Ü.H.W.ERilDEHim Bcrlijn$cbe Brieoen. De millioenen-Prins. Speciaal adres voor Prima schoeisel Groote Houtstraat No. 44. Steeds nieuwe modellen. Koningstraat 44-58 ZIET ONZE ETALAGES Koningstraat 48-50. Amsterdamsche Bears. Au Bon lülarché Sokken. J. HUIZING Telef. no. 365. Uitsluitend verkoop BINNENLAND. Ko usen. Noyo n s, Haarlem-Brussel. fffieuwste Modellen ^Elegante Coupe Laagste prijzen. xv. het, plaveisel der straten, van een steenbe- Opgegeven door F. Tb. Everord. 87' re Win mi "S5»(m 916/, —:-o-: 19 FEUILLETON Groote roman, naar het Fransch van P. d'Aigremont. HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT m „Wie de jeugd heeft, heeft de toekomst!" Onder dit motto staat het krachtige streven 4er Pruisische regeering, om de jeugd na het verlaten der school in jeugdvereenigingen. te zamen te brengen en ze tot degelijke vaderlands lievende burgers op te voeden. Onderwijzers en officieren hebben zich in den dienst dezer goede zaak gesteld en terwijl het paedagogische deel door de eersten verzorgd wordt, zijn de lichame lijke en militairische oefeningen in handen der officieren gelegd. Gelukkig is ditmaal de Pruis- sische regeering niet zoo eenzijdig, om het confessioneele element buiten deze vereenigin gen te sluiten, zoodat vooral in het Westen van Duitschland de Katholieke en positief christe lijke jeugd in hunne eigen vereenigingen den vollen steun der regeering ondervinden. Anders staat het met de sociaal-democratische jeugd of liever met de kinderen van sociaal democratische ouders, die in de roode jeugdver eenigingen ondergebracht zijn. Deze zjjn van ei ken regeeringssteun uitgesloten. Nu moge men hl 't algemeen met zulke uitsluitingsmaatrege len niet sympathiseeren, in dit geval, waar als hoofddoel dezer van regeeringswege ondersteun de jeugdvereenigingen voorop staat, de jeugd tot vaderlandslievende burgers op te voeden, ZOU het zelfmoord he-eten, als mot don steun van staatsgölden sociaal-democraten gekweekt zou den worden. Met welk een geestdrift de Pruisische minis ter van onderwijs dit nog zoo jonge streven der Pruisische regeering begroet en ondersteunen wil, moge blijken uit de volgende rede van dezen bewindsman, welke rede ook voor ander dan Pruisische ooren niet onbelangwekkend is. De heer von Trott zu Solz zeide o. m. het volgende: „Het komt voor alles daarop aan, dat wij voor ons streven propaganda maken. Wij kunnen tot op zekere hoogte slechts den maatstok zwaaien, de muziek moet eohter daarbuiten on der het volk klinken. Wij hebben een talrijk orkest noodig, waarin geen enkel instrument ontbreken mag, opdat alles harmonisch tezameu klinkt. De taak der „Jugendpflege" is pile groo te elementen in den staat over te halen mede te werken aan de opvoeding van de jeugd tot vroolijke, lichamelijk en zedelijk sterke jongelin gen die diep vervuld zijn van godvreezende en vaderlandslievende ideeën en gedachten. Welke weg daartoe ingeslagen moet worden, hangt na tuurlijk van de geaardheid der jeugd en der ver- houdingen af. In elk geval is do poort voor dit gebouw zeer breed en het is zoo klaar als de dag, dat deze poort niet gesloten mag worden voor zuiver Christelijke en Katholieke vereeni gingen. De Staat mag slechts steunen, niet bindend ingrijpen. Wij verwachten dat de middelen die thans van andere zijden ons toevloeien, niet zul len ophouden. Trouwe helpers hebben zich van alle zijden aangeboden, ook uit het leger. De luitenant en do veldmaarschalk, allen zijn ons welkom. De sociaal-democratische jongelings- vereenigingen hebben in den laatsten tijd ©en dreigenden omvang aangenomen. Zij willen de jeugd verpolitieken. De sociaal-democraten