Cliché'tjes.
T»
lïu
IS1''
¥Zt
Opoffering beloond.
BINNENLAND.
Boekbeoordeeling.
Sc heepvaartberichten.
Amsterdamsche Bears.
Amsterdamsche Beurs.
Sg-i893/4
Occasions
sfOeeaslons
lu Bon üarahé
oyons,"
HaaHem-ir -§el.
Wie
S
feuilleton
II6
99
Schets uit den tijd der Fransche
Revolutie,
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT TSLSÜ?
ȏRE HYACINTHE. t
Dat doodsbericht was als de laatste vuur
pijl van een donderend, maar niet mooi vuur
werk.
In den ouderdom van 85 jaren is te Parijs
overleden Pater Hyaeinthe Loyson.
Zijne geschiedenis?
Hij werd geboren den löden Maart 1827
te Orleans in Frankrijk. Op den ouderdom
van 24 jaar was hij verhonden als hoogleeraar
in de wijsbegeerte aan het groote Seminarie
te Nantes. Vijf jaar later in 1856, werd hij
vicaris aan de St. Sulpice te Parijs, waar
hij zijn roem als redenaar vestigde. In 1859
werd hij novice van de Dominicanerorde; een
jaar later begon hij echter zijn noviciaat te
Broussey bij Bordeaux, als Karmeliet.
Er was een tijd, dat zijn naam door de
wereld klonk, als die van een groot kansel
redenaar enals katholiek hervormer.
Zijn leer was echter niet zuiver en de gees
telijke autoriteiten werden ongerust. In 1869
legde de generaal zijner Orde hem liet zwij
gen op. Loyson verliet het klooster en werd
geëxcommuniceerd.
Na het Vaticaansche Concilie richtte hij
zich tot de oude katholieke beweging. In
September 1871 nam hij deel aan het congres
der Oud-Katholieken. In 1872 brak hij zijne
geloften en volgde zijn huwelijk met eene
Amerikaansehe.
In 1873 werd père Hyaeinthe pastoor dei-
Christelijke Gemeente te Genève. Het beviel
hem ook daar niet en hij legde dat ambt
neder; hij ging voort op zijn dwaalwegen en
trachtte een eigen godsdienst te stichten; een
soort katholicisme zonder Paus. In 1879
stichtte hij de Gallicaansche Kerk en opende
een kapel, waar hij preekte en mis las in het
Fransch. Daarna geraakte hij in vergetel
heid en nu komt zijn doodsbericht als laatste
knallende vuurpijl van een groot vuurwerk,
doch ook dio zal weldra gedoofd zijn en er
rest dan niets meer, zelfs geen herinnering.
Ziehier in korte trekken het beeld van een
der schrikwekkendste aftakelingen, die een
mensch kan overkomen; St. Paulus'; „Ster
ren zijn van den hemel vallen" eens te meer
in werkelijkheid.
Ik heb naar bijzonderheden gezocht over
het afsterven van dezen in alle omstandig
heden zonderlingen man, wiens woord, ge-
echo'd door de machtige gewelven der Made
leine en Notre Dame, de heele wereld dan
met verbazing, dan met ontzetting vervulde
en wiens afval een rilling deed gaan door
het gemoed van vriend en vijand; die be
stemd was om een lichtende kaars te zijn op
don kandelaar en nn ten voorbeeld staat aan
de zwaksten onder de zwakkeren.
Helaas, ik heb ze gevonden, helaas. Ik had
gehoopt dat het einde een leugen van zijn
leven zou zijn geweest, dan had hij nog recht
gehad op mijn sympathie, ondanks den poel
van avérechtsche ijdelheid en trots, waarin
hij zijn groote gaven en zijn treurig leven be
smeurde. Want: afstootend is zeker de nest
geur op de tulpenvelden, doch wanneer de
bloemen in dit geval het berouw er op
te bloeien beginnen, heeft men slechts oog
voor het schoone, en vergeet men het 'wal
gelijke.
