BLAD fS'ï I»!; De millioenen-Prins. 1. H. W. Grundemann Nouveauté Affisteröamsclie Beurs. Tela#. no. Sm 4e étalages ITENLAND. BINNENLAND. Kousen. Au Bon Marché oyons J, HUIZING. Import Mmerican Shoe'®. Groote Houtstraat No. 44. i Haarlem-Brussel. Sokken. ¥ÜÏJDHG 7 JUm üiLf. laatsts Hh Een teleurgestelde. Opgegeven door F. Th. Eversrd. 9/f/s mu Whs P/16 58% 251/4 7U/i0 38% 27 iï1 n FEUILLETON Groote roman, naar het Fransch van P. d'Aigremont. Welke? «itsas MLEMSCHE cou Onder de teleurgestelde liber aaltjes in België, die al zeker gehoopt hadden dat die gehate en domme „elericalen" nu toch voor den vereenigden stormloop van al. wat lie ver Turksch dan Paapsch is zouden bezwij ken, behoort ook de Belgische correspondent van het „Handelsblad". Dezelfde man, die de sc'hendplaat van den vetten monnik achter 'n ehampagnefleseh zoo „drollig" vond. Hoort hoe de man over den verkiezings- Zondag schrijft: „Het is een treurige dag geweest! Za terdag reeds had een geweldig onweer de zon verdreven, en heel zeker heeft men dit in de dorpen, 's anderendaags in de vroegmis, aan de liehtgeloovige boerkens als een waarschuwing des Hemels voor gehouden". Is het niet goed gevonden? In dezen toon gaat het door, héél een „Bel gische brief" lang, waarin de dwaze zelfver heerlijking van „wij alleen zijn het intel lect!" uit den treure wordt opgehaald. De man betreurt het „dat een aantal liberale flaminganten vermoedelijk liever hun stem uitbrach ten voor een hollen, lyrisohen declama tor als Frans van Cauwelaert, la belle barbe van het jonge flamingantisme, dan voor den liberalen franskiljon Delvaux". Hij vertelt óók, op de manier van de Bel gische trottoirblaadjes over „omkooping dooi de regeering" en schrijft zonder blikken of blozen: „Men schat het op 27 millioen, hetgeen de verkiezingscampagne aan de regee ring gekost heeft, dit natuurlijk met het geld van iedereen!" Hiermee bedoelt deze liberale briefschrij ver: 27 millioen francs voor omkooping van kiezers!! Men vraagt zich met verbazing af, of onze liberale krantenlezers dat nu maar alles met goed geloof zullen slikken? Het lijkt ons toch te grof! Dat de man verder aldus nog praat over de katholieken: „de macht behouden zij slechts door behen dige knepen en ondergrondsch gekonkel", kan slechts een glimlach wekken, en ziin ver zekering: „De regeeringspartij heeft zich langzamerhand onmogelijk gemaakt. Zwel lend van overmoed en triomf zal zij hare in zichten trachten door te drijven tegen den wil van het volk in" noopt u tot een schaterlacht. Vooral die „wil van het volk" is goed, zoo vlak na dezen uitslag van de verkiezingen! Maar waarschijnlijk bedoelt de man „de wil van het rapalje", dat nu de ker- jten in brand steekt, zonder dat de liberale burgemeesters er een hand tegen uitsteken. Het mooiste van den geheelen brief is ech ter de phrase: „het liberalisme is in België levenskrachtiger dan ooit" Heuseh, zoo'n briefschrijver is goud waard. Wie als teleurgestelde nog zóó optimist is, verdient wat beter bekend te worden. Daar om hebben we een paar staaltjes van 's mans vermakelijk proza maar eens opgehaald. -O- Moord in een rechtszaal. Te Oyonnax, in het Pransche Ain-departe- m'ent, trad een man, Couté genaamd, tijdens de zitting de zaal van het kantongerecht bin nen en eischte onstuimig een acte op. Toen hem die geweigerd werd, loste hij een revolver schot, waarmee hij den griffier doodde, terwijl een tweede schot den kantonrechter verwondde. De