TWEEDE BLAD" Opoffering beloond. BUITENLAND. BINNENLAND. Staten-Generaal. Occasions esessBEssejie es feeshuarz §si2. Hillegom's Allerlei. „Occasions". In Ben üa^dié Haarlem-Brussel. y O it S# 99 FEUILLETON Schets uit den tijd der Fransche Revolutie. NIEUWE NAARLEmSCHE COURANT IX. Wanneer ik zoo heel op mijn gemak zit te mijmeren, dan komt zoo vaak voor den geest, waarde lezers, al het wel en wee van ons goed Hillegom. Dan word ik soms wel wat kregel, zoo op me zelf als op ieder ander, en ilan denk ik: wat zit er in ons toch visscheu- bloed, wat zijn we toch lauw en loom en traag en kil en koud. Maar toch gij die nu leest als ik die hier zoo voetstoots schrijf wij pegrijpen het demonnetje van onvoldaanheid, van gemor en erger zóó goed, dat we hem éo rider nitstel den rug toekeer en; dat we weer het volle, rijke, heerlijke menschenleven ingaan, dat toch iets anders van ons vraagt dan overwegen en napleiten. En toch verstokt zondaar in dezen als ik me schelden moet ik kan nu eenmaal Piet de gedachten wegdringen dat hier zoo veel anders kon zijn en moest zijn. Zoo werkte 3ie kwelduivel weer allerhevigst op me in, toen ik een tweetal circulaires ontving (eentje voor 'tbreken!) die pleiten voor een B. K. Vereenigingsgebouw. Voor alles zeg ik dat, mijn nietig persoontje ook gaarne dit kenteeken van Roomsche eenheid zie verrij zen; dat ik er zelfs in onze „Nieuwe Haar- lemsche Courant", en waarschijnlijk reeds de volgende maal over spreken zal, doch dat nu niet kan, omdat ik mijn hart moet uit storten over wat ik zou durven noemen het wee van Hillegom. Ik zal mij- nader op dit punt verklaren. Er was een tijd, dat Roomscb Hillegom bezat een groepje wakkere mannen, die in de wintermaanden elke 14 dagen op 'n Maan dagavond van 7.30 tot 10, tot 11 uur soms bijeen kwamen, om zich te stalen met het bantser des geloofs, te omkleeden met wijs heid en kennis. Dat was de goede tijd der Debatingclub met zijn volijveren geestelijken adviseur, onzen uitnemendén oud-kapelaan de Boer; toen alle groote vraagstukken vap den dag werden onder de oogen gezien en men kon en durfde debatteerenDe club is niet dood, maar slaapt, zal men ons toe geven? Wij weten het! Wij weten dat de voor zitter geen enkelen avond meer over heeft ('s Maandags althans) om een vergadering te presideeren of hij te wonen! Wij weten dat er nog een boekrij van is, die in rustige rust blijft, omdat niemand der leden er een van vraagt! Wij weten, dat de vereeniging, schoon geheel den nu naar we hopen afge- Joopen winter geen enkel levensteeken ge vend, nog niet officieel is opgeheven. Maar zijn wij niet gerechtigd te vragen, of ook hier 3e dood niet beter is dan een blijvende zieke lijkheid? Het is niet aan ons, in hijzonder- heden na te gaan, wat de oorzaken mogen rijn van dit kwijnen, dat. naar we profetee- ren, verdwijnen worden zal; wij noemen slechts de zoo droevig' stemmende feiten. En toch wast Hillegom in bevolking, ook in aan tal katholieken blijft het stijgen, derhalve moet de oorzaak dieper liggen. Wij noemen de hoofdfactor: gebrek aan geld. Is <le toestand der pas genoemde ontwik- keli ngSClnT) al deerniswaardig, erbarmelijk is bet met het plaatselijk comité voor sociale actie, dat officieel reeds heeft opgehouden te bestaan. Ook deze zoo echt Roomsche ver eniging, die veelal hare bijeenkomsten hield 3es Zondags na de Hoogmis, heeft een kort stondig tijdperk gekend van bloei_ en leven belaas, dat leven heeft geheel uit.... Waar deze heide zoo nauwverwante organisaties, die elkaar kunnen aanvullen, steunen en be moedigen, in verval zijn, dat de een zieltogend is, de andere reeds is gestorven, daar moe ten we een zucht slaken: wat goeds blijft nu loch eens op Hillegom in stand? Ook hier is gebrek aan geld een gedeeltelijke verkla ring. 