Helaas. Père Hyaeinthe heeft een dood
kist gemaakt voor zich zelf, terwijl hij ze
dacht te timmeren om er de H. Kerk in te
begraven. Mèt hem wordt zijn naam, zijn
roem, zijn dwergachtig-vecliten tegen Chris
tus' Kerk begraven en de H. Kerk stóót. Nó
is hij voor ons Loyson; wij hoopten hem Père
Hyaeinthe te mogen noemen.
De „Croix" meldt dat in de laatste uren
zich aan het sterfbed van Loyson steeds een
Armeniscli en een Grieksch schismatiek pries
ter en drie protestantscke dominé's bevon
den. Dat is het einde van dezen renegaat.
Hij stierf ongerust nooit is hij gerust ge
weest na zijn val steeds was hij diep onge
lukkig en dikwijls dacht hij er aan van zijn
dwaalspoor terug te keeren; hij miste don
moed. Nu stierf hij ongerust, bijna in ver
getelheid. Bü zijn sterfbed waren alle dwa
lingen vertegenwoordigd; alleen de waarheid
ontbrak.
Er schuilt een dramatische kracht tot ont
roeren in de geschiedenis van dezen man,
de herhaling van zoovele vóór haar.
Wat bracht hèm, die Gods Woord in alle
fijnheid leek te verstaan, ten val?
Je gaat nadenken en heven; een in zichzelf
braaf mensch raakt niet zoo vèr van huis,
als hij in nederigheid zijn kracht op God
houwt.
Je beeft en denkt; Zie toe dat gij niet valt;
sterren zijn van den hemel gevallen...
GEEN LECTUUR VOOR KATHOLIEKEN I
Een inzender schrijft in „De Tijd" het vol
gende
In een café „Het Leven" inziende, las ik in
het geval met de beeldkaarten uit Wageningen
het volgende
„Van alle oorden des lands en uit het buiten
land zelfs ontvingen de W. boekverkoopers
aanvraag om toezending der verboden kaarten,
in twee edities van „Het Leven" 'hebben haar
reproducties gestaan, .twee maal noodig gewor
den omdat de eerste maal de gaheele oplaag
van ons blad op één dag uitverkocht was, bij
honderdduizenden dus zijn deze „onzedelijke
kunstwerken" in ons land verspreid. En dat dit
alles gebeurd is, dat deze kaarten waarvan de
aanblik gevaar opleverde en die vroeger slechts
aan enkelen bekend en door enkelen gekocht
werden, thans onder de oogen van half Nederland
gekomen zijn, dat dus het omgekeerde bereikt
is van hetgeen men .zich voorstelde te erlan
gen, daarvan draagt of de nieuwe zedelijk-
heidswet of de Wageningsohe politiecommis
saris, die haar niet verstond, schuld."
Hoe vindt U deze conclusie van de redactie
van „Het Leven", is die niet verregaand bru
taal? Ja, want alleen de redactie van „Het Le
ven" is de schuld der verspreiding dezer kaar
ten. Had zij niet in haar aanplakbiljetten met
dikke letters bekend laten maken, dat deze
kaarten in „Het Leven" zouden komen te etaan,
dan hadden slechts enkelen van het bestaan
dezer kaarten afgeweten. Dit geschiedde nu
enkel uit winstbejag en reclamema/kerij, zooals
dit blad wel meer doet. En dit blad noemt zich
neutra,al. De afbeeldingen, die er in stonden,
waren dusdanig dat geen kind dat blad1 in 'han
den mocht krijgen. Katholieken, dit is weer het
zooveelste bewijs voor de waarschuwing geen
dergelijke bladen te koopen, niet alleen daarom,
m.aar met uw geld steunt gij ook de elechte
pers. Abonneert U op de Kath. Illustratie, dan
hebt U een mooi blad en goede lectimr en
steunt gii aldus de Katholieke pers,
„PLAN 1913".
De Centrale commissie voor plan 1913 ver
gaderde te Utrecht. Van het bestuur der Oar-
negie-stioliting w,as een brief ingekomen, met
mededeeling, dat hoewel krachtig geijverd
wordt voor de opening van het Vredespaleis in
Augustus 1913, voorals nog geen zekerheid- i»
te geven of dit zal gelukken.