trachten alleen klassenhaat in het jeugdige ge moed te leggen, zij drijven in hunne jeugdver eenigingen alleen daarom politiek en revolutie geest, om de jeugd tot hare recruten voor de organisatie der volwassenen op te voeden. Het hart kan iemand zeer doen, als men bedenkt, dat alleen haat en nog ©ens haat in de jeugdige gemoederen gebracht wordt. Ik weet niet, of er ook niet in de sociaal-democratische rijen moe ders en vaders zijn, die met onderdrukten en onuitgesproken afkeer dit drijven aanzien. Met zulk een opvoeding der jeugd is niets aan te vangen, is niet samen te werken. De strijd daartegen moet door alle burgerlijke par tijen worden opgenomen. In de jongelingsver- eenigingen mag niet over de eigenlijke politiek gesproken worden, ook niet over sociaal-demo cratie. Wij willen onze jeugd met idealen be geesteren, idealen, die in zioh sluiten gevoel voor het sehoone en edele, liefde voor het vader land, en vreeze voor den almachtigen God, zoo dat eerlijkheid en trouw, vastberadenheid en moed, vaderlandsliefde en godsvrucht, de grond toon van het Duitscho karakter vormen. De jeugd wil niet haten, zij wil lief hebben, zij wil bewonderen, zij wil zich, voor al wat grootsch is, be geesteren. Ik zou zelf met geestdrift en warm optimisme aan dit heerlijke werk willen gaan! Zoo ergens, dan heet het hier: „alle man aan boord!" Ieder moet naar zijn vermogen daaraan medewerken. Deze geestdrift mag ech ter geen stroovuur zijn. Het moet een voortdu rend brandend en verwarmend vuur zijn, wiens vlammen tot aan de uiterste grenzen des lands gezien worden." Zoo sprak de Pruisische minister van onder wijs in naam der regeering en niet in een par ticuliere vergadering, doch in het Pruisische parlement, dat hem de 6 socialisten natuur lijk uitgezonderd op alle janken stormachtig toejuichte. 't Valt niet te ontkennen, dat de Pruisische regeeriug met deze jeugdactie, die door alle goede elementen in den Staat krachtig gesteund wordt, op den goeden weg is, om ©en machtigen dam op te werpen tegen de agitatie der sociaal democraten. En de andere Staten van Duitsoh- land hebben of zullen dit streven wel moeten navolgen, willen zij nog intijds den rooden vloed koeren, die zich langzamerhand over dit zoo industrierijke en daarom voor de sociaal-demo craten met zoo'n vruchtbaren bodem behepte land heeft uitgestort, want „wie de jeugd heeft, beheerscht de toekomst!" M. S. ZONDAGSHEILIGING. Aan de Besturen der E. K. Vakbonden en Alg. Werklieden-organisaties in Nederland is door den Ned. R. K. Bond van Handels-, Kan toor- en Winkelbedienden „Sint Franciscus van Assisië" het volgende schrijven gericht. Naar aanleiding van den Vastenbrief van Mgr. A. J. Callier, Bisschop van Haarlem, nemen wij de vrijheid U er op te wijzen hoe vooral bij Katholieken van alle rangen en standen een sleur bestaat om de Zondagsrust van anderen te verstoren. Deze sleur nu dient noodzakelijk te worden gebroken, hierover zult U het wel met ons eens zijn. Vandaar dat wij Uw welwillende medewer king inroepen en U verzoeken aan de algem. plaatselijke vereenigingen om in hun alge- meene vergaderingen te behandelen en aan de vakbonden om, door bemiddeling van hun orgaan de afdeelingen aan te sporen tot be handeling van dit punt, daarbij te doen uit komen hoe met een weinig goeden wil dit kwaad uit de wereld kan geholpen worden en hoe het geestelijk en wereldlijk welzijn door schending der Zondagsrust wordt bena deeld en ten slotte de volgende motie aan te nemen: In verband hiermede is door de afdeeling Amsterdam op hare laatste vergadering de volgende motie aangenomen: De vergadering van den Ned. R. K. Volks bond, afd. Amsterdam, op 