De millioenen-Prins.
R. X. Hensiandsvereeniging.
Iets over beschermde Fa
brieksmerken.
BUITENLAND.
BINNENLAND.
Rond de Liturgie.
'Goedkoopste adres voor Karpetten, Tafelkleeden, enz. is P. J. JANSSEN, Anegang hoek Warmoesstraat.
IC© si s e si-
Hu Bon üarché
oy ons.
Haarlem-Brussel.
Sokken.
IV
99
FEUILLETON
Groote roman, naar het Fransch
van P. d'Aigremont.
31.)
HIEUWE HAARLEMSCHE COURANT HSP.F3iD
„ST. JOZEF."
Afdeeling Haarlem en Omstreken van
„DE HANZE."
goedgekeurd bij Bisschoppelijk besluit van
den 26 October 1906 en bü Kon. besluit van
9 Mei 1908.
De R. K. Middenstandsvereeniging stelt
zich ten doel volgens art. 2 harer statuten, de
zedelijke en stoffelijke belangen van den han-
deldrijvenden- en industrieelen middenstand
in het algemeen en van hare leden in het bij
eonder te behartigen, overeenkomstig de be
langen van den R. K. godsdienst. De voor-
deelen aan het lidmaatschap verbonden zijn
vele. Wij noemen slechts:
le. Gratis informatiën en rechtskundige
adviezen hunne zaken betreffende, het ge-
yen ter incasseering hunner dubieuze posten.
2e. Gratis gebruik maken van het Bureau
plaatsing kantoor- en winkelpersoneel.
3e. Het verzekeren hunner spiegel- en an
dere ruiten hij de onderlinge glasverzekering
tegen uiterst lage premie.
4e. Deelname aan het fonds uitkeering hij
overlijden tegen geringe bijdrage onder kos-
fploOK ltpVlPPT*
5e. Gratis en franco ontvangst van een
weekblad, 16 pagina's druk, inhoudende wat
yoor een middenstander van belang kan zijn
6e. Tweemaal per jaar opdracht eener H
Mis voor de geestelijke en tijdelijke belan
gen der leden. Bij overlijden van een lid één
H. Mis voor zijn zielerust in zijne Parochie
kerk.
7e. Minstens zes maal per jaar eene leden
vergadering en eene feestelijke, wanneer de
kas zulks toelaat.
8e. Diocesane Coöperatieve Credietbank,
gelegenheid gevende credieten te vragen,
gelden te beleggen, hetzij deposito of reke
ning-courant; spaargelden te beleggen tegen
8 rente, minimum inleg 25 ets., tot een be
drag van 50 gulden terugbetaling onmiddel-
lijk, hoogere bedragen één dag opzegging.
Voor inlichtingen, of beleggingen gelegen
heid iederen werkdag van 12 tot 2 en van
5 tot 7 uur bij den administrateur J. H. Vis
eer, Nieuwe Gracht 46.
9e. De Debatingclub heeft zijn gezellige bij
eenkomsten eiken Woensdagavond om 9 uur
ju de tuinzaal van Café Brinkmaan, ten doel
hebbende het spreken in 't publiek aan ieder
eigen te doen worden.
Nog niet aangesloten R. K. Middenstanders
■worden aangespoord als lid onze vereenigiug
toe te treden. De contributie bedraagt slechts
f 1.30 per 3 maanden, zich verbindende voor
een geheel jaar.
Aanmelding voor het lidmaatschap bij den
secretaris C. A. M. Jonckbloedt, Lange Hee-
renstraat 24.
Namens het Bestuur,
ANTON BOSSE, Voorzitter.
C. A. M. JONCKBLOEDT Lzn., Secr.
Over concurrentie wordt zeer geklaagd;
maar in beginsel houdt niemand haar voor
ongeoorloofd en, is er aanleiding toe, dan
dingt ieder onzer naar het een of ander mede
De sollicitanten naar een betrekking die hun
uiterste best doen om op de autoriteiten een
gunstigen indruk te maken, doen niet anders
dan twee over elkander gevestigde winke
liers, dié elkander de loef trachten af te ste
ken in het etaleeren.
