TWEEDE BLAD"
Opoffering beloond.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Staten-Generaal.
Occasions
esessBEssejie es feeshuarz §si2.
Hillegom's Allerlei.
„Occasions".
In Ben üa^dié
Haarlem-Brussel.
y O it S#
99
FEUILLETON
Schets uit den tijd der Fransche
Revolutie.
NIEUWE NAARLEmSCHE COURANT
IX.
Wanneer ik zoo heel op mijn gemak zit te
mijmeren, dan komt zoo vaak voor den geest,
waarde lezers, al het wel en wee van ons
goed Hillegom. Dan word ik soms wel wat
kregel, zoo op me zelf als op ieder ander, en
ilan denk ik: wat zit er in ons toch visscheu-
bloed, wat zijn we toch lauw en loom en traag
en kil en koud. Maar toch gij die nu leest
als ik die hier zoo voetstoots schrijf wij
pegrijpen het demonnetje van onvoldaanheid,
van gemor en erger zóó goed, dat we hem
éo rider nitstel den rug toekeer en; dat we
weer het volle, rijke, heerlijke menschenleven
ingaan, dat toch iets anders van ons vraagt
dan overwegen en napleiten.
En toch verstokt zondaar in dezen als
ik me schelden moet ik kan nu eenmaal
Piet de gedachten wegdringen dat hier zoo
veel anders kon zijn en moest zijn. Zoo werkte
3ie kwelduivel weer allerhevigst op me in,
toen ik een tweetal circulaires ontving
(eentje voor 'tbreken!) die pleiten voor een
B. K. Vereenigingsgebouw. Voor alles zeg ik
dat, mijn nietig persoontje ook gaarne dit
kenteeken van Roomsche eenheid zie verrij
zen; dat ik er zelfs in onze „Nieuwe Haar-
lemsche Courant", en waarschijnlijk reeds
de volgende maal over spreken zal, doch dat
nu niet kan, omdat ik mijn hart moet uit
storten over wat ik zou durven noemen het
wee van Hillegom. Ik zal mij- nader op dit
punt verklaren.
Er was een tijd, dat Roomscb Hillegom
bezat een groepje wakkere mannen, die in
de wintermaanden elke 14 dagen op 'n Maan
dagavond van 7.30 tot 10, tot 11 uur soms
bijeen kwamen, om zich te stalen met het
bantser des geloofs, te omkleeden met wijs
heid en kennis. Dat was de goede tijd der
Debatingclub met zijn volijveren geestelijken
adviseur, onzen uitnemendén oud-kapelaan
de Boer; toen alle groote vraagstukken vap
den dag werden onder de oogen gezien en
men kon en durfde debatteerenDe club
is niet dood, maar slaapt, zal men ons toe
geven? Wij weten het! Wij weten dat de voor
zitter geen enkelen avond meer over heeft
('s Maandags althans) om een vergadering te
presideeren of hij te wonen! Wij weten dat
er nog een boekrij van is, die in rustige
rust blijft, omdat niemand der leden er een
van vraagt! Wij weten, dat de vereeniging,
schoon geheel den nu naar we hopen afge-
Joopen winter geen enkel levensteeken ge
vend, nog niet officieel is opgeheven. Maar
zijn wij niet gerechtigd te vragen, of ook hier
3e dood niet beter is dan een blijvende zieke
lijkheid? Het is niet aan ons, in hijzonder-
heden na te gaan, wat de oorzaken mogen
rijn van dit kwijnen, dat. naar we profetee-
ren, verdwijnen worden zal; wij noemen
slechts de zoo droevig' stemmende feiten. En
toch wast Hillegom in bevolking, ook in aan
tal katholieken blijft het stijgen, derhalve
moet de oorzaak dieper liggen. Wij noemen
de hoofdfactor: gebrek aan geld.
