f, WtTWEfHUiJSEN SchoenmajjaiUh Eerste klas Schoenwerk Barteljorisstraat No. 27 Telefoon 1770,
BUITENLAND.
BINNENLAND.
NIEUWS UIT LISSE e. o.
Keizer Wilhelm in Italië. Maandagmor
gen om half elf begaf koning Victor Emma
nuel, die Zondagavond te Venetië aangeko
men was, zich aan boord van het jacht „Ho-
henzollern", om keizer Wilhelm te begroe
ten. Beide vorsten kusten elkaar herhaalde
lijk en begroetten elkaar met hartelijke hand
drukken. De kruiser „Kolberg" loste saluut
schoten. Koning Victor begroette vervolgens
de beide prinsessen, prins August Wilhelm
en den Duitsehen gezant von Jagow, terwijl
de kapel der „Hohenzollern" fanfares en de
Italiaansehe Koningsmarsch speelde. De Kei
zer en de koning hadden een langdurig on
derhoud en bleven gedurende anderhalf uur
met elkaar aan boord van de „Hohenzollern"
in gesprek.
Tegen twaalf uur verliet de koning het
jacht, terwijl wederom saluutschoten gelost
werden. Kort daarop verlieten de keizer,
prins en prinses August Wilhelm en prinses
Victoria Louise eveneens de „Hohenzollern",
om zich naar het koninklijk paleis te bege
ven, waar zij tot een lunch uitgenoodigd wa
ren.
De „Avenire d'Italia" meldt, dat in ver
band met de monarchale bijeenkomst te Ve
netië, de politie te Udines, Ponteblas en an
dere grensplaatsen bevel gegeven werd ver
scheidene als anarchist bekend staande per
sonen streng te bewaken en te verhinderen,
dat zij zich op Italiaansch grondgebied zou
den begeven.
Algemeen viel het op hoe hartelijk de ont
vangst was, die koning Victor Emanuel door
de bevolking te Venetië bereid werd. Venetië
was de eerste stad, die de koning na de on
langs gepleegde aanslag bezocht en het wilde
blijkbaar daarom de koning een overtuigend
bewijs van zijn aanhankelijkheid geven.
Roosevelt redder. Tijdens een redevoe
ring van Roosevelt, in Portland (Maine),
stortte een tribune in, en 30 personen wer
den onder het gevaarte bedolven. Roosevelt
was onder de eersten, die op 't tooneel van
het ongeluk aanwezig waren en hielp kracht
dadig. Gelukkig was niemand ernstig ge
kwetst. Het publiek bracht Roosevelt een
geestdriftige ovatie.
Het artistiek leven van den Duitsehen
Keizer. De „Temps" geeft in haar „yan dag
tot dag" een aardig kijkje op het artistiek
gevoelsleven van den Duitsehen Keizer, waar
die de Fransche kunst in het bijzonder en
voorts Frankrijk in het algemeen raakt:
„Keizer Wilhelm II heeft trouw Franeisque
Sarcey gelezen, en misschien heeft hij zich
diens zeer ernstig oordeel over „La Caprice"
van de Musset herinnerd, toen hij, op de Fran
sche ambassade te Berlijn geinviteerd, en als
ieder keizer geraadpleegd zijnde, over de keus
der stukken, den wenseh te kennen gaf, iets
van de Musset te hooren en diens „Caprice,"
die hij nimmer had zien opvoeren, toe te
juichen.
„De keizer heeft thans „La Caprice" ge
hoord en er van genoten. In dit charmante
één-actertje, prachtig van taal, komen veel
aardige zetten voor, en Wilhelm II liet er geen
enkele voorbijgaan zonde\- er luidkeels om te
lachen. Zoo komt er in het 8e tooneel een
trekje, waar madame de Léry, welke rol door
medemoiselle Provost werd vervuld, den man
van madame de Chavigny ondervraagt:
.Hebben wij hedenavond een of ander
Kabinet?
Chavigny: Ik weet er niets van.
Mme de Lëry: Die kabinetten zijn toch
werkelijk een zonderling soort herbergen.
Men gaat er binnen en men gaat er uit zonder
te weten waarom; het is als een optocht van
marionetten.
