Ü.H.W.ERilDEHim
Bcrlijn$cbe Brieoen.
De millioenen-Prins.
Speciaal adres voor Prima schoeisel
Groote Houtstraat No. 44.
Steeds nieuwe modellen.
Koningstraat 44-58
ZIET ONZE ETALAGES
Koningstraat 48-50.
Amsterdamsche Bears.
Au Bon lülarché
Sokken.
J. HUIZING
Telef. no. 365.
Uitsluitend
verkoop
BINNENLAND.
Ko usen.
Noyo n s,
Haarlem-Brussel.
fffieuwste
Modellen
^Elegante Coupe
Laagste prijzen.
xv.
het, plaveisel der straten, van een steenbe-
Opgegeven door F. Tb. Everord.
87' re
Win
mi
"S5»(m
916/,
—:-o-:
19
FEUILLETON
Groote roman, naar het Fransch
van P. d'Aigremont.
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
m
„Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!"
Onder dit motto staat het krachtige streven
4er Pruisische regeering, om de jeugd na het
verlaten der school in jeugdvereenigingen. te
zamen te brengen en ze tot degelijke vaderlands
lievende burgers op te voeden. Onderwijzers en
officieren hebben zich in den dienst dezer goede
zaak gesteld en terwijl het paedagogische deel
door de eersten verzorgd wordt, zijn de lichame
lijke en militairische oefeningen in handen der
officieren gelegd. Gelukkig is ditmaal de Pruis-
sische regeering niet zoo eenzijdig, om het
confessioneele element buiten deze vereenigin
gen te sluiten, zoodat vooral in het Westen van
Duitschland de Katholieke en positief christe
lijke jeugd in hunne eigen vereenigingen den
vollen steun der regeering ondervinden.
Anders staat het met de sociaal-democratische
jeugd of liever met de kinderen van sociaal
democratische ouders, die in de roode jeugdver
eenigingen ondergebracht zijn. Deze zjjn van ei
ken regeeringssteun uitgesloten. Nu moge men
hl 't algemeen met zulke uitsluitingsmaatrege
len niet sympathiseeren, in dit geval, waar als
hoofddoel dezer van regeeringswege ondersteun
de jeugdvereenigingen voorop staat, de jeugd
tot vaderlandslievende burgers op te voeden,
ZOU het zelfmoord he-eten, als mot don steun van
staatsgölden sociaal-democraten gekweekt zou
den worden.
Met welk een geestdrift de Pruisische minis
ter van onderwijs dit nog zoo jonge streven der
Pruisische regeering begroet en ondersteunen
wil, moge blijken uit de volgende rede van dezen
bewindsman, welke rede ook voor ander dan
Pruisische ooren niet onbelangwekkend is. De
heer von Trott zu Solz zeide o. m. het volgende:
„Het komt voor alles daarop aan, dat wij voor
ons streven propaganda maken. Wij kunnen
tot op zekere hoogte slechts den maatstok
zwaaien, de muziek moet eohter daarbuiten on
der het volk klinken. Wij hebben een talrijk
orkest noodig, waarin geen enkel instrument
ontbreken mag, opdat alles harmonisch tezameu
klinkt. De taak der „Jugendpflege" is pile groo
te elementen in den staat over te halen mede
te werken aan de opvoeding van de jeugd tot
vroolijke, lichamelijk en zedelijk sterke jongelin
gen die diep vervuld zijn van godvreezende en
vaderlandslievende ideeën en gedachten. Welke
weg daartoe ingeslagen moet worden, hangt na
tuurlijk van de geaardheid der jeugd en der ver-
houdingen af. In elk geval is do poort voor dit
gebouw zeer breed en het is zoo klaar als de
dag, dat deze poort niet gesloten mag worden
voor zuiver Christelijke en Katholieke vereeni
gingen.
