De millioenen-Prins.
Nouveauté
Ziet étalages
rracotcolScGtie
ONDERWIJS.
J. HUIZING.
Import American Slide's.
Groote Houtstraat No. 44.
louioostraat
Teief. no. <§@iL
Kousen.
Au Bon Sfïarclié
of n
Haapflem-Bimssel*
Sokken.
Ier laatst
IS'
FEUILLETON
Groote roman, naar het Fransch
van P. d'Aigremo.nt.
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Eome, 14 Mei 1912.
Bij mijne \orige „Kroniek" raakte eene blad-
zijd© in 't ongereede en zoo begin ik nu met iet«
dat wel eenigezins oudbakken is, maar waar ik
bet toch nog or er hebben wil. Op Zondag 6
Mei werd het tweede eeuwfeest gevierd der
Heiligverklaring van Pius V, ter herinnering
aan wien de tiende Pius dien naam koos. Niets
deed toen vermoeden dat onder zijn pontificaat
©en oorlog zou gevoerd worden, die het ver
maarde wapenfeit onder de regeering van zijn
grooten voorganger in de gedachten zou terug
roepen. Op 7 October 1571 werd door de kleine
Pauselijke en de Venetiaanseke vloot te Lepanto
die der Turken verslagen, tengevolge waarvan
hun macht gefnuikt en Europa, buiten het Bal-
kangebied, van hen bevrijd werd. Ook nu wordt
door Italianen den Turken de oorlog aange
daan; maar nu gaat het niet om 't Christelijk
geloof; Italië j's heden toch slechts in naam
een Ohrietenstaat, en de zege die zij allicht be
vochten zouden hebben, zoo over hunne wapenen
deze Pius den zegen Gods had ingeroepen, blijft
nog steeds zeer problematisch.
Welk een mooi moment is de geschiedenis der
Pausen in dezen Lepantoslag. In gebed, om
ringd door Zijne Kardinalen, bracht Pius V
dien dag door, de hulp der H. Maagd inroe
pend. Herhaaldelijk begaf de Paus zich naar het
venster; tegen den avond, na strak Zijn blik op
den hemel gevestigd te hebben, keerde Hij zich
om en zei tot de aanwezigen: „Laat ons God
dianken, de zege is aan ons." Van zes uur 's mor
gens af had het verwoed® gevecht geduurd tegen
een dubbel zoo sterken vijand. Haar de Paus en
met Z. H. het volk niet hadden opgehouden de
hulp der Heilige Maagd in te roepen, werd aan
de Koninginne des Hemels deze overwinning
toegeschreven, en Pius V stelde ter Harer eere
een feest in onder den naam van Heilige
Maria der Overwinning. Zijn opvol
ger, Gregorius XIII veranderde dien in H. M.
van den Rozenkrans (Pius V behoorde tot de or
de der Dominicanen) en stel deals da turn vast den
eersten Zondag van October. In de Litanie werd
de aanroeping A u x ilium Christie no-
rum gevoegd en te Venetië, wiens galeien een
groot aandeel aan de overwinning hadden ge
had, verrees eene heerlijk schoon heiligdom aan
O. L. V. van den H. Rozenkrans gewijd. Het
js deze kapel, die in 1879 gedeeltelijk instortte
en sindsdien op herstelling wacht, welke her
stelling nu, op wensch van Pius X, wordt teT
hand genomen. De kosten worden op een mil-
lioen lires geschat; men hoopt, dat de 25,000
lires door den Paus geschonken als een lokaas
mogen dienen om de vereischte som bijeen te
brengen. Bij God is niets onmogelijk, hoe on
waarschijnlijk het ook zijn moge. Laat mij dus
even het luchtkasteel bouwen, dat de restaura
tie dezer kerk het zegel mocht zijn niet alleen
van een andere zege van het Christendom over
den Islam maar ook over de Vrijmetselarij en
een nieuw in Christus herboren Italië dMr zijn
triomf mocht vieren!
L'histoire se répête, ook nog op een ander
punt.
