DAGBLAD voor NOORD- en ZUID-HOLLAND.
Wetenschappelijke Berichten
Kerknieuws.
Cahiers Achtste
Symphonie.
STADSNIEUWS.
ICiniiephuisvest 29"3I"1IS Haarlessi
EOiSTE BLAD.
AGENDA.
ART 1912.
36ste Jaargang Ro 7776
Bureaus van Redaetie en Administratie
Intercommunaal Telefoonnummer 1426.
Bit nummer bestaat uit
twee bladen.
Ons Geïllustreerd Zondagsblad,
Hh Kindersterfte.
Haarlemsche Alledagjes No 511.
De luidpoci tsere'kt
IEUWE mURLEMSCHE
ABONNEMBSTSFRUt;
Por 8 voor Haturles
Vtw» d» plaatsen, waai een agent la gevestigd (kont der gemeeat*)
Voor de overige piRaiso» ia Nededwid tranoo per peet
AfsonderRjke nummers
l»8ö
UBO
Ö108
PRUS OER AOVERTEMTlEit:
Van I6 regels 60 oent (ooutant 50 cent) ledero regel meer
Buiten Haarlem en de Agentsoltappen 15 cent per regel. (Buitenland
Reclames dubbel tarief
Dienstaanbiedingen 25 cent (6 regels), driemaal voor 50 cent (A ooutant.)
10 oent
20 oent
1000
AifTbetal^ide «bcvnnés op d¥Vad!"li^^~het besit eeoer vezrskeringspoli» zijn, zijn volgens de bepalingen op de polissen vermeid, tege«onge. ukken verzekerd voort
4G9
GULDEN b|
overlijden.
300
GULDEN tö
verlies vut e«®
bond >of voet.
150
GULDEN bil
levenslang» onge
schiktheid tel
werken.
De nltkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappij „Ocean" Bijkantoor voor Haarlem de Ne^r^dcche Credietbank Nieuwe Dracht I!
GULDEN bij
verlies vaa
éen oog.
190
GULDEN b
- verlies van
éen duim.
GULDEN bij $1 p» GULDEN bij
verlies van
één
wijsvinger.
15
verlies van
één anderen
vinger.
Het Geïllustreerd Zondagsblad van deze week
bevat de volgende
PLATEN: De Koningstijger. De roofvogel der
Andes. Een auto te water. Hoog water in Fries
land (2). De nieuwe kerk in den Haag. Mgr.
Konings f Brandstof, geleverd door de zee.
Steenkolen» oorraden te Rotterdam. Denis Cochin.
De H. Familie. Verbouwing te itoUerdam. Be
grafenis van Mgr. Konings (2). Mej. P. Rusthof.
30-Jarige trouwe dienst. Koienvoorraad in Enge
land.
TEKST: De nieuwe kerk te 's Gravenhage.
Mgr. Konings f St. Jozef en de bolerpotten. Op
de stoomboot (vervolg). De erfgenaam van een
troon (vervolg). Het paarlen halssnoer. Een
dochter der lieide (vervolg). Voor onze Jongens
en Meisjes.
Zaterdag 9 Maart.
Gebouw „St. Bavo" RK. Volksbond
half 9 uur Spaarbank „St. Antonius van
Padua", 8 uur zitting Hulpspaarbank (Scho
terkwartier). Half 9 uur Spaarkas „St. Ni-
colaas" (Winterprovisie). 8 uur Bibliotheek.
Inschrijven Coöperatieve Bakkerij.
Sociëteit „V e r e e n i g i n g" 8 uur
Vierde Seance voor Kamermuziek, te geven
door Joh. Steenman: Messaert—Röntgen, J.
Mossel, violoncel.
Brongebouw 15 uur Teekencol
lege „Kunst zij ons Doel". Kunstbeschouwing.