Is <le toestand der pas genoemde ontwik-
keli ngSClnT) al deerniswaardig, erbarmelijk is
bet met het plaatselijk comité voor sociale
actie, dat officieel reeds heeft opgehouden
te bestaan. Ook deze zoo echt Roomsche ver
eniging, die veelal hare bijeenkomsten hield
3es Zondags na de Hoogmis, heeft een kort
stondig tijdperk gekend van bloei_ en leven
belaas, dat leven heeft geheel uit.... Waar
deze heide zoo nauwverwante organisaties,
die elkaar kunnen aanvullen, steunen en be
moedigen, in verval zijn, dat de een zieltogend
is, de andere reeds is gestorven, daar moe
ten we een zucht slaken: wat goeds blijft nu
loch eens op Hillegom in stand? Ook hier
is gebrek aan geld een gedeeltelijke verkla
ring.
't Vorig jaar nog hadden onze heide Eerw.
heeren kapelaans de goedheid geheel belan
geloos elk een drietal apologetische avonden
te geven. Vol waren de zalen telkens (een ge
lukkig teeken!) Dit seizoen is geen enkele
dergelijke avond georganiseerd, zeer waar
schijnlijk omdat geen Roomsche vereeniging
in den geest der Debatingclub of K. S. A.
ieekenen van leven geeft, 'tls al weer jam
mer en een „wee" onzer zoo geliefde plaats.
Wij liehhen nog een Kruisverbond en een
Maria-vereeniging; dat is zoo. Wie twijfelen
mocht, vindt het bestuur van heide vermeld
op de pas verspreide circulaire. Maar bloei?
Is 't niet jammer dat er geen bloei is (al gloort
er weder een klein vonkje van hoop), juist
voor deze zoo ingrijpend edele vereenigin-
gen en dat hier, waar inderdaad sterk ge
dronken wordt door alle standen? Alweer:
wij noemen niet alle oorzaken; we bespreken
teen tegenwerking van hen van wie men
hulp verwachten kon en moest; wij laken niet
de handelwijze van sommige leden, die een
bespotting en onteering waren voor het vaan
del, dat ze eenmaal trouw zwoeren, wij wij
zen oorzaak en gevolg buiten bespreking
latende ook alweer op gebrek aan geld.
Wij zouden voort kunnen gaan en onze le
zers kunnen wijzen op de enorme sommen
die ten koste worden gelegd aan het R. K.
hijzonder onderwijs, dat met een zoo wassen
de, helaas slechts zeer weinig bezittende be
volking voortdurend zulk een groote uitbrei
ding vraagt. Wij zouden kunnen wijzen op
't schrikbarend groot getal van jongens (we
noemen ze opzettelijk 'teerst) en meisjes, die
geen schoolgeld kunnen betalen of betalen.
Men staat er inderdaad versteld van, hoe
alles nog betaald wordt, dèlt alles nog be
taald wordt. Wij zouden kunnen voortgaan
en u een lijst voor kunnen leggen van uitga
ven, die de Hillegomsche R. K. Armenkas
zich getroosten moet; een lijst lang en zwaai
en die echter niet die afmetingen behoefde
te liehhen, was er hij sommigen meer gevoel
van eigenwaarde en werklust en overleg en
spaarzaamheid
Of wijst het niet op diepen ernst dat be
halve de gewone inzamelingen, 'tvorig jaar
een buitengewone inzameling moest gehou
den worden (die onze bekende edele weldoe
ners zoo waardig bedachten) omdat de in
komsten de uitgaven onmogelijk meer
konden dekken? Ik zou voort kunnen gaan
en wijzen op ons R. K. Armenhuis of St. Jo-
sefpli-Gestieht, nog voor zoo kort nieuw ge
bouwd en dat binnen enkele jaren allicht
toch weer te klein zal zijn; op onze kerk en
pastorie, die dringend, smeelcend en biddend
om verbetering vragen. Maar wij eindigen;
het is een gebrek dat onze pen eenmaal vaar
dig geworden, voortschrijft als vabzelf. Sa
menvattend kunnen we zeggen: er is veel
geld noodig en... weinigen kunnen veel ge
ven. Hoe worden we dan geholpen in nood?
In een volgenden brief hopen we hierop het
antwoord te geven voor zooverre we kunnen;
tegelijkertijd komt dan de bedoelde circulaire
in bespreking.
