partijen.
Een chemisch onderzoek toonde aan, dat de
zalf boorzalf, de medicijnen een soort azijn wa
ren. Voor de meeste zieken had H. d,e diagnose
aanstonds gesteld en steeds werden dezelfde „ge
neesmiddelen voorgeschreven.
Zoo wist H. slachtoffers te maken te Amhij,
Meerssen en Oud-Vroonhoven.
H. was ook 'n slimmerd. Op zekere plaats be
zocht hij een zieke, die onder behandeling was
van een geneesheer te Maastricht, en pillen moes!
gebruiken. „Die rommel deugt niet", zeide H.,
hij nam de pillen mee, beloofde een ander recept
te zullen meebrengen. De door II. afgekeurde
pillen verkocht hij weer bij een andere zieke. H.
was. niet goedkoop; op sommige plaatsen vroeg
hij tot 15 gulden voor het geven van ij medisch
advies.
Overal ging het II. niet voor den wind. Toen
hij op zekeren dag weer een zieke bezocht, en
zijn diensten aanbood, nam de vrouw des huizes,
die reeds van een „kwakzalver" had hooren
gewagen, hem eenvoudig bij den arm en wees
hem de deur.
DE MIDDENSTAND: EN DE
SOCIALE WETGEVING.
„Het Patrconsblad", dat ons artikel over
neemt ever bovengenoemd onderwerp, dat
wij als „een gevaar dat niet onderschat mag
werden" betitelden, stemt er blijkbaar ge
heel mede in.
Het blad plaatst onder hetgeen wij schre
ven de volgende regelen:
„WSj zullen hier maar weinig apin toe
voegen. En dat ie dit: Zouden de toestan
den niet een weinig anders zijn, als de par
troons wat meer wakker waren geweest en
in plaats van elkaar te bestrijden, er cp
nit waren om met en voor elkander hun
belangen te behartigen? Zelfs in de meest
verschillende bedrijven hebben de patroons
een menigte interessen gemeen, en om een
gemakkelijke samenwerking' te verkrijgen is
het alleen noojdig, dat de patroon® zich ver
eenigen en een gemeenschappelijk eigen or
gaan hebben, dat steeds voor hun belangen
klaar staat. Het blad is er reeds; er zijn
ook reeds vereenigingen, die hun belangen
inzien; maar waar blijft, de rest? Heeren
Patroons, het wordt U gemakkelijk genoeg
gemaakt. .Verecnigt U in nw eigen belang,
't Is nn al erg, maar dë toekomst brengt
neg meer!"
SCHOTEN. Geboren: z. van M. G. Bronk-
horstValbracht. z. van A. v. d. Brugge—
Palenstein. —cl Main M. II. Fijlstra— Bijstra
Overleden: M. Boeré, echtg. C. K. Pol-
fliet,49 jr. Chr. Willemsen, echtg. J. J.
Haarbrink, 35 jaar.
HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE.
Geboren: d. van H. Kroon en T. Rood.
z. van J. Terpstra en G. Wielinga. z. van
P. J. Meegdes en C. A. van VeLzen.
Ondertrouwd: F. PoMé en W. Zonneveld
BLOEMENDAAL. Geboren: D. van A. M.
LindnerVervoort. Z. van J. Koebrugge
Sehornagel.
GetrouwdG. F. M. Roozen en A, A. P. Grip-
peling.
Overleden: F. J. Baljet, 43 jaar. J. W. Ver
loop, 62 jaar. B. A. van Rietschoten, 23 jaar
Cb. G. Herber, 1 jaar. L. G. Verheijen 62 jaar
HILLEGOM. Getrouwd. C. J. LanguLaian
en A. J. van de Reep. J. Wi Kroon »n
Th. G. Uytendaal.
Gebo ren: Z. van .1. W; Geitenheek
Limpers.d. van O. J. Slingerland-UI jee
z. van M. van der Meer-Does. d. van SM-
E. Jengbloed-Handgraaf. d. van M. A
E. Staats-Vemooy. d. van Iu van dei'
Burg-Spijkerboer.
Overleden: A. van der Meer 3 dagen.
