ALLERLEI,
m
al
M
"4f
De laatste nacht van Judas.
Q
tï.'LrS
-
WOENSDAG 24 APRIL 1912
No. 7814
BIJLAGE VAN 0E NIEUWE HAARLEÜSGHE COURANT
if) in. oe noc igsie mate fiézat: .,cte kunst oao not is'Kwart over en astronomisch gespro-
leu lezer te bo eien.V j ken 11 u. 15 m. 5 s., Leidschen tijd (van dien
Nooit is hij dor en vervelend. Leidschen tijd zonden we nog meer hooren!),
Conscience v ras de eerste, die oprecht gevoelde, jtoen de-sombere Maan hei eerste deukje rechts
dat een volk r liet alleen met poëzie on verheel drukt in den zonnerand. Behalve voor de con-
dingsliteratuur moet worden bezig gehouden:'Hij tactWaarnemers en de natuurkundigen, die de
kon het niet o ver zijn hart krijgen dol aan ons straling meten, is de eerste' phase der eclips
volk de wetenschap in eene vreemde taal ge- I overigens vrij onbelangrijk.
geven werd.
Langzaam maar geleidelijk schuilt het zwarte
Conscience studeerde geschiedenis en uil dit. '.deksel over de zonneschijf, men zou
vak heeft hij «naderwerpen voor zijn. kunstwerk
getrokken.
willen
vergelijken bij een ooglid, dalend over een hel
der oog; maar dit schuiven van rechts naar
Zijn historische romans als „De Leeuw van links is vreemder.
Vlaanderen,'' „De Kerels van Vlaanderen", „Ja- 12 u 10 de liehiafneming beg nt merkbaar
cob van Arteveif.de", zijn monumenten opgericht - te worden over het landschap. De wolkjes zijn
aan het roemrijk velleden van een volk, dat men, geheel weggetrokken
volgens een „booze staatkunde", zooals hij zelf i
zegt, n,u zou willen versmelten, zijn verleden doen
vergeten, om het als natie uil te roeien
12 u. 20. (Een kwartier vóórde „centra-
liteit"). De schemering, is' nu zeer merkbaar:
Een bleek, koud, haast spookachtig licht, wegens'
tVAi DE JAVAAN OVOt ZXTN- EN MAANS-
ECLIPSEN DENKT.
In den derden jaargang (1840) van het Tijd
schrift voor Ned.-Indië, komt de volgende cu
rieuze mededeeiing voor van J. Lipjes:
„Batoro (de Godheid) Goeroe, wenschende dia'
de Wereld (het eiland Java) door een berg werd
vastgespijkerd, opdat ze niet door de zee kon
worden bewogen, verkreeg dien berg op zijn ge
bed in het Westen.
Deze berg, Diamcordipo, genaamd, door haar
grootte de wereld naar het Westen doende hel
len, gaf Bat oio Goeroe den goden in last om
denzelven naar het Oosten te vervoeren. Deze
hieraan bezig zijnde, werden door de Sterke hitte
dorstig, dronken van een water, hetwelk zich
aan de afhelling van den berg Diamoerdipo be-
j vond, en stierven allen. Ba.toro Goeroe, die niet
j van dit water had gedronken, vond op den fop
ven fU,on7.o'lWon horn onn lo-srAnctire.ior MerfAl'Q-
In zijne „Geschiedenis van België' straalt de het ongewone van dezen woi .eloozen hemel met vatl dienzclfden berg een levenswater, Martoka-
aamsch-Germaansche geest, door, wat licl gevat?oo weinig zonlicht. Als een zéér krachtige, yohe mandadoe genaamd;
Vlaamsch-p I I
niet is met zoo vele historiebceken over ons maan. De zon is reeds een vrij smalle sikkel-
vaderland, waarin onze Vlaamsche kinderen in dc geworden, naar links gebogen,
school zoo weinig geestdrift opdoen. f Ja het kamp is alles stil. In een naburige tent
Bij Conscience doen zij wel geestdrift op. En telt iemand hardop: een
en hiermede de goden be
druppelende, bracht hij hen allen weer in het
leven, waarop zij hun werk voortzetten. Genoem
de berg van welke afgevallen brokken de bergen
Tempoor», gelegen te Tjaringi, Banten; Olo-Oe-
twee drie-
dèt omdat Conscience een sts.mbewud mensch De wegen in de verte staan vol .toeschouwers i06j gelegen "te Padjadjaran; Tjarebah Goenoong
was. (er waren .wel 2 aii'.omooie.en) te miaden van j \g0óng, gelegen 'te Fagal; Pragooto, Kendeng,
awoe
Dat blijkt uit at zijne historische romans, dat hoog opdwarrelend stol. ïn de verte heel hon- srèaribihg, Sendoro, Merapi, Merbaboe, Li
ringen, dat gloeit in dengeljlaf. Geen wonner; de beete bcvo.-,ing van en jpediri zijn ontstaan, naar het oosten
VI n n n |.„i nk t t-.--.'. nr, ï.il li OrtT rtQIVOnOn
spreekt uit al ztijne redevoer
al zijne woorden.