moordenaar werd gegrepen. Ontploffing. Door de ontijdige ontploffing van een dyna- mictlading bij den aanleg van een lijn voor den Oanadeeschen Noorderspoorweg bij Kingston in Ontario, zijn 8 arbeiders gedood en 6 zwaar ge wond. Het Titanie-onderzoek. De directeur der White Star, Ismay, i« weer verhoord. Hij verklaarde nogmaals dat de ge heimzinnige scheepsliichten welke hij za,g, toen hij de Titanic verliet, van een zeilschip en niet van een stoomschip waren geweest. Ook waren deze lichten aan stuurboord en niet aan bak boord, zooals de lichten van de Galifornran, die Ismay verklaarde niet te hebben gezien. Spr. geloofde dat de Oalifornian de vuurpijlen van de Titanic moet hebben gezien. Van een bijzonder voorschrift, den kapiteins van trans atlantische booten meegegeven over de wijze waarop hij aanwezigheid van ijs moet worden gehandeld, weet hij niet af. De booten van de White Starlijn ontmoetten haast nooit drijfijs, zoodat dat niet te verwonderen was. Aan het radiotelegram, waarin Zondagsavonds was ge meld dat in den koers van de Titanic drijfijs was, had hij weinig aandacht geschonken. De voorzitter merkte op„Maar de Titanic ont moette een ijsberg, dat is heel iets anders dan drijfijs." Ismay erkende voorts dat hij wel wist, d,at er nog veel passagiers en leden van de bemanning- op het schip waren, toen hij het verliet. Hij zag er op .dat oogenblik geen, maar hij moest toe geven dat hij toen ook niet aan hen had ge dacht. S.andersoD, een van de leden van het bestuur van de White Star lijn, getuigde na Ismay. Deze verklaarde, dat het onnoodig was om aan de trans-atlantische schepen zooveel reddingsboo- ton mee te geven, dat alle opvarenden er in zou den kunnen plaats nemen .Zooveel reddingsboo- ten zouden in de meeste gevallen niet van nut kunnen zijn. Getuige zou het beter vinden als de booten nagenoeg onzinkbaar zouden worden ge maakt. Het zeer buitengewone geval van de ramp van de Titanic kon getuige's meeniing in dezen niet veranderen. Ellende in Rusland. Het Russische hulpcomité te Londen heeft een verslag ontvangen over de toestanden in de uitgehongerde Russische districten, dat een treurig licht werpt op veel nood en el lende. Zoo bezitten bijv. in de provincie Sara- tof tal van boeren nog slechts enkele lom pen om zich te kleeden, waarmede zij htm hutten konden verlaten. In het dorp Feodo- rowka zijn de kinderen bijna doorschijnend als was, gelijk een der onderwijzers vertelde en alle vragen beantwoorden zij met een ver zoek om brood. Een klein meisje in het dorp Max-insk in de provincie Tobolsk smeekte haar moeder voortdurend om voedsel en de moeder, die zelf sedert weken niets had ge geten, werd plotseling bij den aanblik van haar hongerig kind waanzinnig, viel er op aan en begon als een wild beest er in te bijten. In de steppen van Samara lijdt de bevol king aan scheurbuik. Een geneesheer, die de zieken hielp, vond in een bijna geheel ver vallen hut een stervende vrouw. Zij bad geen enkelen tand in den mond en naast haar la gen vijf kleine kinderen. De vrouw vertelde, dat, wanneer het baar mogelijk was, zij kaar kinderen brood gaf. Bij bet onderzoek bleek, dat twee kinderen aan typhus leden. De moe der zag er uit als een oude vrouw en zij was slechts 28 jaar oud. De nood moet in dit dis triet ontzettend zijn en het ergste is, dat de boeren alle hoop op een verbetering van hun toestand hebben opgegeven. Zij liggen lang uit naast elkaar op den grond en