DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND. Wetenschappelijke Berichten Kerknieuws. Cahiers Achtste Symphonie. STADSNIEUWS. ICiniiephuisvest 29"3I"1IS Haarlessi EOiSTE BLAD. AGENDA. ART 1912. 36ste Jaargang Ro 7776 Bureaus van Redaetie en Administratie Intercommunaal Telefoonnummer 1426. Bit nummer bestaat uit twee bladen. Ons Geïllustreerd Zondagsblad, Hh Kindersterfte. Haarlemsche Alledagjes No 511. De luidpoci tsere'kt IEUWE mURLEMSCHE ABONNEMBSTSFRUt; Por 8 voor Haturles Vtw» d» plaatsen, waai een agent la gevestigd (kont der gemeeat*) Voor de overige piRaiso» ia Nededwid tranoo per peet AfsonderRjke nummers l»8ö UBO Ö108 PRUS OER AOVERTEMTlEit: Van I6 regels 60 oent (ooutant 50 cent) ledero regel meer Buiten Haarlem en de Agentsoltappen 15 cent per regel. (Buitenland Reclames dubbel tarief Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cent (A ooutant.) 10 oent 20 oent 1000 AifTbetal^ide «bcvnnés op d¥Vad!"li^^~het besit eeoer vezrskeringspoli» zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tege«onge. ukken verzekerd voort 4G9 GULDEN b| overlijden. 300 GULDEN tö verlies vut e«® bond >of voet. 150 GULDEN bil levenslang» onge schiktheid tel werken. De nltkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Ne^r^dcche Credietbank Nieuwe Dracht I! GULDEN bij verlies vaa éen oog. 190 GULDEN b - verlies van éen duim. GULDEN bij $1 p» GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 15 verlies van één anderen vinger. Het Geïllustreerd Zondagsblad van deze week bevat de volgende PLATEN: De Koningstijger. De roofvogel der Andes. Een auto te water. Hoog water in Fries land (2). De nieuwe kerk in den Haag. Mgr. Konings f Brandstof, geleverd door de zee. Steenkolen» oorraden te Rotterdam. Denis Cochin. De H. Familie. Verbouwing te itoUerdam. Be grafenis van Mgr. Konings (2). Mej. P. Rusthof. 30-Jarige trouwe dienst. Koienvoorraad in Enge land. TEKST: De nieuwe kerk te 's Gravenhage. Mgr. Konings f St. Jozef en de bolerpotten. Op de stoomboot (vervolg). De erfgenaam van een troon (vervolg). Het paarlen halssnoer. Een dochter der lieide (vervolg). Voor onze Jongens en Meisjes. Zaterdag 9 Maart. Gebouw „St. Bavo" RK. Volksbond half 9 uur Spaarbank „St. Antonius van Padua", 8 uur zitting Hulpspaarbank (Scho terkwartier). Half 9 uur Spaarkas „St. Ni- colaas" (Winterprovisie). 8 uur Bibliotheek. Inschrijven Coöperatieve Bakkerij. Sociëteit „V e r e e n i g i n g" 8 uur Vierde Seance voor Kamermuziek, te geven door Joh. Steenman: Messaert—Röntgen, J. Mossel, violoncel. Brongebouw 15 uur Teekencol lege „Kunst zij ons Doel". Kunstbeschouwing. Teyler's Museum Buitengewone ten toonstelling van kunstwerken bestaande in de verzameling van Teyler's Museum. „Ita- liaanscbe teekeningen" uit de in 1791 door Teyler's Stichting aangekochte verzameling van de koningin Christina van Zweden. Uit den Roermondschen „Nieuwen Koerier" deelt „De Tijd" een paar verslagen mede van gezondheidscommissies in Limburg, die de vraag der groote kindersterfte hebben be sproken. De gezondheidscommissie te Heerlen zegt: Gevraagd werd, boe men denkt over het verzekeren van een kind: of die verzeke ring ook een factor is, waaraan de hooge kindersterfte is toe te schrijven. Men kwam ■tot de conclusie, dat dit niet zoo was. En die te Weert schrijft: Zonder bepaald eene beschuldiging te willen uiten aan het adres der opvoeders der kleinen, meent de commissie toch nog te moeten wijzen op een factor, die al thans kan meewerken om de kindersterfte te verhoogen of minstens kan meewerken om de verzorging der kleinen niet te doen wezen zooals ze kon en moest zijn. Wij bedoelen de verzekering der pasgeborenen op het leven. Wij schromen