HILLEG OMMER.
den erfprins, da aangekomen. Wie de genealo
gie van dit Montecjarlaansche vorstenhuis kent,
weet, dat de erfprins van zijn vrouw gescheiden
is, en dat dit de kwestie der troonsopvolging in
Monaco tot een voortdurend onderwerp van be
spreking maakt. Prinses Charlotte is wel de
dochter van prins Louis, maar uit een morgana
tisch huwelijk. Jarenlang heeft de regeerende
vorst Albert van Monaeo met zijn zoon over dit
huwelijk en die dochter overhoop gelegen, en nu
plotseling wordt het 14-jarig meisje als „prin
ses" erkend en heeft zij in het vorstelijk slot een
woning gekregen. Dit kan van invloed zijn voor
de troonsopvolging in Monaco. Tot nog toe
was de vermoedelijke opvolger, als de erfprins
kinderloos komt te overlijden, de hertogelijke
familie van Uiach, een zijlinie van de Wurtem-
bergsehe koningsfamilie. Maar de Fransche re
geering en de Fransche vrienden van vorst Al-
bert zouden niet graag in deze kleine, maar
rijke enclave in Franseh grondgebied, een
Duitsche vorstenfamilie aan het bestuur zien
komen. Vandaar, wellicht, de erkenning van de
dochter uit het morganatische huwelijk van
prins Louis, als prinses van Monaco.
Onrust. Er schijnt in Spanje onrust
te hosradien ten gevolge van de wet op den
persoonlijken dienstplicht, door Can ale j as af
gekondigd, alvorens Ideze non idoor de Cortes
goedgekeurd is. (In Spanje gaat dat zoo
maar
Vele handelsondernemingen, vereen igingen
van huisvaders en gem een te raad.-!eden van
Barcelona, Saibadell en andere groote plaat
sen h ebben een krach tig protest tegen de
directe toepassing .van doze wet doen hoio-
ren.
De Kamer van Koophandel van G er on a
heeft zich in gelijken zin tot de regeering
gewend.
Oainalejas hooft een telegram gestuurd aiajn
den alaade van Barcelona- wlaiarin hij zijn
verwondering uitspreekt, dat de protesten
togen deze „democratische" wet. juist en uit
sluitend komen uït de provincies, waar de
meest „voioruitstreveniden" gevonden wor
den! De theorie en de practijk denkelijk
Vclgenis, de nieuwe wet zijn alle gezonde
Span ja,aaiden dieinjsiplieihtigna vijf ma^ïn-
den dienst .kan men '!zich echter voor xle
summa van 1000 pesetals (pl.m. 440) vtrij-
koopen. .Tot nti toe Icon iedereen zich vrij-
koopen voor 1500 pesetas, hetgeen aanlei
ding gaï tot de onlusten bij het inschepen
der troepen Waar Melilla, in 1909 en verleden
ja;ar.
Koude te New-York. In de omstreken van
New-York heerscht buitengewone koude. De
oudste nienscken herinneren zich niet ooit zoo
veel ijs in de Iludson-rivier te hebben gezien.
Men is met automobielen over de tocgevroren
rivier gereden van Tanytown naar Albany,
over een afstand dus van 110 K.M. Er woeden
bovendien hevige sneeuwstormen, zoodat op
verschillende plaatsen het spoorwegverkeer ge
staakt moest worden. Sinds Vrijdagochtend is
geen enkele trein uit Oswego vertrokken en is
er ook geen binnengekomen. Tusschen ge
noemde plaats en Fulton zijn vier treinen in de
sneeuw blijven steken.
De Trans-Atlantische stoomschepen hebben
de grootste moeite om de haven van New-York
binnen te komen.
Het kiud van Monaeo. Uit Monte Carlo
wordt gemeld, dat in het vorstelijk slot de
prinses Charlotte van Monaeo, de dochter van
GOUDEN VIJFGULDENSTUKKEN.
Nu er weder sprake is van de invoering
v:atn gouden vijfgulden,stukken, zal het mis
schien den lezers belang inboezemen iets te
vernemen van deze munten, onder .Willem I
en II geslagen.