Maastricht en omtrc'en is
haar gewonen
voerd zijnde, werd daar ter neder geworpen en
au. zooab. de a>tro
me'. aan naar znn nest te
bewust te maken, gelijk hij hel ze! L.
Van iets anders, wiïde hij hpast niet hooren.
Hij, de man dernationaliteit, was niet tc
winnen voor den strijd der wereldburgers, der
internationale verguizers van het sla ngevo:die
hier in de jaren veertig rondliepen met denk
beelden, gekomen uit Frankrijk, wiens nationa
liteit en invloed altijd bij zulk en slrijd 1e win
nen heeft.
nomie-boebeo 't hem voorschrijven.
52 u. 25. De kraaien zwermen onrustig.
Doodstille aandacht in het. kamp. errand roept:
Venus is te zien.
De zonnesikke! schijnt in 't r. id.'cn nie' veel
dikker dan nan de hoorns, die,.niet puntig zijn
(die is een irradiatie-ver r 'esc!) maar slomp
dé bovenste iets stomper dan de onderste. (Dit
.Wat de Frankiljons in Conscience niet kon- verschijnsel hewps'. dal iel Kamp reet f>re:ies
den verdragen, -was de stambewuste Vlaming, od de cenfra'e !gn ligt, mcar iets noor. elij' er
En die stambewuste Vlaming was boven i-ca een I it mc c .ce i c van w c ie 'er e'rlers sv' ent
schrijver met machtig talent, voorloooig te o! vn. dat de ,,Lo;dsche hg
één kilometer stuf icHker had moeten 'i 'gen. To b
een mooie, be o i
12 u. 30. De lichtende' sibke' schijnt nog
'V*niet gróoter te Worden, maar smaller.
De. leeuwerik zingt stee ls
mandator genaamd, te drinken.
Een reus, RemboetjoeloOng gebeeten, dit uit
den he tnel beziende, daalde neder en dronk ook
van het levenswater.
Een der goden, met name Wisnoe, die dit op
merkte eu bevreesd was hem, tengevolge uit de
1 uitwerking van dit levenswater, niet te zullen
plie is een irradsa.;e-vcrs: c. maar slomp.- :;unn€n bestrijden, spande oogenbiikkelijk zijn
boog, sci.iooit en trol hem in den hals. Het levens
water, zich bereids in hel hoofd van den reus
og zes minuten.
12 u. 38. -
Een snoer
De cen'raüteit}
1 on k e i vd ?u v e*
dat
de zwarte maanschijf ge dineerd wordt'? Di:
om
•va
DE ZONSVERDUISTERING.
Aan hetgeen d'r- Easton in het X. v. d. D. voor wie '1 zagen op le cent." e hm zóó onver-
schrijft over de waarneming der verduistering gelijkelijk s.-joon, at zij een oogenb.ii dpn
in Zuid-Limburg, ontleenen wij het volgende:
j adem inbidde-
hadden om op
nood ie
DE VERDWENEN ARRESTANT.
p.Ljl iw
1. „Wacht jou kerel! Tik za
knap als hij me hier vindt:"
nog nooit gezien!"
en cl hun wiisbrach
c letten. - - Went hef duurde
I'et zonne Takelt'e links loste
zich in een krale wgoq- op („Bailey's
beads normen de Kn;elscb.cn dit): met
een haast onmerkba-'en ove -gang (voel
sneller dan verwacht werd) door een
dunnen lichtkring heer., werd t kralen- j rjCl(j z.;j belbas
snoer naar rechts geworpen, en ioen
stond het sikkeltje veehis en hel werd
al dikker en helderder.. He! midden der
eclips was voorbij.
