DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
1000
15
Kinderhuisvesf 29-31-33, Haarlem
EEBSTE KLAD.
AGENDA.
Jhr. Ir. Frank van Lennep als spreker
voor de Bechtsche kiezers.
DONDERDAG IS FEBRUARI 1912.
36ste Jaargang No. 7757
Bureaus van Redactie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Alle betaleods .bonnés op dit blad, diëla beï bezit eener verzekeringspoli* zQn, *ijn vólgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voors
GULDEN bi) fl Mil QUI! GULDEN W ICfl GULDEN bij 1 GULDEN bjj JJ11 vw
De nltkeerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Wsatschapplj .Ocesn» Bijkantoor voor Haarlem de Wsd^rlandschs Credletbank Nieuwe Pracht ll
Dit nummer bestaat uit
twee bladen.
ABORNIHIHTBPRUIi
par 8 maanden voor Haarlem
Voode plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente)
Voor de overige plaatsen in NedmUad franoo per poet
Aisonderljjke aommers
1.85
L«0
C 5,08
PRIJS DER ADVERTENTIE!*;
Van 1—6 regels 60 cent (oontant 50 oent) Iedere regel meer 10
Buiten Haarlem en de Agentsohappen 15 oent per regeL (Buitenland 20
cent
oent
Ree lam ee dubbel tarief
Dienstaanbiedingen 25
oent (6 regels), driemaal voor 50 oent (4 oontant.)
levenslangs «■tg—' fggBgg GULDEN b| %gI9g Terlies van eed i 5811 verües van §§15 verlies van gï 11 eén
«Hf|| overlijden. tJüii baad .of voet. «UU éen oog. siff&i ^en duim. Uil wijsvinger.
■obiktheld tal
werken.
GULDEN bU
verlies van
één anderen
vinger.
Vrijdag 16 Februari.
j e b o u w „S t. Havo" R.K. Volksbond
8 uur Alberdingk Thijm Opvoering
van „Neo of de Martelaar der Catacomben"
Geen Hoofdbestuur. Propagandaclub.
Bioscope-theater Groote Markt
8—10 uur Bioscoopvoorstelling.
Sociëteit „Vereeniging" 8 uur
Kou. Liedertafel „Zang en Vriendschap"
Concert door bet Residentie-Orkest.
De Kroon 8 uur Association Fran
chise, Gustave Cohen: Francais a Paris sur
Maeterlinck.
T o y n b ee-V er e e n. Donkere Spaarne
22 Consultatiebureau voor drankzuchtigen
714—9 uur.
Gerechtsgebouw Jansstraat half
twee zitting van het Bureau van Consul
tatie.
T e y 1 e r's Stichting op de gewone
Museumtijden Buitengewone tentoonstel
ling van kunstwerken, berustende in de ver
zameling van Teyler's Museum: de gravures
van Lucas van Leyden, geb. 1494 te Leiden,
Bisschoppelijk Museum (Jansstraat
79). Geopend eiken dag van 10—5 uur, tegen
betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda
gen en R. K. feestdagen.
Museum „Van S t o 1 k" (Jansstraat 48—
50). Geopend 's Maandags en Dinsdags yan
VA— 4'A uur tegen betaling van 1.—. Ove
rige dagen kosteloos op aanvrage.
De groote bijeenkomst der leden van de
drie Reehtsehe Kiesvereenigingen, waar Jhr.
Mr. Frank v. Lennep, de afgevaardigde van
Haarlem, zou komen spreken over den he-
dendaagschen politieben toestand, is een
schitterend succes geweest.
Een volle zaal heeft, meer dan anderhalf
uur lang, om zoo te zeggen met gespannen
aandacht den geestigen, dikwijls scherp-sar-
castischen, altijd boeienden spreker aanhoord,
heeft de verscheidene onderwerpen, die hij
met sprankelenden geest en pakkenden hu
mor na elkander besprak, inet onverdeelde
instemming hooren uiteenzetten, en heeft
ten slotte den sympathieken afgevaardigde
donderend toegejuicht, haast rnoê van de ka-
leidoscopische wijze van behandeling, de ma
gistrale ontplooiing van wetenschapskennis
en staatsmanskunst, die zoo met volle han
den werd gegeven aan de talrijke geestver
wanten, die toehoorden.