Teyler's Museum Buitengewone ten
toonstelling van kunstwerken bestaande in
de verzameling van Teyler's Museum. „Ita-
liaanscbe teekeningen" uit de in 1791 door
Teyler's Stichting aangekochte verzameling
van de koningin Christina van Zweden.
Uit den Roermondschen „Nieuwen Koerier"
deelt „De Tijd" een paar verslagen mede van
gezondheidscommissies in Limburg, die de
vraag der groote kindersterfte hebben be
sproken.
De gezondheidscommissie te Heerlen zegt:
Gevraagd werd, boe men denkt over het
verzekeren van een kind: of die verzeke
ring ook een factor is, waaraan de hooge
kindersterfte is toe te schrijven. Men kwam
■tot de conclusie, dat dit niet zoo was.
En die te Weert schrijft:
Zonder bepaald eene beschuldiging te
willen uiten aan het adres der opvoeders
der kleinen, meent de commissie toch nog
te moeten wijzen op een factor, die al
thans kan meewerken om de kindersterfte
te verhoogen of minstens kan meewerken
om de verzorging der kleinen niet te doen
wezen zooals ze kon en moest zijn. Wij
bedoelen de verzekering der pasgeborenen
op het leven.
Wij schromen natuurlijk om over dit on
derwerp verder uit te wijden, maar willen
toch wijzen op don maatregel in België ge
nomen, waar bij de wet verboden is, voor
kinderen beneden 7 jaar een polis op het
leven af te sluiten.
Wij beschouwen deze beide citaten als ma
teriaal ter studie voor het onderwerp: „Kinder
sterfte en verzekering" dat wij in de Katholieke
pers hebben aanhangig gemaakt. Reeds het feit
alleen dat besprekingen over deze zaak gevoerd
worden, toont, dat men op dit punt scrupules
heeft. Wij kunnen ons ook den schroom der
Weertsche gezondheidscommissie, die duidelijk
laat uitkomen dat zij precies erover denkt als
wij, best begrijpen.
Wat wij evenwel niet kunnen begrijpen, is de
struisvogelpolitiek van „De Tijd" en diens
wapenknecht de „Nieuwe Koerier".
Een zaak als deze behandelt men met kalm
te, voorzichtigheid, en zonder onnoodige groote
en harde woorden. Maar óók met erkenning
van misstanden, als die bestaan. En zeker zon
der vooringenomenheid in dezen of genen zin,
zonder dadelijk te spreken van „insinuaties" en
dergelijke.
En nu we hierover schrijven, willen we toch
nog even iets rechtzetten.
In hetzelfde stukje waarin „De Tijdi" de
hierboven aangehaalde citaten uit de verslagen
der beide Limburgsche gezondheidscommissies
mededeelt, schrijft het blad:
„Zooals men zich herinnert, heeft dr.
Nuyens, arts te Helmond, in ons blad een
zeer ernstige beschuldiging weerlegd van
de „Nieuwe Haarl. Ct.", als zou in Noord-
Brabant de groote kindersterfte mede wor
den veroorzaakt door de kostelooze verze
kering van jonge kinderen, waardoor de
ouders bij den dood van hun kroost gel
delijk voordeel hebben."
VVjj antwoorden, dat Dr. Nuyens de „beschul
diging" (wij spraken ervan dat kenners van
den toestand de kindersterfte en de bedoelde
„vrije verzekering" met elkaar in verband bren
gen) absoluut niet beeft weerlegd. Dat
het ontbreken van de natuurlijke voeding de
oorzaak is van groote kindersterfte geven
wij den deskundigen geneesheer natuurlijk
gaarne toe: hij kan het weten. Doch daarne
vens kan onverzwakt blijven staan de meening
dat de „vrije uitkeering" treurige zorgeloosheid
en onverschilligheid in de hand werkt. Is ook
het niet-zelf-voeden van kinderen, ten plitten-
lande vooral (we spreken en spraken niet over
de fabriekssteden) een bewijs van die groote
zorgeloosheid?.
