BLAD
fS'ï
I»!;
De millioenen-Prins.
1. H. W. Grundemann
Nouveauté
Affisteröamsclie Beurs.
Tela#. no. Sm
4e
étalages
ITENLAND.
BINNENLAND.
Kousen.
Au Bon Marché
oyons
J, HUIZING.
Import Mmerican Shoe'®.
Groote Houtstraat No. 44.
i
Haarlem-Brussel.
Sokken.
¥ÜÏJDHG 7 JUm üiLf.
laatsts
Hh Een teleurgestelde.
Opgegeven door F. Th. Eversrd.
9/f/s
mu
Whs
P/16
58%
251/4
7U/i0
38%
27
iï1
n
FEUILLETON
Groote roman, naar het Fransch
van P. d'Aigremont.
Welke?
«itsas
MLEMSCHE cou
Onder de teleurgestelde liber aaltjes in
België, die al zeker gehoopt hadden dat die
gehate en domme „elericalen" nu toch voor
den vereenigden stormloop van al. wat lie
ver Turksch dan Paapsch is zouden bezwij
ken, behoort ook de Belgische correspondent
van het „Handelsblad".
Dezelfde man, die de sc'hendplaat van den
vetten monnik achter 'n ehampagnefleseh
zoo „drollig" vond.
Hoort hoe de man over den verkiezings-
Zondag schrijft:
„Het is een treurige dag geweest! Za
terdag reeds had een geweldig onweer de
zon verdreven, en heel zeker heeft men
dit in de dorpen, 's anderendaags in de
vroegmis, aan de liehtgeloovige boerkens
als een waarschuwing des Hemels voor
gehouden".
Is het niet goed gevonden?
In dezen toon gaat het door, héél een „Bel
gische brief" lang, waarin de dwaze zelfver
heerlijking van „wij alleen zijn het intel
lect!" uit den treure wordt opgehaald.
De man betreurt het
„dat een aantal liberale flaminganten
vermoedelijk liever hun stem uitbrach
ten voor een hollen, lyrisohen declama
tor als Frans van Cauwelaert, la belle
barbe van het jonge flamingantisme, dan
voor den liberalen franskiljon Delvaux".
Hij vertelt óók, op de manier van de Bel
gische trottoirblaadjes over „omkooping dooi
de regeering" en schrijft zonder blikken of
blozen:
„Men schat het op 27 millioen, hetgeen
de verkiezingscampagne aan de regee
ring gekost heeft, dit natuurlijk met het
geld van iedereen!"
Hiermee bedoelt deze liberale briefschrij
ver: 27 millioen francs voor omkooping van
kiezers!!
Men vraagt zich met verbazing af, of onze
liberale krantenlezers dat nu maar alles met
goed geloof zullen slikken? Het lijkt ons toch
te grof!
Dat de man verder aldus nog praat over
de katholieken:
„de macht behouden zij slechts door behen
dige knepen en ondergrondsch gekonkel",
kan slechts een glimlach wekken, en ziin ver
zekering: „De regeeringspartij heeft zich
langzamerhand onmogelijk gemaakt. Zwel
lend van overmoed en triomf zal zij hare in
zichten trachten door te drijven tegen den
wil van het volk in" noopt u tot een
schaterlacht. Vooral die „wil van het volk"
is goed, zoo vlak na dezen uitslag van de
verkiezingen! Maar waarschijnlijk bedoelt de
man „de wil van het rapalje", dat nu de ker-
jten in brand steekt, zonder dat de liberale
burgemeesters er een hand tegen uitsteken.
Het mooiste van den geheelen brief is ech
ter de phrase: „het liberalisme is in België
levenskrachtiger dan ooit"
Heuseh, zoo'n briefschrijver is goud waard.
Wie als teleurgestelde nog zóó optimist is,
verdient wat beter bekend te worden. Daar
om hebben we een paar staaltjes van 's mans
vermakelijk proza maar eens opgehaald.
-O-
Moord in een rechtszaal.
Te Oyonnax, in het Pransche Ain-departe-
m'ent, trad een man, Couté genaamd, tijdens
de zitting de zaal van het kantongerecht bin
nen en eischte onstuimig een acte op. Toen
hem die geweigerd werd, loste hij een revolver
schot, waarmee hij den griffier doodde, terwijl
een tweede schot den kantonrechter verwondde.