De wet vjan 28 Sept. 1816 verklaarde tot
standpenning in gioud het tienguldenstuk en
bepaalde zijn gehalte en gewicht, terwijl de
wet va'n 22 Dec; 1825 (Staatsblad no. 80)
bepaalde, dat om bij gebrek aan 'eene vol
doende hoeveelheid zilveren standpenningen
bij betalingen vain gering bedrag 'de Schei
ding gemakkelijker te maken, behalve de
gouden tienguldenstukken otoik gouden vijf-
guMenstukken zouden worden ingevoerd.
De eerste muntslag dezer nieuwe stukken
had plaats i:n 1826, en de stempels ervain
werden gesneden door Iden graveur J. .P.
"Braemt te Brussel.
Zij vertoonden liet naar links gewende
borstbeeld des Rollings, waaronder het tee
ken Van den graveur Braemt, eene ster, en
hebben tot omschrift: Willem Koning der
Ned G. II. V. L.
Op de keerzijde sta,at net gekroonde Rijks-
wapen met, ter weerszijden de waairde-aahdui-
ding 5—G en hoven het wapen het jaartal.
Omschrift: Munt van het Koninkrijk der
Nederlanden. De munten weiden met liet
jaartal 1826 en 1827 te Brussel en met 1.827
ook te Utrecht geslagen. De te Utrecht ge
slagene hebben op de keerzijde aatn den voet
van het'wapen het muntteeken vapa Utrecht
(fakkel en Meren rinss taf), die te Brussel
geslagen zijn voeren op de keerzijde een
palmtak en de letter B.
Te Brussel weiden cr met het jaartal .1826
en 1827 niet minder dan 695,594 en 1,774,2.17
stuks geslagen, terwijl er met het jaartal
1827 te Utrecht 517,828 vervaardigd wer
den. Geen wonder, dat deze stukken dan
ook nog zoo veelvuldig voorkomen'.
Ónder Koning Willem II werd de gravure
van de nieuwe stempels voor het gouden
vijf guldenstuk aan J P. Schouberg .opge
dragen. en zijn er onder de regeering van
dien vorst, alleen in 1843 van die munten
geslagen. Met machtiging des Ke-hings werd
besloten om het pok in andere landen be
staande gebruik- te volgen en de beeltenis
v an den tegenoverge stel den kalnt te nemen
als op de munten vain zijn voorganger. Zij
vertonnen dan ook het naar rechts gewen
de borstbeeld des konings met omschrift:
Willem II Koning dei" Ned. G. H1. V. J],
en den naam van den gravgur op de af
snede van den hals. De keerzijde komt over
een met de tegenzijde van de hierboven ver
melde munten van zijn voor ganger1.
Deze stukken zijn vrij zeldzaam', daar er
slechts ,1595 van geslagen zijn.
Onder Koning Willem III zijn er geen
vijfguMcnst,ukken vervaardigd, wel, evenals
trouwens, ook onder WKJernULF, halve nego-
tiepcmnmgvn. die ongeveer 5 gulden waar
de hadden', Idoch geen wettig betaalmiddel
waren, maiair ten behoeve vajn den buiten-
la.ndsch en handel waren ingesteld.
Wel werd in 1873 en 18 o een voorstel ge
daan om het vijfgnldensiuk weder in te voe
ren, maar deze voorstellen werden verwor
pen.
„HET LEVEN" EN DE WAGENINGSCHE
BRIEFKAARTEN.
.Wij hebben onlangs al eens gewaarschuwd te
gen het lezen van „Het Leven", dat er zich op
toe schijnt te leggen hij on'sf de Parijsche bou-
levard-pr ikkellec tu ur te propageeren. Thans ves
tigt ook de „Tijd'" de aandacht op dit tijd
schrift in het volgende stukje:
De mogelijke bedenking, dat wij door de ver
melding en bespreking van „Het Leven" reclame
maken Voor genoemd tijdschrift, kan ons niet
weerhouden, ernstig onze geloofsgenooten te
waarschuwen tegen inhoud en strekking van
Het Leven"; te meer wijl genoemd tijdschrift
zoo druk gecolporteerd wordt; men dringt het
u letterlijk aan de stations op. Op die manier
is het dan ook mogelijk, dat het tijdschrift Ver-
metden kan: „Ons vorig nummer uitverkocht".
