au m 1 a m u a# m m i mm i k m B mm w s ■j m n m n m m m m m 3 s 1 9 'W i ai km* H m i H '9 m H B HÜ 11 i g$ kW m iÉH! m® i fH W/ 1 k m 1 ®P I i I i jSl 8 WÊ i i i k k k M fjj JL 118 De vondst. „1 Is crü met a heer dotter", riep honend Mephistofeles, die achter hem stond. Ik Lachte en kondigde met luider stemme mat aan in 9 zetten. Ttferist: „Ja, dat moet heerlijk zijn, na zöo'n moeilijke klimpartij een groot glas heerlijk schui mend bier!" [Wandelaar: „Ja, maar als er nu geen herberg is daarboven!" Toerist: „Och kom, welk verstandig mensch bestijgt er nu zulke bergen!" woord, dat de tot dusverre overleden schaak meesters een zoo vreedzaam leven hadden ge leid, dat hen de poorten der onderwereld niet geopend hadden kunnen worden. In d!e toekomst echter zou hier ook aan schaakmeesters geen gebrek zijn, daar er in den laatsten tijd onder de levenden wel waren, die voldoende hadden getwist om voor een plaats in aanmerking te worden gebracht! Intusschen namen de partijen hun verloop. Bijna zonder uitzondering waren zij zeer in teressant. Na meerdere uren te hebben gekampt dunden de rijen, totdat er ten slotte nog slechts drie van mijn tegenstanders over waren. Wie waren dat? Een zwarte lokkenkop met lichtende oogen en eenigszins verloopen trekken. Thans, nu ik hem nauwkeurig opnam werd het mij duidelijk; tdat was niemandandters dan Don Juan. Half leunend wierp hij van tijd tot tijd een korten scherpen blik op het bord, om dan we der langen tijd zijn gloeiende oogen op de vlug ge dansers te laten rusten. Naast hem mijn twee de tegenpartij; een geestig gelaat met scherpe, rustig en helder blikkende oogen, de geboren denker! Met wetenschappelijke grondigheid re kende hij, alvorens een figuur aan te raken, alle varianten na. Het was Faust! Liang ver wijlden mijn gedachten bij deze buitengewone verschijning. Echter ik had nog een derde par tij en deze scheen de gevaarlijkste te zijn. "Om der zijn borstelige wenkbrauwen fonkeLden klei ne, bewegelijke oogen, onvermoeid dwaalden zijn dikken over het bord; het eeuwige verlangen naar rust, gepaard aan eeuwige rusteloosheid. Ik herkende Ahasveros, de wandelende jood). Een waardig trio! mm mm a 'Wk wm. sthril Wm WËk i me® vmA WM m Wm m& Bewonderend werd ik aangezien. Faust ech ter verhief zich met vaste schreden de zaal uit Het zwarte, stugge haar van Mephistofeles krul de. Eén speler van de 100 was nog over, de anderen waren verslagen. Ik hoopte den eeuwi gen jood zou toch geen eeuwig schaak geluk ken. i' 1 -I wm Wm IR mm abodef g h Langzaam versmolt de muziek, moede tieten de dansers zich op de roode rustbanken ne der, waar kleine duiveltjes hen koelte toe-wuif- den. Ik echter schreed rusteloos van bord lot hord. Eindeloos scheen mij de kamp en steeds meer beangstigde mij de stand der dlrie par tijen. Don Juan wierp