Met een ontzaglijken zw-ai was de
mae.nschadirw over 't land gegaan, men
zag een .halve seconde Jang de duister
nis komen en weer gaan. Alles scheen
n ademlooze scanning. Toen ging er
in dc verte, ui! de drommen die daar
óók toekeken, eert kreet van verras
sing op, iets als een gejuich.
En niemand dacht er aan, dat. 't op
lit opgenbük Nieuwe Maan was, en
dat men de nieuwe maan nu zag.
In 't Eclipskamp voovloopig nog geen
gerucht
Maarde ofücieele tijd voor de
centraiitcit was bijna een minuui over
schreden
bevindende, scheidde hetzelve van den romp en
over opwaarts; alwaar het, volgens overleverin-
,.er Boedo's (Boeddhisten) de Maan en Zon eet;
.ordende mitsdien bij een grah-ono (eclips) ter
i.nipe van.de Maan of de Zon op het rijsthiok
geslagen.
ROSSINI'S KOUSEBANDEN.
Met museum van de Parijsche Opera bevat
v-d zeldzame en wonderlgke -dingen. In een
i
Ja zen kast bevinden zich bijv. een paar mooie
o:weban icn uit oranjekleurige zijde, versierd
met gestikte bloemen. De catalogus geeft ze aan
bouscl:: nzen van Rossini. Rordni heeft ze
echter nooit gedragen. Op een eigenaardige ma- -
iiiier is hij er aan gekomen. Een gloeiende be
wonderaarster van zijn talent- zond hem eens
deze kou ebi.anden. In een begeleidend schrijven
beireur "e zij het oneindig hem haar geschenk
niét persoonlijk te kunnen overhandigen en ver
en dit was haar grootste
ongeluk den groo'en componist nooit persoón-
lijk gezien had. Maar zij twijfelde niet, dat hij
een jonge, mooi, elegante man was en hoopte
dat dit kleine gesehesnk in overeenstemming zou
zijn met den smaak van zulk eert groot meester.
Nu was Rössini ongelukkig in dien tijd het
was in het jaar 1829 noga! wat corpulent
en de kousebanden, berekend op een slanke,
ideale- gesatlte, waren helaas den werkelijken
Rossini 'tc kort Maar nietleman hield hij dit
geschenk van een beminnelijke bewonderaarster
steeds in ecre. En zoo kan men dan in het mu
seum de nog nieuwe kousebanden van Rossini
bewonderen. Waarvoor musea al niet goed zijn!
DE HABSBURGERLIP.
Een hekend voorbeeld van het erfelijk zijn
van lichaamseigenschappen is de Habsbur-
ger onderlip. Sedert tal van generaties is zij
Het is opmerkelijk-, hoe weinig be- j 0011 s^eds tevugkeerend merkteeken van hen,
langstelling er nóg was voor de tweede 4ie het bloed van dat geslacht in hun ade-
helft van de e lips. De spanning was ren hebben. Gedurende 500 jaar kan men dit
e rimmers uit karakteristieke merkteeken bij alle Habsbur-
ger portretten zien. Volgens prof. Hachen
had reeds Ernst de IJzere (gestorven 1421)
een dikke onderlip. De eerste Habsburger,
waarvan wij de gelaatstrekken nauwkeurig
kennen, was echter Frederik III (14151493).
