TWEEDE BLAD Opoffering beloond. BUITENLAND. BI NN ENTA ND. Hillegom's Allerlei. Staten-Generaaf. „Occasions". Hu Bon Riapcfié oy® s, Haarlem-Brussel. Occasions BONDEBDAQ E5 FEBRUARI 1912. 99 FEUILLETON Schets uit den tijd der Fransche Revolutie. NIEUWE HAARLE/WSCHE COURANT IX. Wanneer ik zoo keel op mijn gemak zit te tn ij meren, dan komt zoo vaak voor den geest, vaarde lezers, al bet wel en wee van ons goed Hillegom. Dan wórd ik soms wel wat kregel, zoo op me zelf als op ieder ander, en dan denk ik: wat zit er in ons toch visscben- bloed, wat zijn we to'eh lauw en loom en traag en kil en koud. Maar toch gij die nu leest als ik die bier zoo voetstoots schrijf wij begrijpen het demonnetje van onvoldaanheid, can gemor en erger zóó goed, dat we hem zonder uitstel den rug toekeeren; dat we «veer het volle, rijke, heerlijke menschepleven ingaan, dat toch iets anders van ons vraagt dan overwegen en napleiten. En toch verstokt zondaar in dezen als ik me schelden moet ik kan nu eenmaal biet de gedachten wegdringen dat hier zoo veel anders kon zijn en moest zijn. Zoo werkte die kwelduivel weer allerhevigst op me in, toen ik een tweetal circulaires ontving (eentje voor 'tbreken!) die pleiten voor een it. K. Vereenigingsgebouw. Voor alles zeg ik dat mijn nietig persoontje ook gaarne dit kenteeken van Roomsche eenheid zie verrij zen; dat ik er zelfs in onze „Nieuwe Haar- lemsehe Courant", en waarschijnlijk reeds de volgende maal over spreken zal, doch dat nu niet kan, omdat ik mijn hart moet uit storten over wat ik zou durven noemen het wee van Hillegom. Ik zal mij nader op dit punt verklaren. Er was een tijd, dat Roomseh Hillegom bezat een groepje wakkere mannen, die in de wintermaanden elke 14 dagen op 'd Maan dagavond van 7.30 tot 10, tot 11 uur soms bijeen kwamen, om zich te stalen met liet ?antser des geloofs, te omkleeden met wijs- Leid en kennis. Dat was de goede tijd der Debatingclub met zijn volijveren geestelijken udviseur, onzen uitnemenden oud-kapelaan de Boer; toen alle groote vraagstukken van den dag werden onder de oogen gezien en men kon en durfde debatteerenDe club is niet dood, maar slaapt, zal men ons toe geven? Wij weten het! Wij weten dat de voor zitter geen enkelen avond meer over heeft ('s Maandags althans) om een vergadering te presideeren of hij te wonen! Wij weten dat er nog een boekrij van is, die in rustige rust blijft, omdat niemand der leden er éen van vraagt! Wij weten, dat de vereeniging, schoon geheel den nu naar we hopen afge- ïoopen winter geen enkel levensteeken ge vend, nog niet officieel is opgeheven. Maar zijn wij niet gerechtigd te vragen, of ook hier de dood niet beter is dan een blijvende zieke iijkheid? Het is niet aan ons, in bijzonder heden na te gaan, wat de oorzaken mogen zijn van dit kwijnen, dat, naar we profetee- zen, verdwijnen worden zal; wij noemen slechts de zoo droevig stemmende feiten. En toch wast Hillegom in bevolking, ook in aan tal katholieken blijft het stijgen, derhalve moet de oorzaak dieper liggen. Wij noemen de hoofdfactor: gebrek aan geld. Is de toestand der pas genoemde ontwik- kelingsclub al deerniswaardig, erbarmelijk is bet met het plaatselijk comité voor sociale actie, dat officieel reeds heeft opgehouden te bestaan. Ook deze zoo echt Eoomsche ver eniging, die veelal hare bijeenkomsten hield les Zondags na de Hoogmis, heeft een kort stondig tijdperk gekend van bloei en leven belaas, dat leven heeft geheel uitWaar 'leze beide zoo nauwverwante organisaties, die elkaar kunnen aanvullen, steunen en be moedigen, in verval zijn, dat de een zieltogend is, de andere reeds is gestorven, daar moe ten we een zuclit slaken: wat goeds blijft nu Joch eens op Hillegom in stand? Ook hier is gebrek aan geld een gedeeltelijke verkla ring. 