wachten den dood af Uit liet Engelsche Lagerhuis. De laatste reis van Haldane is in het En gelsche Lagerhuis ter sprake gebracht. Een afgevaardige vroeg den minister van buiten- landsche zaken of er iets meegedeeld kon worden over de reis, die minister Haldane pas naar Berlijn heeft gedaan. Grey antwoordde, tot zijn spijt niet de me- diedeeling te kunnen doen dien de geachte afgevaardigde wenschte, aangezien lord Hal dane tijdens het reces in het geheel niet te Berlijn is geweest. Wel is waar, dat hü, over eenkomstig een gewoonte die op den duur bijna een tweede natuur in hem is gewor den, verleden maand weer zijn vacantie in Duitsehland heeft dooi-gebracht. Terwijl hij daar was is hij met geen politiek persoon in mondeling of schriftelijk verkeer geweest. Het was een echte vacantie, van alle smetten vrij, ofschoon ik van vertrouwbare zijde ver neem voegde Grey erbij dat hij op reis is gegaan in gezelschap van iemand, in wien men in Duitsehland om den snit van zijn baard den eersten minister of mij heeft mee- nen te herkennen. Uitbundig gelach! Asquith en Grey heb ben beiden een gladgeschoren gezicht. NA HET PARIJSCHE BEZOEK VAN ONZE KONINGIN. Het „protocol." Men kan zich geen voorstelling maken welk een hoofdbreken het heeft gekost, om een der onderdeelen van het bezoek onzer Koningin aan Parijs te regelen. Een van de voornaamste etiquette-kwes- ties liep, zoo meldt een cori-espondent, hier over: De Koningin der Nederlanden is een Sou- verein en de heer Fallières is een Souverein. Doch terwijl de Pring der Nederlanden een Prins-Gemaal is, wordt hét bestaan van me vrouw Faillières niet erkend door de Fran- sche Grondwet. Nu schreef de etiquette voor, dat, omdat de heer Fallières de Koningin geleide had gedaan tot Haar residentie aan de Quai d'Orsay, de Koningin tien minuten later een tegenbezoek had te brengen aan den presi dent der Republiek in diens paleis. Doch een vrouw kan geen bezoek brengen aan een man, alhoewel deze vi-ouw een Koningin en het hoofd is van een Staat. Evenmin kon de Koningin een bezoek brengen aan mevrouw Fallières, aangezien de Grondwet een me vrouw de Presidente niet erkent. Vervolgens kon de Prins-Gemaal de Koningin niet ver tegenwoordigen door aan mevrouw Fallières een bezoek te gaan brengen, omdat het be zoek van een Prins-Gemaal iets anders is dan van een Souverein. Na weken inspannende studie wist het Fi-ansehe protocol, dat als het stiptste insti tuut ter wereld hekend staaa, in overleg met het Haagscbe Hof, dat zeer op het in acht nemen van de etiquette is gesteld, tot een oplossing der moeilijkheden te komen. Men bedacht er dit op: President Fallières begeleidde de Koningin naar de Quai d'Or say, terwijl de Koningin hier bij het afscheid nemen tot den President zeide, dat Zij liet het genoegen hoopte te hebben den Presi dent onmiddellijk een tegenbezoek te bren gen; waarop President Fallières de Konin gin verzocht., zich die moeite ndet te geven. Daarop stemde dan de Koningin toe met het uitspreken van Haar vriendelijken dank, en de Prins-Gemaal zou in plaats van de Ko ningin zijn opwachting aan het Elysée gaan maken. Aldus geschiedde. Aan de etiquette was voldaan. Het protocol kon gerust zijn! OVER „STAATSSOCIALISME". De „Standaard" schrijft Ook bij de ziektewet bomt het vraagstuk van het Staatssocialisme weer aan de orde.. Jammer slecht», dat er over die beteekenis van dit booze woord nog steeds, ook onder ons, zoo te betreuren misverstand