Zijn zoon Maximiliaan I (14591519), zijn
kleinzoon Filips de Schoone (14781551), zijn
achterkleinzonen Karei V (1500—1558) en Fer
dinand I (15031564) hebben allen hetzelfde
kenteeken. Van Karei V ging het op dc
Spaansche Habsburgers over. Merkwaardig
Jiirnli v Duval, gij hebt niets te genoeg' erven bijna uitsluitend de mannelijke
Jeecn Ik ben met mijn jwerk Habsburgers deze dikke onderlip. Maria The-
kla.ar. mijnjhecr. Klaar, klaar.... resia had dit kenteeken niet, haar nakome-
Men moet noo-it klaar zijn. Kip- naav lingen echter wel. Het is trouwens algemeen
Nog vijf minuten bleef de planeet dui
delijk zichtbaar. Mercurius en Saturnus
zijn niet waargenomen.
De leeuwerik die zich toch een poos
stilgehouden had,' begon weer lustig te
zuigen.
rlUBEATJ dl ATIE.
STAALTJE VAN
jc krijgen! 2. „Zie zoo,
3. „Zoo heb ik het nu
uw collega, die is nu a! aan zpr
zevende zegel, om dezelfde, acté over
te .schrijven, liever dan niets te doen
Kijk, die is althans arcon dagdief.
b end, dat vrouwen van dergelijke merk-
teekenen, verschoond blijven.
VOOR DE HUISKAMER
tus de hoiogmoedige luitenant van C©-j Judas sloop nu tusschen de melnigte.
sar doctoren, scribenten, phariseërs «n j Daar ontmoette hij vrienden, die hem het
alle vrienden hem begroeten als den bewer- i hoofd toewenddenhij veiuvierf daar de ge-
ker van eenegroote daad. j lukwenschen van de moordenaars.
„Mijn naam," jubelde hijs „zal ztoo lang! En, terwijl hij de eerste treden vlaln den doir-
Juidas stond lang bewcegloos in het Olij-r o
venbosch, op de plaats zelf waar hij Jezus leven alls de namen van Jacob, Daniël en P®1 zeK van het paleis bereikte, voelde hij
den doodskus haid gegeven. Hij volgde met Elias!"
den blik de krijgsknechten, die den Zoon J
Gods naar Jeruzalem leidden. j
Bij het bloedige licht der lantaiams en £ak-Hij trok d e stille, sombere stad in en ter-
kels, tusschen pieken en bloot© degens, ver- wijl Caïphas Jezus ondervroeg, richtte hij kruisigd worde!"
dween weldra- de treurige stoet, stil, in dc zijn stappen naar het hoogepriesterlijk pa,-1 Eenige vrouwen barstten in tranen uit,
diepe wegen van het veld. En Judas wik- leis. Van verre zag hij de verlichte vensters; terwijl eén half zinnelooste het standbeeld
kelde zich even stil in zijn roeden mantel, op het terras schaduwen die gingen en kwa- van Tiberius omhel zeulde, huilde:
zich als opgeheven door een storm van woe
de, die uit duizend horsten losbarstte:, met
eén nieuwen kreet, een akeligCn doodskreet
„D'at hij gekruisigd wonde! Dat hij ge
leunde tegen een olijvenstam, en wachtte, men. Boven het voorplein, op 't welk het
met het gelaat naar de stad gekeerd.
Middernacht was voorbij.
De maan overgoot met haar blauwachtig
licht het veld, de vestingen en de torens
der Heilige Stad. Een steeds stijgend gerucht
naderde de hoogte van den Tempel, steels
duidelijker wordend.
groote portaal uitkwam een roode licht
schijn.
De straat was stil, verlaten. Een haan
kraaide.
„Dat is de dageraad", zei Juidas.
„Wee over hemWee over Jerusalem
Wee over God! Wee over mij
De oenturio' wierp met gevelde lans en
geholpen door zijn Wachten de menigte op
j zij om plaats te maken1 voor den treurïgen
j stoet. En, ziende hoe Julias zich tu.-schen
tfc sjc
Juda.s liet zich meesleep®)' door dc me
nigte, die zich rond de IRbmeinsch© .garde
Óp den .dorpel bleef hij staan. Te midden zijn vrienden uit de voeten maakte om „.Te-
van het .binnenplein flikkerde een groot zus' blik niet te ontmoeten, 'sloeg' dé officier
Het- gekras v,an den uil doorklonk de woes- vuur. Een der twaalf apostelen, Petrus, zat van Pila.tus hem met het zwaiaFdgevcst op
tojn. Een reusachtige vledermuis streek met op een bankske zijn handen te warmen, pra-hen schouder, hem toesnauwend
haren vleugel langs de wang van Judas. Met tend met een jonge dienstmaagd. Petrus „Zjjt gij gekomen cm de ellende van een
een slip van zijn mantel bedekte hij zijn scheen tegelijkertijd verbitterd en droevig.Joodschen profeet te beleedigen of om door
voorhoofd. Hij sprak zeer luid en zei tot de dienst-:uwe tegenwoordigheid Some's Majesteit te.