Nu hadden juist op den dag van de voor
stelling en nog in het begin van den avond
allerlei geruchten, geloopen aangaande een
crisis op de Kanselarij. Men beschouwde het
als zeker, dat Kiderlen-Wachter zou aftreden
en hield het er voor, dat von Bethmann
Hollweg hem daarbij gezelschap zou houden.
En de keizer lachte hartelijk om deze toepas
selijkheid van hetgeen de beide personen op
het tooneel beweerden.
Voorts vond Z. M., die er groot behagen in
schept in tegenwoordigheid van Franeaises
over japonnen en hoeden te praten, na de
voorstelling gelegenheid te over om met de
kunstenaressen van den avond over de Fran
sche mode te babbelen, en over Frankrijk. Er
bestaat in geheel Europa geen sonverein, al
dus verzekert de „Temps," die zoo goed als
keizer Wilhelm weet, wat er te Parijs voor
valt
Van het ontslag van mej. Provost wist hij,
zeoals hij haar verzekerde, alle bijzonderhe
den. evengoed als hij wist, dat men haar aan
het Théatre Francais ten zeerste zou missen.
Voorts weidde de keizer in den breede uit
over het prachtige museum van Cluny, over
de magnifieke oude burchten van Frankrijk,
de mooiste, die er bestaan, over Avignon en
het paleis der pausen aldaar, over geheel
zuidelijk Frankrijk.
En toen vroeg mademoiselle Provost eens
klaps ondeugend:
„Maar als u dan zooveel van ons houdt,
Majesteit, waarom wilt u dan altijd oorlog
met ons voeren?"
„Ik? Daar denk ik niet aan!" antwoordde
de keizer. „Vraag maar aan uw gezant Cam-
bon, voor wien ik de grootste achting heb.
In den belangenstrijd onzer beide volkeren
hebben wij zeer oprecht gesproken nim
mer aan iets anders dan aan den vrede ge
dacht."
En toen de keizer zich daarna nog met
Francis Charmes over litteratuur en philo
sophic in Frankrijk had onderhouden, schonk
hij Henri Burguet een gouden briljanten das
speld, en aan mej. Provost en haar zuster,
madame Guéneau, fraaie gouden armbanden
met de letters „W. II" in saphiereu, briljan
ten en robijnen, de drie Fransche kleuren,
waarop hij zeer opgewekt en tevreden naar
het paleis terugkeerde.
Het nieuwste: de telefoonkrant. Sinds
een half jaar bezit New-York een „Telefoon-
krant". De in den aanvang met spot en wan
trouwen begroete onderneming van de „Tele-
fone Herald" heeft zich bij het publiek be
trekkelijk spoedig ingeburgerd, want reeds
na een paar weken had het „blad 2500 abon-
né's, die per maand anderhalven dollar be
talen, terwijl zich nog eens 2500 abonné's
hebben aangemeld, die echter nog niet
bediend kunnen worden, daar' het bedrijf hier
voor eerst moet worden uitgebreid.
In het „Technical World Magazine" geeft
Arthur Colton belangwekkende bijzonderlie-
i den over dé werkmethode dezer gesproken
i krant. De redactie zelve is zoo goed als niet
i van andere dagbladredacties onderscheiden.
In plaats van een drukkerij heeft dit blad
echter een eenvoudige kamer, waar een bij
zonder ingericht telefoontoestel staat, waar
van de technische constructie streng geheim
I wordt gehouden; want met dit toestel kan
J slechts in ééne richting worden gesproken.
Slechts de redactie heeft het woord, en de
abonné, die thuis met ontvanger aan het oor
naar de nieuwste berichten staat te luisteren,
kan geen vragen stellen, of den spreker ver
zoeken, een zin, dien hij slecht verstaan heeft,
te herhalen.
De krant heeft een nauwkeurig ingedeeld
dagrooster uitgewerkt, opdat de abonné
slechts dan naar de telefoon behoeft te grijpen
wanneer de beurt is aan de hem speciaal be
lang inboezemende berichten.
Precies om 8 uur 's morgens wordt de juiste
astronomische tijd opgegeven. Van 8 tot 9
uur worden de jongste weerberichten voor
gelezen, de ontvangen telegrammen, de no
teeringen der Londensche beurs en de bijzon
der belangwekkende nieuwtjes in de och
tendbladen.
