mor a9 Kenners
1
u
1
DAALDERS
CACAO;
MOEDERS.
MOLENAARS KINDERMEEL.
Advertentiën.
Uit onze Oost.
Damrubriek,
Prima LEVERWORST
Limonade-
Siropen.
DWERK
Speciaal adres voor
Luxe vruchten Bloemenmanden.
.WESTZAANholland;
PORTRET
N. Dieben In,
HOOG
MEN MOGE U NAMAAK OPDRINGEN,
HOUDT VAST AAN
CE WEET DAT DIE UITSTEKEND IS.
F. A. ÈEELEÉp SCraiisstrsaat
Telefoon 294.
Groote sorteering fijne vruchten.
36
pp mm
wwM. é3
h
25-20
32-28.
sr
A. MOiBTAUSAN,
iansstraat 24, hk. Ridderstraat
TELEFOOÜ* 1589.
Nassaustraat 22. Telefoon 885
Specialiteit in
ULTU
H. J. 1. B0UVY, TECHNISCH-BUREAU, HEEMSTEDE.
Hoofduertegenwoordiger der IMPERIAL MOTOREN uan de KEIQHLEY GAS
OIL ENGINE Co. Ltd. KEIGHLEY.
BOUVY's KUSSENBLOKKEN en BOUVY's RIEMOLiE,
DRAEDNOUGHT SCHAAFVIJLEN, MACHINEKAMERBEHOEFTEN,
REPARATIÊN.
Prijscouranten op aanuraag franco toegezonden.
Wilt U een reooi natuurlijk
van Uw ICilIlS hebben als het geen Moedermelk
krijgt.
Voedt het dan met het bekende
10 Ceni pet* V2 üCg. Pak.
Redacteur H. C, OORT.
AH» correspondentie beseffende daze rutfrlak
alsook damnieuws, problemen» slagzetten, eind
spelen, gespeelde partijen enz. te richten: Nas-
saustraat 14, Telefoon 1434, Haarlem.
Gelieve oplossingen steeds binnen 10 dagen,
in te zenden. b i i
S VOOR: DAMMERS EN HEN: DIE HET
5VHXEN WORDEN.
OPLOSSINGEN.
Stand van probleem no. lil, H. O. v. O.
r Zw. 6 9 10 14 17 18 20 23 27 met twee dam-
men op 1 en 21.
Wit 33 34 -36 37 43 44 45 en 1 dam op 26.
'36—31 27:36
43-38 21:29
33:11 6:17
26:34 i :40
45:34 «n wint.
Stand van Vraagstuk Nö. 112.
Zw. 3 9 10 12 13 14 19 20 23 27.
Wit 26 28 34 35 36 38 39 40 47 48.
i 38-32 27:38
34—30 23:32
39-33 38:29
30-24 19.30
35:4!
Slagzet in de Opening No. IX.
Stand na Iden Ssten zet van zwart.
Zwart 1 3—10 12-19 23 24 26; wit 25 97
28 30 32 33 35-39 41-43 45-50
(Wit speelt nu) (Zwart gedwongen)
27-22 18:27
32:21 23.-32A
37:28 16:27
28—23 19:28 p
33.2
Speelt zwart bij A 16:27 dan wit 37—31 en
42:2;
In dank goede oplossingen ontvangen van den
heer |M. Coe, Amsterdam.
.Wij hebben nu een reeks van slagzetten in
de opening ter oplossing aangeboden, maar het
resultaat is nog erg sober.
De oplossers oefenen zich blijkbaar te wei
nig in het practisch spel, waardoor zij tdan
vanzelf --te weinig met het spel bekend raken,
In hot vervólg zat IK daarom eens beginnen met
standee te plaatsen, begeleid van de oplossing,
om u zoodoende van het practisch spel beter
inzicht te doen krijgen.
PARTIJSTAND.
1 2 3 4
16
64
46 47 48 49 50
Zw. 2 3 6 8 9 11 13-17 19 21 23-25; wit
22 26 28 32 33 35-39 41—44 48 49.
Meermalen is opgemerkt, dat in eiken slag
zet iets te leeren is van de wijze, waarop Ynen
op een dergelijken zet speelt (Zwart aan zet.)