NOORDWIJK. Geboren: 7 Jan. z. van C
J. Westgeest en G, H. Duivenvoorde. 6 Jar.
z. von H. J. Groenewoud en A. Waasdorp. - -
8 Jan. z. van N. van Duinen en A. Barnhooru
Ondertrouwd: J. van der Vlugt en
C. van Eeden, ,J. C. Weterings en G. Brede
rode. M. Hazenoot en A. Spanderman
Getrouwd: L. A. Vink en M. Meeuwei
oord. J. van Beelen, wed. van L. van dcrNie,
en C. E. Zeekat.
Overleden: 10 Jan. A. Bakker, 32 jaai.
F. W. Caspers, 1 jaar, zoon van NV. Casperf
en G. de Haas. 12 Jan. M. Zuidhoek, 11 m.
NOORDNVIJRERHOUT. Geboi en Z. van J.
Vermijs en J. Otto.
GetrouwdH. P. Klein en A. Kroon. P. En-
tuis en C. van Stijn.
LISSL. Gehuwd: J. v. d. Berg en L. Bosha-
nier.
Ondertrouwd: C. H. Weijers en A. Berkhout.
Geboren: Wilhelmus en Johannes, z.'s var
C. v. d. Reep en Mosseveld. Jacob, z. van D
Eigenbrood en A. Kingma. Jacobus Johannes
Nieolaas, z. van S. N. Berkhout en A. Snaar.
Cornelis, z. van K. van 't NVout en N. A. Heij-
koop. Wilhelmus, z. van J. Bruma en P. v. d
Berg.
Overleden: Levenl. kind van Th. Rutgrink er
A. Verhoeven. Johannes van der Reep, 1 dag
NVilhelmus van der Reep, 4 dagen. Maria Beijk,
15 jaar.
HAARLEMMERMEER. Ondertrouwd; A
Slingerland en A. de Saegher. G. van Oeve
ren en J. de Ridder. G. Westendorp ©n L. S.
Servaas.
Getrouwd: J. van Nieuwkoop en E. Ne
derveld.
Geboren: d. van G. Bliek—van Schevik-
hoven. z. van S. Zomer—Buys. z van A
M. Domburg—fine!. z. van C. de Ridder-
Koolhaas.
Overleden: M. van Rooven, 7 m.
ALKMAAR. Ondertrouwd: 11 Jan. J. Oos
tenrijk en A. Jimmink.
Overleden: 11 Jan. M. van der Velden,
57 jaar.
De Electïoteehnisehe School.
3e druk, door A. ten Bosch
N.Jz. Uitg. v. Mantgem en De
Does.
ÖVij enteringen ter bespreking deel I van
het bekende leerboek der electriciteit doon
A. ,ten Bosch N.Jzn. waarvan thans de 3e
druk verschijnt bij de firma v. Mant gen en
de Does te Amsterdam.
Deze (derde druk is een alge h eel e omwer
king van het boek, waarvan deel I en li
zullen bewerkt worden doeg den heer A. ten
Bosch, tdeel III door E. E. Sur in gar en deel
IV door C. L. van der Bilt.
Een aanbeveling van dit»nuttige boek te
geven, is, dunkt ons, vrijwel overbodig, wan
neer we nagaan, da,t binnenkort een bewer
king ervan in de Engelsche, Italimnaohe en
Spaansche taal zal verschijnen.
Door vele duidelijke teekeniugen, platen,
fotografieën en rekenvoorbeelden uit de prak
tijk worden de heldere uiteenzettingen ovei
de electriciteit en de tospassing ervan aan
trekkelijk gemaakt.
Daarenboven wordt het werk in afleverin
gen uitgegeven, waardoor het gemakkelijker
ruder veler bereik komt. zoodat we dan ook
niet twijfelen of deze nieuwe, verbeterde
druk van dit degelijke boek zal zijn weg
wel vinden.
Liturgische Schoolplaten.
Uitg. E. v. d. Vecht, Amster
dam.
Eenigen tijd geleden kondigden wij aan en
gaven wij een bespreking van de uitgave dcor
E. van der Vecht te Amsterdam bezorgd van
een viertal „Liturgische Schoolplaten".
