De millioenen-Prins. Nouveauté Ziet étalages rracotcolScGtie ONDERWIJS. J. HUIZING. Import American Slide's. Groote Houtstraat No. 44. louioostraat Teief. no. <§@iL Kousen. Au Bon Sfïarclié of n Haapflem-Bimssel* Sokken. Ier laatst IS' FEUILLETON Groote roman, naar het Fransch van P. d'Aigremo.nt. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Eome, 14 Mei 1912. Bij mijne \orige „Kroniek" raakte eene blad- zijd© in 't ongereede en zoo begin ik nu met iet« dat wel eenigezins oudbakken is, maar waar ik bet toch nog or er hebben wil. Op Zondag 6 Mei werd het tweede eeuwfeest gevierd der Heiligverklaring van Pius V, ter herinnering aan wien de tiende Pius dien naam koos. Niets deed toen vermoeden dat onder zijn pontificaat ©en oorlog zou gevoerd worden, die het ver maarde wapenfeit onder de regeering van zijn grooten voorganger in de gedachten zou terug roepen. Op 7 October 1571 werd door de kleine Pauselijke en de Venetiaanseke vloot te Lepanto die der Turken verslagen, tengevolge waarvan hun macht gefnuikt en Europa, buiten het Bal- kangebied, van hen bevrijd werd. Ook nu wordt door Italianen den Turken de oorlog aange daan; maar nu gaat het niet om 't Christelijk geloof; Italië j's heden toch slechts in naam een Ohrietenstaat, en de zege die zij allicht be vochten zouden hebben, zoo over hunne wapenen deze Pius den zegen Gods had ingeroepen, blijft nog steeds zeer problematisch. Welk een mooi moment is de geschiedenis der Pausen in dezen Lepantoslag. In gebed, om ringd door Zijne Kardinalen, bracht Pius V dien dag door, de hulp der H. Maagd inroe pend. Herhaaldelijk begaf de Paus zich naar het venster; tegen den avond, na strak Zijn blik op den hemel gevestigd te hebben, keerde Hij zich om en zei tot de aanwezigen: „Laat ons God dianken, de zege is aan ons." Van zes uur 's mor gens af had het verwoed® gevecht geduurd tegen een dubbel zoo sterken vijand. Haar de Paus en met Z. H. het volk niet hadden opgehouden de hulp der Heilige Maagd in te roepen, werd aan de Koninginne des Hemels deze overwinning toegeschreven, en Pius V stelde ter Harer eere een feest in onder den naam van Heilige Maria der Overwinning. Zijn opvol ger, Gregorius XIII veranderde dien in H. M. van den Rozenkrans (Pius V behoorde tot de or de der Dominicanen) en stel deals da turn vast den eersten Zondag van October. In de Litanie werd de aanroeping A u x ilium Christie no- rum gevoegd en te Venetië, wiens galeien een groot aandeel aan de overwinning hadden ge had, verrees eene heerlijk schoon heiligdom aan O. L. V. van den H. Rozenkrans gewijd. Het js deze kapel, die in 1879 gedeeltelijk instortte en sindsdien op herstelling wacht, welke her stelling nu, op wensch van Pius X, wordt teT hand genomen. De kosten worden op een mil- lioen lires geschat; men hoopt, dat de 25,000 lires door den Paus geschonken als een lokaas mogen dienen om de vereischte som bijeen te brengen. Bij God is niets onmogelijk, hoe on waarschijnlijk het ook zijn moge. Laat mij dus even het luchtkasteel bouwen, dat de restaura tie dezer kerk het zegel mocht zijn niet alleen van een andere zege van het Christendom over den Islam maar ook over de Vrijmetselarij en een nieuw in Christus herboren Italië dMr zijn triomf mocht vieren! L'histoire se répête, ook nog op een ander punt. Nu hebben de Italianen Rhodes op de Turken veroverd. In 1309 hadden de Joiianniter-ridders zonder veel moeite zich van Rhodes meester gemaakt, de Turk wilde het hen echter weder ontnemen, maar werd in 1810 met glans ver slagen. Wat hierbij een zeer eurieus feit is, is dat de dappere en edelmoedige Amedeus V, hertog van Savoye, (het huis van Savoye is het oudste der regeerende huizen) de Ridders van Rhodes ter hulp snelde, daarbij het motto ne mend dat zij nog gebruiken: Fert (Fortitudo Eins Rhodum