natuurlijk om over dit on derwerp verder uit te wijden, maar willen toch wijzen op don maatregel in België ge nomen, waar bij de wet verboden is, voor kinderen beneden 7 jaar een polis op het leven af te sluiten. Wij beschouwen deze beide citaten als ma teriaal ter studie voor het onderwerp: „Kinder sterfte en verzekering" dat wij in de Katholieke pers hebben aanhangig gemaakt. Reeds het feit alleen dat besprekingen over deze zaak gevoerd worden, toont, dat men op dit punt scrupules heeft. Wij kunnen ons ook den schroom der Weertsche gezondheidscommissie, die duidelijk laat uitkomen dat zij precies erover denkt als wij, best begrijpen. Wat wij evenwel niet kunnen begrijpen, is de struisvogelpolitiek van „De Tijd" en diens wapenknecht de „Nieuwe Koerier". Een zaak als deze behandelt men met kalm te, voorzichtigheid, en zonder onnoodige groote en harde woorden. Maar óók met erkenning van misstanden, als die bestaan. En zeker zon der vooringenomenheid in dezen of genen zin, zonder dadelijk te spreken van „insinuaties" en dergelijke. En nu we hierover schrijven, willen we toch nog even iets rechtzetten. In hetzelfde stukje waarin „De Tijdi" de hierboven aangehaalde citaten uit de verslagen der beide Limburgsche gezondheidscommissies mededeelt, schrijft het blad: „Zooals men zich herinnert, heeft dr. Nuyens, arts te Helmond, in ons blad een zeer ernstige beschuldiging weerlegd van de „Nieuwe Haarl. Ct.", als zou in Noord- Brabant de groote kindersterfte mede wor den veroorzaakt door de kostelooze verze kering van jonge kinderen, waardoor de ouders bij den dood van hun kroost gel delijk voordeel hebben." VVjj antwoorden, dat Dr. Nuyens de „beschul diging" (wij spraken ervan dat kenners van den toestand de kindersterfte en de bedoelde „vrije verzekering" met elkaar in verband bren gen) absoluut niet beeft weerlegd. Dat het ontbreken van de natuurlijke voeding de oorzaak is van groote kindersterfte geven wij den deskundigen geneesheer natuurlijk gaarne toe: hij kan het weten. Doch daarne vens kan onverzwakt blijven staan de meening dat de „vrije uitkeering" treurige zorgeloosheid en onverschilligheid in de hand werkt. Is ook het niet-zelf-voeden van kinderen, ten plitten- lande vooral (we spreken en spraken niet over de fabriekssteden) een bewijs van die groote zorgeloosheid?. Wij komen nader op deze geheele kwestie terug, zooals we beloofd hebben, en dat zullen we doen 'n en déplaise „De Tijd" op den tijd dien wijzelf daarvoor geschikt oox- deelen. Intusschen hebben wij deze week al bet stuk van Dr. Nuyens in zijn geheel overgenomen. En beden brengen wij een artikel van den beer Bodenstaff (in „De Tijd" zélf opgenomen) naar welks laatste alinea wij met bijzonderen nadruk verwijzen. Wanneer wij nu nog even onderstrepen de mededeeling, in het citaat der Weertsche ge zondheidscommissie gedaan, dat ook in België (juist wegens het bedoelde verband) de kos telooze verzekering van kinderen is verbo den, dan hebben onze lezers biermede al genoeg materiaal bij de hand om te overwegen of de vriendelijke qualificatie (in „Tijd"-stijl) van „journalistiek die er maar op los schrijft", en „insinuaties in commissie-rapporten" over onze en anderer ernstige waarschuwingen ver diend is DE GASPRIjs IN SCHOTEN. Zooals uit het Schotensche raadsverslag blijkt, is de gasprijs aldaar met een cent per kubieke Meter verhoogd. Geen aangename tijding voor de Schotensche ingezetenen, dat begrijpen wij. Maar we meenen dat ze zioh daarom toch niet ongerust moeten maken, en dat ze de zaak nuchter moeten be schouwen. De socialist Verkooy die wat méér de bezadigdheid en het verstandig denken moest overnemen van zijn partijgenoot Vertoni riep gisterenavond