DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. 1000 15 Kinderhuisvesf 29-31-33, Haarlem EEBSTE KLAD. AGENDA. Jhr. Ir. Frank van Lennep als spreker voor de Bechtsche kiezers. DONDERDAG IS FEBRUARI 1912. 36ste Jaargang No. 7757 Bureaus van Redactie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Alle betaleods .bonnés op dit blad, diëla beï bezit eener verzekeringspoli* zQn, *ijn vólgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voors GULDEN bi) fl Mil QUI! GULDEN W ICfl GULDEN bij 1 GULDEN bjj JJ11 vw De nltkeerlng dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Wsatschapplj .Ocesn» Bijkantoor voor Haarlem de Wsd^rlandschs Credletbank Nieuwe Pracht ll Dit nummer bestaat uit twee bladen. ABORNIHIHTBPRUIi par 8 maanden voor Haarlem Voode plaatsen, waar een agent is gevestigd (kom der gemeente) Voor de overige plaatsen in NedmUad franoo per poet Aisonderljjke aommers 1.85 L«0 C 5,08 PRIJS DER ADVERTENTIE!*; Van 1—6 regels 60 cent (oontant 50 oent) Iedere regel meer 10 Buiten Haarlem en de Agentsohappen 15 oent per regeL (Buitenland 20 cent oent Ree lam ee dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 oent (6 regels), driemaal voor 50 oent (4 oontant.) levenslangs «■tg—' fggBgg GULDEN b| %gI9g Terlies van eed i 5811 verües van §§15 verlies van gï 11 eén «Hf|| overlijden. tJüii baad .of voet. «UU éen oog. siff&i ^en duim. Uil wijsvinger. ■obiktheld tal werken. GULDEN bU verlies van één anderen vinger. Vrijdag 16 Februari. j e b o u w „S t. Havo" R.K. Volksbond 8 uur Alberdingk Thijm Opvoering van „Neo of de Martelaar der Catacomben" Geen Hoofdbestuur. Propagandaclub. Bioscope-theater Groote Markt 8—10 uur Bioscoopvoorstelling. Sociëteit „Vereeniging" 8 uur Kou. Liedertafel „Zang en Vriendschap" Concert door bet Residentie-Orkest. De Kroon 8 uur Association Fran chise, Gustave Cohen: Francais a Paris sur Maeterlinck. T o y n b ee-V er e e n. Donkere Spaarne 22 Consultatiebureau voor drankzuchtigen 714—9 uur. Gerechtsgebouw Jansstraat half twee zitting van het Bureau van Consul tatie. T e y 1 e r's Stichting op de gewone Museumtijden Buitengewone tentoonstel ling van kunstwerken, berustende in de ver zameling van Teyler's Museum: de gravures van Lucas van Leyden, geb. 1494 te Leiden, Bisschoppelijk Museum (Jansstraat 79). Geopend eiken dag van 10—5 uur, tegen betaling van 25 cents. Uitgezonderd Zaterda gen en R. K. feestdagen. Museum „Van S t o 1 k" (Jansstraat 48— 50). Geopend 's Maandags en Dinsdags yan VA— 4'A uur tegen betaling van 1.—. Ove rige dagen kosteloos op aanvrage. De groote bijeenkomst der leden van de drie Reehtsehe Kiesvereenigingen, waar Jhr. Mr. Frank v. Lennep, de afgevaardigde van Haarlem, zou komen spreken over den he- dendaagschen politieben toestand, is een schitterend succes geweest. Een volle zaal heeft, meer dan anderhalf uur lang, om zoo te zeggen met gespannen aandacht den geestigen, dikwijls scherp-sar- castischen, altijd boeienden spreker aanhoord, heeft de verscheidene onderwerpen, die hij met sprankelenden geest en pakkenden hu mor na elkander besprak, inet onverdeelde instemming hooren uiteenzetten, en heeft ten slotte den sympathieken afgevaardigde donderend toegejuicht, haast rnoê van de ka- leidoscopische wijze van behandeling, de ma gistrale ontplooiing van wetenschapskennis en staatsmanskunst, die zoo met volle han den werd gegeven aan de talrijke geestver wanten, die toehoorden. Om even kwart over negen opende de heer Dr. F. C. Huijgen, voorzitter der Katholieke Kiesvereeniging, de bijeenkomst met een har telijk welkomstwoord. En hij sprak den af gevaardigde in het bizonder toe en hoopte dat het hem aangenaam zou zijn voor een zoo talrijk gehoor op te treden, dat spreker, uit de drie gecoaliseerde kiesvereenigingen samengesteld, beschouwde als een symbool van voortdurende samenwerking en voortdu rende eendracht! Toen besteeg Jhr. Mr. Frank van Lennep Jen