De moordenaar werd gegrepen.
Ontploffing.
Door de ontijdige ontploffing van een dyna-
mictlading bij den aanleg van een lijn voor den
Oanadeeschen Noorderspoorweg bij Kingston in
Ontario, zijn 8 arbeiders gedood en 6 zwaar ge
wond.
Het Titanie-onderzoek.
De directeur der White Star, Ismay, i« weer
verhoord. Hij verklaarde nogmaals dat de ge
heimzinnige scheepsliichten welke hij za,g, toen
hij de Titanic verliet, van een zeilschip en niet
van een stoomschip waren geweest. Ook waren
deze lichten aan stuurboord en niet aan bak
boord, zooals de lichten van de Galifornran,
die Ismay verklaarde niet te hebben gezien.
Spr. geloofde dat de Oalifornian de vuurpijlen
van de Titanic moet hebben gezien. Van een
bijzonder voorschrift, den kapiteins van trans
atlantische booten meegegeven over de wijze
waarop hij aanwezigheid van ijs moet worden
gehandeld, weet hij niet af. De booten van de
White Starlijn ontmoetten haast nooit drijfijs,
zoodat dat niet te verwonderen was. Aan het
radiotelegram, waarin Zondagsavonds was ge
meld dat in den koers van de Titanic drijfijs
was, had hij weinig aandacht geschonken. De
voorzitter merkte op„Maar de Titanic ont
moette een ijsberg, dat is heel iets anders dan
drijfijs."
Ismay erkende voorts dat hij wel wist, d,at er
nog veel passagiers en leden van de bemanning-
op het schip waren, toen hij het verliet. Hij zag
er op .dat oogenblik geen, maar hij moest toe
geven dat hij toen ook niet aan hen had ge
dacht.
S.andersoD, een van de leden van het bestuur
van de White Star lijn, getuigde na Ismay. Deze
verklaarde, dat het onnoodig was om aan de
trans-atlantische schepen zooveel reddingsboo-
ton mee te geven, dat alle opvarenden er in zou
den kunnen plaats nemen .Zooveel reddingsboo-
ten zouden in de meeste gevallen niet van nut
kunnen zijn. Getuige zou het beter vinden als de
booten nagenoeg onzinkbaar zouden worden ge
maakt. Het zeer buitengewone geval van de
ramp van de Titanic kon getuige's meeniing
in dezen niet veranderen.
Ellende in Rusland.
Het Russische hulpcomité te Londen heeft
een verslag ontvangen over de toestanden in
de uitgehongerde Russische districten, dat
een treurig licht werpt op veel nood en el
lende. Zoo bezitten bijv. in de provincie Sara-
tof tal van boeren nog slechts enkele lom
pen om zich te kleeden, waarmede zij htm
hutten konden verlaten. In het dorp Feodo-
rowka zijn de kinderen bijna doorschijnend
als was, gelijk een der onderwijzers vertelde
en alle vragen beantwoorden zij met een ver
zoek om brood. Een klein meisje in het dorp
Max-insk in de provincie Tobolsk smeekte
haar moeder voortdurend om voedsel en de
moeder, die zelf sedert weken niets had ge
geten, werd plotseling bij den aanblik van
haar hongerig kind waanzinnig, viel er op
aan en begon als een wild beest er in te
bijten.
In de steppen van Samara lijdt de bevol
king aan scheurbuik. Een geneesheer, die
de zieken hielp, vond in een bijna geheel ver
vallen hut een stervende vrouw. Zij bad geen
enkelen tand in den mond en naast haar la
gen vijf kleine kinderen. De vrouw vertelde,
dat, wanneer het baar mogelijk was, zij kaar
kinderen brood gaf. Bij bet onderzoek bleek,
dat twee kinderen aan typhus leden. De moe
der zag er uit als een oude vrouw en zij was
slechts 28 jaar oud. De nood moet in dit dis
triet ontzettend zijn en het ergste is, dat de
boeren alle hoop op een verbetering van hun
toestand hebben opgegeven. Zij liggen lang
uit naast elkaar op den grond en wachten
den dood af
Uit liet Engelsche Lagerhuis.