't Vorig jaar nog hadden onze beide Eerw. neeren kapelaans de goedheid geheel belan geloos elk een drietal apologetische avonden te geven. Vol waren de zalen telkens (een ge lukkig teeken!) Dit seizoen is geen enkele dergelijke avond georganiseerd, zeer waar- scliijnlijk omdat geen Eoomsche vereeniging in den geest der Debatingclub of K. S. A. teekenen van leven geeft, 'tls al weer jam mer en een „wee" onzer zoo geliefde plaats. Wij hebben nog een Kruisverbond en een Maria-vereeniging; dat is zoo. Wie twijfelen mocht, vindt het bestuur van beide vermeld op de pas verspreide circulaire. Maar bloei? Is 't niet jammer dat er geen bloei is (al gloort er weder een klein vonkje van hoop), juist voor deze zoo ingrijpend edele vereenigin- gen en dat hier, waar inderdaad sterk ge dronken wordt door alle standen? Alweer: wij noemen niet alle oorzaken; we bespreken leen tegenwerking van hen van wie men hulp verwachten kon en moest; wij laken niet de handelwijze van sommige leden, die een bespotting en onteering waren voor het vaan del, dat ze eenmaal trouw zwoeren, wij wij zen oorzaak en gevolg huiten bespreking latende ook alweer op gebrek aan geld. Wij zouden voort kunnen gaan en onze le zers kunnen wijzen op de enorme sommen die ten koste worden gelegd aan het R. K. bijzonder onderwijs, dat met een zoo wassen de, helaas slechts zeer weinig bezittende be volking voortdurend zulk een groote uitbrei ding vraagt. Wij zouden kunnen wijzen op 't schrikbarend groot getal van jongens (we noemen ze opzettelijk 't eerst) en meisjes, die geen schoolgeld kunnen betalen of betalen. Men staat er inderdaad versteld van, hoe alles nog betaald wordt, dat alles nog be taald wordt. Wij zouden kunnen voortgaan en u een lijst voor kunnen leggen van uitga ven, die de Hillegomsche E. K. Armenkas zich getroosten moet; een lijst lang en zwaar eti die echter niet die afmetingen behoefde te hebben, was er bij sommigen meer gevoel van eigenwaarde en werklust en overleg en spaarzaamheid Of wijst het niet op diepen ernst dat be halve de gewone inzamelingen, 't vorig jaar een buitengewone inzameling moest gehou den worden (die onze bekende edele weldoe ners zoo waardig bedachten) omdat de in komsten de uitgaven onmogelijk meer konden dekken? Ik zou voort kunnen gaan en wijzen op ons R. K. Armenhuis of St. Jo- seph-Gesticht, nog voor zoo kort nieuw ge bouwd en dat binnen enkele jaren allicht toch weer te klein zal zijn; op onze kerk en pastorie, die dringend, smeekend en biddend om verbetering vragen. Maar wij eindigen; het is een gebrek dat onze pen eenmaal vaar dig geworden, voortschrijft als vanzelf. Sa menvattend kunnen we zeggen; er is veel geld noodig en... weinigen kunnen veel ge ven. Hoe worden we dan geholpen in nood? In een volgenden brief hopen we hierop hot antwoord te geven voor zooverre we kunnen; tegelijkertijd komt dan de bedoelde circulaire in bespreking. HILLEGOMMER, Onrust. Er schijnt in Spanje onrust te heersehen ten gevolge van de wet op den persoonlijken dienstplicht, door Canalejas af gekondigd, alvorens deze n'oig (door de C'ortes goedgekeurd