't Vorig jaar nog hadden onze heide Eerw. heeren kapelaans de goedheid geheel belan geloos elk een drietal apologetische avonden te geven. Vol waren de zalen telkens (een ge lukkig teeken!) Dit seizoen is geen enkele dergelijke avond georganiseerd, zeer waar schijnlijk omdat geen Roomsche vereeniging in den geest der Debatingclub of K. S. A. ieekenen van leven geeft, 'tls al weer jam mer en een „wee" onzer zoo geliefde plaats. Wij liehhen nog een Kruisverbond en een Maria-vereeniging; dat is zoo. Wie twijfelen mocht, vindt het bestuur van heide vermeld op de pas verspreide circulaire. Maar bloei? Is 't niet jammer dat er geen bloei is (al gloort er weder een klein vonkje van hoop), juist voor deze zoo ingrijpend edele vereenigin- gen en dat hier, waar inderdaad sterk ge dronken wordt door alle standen? Alweer: wij noemen niet alle oorzaken; we bespreken teen tegenwerking van hen van wie men hulp verwachten kon en moest; wij laken niet de handelwijze van sommige leden, die een bespotting en onteering waren voor het vaan del, dat ze eenmaal trouw zwoeren, wij wij zen oorzaak en gevolg buiten bespreking latende ook alweer op gebrek aan geld. Wij zouden voort kunnen gaan en onze le zers kunnen wijzen op de enorme sommen die ten koste worden gelegd aan het R. K. hijzonder onderwijs, dat met een zoo wassen de, helaas slechts zeer weinig bezittende be volking voortdurend zulk een groote uitbrei ding vraagt. Wij zouden kunnen wijzen op 't schrikbarend groot getal van jongens (we noemen ze opzettelijk 'teerst) en meisjes, die geen schoolgeld kunnen betalen of betalen. Men staat er inderdaad versteld van, hoe alles nog betaald wordt, dèlt alles nog be taald wordt. Wij zouden kunnen voortgaan en u een lijst voor kunnen leggen van uitga ven, die de Hillegomsche R. K. Armenkas zich getroosten moet; een lijst lang en zwaai en die echter niet die afmetingen behoefde te liehhen, was er hij sommigen meer gevoel van eigenwaarde en werklust en overleg en spaarzaamheid Of wijst het niet op diepen ernst dat be halve de gewone inzamelingen, 'tvorig jaar een buitengewone inzameling moest gehou den worden (die onze bekende edele weldoe ners zoo waardig bedachten) omdat de in komsten de uitgaven onmogelijk meer konden dekken? Ik zou voort kunnen gaan en wijzen op ons R. K. Armenhuis of St. Jo- sefpli-Gestieht, nog voor zoo kort nieuw ge bouwd en dat binnen enkele jaren allicht toch weer te klein zal zijn; op onze kerk en pastorie, die dringend, smeelcend en biddend om verbetering vragen. Maar wij eindigen; het is een gebrek dat onze pen eenmaal vaar dig geworden, voortschrijft als vabzelf. Sa menvattend kunnen we zeggen: er is veel geld noodig en... weinigen kunnen veel ge ven. Hoe worden we dan geholpen in nood? In een volgenden brief hopen we hierop het antwoord te geven voor zooverre we kunnen; tegelijkertijd komt dan de bedoelde circulaire in bespreking. HILLEG OMMER. den erfprins, da aangekomen. Wie de genealo gie van dit Montecjarlaansche vorstenhuis kent, weet, dat de erfprins van zijn vrouw gescheiden is, en dat dit de kwestie der troonsopvolging in