Coneurreeren is misschien wel daarom zoo
geoorloofd, omdat het zulk een natuurlijk
verschijnsel is. Maar het geoorloofde, het na
tuurlijke, heeft zijn grenzen.
Als een van de sollicitanten, daartoe in de
gelegenheid, een ander in een kwaad daglicht
tracht te stellen, of als een der winkeliers
premies gaat stellen op het koopen in zijn
winkel, doch tegelijkertijd de qualiteit zijner
waren gaat verminderen, dan noemen wij dit
ongeoorloofde of oneerlijke concurrentie.
De strijd door de wet tegen de oneerlijke
concurrentie is ook bij ons sinds lang aan
gevangen. Om dit te bewijzen is het vol
doende, de aandacht te vestigen op de wet op
de handels- en fabrieksmerken, en het is juist
naar aanleiding van een voorval, waarop die
wet, naar onze meening, ten onrechte is toe
gepast, dat deze regelen geschreven zijn.
Er is in de hoofdstad eenigen tijd geleden
(aldus de „Avondpost") een rechterlijke be
slissing gevallen, die, naar onze meening be
hoort te worden gebracht onder de bijzondere
aandacht van den geheelen winkelstand,
wiens belangen er door worden bedreigd; zoo
dat men wel alle krachten mag inspannen om
te voorkomen, dat de eerste stap door andere
worde gevolgd.
Het geval dat wij op het oog hebben is dat
van de Amerikaansche maatschappij, die se
dert lang in ons land ecy. bijzonder soort meel
invoerde, verpakt in cartons, dragende een
hier te lande wettig gedeponeerd fabrieks
merk.
Het is van algemeen® bekendheid, dat in
dergelijke gevallen de oneerlijke concurren
tie dadelijk gereed staat om haar slag te
slaan, en ook hier was het gebleken, dat Ne-
derlandsche fabrikantjes het werk naboot
sten, en op die wijze gingen strijken met een
deel der winsten van de maatschappij, daar
gelaten de vraag of zij een inferieure quali
teit van meel door het valsche merk dekten.
De Amerikaansche maatschappij maakte
van de gelegenheid, die de wet haar geeft,
gebruik, om de vervalschers wegens schen
ding van haar merk te vervolgen.
Het spreekt echter vanzelf, dat de naboot
sende fabrikanten den winkelstand noodig
hadden om de vruchten hunner oneerlijke
concurrentie te plukken en zoo deed zich het
geval voor, dat pakjes van het bewuste meel,
van het nagebootste merk voorzien, bij een
winkelier werden aangetroffen, waarop na
mens de maatschappij werd ingesteld een
actie tot schadevergoeding en tot verbod van
verder gebruik van het merk, op straffe van
vergoeding voor eiken dag dat het merk als
nog mocht worden gebruikt.
Dt winkelier meende in zijn antwoord op
den gedanen eisch, dat het van een winkelier
niet kan gevergd worden, dat deze onderzoekt
of de fabrikant, van wien hij zim waar be
trekt, al of niet recht heeft of het op de ver
pakking aangebrachte merk en dat, als er
van namaak sprake is, de fabrikant, de nama
ker was en niet de winkelier,
En nu meende wel de eischende maatschap
pij, dat het alleen ging om de stelling dat
niemand, fabrikant of winkelier, bevoegd
is om voor dezelfde soort van waren een
merk te gebruiken, waarop een ander uit
sluitend rechthebbende is; maar de Amster-
damsche rechtbank, die in eersten aanleg
vonnis velde, was het daarmede toch niet
eens. Zij overwoog, zooals van zelf spreekt,
dat een fabrikant, die zelf zijn waren voor
ziet van een merk, dat aan een ander toe
komt, een onrechtmatige daad pleegt; maar
dat een winkelier, die de waren, aldus voor
zien van het valsche merk, weder verkoopt,
juist zooals hij ze van zijn fabrikant ontvan
gen heeft, zieh aan geen onrechtmatige daad
schuldig maakt.