De Staat mag slechts steunen, niet bindend
ingrijpen. Wij verwachten dat de middelen die
thans van andere zijden ons toevloeien, niet zul
len ophouden. Trouwe helpers hebben zich van
alle zijden aangeboden, ook uit het leger. De
luitenant en do veldmaarschalk, allen zijn ons
welkom. De sociaal-democratische jongelings-
vereenigingen hebben in den laatsten tijd ©en
dreigenden omvang aangenomen. Zij willen de
jeugd verpolitieken. De sociaal-democraten
trachten alleen klassenhaat in het jeugdige ge
moed te leggen, zij drijven in hunne jeugdver
eenigingen alleen daarom politiek en revolutie
geest, om de jeugd tot hare recruten voor de
organisatie der volwassenen op te voeden. Het
hart kan iemand zeer doen, als men bedenkt, dat
alleen haat en nog ©ens haat in de jeugdige
gemoederen gebracht wordt. Ik weet niet, of er
ook niet in de sociaal-democratische rijen moe
ders en vaders zijn, die met onderdrukten en
onuitgesproken afkeer dit drijven aanzien.
Met zulk een opvoeding der jeugd is niets
aan te vangen, is niet samen te werken. De
strijd daartegen moet door alle burgerlijke par
tijen worden opgenomen. In de jongelingsver-
eenigingen mag niet over de eigenlijke politiek
gesproken worden, ook niet over sociaal-demo
cratie. Wij willen onze jeugd met idealen be
geesteren, idealen, die in zioh sluiten gevoel
voor het sehoone en edele, liefde voor het vader
land, en vreeze voor den almachtigen God, zoo
dat eerlijkheid en trouw, vastberadenheid en
moed, vaderlandsliefde en godsvrucht, de grond
toon van het Duitscho karakter vormen. De
jeugd wil niet haten, zij wil lief
hebben, zij wil bewonderen, zij wil
zich, voor al wat grootsch is, be
geesteren. Ik zou zelf met geestdrift en
warm optimisme aan dit heerlijke werk willen
gaan! Zoo ergens, dan heet het hier: „alle man
aan boord!" Ieder moet naar zijn vermogen
daaraan medewerken. Deze geestdrift mag ech
ter geen stroovuur zijn. Het moet een voortdu
rend brandend en verwarmend vuur zijn, wiens
vlammen tot aan de uiterste grenzen des lands
gezien worden."
Zoo sprak de Pruisische minister van onder
wijs in naam der regeering en niet in een par
ticuliere vergadering, doch in het Pruisische
parlement, dat hem de 6 socialisten natuur
lijk uitgezonderd op alle janken stormachtig
toejuichte.
't Valt niet te ontkennen, dat de Pruisische
regeeriug met deze jeugdactie, die door alle
goede elementen in den Staat krachtig gesteund
wordt, op den goeden weg is, om ©en machtigen
dam op te werpen tegen de agitatie der sociaal
democraten. En de andere Staten van Duitsoh-
land hebben of zullen dit streven wel moeten
navolgen, willen zij nog intijds den rooden vloed
koeren, die zich langzamerhand over dit zoo
industrierijke en daarom voor de sociaal-demo
craten met zoo'n vruchtbaren bodem behepte
land heeft uitgestort, want „wie de jeugd heeft,
beheerscht de toekomst!"
M. S.
ZONDAGSHEILIGING.
Aan de Besturen der E. K. Vakbonden en
Alg. Werklieden-organisaties in Nederland is
door den Ned. R. K. Bond van Handels-, Kan
toor- en Winkelbedienden „Sint Franciscus
van Assisië" het volgende schrijven gericht.
Naar aanleiding van den Vastenbrief van
Mgr. A. J. Callier, Bisschop van Haarlem,
nemen wij de vrijheid U er op te wijzen hoe
vooral bij Katholieken van alle rangen en
standen een sleur bestaat om de Zondagsrust
van anderen te verstoren.
Deze sleur nu dient noodzakelijk te worden
gebroken, hierover zult U het wel met ons
eens zijn.
