De ridderlijke roever van Derbyshire. Een onverdacht getuigenis BUITENLAND. BÏN N E N L A N D iiOooasioni". JUs Bcm BfSarché Sociale Berichten af o«ïs, Haarlem-Brussel. ss Occasions"» FEUILLETON 20) NIEUWE HAARLENSCHE COURANT Zoodra van onze zijde tegen de tkeorieën der Vrijlif.ndelaars argumenten worden aange voerd, wordt systematisch schouderophalend beweerd, dat wij het toch mis hebben en niet verder zien, dan onze neus lang is; dat ieder wel weet, dat de welvaart in ons vaderland groot is, evenals in Engeland, dat dit te danken is aan het onovertroffen Vrijhandelstelsel, en dat wij, ter wille van enkele achterlijke in- dustriëelen en ultra conservatieve agrariërs, nijverheid en landbouw, handel en scheepvaart willen opofferen, en alles duurder maken. Wij vinden het beter, zoo zegt de Tariefver- eeniging nu in haar laatste vlugschrift, eens het woord te geven aan mannen, wier getuige nis stellig ook voor onze tegenstanders van groot gewicht is, iu de hoop, dat daardoor ve- len, die uit gewoonte of traditie zich scharen aan de zijde van hen, die ons a outrance be strijden, tot nadenken zullen worden gebracht. Men hoort zoo vaak, dat wij eene bloeiende nijverheid hebben, en dat, wanneer die door een tarief van invoerrechten als het thans aanhan gige kunstmatig (1!) zal worden uitgebreid, er handen te kort zullen komen voor den land bouw. In de Vergadering van het Koninklijk Insti tuut van Ingenieurs vau Zaterdag 15 October 1910 zeide de heer H. A. van IJsselsteijn, Direc teur-Generaal van den Arbeid, vroeger Adjunct- Directeur der Publieke werken te Rotterdam, aan het slot zijner voordracht letterlijk het vol gende: ..Resumeert men den indruk van de statistie ken die ik u gegeven heb, dan kan het toch zeker niet ontkend worden, dat. al kunnen wij op me nig gebied met groote voldoening op de ont wikkeling van zoo menige industrie wijzen, een cijfer van pl. m. 300.000 arbeiders, die dooi de nijverheid gevoed worden, niet wijst op een groote industriëele ontwikkeling. Indien men in aanmerking neemt, dat Ne derland sedert de helft der vorige eeuw in zie lental verdubbeld is, dan houdt de toename der industriëele bevolking slechts nauwelijks gelij ken tred met dien aanwas. De graphische lijn, die op grond van de cij fers der volkstellingen in de laatste 60 jaren van het percentage der in de zoogenaamde in- <1 ustricgroep werkzamen kan gegeven worden, loopt tameljjk wel horizontaal. Het zoo vaak gehoorde argument, dat ons ■volk bij uitstek handeldrijvend ennietindustriëel is, geeft geen troost ten opzichte van de vraag, hoe de toenemende bevolking kan gevoed wor den. De handel, of liever het expeditievak moge in de havensteden en in het hijzonder te Rotter dam aan velen arbeid geven, in het overige deel van het land uit de handel zich ten opzichte van luit voedsel geven aan de hevolking als kleinhandel, en de vraag mag gesteld worden, of de toename van hen, die op die wijze in hun onderhoud voorzien, niet een bedenkelijk econo misch verschijnsel is. Het belangrijke accres van het aantal winkeltjes in de buitenwijken onzer groote gemeenten of zelfs in onze kleine pro vincieplaatsen is m. i. een symptoom, dat er zoovelen gevonden worden, die, geen vak verstaande en op geen andere wijze iets kun nende winnen trachten op die manier een, zij het ook in het algemeen uiterst schamel stuk 'brood te verdienen. Is het b.v. niet teekenend, dat er in het slechts 4800 zielen tellende stadje Schoonhoven niet