Het komt ons hoogst gewaagd voor (om geen
sterker woord te gebruiken), dat de redactie
het aandorst om prentbriefkaarten, die door den
commissaris van politie te Wageningen in beslag
genomen waren, te reproduceeren. Die prent
briefkaarten waren gecon'iskeard, naar aanlei
ding van de schunnige taal, die door kleine
jongens bij het bezien der prentbriefkaarten voor
het raam van den boekhandelaar E. werd uit-1
geslagen, zooals de Amsterdamsche Correspon
dent van de „Nieuwe Rotterdamsche Courant"
dezer dagen mededeelde. Wat blijkt nu echter
achteraf? Dat de prentbriefkaarten, die in beslag
genomen werden (ééne uitgezonderd) niet dezelf
de zijn, als die in „Het Leven" werden opge
nomen. De redactie bracht echter het publiek
in den waan, dat het dezelfde waren en 'specu
leerde daardoor blijkbaar op de ongezonde
nieuwsgierigheid van hel publiek". Hoe nu ech
ter zulk een handelwijze te qualificeeren? De
gegeven prentbriefkaarten en andere gravures
zijn nog schunnig genoeg, om eene waarschuwing
aan katholieke reizigers en lezers niet overbodig
te maken; ja, zelfs „Het Leven" aan onze ge
loofsgenooten Ie signaleeren als een product,
waarop de adverlentie van „Voor Eer en Deugd"
toepasselijk is, die in elk katholiek blad voor
komt, en misschien niet genoeg de aandacht
trekt van het lezend publiek, weshalve wij er
hier de aandacht nog eens op vestigen.
Wij behoeven hier niet bij te voegen dat deze
regelen onzen vollen bijval hebben. Doch wij
vragen ons af, welke redenen katholieken kun
nen hebben om een tijdschrift als „Het Leven"
te koopen. De Katholieke Illustratie, die wat
inhoud en illustratie betreft, met de beste tijd
schriften in ons land kan wedijveren, vermag
toch zeker wel aan reizigers e.a. een aangena
me verpoozing le verschaffen, en op de tafel
in de huiskamer behoort een blad als „Het
Leven" zeker niet tehuis.
Armoede. In Friesland heerscht onder een
deel der schippersbevolking groote armoede. Vele
schepen zijn, overvallen door de strenge vorst,
zonder hun bestemming te kunnen bereiken, op
de reis ingevroren. Wel is, toen er goed ijs
was, door velen meermalen als baanveger oi als
prijswinner bij hardrijderijen een goed daggeld
gemaakt, maar sedert den ingevallen dooi zijn
a We n zonder verdiensten.
Naar wederopening der scheepvaart wordt door
de schippers zeer verlangd.
Invoer van fSwcedsch vleesoh ia Nederland.
De Dcenseho consul-generaal te Rotterdam
berichtte ter zake het volgende aatn zijn re-
gecring'.
Drie Nederland >ehe veekpopers hebben
kci'i geleden een proef genomen, welke veel
belangstelling heeft gewekt, zoowel bij het
publiek als in handelskringen.
Aan het einde v-atn December j.l. werd
via, Hamburg' een zending buiteniandsah
versch rundvleesch, in het geheel 85 kar-
kaïssen, aangevoerd, welke ais volgt verdeeld
werd over de grootste steden; Amsterdam
40, Rotterdam 15 en k Gra.venh.age 30 stuks.
Het werd aan de markt gebracht tegen een
prijs, welke 6 a 10 .cents lager was dan die
van tweede kwaliteit binnenl.andseh yieesch
en viel bij het publiek zeer in den smaak.
Het yleesdi, waarvan hier sprake is. is
afkomstig van Zweedsche ossen en voor zoo
ver de schrijver heeft kunnen nagaan, uit
sluitend van oude dieren en derhalve niet
van de beste kwaliteit, doch- gezond en
versch. Het werd verkocht dook' kleine win
kels en voornamelijk aan de arbeidersbevol
king.