Vandaar dat wij Uw welwillende medewer
king inroepen en U verzoeken aan de algem.
plaatselijke vereenigingen om in hun alge-
meene vergaderingen te behandelen en aan
de vakbonden om, door bemiddeling van hun
orgaan de afdeelingen aan te sporen tot be
handeling van dit punt, daarbij te doen uit
komen hoe met een weinig goeden wil dit
kwaad uit de wereld kan geholpen worden
en hoe het geestelijk en wereldlijk welzijn
door schending der Zondagsrust wordt bena
deeld en ten slotte de volgende motie aan te
nemen:
In verband hiermede is door de afdeeling
Amsterdam op hare laatste vergadering de
volgende motie aangenomen:
De vergadering van den Ned. R. K. Volks
bond, afd. Amsterdam, op 24 Maart j.l. let
tende op het vasten Mandement over de Zon
dagsheiliging van Z. D. H. den Bisschop van
Haarlem:
overwegende dat de geloovigen worden aan
gemaand niet op den Zondag te verkoopen
en te koopen, omdat daardoor die dag ook
voor den verkooper en diens bedienden tot
een waren werkdag wordt gemaakt, en de
Zondagsrust en heiliging aanmerkelijk wordt
geschonden;
overwegende dat vooral door het overgroote
deel van het volk (de werklieden) op den
Zondag inkoopen worden gedaan;
besluit met alle wettige middelen het ver
koopen en koopen op den Zondag tegen te
gaan, een beroep te doen op alle Roomsch
Katholieken om niet te koopen in winkels
die des Zondags open zijn en het daarheen
te leiden dat de leden en hunne huisgenooten
zich zedelijk verhinden op den Zondag geene
inkoopen meer te doen, en deze motie te
plaatsen in het orgaan, „De Volksbanier," be
nevens in de R. K. Plaatselijke Pers.
EEN NEDERLANDSCHE STAD IN DE
MIDDELEEUWEN.
Dr. H. Brugmans te Amsterdam sprak de
zer dagen over: „Een Nederlandsche stad in
de Middeleeuwen".
Spreker stelde zich allereerst de vraag:
„Wat is een stad in de Middeleeuwen! Hior-
onder moet verstaan worden een dorp, dat
stadsrechten gekregen heeft. Is het begrip
stadsrecht niet duidelijk te omschrijven, te
benamen is het wel, n.l. als een privilegie, dat
een stad bevoorrecht bij het platteland. In de
Middeleeuwsche stad is naar waarheid
sprake van het sehoone gelegen in de leuze
der Fransche revolutie „Vrijheid, Gelijkheid
en Broedershap."
In die stad heerseht vrijheid; hare bewo
ners, de poorters, zijn bevrijd van de vele
rechten, waaraan de omwonende boeren on
derworpen zijn, zij kennen geen andere over
heid dan het door hen gekozen stadsbestuur.
Daar treffen we eveneens politieke gelijkheid
aan, de pooiters zijn allen gelijk en hebben
dezelfde plichten en rechten in handel en be
drijf en als „der dritte im Bunde" zien we ia
die stad broederschap onder de inwoners,
vooral uitkomend in het wezen der gilden en
geestelijke broederschappen, waarin de indi
vidualiteit teniet gaat.
Vervolgens leidde spreker zijn toehoorders
een Middeleeuwsche stad binnen, wees hen
bij het naderen der stad op de groote muren
en wallen, vooral als verdedigingsmiddelen
gebouwd, waarboven uitstekende torens en
torentjes van kerken en kloosters. De muren
worden onder rioken door poorten. Ëon dezer
poorten binnentredend ontwaren we direct
de soldaten, gewoonlijk schutters, die als be
zetting dienon. Zijn voornamelijk de stads
muren als verdedigingsmiddelen bestemd, de
feitelijke verdediging in geval van oorlog of
twist met edelen of andere steden is opgedra
gen aan de burgers der stad, doch alleen die,
welke hun eigen uitrusting betalen kunnen.