En hij wachtte. maagd: j bootten? 'Onzie, goden verafschuwen de ver-
Eensklaps, met een siddering Van vreugd „Waarlijk, ik zweer u. neen, ik ken Hem raiders. Ga spoedig van hier, verre, heel ver-
zieh naar den ingang van den tuin wendend, niet!" re, en zoek de eenzaamheid, om er uwe on-
kwam hij uit de schaduw en ging een man Toen kraaide de haan voor de derde maal. eer te verbergen
te gemoet, die in de duisternis van Ghetee- Petrus sidderde, uitte een kreet van schrik,
mane iemand scheen te zoeken. Het was een hief het- h oofd op én sprong recht,
oude jood, met langen, witten baard, steu- De twee apostelen staarden elkaar in de
nend op zijn stokde schatbewaarder vart oqgen. Maar het gelaat van Petrus was ver-
den hoogepriester, die voorzicht!g voort- schrikkelijk om aan te zien.
stapte. I Zoo krachtiggreep zijne hand naar zijn verdrong. Maar velen Van de menschcn. wei-
Hij liet Judas- naderen, wierp ham een zwaard dat Judas, bevend van vrees ach- ke zooeven nog het leven van Barrabais vroe-
léderen beurs toe en, zonder een woord te teru.it week t-ot tegen de deur van den hoo- gen. hadden de woorden van den centurio
spreken, ging hij henen, sneller dan hij ge- gepriester. geraden. Hij ving eenige gefluisterde zinsrc
komen was. Lang dwaalde hij nu rond den tempel, 'den op, in welke eene. onrustwekkende bit-
„Men zou met meer zachtmoedigheid een waarvan de omheining slechts bij zonsop- terheid hoorbaar was, en. voorzichtig ver-
boozen dog een been toewerpen.' mompelde gang geopend werd. Hij wilde namelijk van!Haagde hij den stap om langs eene eenzame
Judas. eerst af 3c plaats in de buitenste gaanderijen j straat weg te loopen.
Hij raapte de beurs op en glimlachte. uitkiezen, waar hij als goudhandelaar zijn] „Ben ik dan voor allen een pestlijder?"
Z jy was zwaar en rinkelde aangenaam. tent zou opslaan. zei hij.
Hij stak de beurs tusschen den gordel De priesters zouden hem zeker een goede! Dan wilde hij zijn woning binnen gaan,
•va» zijn kleed en stapte op naar Jerusalem, plaats geven en weldra, zouden de schoone om in sliite het tegenwoordige en het toe-
Dij gevoelde zich licht, opgewekt, meende muntstukken van-Egypte, Griekenland, Ita- j komende te overwegen, ma,ar dalar viel hij
zich gelukkig. Hij riep het verleden in zijn Hg, Azië itocr zijne vingers ruischen- j midden in een groep vrouwen en jongelingen,
geheugen terug, om zich gerust te stellen;. (Wat zou hij dan lachen met al die ver- wier blikken hem bang maakten. Hij her-
de snoode vleitaal van Caïphas, den avond j hongerde landioopers, die hier boete kwamenkende tusschen hen jongens, die drie dagen
van den verraderlijken koop. Had hij niet den plegen, armoede oefenen, zSjn oude gezel-te vorm Idoemen en paluu n hnidd:n g strcoid,
1 rofeet geleverd, dio den ondergang der wet 1 en der ellende, de leerlingen van.den man, zingend.: Hosanna.! Zoon van Daivid, ont-
predikte en Mozes miskende? Den valschen die nu sterven ging! ferm u onz,er! Hosanna,!