bestaat. Toch is bet probleem, dat hiermee aan de orde komt, uiterst eenvoudig. Plato zei, dat de Staat de kinderen moet op voeden. Dat is Staatssocialisme. Wij zeggen, dat het gezin, of, zoo dit te kort schiet, de fa milie, of, zoo ook die haar plicht niet doet, de philantropie, er voor te zorgen heeft, en dat die Staat de opvoeding van de kinderen niet aan zieh mag trekken, dan wanneer allen die, het doen moeten, het niet doen, 0f het niet genoegzaam doen. Zoo ook met de Armenzorg. Zijn er'armen, dan moet eerst de familie zorgen; doen dezen het niet en behooren die armen tot de Kerk, dan moet de Kerk het doen, doet ook deze het niet, of behooreu de armen tot geen Kerk, dan moeten particulieren optreden; en eerst als deze allen nalatig blijven of niet genoeg doen, komt de beurt aan den Staat. Zoo zeggen wij. De vrienden van het Staatssocialisme daarentegen zeggenDe Staat treedt ter eerste instantie op en geeft b.v. Staatspensioen aan de ouden vtan dagen. En zoo gaat het met alles. Zoo ook met de verzorging van de zieken Tegen ziekte is verzekering het gemakkelijkst middel om allen te bereiken. Nu zegt de Staatssocialist, dat moet dan de Staat doen. Dat ligt op den weg van den Staat. Dat is Staatsplieht. Dat was zoo voorheen. Dat is zoo nu. En dat zal altoos zoo blijven. Wq zeggen daarentegen: Niets er van. De zorg voor ziekte komt voor rekening van het gezin voor rekening van de familie, voor reke ning van de philantropie. En wil men ook hier verzekeren, verzekere ieder dan op eigen gele genheid of met vriendten. Vrijwillig en op eigen initiatief. En eerst wanneer blijkt dat deze al len het al of niet kunnen doen, of niet genoeg zaam doen, of niet willen doen, zoo dat er nood- stand geboren wordt, dan moet de Staat op treden en het als zaakwaarnemer doen. Doen tot tijd en wijle het eigen initiatief het tien kan. Niets is dus eenvoudiger. De Staatssocialist zegt: het was, is en zal steeds blijven de eigen roeping van den Staat. Wij daarentegen zeggen: Het was, is en zal steeds blijven de roeping van de maatschap pelijke factoren. Alleen zoo deze te kort schie ten en er noodstand is, treedt de Staat op. En dan niet als in zijn eigen zaak, maar als zaakwaarnemer voor een ander. ONVERDACHTE LOF! Deliberate Overzichtschrijver van de liberale N. R. C. schrijft over Minister Talma, naar aanleiding van de verwerping der Bakkerswet, o. m. deze kenmerkende zinsnede: „Weliswa r kunnen wij het beleid van dezen bewindsman niet bewonderen, maar twee zaken moeten wij erkennenhij is een hard werker en hij is wat thans vooral ter zake doet het tegen deel van een pluimstrijker en flikflooier, die voor zijn ministeriëelen zetel alles veil heeft. Als een man als minister Talma na dit échec, dat trouwens niet zijn eerste is (men denke slechts aan de Bruseelsche tentoonstelling), niettemin zal aanblijven, valt dit te beschou wen als een offer, door zijn zelfbewustzijn en trots aan den wensch van zijn ambtgenooten en aan eigen plichtsgevoel gebracht." LEVENMAKERS. De postambtenaren hebben van den Minister een kindertoeslag ontvangen. Natuurlijk „groote ontevredenheid", dat spreekt! Op de jaarvergade ringen van den z.g. neufralen Bond van Neder land, sche Post en Telegraaibeambtan, werd die toeslag ook bestreden; die toeslag werkle belem merend op d,e salariisactie. Men moest zoo zei den enkele luidruchtigen, tegen dien toeslag strij den. Er werd daartoe een voorstel gediaan en dat werd.verworpen met 