Wel meende de rechtbank o. i. een vrij
betwistbare stelling dat een winkelier ook
inbreuk kan maken op een anders merken
recht, namelijk wanneer hij door eene bijzon
dere of algemeene kennisgeving van de zijne
van den rechthebbende op de hoogte 5s ge-
bracht, maar dan moet die kennisgeving in
loeier gUVai vaststaan.
De stelling komt ons, zooals gezegd, be
twistbaar voor, daar het nooit te bewijzen
is, dat de winkelier de bijzondere kennisge
ving, wanneer deze niet in gerechtelijken
vorm is gedaan, heeft ontvangen of van de
algemeeue heeft kennis genomen.
Inderdaad was, toen de zaak in appèl dien
de, de opmerking in de memorie van grieven
niet geheel en al onjuist, dat de rechtbank
met haar eigen stelsel in strijd kwam, omdat
Van elk ingeschreven merk kennisgeving
wrrdt gedaan in de „Staatscourant."
Maar de eerste overweging de rechtbank
achten wij onbetwistbaar juist en daarom be
treuren wij het, dat het hof het vonnis der
rechtbank heeft vernietigd en aldus den ge
heelen winkelstand in schier onoverkomelijke
moeilijkheden heeft gebracht, waarvan de
gevolgen niet te overzien zijn, wanneer meer
dere rechthebbenden op een handelsmerk, die
het slachtoffer van nabootsing zijn, het voor
beeld volgen en zich op den winkelier wer
pen. Men zou het hun inderdaad niet kwalijk
kunnen nemen, daar natuurlijk de winkelier
de man is, door wiens bemiddeling de waar
feitelijk aan den man komt, maar desniet
tegenstaande achten wij de veroordeeling
van den niet persoonlijk nagemaakt hebben
den winkelier een onrecht.
Wat er ook moge zijn van de stelling van
hot hof, dat het gebruik van een anders
merk, het te koop aanbieden, verkoopen en
afleveren van dezelfde handelswaar als de
rechthebbende onder het merk waarop deze
uitsluitend recht heeft, een onrechtmatige
daad is, zoodra dat merk wettig is ingeschre
ven en gepubliceerd, het staat o. i. toch vast,
dat van een onrechtmaitge daad geen sprake
kan wezen, zonder schuld, nalatigheid of on
voorzichtigheid en dat van schuld van den
winkelier geen sprake kan zijn, waar door
hem geen daad verricht is in strijd met een
anders rechten.
Maar ook van nalatigheid of onvoorzich
tigheid kan geen sprake wezen; want om
deze aan te nemen, zou men moeten uitgaan
van het beginsel dat een winkelier verant
woordelijk is voor de echtheid der handels-
en fabrieksmerken op alle door hem ver
kochte waren. Neemt men dit aan, dan zou
een winkelier moeten beginnen met ze alle
zonder onderscheid voor valsch of althans
voor verdacht te houden en ze niet kunnen
betrekken alvorens hem het bewijs is gele
verd of hij zich ervan verzekerd heeft, dat
ze echt zijn. En nu moge het waar zijn, dat
hij zich de „Staatscourant" kan aanschaffen,
of zich tot het Bureau van den Industrieelen
Eigendom kan wenden, om zich ten aanzien
van elke waar zekerheid te verschaffen, dat
zijn leverancier gerechtigd is tot gebruik van
het gebezigde merk, practisch is dit een fei
telijk onuitvoerbare eisch, die vooral den ge
heelen kleinen winkelstand beletten zou
om tal van waren te verkoopen, maar den
geheelen winkelstand bovendien onduldbare
moeite en last zou veroorzaken.
En toch is de winkelier niet alleen tot
schadevergoeding veroordeeld, maar ook tot
onthouding van een verder gebruik van het
merk, op straffe eener vergoeding van hon
derd gulden voor eiken dag, dat hij ondanks
het verbod alsnog het merk mocht gebruiken.