8-12
Een sterke zet, die wit belet een sahijf op
31 te spelen (door 2127). Wit kan evenmin
3934,. zoodat da volgende zet gedwongen is.
44-40 12—18
40-34
Op 37—31, zwart 18—37, wit 31:22, gaat zw.
naar dam door 2429, wit 33:24, zwart 19:30,
wit 28:8 of 10, zwart 17:46.
18:27
31-30 25:34
39:30 14—20
49-44 2—8
43—39
De laatste zet van wit is een zeer slechte;
de stand van wit is nu zwakt Enfin de val
vpor wit is toegevallen en zwart begint zijn
buit af te takelen. Speelt wit 4440 A zwart
27—31, wit gedw. 36:27, zw. 17—22, wit gedw.
27:29, zw» 20—3? wit gedw. 26:17, zw. 25/45,
wit gedw, 29:20, èW. 11:22 en 15:24.
A dp. 37—31 van wit ÏW. 23—29, w. 31:22,
zw. 19—23, w. 30:19, zw. 13:24, w. 28:30, zw.
17:46.
De sterkste zet vöor wit is 44—39 hierop
speelt zwart 20—25, en wit moet vervolgen mét
39—34 en dat is ook nadeelig.
17-22
- 28:17.
Op 26:17 speelt zwart 9—14, wit 32:21 en
zwart 23:25
A 11:22
26:28 -V- 7 8-12
32:21 23:25
En wit geeft de partij op. (Wit is nu twee
schijven achter en verliest waarschijnlijk nog
een schijf. Zie hier: .Wit kan niet spelen 37—31,
zwart speelt dan 16:27, w. 31:22 en zw. gaat
naar dam door 24—30 en 20:47; wtt kan ook
evenmin de schijf redden door 42—38, zw. 16:27,
w. 37-32, z. 9-14, w. 32:21, z. 12-17, 13-18
en 19:50.
Wij willen nog een partijstand plaatsen, die
aller aandacht ten Volte verdient.
LEERZAAM VOORBEELD.
.Wat wel de beste zet in een partij zftl zijn.
Zie hier: y
1
WM Wm Ww wm
Zwart: 5 9 13 13 14 15 16 18 19 23 24 29;
wit; )25 26 27 32 33 35 38 39 40 45 48 49,
Een interessant partijgedeelto in bovenstaan-
den stand speelde wit pis Laatste zet 43—39,
een zet die wit de winst Verschaift, getuigt ook'
van ktiep doorzicht in de partij, want het is
de zet, die de partij voor zwart doet verliezen.
Als wij nu even den zet van 43—39 terug
zetten, (ziet ju dan pok' (dat wit een (dam kan halen.
Misschien niet, maal' liet kan1, zie maar:
32-28 23:21
26:8 13:2
35-30 24:44
28:4 dam.
Maar dan werd het spel remise, daar zwart
nu pok daan maakt, door 44—50, dan heeft
ieder nog 6 schijven met 1 dom. Edoch, dit
coupeert wit. Opgelet, nu gaan wij verder; wit
speelde Idus terecht.
43—39 V' 5—10
48-42
42—17
P'. h
15—20 van zw. kon niet, dan speelde wit 27—22,
zw, 18:27, w. 32:21, z. 16:27, w. 35-30, z.
24:44, w. 33:4, z. 44:33, w. 38:7, dit was dus
nóg do baste.
27-21 16:27
82.12 18:7
'mv 26-21 7—11
Hier had zw. kunnen spelen 7—12, dan w.
35-30, zw. 24:44, w. 33:24, zw. 19:30, w. 25:34.
z. 44:33, w. 38:7.
49-43 11—16 I
als zwart had gespeeld 15—20 of 13—18, dan
wit 35—30 met winst.
39—34 10 ;27
25—20 14:25
33—28 23:32
34:5 met winst.
Wat zou zwart moeten spelen; ja keus ge
noeg ,maar alles te vergeefs.
Nu had zwart ook nog anders kunnen spelen,
volkomen waar, maar wat zal 't helpen. Toch
kunnen wij eens zien.
