ALLERLEI.
De Ontdekking.
Boman>Sieldin.
mmj
WOENSDAG 15 MEI 1912
No, 7832
BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
VN' A^^-.virwr»r/ - - r
KEEL' VLEIEND!
„Nu vrouwtje, vertel maai eens ftp, hoe zag de inbreker
er in it?" i i i 1 i
„'t .Was eesnécht-leehjké kerel, meneer de rechter, dik
en zwaar, met een ordinair gezicht en een groote onderkin
hij leek zoowaar erg veel op ut"
last, dat eind kapot te maken; pas a maar op
uw eigen. t
Mijn oom begon een proces en won het. De
ander appelleerde en gooide het hooger op. Zoo
ging 't tot aan het Opperste Gerechtshof. Daar
gaf 't een laat zonder einde. Twee van de rech
ters meenden dat een echo roerend goed waa,
Mcdat m te zien noch te tasten was, en toch
koop- en verkoopbaar en bijgevolg te taxeeren
twee anderen meenden, dat 't reëel eigendom
waa, klaarblijkelijk verbonden aan bet land en
niet te verplaatsen; andere rechtens vonden
dat een echo in 't geheel geen eigendom wae.
Eindelijk werd beslist, dat de echo eigendom
was; dat beide hoeren «feondenfijke en onaf
hankelijke eigenaars waren elk van heuvel,
maar gemeenschappelijk bezitter vai. ue echo;
dat de tegenpartij ten. volle vrijheid bezat om
zijn heuvel te slechten, maar drie mUEoen
dollars moest deponeeren. als waarborg voor
bet mogelijk nadeel, dat er nit kon. voortsprui
ten voor mijn oom's helft van de echo. Deze be
slissing verbood rrujra oom tevens, gebruik te
maken van. den heuvel der tegenpartij, oan zijn
deel van do echo tearug te kaatsen, zonder toe
stemming van dsn eigenaar; hij mocht alleen
zijn eigen heuvel gebruiken'; als zijn deel van
de echo niet wilde werken onder die omstan
digheden was bet natuurlijk treurig, maar 't
hof kon er niets aan doen. Eveneens verbood
het bof de tegenpartij, gebruik te maken van
mijn oom's heuvel zonder toestemming. Ge
begrijpt wat "t gevolg was! Geen van beiden
■wQ.de toestemming geven, en zoo moest die
verbazingwekkendealleredelste echo opgehou
den zijn macht nit te oefenen. Sinds dien da» is
de magnifieke bezitting onverkoopbaar.
Een week voor mijn trouwdag, terwijl ik nog
zwom in de zaligheid en men van heinde en
ver bijeenkwam om ons huwelijk te verazren.
kreeg ik bericht, dat mijn oom overleden was,
benevens het afschrift van zijn testament, dat
mij tot eenig erfgenaam maakte. Helaas! Mijn
dierbare weldoener was niet meeri Die gelach-
te drakt mij zelfs mi nog, na zooveel jaren. Ik
gaf het testament ever aan den lord ik kon
niet lezen, verblind als ik was door tranen. De
lord las het; toen sprak hij op strengen toon:
Mijnheer, noemt ge dat rijkdom! Zeker
doet men dat in uw blufferig larad, ge zijt erf
genaam van een oollectae echo's wijd en zijd ver
spreid over het geheele Amerikaansche vaste
land. Dit is niet alles, mijnheerGe zit tot over
de oor en in de schuld; er is geen echo bij, waar
op geen hypotheek staat. Ik ben geen hardvoch
tig man, mijnheer, maar ik moet letten op het
belang van mijn kind. Hadt ge maar één echo,
die ge eerlijk uw eigen kon noemen; hadt ge
«raar één echo vrij en onbelast, waarheen ge
kondt gaan met mijn bind om ze door nederig,
moeizaam werk te bebouwen en te verbeteren
en er 000 een levensonderhoud uit te putten
dan zou ik geen neen zeggen, maar ik kan mijn
kind niet uithuwelijken aan een bedelaar. Ver
laat zijn zijde, lieveling. Ga, mijnheer, neem nw
verhypotheekerde echo's op en verdwijn uit mijra
gezicht voor altijd!