is. (In Spain je gaat dat zoo maar 1) Vele handelsondernemingen, vereenigingen van lniisvialders. en gemeenteraadsleden -van Barcelona, Sal)adel 1 en andere groote plaat sen hebben een krachtig protest tegen de directe toepassing .van deze wet doen hoio- ren. De Kamer van Koophandel van Gerona heeft zich in gelijken zin tot de regeerinig gewend. Canalejas heeft een telegram gestuurd aan den al cade wan Barcelona, wlaiarin hij zijn verwondering uitspreekt. d.a,t de protesten tegen deze democratische" wet juist en uit sluitend komen uït de provincies, waarde meest ,,vooruit,strevenden" gevohden wor den! De theorie en de practijk denkelijk! volgens de nieuwe wet zijln alle gezonde Spanjaarden dienstplichtig; na vijf maan den dienst kan men izicli edit or voor de semma. van 1000 pesetajs (pl.m. 440) vtrij- koópen. lot nu toe kon iedereen zich vrij- kcopen Voor 15Ö0 pesetas, hetgeen aanlei ding gaf tot de onlusten bij het inschepen der troepen naar Melilla, in 1909 en verleden jaar. Koude te New-York. In de omstreken van "New-York heerscht buitengewone koude. Do oudste menschen herinneren zich niet ooit zoo veel ijs in de Hudson-rivier te hebben gezien. Men is met automobielen over de toegevroren rivier gereden van TaDytown naar Albany, over een afstand dus van 110 K.M. Er woeden bovendien hevige sneeuwstormen, zoodat op verschillende plaatsen het spoorwegverkeer ge staakt moest, worden. Sinds Vrijdagochtend is geen enkele trein nit Oswego vertrokken en is er ook geen binnengekomen. Tussehen ge noemde plaats en Fulton zijn vier treinen in de sneeuw blijven steken. De Trans-Atlantische stoomschepen hebben de grootste moeite om de haven v,an New-York binnen te komen. Het kind van Monaco. Uit Monte Carlo wordt gemeld, dat in het vorstelijk slot de prinses Charlotte van Monaco, de dochter van den erfprins, i» aangekomen. Wie de genealo gie van dit Montecjarlaansche vorstenhuis kent, weet, dat de erfprins van zijn vrouw gescheiden is, en dat dit de kwestie der troonsopvolging in Monaco tot een voortdurend onderwerp van be spreking maakt. Prinses Charlotte is wel de dochter van prins Louis, maar uit een morgana tisch huwelijk. Jarenlang heeft de regeerende vorst Albert van Monaco met zijn zoon over dit huweljjk en die dochter overhoop gelegen, en nu plotseling wordt het 14-jarig meisje als „prin ses" erkend en heeft zij in het vorstelijk slot een woning gekregen. Dit. kan van invloed zijn voor de troonsopvolging in Monaco. Tot nog toe was de vermoedelijke opvolger, als de erfprins kinderloos komt te overlijden, de hertogelijke familie van Urach, een zijlinie van de Wurtem- bergsche koningsfamilie. Maar de FranBche re geering en de Fransche vrienden v,an vorst Al- bert zouden niet graag ïn deze kleine, maar rijke enclave in Franseh grondgebied, een Duitsche vorstenfamilie aan het bestuur zien komen. Vandaar, wellicht, de erkenning van de dochter uit het morganatische huwelijk van prins Louis, als prinses van Monaco. GOUDEN VIJFGULDENSTUKKEN. Nu er weder sprake is vain de invoering van gouden vij fgu 1 denstukken, zal het mis schien den lezers belang inboezemen iets te vernemen van deze munten, onder Willem I en II geslagen. De wet v'a:n 28 Sept. 1816 verklaarde tot standpenning in goud het tienguldenstuk en bepaalde zijn gehalte en gewicht, terwijl de wet viah 22 Dee. 1825 (Staatsblad no. 80) bepaalde, dat om bij gebrek aan eene vol doende hoeveelheid zilveren