koning Israels, den leugenachtigen Messias, Koeds deden eenige levieten de hekken van j Hij keerde zich om en richtte zijne stap-
die de woekeraars uit Salomon s portalen had yan den tempel draaien onder het toezicht pen naar de stadsvesten,gen. Maar de kinde-
verjaagd en net Hemelrijk sloot voor de van een rabbijn. iren vervolgden hem en vervloekten zijn
rijken der aarde. Judas trad op hem toe. met den vasten naam. Hij versnelde zijn loop en hoorde nu
Maar hij. de nederige Iscarioot. had zich stap van iemand die zich thuis gevoelt, j ook a.ohter hem loopen', en jouwen, en' clrei-
nu prachtig gewroken op God, David en met lachend gelaat en gemeenzaam groetende gen. Hij stak een markt over waar boeren
Home, en vandaag zelf. terwijl de zon ae band. jen herders waren, die des morgens uit Ide
doodstrai van Jezus verlichtte, zouden hecDo priester fronste do wenkbrauwen en velden van Gallilea waren gekomen,
ware volk Gods, de Levieten, Cesar en Iilarjstak dc armen ui,t om hem den weg af te „Judas! Judas!" riepen de jongens.
snijden. „Judas!" antwoordden de Gallileërs. „Ter
„Terug! Ga heen! Dc wet verbiedt in dood! Slaat hem dood!"
deze gewijde plaatsen den tosgang. aian alle En hij moest vluchten voor een hagel van
onreine wezens. Ga heen! Men heeft u dezen 'sternen, met gebogen hoofd. 'Voelend dat hij
nacht het bloedgeld overhandigd dertig gil-weldra een vreeselijken docid te gemoet ging
verlingen. gij zijt betaald voor uw moeite....en dat men' hem het allereerst zijn dertig
of moet ik u als een algodendiernaarof een zilverstukken zou ontnemen,
moordenaar weg jagen j Judas vluchtte nu het' vrije veld ïn. Hij
Judas verwijderde zich. Hij begaf 'zich vluchtte over die rotsachtige vlakte, "door dc
naar de rechtbank van Pilatus de Iio-mei- stróombddldinig. over de naakte heuveltoppen,
nen zouden hem stellig beter ontvangen dan doelloos, nru Üe hoogte op, dan de diepte in.
de priesters en hem zelfs beschermen te.- nu zich naar het gebergte dan zioh naar
gend en moedwil der synagoge'. fde zee wendend, naar T'iberiade of Samaria,
jgoj^ mtoi Hij haastte zich voort, aangetrokken dooi' naar Bethlehem of SoÖoma,.
CjIJI M het gewoel van -een groote menigte en stond Slechts een enkele gedachte hield hem nu
p| aan den omdraai eoner straat plotseling voor nog bezig, hij was verloren; hij de getrouwe
6611 ijzingwekkend tooneel. l dienaar van 'Gesar en van Mozes. Men ver-
De ontketende menigte bestormde de mu- j dreef hem als een razend heest
ren van het palcis van Pilatus; het schuim legen het middaguur ging hij zitten in dc
van Jerusalem en Van Judea, dieven valseh- schaduw van een rotsmuur; en hij waö ver-
munters, eedverbrekers, bandieten uil het ge- wonderd, na, een Zoo langen weg te hebben
bergte, doodsla,gers en eerloozen uit hun ho- afgelegd, het dreigende beeld van Jerusalem
len hier te samen gestroomd, staken Ac ban- nog te ontwaren.
den op naar den proconsul en huilden met! Dan zag hij op een heuveltop dicht bij
Bierdrinker .,\ViJ je wel gelooven dal ik net rollende oogden [de stad de Ho me ins c he ruiterijvea'der eer
een Drogen es ben? Meer dan een ton heb ik „Barrabas! Baarahiasgeef ons Barra- groep mannen, vrouwen en kinderen, in rouw
niet rtoodig bas'' klcerendijk een groote menigte.
BEDENKELIJKE TEVREDENHEID.