24 Maart j.l. let tende op het vasten Mandement over de Zon dagsheiliging van Z. D. H. den Bisschop van Haarlem: overwegende dat de geloovigen worden aan gemaand niet op den Zondag te verkoopen en te koopen, omdat daardoor die dag ook voor den verkooper en diens bedienden tot een waren werkdag wordt gemaakt, en de Zondagsrust en heiliging aanmerkelijk wordt geschonden; overwegende dat vooral door het overgroote deel van het volk (de werklieden) op den Zondag inkoopen worden gedaan; besluit met alle wettige middelen het ver koopen en koopen op den Zondag tegen te gaan, een beroep te doen op alle Roomsch Katholieken om niet te koopen in winkels die des Zondags open zijn en het daarheen te leiden dat de leden en hunne huisgenooten zich zedelijk verhinden op den Zondag geene inkoopen meer te doen, en deze motie te plaatsen in het orgaan, „De Volksbanier," be nevens in de R. K. Plaatselijke Pers. EEN NEDERLANDSCHE STAD IN DE MIDDELEEUWEN. Dr. H. Brugmans te Amsterdam sprak de zer dagen over: „Een Nederlandsche stad in de Middeleeuwen". Spreker stelde zich allereerst de vraag: „Wat is een stad in de Middeleeuwen! Hior- onder moet verstaan worden een dorp, dat stadsrechten gekregen heeft. Is het begrip stadsrecht niet duidelijk te omschrijven, te benamen is het wel, n.l. als een privilegie, dat een stad bevoorrecht bij het platteland. In de Middeleeuwsche stad is naar waarheid sprake van het sehoone gelegen in de leuze der Fransche revolutie „Vrijheid, Gelijkheid en Broedershap." In die stad heerseht vrijheid; hare bewo ners, de poorters, zijn bevrijd van de vele rechten, waaraan de omwonende boeren on derworpen zijn, zij kennen geen andere over heid dan het door hen gekozen stadsbestuur. Daar treffen we eveneens politieke gelijkheid aan, de pooiters zijn allen gelijk en hebben dezelfde plichten en rechten in handel en be drijf en als „der dritte im Bunde" zien we ia die stad broederschap onder de inwoners, vooral uitkomend in het wezen der gilden en geestelijke broederschappen, waarin de indi vidualiteit teniet gaat. Vervolgens leidde spreker zijn toehoorders een Middeleeuwsche stad binnen, wees hen bij het naderen der stad op de groote muren en wallen, vooral als verdedigingsmiddelen gebouwd, waarboven uitstekende torens en torentjes van kerken en kloosters. De muren worden onder rioken door poorten. Ëon dezer poorten binnentredend ontwaren we direct de soldaten, gewoonlijk schutters, die als be zetting dienon. Zijn voornamelijk de stads muren als verdedigingsmiddelen bestemd, de feitelijke verdediging in geval van oorlog of twist met edelen of andere steden is opgedra gen aan de burgers der stad, doch alleen die, welke hun eigen uitrusting betalen kunnen. Zij zijn gedeeltelijk licht en voor de rest zwaar bewapend en hebben ieder bun eigen lokaal (Doelen). Kijken we eens verder de stad in, dan worden we onaangenaam getroffen door sèratingr is n a at gjiraJcc, deze lcomt in OU- kele steden eerst in de 14e eeuw voor eigoc rekening der burgers en in de 16e eeuw voor die der stadsiegeering. De straten zijn vail en leverden een scherp contrast met de van ouds bekende Hollandsche zindelijkheid. Rio len zien we niet, alleen wat greppels, gelijk thans nog in vele dorpen. De riolen dateeran pas uit de 15e eeuw. Van verlichting is al even weinig sprake en in dien tijd was het zeer gevaarlijk om zich 's avonds zonder lan taarn op straat te hegeven. Eerst in de 16e eeuw werden hier en daar van stadswege lan taarns geplaatst met vetkaarsen als verlich ting. Slaan we een blik op de huizen dan valt het ons op, dat er zoo veel van hout gebouwd zijn en de weinige die uit steen