minder ,dan 129 neringen (slechts 4 in het speciale nijverheidsproduct de zer gemeente: zilver en goud) gevonden worden, zoodat er op elke 37 zielen één persoon, of elke 7 huishoudens één is, die de andere van de noo- dige levensbehoeften voorziet. Het is m. i. niet tegen te spreken, dat er een exces van werkkrachten in ons land is- Niets wijst daarop sterker dan dat er zich in het jaar 1908/1909 bij de Feldarheiter-Centrale in Huitechland 41,791 Nederlandsehe werklieden aanmeldden. Velen van dezen getroosten zieh een noma disch bestaan; hunne gezinnen blijven hier te lande, de mannen trekken over de grenzen en houden zulk een moeilijk leven vol opoffering Vaak lange jaren vol, aldus nog altijd de heer van IJsselsteiii. Wat er voor de verdere ontwikkeling onzer Industrie zou kunnen gedaan worden, Mijnheer de Voorzitter, dit is een vraag, welker beant woording buiten het kader van mijn voordracht ligt; trouwens onwillekeurig zou, bij de bespre king van eventueele, ten behoeve hiervan te nemen regeeriugsmaatregelen, het gebied der politiek betreden worden, en uw onpartijdige hamer zou mij zeker tot de orde roepen, wanneer dit steeds zorgvuldig buiten de wanden dezer vergaderzaal geweerde onderwerp hier mocht worden aangeroerd. Op één omstandigheid wil ik echter de aan dacht vestigen. Heeft ons vaderland m.i. ruim schoots materiaal, om de arbeiders voor niéuwe industriën te leveren, de vraag moge gesteld worden, hoe het staat met de aankweeking der industrieele hoofden. Wellicht geen vak, ik be hoef het in dezen kring wel niet te zeggen, vordert meer den geheelen menscli, stelt hoogere eischen dan het industrieele. Men moet een hoogst bekwaam technicus zijn en tegelijk een goed koopman; men moet in tijden van voor spoed zich hoeden voor overmoed, in tijden van crisis voor moedeloosheid; men moet de in on zen tijd zeer zware kunst verstaan een goed leider van arbeiders te zijn. Deze eigenschappen kunnen niet op eens ver kregen wordenzij zullen deels geërfd moeten worden van vader op zoon, deels worden ver kregen door eene langdurige oefenschool. Zeker is hierbij veel te hechten aan het ata visme en het is daarom zoo natuurlijk, dat men spreekt van industriëele geslachten. Enkele kan men er in ons vaderland aan wijzen, bekende namen komen ons allen op de lippen De werkkracht, energie en de industrieele flair" hunner zonen hebben ten gevolge gehad, dat èn de rijkdom dier familiën belangrijk toe nam, én er welvaart verspreid werd in de stre ken, waar zij de leiding aanvaardden. Maar bui ten deze familiën is het, vergeleken met onze oostelijke en zuidelijke naburen, een betrekke lijke zeldzaamheid, dat iemand hier te lande industrieel wordt. Welk een kapitaal aan geld, werkkracht en bekwaamheid blijft er in ons land ten opzichte van de volkswelvaart renteloos liggen, waar zoovelen, die over deze drie factoren beschikken, het als hun hoogste ideaal beschouwen om, na een vijftal jaren gestudeerd te hebben en we der een gelijk aantal jaren gewacht te hebben, klerk bij een Kantonrechter of Rechtbank wor den, om eindelijk blijde te zijn, indien zij op den overrijpen mannelijken leeftijd een rechterlijk ambt mogen bekleeden, waarvan de karige be zoldiging moet aangevuld worden met da rente, die hun in staatspapieren belegd kapitaal hun geeft. Mocht het mogelijk zijn, meer dan tot lieden, werklustige zonen van hen die kapitaalkrach tig zijn, in plaats van naar Universiteiten, in technische richting te