Wij komen nader op deze geheele kwestie
terug, zooals we beloofd hebben, en dat zullen
we doen 'n en déplaise „De Tijd"
op den tijd dien wijzelf daarvoor geschikt oox-
deelen.
Intusschen hebben wij deze week al bet stuk
van Dr. Nuyens in zijn geheel overgenomen.
En beden brengen wij een artikel van den beer
Bodenstaff (in „De Tijd" zélf opgenomen)
naar welks laatste alinea wij met bijzonderen
nadruk verwijzen.
Wanneer wij nu nog even onderstrepen de
mededeeling, in het citaat der Weertsche ge
zondheidscommissie gedaan, dat ook in België
(juist wegens het bedoelde verband) de kos
telooze verzekering van kinderen is verbo
den, dan hebben onze lezers biermede al
genoeg materiaal bij de hand om te overwegen
of de vriendelijke qualificatie (in „Tijd"-stijl)
van „journalistiek die er maar op los schrijft",
en „insinuaties in commissie-rapporten" over
onze en anderer ernstige waarschuwingen ver
diend is
DE GASPRIjs IN SCHOTEN.
Zooals uit het Schotensche raadsverslag
blijkt, is de gasprijs aldaar met een cent per
kubieke Meter verhoogd.
Geen aangename tijding voor de Schotensche
ingezetenen, dat begrijpen wij. Maar we meenen
dat ze zioh daarom toch niet ongerust moeten
maken, en dat ze de zaak nuchter moeten be
schouwen.
De socialist Verkooy die wat méér de
bezadigdheid en het verstandig denken moest
overnemen van zijn partijgenoot Vertoni
riep gisterenavond al, dat de „burgerlijke par
tijen" Schoten ruineeren: „zie je wel, daar heb
je 't al, en ik wasch mijn handen in on
schuld!"....
Het zal ons met verwonderen of de socialis
tische kef-blaadjes die er belang bij hebben om
uit elke zaak een wapen te smeden tegen de
met-socialisten, zullen dat spelletje nog wel
verder voortzetten.
Men late zioh er echter niet door beetnemen.
Wat is er gebeurd?
Terwijl het gewone „verlies in het huizen-
net" d. i. gas nat door de ü-uisleidingen heen
ontsnapt in vorige jaren zeer normaal was,
is dat verlies dit jaar opeens gestegen tot een
zeer hoog, zeer abnormaal percentage. Het be
draagt ongeveer 9 procent, tegen 2 A 3 pro
cent vroeger.
Dat wijst erop, dat er iets abnormaals in
het buizennet is, wat moet en zal worden on
derzocht.
Men meent, dat de pasgelegde leiding naar
Spaarndam hier schuld aan kan hebben.
Hoe dit zijer blijkt voldoende uit dat d e
exploitatie niet de schuld draagt van dit
verlies, en dat is voldoende om de praatjes van
den heer Verkooij te weerleggen.
Wij twijfelen er dan ook niet aan, of de
nieuwe directeur der gasfabriek, die gisteren
benoemd is, zal ten spoedigste trachten uit te
vinden waar het gasverlies zoo abnormaal is,
en is de oorzaak gevonden, dan is de zaak ook
spoedig in orde.
Intusschen heeft de Schotensche Raad zeer
juist gedaan met op de inkomsten van het be
drijf, dat tydelijk verlies oplevert, dit verlies
ook te verhalen. Dat is goede gemeentepolitiek.
MARIA-VEREENIGING.
'De Miaxia-vereeinighxg' vergadert. Wlotensidaj?
13 Maart at. A 8 uur in „St. Bavo".
Als spreker voor dien avond R uitgenoodigd
Pater Josualdus Van eiseroord. Trouwe-op
komst Ider leden wordt verwacht, en het
bestuur noodigt ook ïiiet-leden uit. Pater
Jesua.ldus te komen hoomi.
KON. LETTERL. VER. „J. J. CREMER".