Zij zijn gedeeltelijk licht en voor de rest zwaar
bewapend en hebben ieder bun eigen lokaal
(Doelen). Kijken we eens verder de stad in,
dan worden we onaangenaam getroffen door
sèratingr is n a at gjiraJcc, deze lcomt in OU-
kele steden eerst in de 14e eeuw voor eigoc
rekening der burgers en in de 16e eeuw voor
die der stadsiegeering. De straten zijn vail
en leverden een scherp contrast met de van
ouds bekende Hollandsche zindelijkheid. Rio
len zien we niet, alleen wat greppels, gelijk
thans nog in vele dorpen. De riolen dateeran
pas uit de 15e eeuw. Van verlichting is al
even weinig sprake en in dien tijd was het
zeer gevaarlijk om zich 's avonds zonder lan
taarn op straat te hegeven. Eerst in de 16e
eeuw werden hier en daar van stadswege lan
taarns geplaatst met vetkaarsen als verlich
ting. Slaan we een blik op de huizen dan valt
het ons op, dat er zoo veel van hout gebouwd
zijn en de weinige die uit steen opgetrokken
zijn, behooren aan edelen of rijke kooplieden
en staan meestal op de hoeken der straten.
Eigenaardig is de overspringende boven
verdieping bij de houten huizen, een van de
factoren, die met het feit, dat de straten zoo
nauw zijn, zeer veel gevaar opleveren voor
brand, die in die tijden soms geheele of halve
steden verwoestte. Toch waren talrijke maat
regelen door het stadsbestuur getroffen om
het brandgevaar zooveel mogelijk te beper
ken. Op den toren zien we den torenwachter
die steeds nauwkeurig toeziet om bij het uit
breken van brand direct de alarmklok te lui
den en dan zijn alle burgers verplicht hun
hulp bij het blusschen te verleenen. Het weg
werpen van lieete asch was verboden, haar-
steden en ovens werden vanwege het stads
bestuur op geregelde tijden onderzocht, het
bouwen van steenen huizen bevorderd en
gratificatiën toegekend aan hen, die hun wo
ningen in plaats van met riet of stroo te be
dekken, dit met pannen deden.
Eigenlijke winkelhuizen zien we niet. De
winkels zijn vertrekken, ontstaan door het
openslaan van luifels. Tot bescherming te
gen regen dient een bovenluik, dat opgesla
gen wordt, de bekende luifel. Na de huizen
aandachtig beschouwd te hebben bracht spre
ker ons op de markt, een groot plein in het
midden der stad, waar zich bevinden de
groote gebouwen, als de hoofdkerk, het stads
huis en de stadswaag. Op de markt worden
de volksfeesten gehouden, exerceert de schut
terij, zijn voorname bijeenkomsten enz. We
betreden de steenen trap van het stadhuis
en gaan binnen eens kijken. Tot de voor
naamste vertrekken behooren de kamer der
schepenen, de zaal waar de vroedschap ver
gadert en de kamer des burgemeesters, ter
wijl in de kelder gewoonlijk de pijnkamers
gevonden worden. Vervolgens neemt spreker
nog even een kijkje in de wieg, een zeer be
langrijke plaats voor handel en industrie.
Wat het maatschappelijk leven betreft, zijn
handel en industrie in gilden georganiseerd,
uitgezonderd de groothandel, wier bedrijf zich
onmogelijk tot de stad alleen beperken kan.
In de gilden worden de leden van leerling
tot gezel en van gezel tot meester. Het be
drijf is daarin sterk aan banden gelegd. Ten
laatste schildert spreker een echt dege
lijk Middeleeuwsch burger om ten slotte de
hier ontstane vrijheidsgeest te ontwikkelen
en te eindigen met de woorden: „De baker
mat der Nederlandsche vrijheid is de Middel
eeuwsche stad."
UIT DE STAATS COURANT.
Bij Kon. besluit van 18 dezer is G. H. A.
Gottmer, onderwijzer aan een der St. Yincen-
tius-scholen te Amsterdam, benoemd tot ridder
in de orde van Oranje-Nassau.