Nu hebben de Italianen Rhodes op de Turken
veroverd. In 1309 hadden de Joiianniter-ridders
zonder veel moeite zich van Rhodes meester
gemaakt, de Turk wilde het hen echter weder
ontnemen, maar werd in 1810 met glans ver
slagen. Wat hierbij een zeer eurieus feit is, is
dat de dappere en edelmoedige Amedeus V,
hertog van Savoye, (het huis van Savoye is het
oudste der regeerende huizen) de Ridders van
Rhodes ter hulp snelde, daarbij het motto ne
mend dat zij nog gebruiken: Fert (Fortitudo
Eins Rhodum Tenuit) en na de overwinning de
Duiteche adelaar op zijn schild verwisselde voor
het witte kruis op rood veld. Het eenige land,
dat zulk een sprekend christelijk embleem in
zijn wapen voert, het Huis, dat krachtens zijn
wapenschild meer dan welk ander geroepen is,_
voorbestemd schijnt voor het kruis te strijden,
is meer dan elk ander ontrouw aan de sehoone,
oude leuze. Want door zijne handelwijze tegen
over den Stedehouder van Christus overtreft
het in criminaliteit de andere staten Frank
rijk en Portugal waar het anti-clericalisme
hoogtij viert.
Ruim twee eeuwen was Rhodes een chris
tenland; in 1522 werd het na eene heldhaftige
verdediging, door verraad in de handen van
Soliiman gespeeld.
Nu wappert er weder de roode vaan met het
witte kruis. Maar voor hoe lang? De nijd en
afgunst der andere groot-staten zal Italië,
wanneer het tot vrede sluiten komt, wel nood
zaken het sehoone eiland met eene Grieksclie
christenbevolking weder aan den Mohamme
daan terug to gevenDit benevens al de andere
eilanden van den Griekechen Archipel, die het
langzamerhand allen in bezit neemt. Zal ooit
het oogenblik komen dat de Ohristenstaten ziel)
zoover zullen verstaan om den „Grooten Moor
denaar", zooais Gladstone de Porte noemde, uit
Europa verdrijven
Om nog even op Pius V terug te komen: ook
op een ander punt doet Pius X aan dezen den
ken. Evenals zijn laats ten naamgenoot, bleef
de oudere Pius na zijne verheffing op den Pau
selijken Stoel, getrouw aan Zijne eenvoudige
levenswijze. Ook Hij beijverde Zich voor de
zuivering deT Kerk van allerlei ingeslopen mis
bruiken, voor de hervorming van den Clerus,
voor de verscherping der discipline (op het
Ooncilie van Trente), voor de omwerking van
Brevier en Missaal; bestrijd deze de Modernis
ten, gene hond den strijd aan tegen de Protes
tanten. Aan den een zoowel als aan den ander
verleende God de gave wonderen te doen. Even
als de tegenwoordige dwong ook de vroegere
Pius aan Protestanten den tol der bewondering
af, zoodat de beroemde Francis Bacon er zijne
verwondering over uitsprak dat de R. K. Kerk
nog niet was overgegaan tot de heiligverkla
ring van Pius V. Deze heeft inderdaad eerst
honderddertig jaar na zijn dood plaats gehad.
In de aan de Heilige M'aagd, die Hij zoozeer
eerde, gewijde Basiliek, werd Zijn stoffelijk
overschot ter ruste gelegd en in de Sacraments
kapel door Sixtus V eene sehoone graftombe
voor Hem gesticht. Déar ligt het in een earco-
phaag met kristallen voorwand, aangedaan in
pauselijk ornaat, het gelaat met een sprekend
portret in zilver overtogen.
Niet van belang ontbloot, voornamelijk met
het oog op wat deze Courant onlangs over de
Missie in N.-I. meedeelde, is eene uiteenzetting
omtrent de hiërarchie in de Missie-gebieden en
zoo wil ik overnemen wat Mgr. Le Roy, gene
raal der Congregatie van den H. Geest, daar
omtrent schrijft in de „Correspondence Afri-
caine".