katheder. Jlir. Mr. van Lennep aan liet woord. De lieer van Lennep begon te zeggen, dat bij de groote opkomst, in dezen drukken tijd van vergaderen, zeer op prijs stelde. Met voordacht was hij niet bij het verkiezings- rumoer, als de Kamerleden allen uitloopen of Nederland in nood is, voor de kiezers op getreden, maar wilde hij het liever een paar malen doen in den rustigen tijd, niet om de beginselen te komen verkondigen, die in de pers ou ju vergaderingen al genoeg worden uiteengezet, maar om eenige dingen van pi-actïsehe politiek op den voorgrond te stel len en te bespreken. En spreker wensckte dat het liefst le doen in een besloten vergadering, waar geen debat gevoerd wordt. Dat inoge eigenaardig klin ken, maar spr. wenscht liever te volgen het Engelsche beproefde systeem, dat de politie ke partijen in eigen kring hun leden voor lichten, dan dat een of andere woordvaardige jonge snuiter aan ouderen onervarenen komt vertellen, dat dit of dat niet goed is, dat er dit of dat ontbreekt. Zulke debat-kunst doet Spreker denken aan een keieteen, die op de rails is geplaatst voor een locomotief... het kan zelfs gebeuren, dat de locomotief, hoe uitstekend die ook loopt, hoe goed die is ge construeerd, soms derailleert... maar dat \'St dan niet aan de locomotief, maar aan de steen! Hoe dat echter ook zii. spreker vertrouwt, meer dan op debat-kunstjes op de stille kracht van het beginsel, dat leeft in de kie zers, en wat het spreken aangaat: spr. ont moette dezer dagen nog een oud-Kamerlid, die 17 jaar in de Kamer 5 districten heeft vertegenwoordigd, en geen enkele maal voor zijn kiezers heeft gesproken! Men heeft te genwoordig sprekers, die wel in 10 districten voor de kiezers optreden, maar die voor geen enkel district ooit in de Kamer komen! (Hi lariteit.) Bedenkingen tegen de Rech terzijde als regeering'. Spr. wenschte eerst een paar bedenkingen te bespreken, die rondsluipen door de maat schappij, die tegen de Regeering en de Rechterzijde worden uitgespeeld en op een- voudigen van harte soms indruk maken. Zoo zegt men, en Ds. Bronsveld in zijn „Stemmen voor waarheid en vrdfie" herhaalt dat: „De rechterzijde voert niets uit. De hee- ren zijn steeds absent van de Kamer, men doet niets voor het volk" Als zulke dingen gezegd worden door een ernstig man, zegt spr, dan bewiist dit, dat er toch zoo door enkelen wel wordt ge dacht. En dat idéé moet de wereld uit. Om daar toe te komen, wil spreker eens uit eigen er varing een en ander zeggen over het werken der Kamer en der regeering. Als nieuw lid staat men 'teerst voor sta- pels en bergen papier. Men behoort die te kennen, dochbet gaat niet. Men gaat studeeren, doclier komen benoemingen in commissies. Spreker was al tweemaal rap porteur der Indische begróoting en als zoo danig krijgt men allerlei onderwerpen voor den neus, waarvan men belangstellend er in of niet studie moet maken. Men vr<?eg spreker als Rapporteur: Wat de regeering doen zou met de ziekte der klapperboomen in Gorontalo?Welnu, die rapporteur moet dan toch weten wat dat alles is, moet niet alleen Gorontalo kennen, maar weten dat er klapperboomen zijn, dat er ziekte is, dat daartegen maatregelen zijn te nemen, dat de regeering misschien er iets aan doen kan, anders komt een rapport hierover, als men er dingen in vertelt die niet deugen, faliekant uit! Dan heeft men spreker in de Commissie benoemd vöor de verzoekschriften, waarvan de leden, naar Schaper's oordeel, van alles verstand moeten hebben, en waarvan een oud-Kamerlid zeide: „nu sta je in den hoek", d. w. z.: heel het jaar door hebt ge aan die Commissie al werk genoeg. Behalve benoemingen als rapporteur over kleine wetsontwerpen, zijn daar de Commis sies Voor voorbereiding van groote wetten, die enorm veel werk geven: de Commissie voor de Tarefwet b.v., die heel het Kerst reces heeft door-gewerkt... En spreker zit in drie van zulke Commissies. Neen, als men zegt: de Kamerleden werken niet, dan zegt spr. daartegenover: Wij doen niets dan werken, en het baantje van Kamerlid is eigenlijk een slaveiibotrek- king, niets meer of minder. Het absenteïsme. Maar de öppervlakkigen zeggen: als er ge sproken wordt in de Kamer, dan zijn er zoo veleen weg van rechts. Soms zelfs zijn er, als er stemming gevraagd wordt, leden te min. Spr. wil het nu eens duidelijk maken, dat het eigenlijke groote werk der Kamer niet geschiedt in openbare zitting. De openbare behandeling geeft niets nieuws, wat daar ge zegd wordt is altijd en allen bekend, en bet is eenvoudig plagerij en een soort obstructie, zooals nu gebeurt, wat vroeger nooit pleegde te geschieden telling te vragen van de aanwezigen. Dat is tactiek, tot het wekken van den schijn of er niet gewerkt wordt! Daarenboven; een goed deel der Kamer moest eigenlijk steeds voeling houden met de maatschappij buiten de Kamer. Maar de meesten kunnen dat niet, omdat de politiek hen geheel m beslag neemt. Wie een andere betrekking beeft of ander werk, kan eigen lijk geen Kamerlid zijn, een burgemeester of lid van Gedeputeerde Staten, die zoowat in dezelfde richting werken, dan uitgezon derd. Maar het is een besliste onmogelijk heid,^ dat ook dezulken altijd en onophoude lijk in de openbare vergadering tegenwoor dig zijn: kan b.v. het uitnemende Kamerlid Passtoors, die in Ginneken burgemeester is, altijd in Den Haag zijn? Het is ook trou wens niet. uoodig: bij stemmingen zijn de reehtsehe leden op hun post, en hij het voor bereidende werk zijn zij immer trouwe wer kers, dat is voldoende. En dus is het niet te verwonderen, dat bij een redevoering van deu beer Hugenholtz, 's nachts van 12 uur lot half twee, bij de jongste begrooting, spre ker zelf en de beer Kooien, 'Piet den voorzit ter en don Minister, de eenig-aanwezigen waren! Het „praten" in. de Kamer. Meu zegt, en dat is een ander verwijt: van links praat men en redeneert, en van rechts praat men niet. Welnu, zegt spr., wé hebben in ons Reglement van Orde de Grondwet der Kamer de bepaling dat elk lid zoolang bij wil, het woord mag voeren. Dat is in andere landen anders: Engeland b.v., waar de voorzitter absoluut gerechtigd is 't woord te geven of te weigeren (en. spr. vertelt hier bij een aardige episode van een Lagerhuislid dat drie jaar lang den voorzitter had aan gekeken om diens blik op zich gevestigd te krijgen ten einde te mogen spreken, doch vergeefs!), Duitsehland, waar voor elk on derwerp een bepaalde tijd voor redevoerin gen wordt aangegeven. Welnu, de oppositie die liefst heeft dat er natuurlijk niets van de regeeringsvoorstellen komt, gebruikt bij ons dat Reglement van Orde, enpraat. Dat praten bestaat na tuurlijk in afbreken van wat de regeering doet. De meerderheid moet echter zorgen dat er wat verricht wordt, en dat is vaak zeer moeilijk, zooals spreker bewijst uit hetgeen bij de Militiewet gebeurde. Had de rechter zijde en de regeering toen „gepraat" zooals de heer Ter Laan, dan had de behandeling wel jaren en jaren geduurd, inplaats van zooals nu een maand, wat nog lang ge noeg was! Daarenboven: de leiders moeten spreken, en zoo kort mogelijk, dat is de weg. En verdediging van voorstellen moet dan ook niet komen van de rechterzijde in de Kamer, doch van de regeering, die voorstelt. De Coalitie. Spr. gaat nu op een ander onderwerp over: Hij wil spreken over de coalitie en de oppo sitie. De coalitieja, dat is eigenlijk zegt spr. sarcastisch een groote „bende"! De heeren zijn het nooit eens, en voeren niets practisch uit. En het groote ding is: de Chris- telijk-Historischen, de onbetrouwbaarste le den der coalitie, hebben1 geen „program van actie" en zijn dus de erg-ste van al.... Zoo praat men. Doch spr. zegt hiertegen het volgende: De theoretische eenheid der Rechterzijde zal spreker laten rusten: de lijn loopt aldus, dat men links hij het staatsbestuur rekening houdt alleen met de