ALLERLEI. PEPI. - Jk Redding uit doodsgevaar. m kig willen maken Je moet het ons ver geven, Herman En ze gingen beiden weer spoedig heen; ze hadden gezegd wat noodig was, en schaam den zich nn langer hier te blijven. Het gelaat van de vrouw klaarde van ge luk en blijdschap. Ze legde het kind weer in het wiegje en ging naar haar man. Herman... gelukkig, dat je niet aan het geld voor ons kind behoeft te komen. De man weende en drukte zijn jonge vrouw aan zijn borst. Hanna, geloof me, nooit, nooit meer zal ik spelen 't brengt geen zegen Zoo. zoo is het goed, Herman Kath. W. Nergens Hein ik liever dan aiain otns St-arn- Serger meer. Voel ik mij vermoeid of over spannen, dan malak ik een uitstapje naar zijn verrukkelijke oevers, doe een rondvaart, op mijn gemak, en dat sterkt mij en frischt op. Onlangs voelde ik weer een mack tig ver langen pajak de vrije natuur. Op weg majajr 't station ratelde een rijtuig ;nij voorbij iatsi grioiots, vuurroods verblind de .mij. 't AYa« ren kleed, ook een formida bele hoed da|arbïj: ik weet 't niet, want 't ging-mij te hard voorbij. De spotorreis was achter den' rug en ik b ad mijn lievelingspkatsje op de boot veroverd 3Vij waren in vollen gang, Een plotseling', ongemotiveerd luiden der scheepshol, dade lijk daarpp een heftige woordenwisseling eindelijk, .dicht bij mij, iets kolossaals roods. .Als er boete op staat, betaal ik Idie. riep een stem in; Beicrschcn tongval. Is- dat een manier om te gaan met zdofn Hein wurm. Je mocht dien kwajongen van je eens' wel wat beter opvoeden. tWjat? Kwajongen? Ik zal 't aangeven Dat gaat geen meUs.ch een steek aan. hoe ik mijn' kind opvoed. Ik zeg maar, dat een kind wat plezier moet hebben,; en hij1 is mijn eenige nietwaar, mijn Pep. D© heer zioon scheen deze verklaring bui tengewoon noierend te vinden. Een luid ge brul volgde op de moederlijke waopden. Wjeesi mla|ar stil Pepi zbo meteen krijg je bier en' worstjes, zooveel je maar lust. Hij mag je niets dben, die kerel! Nn ja pruimen' krijg je ook zeker nlajderharid. Ik wil nu' pruimen Een' jong meisje groot en mooi, trad nu naderbij.- "M a ar Pepi, bp pruimen kan: je geen bier drinken. D|ah krijlg je pijn in je buik. jO|ch, bemoei jij je er niet meeBemoei :e met je eigen zaken1..... Kom maar hier, Popi. je krijlgt dadelijk een' paar pruimpjes. 't Reeds tot een nieuwe huil partij vertrok ken gezicht Van Pepi Hajaril© op bij 'de moe derlijke tegemoetkoming; met een sUelle be weging greep hij het hengsel mandje, dat de net zöjo'n vePkwitsitenldé weelde vfap rood ge- kleddè mama op de bjalnk gezet li ad. en (rok zich tevreden met den' zoeten .inhoud dp ee- ligeU afstand teruig. fPaillooze pitten, die Vo|or t grolotste déél, in: plaats van over de ver schansing in 't water, ddor Pepi Op het dek gespuwd werden1, Kwelen 3e sinëlEeM, Valar mee het mandje werd geledigd. Het. jonge meisje haalde gelaten ie schou ders op en tuurde dan aanhoudend en aan dachtig maar de machinekamer, uit wier don kere diepte spoedig daarna een roetzwarte mannenkop opdoemde. Blij verrast wendde zich het nichtje tot de ronde dame: Kijk tante, Xaver! Is 't walar K©1, hoe kh|n 't zooi tref fen Xaver. Ze waren weldra: in levendig gesprek met den machinist, waarbij ik opmerkte, dat die verschijning uit de Onderwereld het meisje giauseh niet onverschillig was, on danks zijn op dit oagenblik weinig verlei delijk uiterlijk, 't Duurde niet Jang, of een volle pot hier kwam uit de onderwereld naar boven om, nadat de sehoone roeide lip pen er even aan genipt haJdden, weer in de diepte te verdwijnen. Een andere pot hier, een paar warme worstjes vormden de re vanche van bo|ven. Pepi nji klaar met die pruimen, snuffelde niet. lang tevergeefs