De Kon. Letterl. Vereen. „J. J. Cremer"
liad zich gisteren als deputatie vertegen
woordigd bij het huwelijk van^ mevrouw
Julia Cuypers en den heer M. D. Woudhysen.
Na de plechtigheden in de Steeg vereenig-
de men zich in Hotel Riche te Arnhem aan
een diner, waar menig vriendelijk woord aan
het echtpaar voor de toekomst werd gespro
ken en mocht de vereeniging de toezegging
van haar eerelid mevr. Julia Woudhusen—
Cuypers ontvangen, dat zij de openingsvoor
stelling van Cremer voor het speelseizoen
1912—1913 met haar groot talent zal opluis
teren, waarschijnlijk in het tooneelspel „Flo
ra Tosca".
EEN BIJZONDERE RECLAME.
De Hollandsche Spoorwegmaatschappij zond
ons een zeer bijzonder reclame boekje voor onze
Hollandsche bollenstreek, met Fransehen tekst:
,,A travers les champs de fleurs," geschreven
door J. F. L. de Balbian Verster. Het geeft
een zeer interessante beschrijving van de bloem
bollenstreek, van het uitzicht der wijde velden,
wanneer tulpen en hyacinthen in bloei staan, het
beschrijft hoe verrassend van kleur de velden
zijn en hoe uitgestrekt, kortom het maakt de
gansche streek in haar bloeitijd voor elkeen ui
terst aanlokkelijk. Het boekje op zichzelf is een
aardig bezit: lusschen de aangenaam gesebre
ven tekst, zijn enkele illustraties geplaatst n.h
reproducties naar bekende schilderijen van A.
L. Koster, G. W. Deysselhof, L. W. R. Wenche-
bach, en F. Hart Nibbrig, die als schilders van
onze kleurige bloemenvelden in den tande een
goeden naam hebben. De reproducties hebben de
ware kleur der schilderijen, en doen dus voor
ons gevoel en ons gezicht prettig aan. Ten slo'.te
bevat het boekje nog een klein spoorwegkaartje
van de voornaamste lijnen in Nederland; en op
de achterzijde van den omslag staat een ge
kleurde spoor- en tramkaart van de bollen
streek. Dit is dus wel zeker een zeer bijzondere
reclame!
BILLARD-SEANCE.
In bet Zuid-Hollandsch Koffiehuis, Groote
Houtstraat 183, is, zooals wij reeds gemeld
hebben dezer dagen, een le qualiteit Wilhel-
minabiljart geplaatst. Ter officiëele inhuldi
ging hebben nu gisteravond de beeren prof.
Smit en Salomon een openbare seance gegeven.
We kunnen niet anders zeggen, dan dat deze
avond voot amateurs en liefhebbers van het
billartspel 'n zeer geanimeerde en daardoor zeer
aangename is geweest. Wij bevelen belangstel
lenden aan, het Zuid-Holl. Koffiehuis met 't
nieuwe billard eens te gaan bezoeken.
ONVRIENDELIJK BEEST.
Gisteren waren een aantal huzaren in de
Reitzstraat, die met de paarden aan de hand
liepen. Op een gegeven oogenblik schrok
een der paarden en trapte zijn geleider op
het been en beet hem in de hand. De huzaar
viel op straat neer en werd binnengedragen
bij den winkelier Boeree op den hoek der
Reitzstraat. Na van den schrik bekomen te
zijn, begaf hij zich naar de kazerne. Het
paard holde de Reitzstraat in, doch werd daar
spoedig gegrepen.
ALARM-
Gisteravond ongeveer 8 uur klonken ach
tereenvolgens twee revolverschoten in de
Lomhardsteeg. Verschrikt snelden de omwo
nenden en ook politie de steeg in, maar men
kon niet ontdekken wat er gebeurd was.
ONGEVAL.