De Centrale commissie meent evenwel met
haar plan 1913 te moeten doorgaan, omdat met
het oog op de voorbereidingen niet mogelijk is
te wachten to-t met zekerheid is te zeggen,
wanneer het Vredespaleis geopend zal kunnen
worden en ook omdat het tijdstip der opening
waarschijnlijk niet veel zal verschillen met het
aangekondigde.
Het Plan 1913 vindt veel sympathie. Reeds
zijn in 17 plaatsen tentoonstellingen in voorbe
reiding. In 1018 zullen in Nederland 7 inter
nationale congressen plaats hebben.
De volgende vereenigingen zijn uitgenoo-
digd zich in de Centrale commissie te doen ver
tegenwoordigen Kon. Ned. landbouwvereeni-
ging, Alg. Ned. Verbond, Ned. Vereen, voor lo-
eaalspoor- en tramwegen, Vereen, v. stoom-
vaartbelangen, Kon Ned. Zeil- en roeivereen.,
Ned. vereen, voor luchtvaart.
Met den Hotelhoudersbond wordt overleg ge
pleegd over middelen ter verbetering van de
hotels.
Aan den maaltijd, dien jhr. C. E. v. d. Poll
aan de leden der Centrale commissie aanbood,
zat ook Minister Talma aan, die zijn sympathie
met het plan 1913 uitsprak en steun der regee
ring verzekerde.
EGMONDSCHE TENTOONSTELLING 1912.
Men schrijft ons:
In een mooie duinvallei te Egmond aan Zee
zullen badgasten en passanten in het komende
seizoen een ongemeen schoon schouwspel kun
nen genieten.
De Egmondsche Tentoonstelling zal, om ge
heel in overeenstemming te -wezen met het
prachtige duinlandschap en de wijde zee, geheel
onderdak gebracht wroden in een aantal zware,
linnen ten-ten van diverse afmetingen. Deze
tenten zullen feestelijk versierd worden met
vlaggen, vaandels en baldakijns, terwijl alle
suppoosten, beambten alsook de bedienden van
exposanten en vermakelijkheden in middel-
eeuwscha dr,aoht gekleed zullen zijn.
Op een aangrenzend hoog duin zal een zeer
groote, ronde, antiek ingerichte veldheerstent
verrijzen, waar, hij die de held van Sint Quen-
tin en Grevelingen, graaf Lamoraal van Eg-
mond, voorstelt, zijn zetel zal hebben.
De meeste aandacht zal gewijd worden aan
het Red dings we i e n en het Comité hoopt
door algemeene medewerking deze afdeeling tot
een hóógst interessante te maken. In de 13
Februari gehouden vergadering, die door den
eere-voomtter, den burgemeester van Egmond
aan Zee, werd bijgewoond, zijn de statuten en
het huishoudelijk reglement goedgekeurd; is
besloten reohteperaoonlijikheid aan te vragen;
is de acte van het garantie-fonds geteekend en
zijn de werkzaamheden onder de verschillende
sub-comité'» verdeeld.
Om een gedeelte van de onkosten te bestrijden
wordt, behoudens koninklijke goedkeuring, «en
groote verloting gehouden, waarvan de trek
king in de maand September 1912 zal gsohie-
den ten overstaan van notaTis Mr. A. P. H. de
Lange te Alkmaar. De hoofdprijzen zullen een
waarde hebben vian ongeveer 12d00 en 4000
gulden
Het 10de Annuarium des
S.K. Studenten.
Het tiende Annuarium ligt voor das. Drie in
«stijl gehouden portieken van bekende meesters
b'ieden in de groptsch opgezette facade den in
gang tot het eigenlijke „Studentenwerk".