sturen, niet, om zich voor te bereiden tot ambtenaar, zooals lieden zoo vaak het geval is, doch om zich te vormen tot industrieel en Zij, die deze richting we ns eb en in to slaan, zullen er zieh bovendien rekenschap van moe ten geven, dat de voorbereiding tot industrieel niet alleen op de collegebanken kan geschie den. Het zij mij vergund u naar aanleiding daa, van het volgende mede te deelen. Voor kor ten tijd bezocht ik een zeer groote fabriek, die den roem van ons vaderland zou uitmaken, ware het niet, dat zij door vreemd kapitaal ge dreven, door vreemden beheerd werd. Ik zag laar een groep arbeiders werkzaam aan een uiterst in spannend, ja zelfs gevaarlijk werk. Een van hen droeg niet het kenmerk van een gewonen fa brieksarbeider. De Directeur zag, dat deze mijn aandacht trok en zeide mij: „dat is mijn zoon; hij is ingenieur, maar moet in elke afdeeling der iabriek eenige maanden als gewoon arbeider werkzaam zijn; anders wordt hij nooit een goed industrieel." Zie, Mijnheer de Voorziter, het is heel wat gemakkelijker rustig naar een school t.s gaan en dan naar een baantje te sollieiteeren! In het laatste geval beschouwt men zich ge woonlijk nog voornamer dan degenen, die do vruchten trachten te plukken van hun eigen energie en initiatief. Moge in ons land al langer boe meer de over tuiging veld winnen, dat de bekleeder van een ambt, zelfs van een aanzienlijk, niet zooveel bij draagt tot de ontwikkeling onzer volkswelvaart, als het hoofd eener industrieele onderneming"! Deze rede is één groot pleidooi voor de in voering van een Tarief, dat de Nationale In dustrie ten krachtigste zal steunen en omhoog- werken, en dus de volkswelvaart ten zeerste zal verhoogen Een merkwaardige spoorweg. In Amerika is een van de merkwaardigste spoorwegen, Idie ooit gebouwd zijn, voor het verkeer geopend Het is de viaductspoorweg door zee, welke het vasteland van Florida verbindt met het eilandje West Key, op de kaart te zoeken benoorden Cuba. De viaduct-spoorweg loopt over de reeks eilanden, die fals het ware een afgebrokkelde land- brug vormen tusschen dat eilandje West Key en de kust. De zee tusschen de Key's is ondiep, heigeen den bouw van het viaduct een werk van reusachtige afmetingen en veel ingenieurs- durf heeft mogelijk gemaakt. Behalve voor de bevordering van het goederenverkeer tusschen Cuba en lief vasteland, verwacht men van den neiuwen spoorweg veel nut voor de vergemakke lijking van het reizigersverkeer, daar het Cuba heel wat nader brengt tot New York, voor hen die pp Cuba hun vacanties willen gaan door brengen. De viaduelspoorweg is ecn onderdeel van de Florida East Coast Railway. Men heeft zes jaar gewerkt om den spoorweg te voltooien. De Spanjaarden in Marokko. Volgens een telegram uit Oran aan de Echo de Paris is het 59e regiment Spaamsche troepen in een gevecht op 27 December bijna geheel vernietigd. Slechts een twintig man zijn aan de slachting ontkomen. Tragedie in een leeuwenkooi. Een merk waardig, in de geschiedenis van het dierentem- men wellicht eenig, avontuur, is Donderdag de dierentemster MorelLi overkomen, die op het oogenbük met Bostock's circus door Engeland reist. Het geschiedde te Nottingham, na de voorstel ling. Een van madame Morelli's jaguars had reeds te Birmingham onrust aan den dag ge legd en was bij de voorstelling te Nottingham ongehoorzaam. De dierentemster0 wilde het wilde beest dus wal mores leeren. Nauwelijks ech ter had zij de deur van de kooi achter zich toe