Monaco tot een voortdurend onderwerp van be spreking maakt. Prinses Charlotte is wel de dochter van prins Louis, maar uit een morgana tisch huwelijk. Jarenlang heeft de regeerende vorst Albert van Monaeo met zijn zoon over dit huwelijk en die dochter overhoop gelegen, en nu plotseling wordt het 14-jarig meisje als „prin ses" erkend en heeft zij in het vorstelijk slot een woning gekregen. Dit kan van invloed zijn voor de troonsopvolging in Monaco. Tot nog toe was de vermoedelijke opvolger, als de erfprins kinderloos komt te overlijden, de hertogelijke familie van Uiach, een zijlinie van de Wurtem- bergsehe koningsfamilie. Maar de Fransche re geering en de Fransche vrienden van vorst Al- bert zouden niet graag in deze kleine, maar rijke enclave in Franseh grondgebied, een Duitsche vorstenfamilie aan het bestuur zien komen. Vandaar, wellicht, de erkenning van de dochter uit het morganatische huwelijk van prins Louis, als prinses van Monaco. Onrust. Er schijnt in Spanje onrust te hosradien ten gevolge van de wet op den persoonlijken dienstplicht, door Can ale j as af gekondigd, alvorens Ideze non idoor de Cortes goedgekeurd is. (In Spanje gaat dat zoo maar Vele handelsondernemingen, vereen igingen van huisvaders en gem een te raad.-!eden van Barcelona, Saibadell en andere groote plaat sen h ebben een krach tig protest tegen de directe toepassing .van doze wet doen hoio- ren. De Kamer van Koophandel van G er on a heeft zich in gelijken zin tot de regeering gewend. Oainalejas hooft een telegram gestuurd aiajn den alaade van Barcelona- wlaiarin hij zijn verwondering uitspreekt, dat de protesten togen deze „democratische" wet. juist en uit sluitend komen uït de provincies, waar de meest „voioruitstreveniden" gevonden wor den! De theorie en de practijk denkelijk Vclgenis, de nieuwe wet zijn alle gezonde Span ja,aaiden dieinjsiplieihtigna vijf ma^ïn- den dienst .kan men '!zich echter voor xle summa van 1000 pesetals (pl.m. 440) vtrij- koopen. .Tot nti toe Icon iedereen zich vrij- koopen voor 1500 pesetas, hetgeen aanlei ding gaï tot de onlusten bij het inschepen der troepen Waar Melilla, in 1909 en verleden ja;ar. Koude te New-York. In de omstreken van New-York heerscht buitengewone koude. De oudste nienscken herinneren zich niet ooit zoo veel ijs in de Iludson-rivier te hebben gezien. Men is met automobielen over de tocgevroren rivier gereden van Tanytown naar Albany, over een afstand dus van 110 K.M. Er woeden bovendien hevige sneeuwstormen, zoodat op verschillende plaatsen het spoorwegverkeer ge staakt moest worden. Sinds Vrijdagochtend is geen enkele trein uit Oswego vertrokken en is er ook geen binnengekomen. Tusschen ge noemde plaats en Fulton zijn vier treinen in de sneeuw blijven steken. De Trans-Atlantische stoomschepen hebben de grootste moeite om de haven van New-York binnen te komen. Het kiud van Monaeo. Uit Monte Carlo wordt gemeld, dat in het vorstelijk slot de prinses Charlotte van Monaeo, de dochter van GOUDEN VIJFGULDENSTUKKEN. Nu er weder sprake is van de invoering v:atn gouden vijfgulden,stukken, zal het mis schien den lezers belang inboezemen iets te vernemen van deze munten, onder .Willem I en II geslagen. De wet vjan 28 Sept. 1816 verklaarde tot standpenning in gioud het tienguldenstuk en bepaalde zijn gehalte en gewicht, terwijl de wet va'n 22 Dec; 1825 (Staatsblad no. 80) bepaalde, dat om bij gebrek aan 'eene vol doende hoeveelheid zilveren standpenningen