Om even kwart over negen opende de heer
Dr. F. C. Huijgen, voorzitter der Katholieke
Kiesvereeniging, de bijeenkomst met een har
telijk welkomstwoord. En hij sprak den af
gevaardigde in het bizonder toe en hoopte
dat het hem aangenaam zou zijn voor een
zoo talrijk gehoor op te treden, dat spreker,
uit de drie gecoaliseerde kiesvereenigingen
samengesteld, beschouwde als een symbool
van voortdurende samenwerking en voortdu
rende eendracht!
Toen besteeg Jhr. Mr. Frank van Lennep
Jen katheder.
Jlir. Mr. van Lennep aan
liet woord.
De lieer van Lennep begon te zeggen, dat
bij de groote opkomst, in dezen drukken tijd
van vergaderen, zeer op prijs stelde. Met
voordacht was hij niet bij het verkiezings-
rumoer, als de Kamerleden allen uitloopen
of Nederland in nood is, voor de kiezers op
getreden, maar wilde hij het liever een paar
malen doen in den rustigen tijd, niet om de
beginselen te komen verkondigen, die in de
pers ou ju vergaderingen al genoeg worden
uiteengezet, maar om eenige dingen van
pi-actïsehe politiek op den voorgrond te stel
len en te bespreken.
En spreker wensckte dat het liefst le doen
in een besloten vergadering, waar geen debat
gevoerd wordt. Dat inoge eigenaardig klin
ken, maar spr. wenscht liever te volgen het
Engelsche beproefde systeem, dat de politie
ke partijen in eigen kring hun leden voor
lichten, dan dat een of andere woordvaardige
jonge snuiter aan ouderen onervarenen komt
vertellen, dat dit of dat niet goed is, dat er dit
of dat ontbreekt. Zulke debat-kunst doet
Spreker denken aan een keieteen, die op de
rails is geplaatst voor een locomotief... het
kan zelfs gebeuren, dat de locomotief, hoe
uitstekend die ook loopt, hoe goed die is ge
construeerd, soms derailleert... maar dat
\'St dan niet aan de locomotief, maar aan
de steen!
Hoe dat echter ook zii. spreker vertrouwt,
meer dan op debat-kunstjes op de stille
kracht van het beginsel, dat leeft in de kie
zers, en wat het spreken aangaat: spr. ont
moette dezer dagen nog een oud-Kamerlid,
die 17 jaar in de Kamer 5 districten heeft
vertegenwoordigd, en geen enkele maal voor
zijn kiezers heeft gesproken! Men heeft te
genwoordig sprekers, die wel in 10 districten
voor de kiezers optreden, maar die voor geen
enkel district ooit in de Kamer komen! (Hi
lariteit.)
Bedenkingen tegen de Rech
terzijde als regeering'.
Spr. wenschte eerst een paar bedenkingen
te bespreken, die rondsluipen door de maat
schappij, die tegen de Regeering en de
Rechterzijde worden uitgespeeld en op een-
voudigen van harte soms indruk maken.
Zoo zegt men, en Ds. Bronsveld in zijn
„Stemmen voor waarheid en vrdfie" herhaalt
dat: „De rechterzijde voert niets uit. De hee-
ren zijn steeds absent van de Kamer, men
doet niets voor het volk"
Als zulke dingen gezegd worden door een
ernstig man, zegt spr, dan bewiist dit,
dat er toch zoo door enkelen wel wordt ge
dacht.
En dat idéé moet de wereld uit. Om daar
toe te komen, wil spreker eens uit eigen er
varing een en ander zeggen over het werken
der Kamer en der regeering.