Tenuit) en na de overwinning de Duiteche adelaar op zijn schild verwisselde voor het witte kruis op rood veld. Het eenige land, dat zulk een sprekend christelijk embleem in zijn wapen voert, het Huis, dat krachtens zijn wapenschild meer dan welk ander geroepen is,_ voorbestemd schijnt voor het kruis te strijden, is meer dan elk ander ontrouw aan de sehoone, oude leuze. Want door zijne handelwijze tegen over den Stedehouder van Christus overtreft het in criminaliteit de andere staten Frank rijk en Portugal waar het anti-clericalisme hoogtij viert. Ruim twee eeuwen was Rhodes een chris tenland; in 1522 werd het na eene heldhaftige verdediging, door verraad in de handen van Soliiman gespeeld. Nu wappert er weder de roode vaan met het witte kruis. Maar voor hoe lang? De nijd en afgunst der andere groot-staten zal Italië, wanneer het tot vrede sluiten komt, wel nood zaken het sehoone eiland met eene Grieksclie christenbevolking weder aan den Mohamme daan terug to gevenDit benevens al de andere eilanden van den Griekechen Archipel, die het langzamerhand allen in bezit neemt. Zal ooit het oogenblik komen dat de Ohristenstaten ziel) zoover zullen verstaan om den „Grooten Moor denaar", zooais Gladstone de Porte noemde, uit Europa verdrijven Om nog even op Pius V terug te komen: ook op een ander punt doet Pius X aan dezen den ken. Evenals zijn laats ten naamgenoot, bleef de oudere Pius na zijne verheffing op den Pau selijken Stoel, getrouw aan Zijne eenvoudige levenswijze. Ook Hij beijverde Zich voor de zuivering deT Kerk van allerlei ingeslopen mis bruiken, voor de hervorming van den Clerus, voor de verscherping der discipline (op het Ooncilie van Trente), voor de omwerking van Brevier en Missaal; bestrijd deze de Modernis ten, gene hond den strijd aan tegen de Protes tanten. Aan den een zoowel als aan den ander verleende God de gave wonderen te doen. Even als de tegenwoordige dwong ook de vroegere Pius aan Protestanten den tol der bewondering af, zoodat de beroemde Francis Bacon er zijne verwondering over uitsprak dat de R. K. Kerk nog niet was overgegaan tot de heiligverkla ring van Pius V. Deze heeft inderdaad eerst honderddertig jaar na zijn dood plaats gehad. In de aan de Heilige M'aagd, die Hij zoozeer eerde, gewijde Basiliek, werd Zijn stoffelijk overschot ter ruste gelegd en in de Sacraments kapel door Sixtus V eene sehoone graftombe voor Hem gesticht. Déar ligt het in een earco- phaag met kristallen voorwand, aangedaan in pauselijk ornaat, het gelaat met een sprekend portret in zilver overtogen. Niet van belang ontbloot, voornamelijk met het oog op wat deze Courant onlangs over de Missie in N.-I. meedeelde, is eene uiteenzetting omtrent de hiërarchie in de Missie-gebieden en zoo wil ik overnemen wat Mgr. Le Roy, gene raal der Congregatie van den H. Geest, daar omtrent schrijft in de „Correspondence Afri- caine". Eene „missie" is een apostolisch werk, toever trouwd aan een groep zendelingen in een ge bied dat noch Vicariaat, noch Diocees is, of waar dit wel het geval is, zooals bij de Missie der Franciskamen onder de Indianen in Noord- A mevr ik awaar zij toch, zonder onder direct be stuur van den Bisschop te staan, zelfstandig werken, 't Hoofd der missiën heeft geen anderen titel dan „overste". Wanneer zulk eene Missie zich uitbreidt wordt zij tot eene Prefectuur, later tot een Apostolisch Vicariaat. Eene „Apostolische Prefectuur" is het eerste cen trum van onafhankelijk Katholiek leven. De Prefekt wordt door de Congregatie de Propa ganda Eidei aangesteld en is een gewoon pries- ter, van meer of minder uitgebreid gezag voor zien, en hoofd van alle Missionaristen in het gebied. Hij ressorteert onder de „Propaganda", ontvangt van dit lichaam zijne bevelen, recht streeks zoo hij wereldlijk priester is, door be