bij betalingen vain gering bedrag 'de Schei ding gemakkelijker te maken, behalve de gouden tienguldenstukken otoik gouden vijf- guMenstukken zouden worden ingevoerd. De eerste muntslag dezer nieuwe stukken had plaats i:n 1826, en de stempels ervain werden gesneden door Iden graveur J. .P. "Braemt te Brussel. Zij vertoonden liet naar links gewende borstbeeld des Rollings, waaronder het tee ken Van den graveur Braemt, eene ster, en hebben tot omschrift: Willem Koning der Ned G. II. V. L. Op de keerzijde sta,at net gekroonde Rijks- wapen met, ter weerszijden de waairde-aahdui- ding 5—G en hoven het wapen het jaartal. Omschrift: Munt van het Koninkrijk der Nederlanden. De munten weiden met liet jaartal 1826 en 1827 te Brussel en met 1.827 ook te Utrecht geslagen. De te Utrecht ge slagene hebben op de keerzijde aatn den voet van het'wapen het muntteeken vapa Utrecht (fakkel en Meren rinss taf), die te Brussel geslagen zijn voeren op de keerzijde een palmtak en de letter B. Te Brussel weiden cr met het jaartal .1826 en 1827 niet minder dan 695,594 en 1,774,2.17 stuks geslagen, terwijl er met het jaartal 1827 te Utrecht 517,828 vervaardigd wer den. Geen wonder, dat deze stukken dan ook nog zoo veelvuldig voorkomen'. Ónder Koning Willem II werd de gravure van de nieuwe stempels voor het gouden vijf guldenstuk aan J P. Schouberg .opge dragen. en zijn er onder de regeering van dien vorst, alleen in 1843 van die munten geslagen. Met machtiging des Ke-hings werd besloten om het pok in andere landen be staande gebruik- te volgen en de beeltenis v an den tegenoverge stel den kalnt te nemen als op de munten vain zijn voorganger. Zij vertonnen dan ook het naar rechts gewen de borstbeeld des konings met omschrift: Willem II Koning dei" Ned. G. H1. V. J], en den naam van den gravgur op de af snede van den hals. De keerzijde komt over een met de tegenzijde van de hierboven ver melde munten van zijn voor ganger1. Deze stukken zijn vrij zeldzaam', daar er slechts ,1595 van geslagen zijn. Onder Koning Willem III zijn er geen vijfguMcnst,ukken vervaardigd, wel, evenals trouwens, ook onder WKJernULF, halve nego- tiepcmnmgvn. die ongeveer 5 gulden waar de hadden', Idoch geen wettig betaalmiddel waren, maiair ten behoeve vajn den buiten- la.ndsch en handel waren ingesteld. Wel werd in 1873 en 18 o een voorstel ge daan om het vijfgnldensiuk weder in te voe ren, maar deze voorstellen werden verwor pen. „HET LEVEN" EN DE WAGENINGSCHE BRIEFKAARTEN. .Wij hebben onlangs al eens gewaarschuwd te gen het lezen van „Het Leven", dat er zich op toe schijnt te leggen hij on'sf de Parijsche bou- levard-pr ikkellec tu ur te propageeren. Thans ves tigt ook de „Tijd'" de aandacht op dit tijd schrift in het volgende stukje: De mogelijke bedenking, dat wij door de ver melding en bespreking van „Het Leven" reclame maken Voor genoemd tijdschrift, kan ons niet weerhouden, ernstig onze geloofsgenooten te waarschuwen tegen inhoud en strekking van Het Leven"; te meer wijl genoemd tijdschrift zoo druk gecolporteerd wordt; men dringt het u letterlijk aan de stations op. Op die manier is het dan ook mogelijk, dat het tijdschrift Ver- metden kan: „Ons vorig nummer uitverkocht". Het komt ons hoogst gewaagd voor (om geen sterker woord te gebruiken), dat de redactie het aandorst om prentbriefkaarten, die door den commissaris van politie te Wageningen in beslag genomen waren, te reproduceeren. Die prent briefkaarten