met zijn door zomer sproeten bedekten wipneus een het dek rond. Beeds had hij de zijnen en daarmee het geliefde nat en de worstjes ontdekt Kijk, kijk daiar hebben we onze Pepi Ookzei de zw,arte maohmeman heel vrien delijk. Kom, ventje, drink eens! Wel, wat .is die jongen gegroeid! Drink maar ferm kerol. Doch do waJarsehuwende stem der nicht klonk tevergeefs. Pepi had werkelijk ©en heel „ferm en' teug genomen. Die vriend uit het geheim zinnig© scheepshol was weer tot zijn plicht teruggekeerd maar telkens: al was het mlaar voor een oogenblik, stak hij zijn zwar ten kop dobr 't luik. Teedere blikken en halfluide woorden wer den dan gewisseld tusschen het meisje en hem, haastig, maar daarom jujst te inniger Tante was verdiept in, een gesprek met be kenden', en zij' maakte gebruik van de gele genheid. Als een schildwacht patronill eer de het meisje op en neer büj de trap der mar chinekamer. De. onbewaakte Pepi ontdekte spoedig den nog half vollen bierpat. Hij 'dronk dien leeg, verslond nog een paar vette, koud gewor den worstjes, die overgebleven waren. Al dus gesterkt, voelde hij dadendrang in zich. Hij'verzamelde de rondom 'liggende kur ken en stal in gemoed© ook nog die valn de veile, opengetrokken bierfleschjes. Daarop le digde hij alle tandenstokerspotjes en maak- te met de kurken en' de spitse Dakjes heel handig stekelvarkentjes". Sommige lui von den het aardig, anderen scholden om de ver dwenen kurken en tandenstokers en einde lijk naderde 'n vertoorfnde kellner en maakte met oen vind zeggende, dreigend© 'handbewe ging een' einde aan de heerlijkheid. Pepi stak een; heel lange tong uit, vlucht te in een veilig hoekje en begon zijn broek zakken te ledigen. Ze schenen bodemloos. Op een fabelachtig vuilen zlakdoiek volgden eenige Indopen, een lange, verroeste spij ker en een, kapot mes. Daarop verscheen een verkreukelde, nu joinder listig lachen vl ug glad gestreken prentbriefkaart en, in oud krantenpapier gewikkeld, eenige onooglijke bohhonsi walarv©|n er snel e©n, paar in den groeten mond vjan het kleine mannetje .ver dwenen. DlaU viojlgde 'n 'knoedeltje grojene klitten, waiarmee Pepi tersluiks najaT eeni- onBESCHaamd. NOOIT T EVREDEN. Huurder. De geheel® zoldering is bij mij in de voorkamer naar meden komen vallen. Wilt u dat tersfond in orde laten maken? Huisheer. Kan je begrijpen! Eerst, klaagde je dat de kamers te taag waren, en nu kom je weer mopperen dat ze te hoog jfZÜni 'k jLaat ipe er niet meo in. vriend! Up Ongetrouwd heer (diep in schulden stekend! tot een weduwe die niet jong meer is: Welnu juffrouw, wanneer u dan in geen geval met me trouwen wilt, wat zoudt u er dan van denken mij als zoon aan te nemen! 'H.l- ge reizigers begon té mikken om dan met 't onschuldigste gezicht van de wereld naar 't lieflijk spel der golven te kijken. Een a-lleenreizemde dame met een zijden sjaal, wier witte pruik ook mijn aandacht getrokken had, sluimerde zacht, niets kwaads vermoedend. Dadelijk werd zij 't 'Rtverkoren slachtoffer van 't jeugdige monster. Klit op Hit drong in de kunstvolle, zilverglaasende haiararehitect-imr...... Daar overmande mij' toch de toorn'. Mijn tegetozi» om mij te men gen in a©dermans Zaken overwinnend, wildt ik juist den misdadiger overleveren aan de straffende gerechtigheid zijn moeder, toen de conducteur der boot opdaagde Pepi blij' eein zijner wijd uitstaande ooren pakte en hem baar de levendige (dame in 't rood bracht. Een nieuw schandaal veel grooter en lui der dan 't eerste brak los. De klank van 'n paar stevige oorvegen, die echter niet door de teedere móéder werden uitgedeeld, was mij e-en greote voldoening. Gekrijsch van de Bc-ode, .gekijf tusisehen deze en het nichtje, inmenging