middeling zijner overeten, zoo hij kloosterling is. Gewoonlijk wordt hem de macht verleend het H. Vormsel toe te dienen. De derde graad is die der Apostolische Vica rissen. Deze zijn eigenlijk Bisschoppen, wat meïi vroeger noemde Bisschop in partibus in- f e d e l i um. Tot hunne taak behoort het schep pen eener eigenlijke Kerk in een Missiegebied. Zij zijn de Vicarissen of plaatsvervangers van den Paus. In de eerste eeuwen onderwezen zij in het geloof, wijdden priesters, richtten dioce sen op onder de jurisdictie der Metropolitanen en hingen rechtstreeks af van den H. Stoel. Later zond de IT. Stoel zendelingen uit en ver leende ter vergemakkelijking aan sommige Bisschoppen en Aartsbisschoppen het recht in zijn naam handelend op te treden. Dit waren de eerste Apostolische Vicarissen. In 1622 werd de Propaganda Fidci gesticht zoo werd langzamerhand de geheele administra tie uer Missiën aan dit lichaam toegewezen. De Vicariseen hebben dus bisschoppelijke waardig heid; hen wordt een titel toebedeeld van zetels meest onder Ottomaansch bestuur, vroeger door Christenherders bezet. De Paus beschikt over 477 titel-zetels in Europa, Azië en Afrika, maar wanneer de een of andere dezer oude titels zich in het Diocees van een ander Bisschop mocht bevinden, is het aan den titel-Bissehop verbo den daar te wonen. De verplichtingen van den Apoetoli^chen Vi caris bestaan uit: uitbreiding en behoud des geloofs in zijn gebiedvoortdurend verblijf, zoo niet om bijzondere klemmende redenen voor korteren of langeren tijd daarvan gedispen seerd; bezoek „ad linrina" (d. i. op geregelde tijden aan Rome, don Paus of letterlijk aan het graf der Apostelen) zoo niet persoonlijk, dan door zijn procurator, met bijzonder verlof van den Kardi naai-Prefekt der Propaganda, van wien zij rechtstreeks afhangen, en wien zij verplicht zijn geregeld verslag over den stand van zaken in hun missiegebied te doen toeko men. De Apostolische Vicarissen hebben alle rechten aan den Risschopsrang verbonden, met zekere uitzondering, als bijv. het bijeenroepen van een kapittel en het benoemen van een Vi caris-Generaal. Dit verschil spruit voort uit hunne stelling. Zij hebben eene gedelegeerde jurisdictie, niet eene eigenmachtige. Wanneer een Missiegebied zoover- vooruitge gaan is, dat er een goregclden nationalen clerus is ontstaan, en zich een zelfstandig leven heeft ontwikkeld, richt de H. Stoel er eene hiërarchie op en wordt dit diocees, hoewel nog onder de jurisdictie der Propaganda- verblijvende. Dit geschiedde in de vorige eeuw met de Ver. Sta ten, Canada, Eng-élanfi, indië, Japan. Neder land hield ongeveer midden der vorige eeuw- op een apostolisch Vicariaat te zijn en werd toen in vijf diocesen ingedeeld, die tot vóór een paar jaren onder de Propaganda ressorteerden. Nu echter hangt Nederland rechtstreeks van den H. Stoel af. Om op een geheel ander gebied over te gaan, Engeland richt in navolging der sinds lang be staande Eransche en Spaanse lie Kunst-Acade mie, een Britsch Instituut voor archaeologie, letteren en schoon-c kunsten op. Het zal geves tigd worden iD Villa Giulia, op de plaats, waar het vorig jaar het Engelsch paviljoen der Inter nationale Kunsttentoonstelling stond. Italië, Rome blijft toch steeds het middelpunt van aan trekking op kunstgebied. Vanaf de zestiende eeuw, zelf® vrdeger, achtte geen kunstenaar, geen dichter, zijne vorming voltooid, zoo hij niet de destijds met zooveel bezwaren verbonden Italiaans the reis ondernomen had. Zoo trekken ook nu nog de kunstschatten hier verzameld allen aan, en verwachten van hier een zekere wijding, die geen ander oord ter wereld hen schenken kan. Het wordt nu tijd dat ook Nederland, waar zulk een intens kunstenaarsleven "heerscht ernstig over zulk een Instituut ga denken, bij het ook slechts klein, een