Mjjne edele Celeetine klemde zich aan mij
vast met liefhebbende armen en zwoer dat zij
gewillig, ja gedwee mij zou trouwen al had ik
geen echo in de wereld. Maar 't kon niet zijn:
wij wenden van elkander gerukt zij om te
lijden en binnen het jaar te sterven
ik om de lange levensreis een
zaam en alleen voort te zetten, el-
ken dag, elk uur biddend om her-
eenigd te wordenZie, mijnheer,
als gij deze kaarten en plannen, hier
in mijn portefeuille, even wilt in
kijken Ik ban u een echo verkoopen
voor lageT prijs dan ieder ander, die
in 't artikel doet. Deze bijvoorbeeld,
die mijn oom dertig jaar geleden
tien dollars kostte en een der mooi
ste dingen in Texas is, kan ik u la
ten voor.
Vensehooning, dat ik n in de
rede val, zei ik. Beste vriend, ik heb
vandaag geen rust gehad van col
porteurs. Ik heb een naaimachine
gekocht, die ik niet noodig had; ik
heb eene kaart gekocht, die in geen
enkel opzicht deugtik heb een klok
gekocht, die niet wil gaan; ik heb
motten-ver gif gekocht, dat de mot
ten prefereeren boven eiken anderen
drank; ik heb een hoop nuttelooze
uitvindsels gekochten nu heb
ik genoeg van die malligheid, ik zou geen echo
van u willen hebben, al wildet gij mij die tot ge
schenk geven. Ik zou u hier niet eens in huis
dulden. Ik heb altijd 't Land gehad aan lieden,
die mij echo's probeerden te verkoopen. Ziet ge
dat geweer! Neem uw collectie en hoepel op;
laat er geen bloed vergoten worden.
Doch hij glimlachte slechte, een droeven zoe-
tigen glimlach, en haalde nog meer teekeningen
voor den dag. Ge begrijpt heel goed, wat het
■gevolg was; want ge weet:, als ge eenmaal de
deur geopend hebt voor een colporteur, dan is
het onheil juist geschied en moet ge de neder
laag lijden.
Ik kwam met dien man tot een vergelijk na
een onduldbaar uur. Ik kocht twee dubbelloops
echo's in goede oonditie, en hij gaf er nog een
op den koop toe, die hij niet kon kwijt raken,
wijl ze enkel Duitsch eppak. Hij zei
Ze was eens volmaakt alle talen meester,
maar haar verhemelte iB op een of andere ma
nier verzakt.
EIEREN EN VLIJESCH VAN
STRUISVOGELS.
Lu Kaaplahd is sedert 1865 een uit-gebreide
teelt van struisvogels ontstaan, aanvanke
lijk: hoofdzakelijk om de veeren. Haar Üit
een winstgevend bedrijf bleek, voinjd het wel
dra; elders navolging; yioorall in Zuiid-Amerika
(Argentinië enz.) en Australië. ."Weldra be
gon men zicih ook laf [te vragen, of er van de
struisvogels nog niet wat anders vierhaln-
delbaiais wia|s te krijgen.' Men, begon met de
eieren. Het struisvogelwijfje legt zeer groote
die gemiddeld l1/* kilogram wegen.
Deze eieren leveren, wanneer zij goed toe
bereid zijn, voedzajne. gioed smakende spijzen.