De drie importeurs hebben nu een dépot
te Mialmö opgericht, waar op Nederlandsche
wijze geslacht wordt en van wajar het
vleesch in koelwagens naar Nederland
wordt vervoerd. Om het vlecsch te kunnen
invoeren, heeft meln een vergunning van het
Ministerie van Landbouw moeten verwerven,
hetwelk tevens heeft voorgeschreven, dat ;ia-
der aangeduide organen n.l. hart. longen,
lever, milt. benevens de kop met de tong,
niet van het dier verwijderd mogen worden.
De kosten der verzending worden ge
raamd "op 10 a 11 ore per pond, nl. vracht
5 öre, lajecijnis 4 öre en andere kosten (in
spectierechten enz.) 1 a 2 öre. Men neemt
aan', dat aaJn de Zweedsche verkoopers o.a,
30 öre per pond in geslachten toestand is
uitbetaald.
De schrijver heeft, met het oog op een
eventueelen invoer uit, Denemarken, over
deze proefnemingen een onderhond gehaid
met een vakman. Deze meende, dat voor
De etnische koeien 35 a 36 öre per pond zon
kunnen worden betaald voor dezelfde kwa
liteit- (oude koeien). Te zamen met drie an
dere verkoopers te Rotterdam zou de be
doelde vakman aan het einde van Januari
naar Denemarken €n Zweden vertrekken, ten
einde ter plaatse de mogelijkheid van ver
deren invoer te onderzoeken.
GEWISSELDE STUKKEN.
WIJZIGING LEERPLICHTWET.
Verschenen is het wetsontwerp tot gedeelte
lijke herziening van de leerplichtwet.
Hoewel het gebied, door de wet bestreken,
niet wordt uitgebreid, wordt het nauwkeuriger
omschreven door een nieuwe bepaling, die het
aantal jaren gedurende welke onderwijs moet
worden genoten, eerst doei meetellen sedert bet
zesde jaar.
Verder wordt o.m. artikel I geheel anders ge
redigeerd om de verantwoordelijkheid van vader,
moeder, voogd enz. voor het schoolgaan der
kinderen ook vast te stellen, voor 't geval dezen
niet bij een van bovengenoemden inwonen.
Met het volbrengen van het dertiende jaar
za! het kind voortaan vrij zijn en dus niet meel
de klasse waarin het zit geheel moeten door-
Ioopen.
De bevoegdheid van den schoolopziener om
een door het schoolhoofd als ongeoorloofd aan
gemerkt verzuim alsnog tot de geoorloofde te
rekenen wordt uitgebreid door de bepaling, dat
hij ook omgekeerd, een verzuim, dat het school
hoofd geoorloofd acht, onder de ongeoorloofde
brengen kan.
De administratieve handelingen die gedcan
moeten worden voordat tot vervolging kan wor
den overgegaan worden vereenvoudigd en inge
kort, zoodat zij binnen drie weken kunnen af
loop en.
De memorie van toelichting zegt, dat het ont
werp werd ingediend omdat de practijk eenige
leemten had aangetoond.
RIJKSPOSTSPAARBANK.
Ingediend is een wetsontwerp tot wijziging van
de wet op de Rijkspostspaarbank.
Het wetsontwerp strekt in hoofdzaak to ver
ruiming van het bèleggingsveld van de aan de
Rijkspostspaarbank toebehoorende kapitalen.
De ministers van waterstaat en van financiën
achten het wenschelijk, in de wet te bepalen, dat,
evenals ten opzichte van de voor aankoop in
aanmerking komende effecten is voorgeschreven,
jaarlijks door den raad van toezicht, onder goed
keuring van de ministers van waterstaat en van
financiën, een lijst zal worden vastgesteld van
de fondsen, welke door de spaarbank in be
leening mogen worden genomen.
De directie van de Nederlandsche Bank heeft
zich zonder eenig voorbehoud verklaard voor
losmaking van den thans in dit opzicht tusschen
die Bank en de Rijkspostspaarbank beslaan-
den band.
In de tweede plaats verdient het, naar de niee-
ning der regeering, aanbeveling, het aanleggen
door de Rijkspostspaarbank van een buitenLand-
sche wisseiportefeuille mogelijk te maken.