Gisteren heeft de stoker Wi. v. B. werk
zaam bij de firma Joh. Enschedé en Zo
nen, een straal kokend water over zijn hand
gehad waardoor deze deerlijk verbrand werd.
Op de inrichting werd hij vexbonden.
(Zie Stadsnieuws verder op in dit Blad.)
Uit Noorwegen komen berichten alle bij
zonderheden ontbreken nog dat Roald
Amundsen, de Noordsche poolvaarder, terug-
gekomen is en de Zuidpool heeft bereikt.
Omtrent de expeditie van Amundsen ge
ven wij hier enkele bijzonderheden:
De Fram vertrok 9 Ang. 1910 uit Noorwe
gen. Eerst toen men ter reede van Funchal
lag, stelde Amundsen, die eerst naar het
Noordpoolbekken had willen gaan door Be-
ringstraat om de drift van de Fram na te
doen, de leden der expeditie in kennis met
de algelieele wijziging van zijn plan. Hij zou
niet om Kaap Hoorn heen naar de Bering-
straat stevenen en uit de Beaufort-zee zich
laten meenemen door de ijsdrift die onder
stelt wordt, over de Zuidpool te loopen. Het
schip zou koers zetten naar de Ross-haven,
een inham in de ijsbarrière van de Ross-zee;
daar zou voorhands een winterkwartier op
liet ijs worden opgeslagen en de expeditie
zou zich in tweeën splitsen.
Den lOden Februari werd de eerste voor
bereidende tocht ondernomen. De magazij
nen zouden van sneeuw gebouwd worden op
een wijze die door de Eskimo's langs de kus
ten van de Noordel. IJszee in practijk wordt
gebracht.
Wat de hoofdmacht der espeditie betreft,
9 man sterk met inbegrip van Amundsen,
deze maakte zich gereed om na de overwin
tering, omstreeks half September den pool
tocht te ondernemen. Het plan was, drie „de
pots" aan te leggen; uit het laatste, zou de
leider met twee man het laatste gedeelte van
den tocht doen, met behulp van ski's, sleden
en honden. Natuurlijk is ook een Noorsche
vlag meegenomen, geschenk van dames te
Kristiania. Slechts één man zou achterblijven
ter wille van de waarnemingen enz. in het
winterhuis.
ST. LIDUINA-STICHTING TE PURMEREND.
Gisteren had te Purmerend in tegenwoordig
heid van talrijke belangstellenden de inwijding
plaats van de St. Liduinaslichting, welke geschied
de door den HoogEerw. Deken J. F. M. B-usch
met assistentie der beide Eerw. Heeren kape
laans F. E. S. M. Knitel en A. J. M. Hoogeveen,
Na de inwijding van de kapel en het gebouw
droeg de HoogEerw. Deken voor het eerst het
II. Misoffer in de nieuwe stichting op.
De St. Liduina-stichling omvat drie groote af-
deelingen, die in afzonderlijke gebouwen z n.
ondergebracht. Een gedeelte is als pension inge
richt; verder ligt het in de bedoeling een groot
gebouw voor ziekenverpleging te doen verrij
zen, terwijl in het midden het hoofdgebouw, het
zusterhuis zich verheft, hetwelk thans voor de
helft is voltooid. De inrichting is geheel modern
ingericht en van eigen waterleiding voorzien.
„O, van al de dingen die
onder den hemel zijn, is de
Liefde het al."
Jac. van Looy.