standpenningen bij betalingen va'n gering bedrag de schei ding gemakkelijker te maken, behalve de gouden tienguldenstukken ook gouden vijf- guldenstukken zouden worden ingevoerd. De eerste muntslag dezer nieuwe stukken bad plaats in 1826, en de stempels ervan werden gesnedc» door den graveur J. H. Braemt te Brussel. Zij vertoonden liet naar links gewende borstbeeld des Konings', waaronder het tee ken van den graveur Braemt, eene ster, en hebben tot omschrift: Willem Koning der Ned G. H. V. L. Op de keerzijde staaf het gekroonde Rijks- wapen met ter weerszijden de waairde-aahdui- ding 5—G en boven het wapen het jaartal. Omschrift: Munt van het Koninkrijk der Nederlanden. De munten werden met het jaartal 1826 en 1827 te Brussel en met 1827 ook te Utrecht geslagen. De te Utrecht ge slagene hebben op de keerzijde aaln den voet van het wapen het muntteeken va'n Utrecht (fakkel en Mereimusstaf),' die te Brussel geslagen zijn voeren op de keerzijde een palmtak en de letter B. Te Brussel werden er --met hoi.-jaartal 1826 en 1827 niet minder dan 695,694 en 1,774,2.17 stuks geslagen, terwijl er met het jaartal. 1827 te Utrecht. 517,828 vervaardigd wer den. Geen wonder, dat deze stukken dan ook nog zoo veelvuldig voorkomen. Onder Koning Willem II werd de gravure van de nieuwe stempels voor liet gouden vijf guldenstuk aian J. P. Schouberg opge dragen, en zijn er onder de regeering van dien vorst alken in 1843 van die munten geslagen. Met machtiging des Konings werd besloten om het oiok in andere landen be; staande gebruik te volgen en de beeltenis van den tegenover ge-stelden kant te nemen als op de munten vain^ zijn voorganger. Zij vertoonen dan ook het naar rechts gewen de borstbeeld des konings met omschrift Willem II Koning der Ned. ff. H! V. li en den naam van den graveur op de af snede van den hals. De keerzijde komt. over een met de tegenzijde yan de hierboven ver melde munten van zijn voorganger. Deze stukken zijn Vrij zeldzaam, daar er slechts 1595 Van geslagen zijn. Onder Koning Willem III zijn er geen vijf guldenstukken vervaardigd, wel, evenals trouwens ook onder Willem II, halve nego tiepenningen. die ongeveer 5 gulden waar de hadden', Idoch geen wettig betaalmiddel waren, maai' ter behoevevajn den buiten- landselien handel waren ingesteld. Wel werd in 1873 en 187;a een voorstel ge daan om het vijf guldens tuk weder in te voe ren, maar deze voorstellen wei-den verwor pen. „HET LEVEN" EN DE WAGENINGSCHE BRIEFKAARTEN. .Wij hebben onlangs al eens gewaarschuwd te gen het lezen van „Het Leven", dat er zich op toe schijnt te leggen bij on'sf de Parijsche bou- levard-prikkellectuur te propageeren. Thans ves tigt ook de „Tijd" de aandacht op dit tijd schrift in het volgende stukje: De mogelijke bedenking, dat wij door de ver melding en bespreking van „Het Leven" reclame maken voor genoemd tijdschrift, kan ons niet weerhouden, ernstig onze geloofsgenoolen te waarschuwen tegen inhoud en strekking van „Het Leven"; te meer wijl genoemd tijdschrift zoo druk gecolporteerd wordt; men dringt het u letterlijk aan de stations op. Op die manier is het dan ook mogelijk, dat het tijdschrift ver melden kan: „Ons vorig nummer uitverkocht". Het komt ons hoogst gewaagd voor (om geen sterker woord te gebruiken), dat de redactie het a-andorst om prentbriefkaarlen, die door den commissaris van politie te Wageningen in beslag genomen waren, te reproduceeren. Die prent briefkaarten waren