Van 9 uur tot 9.45 mag de vrouw des huizes
de hoorbuis overnemen: uitverkoopen, amu
sementen, gebeurtenissen in de wereld, waar
in men uitgaat. Van 9.45 tot 10 uur: kleine
mededeelingen, overplaatsingen, benoemin
gen, enz.
Van 10 uur tot 11,30: New-Yorksche beurs-
koevs en marktbeTnelrten.
Van 11,30 tot 12 uur: Stadsnieuws en Ge
mengd.
Om 12 uur wordt weder de nauwkeurige
astronomische tijd opgegeven, en tot half één
komen dan de jongste telegrammen, leger-,
vloot- en parlementsberiehten.
Van 12.30 tot 1 uur: Koers van de New-
Yorksche middagbeurs.
Van 1 tot 2 uur worden de meest belang
wekkende berichten van den geheelen mor
gen in 't kort herhaald.
Van 2 uur tot 2.15: Nieuwste Europeesche
kabelgrammen.
Van 2.15 tot 2.30: Gemengde berichten uit
Washington.
Van 2.30 tot 2.45 uur: Modenieuwtjes en
wenken voor de huisvrouw.
Van 2.45 tot 3.15 uur: Sport- en theaterbe-
richten.
Van 3.15 tot 3.30 uur: Slotnoteeringen der
New-Yorksche beurs.
Van 3.30 tot 5 uur: Muziek en kunst, ver
slagen van voordrachten.
Van 5 tot 6 uur: Feuilleton. Er worden
schetsen, novellen, gedichten en kinder
sprookjes voorgelezen.
Des avonds van 8 tot half elf kan de abonné
thuis van een uitgebreide keuze vermakelijk
heden genieten, want de hoorbuis laat hem
kamermuziek, zangvoordrachten, monologen,
coupletten, viool- en cello-voordrachten, aria's
en duetten uit bekende opera's hooren.
De redacteurs, of liever de sprekers, die de
berichten overbrengen, zijn als voordracht
kunstenaars opgeleid. Hun taak is buiten
gewoon zwaar; zij spreken maar 15 minuten
per uur en worden dan door anderen voor
drie kwartier afgelost.
Een zeer merkwaardig document is in
handen gekomen van het „Bulletin Anti-Ma-
eonnique en wordt door het C. oververteld.
Het is een brief, die thans in photogravure
wordt overgedrukt van een Belgisch officier,
gericht aan het socialistisch Kamerlid Van-
dervelde en gedateerd van 10 Juni 1909, waar
uit tevens blijkt, dat voor de campagne tegen
de missiën lang te voren alles was gereed
gezet.
Hij geeft daarin aan den socialistisehen
heer allerlei gevraagde inlichtingen aan
gaande de missiën.
Deze zijn, zegt hij, o n g elu k k i g (malheu-
reusement) zeer bloeiende, vooral onder de
soldaten.
J „Onlangs had een inlandscE sergeant de
I inboorlingen van een dorp op een half uur
I afstands van den post verhinderd om op dén
tamtam te spelen en dansen te houden ter
gelegenheid der nieuwe maan. (Men weet,
dat deze dansen tot zeer onzedelijke tooneelen
aanleiding gaven.Red. C.) Hij had twee man
nen geslagen en ik heb hem een zeer zware
straf opgelegd. Den volgenden morgen heb
ik al het personeel verzameld en gezegd: De
sergeant had ongelijk, wijl de tamtam voor
de maan een godsdienst is, evenals de dienst
van God, en ieder is vrij, om te gelooven, wat
hij wil. De tamtam heeft evenveel waarde als
het „onze vader, onze moeder (sic. Red.), die
in de hemelen zijt."
Een Europeeseh onderofficier heeft de zaak
aan de paters overgebracht en het schijnt,
dat zij een klacht tegen mij hebben inge
bracht. Daar deze klacht hiërarchisch moet
gaan door de handen van FOlsen, hen ik
daarover niet bezorgd.
Ook Shet slot ie zeer leerzaam, vooral voor
degenen die zoo hard schreeuwen over het
„Motu proprio".
De Sahara als zee. Voor een negentigtal
jaren ongeveer is éénmaal de werkelijk fantas
tische gedachte opgekomen, om de groote zand
vlakten in de Sahara onder water te zetten en
zoo deze groote woestijn in eene nieuwe wereld
zee te herscheppen. Deze gedachte zette echter
alleen maar de sterke verbeeldingskracht van
sommige avontuurlijke gemoederen in bewe
ging, en werd ook al spoedig weer vergeten.