embryo. Een eerste stap in de goede richting jg gedaan door de oprichting van het Historisch Instituut, dat langzamerhand in Woei toeneemt. Het helpt niet veel of men een jong kunstenaar al „prix de Rome" geeft eu hem dan verder aan zich zelf overlaat, zonder eenige leiding. Dan blijft ook nog steeds het andere groote desideratum: een Nederlandseh Seminarie. Moge ook al wat de bediening van hun ambt betreft de Hollandeche priester eer_ den Itali- aanschen tot voorbeeld: kunnen strekken, dan omgekeerd, moge ook het onderricht op onze Groot-Seminaries in niets onderdoen voor wat -hier gegeven wordt, een niet te ontkennen feit blijft, dat men hier 'n ruimeren blik krijgt en meer gelegenheid zich naar andere richtingen te ontwik-kelen. (Slot volgt.) ALGEMEENE ONDERWIJZERSVEREEN. SECTIE B. De algemeen© R. K. Onderwijzersvercenigiog, Seclie B-, in het Bisdom Haarlem, hield op Hemelvaartsdag haar 31e a'gemeene vergadering in het Zuid-Hollandsche Koffiehuis ic 's Graven- hage. De voorzitter, de heer J. Th. Kloosterman, herinnerde in zijn openingsrede aan de Haagsche salartsnieeRng, welke we! niief zonder verwar ring lot stand kwam, en plaats had, doch zeker haar nut zal hebben, doordat in breeden kring de aandacht o-p den toestand der onderwijzers is gevestigd; aan de behandeling der motie-Art,s en Ter Laan, wéke op één teleurstelling uitliep; aan de toezegging van het loelaagw-etje in de Tweede Kamer wat slechts matige ingenomenheid vindt; aan de gevoerde actie voor iinaneieele gelijkstelling, waaromtrent nog geen eenstemmig heid heerscht, doch aangaande weifee kwestie hij aanspoorde tot eenheid in actie zoodra de Beslissing zal zijn gevallen. Uit het jaarverslag van den secretaris A. B-. ten Berge, bleek, dat het ledental vooruit is gegaan cn thans 105 bedraagt, terwijl er C dona teurs zijn. De ontvangsten bedroegen f 350.67)/2 de uitgaven f 262.63i/2. Medegedeeld werd o.a. dat een propagamla- blaad-je is samengesteld, ten einde de vereeni- ging meer bekend te maken; dat de actie tegen 't aannemen van tijdelijke aanstellingen reeds eenig succes heelt gehad, doordat enkelen wei gerden zulk een aanstelling te aanvaarden en dat aan de R.K. schoolbesturen een motie is gezonden van den vo'genden inhoud: „Dc Algemcene R. K. Onderwijzersvereentging „Sectie B-." bijeen in haar najaarsvergadering op 10 December 1911 te A'dam, van meaning, dat de salarissen der ondcrwijzer.s(e,ssen) bij hei R.K. Bizonder Onderwijs te laag zijn, dat de Bisschoppelijke Regeling van 1906, hoe wel eet) groote verbetering in de salarissen slechts een minimum regeling, waaronder men zelfs in plaatsen met den laagstee levensstan daard niet gaan kon, zonder te vervallen in beslist onvoldoende bezoldiging; dat sindsdien een voortdurende stijging der levensbehoeften valt waar te nemen, ongere kend de plotselinge stijging van èit jaar; dat de in 1911 herziene Bisschoppelijke Re geling, afgedrukt in den tweeden druk der „Hand leiding voor Besturen, enz." uitgegeven door het Hoofdbestuur der Diocesaan-Vereeniging, die het maximum der vorige verhoogt met f 125, slechts is een minimum regeling; dat een aanzienlijke verbetering der salaris sen niet kan en mag uitblijven; dat de Schoolbesturen „bij de oprichting van scholen om. de verplichting op zich genomen hebben voor voldoende bezoldiging hunner on derwijzers (essen) te zorgen", ook daar, waar het moeilijk valt de vereischte fondsen te verkrij gen, verzoekt Uw geacht Bestuur de saiarisrege- ling der onderwijzers (es-sen) aan Uwe- school zoo danig te herzien, dat zij in overeenstemming komt met den levensstandaard uwer plaats," Tot bestuurslid wordt gekozen de heer P. Vid- deieer te Leiden. De bespreking der agenda voor de eerstvol gende algemcene vergadering der Diocesane Ver- eenling van R.K. Bijzondere