Dit zou de zinspreuk kunnen zijn van
Gustav Mahler's Achtste Symphonie, dit on
vergankelijke monument van lyrisch-episehe
kunst, dat we in heel zijn schoonheid opge
richt, morgenavond zullen bewonderen. Deze
achtste symphonie werd door Mahler zélf
de volkomen volgroeiing genoemd, van wat
nu in de zeven voorafgaande heeft willen
geven, en dus kunnen we den geheelen Mah
ler zien in dit eene werk, dit ontzettende ge
wrocht, dat staat midden in tijd en geschie-
deriisl Te is onbeheerscht idealisme,
werkelijk de volgroeiing van de ongekun
stelde uitgelatenheid, die al zong in zijn vroe
gere werken. Altijd had hij gezocht naar iets
grootsch en verhevens, dat hij bestaan wist
Waar hij zich méér en meer aan gehecht
had, zonder het te kennen iets onzicht
baars in leven en wereld, dat hem gebonden
hield, en hem beheerschte. Naar herkenning
daarvan, was zijn verlangen, en al zijn mu
ziek zou de groote uiting zijn, van wat in
hem had geleefd, en wat tot oplossing was
gekomen.
Dit hoogtepunt in zulk een levensgroei
moeten we zien in «j6 Achtste Symphonie.
die in de schijnbaar onmogelijke vereeniging
van de hymne Veni Creator Spiritus en de
slotscène uit Goethe's „Faust", het ideaal,
het „al" der Liefde in zijn onbegrijpelijke ver
eeniging van geest en zinnen weergeeft.
Zoowel het eerste als het laatste gedicht
beschouwt Mahler als een dithyrambische
roep, een algemeen e hymne aan de Liefde.
Het „Veni Creator Spiritus" als de geeste
lijke smeeking, de bedoelde Faust-scene als
de zuiver-mensehelijke, zinnen-uiting, dit
beide vereenigd als de levende kern van het
bestaan der menschheid: het groote, onbe
grijpelijke, de Liefde, die liet al omvat!
Deze opvatting van de hymne Veni Crea
tor, die wij als katholieken, natuurlijk niet
kunnen deelen, blijft voor rekening van den
componist. Het was voor ons echter noodza
kelijk de bedoeling van Mahler zóó te ver-
I KIaren> om tot een goed begrijpen te komen
j van den symphonie als zuiver-muzikaal
j kunstwerk.
Het is moeilijk onder woorden te brengen,
wat men als de ziel van een kunstuiting als
deze symphonie heeft herkend. Gemakkelij-
i ker zal het zijn over het werk te spreken,
wanneer de uitvoering het voor ons heeft
doen leven, en het niet meer uit de parti
tuur, maar uit zichzelf tot ons heeft gespro
ken.
Méér dan over de geestelijke, ik mag wel
zeggen, philosophische beteekenis van dit
werk, is er geschreven, en gesproken, zelfs
getwist over Mahler's Achtste Symphonie als
zuiver muzikaal kunstwerk.
Ten eerste heeft men den componist ver
weten, dat het eigenlijk geen symphonie is.
Kicbard Specht, van wi© wij e©n zeer merk-
waardige analyse van het groote werk be
zitten, rechtvaardigt de beschuldiging, door
op te merken, dat wanneer men het woord
symphonie in zijn oorspronkelijke beteekenis
van „samenklank" opvat, er op den titel van
'twerk niets valt aan te merken. En boven
dien is door de geheele, tweedeelige compo
sitie, het voorgeschreven verhand tusschen
de onderlinge deelen te herkennen, en vol
doet althans het eerste deel aan alle eischen,
welke de strengste theoriticus zou kunnen
stellen.
Het is dus een Symphonie, dit is onloo
chenbaar. Wat kan het intusschen van be
lang wezen nog te twisten over den titel van
een werk, dat een zóó eigen karakter lieeft,
j een zóó eigen taal spreekt, zooals Specht
i opmerkt. Méér treft ons het protest tegen de
omvangrijkheid van het werk, wat de bezet
ting betreft. Men heeft er eerst van opgeke
ken, en toen gespot,dom-weg gespot met dit
„geweldenaarsgedoe", waar duizend medewer
kenden voor noodig waren: twee gemengde
koren, een jongenskoor, een reusachtig or-
kest, waarbij orgel, harmonium, zes harpen,
en zelfs mandolineen dan veel solisten;
en koper (trompetten en bazuinen) in de ver
teEr zijn zelfs lichtzinnigen geweest, die
het armoede noemden, zich niet anders te
kunnen uiten, dan in zulk een overdadige
geweldigheid!