Nu echter in dezen tijd van de ontwikkeling
der moderne wetenschappen, is bet de Fransche
geleerde Etehegoyen, die weer met deze koene
gedachte voor den dag komt. Hij onderzoekt de
mogelijkheid van bet ten uitvoer brengen dezer
ideeën, en is tot de overtuiging gekomen dat
men mede door de hulpmiddelen v.an de mo
derne techniek, na overwinning van naar
verhouding slechts geringe moeilijkheden dit
avontuurlijk klinkend plan, zeer goed ten uit
voer zou kunnen brengen. Etehegoyen neemt de
van vroegere geleerden bestreden hypothese
weer op, dat nl. de tegenwoordige zandwoestijn,
de Sahara, vroeger reeds een oneindig groote
zee geweest is. Hij geeft dan ook de middelen
aan om dezen grooten zand-oceaan weer tot
zijn oude gedaante terug te brengen. Thans
dorre en onvruchtbare stréken kunnen produc
tief worden gemaakt. Duizenden menschen, die
daar nu armoede lijden en aan den hongersnood
prijs gegev-en. zijn. zullen dan flink wo*k daar
door eene gnnstógoT levenspositie krijgen. Over
de Sahara-zee kan van Algiers naar OosteJijk-
Afrika een scheepvaartverkeer worden inge
richt. Tegelijkertijd echter zal de klimaatsge
steldheid van Noord-Afrika eene gelukkige ver
andering ondergaan. Het klimaat zal dan meer
op dat van Natal gaan gelijken.
Het stoute idee stuit wat bijna als van
zelf-sprekende is in wetenschappelijke krin
gen op veel tegenspraak. Intussehen is het feit,
dat men niet meer van het onmogelijke van
het uitvoeren van een plan als het onderhavige
spreekt, op zich zelf reed® interessant. Men
wil bet intussehen doen voorkomen, dat de kli
maatsverandering in Afrika ook van invloed
zal kunnen zijn op dat van Noord-Europa. Zoo
spreekt men er van, dat b.v. België en Dene
marken bij een eventueel herscheppen van de
Sahara in een zee, maanden lang in de sneeuw
zullen begraven worden. En dan is er in de ge
leerde wereld, die over deze zaak spreekt, nog
sprake van, dat, mocht het plan van den
Franschman ten uitvoer gebracht worden, en
door de verandering van de Sahara, een storing
in het evenwicht der aarde zou plaats grijpen,
welke niet te overziene rampen met zich zou
brengen.
Verzekering van vliegeniers. Dezer dagen
hield de Duitsche regeering zich bezig met d©
interessante vraag, of een aviateur, wien in
dienst van een vliegmachinefiabriek, bij het be
proeven van vliegmachines een ongeval over
komt, recht heeft op het bij de wet vastgestelde
verzekeringsbedrag. De kwestie werd behandeld
door den Raad Van Beroep voor het rijksverze
keringswezen. De weduwe Vosz, wier echtge
noot bij een vliegtocht het leven verloor, eischte
voor zich en haar kind ondersteuning. Haar vor
dering werd bestreden door de vereeniging van
mechanioiens, waarvoor optrad dr. Brandijs, die
op ongeveer de volgende wijze de zaak uiteen
zette.
De wet heeft zich ten taak gesteld den arbeid
te beschermen en niet de sport. En alleen de
bescherming van den arbeid rechtvaardigt dan
ook die hooge lasten, welke aan de industrie
opgelegd zijn tengevolge der Ongevallenverzeke
ring. Bij het deelnemen aam sport zijn alleen
die arbeiders en beambten verzekerd, die zich
voornamelijk bezighouden met de vervaardiging
van vliegmachines en daarmede alleen vluchten
doen om de bruikbaarheid ervan te beproeven.
Dit was hier echter niet het geval. Genoemde
aviateur had van de firma Dorner de opdracht
ontvangen om een vliegmachine te probeeren,
en daarmede slechts tot op geringe hoogte te
stijgen. Hij wilde echter een hoogtevlueht on
dernemen om het wereldrecord van Hntt te
slaan die met een passagier tot een hoogte van
1610 M. gestegen w,as. Dit is hem ook gelukt,
want vergezeld van een passagier bereikte bij
een hoogte van 1680 M. Hier was het dus niet
bij een enkele beproeving van een vliegmachine
gebleven, maar hij bad deze vlucht gedaan uit
het oogpunt van sport. En voor ongevallen, wel
ke bij de beoefening der sport plaats vinden, zijn
de tarieven der arbeiders-verzekeringen niet in
gericht. Daarvoor moeten vliegers zich bij par
ticuliere maatschappijen verzekeren.