gedaan, of het blijkbaar sinds langen tijd tot het uiterste geprikkelde dier sprong op haar toe, wierp haar ter aarde en begon haar met zijn klauwen te bewerken. Madame Morelli begon op vreeselijke wijze 1e gillen en van alle kanten kwamen de kamera den toesnellen. Maar voor zij nog tussehen bei de hadden kunnen komen, was er iéts merkwaar digs gebeurd. Pasja, de lievelings-jaguar der artiste, had zich met een geweldigen sprong op den aanran der zijner meesteres geworpen en hem zijn vree- selijk gebit in den nek geslagen. Huilend van pijn liet de ander zijn buit los en begon met Pasja te worstelen, die echter veel sterker is en zijn tegenstander zeker zou hebben vermoord, als de circusbeambten, die intusschen madame Morelli hadden bevrijd, de beide wilde dieren niet van elkaar hadden gescheiden. Door een roofdier te worden gered, en nog wel door een jaguar, wiens valsche aard dien van den tijger nog overtreft, is zeker iets zeldzaams in het gevaarlijk dierenleimners'be- staan. Gcldpatserij. Te New-York is de heer Sto- tesbury, dee'genoot in de firma Morgan, met me juffrouw Oliver Cromwell in het huwelijk ge treden, en de bladen vertellen nu in bijzonder heden welke rijke, schitterende en kostbare ge schenken aan de bruid werden gegeven. De waar de der huwelijksgeschenken wordt op meer dan twaalf millioen gulden door enkele correspon- ten zelfs wel op achttien millioen geschat. Dc bruidegom "zelf ©af zijn bruid in de eerste plaats een geschenk van bijna tien millioen, bestaande in zeer soliede effecten en daarbij nog een parel snoer, waarvan de waarde alleen ook al op meer dan een millioen wordt geschat. Jaren heeft de heer Stotèsbury noodig gehad om deze kost bare parelen te verzamelen. De overige ©each en ken zijn navenant, de heer Morgan zond een halssnoer van diamanten van ongeveer honderd duizend galden waarde de Amerikanen zijn altijd onbescheiden genoeg om de geschenken te taxeeren een ander vriend zond een saffier (waarde meer dan f 200.000) en weer anderen zonden eveneens juwee.pn, zoodat de bruid dan ook bij gelegenheid van haar huwelijk als een moderne koningin van Saba door de reporters wordt gekenschetst. DUISTERE UITSPRAKEN. Wij kunnen gerust zijn, het staat er met onze rechtsche partijen met kwaad j^oor! Niemand minder dan de secretaris der Li berale Unie is dit ons komen vertellen. De heer Roodhuijzen hield n.l. te Baarn een speech, waarin hij op de vraag, wat de Libe ralen moeten doen, volgens de „N. R. Cl." antwoordde, dat de Liberalen „eenvoudig hebben af te wachten," de „hervormings gezinden aan de rechterzijde", die „hun ge zindheid om dér wille der coalitie verlooche nen" „tot andere inzichten zijn gekomen." Nademaal de Liberalen lang op dit feit zullen moeten wachten, hebben we voorloo- pig van de zijde der Liberalen natuurlijk niets te vreezen, zegt de Residentiebode hier op gemoedelijk. Heel erg vertrouwen op die afwachtende houding der Liberalen doen we echter toch niet. Als de volgelingen ten minste het voor beeld van den leider nadoen, zal er van dat afwachten niet veel terecht komen. De rede van den heer Roodhuijzen, die im mers zoo berustend eindigde, was geopend met het oproepen van het „Kuyper-spook." Hij constateerde, dat „we weer zitten in de oude Kuyper-periode." 