Onderwijzers in het Bisc-om Haarlem, gaf aanleiding tot hel be sluit de candidatuur van den heer C. de Groot te Beverwijk ,voor liet Hoofdbestuur te steunen. Omtrent de voorstellen aangaande uitbreiding van leertijd, werd besloten de toelichting op de ver gadering van de D. V. af te wachten. Instemming werd uitgesproken niet den op den beschrijvingsbrief der D. P. voorkomende motie-Leiden, waarin het wordt afgekeurd dat van R. K. vergaderingen aan neutrale bladen een verslag gezonden wordt door R. K., die zich niet als verslaggever van zulk een blad hebben aanyemeld, en dat het ver slaggeven door R. K. geschiedt, op een wijze dat de neutrale pers de primeur heeft, ook indien de vergadering een verslag rn de neutrale pers niet ongewensohl acht. Na de pauze hield de heer J. G. Suring, Re dacteur-secretaris van Het Katholieke School blad een rede, getiteld „Tweeërlei en toch één." Spr. constateert dal er sinds zijn het vorige jaar gehouden rede, waarin hij zich verzette tegen de actie voor linanlieele gelijkstelling tais- schen Openbaar en Bijzonder Onderwijs, zonder, een actie voor Balansverbetering der bijzondere onderwijzers, niets gebeurd is, waardoor hij iels van het toen gesprokene behoeft terug te ïiemen Evenwel de eenheid in het onderwijzer soorps, die een oogenblik dreigde verloren te gaan, is weer hersteld. De Haagsche salaiismeedng is een goed mid del geweest in de actie der onderwijzers, al ad viseert spr. thans pok tot afscheiding van hel Algemcene Salariscomilé. Terwijl hij met genoe gen constateert dat de idéé, dat finaniicele ge- Iijkselimlg vanzelf salarisverbe'ering mee zal brengen, is losgelaten. Spr. acht een algemcene enthousiasme wek kende propaganda onder het volk voor finan cieel© gelijkstelling, zander dat over het „hoé' wordt gesproken zeer goed mogelijk. Doch dan most in de onderwijzers vereigingen en -orga nen het „hoe" inmiddels worden bestudeerd om gereed te zijn met de studie als de kwestie aan de (orde komt. .Salarisactie blijft echter noodig; kan die ac tie nu niet meer gericht zijn op verhooging der wettelijke minima, omdat Minister Heems kerk met slaande argumenten hee't aangetoond dat daar voor 1913 niets meer van kan komen. Doch na 1913? Vaststaat dat de wettelijke mi nima de oorzaak zijn van veel verkeerds. En zou het nu niet dwaas zijn als de onderwijzers zeiden: laat ons de minima m or houden, mits ze maar wat worden verhoogd? Bovendien, zoo als blijkt uit hetgeen Minister Heemskerk in de Tweede Kamer zeidc, koerst ook de Regeering naar verbetering der onderwijzers-salarissen in verhand niet de oplossing van het onderwijs vraagsluk. Bij die oplossing zat een einde moe ten gemaakt worden aan de bevoorrechting van hei Openbaar Onderwijs; en da! zal niet gaan met behoud der minima. Als zijn derde stelling omtrent dit punt, be toogde spr. dat de salar-sactie moet gevoerd, worden in nauw verband met de actie voor fi- nancieele gelijkstelling, als een tweespan, dat onder één leiding gaat naar Hetzelfde doei. Even als -finaneieele gelijkstelling is ook de positiever betering der onderwijzers een algemeen belang. Ze zijn tweeërlei en toch één. Naar aanleiding dezer rede ontspon zich cenig debat. De voorzitter o.a-. was van meening, dat een salarisverbetering zéér goed zou niogelijl zijn met behoud van hef stelsel der minima, indien deze aanzienlijk zouden worden verhoogd althans zoolang het onderwijs geen Rijkszaak is. Wegens het bezwaar, dat de geinemte dan niet zou, mogen gaan boven de door het Rijk be paalde salarissen. Waarop de inleider er op wees dat het ook niet zijn bedoeling is, dat de wei precies de salarissen vasts'ét. Overigens achtte hij het thans alleen noodi», dal men zich ovef het beginsel zou uitsprekeneventueele bezwa ren «uilen bij nadere studie onder de oogen