rede, doeli dat wij recht- schen die rede erkennen als een gave van God, eii dus met God ook rekenen. Echter: ook practisch is de coalitie één, zegt spr., en als er groote kwesties aan de orde zijn, dan komt dat steeds en altijd uit. Wij voelen de saamgehoorigheid en de groote vrienden van spreker zitten: dan ook rechts! Intusschen wil spi'- wel zeggen, dat de reden van bet ontbreken van een program van ac tie bij de Christelijk-Historisehen hierin ligt, dat deze meenen zich niet te moeten binden voor de practische wetsontwerpen vóór lig gen ter behandeling: zii willen zich vrij hou den als e.en generaal die het veldtochtsplan wijzigt naar het gedrag van den vijand. Maar dat alles neemt niet weg: in de prac- tijk is men het Rechts steeds ééns. En ook de Christ.-His tori sell en- hebben zich uitge sproken vóór dit Ministerie, dat al zijn be loften heeft vervuld, en dat regeeren wil naai de Christelijke Rechtsbeginselen. Men vraagt van links: wat is dat, de chris- teliike rechtsbeginselen. Wie werkelijk gelooft m Christus zegt spreker die stelt deze vraag niet Maar tegenover de coalitie staat de oppo sitie: hoe is het daarmede geschapen? De oppositie. De oppositie tegen de Christelijke regee ring en meerderheid is zwak, zegt spr. Dat blijkt vooreerst uit hare strijdwijze. Uit de obstructie die ze voert. Uit de wijze waarop de liberalen in de Eerste Kamer de houding der liberalen in de Tweede Kamer eigenlijk afvallen: nam de Eerste Kamer niet zonder hoofdelijke stemming de Militiewet en de Zedelijkheidswet aan, waartegen de op positie in de Tweede Kamer zoo fel was op getreden? Maar de zwakheid der oppositie blijkt ook uit hare geheele houding. Dr. Bos heeft dezer dagen erkend, dat de scheiding: democraten tegen conservatieven, hij ons niet mogelijk is. „Het moet dan maar gaan: socialisten met radicalen en liberalen tegen de „clericalen vond deze radicale po liticus. Och ja, maar Dr. Bos zeide spreker kent toch wel de historie van de geit, die toen de andere dieren haar alleen lieten staan, zich verbond met den tijger? De tijger at de geit op.... zoo zal het ook gaan met de liberalen en de socialisten, zoo gaat het mi al met hen, en ze weten het. Toeli zijn ze liever „opgegeten" dan dat ze de Rechter zijde aan liet roer willen laten: is dat geen zwakheid?.... De verkiezingsleus voor 1913. Evenwel zou er voor Links nog wel wat te doen zijn: als Dr. Kuyper maar eens los kwam, zich maar eens roerde! Want de auti- i Kuyper-leuze is een goed verkiezingsiniddel I gebleken. En ze verlangen er links zoo naar! I Dus... Kuyper eigenlijk hun behoud! De generaal der tegenpartij het behoud van de linkselietiis dat zwakheid of niet? vroeg spr. onder daverend applaus. Doch de Kuypervrees kan men niet goed aanvoeren, en wat zal dan nu de verkiezings leus voor 1913 worden? Het algemeen kies recht, naar het schijnt. Op geestige wijze zet spreker echter uiteen, dat omtrent deze leuze de verschillende par tijen links zoo hopeloos verschillende denk beelden en wensehen liebben, dat er van po sitieve eenheid geen sprake is. En dan nog: de regeering is juist met de kiesrecht-kwestie bezig. De Grondwets-Commissie is gereed met hare taak, het Rapport zal spoedig ver schijnen en er zijn indicaties genoeg, dat dit op verruiming van het kiesrecht aanstuurt. Is het dan geen formidabele zwakheid van een oppositie, om een verkiezingsleus te heb ben, dieniet tegenoverstaat aan de regeering maar die eigenlijk hetzelfde wil als datgene wat de Regeering óók blijk baar zal voorstellen? Daar is echter nog wat anders. Het algemeen kiesrecht is zegt spreker ook geen echte, geen ware leus van links. Het is, zooals de beer Heemskerk het gees tig noemde, een écliappatoire, een han dige manier om er met goed fatsoen af te komen. Want wie algemeen kiesrecht voor- j opstelt, weet dat dit medebrengt: grondwets herziening, Kamerontbinding, en een gevor derde meerderheid van 