al, dat de „burgerlijke par tijen" Schoten ruineeren: „zie je wel, daar heb je 't al, en ik wasch mijn handen in on schuld!".... Het zal ons met verwonderen of de socialis tische kef-blaadjes die er belang bij hebben om uit elke zaak een wapen te smeden tegen de met-socialisten, zullen dat spelletje nog wel verder voortzetten. Men late zioh er echter niet door beetnemen. Wat is er gebeurd? Terwijl het gewone „verlies in het huizen- net" d. i. gas nat door de ü-uisleidingen heen ontsnapt in vorige jaren zeer normaal was, is dat verlies dit jaar opeens gestegen tot een zeer hoog, zeer abnormaal percentage. Het be draagt ongeveer 9 procent, tegen 2 A 3 pro cent vroeger. Dat wijst erop, dat er iets abnormaals in het buizennet is, wat moet en zal worden on derzocht. Men meent, dat de pasgelegde leiding naar Spaarndam hier schuld aan kan hebben. Hoe dit zijer blijkt voldoende uit dat d e exploitatie niet de schuld draagt van dit verlies, en dat is voldoende om de praatjes van den heer Verkooij te weerleggen. Wij twijfelen er dan ook niet aan, of de nieuwe directeur der gasfabriek, die gisteren benoemd is, zal ten spoedigste trachten uit te vinden waar het gasverlies zoo abnormaal is, en is de oorzaak gevonden, dan is de zaak ook spoedig in orde. Intusschen heeft de Schotensche Raad zeer juist gedaan met op de inkomsten van het be drijf, dat tydelijk verlies oplevert, dit verlies ook te verhalen. Dat is goede gemeentepolitiek. MARIA-VEREENIGING. 'De Miaxia-vereeinighxg' vergadert. Wlotensidaj? 13 Maart at. A 8 uur in „St. Bavo". Als spreker voor dien avond R uitgenoodigd Pater Josualdus Van eiseroord. Trouwe-op komst Ider leden wordt verwacht, en het bestuur noodigt ook ïiiet-leden uit. Pater Jesua.ldus te komen hoomi. KON. LETTERL. VER. „J. J. CREMER". De Kon. Letterl. Vereen. „J. J. Cremer" liad zich gisteren als deputatie vertegen woordigd bij het huwelijk van^ mevrouw Julia Cuypers en den heer M. D. Woudhysen. Na de plechtigheden in de Steeg vereenig- de men zich in Hotel Riche te Arnhem aan een diner, waar menig vriendelijk woord aan het echtpaar voor de toekomst werd gespro ken en mocht de vereeniging de toezegging van haar eerelid mevr. Julia Woudhusen— Cuypers ontvangen, dat zij de openingsvoor stelling van Cremer voor het speelseizoen 1912—1913 met haar groot talent zal opluis teren, waarschijnlijk in het tooneelspel „Flo ra Tosca". EEN BIJZONDERE RECLAME. De Hollandsche Spoorwegmaatschappij zond ons een zeer bijzonder reclame boekje voor onze Hollandsche bollenstreek, met Fransehen tekst: ,,A travers les champs de fleurs," geschreven door J. F. L. de Balbian Verster. Het geeft een zeer interessante beschrijving van de bloem bollenstreek, van het uitzicht der wijde velden, wanneer tulpen en hyacinthen in bloei staan, het beschrijft hoe verrassend van kleur de velden zijn en hoe uitgestrekt, kortom het maakt de gansche streek in haar bloeitijd voor elkeen ui terst aanlokkelijk. Het boekje op zichzelf is een aardig bezit: lusschen de aangenaam gesebre ven tekst, zijn enkele illustraties geplaatst n.h reproducties naar bekende schilderijen van A. L. Koster, G. W. Deysselhof, L. W. R. Wenche- bach, en F. Hart Nibbrig, die als schilders van onze kleurige bloemenvelden in den tande een goeden naam hebben. De reproducties hebben de ware kleur der schilderijen, en doen dus voor ons gevoel en ons gezicht prettig aan. Ten slo'.te bevat het boekje nog een klein spoorwegkaartje van de voornaamste lijnen in Nederland; en op de achterzijde van den omslag staat een ge kleurde spoor- en tramkaart van de bollen streek. Dit is dus wel zeker een zeer bijzondere reclame! BILLARD-SEANCE. In bet Zuid-Hollandsch Koffiehuis, Groote