WAT ER IN FRANKRIJK GEBEURT.
Onder dit opschrift schrijft het „Hbld. v.
Antw."
De misdadige aanslagen in Frankrijk en de
afschuwelijke bandieterijen, die de hoogdrin
gende tusschenkomst der wetgeving noodzake
lijk hebben gemaakt, verwekken bij onze nabu
ren eene geweldige opschudding.
Met den schrik in 't hart vraagt elkeen zich
af waar het heen gaat, als men het galgenaas
menselienlevens niet meer ziet tellen en gewa
pende bandieten in vollen dag en in volle stad
met hunne vuurwapens de bevolking in bedwang
ziet houden?
Het gouvernement heeft nu gisteren in de
Kamer een crediet van nagenoeg 1 millioen doen
stemmen om de politie te versterken. In andere
woordenmen zal de revolvers der politie doen
spreken tegen het vuur der bandieten en
niets veranderen, want die revolverhelden zijn
eerst voor goed in hun element als ze een
Browning of een Bulldog in de hand hebben.
Het is niet met de politie dat men het land
regeert; het is met de opvoeding der jeugd en
met het voorbeeld dat de lagere standen van
hooger krijgen.
En wat wij nü in Frankrijk te zien krijgen,
■zijn tloodeenvoudfgf do rruciiton -van lxet regi&xn,
dat de opvolgende regeeringen in het laatste
kwart eeuw in Frankrijk hebben bestendigd.
Er gebeuren overal misdaden, onder den in
vloed van den drank, van kwade neigingen, van
ophitsing, maar men kan die gebeurtenissen
steeds aanzien als afzonderlijke gevallen, alleen
staande feiten, waar men noch dezen, noch
genen factor aansprakelijk kan voorstellen.
In Frankrijk, daarentegen, is het een ver
schijnsel van algemeenen aard, eene ontbinding
van alle standen, die zich vertolkt door het ver
lies van alle zedelijkheidsgevoel omhoog en van
alle menschelijke waardigheid omlaag; 't is
eene ineenstorting van gansch het gebouw en
dit ten gevolge der initieele, der oorspronke
lijke fout: bij die de school verontchristelijkt
heeft in Frankrijk is de grootste, de eenige
plichtigel
Wij zijn de eersten om te erkennen dat men
onder niet geloovigen heel ordelijke mensclien
ontmoet, die zeer hooge begrippen van zede
lijkheidsgevoel bezitten en wier levenswandel
door eerlijkheid en rechtschapenheid is geken
merkt.
Maar laat die menschen toch hun voorbeeld
niet aanhalen om de verontchristelijking der
massa aan te prediken als een heil voor de
samenleving. De toestanden in Frankrijk moe
ten desaangaande toch de oogen doen opengaan
aan al wie onbevooroordeeld wil spreken.
Wie het gedacht aan God begon af te breken,
rukte ook den eersten steen los van het gedacht
van meesterschap en schoot een bres in dit ge-
Jieel van hoogere idealen, door de christen be
schaving opgericht en die voor de massa de
sterkste borstwering uitmaakte voor zedenbe
derf en verval.
Het ft een liberale machtspreukzulke school,
zulk volk! Hun ideaal is het onderwijs dat de
Fransche republikeinen aan Frankrijk hebben
gegeven. Welnu, als de school daar zulk volk
geeft, dan is die school doorslecht, afschuwe
lijk slecht, al heeft zij ook alleen recht op on
dersteuning en toelagen.
Overigens, niet al de schuld valt op die ban
dieten; zij, die aan de jonge geslachten het voor
beeld gaven, dienen mee gebrandmerkt.
Waarom zouden de Garniers, de Bonnot's, de
Carouy's op een menschenleven zien om aan
40.000 fr. te geraken, wanneer de bende anti-
cleriealen, die mee aan 't regeeringsschoteltje
likken, het voorbeeld geeft van diefstal en
plundering in het groot?