't Is wel tijdig, nu reeds de hartstochten te gaan ontketenen. Of zulks echter klopt met een afwachtende houding is een andere zaak. In elk geval, hoe gerust we volgens de ver zekering van den heer Roodhuijzen kunnen zijn, we zullen wel doen ons kruit droog te honden. Merkwaardig was ook het slot der rede. Na uiteengezet te hebben, dat de Liberalen maar moeten afwachten, ging de spreker voort: „De liberalen hebben de overtuiging te vestigen, dat wanneer zij wederom aan de re geering mochten komen, zij de oplossing zul len brengen van de sociale quaestie. Spr. gaat met vertrouwen de toekomst tegemoet, waar in de hervormingsgezinden gezamenlijk zullen optrekken. Doch de liberale partij heeft te zorgen, dat zij in dit leger de eerste plaats zal innemen. Ten slotte hoopt spreker, dat ondanks de nuances iu de liberale partij, èn de achterhoede èn de middenlinie èn de voorhoede gezamenlijk zullen werken aan het groote liberale beginsel: de economische vrijheid op ieder gebied." Daar rijzen wel enkele vragen na lezing van dit stukje. Zoo: Hoe zullen de Liberalen de overtui ging vestigen, dat zij de oplossing van de sociale kwestie zullen brengen? Tot nog toe is een ieder ervan overtuigd, dat zoo hope loos verdeelde partijen niets kunnen bren gen, zooals trouwens het ministerie-de Mees ter roemloozer nagedachtenis bewezen heeft. De hervormingsgezinden zullen gezamen lijk optrekken. Zijn daar ook de Socialisten onder begrepen? Zoo ja, boe rijmt zich die combinatie met de achterhoede der liberale partij", die er immers ook bij moet? Zoo neen, hoe zullen de Liberalen nog met eenige mogelijkheid iets tot stand brengen, wijl zij immers zonder de Socialisten er niet op kunnen rekenen, ooit nog de meerderheid te halen? Zij varen trouwens reeds lang on der socialistische vlag. Ten slotte, wanneer zal de heer Roodhuij zen of andere Liberalen eens het ..groote liberale beginsel: de economische vrijheid op ieder gebied" een klein beetje nader verdui- deRiken? Houden zij nu werkelijk aan het oude libe rale vrijheids-beginsel, of schiet ér zoo wei nig van over, dat zij „op ieder gebied" vrij heid beperkende maatregelen willeD? Verduidelijking van een en ander is lang niet overbodig, al is zij wellicht niet hijzon der bevorderlijk aan de samenwerking van „de nuances in de liberale partij, èn de ach terhoede, èn de middenlinie èn de voor hoede.' De melkweg en de ijstijd. Spitalcr en Hopf- ner hebben een nieuwe hypothese opgesteld over de oorzaken van den ijstijd. Vo'gens hen liggen die oorzaken hoofdzakelijk in astronomische ver houdingen. De sterren, aldus zeggen de onder zoekers, stralen naar de aarde warmte uit. Al bestaan omtrent de hoegrootheid geen nauwkeu rig gemeten getallen, toch is dit geen belemme ring om den invloed dier warmteuitstraling op het klimaat der aarde aan te geven. Het sterrenrijkste gedeelte van den hemel Ls de melkweg, die, naar nieuwere onderzoekingen leeren, hoofdzakelijk beslaat uit vaste sterren van hel heliumtype. Deze sterren bezitten een temperatuur, ongeveer zevenmaal hooger dan die van de zon. Voor warmtestraling naar de aarde komt dus in de allereerste plaats de melkweg in aanmerking. Daar deze echter tengevolge van de beweging der aardas in bet heelal zich in een tijdsruimte van ongeveer 26.000 jaar 47gra den verplaatsle en wel van de Noordpool ove: den heme'aequalor naar de Zuidpool en omge keerd, moet die verplaatsing gepaard gaan met eene verandering in de hoeveelheid warmte, wel ke de melkweg naar de aarde uitstraalt. Dientengevolge doorleeft de aarde perioden van verschillende warmte: een algemeeiievergletsche- ring onzer aarde (ijstijd) treedt op, als de polen