Houtstraat 183, is, zooals wij reeds gemeld hebben dezer dagen, een le qualiteit Wilhel- minabiljart geplaatst. Ter officiëele inhuldi ging hebben nu gisteravond de beeren prof. Smit en Salomon een openbare seance gegeven. We kunnen niet anders zeggen, dan dat deze avond voot amateurs en liefhebbers van het billartspel 'n zeer geanimeerde en daardoor zeer aangename is geweest. Wij bevelen belangstel lenden aan, het Zuid-Holl. Koffiehuis met 't nieuwe billard eens te gaan bezoeken. ONVRIENDELIJK BEEST. Gisteren waren een aantal huzaren in de Reitzstraat, die met de paarden aan de hand liepen. Op een gegeven oogenblik schrok een der paarden en trapte zijn geleider op het been en beet hem in de hand. De huzaar viel op straat neer en werd binnengedragen bij den winkelier Boeree op den hoek der Reitzstraat. Na van den schrik bekomen te zijn, begaf hij zich naar de kazerne. Het paard holde de Reitzstraat in, doch werd daar spoedig gegrepen. ALARM- Gisteravond ongeveer 8 uur klonken ach tereenvolgens twee revolverschoten in de Lomhardsteeg. Verschrikt snelden de omwo nenden en ook politie de steeg in, maar men kon niet ontdekken wat er gebeurd was. ONGEVAL. Gisteren heeft de stoker Wi. v. B. werk zaam bij de firma Joh. Enschedé en Zo nen, een straal kokend water over zijn hand gehad waardoor deze deerlijk verbrand werd. Op de inrichting werd hij vexbonden. (Zie Stadsnieuws verder op in dit Blad.) Uit Noorwegen komen berichten alle bij zonderheden ontbreken nog dat Roald Amundsen, de Noordsche poolvaarder, terug- gekomen is en de Zuidpool heeft bereikt. Omtrent de expeditie van Amundsen ge ven wij hier enkele bijzonderheden: De Fram vertrok 9 Ang. 1910 uit Noorwe gen. Eerst toen men ter reede van Funchal lag, stelde Amundsen, die eerst naar het Noordpoolbekken had willen gaan door Be- ringstraat om de drift van de Fram na te doen, de leden der expeditie in kennis met de algelieele wijziging van zijn plan. Hij zou niet om Kaap Hoorn heen naar de Bering- straat stevenen en uit de Beaufort-zee zich laten meenemen door de ijsdrift die onder stelt wordt, over de Zuidpool te loopen. Het schip zou koers zetten naar de Ross-haven, een inham in de ijsbarrière van de Ross-zee; daar zou voorhands een winterkwartier op liet ijs worden opgeslagen en de expeditie zou zich in tweeën splitsen. Den lOden Februari werd de eerste voor bereidende tocht ondernomen. De magazij nen zouden van sneeuw gebouwd worden op een wijze die door de Eskimo's langs de kus ten van de Noordel. IJszee in practijk wordt gebracht. Wat de hoofdmacht der espeditie betreft, 9 man sterk met inbegrip van Amundsen, deze maakte zich gereed om na de overwin tering, omstreeks half September den pool tocht te ondernemen. Het plan was, drie „de pots" aan te leggen; uit het laatste, zou de leider met twee man het laatste gedeelte van den tocht doen, met behulp van ski's, sleden en honden. Natuurlijk is ook een Noorsche vlag meegenomen, geschenk van dames te Kristiania. Slechts één man zou achterblijven ter wille van de waarnemingen enz. in het winterhuis. ST. LIDUINA-STICHTING TE PURMEREND. Gisteren had te Purmerend in tegenwoordig heid van talrijke belangstellenden de inwijding plaats van de St. Liduinaslichting, welke geschied de door den HoogEerw. Deken J. F. M. B-usch met assistentie der beide Eerw. Heeren kape laans F. E. S. M. Knitel en A. J. M. Hoogeveen, Na de inwijding van de kapel en het gebouw droeg de HoogEerw. Deken voor het eerst het II. Misoffer in de nieuwe stichting op. De St. Liduina-stichling omvat drie groote af- deelingen, die in afzonderlijke gebouwen z n. ondergebracht. Een gedeelte is als pension inge richt; verder ligt het in de bedoeling een groot