geconfiskeerd, naar aanlei ding van de schunnige laai, die door kleine jongens bij het bezien der prentbriefkaarlen voor het raam van den boekhandelaar E. werd uit geslagen, zooals de Amslerdamsche Correspon dent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" dezer dagen mededeelde. Wat blijkt nu echter achteraf? Dat de prentbricikatarten, die in beslag genomen werden (ééne uitgezonderd) niet dezelf de zijn, als die in „Het Leven" werden opge nomen. De redactie bracht echter het publiek in den waan, dat hel dezelfde waren en 'specu leerde daardoor blijkbaar op de ongezonde nieuwsgierigheid van het publiek. Hoe nu ech ter zulk een handelwijze te qualificeeren? De gegeven prentbriefkaarten en andere gravures zijn nog schunnig genoeg, om eene waarschuwing aan katholieke reizigers en lezers niet overbodig te makenja, zelfs „Het Leven" aan onze ge- looPsgenooten Ie signaleeren als een product, waarop de advertentie van „Voor Eer en Deugd" toepasselijk is, die in elk katholiek blad voor komt, en misschien niet genoeg de aandacht trekt van het lezend publiek, weshalve wij er hier de aandacht nog eens op vestigen. Wij behoeven hier niet bij te voegen dat deze regelen onzen vollen bijval hebben. Doch wij vragen ons af, welke redenen katholieken kun nen hebben om een tijdschrift als „Het Leven" te koopen. De Katholieke Illustratie, die wat inhoud en illustratie betreft, met de beste tijd schriften in ons land kan wedijveren, vermag toch zeker wel aan reizigers e.a. een aangena me verpoozing te verschaffen, en op de tafel in de huiskamer behoort een blad als „Het Leven" zeker niet tehuis. Armoede. In Friesland heerscht onder een deel der schippersbevolking groote armoede. Vele schepen zijn, overvallen door de strenge vorst, zonder hun bestemming te kunnen bereiken, op de reis ingevroren. Wel is, toen er goed ijs was, door velen meermalen als baanveger of als prijs winner bij hardrijderijen een goed daggeld gemaakt,, maar sedert den ingevallen dooi zijn alten zonder verdiensten. Naar w ederopening der scheepvaart wordt dooi de schippers zeer verlangd. Invoer van Zweedsch vleesoli in Nederland. De Deensehe consul-generaal te Rotterdam berichtte ter zake het volgende aatn zijn re- geering. Drie Nederlandsche veekoopers hebben kort geleden een proef genomen, welke veel belangstelling heeft gewekt, zoowel bij het publiek als in handelskringen. Aan het einde van December 1.1. werd via Hamburg' een zending buitenlamdsch verseli rundvleeseh, in liet geheel 85 kar kassen, aangevoerd, welke a'ts volgt verdeeld weid. over de grootste steden: Amsterdam 40, Rotterdam 15 en s Gravenhage 30 'stuks. Het weid aan de markt gebracht tegen een prijs, welke 6 a 10 .cents lager was da,n die van tweede kwaliteit binnen landseh leesch etn viel bij het publiek zeer in den smaak. Het vleesch, waarvan hier sprake is. is afkomstig van Zweedsehe ossen en voor zoo ver de schrijver heeft kunnen na,gaan, uit sluitend van oude dieren en derhalve niet van de beste kwaliteit, doch gezond en versch. Het werd verkocht dootr kleine win kels en voornamelijk aan de arbeidersbevol king. De drie importeurs hebben nu een dépot te Malmö opgericht, waar op Nederlandsche wijze geslacht wordt en van waar liet vleesch in koelwagens naar Nederland wondt vervoerd. Om het vleesch te kunnen invoeren, heeft men een vergunning van liet Ministerie van Landbouw moeten verwerven, hetwelk tevens heeft