der aardas zich in de richting van dén melkweg verplaatsen; immers, dan wordt het aan den aequntor kouder en aan de polen warmer. Overeenkomstig deze hypothese, volgens web ke dus de periode van een aardschen ijstijd overeenkomt met het groote z.g.n. Platonische wereld jaar van ongeveer 26.000 aard ja ren, moet de ijstijd te'kens gelijktijdig op heide halfronden voorkomen, iels wat trouwens in de geologie tegenwoordig ook algemeen wordt aangenomen Berekent men ten slotte volgens deze merk waardige astronomische hypothese, wanneer de: aarde wederom een nieuwe ijstijd te wachten staat, dan is te concludeeren. dat zulks over ongeveer 8000 jaar het geval zijn zal. Een spoor? In December 1898 is op ge heimzinnige wijze verdwenen zekere L. S. v. d. G., kaashandelaar te Gicsen-Nieuwkerk (Z.-H.), die voor zaken op reis was gegaan naar Rotter dam en onderweg een belangrijke som gelds moet hebben geïnd. Te Oosterdam is men zijn spoor bijster geraakt. In de rivier aldaar Ls langen tijd gedregd, maar noch dit, norli alle verdere nasporingen om zijn tijk 1e vinden waar op eene belooning was gesteld), hebben iets op geleverd. Alleen werd nu eenige jaren gele 'en te Oosterdam uit een mesthoop een zilveren tabaks doos opgegraven, welke aan den vermiste bad toebehoord. Thans doet op eens het gerucht de ronde, zegt het „N. v. d. D." dat op N ieuwjaarsdag te Rotterdam in een twist een jongen in dronken schap zijn vader met wie hij handgemeen was geraakt zou hebben toegevoegd: „Zou je mi' ook willen vermoorden, zooals 13 jaren geleden dien jood Een rumoerige vergadering. Voor den Chr Nat. Werkmansbond te Gouda sprak, schrijf: de Goud. Ct., de ex anarchist E. Kloosterman over: De eugen der sociaal Democratie; kan eer. Christen socialist zijn? De voorzitter, de heer J. G. van Hofwegen, opende de vergadering met de mededeeling. dat er geen debat zou zijn. Dit lokte bij de aanwe zige soc.-democraten nogal eenig rumoer uit wat den geheelen avond voortduurde. Kloosterman begon zijn rede met te zeggen, dat hij de socialisten tegen de socialisten in het vuur zou brengen. In verband hiermede haai de hij verschillende stukken van bekende socia listen aan. Zijn slotconclusie was, dat het Evan gelie van den Christen de Liefde predikt, dat van de sociaal-democratie den haat. Een en ander lokte nogal rumoer en tegen spraak uii, waardoor verscheidene personen moesten verwijderd worden of zelf de zaal ver lieten. Aan het einde van den avond liet Klooster man nog proces-verbaal opmaken tegen een juf frouw, die hem beschuldigde vanbigamie. Het muisje kan dus nog een staartje hebben' Uit een Amsterdamsche volk-school. Wij lezen in hel VoLk: Een onderwijzer behandelt het schrijven van d of t aan 't eind van een woord, b.v. kort mei een t, want we zeggen: korte; breed met een d, want we zeggen: breede. Onderwijzer: Truus, waarmee moeten we nu rood schrijven? Truus: Met een d, meneer, want we zeggen: Roode Dinsdag? (Historisch.) Zooals de ouden zingen, piepen de jongen! HUISINDUSTRIE. Door de Directie vap den Arbeid Ls als no, 7 harer uitgaven dezer dagen gepubliceerd het eerste deel van „Onderzoekingen naar de toestanden in de Nederlandsehe Huis industrie". In dit deel yorden behandeld de bedrijven, die zich bezig houden met de bereiding van voeding»- en genotmiddelen. Het geheele verslag zal drie deelen omvat ten. Het onderzoek heeft zich voorzcover kan worden nagegaan aldus vermeldt het voorbericht «ver de geheele huisindustrie