247 tegen 23 stemmen Hieruit, zoo merkt de ^Nieuwe Prov. Gron. Cr. qp: Hieruit blijkt, dat men deze regeling onder de postambtenaren op prijs stelt, hoewel men er natuurlijk zich niet al te dankbaar voor be toomt, hoogstwaarschijnlijk omdat men vreest, dat dit de actie voor salarisverhooging maar zou schaden. Uit het verslag van deze nogal rumoerige ver gadering blijkt echter opnieuw, welk een indruk het lawaai van eenige ontevredenen kan maken. De menschen, die tegen den kindertoeslag war renhoogstwaarschijnlijk soc.-democr., maak ten zoo'n drukte, dat de Voorzitter, die geen afkeuring van dezen maatregel wilde, het voor ste', om tegen den kindertoeslag te ijveren, niet in „stemming durfde le brengen. De voorzitter trachtte sleeds de stemming te voorkomen. Hij vertrouwde, lettend op het la waai, dat er gemaakt werd uoor die tegenstanders, de vergadering niet. Maar heftig bleef men op stemming aandringen. En 't resultaat? Er waren maar 23 tegen den kindertoeslag en 247 voor, 23 tegen 247; en toch maakten die 23 een herrie, alsof zij de meerder heid vormden! De voorzitter is stellig één ervaring rijker geworden. Deze n.L, dat men naar 't geschreeuw van enkele ontevredenen de stemming van 't geheel niet moet afmeten. Zij, die tevreden zijn, zwijgen gewoonlijk. Maar de ontevredenen maken een geweldig kabaal, om den indruk te wekken dat heel de wereld 't met hen eens is. Is deze vergadering van postambtenaren niet een beeld van heel ons maatschappelijk leven? De brutalen hebben immers de halve wereld. Behalve.... wanneer het op stemmen aankomtI Men ziet aan aan België 1 Vorige koers. 3 pCt. Cert. Ned. W. S. 2ys' pCt. Cert. 5 pCt. labaksI. Buig. i Oblig. Kronenrenle. 5 pCt. April—Oetoberrenle 1 Jan.—Julirente. 4i/2 4y2 4 K f> Rusland 1909 iwangor Dombrowo Groote Russ.sp. 1898 Nicolai Sp. Rusland 1880 Zu kt-West V Rusland Hope Rusland 18940e Eai. Rusland Binnen!. 5 pGL Imp. U ?n Japan' 5 pCl. Binuf Mexico. 5 Goucii. m p. St. 3 p.Ct. hunding Brazilië, 3 Batiiia in g. st, 5, Para 1902 3 Rto de Janeiro (I-'.L 3 Blo Paulo 1908 3 pLt. Ltocumca 4 pCL Algein. hi.B.K, 4 llaarL H.B.K. pCL Argent H.B.L. 3 dito Ceduia K. iLA t> Bug. Band C.8g. Aancl. Amalgamated Coppci a ét10- Dar en Efiunm-y a Am- Ride en Leatiu Bntieu btates Steel it Cult, Mij. Vors tem. a Baud. JUaaLscü, Gew. Annci Patelen l Aanit iOedjaug Bedong, AancL UeconsyL Petrol. s Koninklijke petr. Aanu. AmsterU Rubber,, a DfiiirBiatayia a Nadert, Aand, Java, China, Japan V/s P.G t- Urn, Marine Pren. Marine Lynini. Marine Aanu. Amsterdam Heli" ti Arendsburg labali. Aand. Muil. Bpofic Aanu. B laats spoor V/s P.Gd Gin. undergToum. Aanu, „Warschau „Woenen V/s P.Gd Mosk. Kieuw. AVkii. V/s iWladikawkas, Lommen 1 opeka. 4 pCL Alg. Hyp. lope ka 4 Conv. lid. idem. Lommen Denver Common Erie 4 pCL general Erie 'j Common Kansas L. bauLti. Prei. Kansas C. South, 3 pCt. Gbb idem. Lommon Missouri K. I, 4 pGb le nyp. idem, V/s p_Ct.KaL iiaitw ol Mexir. Lommon New-York Ontan Lommon Norleik Common Rock island Common Soutn Pacific 4 pCL Couvert idem 4 d le Rel. Hyjx, idem Comm. Southern Railw, Common Union Pacific 4 pCt goud Ohl. idem 4 Convert Obi idem Common Wabash Sh. V/s P„Gd Brazil Raifw, 3 pCL Yucatan, V/sP-Gd Antwerpen 1882, ïurkije 1820. Prolongatie 801/ic 67«/]c ÖS1/4 881/2 92 9312 8/6/i6 85 8/ie 871/s 87> 901/9 93 4ö7/ie 100 !/16 1081 QGS/ 981/2 1 107 ?/g 11S/16 102 97 9 cd/4 9H'/le 841U 58 24 69U/ie 176i/4 ISyi/o 031/4 3i0 274 oOOl/j 2143/4 119 691/4 1068/4 051/g 19 9/16 415/l£ 65 i1. 