Eene „missie" is een apostolisch werk, toever
trouwd aan een groep zendelingen in een ge
bied dat noch Vicariaat, noch Diocees is, of
waar dit wel het geval is, zooals bij de Missie
der Franciskamen onder de Indianen in Noord-
A mevr ik awaar zij toch, zonder onder direct be
stuur van den Bisschop te staan, zelfstandig
werken, 't Hoofd der missiën heeft geen anderen
titel dan „overste". Wanneer zulk eene Missie
zich uitbreidt wordt zij tot eene Prefectuur,
later tot een Apostolisch Vicariaat. Eene
„Apostolische Prefectuur" is het eerste cen
trum van onafhankelijk Katholiek leven. De
Prefekt wordt door de Congregatie de Propa
ganda Eidei aangesteld en is een gewoon pries-
ter, van meer of minder uitgebreid gezag voor
zien, en hoofd van alle Missionaristen in het
gebied. Hij ressorteert onder de „Propaganda",
ontvangt van dit lichaam zijne bevelen, recht
streeks zoo hij wereldlijk priester is, door be
middeling zijner overeten, zoo hij kloosterling
is. Gewoonlijk wordt hem de macht verleend
het H. Vormsel toe te dienen.
De derde graad is die der Apostolische Vica
rissen. Deze zijn eigenlijk Bisschoppen, wat meïi
vroeger noemde Bisschop in partibus in-
f e d e l i um. Tot hunne taak behoort het schep
pen eener eigenlijke Kerk in een Missiegebied.
Zij zijn de Vicarissen of plaatsvervangers van
den Paus. In de eerste eeuwen onderwezen zij
in het geloof, wijdden priesters, richtten dioce
sen op onder de jurisdictie der Metropolitanen
en hingen rechtstreeks af van den H. Stoel.
Later zond de IT. Stoel zendelingen uit en ver
leende ter vergemakkelijking aan sommige
Bisschoppen en Aartsbisschoppen het recht in
zijn naam handelend op te treden. Dit waren
de eerste Apostolische Vicarissen.
In 1622 werd de Propaganda Fidci gesticht
zoo werd langzamerhand de geheele administra
tie uer Missiën aan dit lichaam toegewezen. De
Vicariseen hebben dus bisschoppelijke waardig
heid; hen wordt een titel toebedeeld van zetels
meest onder Ottomaansch bestuur, vroeger door
Christenherders bezet. De Paus beschikt over
477 titel-zetels in Europa, Azië en Afrika, maar
wanneer de een of andere dezer oude titels zich
in het Diocees van een ander Bisschop mocht
bevinden, is het aan den titel-Bissehop verbo
den daar te wonen.
De verplichtingen van den Apoetoli^chen Vi
caris bestaan uit: uitbreiding en behoud des
geloofs in zijn gebiedvoortdurend verblijf, zoo
niet om bijzondere klemmende redenen voor
korteren of langeren tijd daarvan gedispen
seerd; bezoek „ad linrina" (d. i. op geregelde
tijden aan Rome, don Paus of letterlijk aan
het graf der Apostelen) zoo niet persoonlijk,
dan door zijn procurator, met bijzonder verlof
van den Kardi naai-Prefekt der Propaganda,
van wien zij rechtstreeks afhangen, en wien zij
verplicht zijn geregeld verslag over den stand
van zaken in hun missiegebied te doen toeko
men. De Apostolische Vicarissen hebben alle
rechten aan den Risschopsrang verbonden, met
zekere uitzondering, als bijv. het bijeenroepen
van een kapittel en het benoemen van een Vi
caris-Generaal. Dit verschil spruit voort uit
hunne stelling. Zij hebben eene gedelegeerde
jurisdictie, niet eene eigenmachtige.