uitgestrekt. Alle bedrijfstakken, waarin en alle voor men. waaronder de huisindustrie voorkomt, zijn opgespaard. In het geheel heeft' het on derzoek zich uitgestrekt over circa 18.00C gezinnen. De bewerking der gegevens, het opstellen dei' bedrijfsgewijze verslagen, heeft onder lediing van den Directeur-Generaal plaats gehad door de heeren C. J. P. Zaal berg. Inspecteur van den Arbeid der 2e kl. ff Gelukkig had de bekende slechte toestand «er wegen op de Brassinger heide, die kier of daar mochten blijken voor dè koets onbe rijdbaar te zijn, baar gedrongen, haar eigen zadel, als eeu deel van haar uitrusting op baar reis naar Londen mee te nemen. John bevestigd en °hrAaar op Jack °'Lanterns rug j esugu en het trouwe dier alsof bet den droevigen toestand e l droeg Haar EdelSp;/ heei' ^greep, haar, zachtzinnig ai' aie^ BettY vlak achter pad naar Brassingtonf" m OYer ket smalle Thomas, de koetsier, was vi om op de koets te passén, cSlffael' spoedig mogelijk naar WirksworibtÜ™ Z°° n Bathurst's beslist uitgesn^W wensck dat z;j in allen gevalle S? Brass.ngton zouden blijven. Behalve Sd de uaastbijgelegen plaats was, was het ooi- de meest m het centrum gelegene, van waar uit men het best Sir Challoner's bewegingen kon waarnemen. Alles hing er nu van af boe ernstig de wond van den jongen man zou blijken te zijn. Patience gevoelde dat zij zonder zijne hulp inderdaad machteloos was tegenover den, om baar hand aanhoudenden, vijand. Zij twijfel de geen oogenblik aan hetgeen Sir Hum phrey Challoner bewoog de brieven te ste en- Hij wilde die hebben als een wapen te- far, om baar te dwingen zijn aanzoek fT" ->i,-n uemen» dit wist zij zeker genoeg. Haai gevoel, dubbel sterk door de grootte an het gevaar, waarschuwde haar dat de Squire van Hartmgton alle bedenkingen en bezwaren in den wind zou slaan en om wraak te nemen, Philip zou opofferen, door de brieven te vernietigen, zoo zij hem open lijk bestreed of toonde te wantrouwen Patience dacht terug aan het tooneel in de smidse, toen Bathurst haar broeder ge red had uit de handen der op den prijs be luste soldaten; en nu er in dezen vreeselij- ken toestand zooveel scherpzinnigheid en slimheid noodig was, en zij zich nog eens met hoopvol hart gewend had tot den eeni- gen man, die Philip weer. kon redden, lag deze, helaas, daar hulpeloos neder. En gedu rende dien geheelen tijd op weg naar Bras- sington, luisterde zij met lijdend hart en kloppende pols, naar zijn wild, ijlende woor den en af en toe onderdrukt gekerm. Evenwel bereikten zij eindelijk „Het Last paard" nog voor de dag aanbrak. Tengevolge van kwistig, door Lady Pa- tienee, uitgedeeld geld, kreeg de gewonde man de eenig comfortabele kamer van het1 logement je. Zoodra de dag was aangebroken, ging John Stick uit, om miinbeer Prosser. een dorns-1 dokter op te zoeken, een man die beroemd was om zijn kennis en Practische bekwaam heid. Reeds hadden do rust op een goed bed en Lady Patience's lmele hand en vriende lijke woorden veel gedaan om den patiënt te verkwikken. Zijn jeugdig en krachtig gestel deden wel dra het overige. Dc dokter verklaarde dat de wond niet diep en niet gevaarlijk was en het uithalen van den kogel bracht den lijder veel ver lichting. Binnen een uur nadat de waardige man vertrokken was, was Jack Bathurst in een versterkenden slaap gevallen en Lady Pa tience was op dringell(l aanhouden van John Stich op bed gaan liggen in bot kamertje, dat zij voor haar en Betty gekregen bad en had