Pastoor H. J. van de Ven en de heer Chr.
L. Wekeling Mzn., hebben het initiatief
tot deze uitgave genomen en in een brochure
99
99
0)
„Eén oogenblik nog e© zou er uitge
vlogen zijn om mijn leven duur te verkoo-
pen. Uwe edele poging, mijnheer, deed meer
dan mijn leven redden," voegde lm er by,
terwijl hij Patience's hand greep, „zij be
waarde voor diepe smart, haar die my zoo
onuitsprekelijk dierbaar is,mtjn eenige
auster."
Uwuw zuster?"
„Ja! mijne zuster, Lady Patience Uascoyne.
Ik ben de graaf van Stretton, valsch beschul
digd door de Parlementsacte. Het leven, dat
gij juist gered hebt, mijnheer, staat voor
taan u ten dienste
„Inderdaad, Philip,' voegde Patience er
vriendelijk bij, „wij zijn beiden diep in de
schuld bij dezen heer. Betty, die hem kende,
zeide mij dat hij het was die mij gister je
•brief bracht."
„Gij, mijnheer!" riep Stetton in de grootste
Verbazing uit, „dan zijt gij
IIhield plotseling op, want hij herinnerde
zich zijn gesprek met Jolin Stich, vroeger
©p dien dag; bij herinnerde zich den toorn,
jde verbazing bi,i hem opgewekt, toen de smid
hem zeide dat hij dien kostbaren brief voor
Lady Patience had toevertrouwd aan Beau
Brocade, den roover.
„Dan zijt gijherhaalde Philip, werk
tuigelijk.
Patience had zieh tegen haar broeder aan
gedrongen, met haar rug naar den vreem
deling gekeerd en zoo zag zij niet den stil-
len wenk van zijne hand als biddend om
stilzwijgen. Maar nu keerde zij zich om en
hem scherp aanziende, vroegen hare oogen
naar zijn naam, waarmede zij aan hem
kon blijven denken. „Kapitein Jack
Bathurast, tot uwen dienst," zide hij licht
buigend.
XII.
DE SCHOONE WITTE ROOS.
Daar was natuurlijk geen tijd te verliezen.
Kapitein Bathnrst gaf het eerst het sein.
„Die vlegels zullen spoedig ontdekken dat
zij misleid zijn," zeide hij, „en ik weet zeker
dat zij in een slecht humeur zullen terug-
keeren. Zij moeten in geen geval uw Edel
heid hier vinden," voegde hij op ernstigen
toon er hij.
„Maar wat te doen?" vroeg Patience, die
terstond al haar angst voelde terugkeeren
en zich instinctmatig wendde tot den man
die reeds zooveel voor haar gedaan had.
Voor de eerste paar uren zal Milord ze
ker veiliger zijn op de vlakke heide," zei
Bathnrst beslist, 't Is nabij zonsondergang
en de schaapherders zijn bezig hun kudden
te verzamelen. Niemand zal meer huiten zijn
en het is daar nu het veiligst.
"Zckote datos geen slechte plaats," ant-
woordde hij met een weinig droefheid in zijn
heldere stem, „ik zelf-;- - bedwong zich en
vervogde op kalmen toon.
„Uw Edelheid kan hier na zonsondergang
terugkeeren. Voor van nacht zult u hier
veilig genoeg zijn. En daarna zullen, zoo n
mij vergunning wilt geven, mijn vriend
Stich en ik een beter Plan zien te bedenken.
Voor dit oogenblik, bid ik u, dezen goeden
raad op te volgen en uw veiligheid te zoeken
op de vlakke heide."
Hij had zoo ernstig, met zoo'n duidelijke,
diep gevoelde overtuiging en tevens met
zoo'n beslistheid gesproken, dat Philip zich
gedrongen voelde te gehoorzamen; de zwak
kere natuur moest buigen voor de sterkere
en aan haar overheerschenden invloed ge
hoorzamen. Hij keek Patience aan en haar
oogen schenen hem te zeggen dat zij den
vreemdeling vertrouwde.
„Ja! ik zal gaan mynheer! zei hij, droe
vig zuchtend.