opgetrokken zijn, behooren aan edelen of rijke kooplieden en staan meestal op de hoeken der straten. Eigenaardig is de overspringende boven verdieping bij de houten huizen, een van de factoren, die met het feit, dat de straten zoo nauw zijn, zeer veel gevaar opleveren voor brand, die in die tijden soms geheele of halve steden verwoestte. Toch waren talrijke maat regelen door het stadsbestuur getroffen om het brandgevaar zooveel mogelijk te beper ken. Op den toren zien we den torenwachter die steeds nauwkeurig toeziet om bij het uit breken van brand direct de alarmklok te lui den en dan zijn alle burgers verplicht hun hulp bij het blusschen te verleenen. Het weg werpen van lieete asch was verboden, haar- steden en ovens werden vanwege het stads bestuur op geregelde tijden onderzocht, het bouwen van steenen huizen bevorderd en gratificatiën toegekend aan hen, die hun wo ningen in plaats van met riet of stroo te be dekken, dit met pannen deden. Eigenlijke winkelhuizen zien we niet. De winkels zijn vertrekken, ontstaan door het openslaan van luifels. Tot bescherming te gen regen dient een bovenluik, dat opgesla gen wordt, de bekende luifel. Na de huizen aandachtig beschouwd te hebben bracht spre ker ons op de markt, een groot plein in het midden der stad, waar zich bevinden de groote gebouwen, als de hoofdkerk, het stads huis en de stadswaag. Op de markt worden de volksfeesten gehouden, exerceert de schut terij, zijn voorname bijeenkomsten enz. We betreden de steenen trap van het stadhuis en gaan binnen eens kijken. Tot de voor naamste vertrekken behooren de kamer der schepenen, de zaal waar de vroedschap ver gadert en de kamer des burgemeesters, ter wijl in de kelder gewoonlijk de pijnkamers gevonden worden. Vervolgens neemt spreker nog even een kijkje in de wieg, een zeer be langrijke plaats voor handel en industrie. Wat het maatschappelijk leven betreft, zijn handel en industrie in gilden georganiseerd, uitgezonderd de groothandel, wier bedrijf zich onmogelijk tot de stad alleen beperken kan. In de gilden worden de leden van leerling tot gezel en van gezel tot meester. Het be drijf is daarin sterk aan banden gelegd. Ten laatste schildert spreker een echt dege lijk Middeleeuwsch burger om ten slotte de hier ontstane vrijheidsgeest te ontwikkelen en te eindigen met de woorden: „De baker mat der Nederlandsche vrijheid is de Middel eeuwsche stad." UIT DE STAATS COURANT. Bij Kon. besluit van 18 dezer is G. H. A. Gottmer, onderwijzer aan een der St. Yincen- tius-scholen te Amsterdam, benoemd tot ridder in de orde van Oranje-Nassau. DR. NOLENS. Uit Rome wordt' aan „De Tijd" gemeld: Maandagavond kwam Mgr. Dr. Nolens hier aan, in gezelschap van Mr. J. van Best, lid der Tweede Kamer. De beide afgevaardigden logeeren in hotel de Russie. Geen andere hij- zonderheid kenmerkte Mgr. Nolens* zilveren priesterfeest, dan dat de jubilaris dien mor gen een bezoek bracht aan het graf der Apos telen in Sint-Pieter. Niettemin wisten hem tal van schriftelijke en telegrafische gelukwensclien uit het va derland te bereiken. DR. KUYPEIt TE LEEUWARDEN. Dr. Kuyper is, onder ontzaglijke geestdrift zijner gehoorigen, een reeks politieke rede voeringen begonnen, eerst in Leeuwarden, waar de anti-revolutionaire leider, kloek en beginselvast als immer, lieeft gesproken. Over dr. Kuyper's vertrek uit Leeuwarden meldt het Friesch Dagblad: „Eene ontzaglijke menschenmassa was op het perron aanwezig om getuige te zijn van het heengaan van Z.Exc. Dr. A. Kuyper, waar hij met een uitbundig gejuich werd ont vangen. Het enthousiasme was zoo geweldig, dat men van alle zijden den geliefden leider omringde. In den