eindelijk besloten wat te gaan rusten. De zon stond reeds boog aan den hemel toen Jack wakker werd. Zoodra "hij zijne oogen opende, keek hu allereerst of zij er niet was. „Gevoelt ge u beter, kapitein?" vroeg John St leb, die trouw aan zijn zijde gewaakt bad. „Ik gevoel me een reus, beste vriend," ant woordde de jonge man. „Wilt ge mij eens ophelpen?" „Kapitein, de dokter heeft gezegd dat ge een poos rust noodig hadt," antwoordde dc smid. „Zoo, z rleed bij dat» dejed hij dat," lachte Jack vroolijk. „Waar is zij, John?" vroeg hij na een oogenblik stilte. -In de kamer hiernaast, kapitein „Rust zij?" „Ja. maar zij week niet van uwe zijde, se dert gij op de lieide flauw vielt." „Ik weet het, ik weet het, vriend," zeide John met een korte diepe zucht; „meent gij dat ik baar band niet voelde?" Hij brak af en richtte zich met John's hulp op van het bed. Hij keek treurig naar zijn bevlekte kleeren, maar toen verjoeg een aardige, vriendelijke glimlach den laatsten trek van afmatting en pijn van zijn gelaat. «Ach, in welk een toestand verkeert Beau Brocade om do engel zijner droomen te ont moeten, be John? Help mij eens om mij pre sentabel te maken. Loop eens ganw naar den waard, baal eens kam en borstel en een en ander meer* dat gij krijgen kunt. Zoo kan ik niet voor baar verschijnen." 11 ^an kee^ stilhouden tot ik terug kom En uw arm stil in den band laten rus ten? De dokter zei...." „Het komt er niet op aan wat de dokter zei, loop, Johnhet gezicht van mijzelf in dien spiegel daar doet mij meer pijn dan die domme schram. Gauw John, want ik hoor haar voetstappen hier naastIk zal mij niet verroeren, dat zweer ik je, als je maar haast maakt." Hij hield woord en bewoog zich niet vau zijn plaats; maar hij spande zieli in om te luisteren, want hij kon door het dunne be schot heen juist haar voetstappen hooren op den ruwen, houten vloer- en nu en dan haar stem, als zij tot Betty sprak. Toen een half uur later John Stich zijn best bad ge- dpan om .Tack's toilet in orde te brengen, wachtte hij Haar Edelheid op voor het ont bijt in de benedenkamer. Zij trad groetend naar hem toe, haar mooie hand uitgestrekt, haar oogen onder zoekend op zijn gelaat gericht. „Gij hadt nog niet moeten opstaan, mijn heer," zeide zij half verlegen, toen hij haar vingertoppen aan zijn lippen bracht. „Ach nw arme gewonde schouder „Met uw verlof, mevrouw," zei hij luchtig, die is heter sedert gij mij hebt opgepast."' „Ik wilde u gaarne langer oppassen en zal niet toelaten dat gij weer uw leven voor mij waagt." „Mijn leven! Och, dat wil ik toevertrou wen aan mijn ouden vijand, het lot: dat heef; al deze jaren zoo voor mij gezorgd, dat ik beter doe het in uw dienst te stellen." Zij antwoordde niets, want zij gevoelde zich onverklaarbaar verlegen. Zij, die de halve jeunesse dorée van Engeland aan hare voeten gehad had. vond geen luchtig scbert send woord om tot dezen man te spreken, en zij gevoelde onder zijn vurigen blik, dat zü bloosde als een schoolmeisje op haar eerste hal. „Mijnheer." zeide zij eindelijk, „wilt gij mij de eer aandoen met mij te ontbijten?" Alle zorgen en narigheden zijn vergeten Hij zat aan tafel tegenover haar en te samen dronken zij thee en aten brood met boter er eieren en zij hadden elkaar zooveel te zeggen, dat dikwijls de woorden ontbraken en alleen de oogen spraken. Hij vertelde haar van de heide, die hp zoo goed kende en zoo liefhad, van de prachtigs

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5