Als nieuw lid staat men 'teerst voor sta-
pels en bergen papier. Men behoort die te
kennen, dochbet gaat niet. Men gaat
studeeren, doclier komen benoemingen
in commissies. Spreker was al tweemaal rap
porteur der Indische begróoting en als zoo
danig krijgt men allerlei onderwerpen voor
den neus, waarvan men belangstellend er
in of niet studie moet maken. Men vr<?eg
spreker als Rapporteur: Wat de regeering
doen zou met de ziekte der klapperboomen
in Gorontalo?Welnu, die rapporteur
moet dan toch weten wat dat alles is, moet
niet alleen Gorontalo kennen, maar weten
dat er klapperboomen zijn, dat er ziekte is,
dat daartegen maatregelen zijn te nemen, dat
de regeering misschien er iets aan doen kan,
anders komt een rapport hierover, als
men er dingen in vertelt die niet deugen,
faliekant uit!
Dan heeft men spreker in de Commissie
benoemd vöor de verzoekschriften, waarvan
de leden, naar Schaper's oordeel, van alles
verstand moeten hebben, en waarvan een
oud-Kamerlid zeide: „nu sta je in den hoek",
d. w. z.: heel het jaar door hebt ge aan die
Commissie al werk genoeg.
Behalve benoemingen als rapporteur over
kleine wetsontwerpen, zijn daar de Commis
sies Voor voorbereiding van groote wetten,
die enorm veel werk geven: de Commissie
voor de Tarefwet b.v., die heel het Kerst
reces heeft door-gewerkt... En spreker zit
in drie van zulke Commissies.
Neen, als men zegt: de Kamerleden
werken niet, dan zegt spr. daartegenover:
Wij doen niets dan werken, en het baantje
van Kamerlid is eigenlijk een slaveiibotrek-
king, niets meer of minder.
Het absenteïsme.
Maar de öppervlakkigen zeggen: als er ge
sproken wordt in de Kamer, dan zijn er zoo
veleen weg van rechts. Soms zelfs zijn er, als
er stemming gevraagd wordt, leden te min.
Spr. wil het nu eens duidelijk maken, dat
het eigenlijke groote werk der Kamer niet
geschiedt in openbare zitting. De openbare
behandeling geeft niets nieuws, wat daar ge
zegd wordt is altijd en allen bekend, en bet
is eenvoudig plagerij en een soort obstructie,
zooals nu gebeurt, wat vroeger nooit
pleegde te geschieden telling te vragen van
de aanwezigen. Dat is tactiek, tot het wekken
van den schijn of er niet gewerkt wordt!
Daarenboven; een goed deel der Kamer
moest eigenlijk steeds voeling houden met de
maatschappij buiten de Kamer. Maar de
meesten kunnen dat niet, omdat de politiek
hen geheel m beslag neemt. Wie een andere
betrekking beeft of ander werk, kan eigen
lijk geen Kamerlid zijn, een burgemeester
of lid van Gedeputeerde Staten, die zoowat
in dezelfde richting werken, dan uitgezon
derd. Maar het is een besliste onmogelijk
heid,^ dat ook dezulken altijd en onophoude
lijk in de openbare vergadering tegenwoor
dig zijn: kan b.v. het uitnemende Kamerlid
Passtoors, die in Ginneken burgemeester is,
altijd in Den Haag zijn? Het is ook trou
wens niet. uoodig: bij stemmingen zijn de
reehtsehe leden op hun post, en hij het voor
bereidende werk zijn zij immer trouwe wer
kers, dat is voldoende. En dus is het niet
te verwonderen, dat bij een redevoering van
deu beer Hugenholtz, 's nachts van 12 uur
lot half twee, bij de jongste begrooting, spre
ker zelf en de beer Kooien, 'Piet den voorzit
ter en don Minister, de eenig-aanwezigen
waren!
Het „praten" in. de Kamer.