Wij zullen ons niet wagen aan betutteling van
deze, geheel buiten ons bestek liggende en boVen
onze lof verheven „entreé'-stukken, en met blijd
schap hebben wij ons vermeid in de Lijvige
„acta rerum jgestaruhi", waaruit een groot stuk
studentenleven voor ons oprijst. De meening
immers onder ons is er nog niet geheel uit,
dat de Roomsche Studentenactie louter bestaan
zou in een jaarlijksche bijeengebrachte verzame
ling sludieproduclen van „enkele" werkers, om
kranst met wat loover uit een of andere dieh-
tertuin; in wat gloeiende speechen op slecht
bezochte Vereenigingsavonden; m wat officieele-
righeid en wat op-de-groote-trom slaan bij fees
telijke gelegenheden, 'terwijl buiten die avonden
en gelegenheid de Rooinsche student zijn
Roomsch-zijn netjes aan de kapstok zou hangen
bij zijn zwarte gekleede jas en zijn hoogen hoed.
Het jaarverslag leert ons beter en geeft als
goede thermometer aan in welke gezonde at
mosfeer de Roomsche student leeft. Daar ia leven
in die kringen, de ramen staan er frisch open,
er heerscht geen duffe zieke kamerlucht, daar is
gezondheid: lp mala-de de porte trés bien.
Er was levendig contact met de centrales van
weten en gekloven; er werd gewerkt, veelzijdig'
en ln den goeden geest, er was belangstelling,
waardeering, beleving van het ware, goede en
edele.
De „In MemoriamV' met piëteit en collegiale
hartelijkheid spreken van droef verliezen aan
veel werkkracht, aan veel sympathie en harte
lijkheid; en we kunnen het begrijpen, waar
we in het jaarverslag van den sympalhieken
E. Hoelhans vonden opgeteekend, dat hij bij
inauguj-atie -der nieuwe led-en dezen toevoegde
„Van alle strijden, die we te voeren hebben,
„is de strijd tegen ons zelf de moeilijkste. Zon-i
„der haar is echte strijd naar, buiten nutteloos.
„Daartoe moeten we den godsdienst in ons gees
telijk leven blijven opnemen, wij moeten meer
ter kérke gaan en vaker de H.H. Sacramenten
„-ontvangen. S,prl zegt dit vopijal daarom zoo
„practiseh, wijl er zulk een schrille tegenstel
ling is tusschen de mystieke vroomheid, die
„ons soms tegenwaait uit ons annuarium en de
„pr act ijk vlan het rooms-ch studenten leven. Wij,
„;die bestemd zijn tot leiders van het katholiek,
„intellectueel leven, moeien meer verantwoorde-
„lijkhei-dsgevoel bezitten.
Pater Hendrichs vindt bij zijn portret een sym
pathieke en waarde erende beoordeeling van zijn
werken voor S. Thomas.
Het Retraite-verslag eert den manlijken schrij
ver, van der Eerden; de man met 'n heldere
blik, die de nuchtere waarheid neerschrijft zon
der ze te verhanden door allerlei draparies,
die z'n collega's een echte studentenfuif gunt
waarvan de gewone menschen rillen, maar die
dan ook van diezelfde menschen verlangt 'dat
de retraite van de Unie een echte en oen he-
melsche is, waartoe Je Paters Redemptoristen
de richting gaven, 't Ver-slag is pittig, keurig en
vooral behartenswaardig.
De Eerste Protestantsche ..'Martelaar" te 'sHer-
togenbosch leert ons niet slechts hoe een klei
ne toevalligheid ons in staat stellen kan een
groote waarheid te achterhalen, maar ook Hoe
de lijst van Protestanlsche bloedgetuige Christi
een grondige herziening broodnoodig heeft en
hoe een scherpzinnig criticus uit Lang vergeten
boeken een interessant en lezenswaardige studie
op Ikan diepen.
t Is misschien minder eerbiedig om wille van
de groole belezenheid die „de ontwikkelings
theorieën", verraden, om de vlotte stijl waarin
ze werden geschreven, om de noeste vlijt die
het geheel doet proeven, van dit stuk te dur
ven zeggen, dat we er eerst om gelachen heb
ben; geen studenten-vereen hing zonder fuif, geen
Annuarium zonder „ontwikkelingstheorie", wé
krijgen zoo zoetjes aan ln dit soort overproduc
tie.... Toch zal de aandachtige lezer zijn kennis
verruimen van de hypothese der erfelijkheid en
de aankleve van dien, en den talentvollen schrij
ver dankbaar zijn voor de klaarte van zijn be
toogd voor zijn gezonde redenaarstrant, al had
misschien wat minder citaat hel genot verhoogt.