een vluchtige» blik op, de andere borden. Toen trad ik weder voor zijn bord. Snel greep hij een figuur en speelde. Uit zijn donkere oogen trof mij een spottende blik. Ik echter kondigde met luide stem mat in 5 zetten AUen schaarden zich Olm hef bord, alleen Faust bleef rustig zitten, zonder zich «ni ons te bekommeren. Gelaten schoof Don Juan de figuren te zameai, slond op en begaf zich naar, de reeds lang door hem bewonderde dans*®*. Md taxi aan bet tweede l>JWt Eindelijk won ik terrein, na fraaie verde diging Ontwierp ik een prachtigen aanval. Al ler blikken waren vol verwachting op, mij ge richt. Mijn tegenstander zag nog steeds met rol lende oogen naar het bord. Plotseling kwam 'er ontspanning. Met stentorstem riep, neen schreeaw- de ik: „mat in 10 zetten". Er klonken fantares, de wandelende jood had op, b3 zijn rust gevonden. En nu veranderde het tooneelroode vurige slangen sisten om mij heen, de wanden dreigden te bersten. ,Als een gloeiende kogel schoot ik' door het lucht ruim, passeerend millioenen sterren. Een knet teren daveren, pis wilde de wereld uiteen spatten. l i Vermoeid wreef ik mijn oogen. Die dropte was voorbij. Een nieuwjaar was begonnen. 1. Oh7:-J-t! Kh7:, 2. Pg5+ Rh8, 3. Pg 6:, 4 Pf7+ P h 7, 5. bg6:i£ 6f:2,., !Rh6, 3. Pf7+ Kh7, 4 hg6: 5. fg6ï|g ,ri Dh 7:4-1! K fa 7:, 2. Le6:+ Eg6j 3. 15jg Kg5, 4 f4+ Df4-, 5. ef4:'4- Kg4, 6. £12^ Kg3, 7. Th3rh Kg2, 8. JUdö:^ Kgl, 9. TfalÉfcf I i 1. Dh7I K72. hg5:^ Eg6, 3. Ee 5+ Kf5, 4 g4-f- Ke4, 5. Te2=y Kd4, V. Tdl+ Pd2-f, 7. Td2:jja Ea3, 8. Tc2iË K b 3, 9. Te3 T d3, 10. Td3: i i MEESTERTORNOOI TE KARLSBAD. "Tl Wit: Ei. Cohn. Zwart; Tschigorin. 1. d2 d4 Eg8 <6 "2. e2 e4 47 dB 3. Pb 1 03 ,Eb8 d7, 4 e2 o4 e7—:e5 5. P g IA- e 2 1318 «7 6. g2 g3 0 0 7. Lf 1 g2 TfS eS Deze ontwikkelingsmethode is in ide laatste twee jaren weer in de mode gekomen J Zwart geraakt echter slechts Op, don langen duur tot eene bevredigende ontwikkeling zijner strijd krachten. 8. 0—0 A U©7 18 9. h2—S3 V. e.5xd,4 10. Ddlxd4 Zwart heeft nu gelegenheid, «Jp pktowinst te spelen; Wit ontwikkelt zich intusschen voor treffelijk, 1 10. Ed7-e5 Dreigt Uh'3:, en POk 07 c5, wawhot! plc 4 verloren gaat. 1 1L 12 14 «7^,05 12. D d 4 f 2 E©5X«4 13. b2-b3 Ec4»5 14 Liö 1 b2 Het is duidelijk, (dat de pionwinst van pro blematische waarde waarde is: pion 46 blijft achter en bovendien heeft Wit met f4 en L b 2 zijne stelling versterkt, terwijl zijn tegenstander- do avontuurlijke Paarideyohitie uitvoerde. 14 Pa 5 b6 15*. T»l- dl Dd8-ft5 3 r2 4 f Ro6. ">4^ Zwart hoopt, dat nu konten zaT; 17. P«4; d4: 18 Td4:, waarna, hij met voordeel dl d 5 kan spelen. 17. Pe2Xd4 o5xd Stelling na 17... e5x Pd4 m». 1wé WM abcdefgh IS. b 3 b 41 Een verrassend antwoord! Zwart komt nunïel meer tot d'6 d5. 