2de Variant.
Wij zetten den stand weer op zooals het Dia
gram aangeeft en brengen vanzelf den witten schijf
van ruit 39 naar 43 terug en beginnen weer te
spelen.
43-39 12-17
als z. (speelt 1520, dan volgt van w. 4944
ep zw. kah niet yerhlncleréj} dat fr. J «3ÏÏÏÏ
wint .door 35—80 en*
t V f 14:25
r 23'34 V,
27-21 ;t.. 1' 16:27 v
Speelt zw. 29:38 dan w. 21:3. J"
48- 43 29-38
43:3. En is voor wit gewonnen, nog ge-f
makkelijker dan in Variant No, 1. Ik 'geloof dan
'ook wel dat de afwikkeling in deze partij
prachtig en leerzaam genoemd mag worden. Np'
hadden wij ook' gaarne eenig antwoord van dp
lezers of wij met partijstanden enz. voort zul
len gaan, of wel Problemen enz. ter oplossing
moeien aanbieden. V
Gaarne 'eenig antwoord tegemoet ziende.
De Damredacteur.
CORRESPONDENTIE.
P. H. te H. Hoe vindt u die partijstanden 1
Zeker wel naar genoegen.
B. te S. Och ja! dat kunnen wij ook
overnemen, maar verondersteld dat ieder red:,
daarmee begint, dan blijft voor het blaadje zelf
geen belangstelling over. U kunt dat beter zelf
aanschaffen; de kosten zijn zeer gering: losse
nummers 5 cent ot 50 cent per jaar bij voor
uitbetaling. Adres Chr. van der Sgek', Oude Dijk
226a, Rotterdam.
M. C. te A. Het deed mij genoegen weer
iets van u te hooren. Met pleizier zie ik' gaarne iaU(
van u tegemoet, wat ik' kan plaatsen met öpl.'
dat heeft u zeker aan de rubriek wel al gemerkt.
A. v. D'. ie S. Daar zal denk ik wel niets
van komen. Wij kunnen nog wel eens zien.
H. C. v. i«.
EEN ROOMSCH-KATHOLIEKE SCHOOL1 Tf
'MENADO. i T
Het Soerabajasch Handelsblad verneemt, dat
te Menado ingevo'ge de conversie van het on derf
wijs katholieke zusters den 2en Januari eert
katholieke ischool openden voor voorbereidend
Lager onderwijs en meer uitgebreid latger onder-'
wijs .Tweehonderd kinderen kregen plaats; liom
derd moesten afgewezen worden wegens plaatsv
gebrek. I
a 30 ssn^i de 5 ons.
ALTIJD VERSCii.
Varkensslachterij
Prima hwali!-elF«—
Kindermeel
BLOCKER'S
Het is wereldberoemd
en auissnden dankbetuigingen zijn ontvangen.
II «Sent pen 1/i Kg, Pak.
Het Kindermeel staat onder oontróle van de Heeren Dr. VAN
HAMEL ROOS en HARMSEN.
GOIRLE, bij Tilburg. 28 Aug. 1910.
AaD den WdEd. Heer P. Molenaar en Co., Wastzaan.
Hiermede bericht ik U het goede resultaat van Üw KIN
DERMEEL. Ons kindje was 3 maanden oud en groeide niets.
Toen begonnen wij met KINDERMEEL en thans 7 maanden
oud zijnde, weegt het 18 pond en ziet er verbazend goed uit.
Ik zal dan ook steeds elk mijner kennissen Uw KINDERMEEL
'eoommandeertn.
G. J. KLEIN—PASTE, Ontvanger.
Blijkbaar ging er in het hoofd van Timo-
leon iets heel bijzonders om.
Hij trachtte op een denkbeeld te komen,
om zijn luitenant te redden, maar het ge
lukte hem niet zoo gemakkelijk.
Lucien begreep niets van de driftige be
wegingen en het nijdige gezicht van zijn ge
wezen krijgsmakker.
En toch moet ik aan den mij opgedra
gen last gehoorzamen, sprak Timoleon bij
zich zelf. O, waarom heb ik niet een kogel
in mijn hoofd of een steek met een sabel in
den buik!