„Meer en meer schijnt de zin voor het bur
leske te ontwaken. Een verblijdend leeken!
schrijft de Hoofdredactie in haar voorwoord,
wij hopen dat het zoo zijn moge.
De teekeningen, die dit Annuarium sieren be
wijzen het zeer zeker, al kunnen we de botte
profanatie van Numeri XIII. 23 niet anders dan
ten scherpste laken, (dat nietszeggende, de lollig
heid niet verhoogende prul ware beter achter
wege gebleven).
Maar of we het eens zijn met het voorwoord,
dat „de nar van Huddleslon Slates in de schijn-
dobdkist van de Groot gekropen schijnt te zijn,
we kunnen het niet zeggen, we hebben dat pret
tige dezicht thans niet erkend, en tever
geefs gezocht naar zijn schalsche zet en zijn
dichterlijke toon; de dichterlijkheid is dit jaar
zoo leuterig, en nietszeggend dat ik blij was
toen ik er vond:
GELUK.
O, dartele vlinder, o blij geluk
dacht ik te hebben opgevangen
Doch, toen ik' mijn handen opendeed
Was enkel wat slof blijven hangen
en
VERGAAN SCHOON,
Ach, is de ziel van ieder ding
Dat henen gaat herinnering
Is dat het welgelouterd goud
Dat ik vian alle schoon behoud.
Actum est., „Het is gedaan, zeggen we met
het guitige „Varium". Bernard v. W.
NEDERL'. STOOMVAARTLIJNEN.
"Koning Willem I, van Amsterdam naar Bata
via, arriv. 14 Febr. te Genua.
Menelaus, van Amsterdam naar Batavia, ver
trok' 10 Feb'r. van Algiers.
Sarpedon arriveerde 10 Feb'r. te Batavia van
Amsterdam.
Goenloer, van Batavia naar Rotterdam, pas
seerde 14 Febr. Kaap Finisterre.
Tjikini vertrok 1 4Febr. van Hamburg naar
Rotterdam.
Hollandia, van Buenos Ayres naar Amster
dam, arriv. 14 Feb'r. te Santos.
Prins Willem IV, van Amsterdam naar Para
maribo, pass. '14 Febr. St. Michaels.
Rijndam, van Newyork naar Rotterdam, werd
14 Eebr. 8 u. v.m. op 200 mijlen W. van Lizard
gesignaleerd.
Noordam, van de Holland— Amerikalijn, zal
17 Febr. 1.30 v.m. van Rotterdam naar Newyork
vertrekken.
de Indische soorten.
Tabaksmarki vast met tamelijkén hand
Speciaal in de duurdere soorten waarvan De-
li-Batavia .40 pet. honger nöteeren.
Mijn'waardetn beter.
HollanJsche Staatsfondsen flauw.
Russen prijshoudend.
Vorige
koer*
15 Februari.
N.
3 pCt. CerL Ned. W. S.
- Va P.Ct. Cert. j,
5 pCt. Tahaksl. Buig.
Zege 11. Buig.
4 pCt .Goudl. Hong. j
4 Oblig. Kronenrente.
5 pCL April—Ocloberrente
4 Jan.—Juiirente.
4 j, MeiNovemberrenl
4.V2 pCt. Portugal Tabak.
3
41/,
4
4
4
4
4
4
4
Obl. Ie Serie,
Iwangor Dombrowo
Rusland lftOÖ
Groote Russ.sp. 1898
Nicolai Sp.
Rusland 188Q
Zutd-\V«t
Rusland Hope
Rusland lS94 tie Em.
Rusland Binnenl.
5 pCt Imp. Loan Japan
4yt ObL le Serie
5. pCt Cuba 1904
•j het..
Opgegeven door F. Th. Everard.