Het wit der struiseieren is namelijk tot
het geel of den dooier buitengewoon sterk
ontwikkeld en geschikt voor eienspri.jzen,
welke in geenen deede bij die van kippen
eieren achterstaan. Daarenboven is de wijf-
jesstruis een goede legvogeL. Zij legt in den
regel van 25 tot 30, doch menigmaal Van
45 -feit 50 eieren per jaar. Er moeten er
echter voordurend tot uitbroeding worden
afgehouden; toch heeft men berekend, dat
hij doelmatig voortgezette teelt van elk wijf
je nog .een eierenmassa ware te winnen, ge
lijkstaande met die van 600 kippeneieren
Ook kan de schaal der eieren tot verschil
lende doeleinden verwerkt en gebruikt wor
den. IWTat 't vleesch der struisvogels be
treft, dit heeft een zeer aangenamen smaak
en is, volgens sommigen, veel lekkerder dan
dat van konijnendaarbij is bet even voed
zaam en versterkend alls rundvleeech.
OYER HET ADEMEN,
Het zijn geleerde waarnemers, die een
voornaam deel van onZe gezondheid en le
vensduur toeschrijven aan 't geregeld functi-
oneeren van onze adem 1 int ingswexk tui gen
Het is niet slechts de borstomvang. en de
ruimte voor de longen beschikbaar, die hier
bij' in aanmerking komen, doch de geheele
bouw .van neus en keel is in dat opzicht
van be teekenis.
Zoo kan men groote verschillen opmer
ken, zetts nalat het uiterlijk, Wj de adem
lialingsorgianen vain Verschillende menscjien
-bijvoorbeeld de wijdte der neusgaten,
stand van schouders, omValng van borst.
In doorsnede berekent men; dat met elke
ademhaling 500 kub. centimeter lucht in
de longen komen. Dit cijfer slaat op een;
normale ademhaling; bij krachtiger arbeid
en zware inspanning .vermeerdert dit getal
tot het zevenvoud.
Een berekening, die wij' niet' cotn troleeren
konden, schat- het gezamenlijke oppervlak
van het deel van de longen, dat lucht tot
zich neemt op 30 vierk. meter, terwijl ons
geheele me n schel ij ke lichaam, op gelijke wij
ze berekend, slechts 2 vierk. meter opper
vlakte beslaat.
Een volwassen mensoh ademt per minuu'
gewoonlijk 18 maal, tenminste wanneer hij
rustig neer zit, 25 ma,al bij een: regelmatige
lichaamsbeweging, als wandelen, en tot 60
maal en meer bij 'inspannender lichamelijker!
arbeid. Bij koorts is de ademhaling gewoon
lijk nog sneller; bij longontsteking, adem:
men ongeveer 40 maal per minuut.
De ingeademde lucht worldt Zeer snel ver
warmd; lucht van 6 'graden wordt op der
korten weg door den neus tot 3.2 graden ver
warmd. Lucht, die 'cloor den mond wordt in
geademd. wordt veel minder warm dan die
door den neus wordt ingehaald, hetgeen fé
verklaren valt-, omdat lucht door dezen 'on
geveer 100, en die door den mond ingteademc
slechts langs ongeveer 70 vierk. oentim ete1
warmte afstralende oppervlakte strijkt.
De eeuwig herhaalde raiajd dus weerhaal
adem 'door den neuis
UIT HET LEVEN VAN EEN ZWALUW
Een Duitsch blad, orgaan van de Duitsche
natuurwetenschappelijke vereeniging, bevat het
volgende stukje, ingezonden door een lezer. „We
woonden in een huis in een der voorsteden,
van Praag, dat aan de tuinzijde op iedere ver
dieping een werande had. Aan een der dwars
balken daarvan nestelden ieder jaar zwaluwen.
Ze bouwden de nesten van vochtige kleverige
klei, die ze ün de mondholte dToegen. Onder
vroolijk getjilp arbeidden ze voort en de nesten
waren reeds bijna klaar. Slechts met één nesl
vorderde de bouw niet, het bleet maar steeds
onvoltooid, ofschoon het paartje, dat met den
bouw bezig was, even ijverig was aLs de andere
paren. Na lang en nauwkeurig opletten bemerkte
ik eindelijk wat de oorzaak er van was. Het
aangesleepte bouwmateriaal werd door het na
burige paartje gestolen. Hoe geraffineerd dat ge-'
schiedde, kon ik nog eenige dagen lang zien..