18. D a 5 X b 4 19. TdlXd4 'Db 4 a5 20. g4 g'5 Pf6 47 21. Pc3d5 Da5d8 22. h3 h 4 iWit voert den aanval ten einde toe mét On overtrefbaar meesterschap. 22. Ed7— b 6 23. f4-f5 Pb6Xd5 24 Td4xd5 'Lo8-d7 25. e4e5 j Schijnbaar een grove fout, wafu *25dc5i 26. Tfdl wordt met 26..., De81 weerlegd. iWit kan echter veel fijner spelen: 25... de5: 26. f6 g6 (gedwongen) 27. Lh3, Lh3? ft beste) 28. "Td8:, Tad8: enz. (Zwart zal weJ is waar nog lang weerstand kunnen bieden). 25. Ld7-«6 25...,. Te 8 is niet beter; b.v. 26, g6, ng6:' 27. fg6fg6: 28. Df7.-f-, Kh8, 29. e61, Te6: 30. h51 en wint (1.30... Te7, 31. hg6:, Tf7Li 32. T h 5 -f-, Kg 8, 33. gf7: mat; II. 30 Dh4 31, hg6dreigend mat op f8). 26. e5 e6l Een möpie zet. 26. - (7Xe6 Den Toren mag Zwart niet nemen; b.v. 26 Ld5: 27. Ld5:, fe6: 28. f©6;, De7 29. D d 41 en wint, daar de dreiging T. f 7 Onweerstaan baar is. 27. (5xe6 Dd8 e7 28. D f 2 17 K g 8 - fa 8 29. Td5-f5 De7xf7 30. e6xf7 T.eS ©2 31'. Tflt-ia Te2Xf2 32. Tf5Xf2 36 05 33. Lb2 44! Dreigt K4 K5s--ib6 enz 33. fiZsGS 34 g5 g6 v Thans dreigt Tf2—f5xt5ig. 34. I «iBEiSÖÏ 35. Tf2r-e2 Om Over o5 zijn 'dOel Je bereiken. 35. i i 36. Eg2 h"3t Ed7,^b5 37. Te2-e6. Opgegeven. A i Op 37,.., Lc7 wint 38. L'e5, Ebff, 30. L b 6ah6: 40. Te5. Voor deze partij is aan COhh Oen schoon heidsprijs ten beidrage van 100, Kronen wezen. I 1 i f i PROBLEEM NO. 108. M. Eeigl, Weenem {xste pr. „Rivista Scacchistica Italiana'Vj abedefgb (Wit begint en geeft in drio zétten maf. -A Stand der stukken: Wirt K48, Df7, 1307,j Lf5, Pd6, pionnen: b5, c6, f2, f6 an g3. j Zwart: Ke5, Ta5, Th 4, Lel, Efll» Eglï pionnen a4, e7, 0 5, g5 en h6, li I Alles wat "betrekking heeft op; deze ruhriefc gelieve man te adresseenen aan: De Schaak- rubriek der .Nieuwe Haarl. Courant", tKindcr- Jwüwert 29t31^3. WOENSDAG 20 No. 7786 6ULAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT :o: (Poeh Hie Jem go 'cKauffeuf Rfetdiri Ver na middernacht zijn wagen de gajrage had bin- nengoreden, wierp hij. alvorens het licht uit te doen, nog een l>lik in den taxameter. Reeds wilde hij het poa-tieir diohtslaian, toen hij: in aen hoek een voorwerp, een langwerpig pak ket ontdekte.: De zware voetstappen van den opzichter weerklonken op het asphalt. Met snéllen greep verborg1 Retdin de vondst cmder Zijn mantel, en met een tweeden greep draaide hij het lioht uit. Hij stond bijna in het donker.; De opzichter passeerde. Een Zwiaren dag gehad? vroeg hij. te het. 't Liefst llad hij zich terstond willen vergewissen, maar het was veiliger, geduld te hebben tot hij binnen de vier muren van zijn woning was. Anna zou al wel slapen. Mocht zij wak ker worden, da.n zou hij voorgeven, Hog een kort dienstbrief je te moeten schrijven. Zij mocht niets van die geschiedenis we ten. Zij hield1 er zulke strenge eerlijkheids- begrippen op na; het gevoel van recht en 'billijkheid Ziat haar tot in de