De fondsenmarkt te New-York opende gis
teren in een vaste stemming, waarna voor
dé meeste soiorten eene kleine verbétering
plaats haft, welke gunstige stemming gedu
rende den geheelen beurstijd behouden bleef,
tot dat tegen het slot plotseling eene scherpe
reactie ontstond otp het bericht dat verschil
lende Spoorweg-majaitsehappijen behoefte aan
kapitaal hebben wat de markt ontstemde
waardoor de koersen voor verschillende soor
ten lager sluiten.
Dé ontzet op de Amerik. afdeeling aan o(n-
ze beurs was gering. Alleen in Steels en
Amalgamated wajs de .handel bevredigend.
Deze werden voor binnenlajnd'slcjhe rekening
verkocht en vondejn bij: de arbitrage plaat
sing. Fe.troieumwaarden prijshoudend voor
5 pCL Binnenl. Mexico.
5 GeudL ia p.St,
5 jpCL Funding Brazilië,
Labia in Si,
Para 1902 j
m Rio de Janeiro (F. D
Sfio Paula 1808
a pCt. Dominica
4 fiCL Algeni. Ü.B.K, 4
liaart H.B.K.
4 Nationals Ü.L.K.
A/s pCuNortti West pao. H.B.
pCt Argent H.B.L.
V dito Gedut a K.
A'/si a bug. Land c.Sp.
A and. Amalgamated Copper
Am. Gar en Fnurrurx
Am. Hide en Lsalhe
.United Slates Steel
Largo en Moorm.
Cult Mij. .Vorsteal.
Hand. ALaatsch,
G.«w. Aand. Rateleh
Aand, Redjang Lebong.
Aand, GeeonsoL Petrol.
Comm. Pittsburg Coal JL. K
Koninklijke petr,
Aanu. AmsUird. Rubber,
a DctkBatayia
ta Nederi,
Aand, Java, China, Japan
41/1 pCt. Dbt Marine
Pret, Marine j
Comm. Marrnn j
Aand. Amsterdam Deli"
Arendsburg Tabak,
Aand. HflU, Spoor ;^j
Aand. Staatsspoor j j
i1/» pCt Obl. Underground
31/2 pCt, Zuid-ltal. Spoor
Aanu, .Warschau Meenen
41/2 pCt Most. Kieuw. War.
4}/g iWladikawkas,
Common J opeka
4 pCt. Alg. Hyp. Topeka
i n Conv. RcL idem.
Common Denver t
Common Erie 1 J
4 pt,t general Erie j
Common Kansas C. South,
Pref. Kansas C. South,
3 pCt DbL idem.
Common Missouri K. T«
4 pCL le hyp. idem.
I'/a pCt.NaL Railw oi Mexicr
Common New-York Ontari
Common Norlolk
Common Rock island 1
Common South Pacific
4 pCt Convert idem
4 j, le Ret Hyp,, idem
Comm. Southern Railw,
Common Union Pacific
4 pCt, goud Obl. idem
4 Convert ObL idem
Common Wabash Sh.
4y2 pCt. Brazil: Railw.
5. pCL Yucatan, j
M/s.pCt. Antwerpen 188Z.
Turkije 18ZQ,
831/4 83
li9«/lf 6913'
971/4 96X/
9^/8
gOU/16j 91
SOLi/ie!
95 95
859/je 663/4
971/2 I 977/s
97 7/8
886/g
88
88i/8
86
883/g
883/g
901;,,
94 7/,
979/xe
1025/,
473/j
101 -
1023/.
977/4
899/16
996/re
1001/g
101
953/g
927/8
993/4
63
Bli/s
217/8
007/2
119
1681/,
1871/4
59i/c
430
•2811L
17
465
218
1073/4
72
93
663/8
2013/ie
46/g
725
727
86
GO
100®/M
6371,18
1831/2
97
1007/g
105
993/ie
IOÜ1/4
217/4
77d/g
2513/18
629/jc
723/4
277/8
37
lOSi/4
241/4
1087/8
277/8
164
IOOI/m
1015/ic
77/l6
883/4
977/8
891/s
49i/2
881/j
9615/jg
887/4
867/4
889/ie
1029ty,
477/i6
100
1011/,
947/8
923/4
997/4
639
513/g
219/16
593/4
1181/2
1697/.