Voorgeschreven, dat na der aangeduide organen n.l. hart. longen, lever', milt. benevens de kop met de tong, niet Van het dier verwijderd mogen worden. De kosten1 der verzending worden ge raamd 'op 10 a 11 ore per pond. ui. vracht 5 öre, accijns 4 öre en andere kosten (in spectierechten enz.) 1 a 2 öre. Men neemt aan, dat aan de Zweedsehe verko-opers o.a. 30 öre per pond in geslachten toestand is uitbetaald. De schrijver heeft, met het oog op een eventueelen invoer uit Denemarken, over deze proefnemingen een onderhoud gehald met een vakman. Deze meende, da.t voor Deentsehe koeien 35 a 36 öre per pond zou kunnen worden betaald voor dezelfde kwa liteit (oude koeien). Te zamen met drie an dere verko-opers té Rotterdam zou de be doelde vakman aan het einde van Januari naar Denemarken en Zweden vertrekken, ten einde ter plaatse de mogelijkheid van ver deren invoer te onderzoeken. GEWISSELDE STUKKEN. WIJZIGING LEERPLICHTWET. Verschenen is het wetsontwerp tot gecleelle lijke herziening van de leerplichtwet. Hoewel het gebied, door de wet bestreken, niet wordt uitgebreid, wordt het nauwkeuriger omschreven door een nieuwe bepaling, die het aantal jaren gedurende welke onderwijs moet worden genoten, eerst doet meetellen sedert het zesde jaar. Verder wordt o.m. artikel I geheel anders ge redigeerd om de verantwoordelijkheid van vader, moeder, voogd enz. voor het schootgaan der kinderen ook vast te stellen, voor 't geval dezen niet hij een van bovengenoemden inwonen. Met het volbrengen van het dertiende jaar zal het kind voorlaan vrij zijn en dus niet meer de klasse waarin het zit geheel moeten door- loopen. De bevoegdheid van den schoolopziener om een door het schoolhoofd als ongeoorloofd aan gemerkt verzuim alsnog lot de geoorloofde, te rekenen wordt uitgebreid door de bepaling, dat hij ook omgekeerd, een verzuim, dat het school hoofd geoorloofd acht, onder de ongeoorloofde brengen kan. De administratieve handelingen die gedaan moeien worden voordat tot vervolging kan wor den overgegaan worden vereenvoudigd en inge kort, zoodat zij binnen drie weken kunnen af- loopen. De memorie van toelichting zegt, dat het ont werp werd ingediend omdat de practijk eenige leemten had aangetoond. RIJ KSPOSTSPAARBANK. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de wet op de Rijkspostspaarbank. Het weisontwerp strekt in hoofdzaak tot ver ruiming van het be'.eggingsveld van de aan de Rijkspostspaarbank toebehoorende kapitalen. De ministens van waterstaat en van linanciën achten het wenschelijk, in de wet te bepalen, dat, evenals left opzichte van de voor aankoop in aanmerking komende effecten is voorgeschreven, jaarlijks door den raad van toezicht, onder goed keuring van de ministers van waterstaat en van financiën, een lijst zal worden vastgesteld van de fondsen, welke door de spaarbank in be leen ing mogen worden genomen. De directie van de Nederlandsche Bank heeft zich zonder eenig voorbehoud verklaard voor losmaking van den thans in dit opzicht tussehen die Bank en de Rijkspostspaarbank bes taan den band. In de tweede plaats verdient het, naar de mee ning der regeering, aanbeveling, het aanleggen door de Rijkspostspaarbank van een buiteniand- sche wisselporlefeuille mogelijk te maken. De Nederlandsche Bank, welker directie te dezer zake als bij uitstek deskundig is aan te merken, is bereid bevonden zich met den aan koop en den verkoop van buitenlandsche wis sels voor de spaarbank