De diefachtige vogels benutten den tijd, dat het
rechtmatige zwahiwenpaar afwezig was, om de
bouwstoffen uit het nest te halen. Daarbij vlo
gen ze niet direct, doch met een wijden, ele-
ganlen boog over den tuin en het dak van den
stal, die den tuin insluit, naar het nest, namen
den het vochtige materiaal in hun snavels era
vlogen evenzoo met een grooten boog naar hun
nest terug, dat weldra klaar was, gemaakt me*
gestolen materiaal. Weldra zag het bestolen paar
tje zijn vergeefsche moeite in, verliet de broed
plaats en vestigde zich aan een naburig huis
waar het onverdroten een nieuw nest ging bou
wen, dat het ongestoord kon gereed maker
STEUN VOOR HET CONCERT.
Politieagent (bij nacht). Heeren, alls u blijf
doorzingen, haal ik assistentie!
De studenten. Ja., maar asjeblieft allee;
tenoren, bassen hebben we genoeg;
ZOO N DEUGNIET.
"iA
'T
Hij: „Met dien M. bon ik niet graag
in gezelschap. Naar men zegt, ziet hij aan
je wat ge denkt!"
Zij: „Nu, maar dat kan toch voor u
in het minst niet gevaarlijk zijn!
VOOR DE HUISKAMER
Op zekéren morgen liet mijn overste, de com
missaris vah poii'ie mij roepen.
Weet gij al, Spide, zeide hij, dat de ver
zekeringsbank „Franklin" voor meer dan een
miUioen dollars iis bestolen?
Hoe zou ik dat niet weten, mijnheer?
Iedereen in New-York spreekt er over, en ik,
als defectieve, heb de verhalen daarvan met ved
belangstelling gevolgd.
Zeg mij dan eens in korte trekken, wat
ge er van weet?
Ik weet, dat de brandhelder leeg geplun
derd is door een handigen dier, want die keider
was van de vernuftigste voorzorgsmaatregelen te
gen inbraak voorzien. Wie bij voorbeeld binnen
kwam, werd door een electrisch toestel ter
stond gefotografeerd; maar de dief moet van
alles goed op de hoogte zijn geweest, want hij
heeft dat toestel buiten werking weten Ie stelten.
Men vermoedt, dat de dief onder de beamb
ten van de bank moet schuilen maar de ijve
rigste nasporingen hebben nog geen spoor van.
hem doen ontdekken.
Juist, zeide de commissaris, maar nu krijg
ik' bericht uit Boston, dat zich daar een vreem
deling heeft gevestigd, die schatrijk schijnt te
zijn, zonder dat iemand den oorsprong van dien.
rijkdom kent. De man heet Wilding en spreekt
Duitsch, maar dat is ook all-es, wat men van
hem weet. Wie weef, of er niet eenig verband
Jestaa t tusschen dien vreemdeling en den bank-
■iiefsfal. In elk geval, Spide, moet gij eens naar
Boston gaan, om hem onder hel een of ander
voorwendsel aan den tand te voelen. Hier is
zijn adres.
De commissaris gaf mij een kaartje, waar
op naam era adres geschreven waren, en ik toog
dadelijk op reis naar Boston, waar ik 's avonds
aankwam.
Den volgenden morgen wandelde ik naar de
avenue, die mijn chef had opgeschreven, en vond
daar zonder veel moeite het huis van den heer
Wilding.
Ik belde aan, en terstond daarop hoorde ik
in het Duitsch vragen:
Wie is daar?
Hem, die dat vroeg, kon ik niet zien, want
de stem kwam uit een spreekbuis hoven den
mop van de electrische bel.
Ik gaf den naam von Spitz op, verleide dat
ik een Duitsche schilder was, die van de prach-
ige schilderijen-verzameling van den heer Wil
ding had vernomen, welke ik gaarne zou be
zichtigen.