Gisteren heeft Combes in den Senaat het
woord gevoerd, naar aanleiding van het ver
slag der commissie van onderzoek over de likwi-
datie der kloostergoederen.
En wat heeft hij erkend? Dat op 500 millioen
verwezenlijkte „likwidaties" !t is te zeggen op
500 millioen aan de kloosters ontstolen, er 150
teruggegeven werden aan gemengde gemeen
schappen, 60 millioen terecht zijn gekomen in
de openbare kassen en 290 millioen verdwenen
zijn.
Maak nu maar eens deftige menschen van het
jonge geslacht, dat opgevoed wordt in gedach
ten van „noch God, noch meester," dat leert
zingen van
Le Christ a la voirie,
La Yierge a l'écurie
en dat aan hooger hand, diegenen, welke de
nonnen met wapengeweld doen verjagen, ziet
stelen gelijk de raven.
Ziedaar het werk van hen, die het christelijk
gevoel in 't hart der jeugd hebben gedood.
Niet met 1 millioen voor de politie zal men
nu de maatschappij redden in Frankrijk: 't is
nog enkel te doen door volledige sociale herop
beuring.
JOURNALISTIEKE KUNSTSTUKJES.
Het behoeft waarlijk niet geconstateerd te
worden, hoezeer de voetbalkoorts ook ons volk
heeft aangetast en met welk een martelend on
geduld elk rechtgeaard sportmensch den uitslag
van een Internationale ontmoeting verbeidt,
schrijft de „Prov. N Brab."
De krantenmenschen, verplicht rekening te
houden met de gevoelens hunner lezers, ontzien
kosten noch moeite om het Nederlandsche volk
spoedig mededeeiing te doen van den uitslag,
al zou den strijd om het leder ook aan de
Noordpool gestreden worden.
Op onbekrompen wijze doet tegenwoordig elk
l'Lid mede en zijne directie verspreidt naar alle
deelen der stad haar blijde of teleurstellende
bulletins. Was 't wonder, dat bij de laatste ont
moeting in Hull sommige bladen een legertje
van sportverslaggevers naar de overzijde van
het Kanaal zonden.
Zoo moesten ze de eerste zijn.... dacht elk
voor zich.
Vol zelfvertrouwen nam een der bekende sport
verslaggevers op de perstribune plaats.
Alles was voorbereidgeen schakel ont
brak in den zorgvuldig gesmeden keten, waar
langs liet heuglijk nieuws van liet voetbal
veld naar Holland zou worden gebracht. Bij 't
versie schot gebeurde echter 't fatale.
Nauwelijks was toch 't eerste feit van eenige
beleekenis te vernielden of een jeugdig beschei
den Engelschman sprak gedempt als tot zich
zelf: „Hallo Johny, are you there
De andere keek zoodra hij met het schrijven
van zijn eerste draadbericht gereed was om en
bleef beteuterd staren.
De bescheiden Brit, type van een kalm wei
nig spraakzaaim Engelsch reporter, vertelde het
geen hij zag neel laconiek aan den man in
Londen, die aan de andere zijde van de speciale
draad „Voetbalterrein Hull-Loiiden". 't gespro
kene stenografisch opnam. Dit laatste gebeurde
in de machinekamer van Central News, het
nieuwsagentschap dat tevens de Londensche „tik
kers" exploiteert. Deze maatschappij heeft hon
derden van deze tikkers, een soort electrische
schrijfmachine, in alle deelen van Londen slaan
en al deze tikkers worden bediend dloor één
mannetje dat rustig jgp de moedermachine tikt.