De Nederlandsche Bank, welker directie të
dezer zake als bij uitstek deskundig is aan le
merken, is bereid bevonden zich met den aan
koop en den verkoop van buitenlandsche wis
sel® voor de spaarbank te belasten.
In de derde plaats wil de regeering de gele
genheid openen tot belegging van spaarbank-
gelden in buitenlandsche fondsen.
Vermelding: verdient eindelijk, dat eender be
palingen beoogt, dat de kredielmiddelen dei
spaarbank althans in beperkte mate ten
goede komen aan het landbouwbedrijf en aan
den handeldrijvenden en industrieelen midden
stand.
Voor verschillende categorieën van belenin
gen worden maxima gesteld.
Auteursrecht.
Bij Id/e Tweede Kamer is thans ingekomen
een wetsontwerp, houdende een nieuwe re
geling van het auteursrecht.
99
99
O.;
Het geluid van een sabel, die over' den hob-
beligen weg van Nointel voortsleepte, deed
Timoleon het hoofd opheffen en een man,
gekleed in een gestreept huis en met eene
roode muts op het hoofd, verscheen aan het
einde van bet plein.
De nieuwsgierige toeschouwers gingen
terbiedig terzijde om hem door te laten.
i Dit was dezelfde persoon, dien wij in het
yreupelhout gezien liehhen, waar de Lueien
en Gabrielle bespiedde.
Hij ging naar den brigadier toe en stelde
nem een vergezeld schrijven ter hand.
Burger brigadier, zeide hij, hier is de
instructie, die de Gemeenteraad van Parijs
u toezendt.
Timoleon verscheurde de enveloppe en
doorliep haastig' de papieren, die er zich in
bevonden.
Hm! bromde hij, een nijdig gezicht trek-
''T al weer arrestaties!
Marius, want deze was de vreemdeling
Joet do roode muts, dien wij achter de strui
ken hebbeD zien Ineen boorde gelukkig
deze woorden niet, die op half brommenden,
overstaanharen toon gesproken werden, maar
hij begreep er de beteekënis er wel van, want
hij voegde er op gebiedenden toon bij:
De Commune te Parijs rekent op je
ijver en toewijding; bedenk wel, burger bri
gadier, dat de Republiek, die hare ijverige
dienaars weet te beloonen, eveneens verraders
en onhandigen weet te straffen.
Geduld was niet een van de eerste hoeda
nigheden van Timoleon, en zekere personen
hadden het ongeluk hem door hun aanblik
en woorden geweldig te prikkelen.
Timoleon haalde minachtend de schouders
op en sprong, dank zij zijne lange beenen, in
den zadel zonder van de stijgbeugels gebruik
te maken.
De Sans-Culotte kreeg een kleur als zijn
muts van toorn, en het paard hij den toom
grijpend, zeide hij met een stem, die trilde
van toorn, tegen den brigadier:
Ik hen door de Commune hierheen ge-
j zonden, en ik wacht op het antwoord, dat
ik haar moet brengen.'
j Als gij soldaat geweest waart, antwoord
de Timoleon, zich houdende of hij het woord
burger, dat de gelijkheid tusschen alle per
sonen moest aanduiden, niet hoorde, dan
zoudt, gij weten, dat een soldaat altijd aan
een hem gegeven bevel moet gehoorzamen.
Gfi zult het hevel niet uitvoeren?
Natuurlijk!
Dit woord was de geliefkoosde uitdrukking
van Timoleon, wanneer hij zich opwond.
En nu, voegde hij er bij. al praatjes ge
noeg. laat den teugel van mijn paard los.
Benoit is een goedaardig heest, maar als men
hem bij den tengel grijpt, maakt hij soms
rare sprongen, en ik voel aan zekere bewe-
gingen, dat hij er o'G op gesteld is verder
kennis met u te maken.
j En inderdaad, of het paard de woorden van
zijn meester begrepen had, schudde het de
manen en heet woedend op zijn gebit dat het
I schuim er af liep. -
j Een mooi, prachtig heest, zeide een
oude hoer, die naderbij gekomen was en het
dier vriendelijk op den rug klopte, terwijl hij
de dunne pooten en de edele houding van het
dier bewonderde.