en kritiek van de -omstanders eindelijk zachtjes aan kalmte. Na, een kwartier zag ik Pepi onrustwek kend braaf en stil zitt en, tusschen zijne nog altijd opgewonden mama, en Bet nichtje dat den nooit verflanwenden vloed van onver diende verwijten weerloos over haar hoofd moest laten gaiain. Ternauwernood waagde zij nog: af en toe een schuehteren blik te werpen naar het middenschip waar de zwar te Xa,ver voor eeuwig verzwolgen leek te zijn. Pepi zat daiar als een geknakte lelie en hij zag er beslist heel bleek uit Op een maal echter wend hij zeer nerveus en stiet smartelijke geluiden uit Beide handen druk te hij tegen zijn lijf, 't Dieproode hoofd der moeder boolg bezorgd over haar spruit Pepi, wat is er?... Söheelt je wat?...., Pepi's flauw gefluister: ,,'k Bén zoo raar'' was nauwelijks over de bleeke lippen of reeds volgde een vreesel.ij.ke catastrofe. De teedere moeder ha'd juist nog tijd, den on gelukkige eerst naar de verschajnlsangi en ver volgens benedén in de 'kajuit te brengen Te Tutzing verlieten alle drie de boot Pepi scheen nu geheel In-achteloos, en 'de prachtig uitgedoste moieder was zoo smar telijk bewogen, alsof haar eenige- dadelijk sterveh moest De nicht echter wierp gela ten' een moedigen afscheidsblik naar de ma chinekamer De rest van het boottochtje verliep heer lijk Voor mij: In den avond legde ik den zelfden weg af terug Ik stond verdiept in den aanblik van het berglandschap bij on dergaande jzoh Neen', maar die is goed! STiajar haialt de jongen 't Vandajan Schaterend gelaleh..,. KiaJaTaJehtigZoete kind en zijn verwanten waren weer aan boord Zij' moesten; zonder dat ik 't had op gemerkt, bij een der aan tegstat ions inge scheept Zijn Mijn eerste blik gold Pepi's uitwendigen' mémsdi De sporen van zijn el lende waren gedelgd; D© moeder stetbudde Van lachen, zeker over een! streek, door haak veelbeloweiiden zoon aan den' Vasten wal uitgevoerd A-Vat 't ge weest was, zou voor mjj', helaas, eeuwig ,een geheim, blijven, Pepi echter leek opgebla zen van trots, en zelfs hieltje, 'die den Zwarte" nu weer béreikt had, bevond zich' in allervrooljjkiste stemming I Lachend rommelde tante in 't hengpeimand- i Zoo'ri jojffgéto EoefiJ Je zamelt je zieEf Het jubileum van het vest. lachen1 i Dezer dagen beeft het vest, het mannelijke Nu had zjj gevonden wat ze zocht: ha,ar kleedingstuk, waarin zich fantasie, kleuren- portemonnade Wiel, meid. nég maai twintig mark er in AVe mogen wel maken dat we thuis ko men, anders gaat dat er ook nog aan Vernieuwd gelach De stemming was er in. Tante vond weer kennissen, met wie zij in een gesprek Verdiept raakte Pepi had vreugd en modische zin het levendigst weerspiegelen, het 200-jarig jubileum van zijn ontstaan beleefd, want 't was in de laatste re- geeringsjaren van Bodewijk XIV, dat in Frankrijk het vest zijn loopbaan begon. De zwaarmoedige Gille der Fransche Pantomime dragen de knoopen deviezen of allegorische figuren van ernstigen of vroolijken aard. On der Lodewijk XVI wordt het vest nog kor ter, heuViitgesneden vest kleiner, en de jabot zoekt zich nog, als laatste symbool van adel trots, krampachtig naar boven te dringen Wederom neemt dan de praal de overhand en het Gilet wordt andermaal een juweelen uitstalling. Rijke borduursels versieren de zich meester gemaakt van 't hengselmand je,eerst droeg; het was op de kermis van Saint- was 't, die 't gilet (vest) uitvond en voor het i kostbaarste zijden stoffen, maar daarachter dat hjj rondzwaaide boven het blauwe wa ter Diaar plotseling ©en. kreet, die de roede dame uit haak gesprek opschrikte. Tante, 't mandje, 't mandje. In breede hagen vloog .het malndje, met Laurent dat hij dit lichte, korte kleedingstuk inwijdde, dat