gebouw voor ziekenverpleging te doen verrij zen, terwijl in het midden het hoofdgebouw, het zusterhuis zich verheft, hetwelk thans voor de helft is voltooid. De inrichting is geheel modern ingericht en van eigen waterleiding voorzien. „O, van al de dingen die onder den hemel zijn, is de Liefde het al." Jac. van Looy. Dit zou de zinspreuk kunnen zijn van Gustav Mahler's Achtste Symphonie, dit on vergankelijke monument van lyrisch-episehe kunst, dat we in heel zijn schoonheid opge richt, morgenavond zullen bewonderen. Deze achtste symphonie werd door Mahler zélf de volkomen volgroeiing genoemd, van wat nu in de zeven voorafgaande heeft willen geven, en dus kunnen we den geheelen Mah ler zien in dit eene werk, dit ontzettende ge wrocht, dat staat midden in tijd en geschie- deriisl Te is onbeheerscht idealisme, werkelijk de volgroeiing van de ongekun stelde uitgelatenheid, die al zong in zijn vroe gere werken. Altijd had hij gezocht naar iets grootsch en verhevens, dat hij bestaan wist Waar hij zich méér en meer aan gehecht had, zonder het te kennen iets onzicht baars in leven en wereld, dat hem gebonden hield, en hem beheerschte. Naar herkenning daarvan, was zijn verlangen, en al zijn mu ziek zou de groote uiting zijn, van wat in hem had geleefd, en wat tot oplossing was gekomen. Dit hoogtepunt in zulk een levensgroei moeten we zien in «j6 Achtste Symphonie. die in de schijnbaar onmogelijke vereeniging van de hymne Veni Creator Spiritus en de slotscène uit Goethe's „Faust", het ideaal, het „al" der Liefde in zijn onbegrijpelijke ver eeniging van geest en zinnen weergeeft. Zoowel het eerste als het laatste gedicht beschouwt Mahler als een dithyrambische roep, een algemeen e hymne aan de Liefde. Het „Veni Creator Spiritus" als de geeste lijke smeeking, de bedoelde Faust-scene als de zuiver-mensehelijke, zinnen-uiting, dit beide vereenigd als de levende kern van het bestaan der menschheid: het groote, onbe grijpelijke, de Liefde, die liet al omvat! Deze opvatting van de hymne Veni Crea tor, die wij als katholieken, natuurlijk niet kunnen deelen, blijft voor rekening van den componist. Het was voor ons echter noodza kelijk de bedoeling van Mahler zóó te ver- I KIaren> om tot een goed begrijpen te komen j van den symphonie als zuiver-muzikaal j kunstwerk. Het is moeilijk onder woorden te brengen, wat men als de ziel van een kunstuiting als deze symphonie heeft herkend. Gemakkelij- i ker zal het zijn over het werk te spreken, wanneer de uitvoering het voor ons heeft doen leven, en het niet meer uit de parti tuur, maar uit zichzelf tot ons heeft gespro ken. Méér dan over de geestelijke, ik mag wel zeggen, philosophische beteekenis van dit werk, is er geschreven, en gesproken, zelfs getwist over Mahler's Achtste Symphonie als zuiver muzikaal kunstwerk. Ten eerste heeft men den componist ver weten, dat het eigenlijk geen symphonie is. Kicbard Specht, van wi© wij e©n zeer merk- waardige analyse van het groote werk be zitten, rechtvaardigt de beschuldiging, door op te merken, dat wanneer men het woord symphonie in zijn oorspronkelijke beteekenis van „samenklank" opvat, er op den titel van 'twerk niets valt aan te merken. En boven dien is door de geheele, tweedeelige compo sitie, het voorgeschreven verhand tusschen de onderlinge deelen te herkennen, en vol doet althans het eerste deel aan alle eischen, welke de strengste theoriticus zou kunnen stellen. Het is dus een Symphonie, dit is onloo chenbaar. Wat kan het intusschen van be lang wezen nog te twisten over den titel van een werk, dat een zóó eigen karakter lieeft, j een zóó eigen taal spreekt, zooals Specht i opmerkt. Méér treft ons het protest tegen de omvangrijkheid van het