47 861 98 997/g 86 96 97J/a 1061/2 9öi/8 1071/a 903/g Si9/16 783/4 '243/4 563/g 711/4 Ü7 e/16 951/4 99u/ie 373/4 IO93/4 25U/k. IO91/2 947/g 9V/lfc 28i/g l®9'/g lUOi/4 l00r/le 7liil6 991/2 973/4 82i/2 46i5/ic S Juni. U. 673/4 883/4 9515 891 k 873/, 861/4 87% 871/4 921%6 1021 k 97% 98% 95 983/4 1753/4 52 323 2741/2 502 213112 805% 89 106 651/4 191/2 5 652% 871/2 99% 96i/2 107 105% 2i%c 3514 24% 57 71% 28x/ie 951/4 38% :6R/. 16 1103/4 947/, 171% 100% 1011/4 716/ie 86%, 59 25% 715 177 825 280 510 65% 193/4 21 351/2 26% 571/2 28% Die fondsen markt te New-York opende gis teren, in een vaste stemming. Kolen sporen w,arejn geivraagd. Gunstige oogstberichten de den de grafliiivieirvperenjde lijnen eveneens op knopen Zioodait eene algemeene verbetering plants had en de markt vast sloot. Dp Amerik. afdeeling aan onze beurs nam de willige steinmijng y"an (Wallstreet slecht» ten deele over, Amalgamated, Steels en v|an de Spotorwegjsoorfen Southern Rails en Rock Island weiden het meest, verhandeld. Indische petroleuma,and©elen openden prijs houdend .en Ijepen op Joujt-enl anüsche aan knopen hooger. Rihmcensahe soorten piijshou dend. Tabaksmarkt vtotor ,de hoofdsoorten een paar procent beter. Holl Staatsfondsen vast. Russen stil. 98.) Louis had nog geen haaltjes geil aan, of er Werd een licht geluid vernomen aan den te- gen 0 ver ges telden kant van waar zij binnen gekomen waren. Daar was eveneens een deur, verborgen door een draperie van de zelfde stof als waarmede de wanden waren bekleed. Dat zal iemand zijn, die den weg naar deze schuilplaats ontdekt heeft, evenals wij, aei Lafont, in antwoord op een vragenden blik van Louis. Waarschijnlijk wel, meende deze, maar *t is jammer, we zaten juist zoo gezellig al leen. Op hetzelfde oogenblik werd bet geluid duidelijker, en een vreemd iets vertoonde zich voor de oogen van beide medeplichti gen. 't Was een lange, slanke, zonderlinge ge stalte, geheel en al in wit satijn gewikkeld. Bij nadere beschouwing bleek 1"»+ kle«l den vorm te hebben van een lijkkleed. Louis, die bxjgelooviger was dan Lafont, richtte zieh op zijn divan op, en met klapperende tanden stotteixte hij: Wat beeft dat te beteekenen? Wat is dat? Lafont haalde de schouders op en ant woordde: Ben je er bang voor? Zie je dan niet dat het een maskeradegrap is? Daarna opstaande, richtte hij zich naar den persoon, die door de lijkwade bedekt was, en vroeg: Wie ben je? Een spook, antwoordde de geheimzin nige gedaante. De waarzegger heeft met u zooeven afgespi-oken om hier te komen. Mij zendt hij in zijn plaats, om 11 de ge wensch te verklaring te geven. Bij deze woorden parelde het koude zweet over het geheele lichaam van Louis Ber- thier. De stem van het spook deed hem be ven. Lafont herkende ook die heldere en vaste stem, welke zoo onvergetelijk voor hem was. Een ontzettende vrees maakte zich van hem meester. Laten we heengaan, zeide Lafont, ter wijl hij beproefde Louis van den divan te doen opstaan, waaraan de angst dezen als vastnagelde; taten we heengaan, deze grap zou ons ziek maken. Maar het spook deed een paar passen naar rorpu en smak: Neen, gij zult niet vertrekken, of ik breng het geheele huis in opschudding! Aha! gij hebt eenige uitlegging611 willen hebben, dr. Lafont! Gij hebt willen weten waarom de waarzegger zooeven tot u zeide dat gij een gemeene fielt zijtEn nu gij ze uit mijn mond zult vernemen, nu wordt ge laf en