Zoo, zoo, mijn vriend, ik hoor, dat je ver
stand van paarden hebt, riep Timoleon uit,
j niet weinig in zijn schik over de loftuitingen
van den hoer op zijn rijdier; 'tis werkelijk
een prachtig, mooi beest, zooals je zeide; ik
zou het voor geen honderd goudstukken wil-
i len verkoopen.
i Brigadier, zeide Marius, die door dit ge
sprek ongeduldig was geworden, je vergeet,
i dat er geeu goudstukken meer zijn, men
heeft ze vervangen door assignaten.
Di'oipmels! zeide Timoleon, dat weet ik
j maar al te goed, want ik krijg tegenwoordig
geen andere betaling meer, dan met deze
waardelooze papiei'en.
Ha, aristocratische hond, je durft aan
merkingen maken op het geld van de Repu
bliek, en gij geeft de voorkeur aan het goud
van den tiranIk zal je hij de Commune
aanklagen.
En jij zult me nu het genoegen doen,
te maken, dat je zoo gauw mogelijk onder
mijn oogeii uitkomt, of ik jaag je er naar
toe, dan kun je zien, of ik er al hen.
Marius was, zooals men weet, hardnekkig
en ging ook niet gauw op den loop. Hij ver
roerde zich niet en zich tot de gendarmes
wendend, die dit tooneel met onverstoorbare
kalmte hadden aangezien, zeide hij hun:
Mijne vrienden, ik klaag uw brigadier
aan van verraad jegens de Republiek; hij is
een verrader, arresteert hem, en ik beloof u
allen een mooie bevordering.
Een veelbeteekenend gebrom was het eeni
ge antwoord van den kleinen troep, die zag,
dat haar aanvoerder even kalm bleef.
Stilte daar in gelederen, riep"Me briga
dier hun toe. En zich in de stijgbeugels op
richtend, pakte hij met ijzeren vuist
zijne tegenpartij bij den kraag va'n zijn huis,
hield hem een oogenblik hoven den grond
en smeet hem dan met zijn langen arm tien
pas van zich af, dat de Sans-Culot op den
grond neerbonsde.
Marius slaakte een kreet van woede, en
bracht de hand aan zijn sabel; maar hetzij
hij begreep, dat hij met zijn verminkte hand
het wapen niet vlug genoeg hanteeren kon,
hetzij dat hij het onvoorzichtig oordeelde een
strijd te beginnen, waarvan de uitslag niet
twijfelachtig zou zijn, hij stak het wapen
weer in de scheede.
't Is goed, brigadier, zeide hij, wij zul
len elkander nog wel nader spreken, en dan
kunt gij er op rekenen, dat gij kennis zult
maken met den heul.
Dit gezegd hebbende, verdween hij, na den
boeren een dreigenden blik te hebben toege-
I worpen.
j Binnen weinige minuten was hij weer aan
den ingang van het bosch en liet een eigen-
aardigen kreet hooren.
Op dit signaal kwamen acht mannen uit
i het kreupelhout te voorschijn.
De brigadier is een verraden', zeide hij
hun, en als wij zelf do handen niet uit de
mouw steken, is onze zaak verloren. Geluk
kig is thans alles in orde... en ik heb een
dubbel hevel om deze aristocraten gevangen
te nemen. Komt, mannen, aan het werk
en geen tijd verloren.
En het bosch verder ingaande met zijne
manschappen, volgde hij in alle stilte een
klein voetpad, dat langs een grooten omweg
naar de woning leidde, waar onze bannelin-
gen nu negen maanden ongestoord gewoond
hadden.
Na het vertrek van Marius herlas Timo
leon nog eens met aandacht de papieren, die
de Sans-Culot hem ter hand gesteld had;
onderdrukte een zucht en bromde op onte
vreden toon:
Vooruit, Timoleon, gij moet aan uw
plicht gehoorzamenEen vervloekt am
bacht, dat ik thans heb, dan was het bij het
regiment heel anders!
En zich tot zijne manschappen wendend,
vervolgde hij:
Vooruit mannen, op weg!
Vertrekken wij, brigadier? vroeg een der
gendarmen
(Wordt vervolgdJ