letterlijken zin werd hij in den trein gedragen. Diepe ontroering was er onder de groote schare, die beslist eenige duizenden telde, toen Z.Exc, staande in don coupé verschillende toepasselijke liederen wer den toegezongen, als het „Bondslied", „Zij zullen het niet hebben", enz. Velen verdron gen zich nog om den laatsten handdruk te ontvangen. Dr. Kuyper was zichtbaar ont roerd. Hier in Leeuwarden mocht hij gevoe len, dat er ook nog een tegengif is voor het vele leed, dat hij steeds moet ondervinden en dat de Friezen steeds pal zullen staan aan de zijde van den leider, ons van God gegeven. Onder daverende hoera's vertrok de trein 5.18 naar Groningen. Het was een oogenblik, dat onvergetelijk zal zijn" De Franselie automobielen in Nederland? Gistermorgen kwam een handelsreiziger uit 's Gravenhage aan de politie aldaar mededee- len, dat hij den dag te voren tusschen Utrecht en Zeist in den trein had gezeten met een man, die gebroken HolJandsch sprak en wiens haar blijkbaar geverfd was. Aan het station Zeist was de vreemdeling uitgestapt en had hij plaats genomen in de tram naar het dorp Zeist. In zijn woonplaats teruggekeerd, zag de handelsreiziger daar de signalementen van de drie Fransche auto-bandieten; hij meende toen in het portret van een hunner, Bonnot, zijn medereiziger te herkennen. Onze politie stelde de justitie van een en ander in kennis en de politie van Zeist werd gewaarschuwd. Tot dusver schijnt evenwel nog geen spoor van den verdachten reiziger ontdekt te zijn. 'm m 3 pCt Cert. Ned. W. S. 2y, pCL Cert. j, j, 5 pCt Tabaks!. Buig. 4 Oblig. Kroneurenle. 5 pCt, AprilOctoberrenle 4 Jan.Ju lirenlo. 4Vi Rusland 1909 41/» twangor Dombrowo 4 m Groote Russ.sp. 1388 Nicolai Sg. Rusland 1880 Zuid-West Rusland Hoge' Rusland lS'jLtie Fm Rusland Binnciil 5 gCu imp. \j~ vn Japan 5 gCL Buiaf Mexico. 5 Goudh m p.St. 5 pCt. hunding Brazilië, 5. Bahia iu g. Rt, 4 a Para 1UU2 5 a Rio de Janeiro ;.-4D a bdo Paulo 1808 a pUL Dominica 4 pCt. Algem. ii.U.tv, 4 Haart H.D.K. 6 gCt Argent H.B.L. a dito Ceduia K. 4.V* m Lng. Land C.Sg. A an a. Amalgamated Copper Am. Car en boimur Am. Hide en Leatin a Lnued biato Steel a Cult. Aiij. V orsisai, a Hand. Maaiscn, uew. Aand. Pale (en Aand. Keojaug Lehon Aand. Ciccousot. Peiro:. a Koninklijke getr. Aanu. Aim, „era. üuhóer, Den-Bautvia a Neaerl, Aand. Java, China, Japan i-/j pCu UbL Alanno t'ret. Marine Comm. .Marino Aanu. Amsterdam a Arendsburg iobuk. Aana. Hod. Sgocc Aan a. Staatsspoor 4i* P.CU Dbt. Unuergrounu Aanu. .Warschau ,\v eenen i'/t pCt. Mosk. Kieu w \>or. 41/, iWlauikawkas, Common Jopeka 1 gCL Aig. Hyp. l'opeka 4 Conv. rso. idem. Common Denver Common Brie 1 pCt. general Erie uommon Kansas C. South, Prer. Kansas C. Souin. gCU Obi. idem. Common Missouri K. T, 4 pCt. le byp. idem, t 4'/j gCt.fNat. Kaihv oi Alexic Commou New-fork Ontan Common Norfolk Common Rock Island Common SouUi Pacific 4 gCL Convert Idem 1 a le Rei. Hyp. idem Comm. Southern Kaiiw, Common Lftion Pacific 4 gCL goud OtoL idem 4 Convert ObL idem Common Wabash Sh. ilJi pCu Brazil Ruilw. 5 pCi. Xucatan, pCt Antwerpen 1887, Turkije 18Z0. Vorir» kosn. 28 Maart. 807/ti 671/a 971/, 90'/4 927/16 8 »15/k 971/8 96i/t 88 857/, 861/, 87 88?