Hij kuste zijn zuster met, al de liefde van
zijn lijdend hart. Al zijn hoop voor de toe
komst rustte op haar, die dien heelen lan
gen dag voor hem was bezig geweest.
Bathurst liet uit bescheidenheid broeder
en zuster alleen. Hij wist niets van hun za
ken, hun plannen, hun hoop. Stich was te
trouw om over zijn heer te spreken, zelfs te
gen een man dien hij zoo achtte en ver
trouwde als hij het den kapitein deed. Deze
wist dat een vervolgd man zich schuil hield
bij den smid, hij had een boodschap van hem
gekregen voor de dame op Stretton Hall en
nu wist hij ook dat de vluchteling de graaf
van Stretton was. Maar dit was alles.
Zelf een balling, waren zijne sympathieën
van zelf voor den vluchteling. Of deze al of
niet schuldig was, daarover bekommerde bij
zich niet Wat hem wel kon schelen was dit,
dat de mooiste vrouw die hij ooit gezien bad,
ongelukkig was en schreide.
Toen Philip zag dat hij onopgemerkt tot
zijn zuster kon spreken, fluisterde hij snel:
„Zorg goed voor de brieven, lieve, hoe zult
gij die verbergen."
„In de holte onder de bank der koets,"
fluisterde zij ten antwoord. „Ik zal de koets
dag noch nacht verlaten tot ik in Londen
ben." Van Wirksworth af zal ik verder rei
zen met wisselpaarden; ik zal geen paarden
sparen noch een oogenblik verliezen. In min
der dan zes dagen kan ik in Londen zijn.
„Wanneer zal je koets komen?"
„Binnen 'enkele minuten, ik zal eens gaan
zien; maar ga nu, ga nu lieveling," drong
ze teederlijk aan, „daar kapitein Bathurst
meent dat dit het best is."
Zij kuste hem nog eens en nog eens, haar
hart vol hoop en blijdschap hij de gedachte
aan hetgeen zij voor hem kon doen en toch
bedroefd om het weggaan van hem. Het was
vreeselijk hem in dit groot gevaar te moe
ten verlaten en ver weg te zijn als hij weer
eens in grooten nood mocht komen.
Toen" hij zich nu eindelijk van haar had
losgescheurd, liep hij snel naar de dein-, waar
Bathnrst op hem gewacht had.
„Ach, mijnheer!" zuchtte Philip droevig,
't Is qen treurige zaak voor een soldaat en
edelman om zich te moeten verschuilen.
Maar Bathurst keek, voor hij vertrok, nog
eens om naar dat schoone in tranen badend
gelaat van Patience. „Als een dief?" mom
pelde hij. „Neen, mijnheer, dieven hebben
geen engelen om hen lief te hebben en te be
waken: gij hebt dunkt mij, geen reden om
u over uw lot te beklagen."
Er was misschien een weinig bitterheid in
zijn stem, toen hij dit zeide en Patience, zich
tot h'em wendend, zag hem door haar tranen
lieen met teeder vrouwelijk medelijden aan
Maar opeens kreeg de aantrekkelijke, zon
nige natuur in hem weer de overhand. Een
vroolijke blik en een laeh schenen bij hem
altijd dicht aan de oppervlakte te zijn, elk
oogenblik gereed uit te breken om hoop en
vertrouwen te verspreiden.
„Wilt gij mijn geleide aannemen, mijn
heer," vroeg hij opgeruimd aan Philip. „Ik
zal u een beschut plekje wijzen, dat mij al
leen bekend i6en aan Jack o' Lantern,
voegde hij er bij, terwijl bij zijn prachtig
paard eeu liefkoozend tikje gaf. „Hu e©
wü hebben de heide lief, nietwaar Jack^ouo
vriend?.... Gij ziet, mijnbeer, wij z«nde
twee Jacks, onafscheideluk, en U samen
maar zelden afzonder uk gezien. Te samen
ontdekten wij dat plekje, dat ik u wil toonen
en waar gij. tot het donker is,rustig tot
blijven. Het is eenzaam en veilig en dio
"'pbi.„m dit «...bod d»»ib.ar