Meu zegt, en dat is een ander verwijt: van
links praat men en redeneert, en van rechts
praat men niet. Welnu, zegt spr., wé hebben
in ons Reglement van Orde de Grondwet
der Kamer de bepaling dat elk lid zoolang
bij wil, het woord mag voeren. Dat is in
andere landen anders: Engeland b.v., waar
de voorzitter absoluut gerechtigd is 't woord
te geven of te weigeren (en. spr. vertelt hier
bij een aardige episode van een Lagerhuislid
dat drie jaar lang den voorzitter had aan
gekeken om diens blik op zich gevestigd te
krijgen ten einde te mogen spreken, doch
vergeefs!), Duitsehland, waar voor elk on
derwerp een bepaalde tijd voor redevoerin
gen wordt aangegeven.
Welnu, de oppositie die liefst heeft dat er
natuurlijk niets van de regeeringsvoorstellen
komt, gebruikt bij ons dat Reglement van
Orde, enpraat. Dat praten bestaat na
tuurlijk in afbreken van wat de regeering
doet.
De meerderheid moet echter zorgen dat er
wat verricht wordt, en dat is vaak zeer
moeilijk, zooals spreker bewijst uit hetgeen
bij de Militiewet gebeurde. Had de rechter
zijde en de regeering toen „gepraat" zooals
de heer Ter Laan, dan had de behandeling
wel jaren en jaren geduurd, inplaats van
zooals nu een maand, wat nog lang ge
noeg was!
Daarenboven: de leiders moeten spreken,
en zoo kort mogelijk, dat is de weg. En
verdediging van voorstellen moet dan ook
niet komen van de rechterzijde in de Kamer,
doch van de regeering, die voorstelt.
De Coalitie.
Spr. gaat nu op een ander onderwerp over:
Hij wil spreken over de coalitie en de oppo
sitie.
De coalitieja, dat is eigenlijk zegt
spr. sarcastisch een groote „bende"! De
heeren zijn het nooit eens, en voeren niets
practisch uit. En het groote ding is: de Chris-
telijk-Historischen, de onbetrouwbaarste le
den der coalitie, hebben1 geen „program van
actie" en zijn dus de erg-ste van al....
Zoo praat men. Doch spr. zegt hiertegen
het volgende:
De theoretische eenheid der Rechterzijde
zal spreker laten rusten: de lijn loopt aldus,
dat men links hij het staatsbestuur rekening
houdt alleen met de rede, doeli dat wij recht-
schen die rede erkennen als een gave van
God, eii dus met God ook rekenen.
Echter: ook practisch is de coalitie één,
zegt spr., en als er groote kwesties aan de
orde zijn, dan komt dat steeds en altijd uit.
Wij voelen de saamgehoorigheid en de groote
vrienden van spreker zitten: dan ook rechts!
Intusschen wil spi'- wel zeggen, dat de reden
van bet ontbreken van een program van ac
tie bij de Christelijk-Historisehen hierin ligt,
dat deze meenen zich niet te moeten binden
voor de practische wetsontwerpen vóór lig
gen ter behandeling: zii willen zich vrij hou
den als e.en generaal die het veldtochtsplan
wijzigt naar het gedrag van den vijand.
Maar dat alles neemt niet weg: in de prac-
tijk is men het Rechts steeds ééns. En ook
de Christ.-His tori sell en- hebben zich uitge
sproken vóór dit Ministerie, dat al zijn be
loften heeft vervuld, en dat regeeren wil naai
de Christelijke Rechtsbeginselen.
Men vraagt van links: wat is dat, de chris-
teliike rechtsbeginselen.
Wie werkelijk gelooft m Christus zegt
spreker die stelt deze vraag niet
Maar tegenover de coalitie staat de oppo
sitie: hoe is het daarmede geschapen?
De oppositie.
De oppositie tegen de Christelijke regee
ring en meerderheid is zwak, zegt spr.
Dat blijkt vooreerst uit hare strijdwijze.
Uit de obstructie die ze voert. Uit de wijze
waarop de liberalen in de Eerste Kamer de
houding der liberalen in de Tweede Kamer
eigenlijk afvallen: nam de Eerste Kamer niet
zonder hoofdelijke stemming de Militiewet
en de Zedelijkheidswet aan, waartegen de op
positie in de Tweede Kamer zoo fel was op
getreden?