te belasten. In de derde plaats wil de regeering de gele genheid openen tot belegging van spaarbank- gelden in buitenlandsche fondsen. Vermelding verdient eindelijk, dat een der be palingen beoogt, dat de kredielmiddelen dei spaarbank althans in beperkte mate ten goede komen aan het landbouwbedrijf en aan den handeldrijvendeu en industrieelen midden stand. Voor verschillende categorieën van beleggin< gen worden maxima gesteld. Auteursrecht. Bij de Tweede Kamer is thans ingekomen een wetsontwerp, houdende een nieuwe re geling van het auteursrecht. H 99 a-; Het geluid vail een sabel, die over den hob- beligen weg van Nointel voortsleepte, deed Tiinoleon het hoofd opheffen en een man, gekleed in eeu gestreept buis en met eene roode muts op het hoofd, verscheen aan het einde van het plein. De nieuwsgierige toeschouwers gingen eerbiedig terzijde om hem door te laten. Dit was dezelfde persoon, dien wij in het kreupelhout gezien bobben, waar de Lucien en Gabrielle bespiedde. Hij ging naar den brigadier toe en stelde Dein een vergezeld sclmjyeu ter hand. Burger brigadier, zeide hij, hier is de instructie, die de Gemeenteraad van Parijs u toezendt. Timoleon verscheurde de enveloppe en doorliep haastig de papieren, die er zich in bevondefl. Hm! bromde hij, een nijdig gezicht trek kend, ai weer arrestaties! Marius, want deze was de vreemdeling met de roode muts, dien wij achter de strui ken hebben zien ke-ea boorde gelukkig deze woorden niet, die op half brommenden, overstaaubaren toon gesproken werden, maar hij begreep er de beteekenis er wel van, want hij voegde er op gebiedenden toon hij: De Commune te Parijs rekent op je ijver en toewijding; bedenk wel, burger bri gadier, dat de Republiek, die hare ijverige dienaars weet te heloonen, eveneens verraders en onhandigen weet te straffen. Geduld was niet een van de eerste hoeda nigheden vau Timoleon, en zekere personen hadden het ongeluk hem door hun aanblik en woorden geweldig te prikkelen. Timoleon haalde minachtend de schouders op en sprong, dank zij zijne lange beenen, in den zadel zonder van de stijgbeugels gebruik te maken. De Saus-Culotte kreeg een kleur als zijn muts van toorn, en het paard hij den toom grijpend, zeide hij met een stem, die trilde van toorn, tegen den brigadier: Ik hen door de Commune hierheen ge zonden, en ik wacht op het antwoord, dat ik haar moet brengen. Als gij soldaat geweest waart, antwoord de Timoleon, zich houdende of hij het woord burger, dat de gelijkheid tussehen alle per sonen moest aanduiden, niet hoorde, dan zoudt gij weten, dat een soldaat altijd aan 1 een hem gegeven bevel moet gehoorzamen. Gij zult het bevel niet uitvoeren? Natuurlijk! ^*rivVOar^ was Kölmfkoosde uitdrukking van limoleou, wanneer hij zich opwond. En nu, voegde hij er bij, al praatjes ge noeg. laat den teugel van mijn paard los. Benoit is een goedaardig beest, maar als men hem hij den teugel grijpt, maakt hij soms rare sprongen, en ik voel aan zekere bewc- gingen, dat hij er niet op gesteld is verder kennis met u te maken. En inderdaad, of het paard de woorden van zijn meester begrepen had, schudde het de manen en beet woedend op zijn gebit dat het schuim er af liep- Een mooi, prachtig beest, zeide een oude hoer, die naderbij gekomen was en het dier vriendelijk op den rug klopte, terwijl hij de dunne poolen en de edele houding van het dier bewonderde. i Eoo, zoo, mijn vriend, ik hoor, dat je ver stand van