Zoo ook toen. Naast den stenograaf was de
man gezeten en terwijl de een de lotgevallen
van bal en spelers opnam tikte de ander rus-
XCVII
HOSTIE OF MISBROOD*
Daar Christus bij het Laatste Avondmaal
brood en wijn als bestanddeel en voor liet
Offer der Nieuwe Wet heeft ingesteld en,
gebruikt, moet ook de priester der Katho
lieke Kerk bij het opdragen der H. Mia
de herhaling van het Laatste Avondmaal
zich hiervan bedienen. Daarom legt hij,
in de sacristie den kelk gereed makend, op
de pateen een rond stukje brood (sedert de
8e eeuw hostie d. i. „zoenoffer'' genaamd)
en neemt dit mede naar het altaar. Die
hostie moet in den eigenlijken zin brood,
genoemd kunnen worden, d. w. z. uit bloem
van tarwemeel gebakken zijn. In de Lar
tijnsche Kerk is het offerbrood ongedeesemd,
ongegist, in de Grieksche Kerk gxxleesemj
of gegist.
In het begin der Kerk brachten de Oh ris
ten en het brood, dat voor het Offer en voor
haai' eigen Communie noodig was, zelf mede..
Bij de Offerande namen de Diakens het in,
ontvangst; een gedeelte ervan, zorgvuldig
uitgekozen, werd op het altaar gelegd om ge
consacreerd te worden, terwijl het overige
diende tot onderhoud van armen en geeste
lijkheid. Ook andere gaven werden tot dit
laatste doel door den dienstdoenden Diaken
in ontvangst genomen. De „offergang", ih
sommige streken van ons land nog bij rouw-
missen in zwang en. het algemeen gebruik
der heeren collectanten om bij de Offerande
een aanvang te maken met de collecte, dan
ken hieraan hun ontstaan; evenzoo de ge
woonte der geloovigen om den priester een
geldelijke aalmoes (het roggen, stipendium)
te geven, indien zij verlangen, dat hjj het
H. Misoffer speciaal tot hun intentie op-
drage.
N.B. Heden beginnen wij in de Officieele
Iverklijst (eerste bladzijde onderaan) een®
„Verklaring der gebeden en cere
moniën eener plechtige H. Mis."
Vooral hen, die de rubriek „Rond de Li
turgie" tot nu toe trouw gevolgd hebben,
zij de lezing hiervan bijzonder aanbevolen.;
tig het nieuws, hel nieuws dat op da( zelfde
oogenblik in gansch Londen verbreid werd
GevolgTijdverschil tusschen het trappen
van den bal te Huil en het lezen van het bei
richt te Londen 20 seconden.
En eer de verblufte Ho.lander tijd had den
toestand le overzien had het Londensche volk'
alle aandacht noodig om het reeds tot honder
den regels copie gerezen verslag te volgen. Steeds
somberder werden de overpeinzingen van den
sportsman te meer daar een duister voorgevoel
zich van den man meester maakte. Doch er
moest zekerheid zijn, wanneer het vonnis geveld
zou worden dan liever dadelijk.
En beleefd, allervriendelijkst, tenminste voor
zooveel zijn bezigheden hem zulks toelieten, ant
woordde de Brit bevestigend op de vraag of hij
soms vanCentral News was. Van Central
News. i
Toen overzag de man den toestand volkomen,
begreep dat van een primeur ditmaal geen spra
ke zou zijn en dat ia Holland de einduitslag
wel eer bekend zou worden dan door zijn be
middeling.
In arrenmoede schreef hij toen een ellen
lang verslag. Maar helaas! De eerste twee ge
tallen wogen toch 't zwaarst.
Zoo wordt in Londen gewerkt en zoo wordt
ook in Londen de steels stijgende vraag naar
nieuws door het aanbod opgedreven. Duizenden
guldens leggen de groote bladen en de nieuws
agentschappen daar ten koste aan het snelste
verzamelen van het beste nieuws, maai' zij kun
nen dit doen, want waar wordt meer dan juist
in Engeland den zenuwspannendeu arbeid van
het dagbladbedrijf op prijs gesteld? De publieke
belangstelling is en blijft daar steeds gloeiend
voor de meest verschillende soorten van nieuws
tijdingen.