Och kom, laten we er maar zeker van zijn,
dat Mahler's kunstenaarsgeest een oneindig-
wijderen kring beslaat, dan de speurzin van
alle critiseerende leeken. Armoede? neen,
rijkdom is 't: want dat alles beheerscht hij,
al die hulpmiddelen heeft hij in zijn macht,
en ze blijven zijn kunstuiting onderdanig. Hij
staat er verre boven, en we kunnen hem
zelfs niet denken zonder die geweldigheid
van „techniek."
Mahler's „Achtste" blijft als kunstwerk on
aantastbaar, en we hebben dus de symphonie
te aanvaarden zooals ze is, met groote be
wondering voor de ziel, waarin zóó iets
grootsch is ontstaan, niet door oppervlak
kige zucht naar 't overweldigend pompeuse,
maar door den zuiveren drang der natuur,
I die onweerhoudbaar is
Richard Specht, wien de analyseering der
I Achtste Symphonie door den componist zélf
was opgedragen, geeft in zijn boekje door
aanhalingen van fragmenten en motieven
een uitstekende verluchting' van het werk.
We zien er duidelijk uit, hoe het eerste deel
zuiver symphonisch is gebouwd op een hoofd
thema en nevenmotieven, en hoe natuurlijk
en regelmatig de doorwerking is; dubbel-
koren en soli wisselen af met orkest-solo's,
en de groote climax wordt bereikt in een
schitterende dubbelfuga. Hoe rijk de poly-
phonie van dit werk is, blijkt vooral uit het
instrumentale gedeelte. Overal begeleidt het
orkest en meermalen 'torgel de zangstem
men, en zoo herinnert ons de „hegeleiding",
waarin telkens de hoofdthema's duidelijk-
sprekend optreden, aan de verheven, ideëele
bedoeling van den dikwijls evenveel denken
den, als voelenden componist.
Er is in deze symphonie, die onverklaar
baar schijnt, niets dat voor ons in duister
blijft. En meer dan ooit begrepen we uit
deze partituur, hoe de muziek bijzonder din
gen verklaren kan, die in geen woord of
kleur te zeggen zijn! Want dit heeft zeer ze
ker Gustav Mahler bereikt: de diepere bedoe
ling zijner schepping, in zijn geest geboren,
is glansrijk volkomen tot uiting gekomen iu
zijn muziek. Ze is niet afstootend, zooals men
pleegt te zeggen van moderne kunstwerken;
ze is oprecht en nobel van karakter en spreekt
tot ons!
Het is Mahler's wil geweest, dat zijn Acht
ste Symphonie tot iedereen zou spreken; het
is, volgens zijn eigen woorden: „ein Geschenk
an die gauze Nation." En we mogen dus
niet met vooroordeelen dit werk den rug
toekeeren, waar de componist met zoo
veel duidelijken nadruk zijn schepping
j „schenkt" aan elkeen; aan de gansche wereld,
mogen we zeggen!
j Dit is het groote meesterwerk van den te.
j vroeg gestorven Gustav Mahler, die er zijn
gansche wezen in tot verklanking bracht.
Het staat hoog, midden in de moderne kunst,
als het ontzaglijk beeld der onvergankelijk^
schoonheidnatuurlijk ook alweer als nnu
zikale schepping, daar we met den wijsgeeri-i
gen zin van het werk niet kunnen meegaan.)
Dit alles, om te verklaren, dat met de uit-'
voeringen van morgen- en Zondagavond in
het concertgebouw te Amsterdam onder leR
ding van Willem Mengelberg, een feit var
i historische beteekenis plaats heeft in 't mu
ziekleven van ons land.
H. F. ANDRIESSEN.
(Op de uitvoering zélf komen we in hef
nummer van Maandag nader terug.)