Wanneer een Missiegebied zoover- vooruitge
gaan is, dat er een goregclden nationalen clerus
is ontstaan, en zich een zelfstandig leven heeft
ontwikkeld, richt de H. Stoel er eene hiërarchie
op en wordt dit diocees, hoewel nog onder de
jurisdictie der Propaganda- verblijvende. Dit
geschiedde in de vorige eeuw met de Ver. Sta
ten, Canada, Eng-élanfi, indië, Japan. Neder
land hield ongeveer midden der vorige eeuw-
op een apostolisch Vicariaat te zijn en werd
toen in vijf diocesen ingedeeld, die tot vóór een
paar jaren onder de Propaganda ressorteerden.
Nu echter hangt Nederland rechtstreeks van
den H. Stoel af.
Om op een geheel ander gebied over te gaan,
Engeland richt in navolging der sinds lang be
staande Eransche en Spaanse lie Kunst-Acade
mie, een Britsch Instituut voor archaeologie,
letteren en schoon-c kunsten op. Het zal geves
tigd worden iD Villa Giulia, op de plaats, waar
het vorig jaar het Engelsch paviljoen der Inter
nationale Kunsttentoonstelling stond. Italië,
Rome blijft toch steeds het middelpunt van aan
trekking op kunstgebied. Vanaf de zestiende
eeuw, zelf® vrdeger, achtte geen kunstenaar,
geen dichter, zijne vorming voltooid, zoo hij
niet de destijds met zooveel bezwaren verbonden
Italiaans the reis ondernomen had. Zoo trekken
ook nu nog de kunstschatten hier verzameld
allen aan, en verwachten van hier een zekere
wijding, die geen ander oord ter wereld hen
schenken kan.
Het wordt nu tijd dat ook Nederland, waar
zulk een intens kunstenaarsleven "heerscht
ernstig over zulk een Instituut ga denken,
bij het ook slechts klein, een embryo. Een eerste
stap in de goede richting jg gedaan door de
oprichting van het Historisch Instituut, dat
langzamerhand in Woei toeneemt. Het helpt
niet veel of men een jong kunstenaar al „prix
de Rome" geeft eu hem dan verder aan zich zelf
overlaat, zonder eenige leiding. Dan blijft ook
nog steeds het andere groote desideratum: een
Nederlandseh Seminarie.
Moge ook al wat de bediening van hun ambt
betreft de Hollandeche priester eer_ den Itali-
aanschen tot voorbeeld: kunnen strekken, dan
omgekeerd, moge ook het onderricht op onze
Groot-Seminaries in niets onderdoen voor wat
-hier gegeven wordt, een niet te ontkennen
feit blijft, dat men hier 'n ruimeren blik krijgt en
meer gelegenheid zich naar andere richtingen
te ontwik-kelen.
(Slot volgt.)
ALGEMEENE ONDERWIJZERSVEREEN.
SECTIE B.
De algemeen© R. K. Onderwijzersvercenigiog,
Seclie B-, in het Bisdom Haarlem, hield op
Hemelvaartsdag haar 31e a'gemeene vergadering
in het Zuid-Hollandsche Koffiehuis ic 's Graven-
hage.
De voorzitter, de heer J. Th. Kloosterman,
herinnerde in zijn openingsrede aan de Haagsche
salartsnieeRng, welke we! niief zonder verwar
ring lot stand kwam, en plaats had, doch zeker
haar nut zal hebben, doordat in breeden kring
de aandacht o-p den toestand der onderwijzers
is gevestigd; aan de behandeling der motie-Art,s
en Ter Laan, wéke op één teleurstelling uitliep;
aan de toezegging van het loelaagw-etje in de
Tweede Kamer wat slechts matige ingenomenheid
vindt; aan de gevoerde actie voor iinaneieele
gelijkstelling, waaromtrent nog geen eenstemmig
heid heerscht, doch aangaande weifee kwestie
hij aanspoorde tot eenheid in actie zoodra de
Beslissing zal zijn gevallen.
Uit het jaarverslag van den secretaris A. B-.
ten Berge, bleek, dat het ledental vooruit is
gegaan cn thans 105 bedraagt, terwijl er C dona
teurs zijn. De ontvangsten bedroegen f 350.67)/2
de uitgaven f 262.63i/2.