De president van den Itaad verklaarde, na een
langdurige beraadslaging, dat de verongelukte
aviateur verzekerd was en dat de vlucht, welke
hij ondernomen had, dienen moest om de solidi
teit van de vliegmachine te bewijzen.
De vraag, in hoeverre arbeiders die zieh in
dienst van fabrikanten van vliegmachines be
vinden, tegen ongevallen wettelijk verzekerd
zijn, zal dus in die richting beantwoord moeten
worden, dat zij ook verzekerd zijn tegen onge
lukken welke het gevolg zijn van een vlucht, on
dernomen in het belang van bet bedrijf.
De weduwe van den aviateur Yosz zal voor
zich en haar kind een ondersteuning ontvangen,
welke overeenkomt met het vijfde deel van het
jaarlijksch inkomen van haar echtgenoot.
KONINKLIJK BEZOEK AAN HET
WESTLAND.
Men meldt, dat H. M. de Koningin en Z. K.
H. Prins Hendrik met klein gevolg gisteren
middag wederom een bezoek aan bet West-
land brachten. Ongeveer kwart voor twee
kwamen beid.e automobielen voor den huize
Nieuw-Honsel, van den heer C. v. d. Berg, te
Honselersdijk, waar de groote draivenkassen
en de werkzaamheden, verpakking, verzen
ding enz. gadegeslagen werden.
Mr. G. VAN TIENHOVEN.
IMr. O. var» TienTioven, Commissaris cLcv
Koningin, is uit bet buitenland op zijn bui
tenverblijf in den Aerdenhout teruggekeerd.
EEN SOCIALISTISCH REDENAAR!
„De Wageninger" vertelt zijn lezers een en
ander over een rede, te Wageningen uitge
sproken in „Junushoff" over „Tariefwet en
Staatspensioen", door „een meneer, genaamd
A. B. Kleerekooper". Wij vinden in de Res.
daaraan het volgende ontleend:
„Feitelijk heeft meneer Kleerekooper over
het onderwerp, dat hij zou behandelen, on
geveer niets gezegd. 'tWas van bet begin
tot bet einde een nare phraseologie, vol van
de meest onsmakelijke en onware beelden,
in één woord demagogie van de allerlaagste
soort.
Eenige staaltjes van 'smans betoogtrant
laten we bier volgen.
Spreker bad het over bet militairisme en
in verband daarmede over de verdediging
van ons land.
„Maar wat is ons land?" Ons land is
dus zeide de heer Kleerekooper letterlijk
het grondbezit van meneer X, IJ of Z."
Walgelijk was de vergelijking van Koning
Arbeid" met Koning Jezus, beiden volgens
den heer Abraham Kleerekooper getooid met
een doornen kroon, onmachtig bet kruis van
zich af te wentelen en deswege bespot door
de Kapitalisten-Pharizeeërs
Intussehen verzuimd©, spreker niet om zijn
auditorium te vertellen, dat hij, boewei so
cialist, in den grond een nette vent, heele-
maal „salofahig" was. Daar had bij eenige
weken geleden nog een jong partijgenoot uit
de Provincie in het Anisterdamsch Leesmu
seum doen introduceerenl
Wat die jongen zijn oogen uitkeek!
Verbeeld-je, een tafeltje verder zat minis
ter Regout te lezen in,Het Volk!''
Anderhalf uur aan één stuk.
En wat leest zoo'n Excellentie met zooveel
aandacht?
De Gemengde berichten? De hoofdartike
len? Mis! y
„Uit de partij", deze rubriek is het, welke
hij nauwkeurig nagaat. Elke vermeerdering
van ledental der S. D. A. P., iedere vergade-."
ring die van haar uitgaat, wordt door de
bourgeosie met het angstzweet op het gelaat
gelezen.