waren gecon'iskeard, naar aanlei ding van de schunnige taal, die door kleine jongens bij het bezien der prentbriefkaarten voor het raam van den boekhandelaar E. werd uit-1 geslagen, zooals de Amsterdamsche Correspon dent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant" dezer dagen mededeelde. Wat blijkt nu echter achteraf? Dat de prentbriefkaarten, die in beslag genomen werden (ééne uitgezonderd) niet dezelf de zijn, als die in „Het Leven" werden opge nomen. De redactie bracht echter het publiek in den waan, dat het dezelfde waren en 'specu leerde daardoor blijkbaar op de ongezonde nieuwsgierigheid van hel publiek". Hoe nu ech ter zulk een handelwijze te qualificeeren? De gegeven prentbriefkaarten en andere gravures zijn nog schunnig genoeg, om eene waarschuwing aan katholieke reizigers en lezers niet overbodig te maken; ja, zelfs „Het Leven" aan onze ge loofsgenooten Ie signaleeren als een product, waarop de adverlentie van „Voor Eer en Deugd" toepasselijk is, die in elk katholiek blad voor komt, en misschien niet genoeg de aandacht trekt van het lezend publiek, weshalve wij er hier de aandacht nog eens op vestigen. Wij behoeven hier niet bij te voegen dat deze regelen onzen vollen bijval hebben. Doch wij vragen ons af, welke redenen katholieken kun nen hebben om een tijdschrift als „Het Leven" te koopen. De Katholieke Illustratie, die wat inhoud en illustratie betreft, met de beste tijd schriften in ons land kan wedijveren, vermag toch zeker wel aan reizigers e.a. een aangena me verpoozing le verschaffen, en op de tafel in de huiskamer behoort een blad als „Het Leven" zeker niet tehuis. Armoede. In Friesland heerscht onder een deel der schippersbevolking groote armoede. Vele schepen zijn, overvallen door de strenge vorst, zonder hun bestemming te kunnen bereiken, op de reis ingevroren. Wel is, toen er goed ijs was, door velen meermalen als baanveger oi als prijswinner bij hardrijderijen een goed daggeld gemaakt, maar sedert den ingevallen dooi zijn a We n zonder verdiensten. Naar wederopening der scheepvaart wordt door de schippers zeer verlangd. Invoer van fSwcedsch vleesoh ia Nederland. De Dcenseho consul-generaal te Rotterdam berichtte ter zake het volgende aatn zijn re- gecring'. Drie Nederland >ehe veekpopers hebben kci'i geleden een proef genomen, welke veel belangstelling heeft gewekt, zoowel bij het publiek als in handelskringen. Aan het einde v-atn December j.l. werd via, Hamburg' een zending buiteniandsah versch rundvleesch, in het geheel 85 kar- kaïssen, aangevoerd, welke ais volgt verdeeld werd over de grootste steden; Amsterdam 40, Rotterdam 15 en k Gra.venh.age 30 stuks. Het werd aan de markt gebracht tegen een prijs, welke 6 a 10 .cents lager was dan die van tweede kwaliteit binnenl.andseh yieesch en viel bij het publiek zeer in den smaak. Het yleesdi, waarvan hier sprake is. is afkomstig van Zweedsche ossen en voor zoo ver de schrijver heeft kunnen nagaan, uit sluitend van oude dieren en derhalve niet van de beste kwaliteit, doch- gezond en versch. Het werd verkocht dook' kleine win kels en voornamelijk aan de arbeidersbevol king. De drie importeurs hebben nu een dépot te Mialmö opgericht, waar op Nederlandsche wijze geslacht wordt en van wajar het vleesch in koelwagens naar Nederland wordt vervoerd. Om het vlecsch te kunnen invoeren, heeft meln een vergunning van het Ministerie van Landbouw moeten verwerven, hetwelk tevens heeft