Zullen daarom in Nederland nimmer de jour
nalistieke kunststukjes worden vertoond welke
men in het buitenland weet voor te bereiden
en uit te voeren, dankbaar dienen wij te erken
nen dat ook ten onzent reeds veel meer dan
vroeger wordt gedaan en ontkend mag niet wor
den dat ook in Nederland de wijze van bericht
geving op een zeer hooge trap van ontwikkeling)
is gebracht. Tegen speciale lijnen en Londensche
tikkers is echter niet op te werken?
Om beter den jongen baron te gehoorza
men, had Christina den noodigen tijd geno
men om haar dochter te verkleeden.
In haar moederlijke liefde had zij van de
eenvoudige japon van wit krip, zonder gar
nituur, een prachtige omlijsting voor haar
dochter gemaakt, een eenvoudig étui om het
heerlijkste pronkjuweel.
De oogen van Sabine hadden nog dezelfde
kinderlijke reinheid van vroeger, het gelaat
dezelfde sehoone tint, welke alleen de meis
jes van het noorden hebben, de haren, een
gouden diadeem, lieten het zuivere voorhoofd
geheel vrij.
In dat toiletje, waarvan het witte alleen
gebroken werd door een breed lint van blauw
moiré, de kleur van Sabine's oogen, om. hot
hoofdhaar gebonden, stond het jonge meisje
daar als een volmaakt beeld van vrouwelijke
Schoonheid en bevalligheid,
vi ^en aan',l'k ">ran al die bloemen, welke
kiuner vulden, stond zij ontroerd stil.
O ï'uj.vhger Micliel, sprak zij een weinig;
bleek, wat gebeurt bier toch?.,. Voor wien
hebt gij dit aangericht?
Voor ons beiden, mijn mooie inniggelief-
de Sabine, antwoordde hij levendig. Voor ons
beiden, zoowel voor u als voor mij zeiven, zoo
gij er niets tegen hebt. En dat onder de oogen
van uw lieve moeder en onder de zegeningen
der mijne.
Mevrouw De Terrenoire, sidderend en ont
roerd, meende de speelbal te zijn van een
droom en horhaalde telkens:
Is het mogelijk?..,. Is het mogelijk?...
Sabine hoorde Michel met gevouwen han
den in verrukking aan.
Ja, ons feest, ging hij voort, het eerste
van de reeks van feesten, die ons een recht
schapen leven, gewijd aan plicht en liefde,
schenken zal. Het feest der hoop, der jeugd
en der liefde, dat nog op andere wacht....
want ge hebt toch wel begrepen, is btet niet,
mijn lieve Sabine, hoewel ik het nooit gezegd
heb, dat ik u bemin?..,. Dat. ik u bemind
heb van het eerste oogenblik dat ik u zagl...
En eiken dag,_ terwijl ik een nieuwe hoeda
nigheid in uw 'oprecht en zuiver hart ontdek
te, heb ik meer bemind... En langzamer
hand, dank zij uw pogingen, dank zij de bo
ven allen lof verheven toewijding van mijn
zuster Ei zet te, zijt ge een zedelijk volmaakt
wezen geworden, wel waardig de dochter te
zijn van mijn voortreffelijke moeder. En gij,
Sabine, zeg eens houdt ge ook een weinig van
mij?... Wilt ge mijn naam aannemen?..,.'
mijn vrouw worden?.... mijn getrouwe en
verknochte levensgezellin in goede zoowel als
in slechte dagen?... In tegenwoordigheid
uwer moeder vraag ik het je... Antwoord
mij ook in haar tegenwoordigheid!
Ten hoogste verbaasd, nog witter dan haar
japon, de wangen met tranen bedekt, vouw
de het jonge meisje de hdhden, alsof zij, ge
knield op de treden van het heiligdom, in
tegenwoordigheid van God alleen ware ge
weest, en stamelde:
O mamamama!hij vraagt mij
of ik van hem houd, van hem, onzen weldoe
ner, onzen redder!... Is er in mijn hart, ja
kon er wel een ander beeld in leven dan het
uwe!