DR. NOLENS.
Uit Rome wordt' aan „De Tijd" gemeld:
Maandagavond kwam Mgr. Dr. Nolens hier
aan, in gezelschap van Mr. J. van Best, lid
der Tweede Kamer. De beide afgevaardigden
logeeren in hotel de Russie. Geen andere hij-
zonderheid kenmerkte Mgr. Nolens* zilveren
priesterfeest, dan dat de jubilaris dien mor
gen een bezoek bracht aan het graf der Apos
telen in Sint-Pieter.
Niettemin wisten hem tal van schriftelijke
en telegrafische gelukwensclien uit het va
derland te bereiken.
DR. KUYPEIt TE LEEUWARDEN.
Dr. Kuyper is, onder ontzaglijke geestdrift
zijner gehoorigen, een reeks politieke rede
voeringen begonnen, eerst in Leeuwarden,
waar de anti-revolutionaire leider, kloek en
beginselvast als immer, lieeft gesproken.
Over dr. Kuyper's vertrek uit Leeuwarden
meldt het Friesch Dagblad:
„Eene ontzaglijke menschenmassa was op
het perron aanwezig om getuige te zijn van
het heengaan van Z.Exc. Dr. A. Kuyper,
waar hij met een uitbundig gejuich werd ont
vangen. Het enthousiasme was zoo geweldig,
dat men van alle zijden den geliefden leider
omringde. In den letterlijken zin werd hij in
den trein gedragen. Diepe ontroering was er
onder de groote schare, die beslist eenige
duizenden telde, toen Z.Exc, staande in don
coupé verschillende toepasselijke liederen wer
den toegezongen, als het „Bondslied", „Zij
zullen het niet hebben", enz. Velen verdron
gen zich nog om den laatsten handdruk te
ontvangen. Dr. Kuyper was zichtbaar ont
roerd. Hier in Leeuwarden mocht hij gevoe
len, dat er ook nog een tegengif is voor het
vele leed, dat hij steeds moet ondervinden
en dat de Friezen steeds pal zullen staan
aan de zijde van den leider, ons van
God gegeven.
Onder daverende hoera's vertrok de trein
5.18 naar Groningen.
Het was een oogenblik, dat onvergetelijk
zal zijn"
De Franselie automobielen in Nederland?
Gistermorgen kwam een handelsreiziger uit
's Gravenhage aan de politie aldaar mededee-
len, dat hij den dag te voren tusschen Utrecht
en Zeist in den trein had gezeten met een
man, die gebroken HolJandsch sprak en wiens
haar blijkbaar geverfd was. Aan het station
Zeist was de vreemdeling uitgestapt en had
hij plaats genomen in de tram naar het dorp
Zeist.
In zijn woonplaats teruggekeerd, zag de
handelsreiziger daar de signalementen van de
drie Fransche auto-bandieten; hij meende
toen in het portret van een hunner, Bonnot,
zijn medereiziger te herkennen.
Onze politie stelde de justitie van een en
ander in kennis en de politie van Zeist werd
gewaarschuwd. Tot dusver schijnt evenwel
nog geen spoor van den verdachten reiziger
ontdekt te zijn.
'm
m
3 pCt Cert. Ned. W. S.
2y, pCL Cert. j, j,
5 pCt Tabaks!. Buig.
4 Oblig. Kroneurenle.
5 pCt, AprilOctoberrenle
4 Jan.Ju lirenlo.
4Vi Rusland 1909
41/» twangor Dombrowo
4 m Groote Russ.sp. 1388
Nicolai Sg.
Rusland 1880
Zuid-West
Rusland Hoge'
Rusland lS'jLtie Fm
Rusland Binnciil
5 gCu imp. \j~ vn Japan
5 gCL Buiaf Mexico.
5 Goudh m p.St.
5 pCt. hunding Brazilië,
5. Bahia iu g. Rt,
4 a Para 1UU2
5 a Rio de Janeiro ;.-4D
a bdo Paulo 1808
a pUL Dominica
4 pCt. Algem. ii.U.tv,
4 Haart H.D.K.
6 gCt Argent H.B.L.
a dito Ceduia K.