Het kostte mij geen moeite mij voor Duitscher
uit te geven, ofschoon ik een geboren Ameri
kaan ben, want mijn moeder was een Miinchem-
sehe, zoodat ik het Duitsch even goed spreek
ls hei Engclsch.
ÏHWs
De deur werd door een onzichtbare hand ge
opend, terwijl dezelfde stem mij uitnoodigde bin
nen te (komen.
In het prachtige marmeren voorportaal werd
ik door den heer Wilding in persoon zoo vrien
delijk ontvangen, dat ik hem zeker voor een eer
lijk man zou gehouden hebben, wanneer ik wer
kelijk een schilder en geen naar dieven zoekend
politieman was geweest.
De schiklerijen-galerij, waarin hij mij persoon
lijk rondleidde, was inderdaad kostbaar, en loen
ik alles had bewonderd, noodigdc de lieer Wil
ding mij uit, met hem te lunchen, wat ik gaarne
agnnam.
Hij was een onderhoudend prater, die alle
bewijzen van .ontwikkeling en beschaving gaf.
Een bijzonderheid, die zeer mijn aanlacht trok,
was, dat ik in het geheele liuis geen bediende
aantrof; zelfs aan den lunch werden wij niet
gediend. Toen wij in de eetzaal kwamen, druk
te mijn gastheer tweemaal op een electrischen
knop hij eenige minuten later verrees de tafel
I voor twee personen gedekt en van keurige spij-
zen voorzien, als door een tooverslag uit den
grond. i i
Het geheele huis is eleclrisch ingericht ver
telde hij mij, en daardoor heb ik slechts een
keukenmeid noodig, die op haar gemak voor
alles zorgen lean en bijna niets te doen heeft,
Maar zijt gij niet bang, hier zoo alleen in
huis, waar zooveel waarde is? vroeg ik.
I Wel neen, ook voor mijn veiligheid zorgt
'de electricileit. Zie bijvoorbeeld eens naar den
'stoel, waar gij op zit. Daar in de leuning is een
j koperen plaatje, en wanneer ik nu hier, op een
knop in den vloer druk en gij raakt dat plaatje
ftiaar even aan, valt gij bewusteloos neer. Ge
schrikt daarvan; wacht ilk zal u wat opvroo-
1 ij ken. Zooeven hebt gij mijn schilderijen ge-
zien, nu zal ik u mijn orkest laten liooren.
Met een greep aan een kruik, die aan een
muur bevestigd was, bracht hij een orchestrion,
dat in een naburige kamer stond, in werking,
waardoor ik eenige voortref fel ijik gespeelde mu
ziekstukken te hooren kreeg.
Den geheelen dag bleef ik bij mijn gastheer,
die mij heel wat wonderlijks in zijn huis en
zijn tuin liet zien, en mij ten' slotte zoo voor
zich innam, dat ik besloot, hem alles openhar
tig te bekennen.
Ik heet niet von Spitz, maar Spide; ook
ben ik geen schilder, maar beambte der ge
heime politie en hierheen gezonden door mijn
chef, omdat men u verdenkt van medaplichtig-
lie id aan een b ankdiefstal.
Hij verbleekte niet, doch glimlachte even.
j Dat is een rechtvaardige straf voor mijn
geheimzinnigheid, zeide hij ten slotte. Hoe ik
aan mijn vermogen ben gekomen, kan ik u ge-
makkelijk zeggen. Ik heb het gevonden in Klon-
-j dyke, letterlijk gevonden, want ik heb daar een
rijke goudader ontdekt, zoodlat ik in het bezit
van millioenen bera gekomen, zonder er voor
DAT WAS HET ERGSTE!
Professor: „O wee mij! Nu heb ik gisteren nog wel een beroep naar de uni
versiteit te G. aangenomen!
te werken en dat hindert mij juist; daarom
leef ik zoo afgezonderd, ik ben bang dat de men
sehen met mij en mijn rijkdom den spot zullen
drijven.