spoedig daarop met eenige ge ringe veranderingen door de elegante cava liers der voorname wereld werd overgeno men. De nieuwe Fransche mode ging daarop zit 't geen niet gezien mag worden; grof ar melijk linnen. Alle krachten worden aange- wend om met het uitwendige te kunnen pron- i ken, terwijl de derde stand reeds den weg naar de zwarte kleeding opgaat. Tijdens de I revolutie verdwijnt dan het jabot, de lieer - schappij der kanten is voorbij en de zwarte democratische das domineert. Lafayette draagt het witte vest der nationale garde. spoedig naar Engeland over, waar de Dandy- de portemonnaie erin, dolor 't veerende stok-1 prinsop een dag in October in het nieuwe je biz-opder ver weg geslingerd, in de Schui-j kleedingstuk aan het hof verscheen en daar- - mende golven j mee de mode ook officieel invoerde. De ko- Marat kiest voor zijn Gilet een vlammend Dé algemeene aandacht was on 't Koojgstning begroette liet Gilet met groote welwiJ-rood, Bobespierre draagteen vest van'vlehhe_ gespannen Nu moest er toch een eind ka-1 lendheid, want hij zag er een middel m, delfos wit batist, ..waaraan de deelen onder men aan die moederlijke lankmoedigheid, staag toenemende, geen grenzen kennende j don fanatikuskop oier ebaar slaan ais de. nu meest die anenliefde althans voor eenkantenpracht paal en perk te stellen, maar, messen der guillotine. Met het Directone nu meesr. aie apenueiae, a,Ltnanï> voor een,A jif ^,.„7 v1,4.- jX i treedt een wilde, fantastische kleurenover- vloed op den voorgrond, die eerste eindigt, als Napoleon het korte uniform witte mili taire vest ter overwinning voert. Na den val van den grooten Corsikaan wagen bonte kleuren zich weder op den voorgrond; ze wor den door de romantiek begunstigd, Victor Hugo's fantastisch Astrakanvest maakt school en in de Parijsche theaters trekt Gau- tiers scharlaken vest de aandacht. In 1848 zijn weder de roode revolutievesten overbeer- schend, met den liebtzinnigen, avontuurlijker, geest van het tweede keizerrijk zijn het weer oogenblik, wel een duw krijgen. j wat dit betreft, zou de prqnkziicht der hoof Ik stond op en naderde nieuwsgierig 'de sche cavaliers hem spoedig uit den droom .groep. Sta&rooigend blikte de moeder het j helpen. v\ ant had men zicli ,ot dat nj cis tip m kostbare projectiel na, dat nog dobberde, i kantentooi van ruime promcbroeken ge ver van 't schip, doch niet meer te redden ruineerd, thans werden reuzensommen be was. Beeds verwachtte ik, dat een breede,^eed aan een prachtige versiering van het Gilet en de kostbaarste en fraaiste stoifen waren den swells nauwelijks goed genoeg. In Frankrijk waar de mode eveneens haar aan- vettige hand den misdadiger zou aangrijpen i enTriomfeerend, met zekeren trots blikte ie Be; do d on kring rolnd. Hoe is 't paoigelijik ffi'at heeft die jon- hangers gevonden had, bleef men in den vorm gen een kracht! van het vest en zijn versiering eerst nog ta- T B melijk eenvoudig. Dan echter, onder het re- „D. v. N. B." i gentschap, bekwam het vest kostbare versie- ringen de vorm werd verlengd en nu kwa-1 fantastische, fatterige vesten, die gedragen -J1 men de glinsterende, blinkende pronkknoo- 1 worden; zoo wisselt onophoudelijk, in een ge pen voor den dag. De zich verheffende kapi- j stadig op- en neergaan, de mode der vesten .taalkracht] ge burgerstand, de bankiers en I tot aan het bedendaagsch moderne, dat aan groote mannen op financieel gebied, maak-aHe tijdstippen een deel ontleent: van het an- ten de prachtvolle versiering van het vest j ©ien régime den goudjuweelentooi, van de tot een symbool van hun nieuwe macht, tot romantiek het kanten puntje, van het tweede hun oio-en adelbrief De duurste iuweelen I keizerrijk