voorgeschreven, dat ;ia- der aangeduide organen n.l. hart. longen, lever, milt. benevens de kop met de tong, niet van het dier verwijderd mogen worden. De kosten der verzending worden ge raamd "op 10 a 11 ore per pond, nl. vracht 5 öre, lajecijnis 4 öre en andere kosten (in spectierechten enz.) 1 a 2 öre. Men neemt aan', dat aaJn de Zweedsche verkoopers o.a, 30 öre per pond in geslachten toestand is uitbetaald. De schrijver heeft, met het oog op een eventueelen invoer uit, Denemarken, over deze proefnemingen een onderhond gehaid met een vakman. Deze meende, dat voor De etnische koeien 35 a 36 öre per pond zon kunnen worden betaald voor dezelfde kwa liteit- (oude koeien). Te zamen met drie an dere verkoopers te Rotterdam zou de be doelde vakman aan het einde van Januari naar Denemarken €n Zweden vertrekken, ten einde ter plaatse de mogelijkheid van ver deren invoer te onderzoeken. GEWISSELDE STUKKEN. WIJZIGING LEERPLICHTWET. Verschenen is het wetsontwerp tot gedeelte lijke herziening van de leerplichtwet. Hoewel het gebied, door de wet bestreken, niet wordt uitgebreid, wordt het nauwkeuriger omschreven door een nieuwe bepaling, die het aantal jaren gedurende welke onderwijs moet worden genoten, eerst doei meetellen sedert bet zesde jaar. Verder wordt o.m. artikel I geheel anders ge redigeerd om de verantwoordelijkheid van vader, moeder, voogd enz. voor het schoolgaan der kinderen ook vast te stellen, voor 't geval dezen niet bij een van bovengenoemden inwonen. Met het volbrengen van het dertiende jaar za! het kind voortaan vrij zijn en dus niet meel de klasse waarin het zit geheel moeten door- Ioopen. De bevoegdheid van den schoolopziener om een door het schoolhoofd als ongeoorloofd aan gemerkt verzuim alsnog tot de geoorloofde te rekenen wordt uitgebreid door de bepaling, dat hij ook omgekeerd, een verzuim, dat het school hoofd geoorloofd acht, onder de ongeoorloofde brengen kan. De administratieve handelingen die gedcan moeten worden voordat tot vervolging kan wor den overgegaan worden vereenvoudigd en inge kort, zoodat zij binnen drie weken kunnen af loop en. De memorie van toelichting zegt, dat het ont werp werd ingediend omdat de practijk eenige leemten had aangetoond. RIJKSPOSTSPAARBANK. Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van de wet op de Rijkspostspaarbank. Het wetsontwerp strekt in hoofdzaak to ver ruiming van het bèleggingsveld van de aan de Rijkspostspaarbank toebehoorende kapitalen. De ministers van waterstaat en van financiën achten het wenschelijk, in de wet te bepalen, dat, evenals ten opzichte van de voor aankoop in aanmerking komende effecten is voorgeschreven, jaarlijks door den raad van toezicht, onder goed keuring van de ministers van waterstaat en van financiën, een lijst zal worden vastgesteld van de fondsen, welke door de spaarbank in be leening mogen worden genomen. De directie van de Nederlandsche Bank heeft zich zonder eenig voorbehoud verklaard voor losmaking van den thans in dit opzicht tusschen die Bank en de Rijkspostspaarbank beslaan- den band. In de tweede plaats verdient het, naar de niee- ning der regeering, aanbeveling, het aanleggen door de Rijkspostspaarbank van een buitenLand- sche wisseiportefeuille mogelijk te maken. De Nederlandsche Bank, welker directie të dezer zake als bij uitstek deskundig is aan le merken, is bereid bevonden zich met den aan koop en den verkoop van buitenlandsche wis sel® voor de spaarbank te