Na een oogenblik zwijgen vroeg hij
Hebt gij geen spoor van den dief?
Neen, ten minste niet wat men zoo noemen
kan.
Dus toch iets..
Het is niet noemenswaard. In den brand
kelder, waar de diefstal werd gepleegd, bevindt
zich een fotografieloestel. Als men de deur opent
valt er een magnesium-lichtstraal op den bin
nenkomende en diens beeltenis komt op de zeer
gevoelige plaat van het toestel. De dief moet
daar evenwel alles van geweien hebben; hij heeft
het opvlammen van het magnesiumlicht verhin
derd. Daarentegen moet hij een dievenlantaarn
tje bij zich gehad hebben en het liclit daarvan,
hoe zwak ook, is voldoende geweest, om de
plaat te beïnvloeden. Echter zeer zwak, wij heb
ben haar ontwikkeld en ziehier wat er van te
recht gekomen is.
Ik haalde een fotografie uit mijn zak en lie
ze hem zien. Zij vertoonde niet meer dan een
zwarte vlek.
Mijn gastheer bezag ze nauwkeurig en schudde
het hoofd.
Neen, zeide hij, uit dat portret kan nie
mand wijs worden; maar dit hier, rechts, zou
dat niet de omtrek zijn van een mensehelijke
gestalle?
Waarschijnlijk wel, maar wat helpt dat!
Op het porlret kan men niet uitmaken of de
j persoon van voren of op zijn rug te zien is.
Eensklaps stond mijn gastheer op.
Wilt ge even meegaan, naar mijn donkere
kamer, mijnheer Spide? vroeg hij.
Ik volgde hem, maar iik moet bekennen, da'
ik mij niet erg op mijn gemak gevoelde. Dat
woorcl „donkere kamer" klonk mij angstwek
kend in de ooren, al kon ik begrijpen, dat daar
mee slechts een fotografie-inrichting werd be
doeld; maar veronderstel eens, dat mijn gast
heer toch eens de dief was en hij mij in die
donkere kamer met 't een of andere electrische
toestel om hals bracht?
Ik had inmiddels die donkere kamer bereikt
en trad met den heer Wilding binnen.
Hier staat, zeide hij, het beste fotografie-toestel,
dat tot dusver is gemaakt; het werkt met X-
stralen en met dit toestel zullen we het portret
eens overfolografeeren.
Inderdaad was het toestel een wonder van
volmaaktheid, want een half uur later hat
het van de onherkenbare zwarte vlek, die miji
fotografie vertoonde, een zeer duidelijk portret
van den brandvrijen kelder gemaakt, en, wat
het voornaamste was, men kon den dief nu in
het .volle gezicht zien.
Ik bedankte mijn gastheer vriendelijk en keer
de verheugd naar New-York terug.
De directeur der bank herkende dien inbreker
terstond als één zijner ambtenaren, die nog op
het kantoor werkzaam was en waarschijnlijk
wilde wachten op een gelegenheid, dat hij, zon
der argwaan te wekken, rijn ontslag kon ne
men en er met zijn buit van door gaan. Hij
werd terstond aangehouden en bekende weldra
de misdaad. Het geld! werd nog in zijn huis
gevonden.
door BERNARD CANTER.
.Dat i« het grootste verlies in mijn lever
geweest. En eerst toen ik mijn Reantje niet
meer bezat, besefte ik, welke plaats zij eigen
lijk in mijra leven had ingenomen. Want tot
dien tijd, had ik haai wel altoos liefgehad
Maar het eigenlijke van haar wezen, dat heb iik
toch eerst later begTepen. Zoo gaat het mee:
met goede vrouwen. Zij weten gewoonlijk zelve
niet, dat ae het zijn, en de ander, voor wien zij
zooveel beteekenen, weet het ook niet. De waar
lijk groote dingen in het leven worden niet ge
zien