moeten worden gezien. Ook hij ziet nog niet ho© het kan, doch waar gezaghebbende mannen zeggen dat het kan, zijn zijn bezwaren leger, de minima zoo groot, dat hij aanneemt dat het kan. Door anderen werd betoogd, dat de bij: ondén schoolbesturen vrijheid moeien behouden om bo ven de Rijksregeling te gaan. Wat weer bestreden werd met er op te wijzen, dat dan weer dezelfde onbillijkheid zou ontstaan, waar men thans tegen opkomt. Bij de voortgezette bespreking van de agenda der D. V. werd naar aanleiding van een viertal daarop geplaatste voorsteden betreffende een ac tie voor finaneieele gelijkstelling en salarisver- betering met algemcene stemmen de volgende door het Bestuur van Sectie B voorgestelde mot tie aangenomen: Sectie B, bijeen in haar voorjaarsvergade ring van 1912 te Den Haag, overtuigd, dat finaneieele gelijkstelling tusscben openbaar en bijzonder onderwijs een ona'wijs- bare cisch is voor het bijzonder onderwijs, overluigd, dat wettelijk gewaarborgde voldoen de salarissen een onafwijsbare eisch is voor do onderwijzers. spreekt als haar meening uit: dat krachtige actie en voor finaneieele gelijk stelling èn voor wettelijk gewaarborgde voldoende salarissen door de D. V. noodig is, en besluit I. te bevorderen, dat de Algemeene Vergade ring der. D. V. op Pinkster III besluit tot krach tige actie èn voor fin. gelijkstelling èn voor aanzienlijke verbetering der wettelijk gewaar borgde salarissen, II. een eventueele actie der D. V. zoo krach tig mogciijk te bevorderen." G. 99 73.) De financier gaf hem een t-eeken. Hij na derde. j Leieester, sprak de bankier in het Lu- gelsch tot hem, zorg ervoor, dat niemand om j deze kamer heensluipt zoolang die mijnbeer er is. Be bureauknecht boog zonder een woord te spreken, daar zijn oogen reeds voor hem had- den geantwoord. Ondanks dit. bevel sloot de financier de deur met den sleutel af en liet ten o ver vlo© - j de vóór den ingang der spreekkamer1 een dik j fluweel en gordijn vallen. Zoodoende zou ze- ker niets van het gesprek, zelfs al ware bet heftig, gehoord worden. j Ik wist dat n in Frankrijk was, prins, zeide hij tot Monte-Léone, nadat hij hem een stoel had aangeboden. En zoo ik me niet aan j het hp is in Cours ia-Reine heb aangemeld, waar ik zelf de minste bijzonderheden van uw installatie heb geregeld, dan is dat omdat ik wachtte op een bevel van u. Je hebt goed gehandeld, antwoordde Christoval, die tot een mindere scheen te spreken en wiens koelheid nog grooter was dan gewoonlijk. Je hebt geraden dat ik niet wil gehinderd worden, 'tls goed. Wil je me nu rekenschap geven van de manier waarop je je belofte gehouden hebt tegenover mijl Niets gemakkelijker dan dat! Je herinnert je nog wel, niet waar, de manier waarop we hebben kennis gemaakt en die d© aanleiding was tot de belofte in kwestie. Ja! Op zekeren dag sprak Ralph Oha- tram tot mij: Claïn, je bent eerzuchtig, je hebt geen geld, en daar je Engelschman van geboorte bent, zult ge zeker meer moeilijkheid onder vinden dan een ander, om fortuin te ma ken. Nu biedt zich een eenige gelegenheid voor je aan om tot fortuin te geraken: wil je die gelegenheid aangrijpen? lie was tot. alles bereid. Ik vroeg welke die gelegenheid was, en de beroemde Ame- rïkaanscbe bankier antwoordde mij het vol gende: Op een klein eilandje in den Indisehen Archipel woont een vag mijn vrienden, die fabelachtig rijk is: de prins van Monte- Léone. Ik ken hem bijzonder goed. Eenigen tijd geleden is hij naar New-York gekomen voor zekere zaken, en hij heeft mij verzocht voor hem een man 3e zoeken, die in staat j zou zijn, voor zijn rekening ju Frankrijk een 1 vr ..eemde opdracht te volbrengen, waarvoor hij buitengewone hoedanigheden van wils- kracht, verstand en wil noodig had. Ik be loofde hem iemand te zullen opsporen, want toen had ik niemand