belasten. In de derde plaats wil de regeering de gele genheid openen tot belegging van spaarbank- gelden in buitenlandsche fondsen. Vermelding: verdient eindelijk, dat eender be palingen beoogt, dat de kredielmiddelen dei spaarbank althans in beperkte mate ten goede komen aan het landbouwbedrijf en aan den handeldrijvenden en industrieelen midden stand. Voor verschillende categorieën van belenin gen worden maxima gesteld. Auteursrecht. Bij Id/e Tweede Kamer is thans ingekomen een wetsontwerp, houdende een nieuwe re geling van het auteursrecht. 99 99 O.; Het geluid van een sabel, die over' den hob- beligen weg van Nointel voortsleepte, deed Timoleon het hoofd opheffen en een man, gekleed in een gestreept huis en met eene roode muts op het hoofd, verscheen aan het einde van bet plein. De nieuwsgierige toeschouwers gingen terbiedig terzijde om hem door te laten. i Dit was dezelfde persoon, dien wij in het yreupelhout gezien liehhen, waar de Lueien en Gabrielle bespiedde. Hij ging naar den brigadier toe en stelde nem een vergezeld schrijven ter hand. Burger brigadier, zeide hij, hier is de instructie, die de Gemeenteraad van Parijs u toezendt. Timoleon verscheurde de enveloppe en doorliep haastig' de papieren, die er zich in bevonden. Hm! bromde hij, een nijdig gezicht trek- ''T al weer arrestaties! Marius, want deze was de vreemdeling Joet do roode muts, dien wij achter de strui ken hebbeD zien Ineen boorde gelukkig deze woorden niet, die op half brommenden, overstaanharen toon gesproken werden, maar hij begreep er de beteekënis er wel van, want hij voegde er op gebiedenden toon bij: De Commune te Parijs rekent op je ijver en toewijding; bedenk wel, burger bri gadier, dat de Republiek, die hare ijverige dienaars weet te beloonen, eveneens verraders en onhandigen weet te straffen. Geduld was niet een van de eerste hoeda nigheden van Timoleon, en zekere personen hadden het ongeluk hem door hun aanblik en woorden geweldig te prikkelen. Timoleon haalde minachtend de schouders op en sprong, dank zij zijne lange beenen, in den zadel zonder van de stijgbeugels gebruik te maken. De Sans-Culotte kreeg een kleur als zijn muts van toorn, en het paard hij den toom grijpend, zeide hij met een stem, die trilde van toorn, tegen den brigadier: Ik hen door de Commune hierheen ge- j zonden, en ik wacht op het antwoord, dat ik haar moet brengen.' j Als gij soldaat geweest waart, antwoord de Timoleon, zich houdende of hij het woord burger, dat de gelijkheid tusschen alle per sonen moest aanduiden, niet hoorde, dan zoudt, gij weten, dat een soldaat altijd aan een hem gegeven bevel moet gehoorzamen. Gfi zult het hevel niet uitvoeren? Natuurlijk! Dit woord was de geliefkoosde uitdrukking van Timoleon, wanneer hij zich opwond. En nu, voegde hij er bij. al praatjes ge noeg. laat den teugel van mijn paard los. Benoit is een goedaardig heest, maar als men hem bij den tengel grijpt, maakt hij soms rare sprongen, en ik voel aan zekere bewe- gingen, dat hij er o'G op gesteld is verder kennis met u te maken. j En inderdaad, of het paard de woorden van zijn meester begrepen had, schudde het de manen en heet woedend op zijn gebit dat het I schuim er af liep. - j Een mooi, prachtig heest, zeide een oude hoer, die naderbij gekomen was en het dier vriendelijk op den rug klopte, terwijl hij de dunne pooten en de edele houding van het dier bewonderde. Zoo, zoo, mijn vriend, ik hoor, dat je ver stand van