vingertoppen. Maar bij hem toch ook Niemand kon iet® ten zijnen nladeele zeggen, hij was van onbe sproken gedrag en nog noioit met de politie cf justitie in ai anraiking geweest. Maar in ééns rijk te wonden rijk en onafhankelijk Hat wensöhte hij- reeds jaren. En wanneer men het zoo gemakkelijk kon worden. Die aangeschoten passagier zou -Dat zou ik meenem. Hoogstens een half j kot nummer der taxi niet meer herinne- uur vrij; altijd bezet. Ik val .bSjna om vanreii. En nasporingen zouden niet baten, yermoeidlieid, j Hjj w>as alleen in het woonvertrek, luis- Enfin, mbirgen héb je Kalven dienst en I (:er<ie aan van het kamertje, waatr tijd' om uit te slapen, meende de opzieh-1 zjjn vrayw sliep to^die hem! een goeden nacht wensöhte en hud lieil, Tliet Koorén thrdskotoen en verder ging- Icok niet gemerkt, dat hij! de lamp had aan- Reidin wilde hem' terugroepen en' hem het 8 U pakket ter hand stellen. Maai- de gedachte alan den laiatsten passagier, die het verloren moest hebben, hield' hem hiervan terug. Deze had:, komende uit een der eerste re- En .zdnder1 zich dén tijd te gunnen den méntel off te doen, ging hij aan het werk. Hij maakte het touwtje los .wikkelde het staunants, zich naar bet station laten rijden.papier, waarin dé schat gewikkeld was, af, Hjj scheen een vreemdeling te zjjn, die voor jen eein geel convert kwam te voorschijn. Saken in Ide hoofdstad geweest was- De over-Ha. Hot 'droeg dén1 naam Van een pe- jas droeg hij over den arm. en zoo was hem j kende bank. u het smaÜe pakje waarsohijnlijk uit dén bin- Hjf h'ajd wel goed ged^éht. J)Lu zfoju hij. ögn nienzlak gegledien. Hij w|ae nu allicht KoHderd' kilometer van H© isted etm had mjsséhien het verlies nog njet gemerkt.; l i i Het plak knétterdc tusischbn vingers Vaih idien chauffeur. 'Misschien1 waren e|r wel pai- piewin; Bapiéreh .vpn' wialandéj HSji hoop- inh.oud onderzbéken. Maar 'hét couvert wjajsl gesloten'. Nog .talmde hij, om hét te .openen. Op de teénén sloop hij naar do kanmrdonn. Niets yerroaide zich. Even; ,-vipionziehtig keerife hij |nla|ajtj aé tafel' teirngt.;, i i .i. (.-tü.'j f' iit-1 En weder bezichtigde hi.i de vondst van alle kanten. i- t Als hij het couvert opende, was er niets meer te herstellen- ETOat zon hij eigenlijk mét Ket géld' be ginnen Hij had' rijn brood en: 'Anna was tevreden. 1 En Anna zou toöh ook vragen, waar ai dat geld vandaan kwam. En aps hij loog, dan wist zij het terstond. Hét sehaami'oc:! Zou hem verraden- Zij zon niet rusten eer hij dé volle waar heid gezegd had- Bovendien zou. Zij het niet kunnen dulden', dat hij ook m!a|ar één cjent van het eigendom van den' Vreemdeling hield. Neen', zjoo dém was hij niet. Zoon geluk-; kig .toeval deed zich nu voor het eerst en hoogstwaarschijnlijk ook yoor dé laatste, j maal voor. i J Hij zoju dé vondst geheim; honden én op zekeren dag met de blijde bootschap thuis komen!, diat hij met de loterij, gelukkig was iweest. i I Hij zou Zijn rol Van' te Votreh goéd injstu- deereH. 