2/3 der dan gekoze nen Waar blijft dan echter met recht de j sociale wetgeving, waar men links zoo om schreeuwt? De verdeeldheid links. Maar zegt spreker men is links zóó verdeeld, dat men geen regeeringsmeerder- heid kan willen. Stelt, dat de verkiezingen in 1913 eens aan Links de meerderheid ga ven, wat zou men dan aan practische poli tiek gaan geven? Sociale maatregelen zou den noodig zijn, en men kan daar niet af. Een der eerste dingen, op verlangen der socialis ten, zon dan b.v. Staatspensioneering moe ten zijn. Dat zou kosten 20 of 30 millioen per jaar minstens. Docli waar zou men die gelden vandaan halen? 't Komt er niet op aan, zeggen sommigen, daar hebben we den minister van financiën voor. De socialisten zeggen: 10 millioen halen we méér uit de successierechten. Maar de rest? En trouwens: niemand van links gaat in dit opzicht met de socialisten mee! Treub zegt: 8 a 9 millioen halen we uit directe belastingen. Maar de rest dan? Eu trouwens: Treub wil zélfs géén staatspen sioneering. De heer Patijn zeide in een artikelenreeks (1909) in „Het Vaderland", dat behalve uit het accres der gewone middelen (of dit niet door het accres der uitgaven wordt verslon den?) die gelden zouden moeten gewonnen worden door... een accijns! En waarschijnlijk een accijns op de tabak!... En dat schreeuwt dan moord en brand van links tégen Tarief- wet en Debietbelasting! Spr. wil maar zeggen: men is links hope loos verdeeld. Precies als in 1905, toén het ministerie-De Meester ook volkomen onmach tig was en niets heeft tot stand gebracht. Neen, de eenige band van links is... liet anti-clericalismel Daarmee zal men pogen, de meerderheid af te knabbelen, niet: om te zetten, want dat kan men links" zelfs niet wensehen. Maar men wil er wat afhalen, en daartoe dient ook de kreet van Mr. Smeenge al aan geheven: „de openbare school is in gevaar!" Als hij geroepen had: „de openbare school is „een" gevaar", zegt spr. onder groote hi lariteit, dan zou dat misschien dichtér hij de waarheid zijn! Intusschen is die kreet, zooals ieder weet, volkomen ongemotiveerd en onwaar, en men zou hier kunnen zeggen: blaffende honden bijten niet! Edochals de honden blij ven blaffen, dan verwekt dat toch wel eeni ge argwaan: en dat is nu juist wat men links wil! Zóó strijden die heeren, en spreker wil daar van nóg een voorbeeld geven. De heer Middelberg sprak onlangs te Am sterdam over de Tariefwet. En zeide daarbij, eerlijk en oprecht, dat voor sommige bedrij ven de tariefverhooging natuurlijk eenigs- zius een „sprong in het duister" is. Men heeft van die woorden dadelijk weer mis bruik gemaakt, en nu heette liet zelfs dezer dagen hier te Haarlem: „ziet ge wel, een man rechts noemt de Tariefwet „een sprong in het duister", enzoovoorts Dat is geen eerlijke strijd. Elke wet geeft een „sprong in het duister": wat de rechter zal beslissen. Met sommige wetsartikels in de hand is bijv. ook de wet op de deloyale concurrentie altijd iets duister. De vraag of b.v. de glasindustrie en de bloemenmake rij sommige pas-tot-wet-geworden bedrüjs- bepalingen kunnen velen, was voor vele Ka merleden een „sprong in het duister" docli moest men daarom tegen die wettelijke maat regelen zijn? Kiesrechtuitbreiding en socialisme. Het zal wed komen zegt spr. tot uit breiding van het kiesrecht, dat zal de regee ring zelcer voorstellen, naar hét rapport der Grondwetscommissie. Sommigen nu zeggen: dat zal ons brengen uitbreiding van het socialisme, en overheer- sching der massa. Spreker gelooft daar niets van. Ja, misschien zal de kiesreehtuitbreiding een paar socialisten méér brengen in de Ka mer, doch dat daardoor het socialisme-zelf zal worden uitgebreid en zich onder volk ver meerderen zal, dat betwijfelt spr. ten sterkste. Daarvoor zijn heel andere oorzaken, en de groei van het socialisme is naar spr.'s mee- uing eerst en vooral het gevolg van het lang zamerhand afbrokkelen van het