Nauwelijks had Timoleon deze woorden
gesproken, of hij slaakte een kreet van
vreugde.
Op het hooren hiervan verschenen enkele
hoofden der gendarmen aan den zoom van
het kleine boschje. De brigadier gaf hun een
wenk en de hoofden verdwenen weer.
Hoe snel dit kleine voorval ook had plaats
gehad, het was niet aan het scherpziend oog
van Lucien ontsnapt. Hij wilde er juist Ti
moleon de verklaring van vragen, toen deze
hem op brutalen toon toevoegde;
Mijn luitenant, gij zijt een hondsvod, een
canaille, een lafaard.
Lucien stond verstomd hij het hooren van
deze beleedigende scheldwoorden en hij ge
loofde, dat Timoleon eensklaps krankzinnig
geworden was.
En waarom ben ik een hondsvod, een
canaille en een lafaard? vroeg hij glimla
chend.
Waarom!.... bromde do brigadier, zich
f Opnieuw achter de ooren krabbend.
Timoleon zette zoo'n arme zondaarsgezicht,
dat Lucien ondanks zijn ernstige gedachten
en vr.' een schaterlaeb niat bedwiaoan'-
Waarom? waarom? stamelde Timoleon,
die naar uene reden zoelit, welke hem maar
niet wilde invallen.
Ja, waarom?
Wel, omdat gij dat alles zijt en niets an
ders, riep Timoleon thans zegevierend uit.
En hij veegde zijn voorhoofd af, waarop
dikke zweetdroppels parelden.
Nooit had de brigadier zich zoo ingespan
nen om eene goede reden voor zijne woorden
te vinden. Denken was toch heel wat moei
lijker dan vechten.
Lucien begon ongeduldig te worden.
Timoleon loerde stil naar hem en bemerkte
zijn ongeduld.
Daar dan, zeide hij, zich vlak voor den
officier plaatsend en hem met de eeiie liand
tot een vuist gebald driegend, terwijl hü de
andere aan liet gevest van zijn sabel hield;
je zult er me rekenschap van geven.
Wat zijn dat voor kunsten, Timoleon,
je beleedigt me en je eischt nog dat ik re
kenschap zal geven van je beledigingen?
Natuurlijk, dat hoort zoo onder het tegen
woordige „Regime".
Je wilt dus met alle geweld tegen mij
vechten?
Best mogelijk, antwoordde de brigadier
den sabel uit de seheede trekkend.
Maar, ongelukkige, jij dwingt mij dus
er u aan te herinneren, dat je vergeet, dat
ik je eenmaal het leven gered heb?
Er biggelde een traan langs het gerimpel
de gelaat van Timoleon, die nauwelijks zijne
ontroering meer bedwingen kon.
De arme brigadier had alle mogelijke moei
te gedaan om dezen weerspannigeu traan te
weerhouden; maar hij kon niet anders dan
QiLU. Uinliilr
De traan biggelde hem langs de wangen
en liet daar een spoor achter.
I Gij hebt mij het leven gered, zeide Ti
moleon op ruwen toon; dat is het juist wat
mij op het oogenblik ergert, het verveelt mij
nog langer schuld aan een ander te hebben.
Lucien stond nu heelemaal verstomd. »Hij
kon in de verste verte niet gissen, wat er
in het hart van den brigadier omging en
zijn gedrag kwam hem onverklaarbaar voor.
En om mij uwe dankbaarheid te bewij
zen, wilt gij een tweegevecht met mij begin
nen?
Natuurlijk!
Lucien geraakte buiten zich zeiven over
zooveel koelbloedigheid, vereenigd aan zoo'n
groote mate van domheid.
Timoleon antwoordde met een uitdagend
gelach.
Vooruit, burger officier, toon je moed
en trek den sabel, anders zijt ge de grootste
lafaard, die ik ooit gezien heb. De tijd gaat
voorbij en ik heb nog arrestaties te doen te
Nointel, een ouden sukkel met grijze haren
en een kleine blondine.