Wanneer zoo'n Excellentie 's morgen- zijn»
hijbei heeft gelezen, grijpt hij onmiddellijk
naar „Het Volk" om zich van den stand der;
zaken te vergewissen
Zoo zwetste de heer Kleerekooper voort, zag'
het ongerijmde van zijn bluf (waarbij hij een
katholiek minister 's morgens bijbellezing liet
hond en) zelf niet in.
Onder aanhaling van het bekende woord,
dat van onze vaderen werd getuigd: „de da-
den blijven spreken", vermaande spreker de
aanwezigen zich aan te sluiten hij de Afd.
van de S. D. A. P.
Vooral het slot is vermakelijk. Immers hier,
citeerde de brave Kleerekooper uit een oerc
Vaderlandsck gedicht, getiteld „HollandV
glorie" en waarvan we hier eenige couplet,
ten laten volgen:
'tHart klopt ons met hooger slagen,
Holland! bij uw dierbren naam;
Naam, langs zee en strand gedragen
Glorievol en zonder blaam:
Wie zijn land met fierheid noem'
Hooger, Holland! stijgt nw roem!
Ja, de daden blijven spreken,
Door der vaadren moed gewrocht;
Nimmer zal de roem verbleeken,
Met hun goed en bloed gekocht.
Wat onsterflijk blijven zal,
Holland! üw glorie hoven al.
Zegen, God! oud Hollands grond,
Door der Vaadren bloed geheiligd;
't Land in menig hangen stond
Door Uw trouw en macht beveiligd!
Schenk het zoons der vaadren wmard;
Rijk in deugden, kloek van aard.
Stort hun immer in de borst
Liefde tot hun Land en Vorst.
Waarschijnlijk geheel tegen de verwachting
van den spreker in, was er in de zaal iemand
die hem over een en ander op de vingers tik
te. De man werd daarop een oogenblik zóó 1
kwaad, dat bij niet verder wilde debatteeren.
Later, bet malle figuur dat hij sloeg begrij
pende, kwam hij op zijn weigering weer te
rug
Als wij ons niet vergissen is deze meneer
Kleerekooper eenigen tijd geleden candidaat
geweest voor den Amsterdamschen Raad. 't
Speet ons ondertijd voor de democraten, dat
hij niet verkozen kon worden verklaard;
maar nu we dien man ook in bet openbaar
hebben gehoord, prijzen ve de Hoofdstad:
voor haar aanzien, gelukkig, dat zoo een mar
niet tot hare vertegenwoordigers behoeft ge
rek end te worden."
„De Wageninger" vertelt ten slotte, „oude
werkers" als Vliegen en Helsdingen wel te
mogen, maar zulke zwetsers als Kleerekoo
per zijn haar toch te bar!
Er zijn echter meer van. zulke zwetsers lil
„de partij."
jB. K. Middenstand. Maandagavond hield de
onlangs opgerichte Middenstandsvereeniging, on-
derafdeeling van de Haarlemsche „Hanze", haar
eersle vergadering in de „Witte Zwaan". Zij was
goed bezocht. Na een kort openingswoord van
den waarnemenden voorzitter, den heer C. Lan-
geveld, werden statuten en Huishoudelijk Regle
ment artikelsgewijize voorgelezen en behandeld.
Op voorstel van den heer J. Zandvliet zal biji
een bestuursverkiezing, de voorzitter door de
vergadering worden benoemd, terwijl de andera
functieën onderling zullen verdeeld worden. Uit
het huishoudelijk reglement stippen we ©ven aan
dat de jaarlijksch e contributie voor het eerste
jaar f 3 bedraagt, terwijl de contributie der be-
Ib'egunstigers f 5 zal bedragen. De ledenverga
deringen zijn verplichtend op boete van 25 cen
ten, wat betreft binnen de gemeente wonende
leden. Voor buiten wonende leden beslist het
bestuur. Na een korte, doch aangename gedach-
tenwisseling werden statuten en reglement vast
gesteld en ging men over tot het kiezen van het
definitief bestuur. Uitgebracht werden 42 stem
men. Hiervan werd met 26 stemmen de heer
O. Langeveld tot Voorzitter gekozen, terwijl tot
overige bestuursleden werden gekozen de heereai
O. Caspers, F. Vink en A. W. van der Meer
alhier en J. G. Bruijnen te Sassenheim. Allen
namen de benoeming aan.