Maar de zwakheid der oppositie blijkt ook
uit hare geheele houding.
Dr. Bos heeft dezer dagen erkend, dat de
scheiding: democraten tegen conservatieven,
hij ons niet mogelijk is. „Het moet dan maar
gaan: socialisten met radicalen en liberalen
tegen de „clericalen vond deze radicale po
liticus. Och ja, maar Dr. Bos zeide spreker
kent toch wel de historie van de geit, die
toen de andere dieren haar alleen lieten
staan, zich verbond met den tijger? De tijger
at de geit op.... zoo zal het ook gaan met
de liberalen en de socialisten, zoo gaat het
mi al met hen, en ze weten het. Toeli zijn ze
liever „opgegeten" dan dat ze de Rechter
zijde aan liet roer willen laten: is dat geen
zwakheid?....
De verkiezingsleus voor 1913.
Evenwel zou er voor Links nog wel wat te
doen zijn: als Dr. Kuyper maar eens los
kwam, zich maar eens roerde! Want de auti-
i Kuyper-leuze is een goed verkiezingsiniddel
I gebleken. En ze verlangen er links zoo naar!
I Dus... Kuyper eigenlijk hun behoud! De
generaal der tegenpartij het behoud van de
linkselietiis dat zwakheid of niet? vroeg
spr. onder daverend applaus.
Doch de Kuypervrees kan men niet goed
aanvoeren, en wat zal dan nu de verkiezings
leus voor 1913 worden? Het algemeen kies
recht, naar het schijnt.
Op geestige wijze zet spreker echter uiteen,
dat omtrent deze leuze de verschillende par
tijen links zoo hopeloos verschillende denk
beelden en wensehen liebben, dat er van po
sitieve eenheid geen sprake is. En dan nog:
de regeering is juist met de kiesrecht-kwestie
bezig. De Grondwets-Commissie is gereed
met hare taak, het Rapport zal spoedig ver
schijnen en er zijn indicaties genoeg, dat dit
op verruiming van het kiesrecht aanstuurt.
Is het dan geen formidabele zwakheid van
een oppositie, om een verkiezingsleus te heb
ben, dieniet tegenoverstaat aan
de regeering maar die eigenlijk hetzelfde
wil als datgene wat de Regeering óók blijk
baar zal voorstellen?
Daar is echter nog wat anders.
Het algemeen kiesrecht is zegt spreker
ook geen echte, geen ware leus van links.
Het is, zooals de beer Heemskerk het gees
tig noemde, een écliappatoire, een han
dige manier om er met goed fatsoen af te
komen. Want wie algemeen kiesrecht voor-
j opstelt, weet dat dit medebrengt: grondwets
herziening, Kamerontbinding, en een gevor
derde meerderheid van 2/3 der dan gekoze
nen Waar blijft dan echter met recht de
j sociale wetgeving, waar men links zoo om
schreeuwt?
De verdeeldheid links.
Maar zegt spreker men is links zóó
verdeeld, dat men geen regeeringsmeerder-
heid kan willen. Stelt, dat de verkiezingen
in 1913 eens aan Links de meerderheid ga
ven, wat zou men dan aan practische poli
tiek gaan geven? Sociale maatregelen zou
den noodig zijn, en men kan daar niet af. Een
der eerste dingen, op verlangen der socialis
ten, zon dan b.v. Staatspensioneering moe
ten zijn. Dat zou kosten 20 of 30 millioen
per jaar minstens. Docli waar zou men die
gelden vandaan halen?
't Komt er niet op aan, zeggen sommigen,
daar hebben we den minister van financiën
voor.
De socialisten zeggen: 10 millioen halen
we méér uit de successierechten. Maar de
rest? En trouwens: niemand van links gaat
in dit opzicht met de socialisten mee!
Treub zegt: 8 a 9 millioen halen we uit
directe belastingen. Maar de rest dan? Eu
trouwens: Treub wil zélfs géén staatspen
sioneering.