4.V* m Lng. Land C.Sg.
A an a. Amalgamated Copper
Am. Car en boimur
Am. Hide en Leatin
a Lnued biato Steel
a Cult. Aiij. V orsisai,
a Hand. Maaiscn,
uew. Aand. Pale (en
Aand. Keojaug Lehon
Aand. Ciccousot. Peiro:.
a Koninklijke getr.
Aanu. Aim, „era. üuhóer,
Den-Bautvia
a Neaerl,
Aand. Java, China, Japan
i-/j pCu UbL Alanno
t'ret. Marine
Comm. .Marino
Aanu. Amsterdam
a Arendsburg iobuk.
Aana. Hod. Sgocc
Aan a. Staatsspoor
4i* P.CU Dbt. Unuergrounu
Aanu. .Warschau ,\v eenen
i'/t pCt. Mosk. Kieu w \>or.
41/, iWlauikawkas,
Common Jopeka
1 gCL Aig. Hyp. l'opeka
4 Conv. rso. idem.
Common Denver
Common Brie
1 pCt. general Erie
uommon Kansas C. South,
Prer. Kansas C. Souin.
gCU Obi. idem.
Common Missouri K. T,
4 pCt. le byp. idem, t
4'/j gCt.fNat. Kaihv oi Alexic
Commou New-fork Ontan
Common Norfolk
Common Rock Island
Common SouUi Pacific
4 gCL Convert Idem
1 a le Rei. Hyp. idem
Comm. Southern Kaiiw,
Common Lftion Pacific
4 gCL goud OtoL idem
4 Convert ObL idem
Common Wabash Sh.
ilJi pCu Brazil Ruilw.
5 pCi. Xucatan,
pCt Antwerpen 1887,
Turkije 18Z0.
Vorir»
kosn.
28 Maart.
807/ti
671/a
971/,
90'/4
927/16
8 »15/k
971/8
96i/t
88
857/,
861/,
87
88?/g
»3'/4
45 R/u
100U/M
1041/,
97«/4
ayi/4
981/,
991/,
WH/,
951/,
98
9Ó1/,
91»/,
99
57
2*7 fo
69»/,
1781
l8S*/<
ÓM/,
315
2971/,
494
231
13<J1/,
781
937/,
691/,
241/g
ö'/l*
707
735
845/,
98
100
1831/,
96'/,
Mnht
107 »/16
98'
107
241/,
361/,
78»/,
283/,
641/,
72'/,
303/,
951/,
lOol/,
39
110
2711/1,
iHP/ie
967/,
947/8
29-/,
172
1005/,
1021/g
71/,
891/,
977/8
47'/,
80
677/ie
89»/,
97 3/«
95»/,
871/,
868/te
87«/iC
92'/,
101»/,
98»/,
7^/8
57
243/8
693/8
L723/,
326
295»/,
2811/,
131
78
693/18
24»/ie
6"/16
709
843/,
99U/1,
1073,4
985/g
241/,
363/16
781,,
28
636/s
721,,
301/,
39
274/8
1183/,
951/,
94l5/i^
2*>/,
1726*
10216/*
71/,
801/,
67»/,
91,'g
79»/,
67»/*
241/,
696,,
17*
335
299
232
1311/,
78
696/,
246/,
87/«
711
24»/,
368/,
281;,
633/,
307/,
391/,
271/,
297/,
77/,
Aan de fondsenmarkt t-e New-York liepen,
gisteren bij opening ,de koersen reeds terug.;
Het bericht dat de Steelsrust besloot tot
de uitgifte van Bonds deed vooral de aan-
deelen terugloopem waardoor deze bijna 1
pet. lager sluiten. Ook vror de overige fond
sen was de slotkoers lagera De Amerik. af
deeling .aan onze beurs was niet zoo pessi
mistisch tengevolge de vaste stemming van
Londen. Begin beurs werd voor binnenland-
sche rekening verkocht doch tegen het slot
werden locale aankoopen uitgevoerd.