paarden hebt, riep Timoleon uit, j niet weinig in zijn schik over de loftuitingen van den hoer op zijn rijdier; 'tis werkelijk een prachtig, mooi beest, zooals je zeide; ik zou het voor geen honderd goudstukken wil- i len verkoopen. i Brigadier, zeide Marius, die door dit ge sprek ongeduldig was geworden, je vergeet, i dat er geeu goudstukken meer zijn, men heeft ze vervangen door assignaten. Di'oipmels! zeide Timoleon, dat weet ik j maar al te goed, want ik krijg tegenwoordig geen andere betaling meer, dan met deze waardelooze papiei'en. Ha, aristocratische hond, je durft aan merkingen maken op het geld van de Repu bliek, en gij geeft de voorkeur aan het goud van den tiranIk zal je hij de Commune aanklagen. En jij zult me nu het genoegen doen, te maken, dat je zoo gauw mogelijk onder mijn oogeii uitkomt, of ik jaag je er naar toe, dan kun je zien, of ik er al hen. Marius was, zooals men weet, hardnekkig en ging ook niet gauw op den loop. Hij ver roerde zich niet en zich tot de gendarmes wendend, die dit tooneel met onverstoorbare kalmte hadden aangezien, zeide hij hun: Mijne vrienden, ik klaag uw brigadier aan van verraad jegens de Republiek; hij is een verrader, arresteert hem, en ik beloof u allen een mooie bevordering. Een veelbeteekenend gebrom was het eeni ge antwoord van den kleinen troep, die zag, dat haar aanvoerder even kalm bleef. Stilte daar in gelederen, riep"Me briga dier hun toe. En zich in de stijgbeugels op richtend, pakte hij met ijzeren vuist zijne tegenpartij bij den kraag va'n zijn huis, hield hem een oogenblik hoven den grond en smeet hem dan met zijn langen arm tien pas van zich af, dat de Sans-Culot op den grond neerbonsde. Marius slaakte een kreet van woede, en bracht de hand aan zijn sabel; maar hetzij hij begreep, dat hij met zijn verminkte hand het wapen niet vlug genoeg hanteeren kon, hetzij dat hij het onvoorzichtig oordeelde een strijd te beginnen, waarvan de uitslag niet twijfelachtig zou zijn, hij stak het wapen weer in de scheede. 't Is goed, brigadier, zeide hij, wij zul len elkander nog wel nader spreken, en dan kunt gij er op rekenen, dat gij kennis zult maken met den heul. Dit gezegd hebbende, verdween hij, na den boeren een dreigenden blik te hebben toege- I worpen. j Binnen weinige minuten was hij weer aan den ingang van het bosch en liet een eigen- aardigen kreet hooren. Op dit signaal kwamen acht mannen uit i het kreupelhout te voorschijn. De brigadier is een verraden', zeide hij hun, en als wij zelf do handen niet uit de mouw steken, is onze zaak verloren. Geluk kig is thans alles in orde... en ik heb een dubbel hevel om deze aristocraten gevangen te nemen. Komt, mannen, aan het werk en geen tijd verloren. En het bosch verder ingaande met zijne manschappen, volgde hij in alle stilte een klein voetpad, dat langs een grooten omweg naar de woning leidde, waar onze bannelin- gen nu negen maanden ongestoord gewoond hadden. Na het vertrek van Marius herlas Timo leon nog eens met aandacht de papieren, die de Sans-Culot hem ter hand gesteld had; onderdrukte een zucht en bromde op onte vreden toon: Vooruit, Timoleon, gij moet aan uw plicht gehoorzamenEen vervloekt am bacht, dat ik thans heb, dan was het bij het regiment heel anders! En zich tot zijne manschappen wendend, vervolgde hij: Vooruit mannen, op weg! Vertrekken wij, brigadier? vroeg een der gendarmen (Wordt vervolgdJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 7