Medegedeeld werd o.a. dat een propagamla-
blaad-je is samengesteld, ten einde de vereeni-
ging meer bekend te maken; dat de actie tegen
't aannemen van tijdelijke aanstellingen reeds
eenig succes heelt gehad, doordat enkelen wei
gerden zulk een aanstelling te aanvaarden en
dat aan de R.K. schoolbesturen een motie is
gezonden van den vo'genden inhoud:
„Dc Algemcene R. K. Onderwijzersvereentging
„Sectie B-." bijeen in haar najaarsvergadering
op 10 December 1911 te A'dam, van meaning,
dat de salarissen der ondcrwijzer.s(e,ssen) bij
hei R.K. Bizonder Onderwijs te laag zijn,
dat de Bisschoppelijke Regeling van 1906, hoe
wel eet) groote verbetering in de salarissen
slechts een minimum regeling, waaronder men
zelfs in plaatsen met den laagstee levensstan
daard niet gaan kon, zonder te vervallen in
beslist onvoldoende bezoldiging;
dat sindsdien een voortdurende stijging der
levensbehoeften valt waar te nemen, ongere
kend de plotselinge stijging van èit jaar;
dat de in 1911 herziene Bisschoppelijke Re
geling, afgedrukt in den tweeden druk der „Hand
leiding voor Besturen, enz." uitgegeven door het
Hoofdbestuur der Diocesaan-Vereeniging, die het
maximum der vorige verhoogt met f 125, slechts
is een minimum regeling;
dat een aanzienlijke verbetering der salaris
sen niet kan en mag uitblijven;
dat de Schoolbesturen „bij de oprichting van
scholen om. de verplichting op zich genomen
hebben voor voldoende bezoldiging hunner on
derwijzers (essen) te zorgen", ook daar, waar het
moeilijk valt de vereischte fondsen te verkrij
gen,
verzoekt Uw geacht Bestuur de saiarisrege-
ling der onderwijzers (es-sen) aan Uwe- school zoo
danig te herzien, dat zij in overeenstemming
komt met den levensstandaard uwer plaats,"
Tot bestuurslid wordt gekozen de heer P. Vid-
deieer te Leiden.
De bespreking der agenda voor de eerstvol
gende algemcene vergadering der Diocesane Ver-
eenling van R.K. Bijzondere Onderwijzers in
het Bisc-om Haarlem, gaf aanleiding tot hel be
sluit de candidatuur van den heer C. de Groot
te Beverwijk ,voor liet Hoofdbestuur te steunen.
Omtrent de voorstellen aangaande uitbreiding van
leertijd, werd besloten de toelichting op de ver
gadering van de D. V. af te wachten.
Instemming werd uitgesproken niet den op
den beschrijvingsbrief der D. P. voorkomende
motie-Leiden, waarin het wordt afgekeurd dat
van R. K. vergaderingen aan neutrale bladen
een verslag gezonden wordt door R. K., die zich
niet als verslaggever van zulk een blad hebben
aanyemeld, en dat het ver slaggeven door R. K.
geschiedt, op een wijze dat de neutrale pers de
primeur heeft, ook indien de vergadering een
verslag rn de neutrale pers niet ongewensohl
acht.
Na de pauze hield de heer J. G. Suring, Re
dacteur-secretaris van Het Katholieke School
blad een rede, getiteld „Tweeërlei en toch één."
Spr. constateert dal er sinds zijn het vorige
jaar gehouden rede, waarin hij zich verzette
tegen de actie voor linanlieele gelijkstelling tais-
schen Openbaar en Bijzonder Onderwijs, zonder,
een actie voor Balansverbetering der bijzondere
onderwijzers, niets gebeurd is, waardoor hij iels
van het toen gesprokene behoeft terug te ïiemen
Evenwel de eenheid in het onderwijzer soorps,
die een oogenblik dreigde verloren te gaan, is
weer hersteld.