En zachter antwoordde zij:
Uw vrouw!... Michel... uw vrouw...
voor altijd 1 u nooit vei-laten... u zien, u
hooren... u altijd liefhebhen!... Dat is een
te groot geluk, uw moeder kan mij niet als
dochter begeeren, dat is onmogelijk
Zij wankelde. Michel vong haar in zijn ar
men op. Eerbiedig drukte hij zijn lippen op
de gouden baren van Sabine, en terwijl hij
baar op den divan naast baar moeder deed
plaats nemen, haalde bij een brief uit zijn
zak.
Mama houdt veel van mij, zeide hij. Zij
wil dat ik gelukkig word. Vóór haar vertrek
naar Provence, waarheen zij gegaan is om
op haar geboortegrond wat uit te rusten, had
ik baar mijn plannen en mijn liefde medege-
deeld. Zij vroeg mij tijd, om erover na te den
ken daarom heb ik u beiden er niets van
gezegd. Maar Zizette, met haar hart van dia-
mant en baar engelenziel, heeft mijn taak
j voleind. Zij heeft u aan onze moeder doen
kennen, zij heeft haar gezegd, welke brave
en goede vrouw mijne Sabine voor mij zou
j zijn en mama, die voor Zizette een greuzen-
i looze achting heeft, geloofde haarEn zoo
juist heeft de avondpost mij een van teeder-
heid "tintelenden brief van mama gebracht,
waarin zij in mijn geluk toestemt, en waarin
zij mij zegt dat zij binnen veertien dagen
zelf te Parijs zal komen om Sabine te. leeren
kennen, en om aan u, mevrouw, te vragen
baar aan mij af te staan. Ik weet wel, ver
volgde Michel, dat ik haar komst had moe
ten afwachten... dat zou meer correct zijn
geweest. Maar ik kon niet!Mijn hart liep
over!... Het kon het gevoel niet langer be
dwingen, dat het sedert twee jaar overstelpte.
De baron had den brief aan Christine over
handigd. Deze las dien stil, de waugen over
stroomd van tranen, met een opgetogen hart
over alles wat Edith met zooveel fijn gevoel
bad goed geoordeeld voor Michel, over het
reeds moederlijke en teedere gevoel voor Sa-
bine en over de lieve woorden aan het' adres
van Christine zelve, die van dezen dag af
dat was duidelijk door haar als zuster be
handeld werd.
Zizette spreekt mij zooveel over degene
die gij bemint, mijn lieve jongen, zoo luidde
de brief, zij schildert mij haar af als een
zoo'n zeldzaam sehoone parel, dat ik boos ben
op u beiden, omdat gij ze mij niet eerder hebt
doen kennen. Gij wildet, zeide Zizette mij,
dat ik een voortreffelijke dochter krijg, een
toonbeeld naar den geest, dank zij haar po
gingen om zieh te volmaken, en dat ik oor-
deele over haar geestkracht, waardoor zij zich
in korten tijd heeft weten eigen te maken
wat haar ontbrak.
In dezen geest ging het schrijven nog lang
voort.
Met een roerende bevalligheid bracht Sa
bine den brief aan haar lippen. Maar plotse
ling verbleekte Christine, zij bad de onder*
teekening gezien.
Wat is dat? vroeg zij, wijzende op d®
woorden: „baronnesse Berthier."
Michel glimlachte.
De naam mijner moeder, sprak hij. dat
wil zeggen ook de mijne.
Het gelaat van mevrouw De Terrenoirö
teekende de diepste droefheid.
Wat, vroeg zij, heet u dan niet Mieheïj
Lagarde, zooals gij ons gezegd hebt?...
Ik ben geen ondergeschikte bediende van
liet buis Berthier, zooals ik u ook heb doen
gelooven, voegde de jonge man erbij, maa^
de baron Berthier zelf.
Waarom hebt ge ons dan misleid?
Voordat ik u kende was het uit voon
zorgLater vreesde ik, dat. miju naam, mijd
fortuin uw nederigheid zoudëd" ktfnnen kwep