Het bloed steeg Lucien naar bet hoofd en
zijn oogen waren met bloed beloopen.
Hij kon niet langer twijfelen aan het on
geluk dat hem getroffeu had. Op zijn beurt
trok bij nu de sabel uit de seheede.
Een glimlach van voldoening verhelderde
liet gelaat van den brigadier.
Opgepast, Timoleon eu denk er om, dat
gij het zelf gewild hebt.
De wapenen van Timoleon eu Lucien
kruisten elkander. De eerste had een onbe
twistbaar voordeel op den jongen officier
Zijn wapen was wel een voet langer dan de
.Ltxi»aaI v'A-u üivi ïaiiordiora tatfai\na.v-
tij. Toch viel hij niet aan, maar bepaalde er
zich énkel toe om de slagen van zijn tegen
partij af te weren.
Lucien deed precies hetzelfde; 'tleek wel
of zij beiden bang waren elkander te raken.
Hi'erdoor begreep Lucien nog minder van Ti-
.moleon's bedoeling.
Hm, bromde deze laatste, dat kan zoo
nog lang duren en veel tijd heb ik niet meer.
Hij begon nu van tactiek te veranderen;
hij drong nu driftiger op Lucien in, liet zijn
wapen tegen dat van den luitenant ldette-
reu, en een halven cirkel beschrijvend deed
hii Lueien's sabel wel tien pas ver weg
springen.
Deze raapte zijn sabel weer op.
Laten wij opnieuw beginnen, zeide hij.
Na verloop van enkele seconden werd Ti
moleon aan den arm getroffen.
Dit was het gevolg van een slecht afge-
weerden slag; de sabel bad echter maar even
de huid geschramd; toch vloeide er bloed uit
de wonde.
Lucien hield aanstonds zijn sabel met den
punt naar den grond.
Laten wü opnieuw beginnen, zeide nu
Timoleon op zyn beurt; zoo'n schrammetje
is geen reden om het gevecht te staken.
De beide strü'ders namen opnieuw een aan
vallende houding aan, maar thans werd het
tweegevecht voortgezet met deze koelbloe
digheid en berekenende kalmte, die aantoo-
nen, dat de strijd ernstig worden zal.
Lucien gevoelde, dat Timoleon hem op
nieuw zoelit te ontwapenen. Hij beschreef
daarom denzelfden cirkel, als zijn tegenpartü
om het verlies van zyn wapen te voorkomen.
De brigadier had deze beweging verwacht,
uiaar of bat toeval d«® wal orJiaudiabeLd
was, hij kwam niet tijdig genoeg, om den
steek af te weren.
Een oogenblik wankelde hij en nan viel hij
op den weg neer.
I De sabel van Lucien had hem een vrij era-
I stige wonde in den kuit toegebracht.
Eindelijk, bromde Timoleon met een die.
pen zucht, maar het heeft moeite genoeg
gekost. j
Lucien haastte zich naast zijn tegenpartij
neder te knielen en deed zpn best om het
bloed te stelpeu, dat uit zijn gapende wonda
stroomde.
Timoleon stiet liem zachtjes terug.
Mijn luitenant, zeide hij op fluisteren»
den toon tegen Lucien, vergeef mü mijne
ruwe woorden, maar ik wist geen ander mid-
del om u niet te arresteeren, u en uwe vrien
den, zonder aan het mij gegeven bevel t»
kort te schieten.
Wat! riep Lucien uit, tot tranen toe ge
roerd, daarom hebt ge mü tot dit twecge»
vecht uitgedaagd?
Natuurlijk!
Maar hoe kondt gij zoo onverstandig
zün, ik had u toch kunnen dooden?
Dan was ik er nog zekerder van ge
weest, dat ik u niet gevangen behoefde W
nemen.
Lucien was wanhopig en wist niet, wat lHj
doen moest. De brigadier verloor al meer eii
meer bloed, en zyne lippen begonnen blee»
te worden.
En nu, mün luiteuant, loop zoo snel
kunt naar de kleine woning te Nointel,
wat ik niet doen kan, zal misschien een
der probeeren.
snel g«
1, wanf
jen aiu
f Wordt, vervolgd).