werk, wat de bezet ting betreft. Men heeft er eerst van opgeke ken, en toen gespot,dom-weg gespot met dit „geweldenaarsgedoe", waar duizend medewer kenden voor noodig waren: twee gemengde koren, een jongenskoor, een reusachtig or- kest, waarbij orgel, harmonium, zes harpen, en zelfs mandolineen dan veel solisten; en koper (trompetten en bazuinen) in de ver teEr zijn zelfs lichtzinnigen geweest, die het armoede noemden, zich niet anders te kunnen uiten, dan in zulk een overdadige geweldigheid! Och kom, laten we er maar zeker van zijn, dat Mahler's kunstenaarsgeest een oneindig- wijderen kring beslaat, dan de speurzin van alle critiseerende leeken. Armoede? neen, rijkdom is 't: want dat alles beheerscht hij, al die hulpmiddelen heeft hij in zijn macht, en ze blijven zijn kunstuiting onderdanig. Hij staat er verre boven, en we kunnen hem zelfs niet denken zonder die geweldigheid van „techniek." Mahler's „Achtste" blijft als kunstwerk on aantastbaar, en we hebben dus de symphonie te aanvaarden zooals ze is, met groote be wondering voor de ziel, waarin zóó iets grootsch is ontstaan, niet door oppervlak kige zucht naar 't overweldigend pompeuse, maar door den zuiveren drang der natuur, I die onweerhoudbaar is Richard Specht, wien de analyseering der I Achtste Symphonie door den componist zélf was opgedragen, geeft in zijn boekje door aanhalingen van fragmenten en motieven een uitstekende verluchting' van het werk. We zien er duidelijk uit, hoe het eerste deel zuiver symphonisch is gebouwd op een hoofd thema en nevenmotieven, en hoe natuurlijk en regelmatig de doorwerking is; dubbel- koren en soli wisselen af met orkest-solo's, en de groote climax wordt bereikt in een schitterende dubbelfuga. Hoe rijk de poly- phonie van dit werk is, blijkt vooral uit het instrumentale gedeelte. Overal begeleidt het orkest en meermalen 'torgel de zangstem men, en zoo herinnert ons de „hegeleiding", waarin telkens de hoofdthema's duidelijk- sprekend optreden, aan de verheven, ideëele bedoeling van den dikwijls evenveel denken den, als voelenden componist. Er is in deze symphonie, die onverklaar baar schijnt, niets dat voor ons in duister blijft. En meer dan ooit begrepen we uit deze partituur, hoe de muziek bijzonder din gen verklaren kan, die in geen woord of kleur te zeggen zijn! Want dit heeft zeer ze ker Gustav Mahler bereikt: de diepere bedoe ling zijner schepping, in zijn geest geboren, is glansrijk volkomen tot uiting gekomen iu zijn muziek. Ze is niet afstootend, zooals men pleegt te zeggen van moderne kunstwerken; ze is oprecht en nobel van karakter en spreekt tot ons! Het is Mahler's wil geweest, dat zijn Acht ste Symphonie tot iedereen zou spreken; het is, volgens zijn eigen woorden: „ein Geschenk an die gauze Nation." En we mogen dus niet met vooroordeelen dit werk den rug toekeeren, waar de componist met zoo veel duidelijken nadruk zijn schepping j „schenkt" aan elkeen; aan de gansche wereld, mogen we zeggen! j Dit is het groote meesterwerk van den te. j vroeg gestorven Gustav Mahler, die er zijn gansche wezen in tot verklanking bracht. Het staat hoog, midden in de moderne kunst, als het ontzaglijk beeld der onvergankelijk^ schoonheidnatuurlijk ook alweer als nnu zikale schepping, daar we met den wijsgeeri-i gen zin van het werk niet kunnen meegaan.) Dit alles, om te verklaren, dat met de uit-' voeringen van morgen- en Zondagavond in het concertgebouw te Amsterdam onder leR ding van Willem Mengelberg, een feit var i historische beteekenis plaats heeft in 't mu ziekleven van ons land. H. F. ANDRIESSEN. (Op de uitvoering zélf komen we in hef nummer van Maandag nader terug.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 1