1871/2
441
*8111
171/8
464i/2
711/4
667/g
205/8
471/1S
730
867/4
6317/ie
1837/.
963/4
1043/4
qo
10b9/ jg
2i3/4
817/8
257a/u
63
7*7/g
271/4
9671/16
377/4
247
1071/g
95 "**8
275/g
1641h
.003/4
79/i6
97</g
869/„
6915/j
60
170
452
2821/,
173/m
4681/2
2078/«
105
22
311/4
277/,
37l/3
247k
278/4
7a/§
99
99
6.)
Natuurlijk, burger Planchet.,.. Let op
het commando.... Rechtsomkeert.... voor
waarts inarsch in galop 1
En den weg van Beaumont inslaande, ver
dween de troep weldra van het kleine plein,
dat door de nieuwsgierigen op hunne beurt
verlaten werd.
IV.
Door het dorp te verlaten, waar ïijn aan-
tomst zooveel bewging en drukte veroor
zaakt had, beoogde de brigadier Timoleon
een zeker doel. Hij wilde alle achterdocht
wegnemen bij hen, die hij gevangen moest
nemen, en van hune bedriegelijke veiligheid
profiteeren, om zeker te zijn van den goeden
hitslag zijner zending.
Gewoonlijk nam Timoleon niet zooveel
voorzorgen; als een echt soldaat gehoorzaam
de hij nauwgezet aan een gegeven bevel,
maar zonder ijver, zonder eenige toewijding,
en als hij niet slaagde in zijne onderneming,
Wenechte hij er zich zelf meermalen geluk
mee, denkende, dat hij nu ook niet verant
woordelijk gesteld kon worden voor het ver
goten bloed.
Maar dezen keer was Timoleon er op ge-
stem °p wel te slagen.
afliiPhem tbdstip behoorde de macht dikwijls
kei1 Fn M»er- Z1Cv van durfde meester ma-
ken. En Manna bezat een stukje van die
macht, en hoewel hij zieh van de^hedfeigln
gen van den Sans-Culot niets aantrok, was
de goedhartige brigadier toch niet zoo heel
gerust over de gevolgen, die zij voor hem
konden hebben.
Timoleon was er daarom dezen keer op ge
steld, zijn zending tot een goed eindo te bren
gen, zoodat in geval van een mislukkig de
fout niet aan hem zou kunnen toegeschreven
worden.
Het bevelschrift, dat hij ontvangen had,
gebood hem hij de gevangenneming van drie
personen de behulpzame hand te bieden. Hij
moest dus zorgen deze drie personen bij el
kander te vinden, en liet hij er een van ont
snappen, de heide anderen moest hij in zijne
macht hebben.
Timoleon besloot te wachten tot den mid
dag, omdat dan liet heele gezin gewoonlijk
aan tafel vereenigd is. Zijne aanwezigheid op
het plein van het dorp, waar hij zijne in
structies moest afwachten, 1 reeds achter
docht gewekt hebben; door -iu iieen te gaan,
nam hij deze achterdocht weg
Timoleon reed den weg van Beaumont op,
ongeveer op vijf kilometer afstaat! van
Nointel gelegen, maar 11a verloop van een
kwartier, sloeg hij plotseling een zijweg in,
verborg zijn troep in een klein boscbje ter
zijde van den weg. en zijn paard aan de zorg
zijner manschappen toevertrouwend, vatte
hij zelf post bij het begin van den zijweg.
Eensklaps begon de brigadier te beven.
Een man, die de uniform van zijn vroeger
regiment droeg, was op den top van den beu-
verschenen, die aan den eeneii kant het
voetpad en aan de andere zijde den hoofdweg
begrensde.
De handen boven de oogen brengend om
deze tegen de felle zonnestralen te beschut
ten, nam hij gedurende eenige oogenblikkeu
den onbekende op, die nu den heuvel afkwam.