/g »3'/4 45 R/u 100U/M 1041/, 97«/4 ayi/4 981/, 991/, WH/, 951/, 98 9Ó1/, 91»/, 99 57 2*7 fo 69»/, 1781 l8S*/< ÓM/, 315 2971/, 494 231 13<J1/, 781 937/, 691/, 241/g ö'/l* 707 735 845/, 98 100 1831/, 96'/, Mnht 107 »/16 98' 107 241/, 361/, 78»/, 283/, 641/, 72'/, 303/, 951/, lOol/, 39 110 2711/1, iHP/ie 967/, 947/8 29-/, 172 1005/, 1021/g 71/, 891/, 977/8 47'/, 80 677/ie 89»/, 97 3/« 95»/, 871/, 868/te 87«/iC 92'/, 101»/, 98»/, 7^/8 57 243/8 693/8 L723/, 326 295»/, 2811/, 131 78 693/18 24»/ie 6"/16 709 843/, 99U/1, 1073,4 985/g 241/, 363/16 781,, 28 636/s 721,, 301/, 39 274/8 1183/, 951/, 94l5/i^ 2*>/, 1726* 10216/* 71/, 801/, 67»/, 91,'g 79»/, 67»/* 241/, 696,, 17* 335 299 232 1311/, 78 696/, 246/, 87/« 711 24»/, 368/, 281;, 633/, 307/, 391/, 271/, 297/, 77/, Aan de fondsenmarkt t-e New-York liepen, gisteren bij opening ,de koersen reeds terug.; Het bericht dat de Steelsrust besloot tot de uitgifte van Bonds deed vooral de aan- deelen terugloopem waardoor deze bijna 1 pet. lager sluiten. Ook vror de overige fond sen was de slotkoers lagera De Amerik. af deeling .aan onze beurs was niet zoo pessi mistisch tengevolge de vaste stemming van Londen. Begin beurs werd voor binnenland- sche rekening verkocht doch tegen het slot werden locale aankoopen uitgevoerd. Petroleumaandeelcm opende prijshoudend, doch sluiten flau,w op winstaanbod. Tabaks- markt stil. Van Staatsfondsen waren Hol landsche soorten Vs3/a lgaer. Russen prijs houdend. 99 30.) In elk geval zal ik mijn neef den gehee- len dag bewaken, en indien de omstandigheid, die na het derde jaar moet komen, zich vroe ger mocht voordoen, zal ik u dadelijk waar schuwen. Maar de ernstigste zaak, een zaak waarvoor ik uw raad noodig heb, alle hulp bronnen van uw vruchtbaren geest, is deze: Ik heb geen geld, en ik verzeker u 'dat ik er mij ook geen verschaffen kan. Misschien om dat De Graves en ik er misbruik van gemaakt hebben^ misschien ook om andere redenen, had mijn broeder, eenige jaren geleden, dit hesluit tegenover ons genomen. En ik kende den baron wel, dat weet ge... tegen dat be- sluit was niets te beginnen, uit vrees voor de ernstigste dingen, n.l. een besliste breuk. Welk was dat besluit? vroeg de dokter. Wij konden er geen enkele som halen, ïoe groot of klein ook, zonder een machti- «mg die geheel en al geschreven was door aen baron en door hem onderteekend. Lafont was opgestaan en wandelde nu de studeerkamer en r°der. Na verloop van eenige minuten kwam hij bij zijn medeplichtige terug en bleef vlak voor hem staan. Ge hebt mij verteld, is het niet verleden naclit, daarginds in de kamer, die aan do ka mer van uw broeder grenst, dat hij op het punt stond die groote afghaansche leeuing ;aan te gaan, waarvan men zooveel gesproken heeft? En eenige oogenblikken voordat hij zoo plotseling door zijn kwaal getroffen werd, gaf hij aan u alleen, aan mijnheer De Graves, aan baron Noliet, aan graaf Napoelo, aan u-zelven zijn bevelen met een buitengewone helderheid. Dat is waar, verklaarde Louis. Moest gij niet persoonlijk de zaken bui ten de stad gaan inspecteeren? Juist! Zou hij in dit geval u geen som hebben kunnen geven, die bestemd was voor publi citeit, voor een menigte zaken, welke ik niet nader behoef te omschrijven en die in een I tijd als de onze duur zijn? Ja, gij hebt gelijk. Mijn broeder had dit inderdaad kunnen doen, maar... hij heeft het niet gedaan. Lafont nam het blaadje, waarop Louis zoo correct het adres van den brief had nage schreven, en vervolgde: Dat is een vergeten zaak, die gemakke lijk to herstellen is, vooral wanneer men zoo correct handschriften kan nabootsen. Mij kunt ge *>iet nriiE'-«»!cen. dn* trii **iet w«l eens -n j uw vrijen tijd u vermaakt hebt met het schrift van den baron na te maken. Bovendien, door een soort van overerving gelijkt het schrift van broeders niet zelden veel op elkaar. Met een beetje handigheid is de overeenkomst sprekend. Ga naar huis terug en oefen u met een model voor oogen totdat gij de volmaakt- j heid hebt bereikt. Dan moet ge een betaalor der opmaken met het schrift van den baron, zoodat gij onmiddellijk 