De Haagsche salaiismeedng is een goed mid
del geweest in de actie der onderwijzers, al ad
viseert spr. thans pok tot afscheiding van hel
Algemcene Salariscomilé. Terwijl hij met genoe
gen constateert dat de idéé, dat finaniicele ge-
Iijkselimlg vanzelf salarisverbe'ering mee zal
brengen, is losgelaten.
Spr. acht een algemcene enthousiasme wek
kende propaganda onder het volk voor finan
cieel© gelijkstelling, zander dat over het „hoé'
wordt gesproken zeer goed mogelijk. Doch dan
most in de onderwijzers vereigingen en -orga
nen het „hoe" inmiddels worden bestudeerd om
gereed te zijn met de studie als de kwestie aan
de (orde komt.
.Salarisactie blijft echter noodig; kan die ac
tie nu niet meer gericht zijn op verhooging
der wettelijke minima, omdat Minister Heems
kerk met slaande argumenten hee't aangetoond
dat daar voor 1913 niets meer van kan komen.
Doch na 1913? Vaststaat dat de wettelijke mi
nima de oorzaak zijn van veel verkeerds. En
zou het nu niet dwaas zijn als de onderwijzers
zeiden: laat ons de minima m or houden, mits ze
maar wat worden verhoogd? Bovendien, zoo
als blijkt uit hetgeen Minister Heemskerk in de
Tweede Kamer zeidc, koerst ook de Regeering
naar verbetering der onderwijzers-salarissen in
verhand niet de oplossing van het onderwijs
vraagsluk. Bij die oplossing zat een einde moe
ten gemaakt worden aan de bevoorrechting van
hei Openbaar Onderwijs; en da! zal niet gaan
met behoud der minima.
Als zijn derde stelling omtrent dit punt, be
toogde spr. dat de salar-sactie moet gevoerd,
worden in nauw verband met de actie voor fi-
nancieele gelijkstelling, als een tweespan, dat
onder één leiding gaat naar Hetzelfde doei. Even
als -finaneieele gelijkstelling is ook de positiever
betering der onderwijzers een algemeen belang.
Ze zijn tweeërlei en toch één.
Naar aanleiding dezer rede ontspon zich cenig
debat. De voorzitter o.a-. was van meening, dat
een salarisverbetering zéér goed zou niogelijl
zijn met behoud van hef stelsel der minima,
indien deze aanzienlijk zouden worden verhoogd
althans zoolang het onderwijs geen Rijkszaak is.
Wegens het bezwaar, dat de geinemte dan niet
zou, mogen gaan boven de door het Rijk be
paalde salarissen. Waarop de inleider er op wees
dat het ook niet zijn bedoeling is, dat de wei
precies de salarissen vasts'ét. Overigens achtte
hij het thans alleen noodi», dal men zich ovef
het beginsel zou uitsprekeneventueele bezwa
ren «uilen bij nadere studie onder de oogen
moeten worden gezien. Ook hij ziet nog niet
ho© het kan, doch waar gezaghebbende mannen
zeggen dat het kan, zijn zijn bezwaren leger,
de minima zoo groot, dat hij aanneemt dat het
kan.
Door anderen werd betoogd, dat de bij: ondén
schoolbesturen vrijheid moeien behouden om bo
ven de Rijksregeling te gaan. Wat weer bestreden
werd met er op te wijzen, dat dan weer dezelfde
onbillijkheid zou ontstaan, waar men thans tegen
opkomt.
Bij de voortgezette bespreking van de agenda
der D. V. werd naar aanleiding van een viertal
daarop geplaatste voorsteden betreffende een ac
tie voor finaneieele gelijkstelling en salarisver-
betering met algemcene stemmen de volgende
door het Bestuur van Sectie B voorgestelde mot
tie aangenomen:
Sectie B, bijeen in haar voorjaarsvergade
ring van 1912 te Den Haag,
overtuigd, dat finaneieele gelijkstelling tusscben
openbaar en bijzonder onderwijs een ona'wijs-
bare cisch is voor het bijzonder onderwijs,
overluigd, dat wettelijk gewaarborgde voldoen
de salarissen een onafwijsbare eisch is voor
do onderwijzers.
spreekt als haar meening uit:
dat krachtige actie en voor finaneieele gelijk
stelling èn voor wettelijk gewaarborgde voldoende
salarissen door de D. V. noodig is,
en besluit
I. te bevorderen, dat de Algemeene Vergade
ring der. D. V. op Pinkster III besluit tot krach
tige actie èn voor fin. gelijkstelling èn voor
aanzienlijke verbetering der wettelijk gewaar
borgde salarissen,
II. een eventueele actie der D. V. zoo krach
tig mogciijk te bevorderen." G.