Neen, ik vergis mij niet, riep Timoleon,
hij is het, natuurlijk, hij is het!
En vol blijdschap naar voren springend,
plaatste hij zich midden op den weg en op
het oogenblik dat Lucien aan den voet van
den heuvel gekomen was, stak hij hem beide i
handen toe.
Lucien wist niets van de aanwezigheid der
gendarmes te Nointel, en op het eerste ge-1
ziclit herkende hij ook Timoleon niet, die
onder bet bevel van den jongen officier ge
diend bad.
Zoodra bij dit groote licuaam zag, gekleed
in een uniform, waarvan hij in zijne omstan
digheden de ontmoeting vreezen moest, en
deze lange armen, die gereed schenen om
hem in hunne geweldige ellips te verplette
ren, deed hij werktuigelijk een stap achter
uit en bracht de hand aan zijn sabel, om zieh
zoo noodig te verdedigen.
Ik hen het, mijn luitenant, herkent gij
mij niet meerï
Timoleon! riep Lucien uit, terwijl hij
vriendschappelijk de hand van den brigadier
drukte.
Ik zelf, miju luitenant!
Gij zelf, hier in deze streek?
Natuurlijk! Ik zelf!
En wat komt gij hier doen? zeide Lu
cien met een zweem van ongerustheid in
zijne stem, want Timoleon was gelaarsd en
gespoord en zijn kleeding wees er op, dat hij
op eene expeditie was.
Bah! zeide de brigadier met een min
achtend gebaar.... een ellendig werk.... O,
de gendarmerie is heel wat anders dan het
regiment. Maar men moet zijn plicht doen,
als brigadier even goed als soldaat, en gij
weet, mijn luitenant, dat ik mij liever in
stukken zou laten hakken, dan daarin te kort
te schieten.
Lucien kende inderdaad de buitengewone
stiptheid van zijn ouden soldaat, waar het
den dienst betrof.
En als er nn nog eenig gevaar aan ver
honden was, bromde Timoleon op knorrigen
toon, dan was het een andere zaak, maar een
grijsaard en een meisje van negentien jaar
gevangen nemen, die zieh niet kunnen ver
dedigen, ellendiger kan men het zeker wel
niet bedenken.
Lucien was hij deze woorden doodsbleek
geworden.
Timoleon vervolgde, zonder te bemerken,
dat hij het gesprek alleen voerde:
't Is waar, er moet ook nog een derde
persoon hij zijn, die meer van de kunst om
te vechten verstaat.
1 Lucien kreeg het voorgevoel van een on
geluk, maar hij waagde het toch niet Timo
leon te ondervragen, de twijfel scheen hem
op het oogenblik verkieslijker hoven de ze
kerheid; want zoo lang hij twijfelde, kon hij
nog hopen.
Op den leeftijd van Lucien heeft men al
tijd vertrouwen in dit blinkende en altijd
vluchtende dwaallichtje, dat men „hoop"
noemt.
De brigadier zeide niets meer. Hij had
eindelijk de onrust bemerkt van zijn luite
nant, en hij trachtte er de oorzaak van te
vinden.
Eensklaps sloeg hij zich met zijne grove
hand tegen het voorhoofd, als een man, die
zich een zaak' herinnert, welke hij voor eeni
ge oogenblikken vergeten heeft. Hij haalde
een papier uit den zak, en doorliep het haas
tig, terwijl hij tersluiks nu en dan een blik
.op Lucien wierp.
Dit papier bevatte een signalement.
Toen het onderzoek afgeloopen was, stak
Timoleon met een diepen zucht en een treu'
rigen blik het papier weer in zijn zak.
Natuurlijk, bromde hij op half luiden
toon, volgens dit verduivelde papier moet
ik mijn- luitenant arresteeren, mijn luitenant^
die mij eenmaal het leven gered heeft! Ha,
duizend hommen en granaten, zon men nu
zijn laarzen en sporen niet naar den duivel
tvenschen?
En de brigadier begon met de punt van
zijn spoor op den grond te bewerken, terwijl
hii. zich woedend achter de opren krabde.