op het oog. Maar nu sehijn jij me den man toe, dien mijn vriend wenscht. Met. hetgeen hij je wil doen onder nemen .zijn millioenen te verdienen. Ik neem het aan, antwoordde ik dade lijk met geestdrift. Wees zoo goed mij nadere bijzonderheden mede te deelen omtrent het geen ik zal te doen hebben. Neen, verklaarde Ralph Chatram. Monte- Léone zal je zelf alles zeggen wat hij denkt dat noodzakelijk is om je uit te leggen. En alles wat ik doen ban, is je mijn jacht af te staan, dat je dadelijk naar hem toe zal brengen. Dat weet u reeds allemaal, niet waar, prins? Met een strak gezicht als van een bronzen afgodsbeeld hoorde Monte-Léone Claïn aan met groote oplettendheid. Ja, zeide hij, ik ken al die dingen, maar toch wil ik ze nog wel eens hooren. Ga voort. Ik kwam op het eilandje Santa-Maria aan, en daar heeft u mij inderdaad uitgelegd hetgeen u van mij verwachtte: Ik moest mij als man van zaken in ze- kere omgeving in Frankrijk gaan vestigen en dan, zonder dat ik een bijzondere opdracht scheen te hebben, moest ik sommige perso nen, -welke u mij aanwees, ruïneeren en voor al onteeren. 't Waren: baron Berthier, zijn neef Eugène de Graves, vervolgens den huis vriend dr. Lafont. Toen gaf u mij twee mil- lioen als stille vennoot, en tegelijkertijd heeft u tot mij gezegd: Indien deze som niet voldoende is, zal ik ze verdubbelen. Doe zaken in de boogste kringen, ik geef u volkomen vrijheid. Spe culeer op de hartstochten, de belangen, de behoeften'. Voor degenen die niet aan de be koring weerstand bieden, is het te erger. Je zult een dienst bewijzen aan Frankrijk door het te zuiveren van schoften, die, in plaats van zich bezig te houden met, zijn grootheid en belangen, hun mandaat en hun plicht ver zaken, die het vernederen en in minachting brengen. Als er eenige schandalen uitbre- j ken, zal Frankrijk van die feiten verlost ra- j ken en ons dankbaarheid verschuldigd zijn. j Zij die integendeel weerstand bieden aan de verlokkende aanbiedingen, welke gij hun kunt doen, zullen grooter en sterker blijven, beter doordrongen van betgeen het vaderland van hen verwacht. Wat de Berthiers aan gaat, 'tzal mij niet verwonderen, zoo je al zeer weinig moeite zult hebben om hen te brengen waarheen ik wil. Toen kwam ik in Frankrijk. 'tHuis Ber thier was verbazend rijk. Ten spijt van de domheid van dengene die het bestierde was de instelling zoo goed ingericht, dat zij weer stand bood aan alle slagen, welke de dwaas heid van Louis Berthier. zijn onachtzaam heid, zijn luiheid, zijn liefde voor 'tspel en de slemppartijen haar toebrachten, evenals aan de aanhoudende uitspattingen en de on- verzadelijke behoeften van Lafont en van de Graves. Toen heb ik mij met Berthier ver bonden. Dit was gemakkelijk, door zijn hoog moed te vleien. Een procuratiehouder, dien hij had, een uitstekend man, Martin Fonte- noy geheeten, had hem juist verlaten. Waarom? onderbrak Monte-Léone voor de eerste maal. Dat kon ik onmogelijk te weten komen. Maar van dat oogenblik af was Berthier aan mfj overgeleverd. Op eigen vleugelen drijvend na het ver trek van Fontenoy, heeft hij op sommige markten van Londen en Frankfort slechte zaken gemaakt. De verliezen, die hij in wei nig tijd leed, bedroegen kolossale sommen. Toen is hij er in Frankrijk weder bovenop willen komen, en daartoe heeft hij zieli over gegeven aan alle gemeenheden en laaghe den, waartoe alleen woekeraars en gemeene bandieten in staat zijn. Aldus is hij de be ruchte man van geheel Parijs geworden, die de ongelukkigen ten val bracht, welke om den goeden naam der firma hun belangen aan hem hadden toevertrouwd. Zijn politieke invloed was groot. Hij heeft dien verkocht eu zelfs aan iedereen opgedrongen. Om het blad van zijn neef, de Nation Francaise, met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5