99
73.)
De financier gaf hem een t-eeken. Hij na
derde. j
Leieester, sprak de bankier in het Lu-
gelsch tot hem, zorg ervoor, dat niemand om j
deze kamer heensluipt zoolang die mijnbeer
er is.
Be bureauknecht boog zonder een woord te
spreken, daar zijn oogen reeds voor hem had-
den geantwoord.
Ondanks dit. bevel sloot de financier de
deur met den sleutel af en liet ten o ver vlo© - j
de vóór den ingang der spreekkamer1 een dik j
fluweel en gordijn vallen. Zoodoende zou ze-
ker niets van het gesprek, zelfs al ware bet
heftig, gehoord worden. j
Ik wist dat n in Frankrijk was, prins,
zeide hij tot Monte-Léone, nadat hij hem een
stoel had aangeboden. En zoo ik me niet aan j
het hp is in Cours ia-Reine heb aangemeld,
waar ik zelf de minste bijzonderheden van
uw installatie heb geregeld, dan is dat omdat
ik wachtte op een bevel van u.
Je hebt goed gehandeld, antwoordde
Christoval, die tot een mindere scheen te
spreken en wiens koelheid nog grooter was
dan gewoonlijk. Je hebt geraden dat ik niet
wil gehinderd worden, 'tls goed. Wil je me
nu rekenschap geven van de manier waarop
je je belofte gehouden hebt tegenover mijl
Niets gemakkelijker dan dat!
Je herinnert je nog wel, niet waar, de
manier waarop we hebben kennis gemaakt
en die d© aanleiding was tot de belofte in
kwestie.
Ja! Op zekeren dag sprak Ralph Oha-
tram tot mij:
Claïn, je bent eerzuchtig, je hebt geen
geld, en daar je Engelschman van geboorte
bent, zult ge zeker meer moeilijkheid onder
vinden dan een ander, om fortuin te ma
ken. Nu biedt zich een eenige gelegenheid
voor je aan om tot fortuin te geraken: wil
je die gelegenheid aangrijpen?
lie was tot. alles bereid. Ik vroeg welke
die gelegenheid was, en de beroemde Ame-
rïkaanscbe bankier antwoordde mij het vol
gende:
Op een klein eilandje in den Indisehen
Archipel woont een vag mijn vrienden, die
fabelachtig rijk is: de prins van Monte-
Léone. Ik ken hem bijzonder goed. Eenigen
tijd geleden is hij naar New-York gekomen
voor zekere zaken, en hij heeft mij verzocht
voor hem een man 3e zoeken, die in staat
j zou zijn, voor zijn rekening ju Frankrijk een
1 vr
..eemde opdracht te volbrengen, waarvoor
hij buitengewone hoedanigheden van wils-
kracht, verstand en wil noodig had. Ik be
loofde hem iemand te zullen opsporen, want
toen had ik niemand op het oog. Maar nu
sehijn jij me den man toe, dien mijn vriend
wenscht. Met. hetgeen hij je wil doen onder
nemen .zijn millioenen te verdienen.
Ik neem het aan, antwoordde ik dade
lijk met geestdrift. Wees zoo goed mij nadere
bijzonderheden mede te deelen omtrent het
geen ik zal te doen hebben.
Neen, verklaarde Ralph Chatram. Monte-
Léone zal je zelf alles zeggen wat hij denkt
dat noodzakelijk is om je uit te leggen. En
alles wat ik doen ban, is je mijn jacht af
te staan, dat je dadelijk naar hem toe zal
brengen. Dat weet u reeds allemaal, niet
waar, prins?