angstig! Ge gevoelt dus dat het oogenblik der wrake gekomen is, 6n dat uw misdaden en die van den ellendeling, die daar vóór me j zit te beven, op vreeselijke wijze zullen ge- j straft worden door de mensehelijke recht- vaardigheidof anders door... mij Door ix?door xx?... herhaalde La font, die nog moedig wilde schijnen, tot twee maal toe. Maar waar zijt ge dan? Toen hief het spook tie hand op, de plooien van het doodskleed openden zieh en het hoofd verscheen: een nog jeugdig, trotech, verstandig hoofd, met koi-t zwart haar en verhelderd door twee blauwe oogen, vol wils kracht. O! God! mompelde Lafont, een paar stappen achteruit wijkend: Hij is het... Mi ehei Berth iét! Wat Loxxis aanging, deze sprong als dein den bliksem getroffen op, breidde de armen uit en riep: O, genade, Michel! genade, schandvlek me niet! Ik ben je vaders broeder!... Maar dadelijk daarop wankelde hij, gaf een gil en viel roerloos op den divan terugy als dood Lafont dacht er niet aan hem te helpen, of zich met hem bezig te houden. In een boek van de kamer teruggetrokken, met uitpui lende oogen, trillend over zijn gansche li chaam, zag men dat één gedachte hem be- beersclite, namelijk boe bet vreeselijke spook te ontvluchten. Door dezelfde deur waardoor het gekomen was, verdween het echter weder. Toen wierp Lafont, die zijn moed terug kreeg, zieh op de deur en wilde haar ope nen desnoods met geweld. Maar de deur was sterk en bood weerstand aan al zijn po gingen. Woedend liep hij den tuin in en kwam als een razexxde het salon binnenhol len. Het souper was juist gedaan, alle gas ten waren zonder masker. Waar is tie prins van Monte-Léone? vroeg de dokter aan een paar kennissen. Bij de hertogin de Miraflorès, welke hij vanavond niet verlaten heeft, werd hem ge antwoord. En waar kan ik de hertogin vinden? In het tweede salon. Hij drong door de menigte heen en kwam bij Immaculée. ït|en bad den dokter niet be drogen. Cbristoval «bevond zich aan de zijde van zijn zuster..Maai- vreemd genoeg was hij de Ridder van het Roode Hxxis, terwijl dexx geheelen avond de vrienden Martin Fonte- noy in deze vermomming dachten te her kennen. Lafont was te zeex- afgetrokken, om nu dat oogenblik het geheim te kunnen doorgroö' den, indien er een geheim was. Ben je er zeker van, dat Monte-Léone niet gedurende eend ge oogenblikken de her togin verlaten heeft? vroeg hij aan De Gra« vee, dien hij op eenige meters afstand be speurde. Denék goed na, want mijn vraag is van het hoogste belang. Ik behoef niet na te denken, antwoord de Eugène. Het toeval heeft gewild dat il sedert het souper bij deze groep gebleven ben, en de prins is hier niet van daan ge weest, dat verzeker ik je. Met een diepen rimpel op zijn voorhoofd antwoordde de dokter. Dat wex-pt al mijn veronderstellingen het onderste boven. Dat zal ik je later zeggen. Wees maar niet zoo verlangend, je zult het altijd nog te vroeg weten. De genoodigden begonnen reeds te vertrek ken. Sylvie wilde eveneens heengaan. Loxxi< was niet te vinden, en daarom 6telde de Gra ves aan zijn tante voor, haai-, Fran ooi se en Maxime te vergezellen. Voor het overige bekreunde men zieh niet 0111 de afwezigheid van Berthier; dikwijls genoeg verliet hij alleen de feesten, en liet zijn familie aan haar lot over. Maar Lafont, die wel wist waar hij hem vinden kon en die een schandaal wilde vermijden, ging op nieuw naai- den tuin en richtte zich naar het

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5