geloof bij het volk! Het geloof verliest men, en dan wil vooral de jeugd in de plaats van het verloren geloof toch iets grijpbaars. En met een prachtig beeld werkt spr. dat uit: ze grijpen, die jongeren, met de hand naar hetgeen hun wordt voorgehouden als' de ideale waarheid, en ze grijpen een hand vol zand.... maar al onder dat ze wórden loopt het zand weg tusschen de vingeren, en dan blijft er over een leege hand, maar... toegeknepen: een gebalde vuist: het anar chisme! Geloofsafbrokkeling is daarvan het begin en spreker rekent het zich eeu eere, zich oot moedig eens te verklaren met dat heerlijke vers van den dichter Nicolaas Beets: „Die afvalt van den hoogen God, moet vallen (Daverend applaus). Tiet program van het Ministerie. Wat is nu liet program van ons Christelijk, Reehtsck Ministerie? De defensie uit het moeras, en dan de soci ale wetgeving. Spr. wijst er eerst op, dat onze Ministers uit het kabinet-Heemskerk één voor één 'mannen zijn van buitengewoon talc-nt, en ei zijn onder met zeer bizondere gaven. Hij wijst op Colijn, op Talma en diens soci ale wetgeving, op Heemskerk, de geniale leider, op de Ma rees van Swinderen, op Idenburg en de Regouts.... En verre wijst spr. de gedachte af, dat zulke eminenten mannen bekrompen dingen zonden voorstellen en doen, zooals de groote pers, dit links is, zoo graag zegt! Och kom, d,at gelooft niemand, die deze mannen kent. Integendeel,v het Ministerie beeft alles ge daan wat het bij zijn optreden heeft beloofd: liet heeft alles gereed gemaakt, en het wachten is nu maar op de Kamer, of deze werken wil. De taak van een Ministerie is: het recht te handhaven, naar buiten en naar binnen. Naar buiten: dat is de defensie. Naar binnen: dat is de strijd tegen onrecht, armoede, werkeloosheid, ouderdom en ziekte de sociale wetgeving. Het eerste moet het tweede voorafgegaan, want zegt spreker snedig als we niet zor gen voor de defensie naar buiten, dan worden we.... buitenland, en dan hebben we geen sociale wetgeving meer te maken Een groot criterium van een reclit en lof felijk regeeringsbestuur, van de handhaving van het recht.naar allen kant, is: de rechtvaardig heid bij benoemingen. Benopiningeif En hierover is het Kabinet herhaaldelijk aan. gevallen, zegt spr. Daarom zal hij er eenige woorden aan wijden. Men verwijt aan het kabinet partijdigheid, doch spr. zegt dat die partijdigheid juist aan den linkschen kant heeft gezeten, al die vroe gere jaren door dat Links in de meerderheid was. Het is door cijfers al herhaaldelijk be wezen, doch spr. wil het nog even releveeren. Profess. Colenbrander, een man van gezag, schreef onlangs in „De Gids": „de liberale par tij beschouwen wij immer als de som der staatkundige vor mkracht".Inder daad, het kan niet hoogmoediger! Doch wie zoo redeneert, kan hij een man, die niet tot die partij behoort, wel ooit bekwaam achten?. Dat hebben de liberalen trouwens altijd ook in practijk gebracht: de katholieken kregèn hun bevelen van „over de bergen", ze zijn ultramontanen, en deugden dus niet. En antirevolutionairen en christelijke historisehen beschouwde' men (en beschouwt men nog) van liberale zijde als wat minderwaardig. ,.Is Nederland dan een proefkonijn ém aan hangers van rechts het regeeren te leeren Zoo vroeg men onlangs. van links. Inderdaad, -neon. Doch men zegt hiermee van 1 in ka dat rechts dus het regeeren niet verstaat dat bewijst dat men vroeger, toen links de lakens uitdeelde, de reohtsohen nooit in de gelegenheid heeft gesteld, het regeeren to leerenDe partijdigheid dus zélf bekend l Maar och, men gelooft zelfs aan den link schen bant niet dat de eminente mannen die aan het roer zitten, willens en wetens partij dig zullen zijn. De twee histories van z.ff. partijdigheid die an de Kamer zijn besproken (de arbeider van -fan Leis, en de school opziener van den Helder) ziin allebei geëinS

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 1