Met een strak gezicht als van een bronzen
afgodsbeeld hoorde Monte-Léone Claïn aan
met groote oplettendheid.
Ja, zeide hij, ik ken al die dingen, maar
toch wil ik ze nog wel eens hooren. Ga voort.
Ik kwam op het eilandje Santa-Maria
aan, en daar heeft u mij inderdaad uitgelegd
hetgeen u van mij verwachtte:
Ik moest mij als man van zaken in ze-
kere omgeving in Frankrijk gaan vestigen
en dan, zonder dat ik een bijzondere opdracht
scheen te hebben, moest ik sommige perso
nen, -welke u mij aanwees, ruïneeren en voor
al onteeren. 't Waren: baron Berthier, zijn
neef Eugène de Graves, vervolgens den huis
vriend dr. Lafont. Toen gaf u mij twee mil-
lioen als stille vennoot, en tegelijkertijd heeft
u tot mij gezegd:
Indien deze som niet voldoende is, zal
ik ze verdubbelen. Doe zaken in de boogste
kringen, ik geef u volkomen vrijheid. Spe
culeer op de hartstochten, de belangen, de
behoeften'. Voor degenen die niet aan de be
koring weerstand bieden, is het te erger. Je
zult een dienst bewijzen aan Frankrijk door
het te zuiveren van schoften, die, in plaats
van zich bezig te houden met, zijn grootheid
en belangen, hun mandaat en hun plicht ver
zaken, die het vernederen en in minachting
brengen. Als er eenige schandalen uitbre- j
ken, zal Frankrijk van die feiten verlost ra- j
ken en ons dankbaarheid verschuldigd zijn. j
Zij die integendeel weerstand bieden aan de
verlokkende aanbiedingen, welke gij hun
kunt doen, zullen grooter en sterker blijven,
beter doordrongen van betgeen het vaderland
van hen verwacht. Wat de Berthiers aan
gaat, 'tzal mij niet verwonderen, zoo je al
zeer weinig moeite zult hebben om hen te
brengen waarheen ik wil.
Toen kwam ik in Frankrijk. 'tHuis Ber
thier was verbazend rijk. Ten spijt van de
domheid van dengene die het bestierde was
de instelling zoo goed ingericht, dat zij weer
stand bood aan alle slagen, welke de dwaas
heid van Louis Berthier. zijn onachtzaam
heid, zijn luiheid, zijn liefde voor 'tspel en
de slemppartijen haar toebrachten, evenals
aan de aanhoudende uitspattingen en de on-
verzadelijke behoeften van Lafont en van de
Graves. Toen heb ik mij met Berthier ver
bonden. Dit was gemakkelijk, door zijn hoog
moed te vleien. Een procuratiehouder, dien
hij had, een uitstekend man, Martin Fonte-
noy geheeten, had hem juist verlaten.
Waarom? onderbrak Monte-Léone voor
de eerste maal.
Dat kon ik onmogelijk te weten komen.
Maar van dat oogenblik af was Berthier
aan mfj overgeleverd.
Op eigen vleugelen drijvend na het ver
trek van Fontenoy, heeft hij op sommige
markten van Londen en Frankfort slechte
zaken gemaakt. De verliezen, die hij in wei
nig tijd leed, bedroegen kolossale sommen.
Toen is hij er in Frankrijk weder bovenop
willen komen, en daartoe heeft hij zieli over
gegeven aan alle gemeenheden en laaghe
den, waartoe alleen woekeraars en gemeene
bandieten in staat zijn. Aldus is hij de be
ruchte man van geheel Parijs geworden, die
de ongelukkigen ten val bracht, welke om
den goeden naam der firma hun belangen
aan hem hadden toevertrouwd. Zijn politieke
invloed was groot. Hij heeft dien verkocht
eu zelfs aan iedereen opgedrongen. Om het
blad van zijn neef, de Nation Francaise, met