het wijd uitgesnedene van het BESTRAFTE BESCHEIDENHEID. en edelgesteenten™Li£i£h^Mt,3 dSS „Gilet a coeur". Alleen het korte, stijve, starre Een amusapte en niet alkJaagsehe aneo- als knoopen en in die dagen vond dan ook j militaire vest is voorgoed van de baan. dete uit het Zuid-Amerika-ansche theaterle- dG spotlust voor deze vesipronKers t spot evn vertelt een Argentijihsciie medewerker w°°rd ,,Ventres oores of^vergnMebuiken van de Ora. Kortmi tijd geleden gaf deTen tijde van Lodewpk X hrpgi. echter weer j hokondA D-Hiaansoho Kanil.on oen de eenvoud de overhand, de oplegsels en bor- LEAENSDUUR VAN DIEREN IN GEVANGENSCHAP. De gemiddelde levensduur van dieren in ge- gastvoorstelli-ng in Ruénois-Ayres en daaï- ^uursels verdwijnen en het vest wordt nn ook vangenschap is betrekkelijk kort, ondanks dc bijl toll hij ook zijn rol, -den Hamlet, zingen. v00r den man Ult het volk iets ^«ikbaars. 1 Een Argentijnisich journalist iutemriewde den' De handwerkslieden, de arbeiders ziet men bij bet dagwerk in hemdsmouwen, doch om SSA iTS S bovenlichaam bet vest gekbe.pt. De de, hij Je critiek van den Hamlet schrijven moest. Met sympathieke vrijmoedigheid be- kemide hij daa-rbij-, da,t hij: van 'muziek zeer gesteenten zij bij de beter gesitueerden totaal van het vest verdwenen, daarvoor in plaats zoTgen, die aan hen besteed worden. De levens duur van vogels is iets langer dan die der zoog dieren. Van deze" laatsten worden de verscheu rende dieren het oudst. De levensduur van een leeuw schommelt tusschen 30 en 40 jaar, eer weinig verstand had en ten slotte smeekte hij' den zanger hem eenige bijzonderheden ever den muzijhalen opzet en den inhoud van het werk te verraden. Kaschmann zette zich veor de piano en; speelde de partituur, maar de „criticus" van Buencs-A.yres hajd apn zijn verklaringen nog niet genoeg .en ten slotte ging het zoo ver, dat de zanger in tegen- waordigheid van zijn 'gast een soort van cri tiek op het papier bracht. De „criticus" was j uiterst dankbaar, maar voor hij het manus- cript van den zanger in de portefeuille schoof, gaf hij het nog cenma.al terug: „Ik bid u, schrijf u er nog een paar woorden bij' over de opvoering; ik heb zoo weinig ver stand van zlahg; ik zou den kunstenaar on recht kunnen doen; gij kent uw collega's toch', schrijft u dus nog een paar woorden." Kaschmann vervulde ook dezen wensch en schreef een paar gunstige woorden oiver zijn collega's-maar de criticus wilde ook nog een critiek ever den' zanger zelf hebben en in een opwelling van eerlijkheid en beschei denheid schreef de zanger eenige bestraffen de Voorden over ziin Heine fouten in liet gezang, die niemand zoo géied kende als hij zelf, in het kort, hij 'becritisccrde zien Zeiven met onverbiddelijke strengheid. Hij hoopte daarbij misschien, dat zijn bezoeker zich ver plicht zou gevoelen, deze veroordeeling te rectifioeeren. De avond van de opvoering kwam en Kjatechntanln vierde in Zijn glans rol een buitengewonen persoonlijken triomf. Met een zekere spanning grijpt hij den vol genden morgen bij het -ontbijt naar de cou ranten. Maar de Argemtijnschc criticus had met roerende piëteit lal Je woorden vain K.agoh- manh gerespecteerd en de zanger Jap dus: uit eigen pen zijn veroordeeling. Dat een too neellninstenaar oyer zichzelf een slechte cri tiek schrijft, om ba|ar den volgenden da|g in de courant te lezen, zal zelfs in het buiten gewoon wisselvallige leven' van den tooneel- kimstenaar wel een unicum blijven, des te meer, waar Kaschmann door zijn impreesario gezegd werd, dat hij in liet vervolg zijn be scheidenheid wat meer moest -aan banden leg gen en Vjan openlijke criü©ken afzien.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 8