Petroleumaandeelcm opende prijshoudend,
doch sluiten flau,w op winstaanbod. Tabaks-
markt stil. Van Staatsfondsen waren Hol
landsche soorten Vs3/a lgaer. Russen prijs
houdend.
99
30.)
In elk geval zal ik mijn neef den gehee-
len dag bewaken, en indien de omstandigheid,
die na het derde jaar moet komen, zich vroe
ger mocht voordoen, zal ik u dadelijk waar
schuwen. Maar de ernstigste zaak, een zaak
waarvoor ik uw raad noodig heb, alle hulp
bronnen van uw vruchtbaren geest, is deze:
Ik heb geen geld, en ik verzeker u 'dat ik er
mij ook geen verschaffen kan. Misschien om
dat De Graves en ik er misbruik van gemaakt
hebben^ misschien ook om andere redenen,
had mijn broeder, eenige jaren geleden, dit
hesluit tegenover ons genomen. En ik kende
den baron wel, dat weet ge... tegen dat be-
sluit was niets te beginnen, uit vrees voor
de ernstigste dingen, n.l. een besliste breuk.
Welk was dat besluit? vroeg de dokter.
Wij konden er geen enkele som halen,
ïoe groot of klein ook, zonder een machti-
«mg die geheel en al geschreven was door
aen baron en door hem onderteekend.
Lafont was opgestaan en wandelde nu de
studeerkamer en r°der.
Na verloop van eenige minuten kwam hij
bij zijn medeplichtige terug en bleef vlak
voor hem staan.
Ge hebt mij verteld, is het niet verleden
naclit, daarginds in de kamer, die aan do ka
mer van uw broeder grenst, dat hij op het
punt stond die groote afghaansche leeuing
;aan te gaan, waarvan men zooveel gesproken
heeft? En eenige oogenblikken voordat hij
zoo plotseling door zijn kwaal getroffen werd,
gaf hij aan u alleen, aan mijnheer De Graves,
aan baron Noliet, aan graaf Napoelo, aan
u-zelven zijn bevelen met een buitengewone
helderheid.
Dat is waar, verklaarde Louis.
Moest gij niet persoonlijk de zaken bui
ten de stad gaan inspecteeren?
Juist!
Zou hij in dit geval u geen som hebben
kunnen geven, die bestemd was voor publi
citeit, voor een menigte zaken, welke ik niet
nader behoef te omschrijven en die in een
I tijd als de onze duur zijn?
Ja, gij hebt gelijk. Mijn broeder had dit
inderdaad kunnen doen, maar... hij heeft
het niet gedaan.
Lafont nam het blaadje, waarop Louis zoo
correct het adres van den brief had nage
schreven, en vervolgde:
Dat is een vergeten zaak, die gemakke
lijk to herstellen is, vooral wanneer men zoo
correct handschriften kan nabootsen. Mij kunt
ge *>iet nriiE'-«»!cen. dn* trii **iet w«l eens -n
j uw vrijen tijd u vermaakt hebt met het schrift
van den baron na te maken. Bovendien, door
een soort van overerving gelijkt het schrift
van broeders niet zelden veel op elkaar. Met
een beetje handigheid is de overeenkomst
sprekend. Ga naar huis terug en oefen u met
een model voor oogen totdat gij de volmaakt-
j heid hebt bereikt. Dan moet ge een betaalor
der opmaken met het schrift van den baron,
zoodat gij onmiddellijk 300,000 frank in han
den krijgt. Voor het overige zal ik het wel
zoo weten te schikken, dat we den uoodigen
1 tijd hebben. Wat uw kassier bij de bank aan
gaat, zoo gij hem de order aanbiedt dadelijk
na de opening van de kantoren, en voordat
de betamelijkheid uw neef zal hebben ver
oorloofd de directie over het huis op zich te
nemen, zal het bedrag zonder bedenking wor
den uitbetaald. En mocht later de jonge ba
ren eenigen twijfel koesteren, dan zijt gij
ervan af met eenvoudig te loochenen. We zul
len dan het geld hebben en bijgevolg het mid
del waarmede wij hem binnenkort tot zwij
gen kunnen brengen.