300,000 frank in han den krijgt. Voor het overige zal ik het wel zoo weten te schikken, dat we den uoodigen 1 tijd hebben. Wat uw kassier bij de bank aan gaat, zoo gij hem de order aanbiedt dadelijk na de opening van de kantoren, en voordat de betamelijkheid uw neef zal hebben ver oorloofd de directie over het huis op zich te nemen, zal het bedrag zonder bedenking wor den uitbetaald. En mocht later de jonge ba ren eenigen twijfel koesteren, dan zijt gij ervan af met eenvoudig te loochenen. We zul len dan het geld hebben en bijgevolg het mid del waarmede wij hem binnenkort tot zwij gen kunnen brengen. Louis was vastbesloten. Dat is begrepen, zeide hij. De begrafe nisplechtigheden zullen Vrijdag plaats heb ben. Tot dan toe zullen de kas en de kantoren gesloten zijn, maar Zaterdag-voormiddag zal ik u het geld brengen. Goed, hernam Lafont. Van mijn zijde zal ik morgen den kant van Ramhouillet uit- xroan waar bet «"©sticht in auaestio is, en ik srar.i»n.asUte zal de zaak voorbereiden, zoodat zij Zaterdag middag haar beslag kan krijgen. Zijt ge er zeker van dat ze goed is?... vroeg Louis, nog altijd niet geheel over zijn wantrouwen heen, en dat de 300,000 frank niet in het water gegooid worden? De dokter maakte een gebaar van absolute zekerheid. Ik heb er zes maanden gewerkt, sprak hij, en ik ken er de inrichting van op mijn duim je. De aankoop van het terrein, de ver andering van liet kasteel in krankzinnigenge sticht, de prachtige inrichting, de voortdu rende verbeteringen, welke dokter Belver erin heeft aangebracht, dat alles heeft meer dan millioen gekost. Maar hij heeft het geheel en al teruggewonnen en laat nog meer aan zijn gezin achter. Doch voor zoo'n huis, met alle kosten die eraan verbonden zijn, moet men wat in zijn mars hebben. En daar de jonge dokters, welke den moed zouden hebben om liet te ondernemen, geen kapitaal bezitten en op krediet zouden moeten koopen, zal de we duwe, welke ik ken sedert ik intern bij haar man ben geweest, liever met mij onderhande len, als ik liaar 200,000 frank vooruitbetaal. En verder, voerde de man uit Toulouse als laatste en overtuigend bewijs aan, waartegen Louis niets had in te brengen, zal ik den dag van morgen doorbrengen met mijn inlichtin gen in te winnen op een veilige plaats voor dat ik mevrouw Belver voorstellen doe, want zoudt gij niet gaarne 300,000 frank in het wa ter zien gegooid, met mij is dat evenzeer het geval, daar ze voor mij een laatste kans zijn op fortuin en een blijde toekomst. Dat is afgesproken. Ik laat het aan u over. Maar wanneer zal ik weten, of ik u het geld Zaterdag brengen moet? Vrijdagavond! Ge zult dan een briefje thuis vinden met het enkele woord „ja" of „neen". Maar doe toch uw best, want al zou het geld ons vau geen nut zijn voor Ram houillet, het zal ons zeker onmisbaar zijn voor iets anders. En verder, voegde hij erbiy. terwijl hij zijn medeplichtige naar de deur geleidde, is dokter Belver lang ziek geweest, en is het wel mogelijk, dat het liuis in cliën- tèle een weinig is achteruitgegaan. Ware dat niet zoo, dan zouden wij het niet voor dien prijs krijgen. Maar de naam ervan is onge rept, en dat is voor ons de hoofdzaak. Wat het overige betreft, dat zal ik wel opknap pen, wees daar maar niet bang voor: vooral met de machtiging, welke ik van de weduwf zal verkrijgen, om op mijn circulaires ea kaartjes te zetten: Dokter Lafont, oud-leerling en intern van dokter Belver. Ik beu zeker van den goeden uitslag. Dia inrichting zal mijn aandeel uitmaken in da ontzaglijke zaak, welke ik voor u ga onder, nemen. Wat het uwe aangaat, binnen twe*

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5