4 4 J HSj' opendé zijn zakmes en' wjldé er. het ccfuvert medé openen, toen Hij iets hoorde. Verschrikt keek hij ocm. Zijn vrouw, stond achtér hem. Ik hoordé je al dén] péoöjé, 'ziexde Zij. [Waarom heb jij je mantel nog aan En wat doe je daar V Hij wilde heit couvert, verbergen; ma&r hier door Zotu hij argwaan wékkén.; Een brief, dien ik' niojg lezen" moet. ant woordde hij' zéo ongedwongen m'ogelijk. Eén.' brief? vla® wiéffiJ 'Zn' kwam nader bij'. i - 1 I HÜj trachtte ee®1 BéEertsendé tojon' abtn té HOB EEN BR'INS ONDERWEZEN WORDT. i jéuverneurf „Hoogheid, kunt u mij pok zeggen, waf de aarde is?'* Prinselijke leerling: „Een tranendail (Gouverneur: „Zeer juist gewegd, Hoogheid, een boivpmii# li-anendf> e ttf korter geragd es® BmlT' 'Moet jij alles wjetetf?. SSfflajt ?n nieuws giefrigheiidi Ga maan gauw; ween slapen'. Je hebt Voor mijl toék geen! geheime® mteendé züjl Zij kwam: toaiajst hem aan talfel staan'. Toevallig ;hielid! hSji dén brief zóo, dat Zij' Idén' 'naam! dé® bank moest lezm. i—i Van' een bank.? SEIat héjb jé aan een Sank te schrijven i Daia® ZajL mij®1 tegjöeÖI Wél' itó Zi^i> Onderzoekend zïag .Zij hem a|ah'. H:ij. voelde een opkomend' bloze.it eo word boos over zijn zwakheid. Laait mij1 met rust. 'Als ik voor jou imetn héb wie is daajrv'a® dé sohuld ij. Men ka® immers niet oprecht ziin. Altijld verwijten. Zéé komen we nooit ver der. Nooit -'tis good om allen lust te ver liezen. Al. i I i j. 4 HSj' wist nauwelijks wét Hij zeide. maar-' poogde zich te verdedigen. Laét mSj' dép brief eens zien, zeide züjl kalm. Ik dénk' ér InSét' aan. f'Je [hebt Hém zeker gevojn|dén:. Een 6|a|nk' Heeft joH Hieite te echrjjlven, en op het con vert staat, geen ajdirea; Wat ben jij1 slim1.; iJe hebt hem gevonden "én .wilt. liein Cpenen. En' alls i? ahfwéordde Kü' stréef Zij wendde haar blik nipt van hem af, en plotseling rukte Ziji hem dén btrief uit de hand.; i Jij1 moét dkar afblijvcm'! Wil jii me diat beletten'? En' toten zij bevestigend: knikte, pakte lüj haai' in eén aanval van woéde ruw bij den arm. Een paiar malén gpeep hij vergeefs naai den brief, dien zij zoo ver mogelijk Van zich hield1. ZSj verweende zicjh, !t wend een! worsteling. In.' blinde woede stiet hij toen'mét ee®| mes. Een gil, Vketetappen kJonken op Hé® harden vloer. Kerel. RétzjnL Bén je nu in, dén wagen ingeslajxm I>0 jonigo chauffeur richtte Ket hoofd op. Hij ihajd eenig-én tijd noodig om zich 'te criën- teemu én begreep toen, dat hij vnn ver mocidhedd in slaap was gevaLLe®. - Heb ik Ja®g geslaijjcn,? Lnmd mm jTevI Wm mm WM a 1 g UI mm? 4 a' fflslfy/j, Wm. VOOR DE HUISKAMER *\L'J ■"I

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 7