Louis was vastbesloten.
Dat is begrepen, zeide hij. De begrafe
nisplechtigheden zullen Vrijdag plaats heb
ben. Tot dan toe zullen de kas en de kantoren
gesloten zijn, maar Zaterdag-voormiddag zal
ik u het geld brengen.
Goed, hernam Lafont. Van mijn zijde
zal ik morgen den kant van Ramhouillet uit-
xroan waar bet «"©sticht in auaestio is, en ik
srar.i»n.asUte
zal de zaak voorbereiden, zoodat zij Zaterdag
middag haar beslag kan krijgen.
Zijt ge er zeker van dat ze goed is?...
vroeg Louis, nog altijd niet geheel over zijn
wantrouwen heen, en dat de 300,000 frank niet
in het water gegooid worden?
De dokter maakte een gebaar van absolute
zekerheid.
Ik heb er zes maanden gewerkt, sprak
hij, en ik ken er de inrichting van op mijn
duim je. De aankoop van het terrein, de ver
andering van liet kasteel in krankzinnigenge
sticht, de prachtige inrichting, de voortdu
rende verbeteringen, welke dokter Belver erin
heeft aangebracht, dat alles heeft meer dan
millioen gekost. Maar hij heeft het geheel en
al teruggewonnen en laat nog meer aan zijn
gezin achter. Doch voor zoo'n huis, met alle
kosten die eraan verbonden zijn, moet men
wat in zijn mars hebben. En daar de jonge
dokters, welke den moed zouden hebben om
liet te ondernemen, geen kapitaal bezitten en
op krediet zouden moeten koopen, zal de we
duwe, welke ik ken sedert ik intern bij haar
man ben geweest, liever met mij onderhande
len, als ik liaar 200,000 frank vooruitbetaal.
En verder, voerde de man uit Toulouse als
laatste en overtuigend bewijs aan, waartegen
Louis niets had in te brengen, zal ik den dag
van morgen doorbrengen met mijn inlichtin
gen in te winnen op een veilige plaats voor
dat ik mevrouw Belver voorstellen doe, want
zoudt gij niet gaarne 300,000 frank in het wa
ter zien gegooid, met mij is dat evenzeer het
geval, daar ze voor mij een laatste kans zijn
op fortuin en een blijde toekomst.
Dat is afgesproken. Ik laat het aan u
over. Maar wanneer zal ik weten, of ik u het
geld Zaterdag brengen moet?
Vrijdagavond! Ge zult dan een briefje
thuis vinden met het enkele woord „ja" of
„neen". Maar doe toch uw best, want al zou
het geld ons vau geen nut zijn voor Ram
houillet, het zal ons zeker onmisbaar zijn
voor iets anders. En verder, voegde hij erbiy.
terwijl hij zijn medeplichtige naar de deur
geleidde, is dokter Belver lang ziek geweest,
en is het wel mogelijk, dat het liuis in cliën-
tèle een weinig is achteruitgegaan. Ware dat
niet zoo, dan zouden wij het niet voor dien
prijs krijgen. Maar de naam ervan is onge
rept, en dat is voor ons de hoofdzaak. Wat
het overige betreft, dat zal ik wel opknap
pen, wees daar maar niet bang voor: vooral
met de machtiging, welke ik van de weduwf
zal verkrijgen, om op mijn circulaires ea
kaartjes te zetten:
Dokter Lafont,
oud-leerling en intern van dokter Belver.
Ik beu zeker van den goeden uitslag. Dia
inrichting zal mijn aandeel uitmaken in da
ontzaglijke zaak, welke ik voor u ga onder,
nemen. Wat het uwe aangaat, binnen twe*