paarden hebt, riep Timoleon uit, niet weinig in zijn schik over de loftuitingen van den hoer op zijn rijdier; 'tis werkelijk een prachtig, mooi heest, zooals je zeide; ik zou het voor geen honderd goudstukken wil len verkoonen. Brigadier, zeide Marius, die door dit ge sprek ongeduldig was geworden, je vergeet, dat er geen goudstukken meer zijn, men heeft ze vervangen door assignaten. Drommels! zeide Timoleon, dat weet ik maar al te goed, want ik krijg tegenwoordig geen andere betaling meer, dan met deze waardelooze papieren. Ha, aristocratische hond, je durft aan merkingen maken op het geld van de Repu bliek, en gij geeft de voorkeur aan het goud van den tiran.... Ik zal je hij de Commune aanklagen. En jij zult me uu het genoegen doen, te maken, dat je zoo gauw mogelijk onder mijn oogen uitkomt, of ik jaag je er naar toe, dan kun je zien, of ik er al hen.. Marius was, zooals men weet, hardnekkig en ging ook niet gauw op den loop. Hij ver roerde zich niet en zich tot de gendarmes wendend, die dit tooneel met onverstoorbare kalmte hadden aangezien, zeide hij hun: Mijne vrienden, ik klaag uw brigadier I aan van verraad jegens de Republiek; hij is i eeu verrader, arresteert hem, en ik beloof u i allen een mooie bevordering. Eeu veelbeteekenend gebrom was het eelti ge antwoord van den kleinen troep, die zag, dat haar aanvoerder even kalm bleef. Stilte daar in gelederen, riep de briga dier hun toe. En zich in de stijgbeugels op- richtend, pakte hij met ijzeren vuist zijne tegenpartij hij den kraag van zijn buis, i hield hem een oogenblik hoven den grond en smeet hem dan met zijn langen arm tien pas van zich af, dat de Sans-Culot op den grond neerbonsde. Marius slaakte een kreet van woede, en bracht de hand aan zijn sabel; maar betzij hij begreep, dat hij met zijn verminkte hand het wapen niet vlug genoeg hanteeren kon, j hetzij dat hij het onvoorzichtig oordeelde een strijd te beginnen, waarvan de uitslag niet twijfelachtig zou zijn, hij stak het wapen weer in de scheede. Ts goed, brigadier, zeide bij, wij zul len elkander nog wel nader spreken, en dan kunt gij er op rekenen, dat gij kennis zult maken met den beul. Dit gezegd bobbende, verdween hij, na den boeren een dreigenden blik te hebben toege worpen. Binnen weinige minuten was bij weer aan den ingang van het bosch en liet een eigen- aardigen kreet booren. Op dit signaal kwamen acht mannen uit het kreupelhout te voorschijn. De brigadier is een verraderr, zeide hij hun, en als wij zelf de handen niet uit de mouw steken, is onze zaak verloren. Geluk kig is thans alles in orde... en ik heb een dubbel bevel om deze aristocraten gevangen te nemen. Komt, mannen, aan het werk en geen tijd verloren. En het bosch verder ingaande 'met zijn? manschappen, volgde hij in alle stilte een klein voetpad, dat langs een grooten omweg naar de woning leidde, waar onze bannelin gen nu negen maanden ongestoord gewoond hadden. Na het vertrek van Marius herlas Timo leon nog eens met aandacht de papieren, die de Sans-Culot hem ter band gesteld had; onderdrukte een zucht en bromde op onte vreden toon: Vooruit, Timoleon, gij moet aan uw plicht gehoorzamenEen vervloekt am bacht, dat ik thans heb, dan was bet bij het regiment heel anders! En zich tot zijne manschappen wendend, vervolgde hij: Vooruit mannen, op weg! Vertrekken wij, brigadier» vroeg een dei gendarmen. (Wordt Tervolgdj

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5