Besloten werd nog de koninklijke goedkeuring
op de Statuten aan te vragen en tevens ook te
trachten een Rechtskundig Adviseur te verkrij
gen. Na een hartelijk dankwoord werd de ver
gadering gesloten.
ger was, tot dezen laatsten stap besluiten?
Zoo hij er niet toe besloot, zou deze schoone,
deze eenige gelegenheid zich voor Lafont wel
niet meer voordoen. Want de 100,000 frank,
die hij reeds verdiend had, waren hem niet
voldoende. Hij wilde de hand leggen op de
millioenen der Berthiers, in den persoon van
dengene die er de meester van zon worden.
Louis gaf geen teeken van leven meer.
^egen ongeveer zes uur dacht de man van
Toulouse, met dichtgenepen keel, het angst
zweet op zijn gelaat en ter prooi van de ver
schrikkelijkste teleurstelling:
't Is gedaan! Hij komt niet!... Als hij
vandaag geen hesluit genomen heeft, zal hij
het nooit doen,... met de opgewondenheid
van het oogenblik zal zijn moed geheel en al
vervliegen. Ik hen ov nen!... Nog een
keer overwonnen!...
Hij hief de vuist op tegen den eenen of an
deren denkbeeldjgen vijand. Op dat oogen
blik gevoelde bij zich tot alles in staat. Hij
ging naar beneden, om in alle stilte eenige
spijs te gaan balen.
Werktuigelijk, zonder zelf te begrijpen bet
geen hij deed, opende hij de denr van de por
tiersloge, om te vragen of er ook brieven aan
zijn adres waren gekomen.
t Was nutteloos, daar de coneierge, die veel
van hem hield, omdat Lafont haar voor niets
behandelde, met de grootst mogelijke stipt-
b' id hem altijd de voor hem bestemde brie
ven bracht.
Is er iets voor mij, moeder Tripier? vroeg
hij haar toeli. De oude vrouw sprong ulot-
aeling op.
Komt u thuis? vroeg zij.
Neen, ik ga uit integendeel.
Dat is eene mooie geschiedenis! Dit
stadstelegram is voor u gebracht nu al drie
uur geleden. En ik lieh het niet naar hoven
laten brengen omdat ik dacht dat u uit was.
Zij overhandigde hem inderdaad de welbe
kende blauwe enveloppe. De man van Tou
louse dacht dat de ontroering hem te mach
tig zou zijn, want het telegram was van Louis
Berthier, daar twijfelde Hij niet aan. Hij zou
er zich dadelijk van hebben kunnen overtui
gen door het te lezen hij het schijnsel van de
gasvlam, maar hij vreesde, niet meester te
kunnen blijven over zijn gelaat; en hij was te
behendig om zijn aandoeningen niet zooveel
•mogelijk voor iedereen te verbergen.
Doch toen hij huiten was en ver genoeg van
zijn huis, opende hij de enveloppe, stak een
lucifer aan en had genoeg aan het vluchtig
schijnsel ervan, om het rendez-vous te ont
cijferen, dat Berthier hem gaf.
Eindelijk! mompelde hij.
Te zelf der tijd had hij een voorgevoel, neen,
de volstrekte zekerheid, dat dit eenvoudige
blauwe papier het uitgangspunt was van zijn
fortuin.'
Hij heeft een besluit genomen, mompel
de hij. Op het oogenblik hangt alles van mijn
slimheid af.
Eu voortloopende, dacht hij na:
Den jongen man uit den weg ruimen?.,..
Er is geen ander middelMaar een baron
Berthier wordt zoo maar niet uit zijn omge
ving verdonkeremaand. Wat te doen?
ooral in aanmerking genomen dat ik. in
dien ik ook al de dokter van Louis Berthier
niets zoo dom van ons zijn dan om de waar
heid heen te draaien, elkander onze gedach
ten te verbergen en te trachten elkander te
misleiden. Is dat ook uw meening?
Natuurlijk, mompelde Louis, terwijl hij
met zijn oogleden knipte, hetgeen hij steeds
deed, als iets hem hinderde.
Zonder schijnbaar op een aarzeling te let
ten, hernam dr. Lafont:
De toestand is ernstig. Om nu geen hok
ken te schieten en iets verstandigs, iets so-
lieds op te bouwen, dat ons heiden tot een
volkomen welslagen kan voeren, moet ge mij
een volstrekt vertrouwen schenken. Zijt ge
daartoe bereid?