De heer Patijn zeide in een artikelenreeks
(1909) in „Het Vaderland", dat behalve uit
het accres der gewone middelen (of dit niet
door het accres der uitgaven wordt verslon
den?) die gelden zouden moeten gewonnen
worden door... een accijns! En waarschijnlijk
een accijns op de tabak!... En dat schreeuwt
dan moord en brand van links tégen Tarief-
wet en Debietbelasting!
Spr. wil maar zeggen: men is links hope
loos verdeeld. Precies als in 1905, toén het
ministerie-De Meester ook volkomen onmach
tig was en niets heeft tot stand gebracht.
Neen, de eenige band van links is... liet
anti-clericalismel
Daarmee zal men pogen, de meerderheid
af te knabbelen, niet: om te zetten, want dat
kan men links" zelfs niet wensehen.
Maar men wil er wat afhalen, en daartoe
dient ook de kreet van Mr. Smeenge al aan
geheven: „de openbare school is in gevaar!"
Als hij geroepen had: „de openbare school
is „een" gevaar", zegt spr. onder groote hi
lariteit, dan zou dat misschien dichtér hij de
waarheid zijn!
Intusschen is die kreet, zooals ieder weet,
volkomen ongemotiveerd en onwaar, en men
zou hier kunnen zeggen: blaffende honden
bijten niet! Edochals de honden blij
ven blaffen, dan verwekt dat toch wel eeni
ge argwaan: en dat is nu juist wat men links
wil!
Zóó strijden die heeren, en spreker wil daar
van nóg een voorbeeld geven.
De heer Middelberg sprak onlangs te Am
sterdam over de Tariefwet. En zeide daarbij,
eerlijk en oprecht, dat voor sommige bedrij
ven de tariefverhooging natuurlijk eenigs-
zius een „sprong in het duister" is. Men
heeft van die woorden dadelijk weer mis
bruik gemaakt, en nu heette liet zelfs dezer
dagen hier te Haarlem: „ziet ge wel, een
man rechts noemt de Tariefwet „een sprong
in het duister", enzoovoorts
Dat is geen eerlijke strijd. Elke wet geeft
een „sprong in het duister": wat de rechter
zal beslissen. Met sommige wetsartikels in
de hand is bijv. ook de wet op de deloyale
concurrentie altijd iets duister. De vraag
of b.v. de glasindustrie en de bloemenmake
rij sommige pas-tot-wet-geworden bedrüjs-
bepalingen kunnen velen, was voor vele Ka
merleden een „sprong in het duister" docli
moest men daarom tegen die wettelijke maat
regelen zijn?
Kiesrechtuitbreiding en
socialisme.
Het zal wed komen zegt spr. tot uit
breiding van het kiesrecht, dat zal de regee
ring zelcer voorstellen, naar hét rapport der
Grondwetscommissie.
Sommigen nu zeggen: dat zal ons brengen
uitbreiding van het socialisme, en overheer-
sching der massa.
Spreker gelooft daar niets van.
Ja, misschien zal de kiesreehtuitbreiding
een paar socialisten méér brengen in de Ka
mer, doch dat daardoor het socialisme-zelf
zal worden uitgebreid en zich onder volk ver
meerderen zal, dat betwijfelt spr. ten sterkste.
Daarvoor zijn heel andere oorzaken, en de
groei van het socialisme is naar spr.'s mee-
uing eerst en vooral het gevolg van het lang
zamerhand afbrokkelen van het geloof bij
het volk!
Het geloof verliest men, en dan wil
vooral de jeugd in de plaats van het verloren
geloof toch iets grijpbaars.
En met een prachtig beeld werkt spr. dat
uit: ze grijpen, die jongeren, met de hand
naar hetgeen hun wordt voorgehouden als'
de ideale waarheid, en ze grijpen een hand
vol zand.... maar al onder dat ze wórden
loopt het zand weg tusschen de vingeren,
en dan blijft er over een leege hand, maar...
toegeknepen: een gebalde vuist: het anar
chisme!