Omdat het niet anders kan!antwoord
de Berthier met zijn kinderachtige naiviteit
en zijn gewone besluiteloosheid. Maar hij
moest wel. De wilskracht en de sterke drang
tot handelen van dr. Lafont konden niet an
ders dan indruk maken op dat zwakke, ver
dorven, leugenachtige, steeds weifelende we
zen, Jt welk slechts monsterachtige begeer
lijkheden had, zonder een der hoedanigheden
te bezitten, noodig om te doen slagen. De
dokter deed alsof bij debeleedigingen wat zij
aan wantrouwen en valschheid bevatte, niet
begreep en vervolgde:
Goed! Vertel me nu eens duidelijk wat
er gebeurd is gisterenavond in het park
Monceau. Ik heb al een plannetje opgebouwd,
maar ik zal er misschien nog wat aan te
veranderen hebben, als ge mij een en ander
mededeelt aangaande den geestestoestand
van uw neef, zijn ksvakter en uw positie te-
word zooals bij mij beloofd heeft, ik het nog
niet zijn zal van zijn neef!Daar is Fal-
mier. Al heeft een gelukkig toeval of een
list dezen van het sterfbed van den baron
verwijderd, is bij toch te zeer de huisvriend
om er niet terug te keeren en er alleen te
blijven. Er moet wat anders op gevonden
worden. Maar eerst moet ik zien wat te eten
te krijgen; daarna zal ik de zaak overwegen,
'tls precies zes uur; Louis komt niet vóór
aeht uur bij mij. In dien tussclientijd heb ik
wel wat gevonden, wat uitgedacht.
Toen de jongste der Berthiers den drem
pel van de studeerkamer overschreed, waar
dokter Lafont op hem wachtte, bad de dok
ter inderdaad een plan beraamd. Hij keek
zijn medeplichtige, zoodra deze was binnen
getreden, scherp aan.
Louis was ontsteld; zijn groengrijze oogen,
met de valsche flikkering \an die der sUng,
stonden wild, en zijn neusvleugels trildt*
Aha! sprak de dokter, er is wat nieuws,
naar het schijnt. En wel aangenaam nieuws
Daar Louis Berthier niet antwoordde, nog
aarzelend om zich door een niet meer onge
daan te maken vertrouwen te binden, ging
de man van Toulouse onmiddellijk voort:
Mijn waarde vriend, we moeten elkan
der wederkeerig niets verbergen, als wij sla
gen willen. Ik veronderstel toch, dat ge op
dit uur hier hij mij lcomt, wijl ge mijn hulp
i niet ontberen kunt, om tot uw doel te gera-
ken, evenmin als ik het zonder u kan stellen,
om mijn leven in te richten zooals ik dat
gaarne zou willen. Hiervan uitgaande, zou
1 genover hem. Ik ken hem bijna niet, er- ik
zal hem toch geheel en al moeten doorgron
den. Naar ik kan gissen op grond van de
vluchtige indrukken, welke ik jongstleden
nacht heb opgevangen, is zijn karakter zeer
ernstig. Maar het is mogelijk, dat uw ver
trouwelijke mededeelingen, uw onthullingen,
uw aanwijzingen mij tot andere gedachten
zullen brengen, en dat ik dan op geheel an
dere wijze zal moeten te werk gaan dan ik
gedacht heb. Begrijpt ge mij?
Ja, uitstekend.
Als dat zoo is, wees da)1 B*et bang voor
mij. Ik ben evenmin gediend van de middel
matige positie, waartoe een gewone praktijk
>vÜ kan doen geraken, als gij verlangt af te
hangen van een jongmensch van 25 jaar. Is
dat niet zoo?
Berthier knikte bevestigend.
Goed! Dus zullen we van nu af één ziju
«o moeten we niets voor elkander verbergen.
Ik verwacht het verhaal van wat er voor
gevallen is op den huize Berthier sedert ik
het verlaten heb.
Beheersoht door dezen machtigen en on-
buigzamen wil, weerstond Louis niet langer.
Maar meer dan eens moest Lafont hem hel-
pen.
Door telkens iets te verzwijgen, trachtte
hij óf de mededeeling der feiten te ontwu-
ken öf zijn eigen bedoelingen te verbergen»
Hij zat bij de schrijftafel van den dokter.
(Wordt vervolgd).