Geloofsafbrokkeling is daarvan het begin
en spreker rekent het zich eeu eere, zich oot
moedig eens te verklaren met dat heerlijke
vers van den dichter Nicolaas Beets:
„Die afvalt van den hoogen God, moet
vallen
(Daverend applaus).
Tiet program
van het Ministerie.
Wat is nu liet program van ons Christelijk,
Reehtsck Ministerie?
De defensie uit het moeras, en dan de soci
ale wetgeving.
Spr. wijst er eerst op, dat onze Ministers
uit het kabinet-Heemskerk één voor één
'mannen zijn van buitengewoon talc-nt, en ei
zijn onder met zeer bizondere gaven.
Hij wijst op Colijn, op Talma en diens soci
ale wetgeving, op Heemskerk, de geniale
leider, op de Ma rees van Swinderen, op
Idenburg en de Regouts....
En verre wijst spr. de gedachte af, dat zulke
eminenten mannen bekrompen dingen zonden
voorstellen en doen, zooals de groote pers, dit
links is, zoo graag zegt! Och kom, d,at gelooft
niemand, die deze mannen kent.
Integendeel,v het Ministerie beeft alles ge
daan wat het bij zijn optreden heeft beloofd:
liet heeft alles gereed gemaakt, en het wachten
is nu maar op de Kamer, of deze werken wil.
De taak van een Ministerie is: het recht te
handhaven, naar buiten en naar binnen.
Naar buiten: dat is de defensie.
Naar binnen: dat is de strijd tegen onrecht,
armoede, werkeloosheid, ouderdom en ziekte
de sociale wetgeving.
Het eerste moet het tweede voorafgegaan,
want zegt spreker snedig als we niet zor
gen voor de defensie naar buiten, dan worden
we.... buitenland, en dan hebben we geen
sociale wetgeving meer te maken
Een groot criterium van een reclit en lof
felijk regeeringsbestuur, van de handhaving van
het recht.naar allen kant, is: de rechtvaardig
heid bij benoemingen.
Benopiningeif
En hierover is het Kabinet herhaaldelijk aan.
gevallen, zegt spr. Daarom zal hij er eenige
woorden aan wijden.
Men verwijt aan het kabinet partijdigheid,
doch spr. zegt dat die partijdigheid juist aan
den linkschen kant heeft gezeten, al die vroe
gere jaren door dat Links in de meerderheid
was. Het is door cijfers al herhaaldelijk be
wezen, doch spr. wil het nog even releveeren.
Profess. Colenbrander, een man van gezag,
schreef onlangs in „De Gids": „de liberale par
tij beschouwen wij immer als de som der
staatkundige vor mkracht".Inder
daad, het kan niet hoogmoediger!
Doch wie zoo redeneert, kan hij een man, die
niet tot die partij behoort, wel ooit bekwaam
achten?. Dat hebben de liberalen trouwens
altijd ook in practijk gebracht: de katholieken
kregèn hun bevelen van „over de bergen",
ze zijn ultramontanen, en deugden dus niet. En
antirevolutionairen en christelijke historisehen
beschouwde' men (en beschouwt men nog) van
liberale zijde als wat minderwaardig.
,.Is Nederland dan een proefkonijn ém aan
hangers van rechts het regeeren te leeren
Zoo vroeg men onlangs. van links. Inderdaad,
-neon. Doch men zegt hiermee van 1 in ka
dat rechts dus het regeeren niet verstaat
dat bewijst dat men vroeger, toen links de
lakens uitdeelde, de reohtsohen nooit in de
gelegenheid heeft gesteld, het regeeren to
leerenDe partijdigheid dus zélf bekend l
Maar och, men gelooft zelfs aan den link
schen bant niet dat de eminente mannen die
aan het roer zitten, willens en wetens partij
dig zullen zijn. De twee histories van z.ff.
partijdigheid die an de Kamer zijn besproken
(de arbeider van -fan Leis, en de school
opziener van den Helder) ziin allebei geëinS