De laatste reis van Haldane is in het En
gelsche Lagerhuis ter sprake gebracht. Een
afgevaardige vroeg den minister van buiten-
landsche zaken of er iets meegedeeld kon
worden over de reis, die minister Haldane
pas naar Berlijn heeft gedaan.
Grey antwoordde, tot zijn spijt niet de me-
diedeeling te kunnen doen dien de geachte
afgevaardigde wenschte, aangezien lord Hal
dane tijdens het reces in het geheel niet te
Berlijn is geweest. Wel is waar, dat hü, over
eenkomstig een gewoonte die op den duur
bijna een tweede natuur in hem is gewor
den, verleden maand weer zijn vacantie in
Duitsehland heeft dooi-gebracht. Terwijl hij
daar was is hij met geen politiek persoon in
mondeling of schriftelijk verkeer geweest.
Het was een echte vacantie, van alle smetten
vrij, ofschoon ik van vertrouwbare zijde ver
neem voegde Grey erbij dat hij op reis
is gegaan in gezelschap van iemand, in wien
men in Duitsehland om den snit van zijn
baard den eersten minister of mij heeft mee-
nen te herkennen.
Uitbundig gelach! Asquith en Grey heb
ben beiden een gladgeschoren gezicht.
NA HET PARIJSCHE BEZOEK VAN
ONZE KONINGIN.
Het „protocol."
Men kan zich geen voorstelling maken
welk een hoofdbreken het heeft gekost, om
een der onderdeelen van het bezoek onzer
Koningin aan Parijs te regelen.
Een van de voornaamste etiquette-kwes-
ties liep, zoo meldt een cori-espondent, hier
over:
De Koningin der Nederlanden is een Sou-
verein en de heer Fallières is een Souverein.
Doch terwijl de Pring der Nederlanden een
Prins-Gemaal is, wordt hét bestaan van me
vrouw Faillières niet erkend door de Fran-
sche Grondwet.
Nu schreef de etiquette voor, dat, omdat
de heer Fallières de Koningin geleide had
gedaan tot Haar residentie aan de Quai
d'Orsay, de Koningin tien minuten later een
tegenbezoek had te brengen aan den presi
dent der Republiek in diens paleis. Doch een
vrouw kan geen bezoek brengen aan een
man, alhoewel deze vi-ouw een Koningin en
het hoofd is van een Staat. Evenmin kon de
Koningin een bezoek brengen aan mevrouw
Fallières, aangezien de Grondwet een me
vrouw de Presidente niet erkent. Vervolgens
kon de Prins-Gemaal de Koningin niet ver
tegenwoordigen door aan mevrouw Fallières
een bezoek te gaan brengen, omdat het be
zoek van een Prins-Gemaal iets anders is
dan van een Souverein.
Na weken inspannende studie wist het
Fi-ansehe protocol, dat als het stiptste insti
tuut ter wereld hekend staaa, in overleg met
het Haagscbe Hof, dat zeer op het in acht
nemen van de etiquette is gesteld, tot een
oplossing der moeilijkheden te komen.
Men bedacht er dit op: President Fallières
begeleidde de Koningin naar de Quai d'Or
say, terwijl de Koningin hier bij het afscheid
nemen tot den President zeide, dat Zij liet
het genoegen hoopte te hebben den Presi
dent onmiddellijk een tegenbezoek te bren
gen; waarop President Fallières de Konin
gin verzocht., zich die moeite ndet te geven.
Daarop stemde dan de Koningin toe met het
uitspreken van Haar vriendelijken dank, en
de Prins-Gemaal zou in plaats van de Ko
ningin zijn opwachting aan het Elysée gaan
maken.
Aldus geschiedde.
Aan de etiquette was voldaan.
Het protocol kon gerust zijn!
OVER „STAATSSOCIALISME".
De „Standaard" schrijft
Ook bij de ziektewet bomt het vraagstuk
van het Staatssocialisme weer aan de orde..
Jammer slecht», dat er over die beteekenis
van dit booze woord nog steeds, ook onder ons,
zoo te betreuren misverstand bestaat.
Toch is bet probleem, dat hiermee aan de
orde komt, uiterst eenvoudig.
Plato zei, dat de Staat de kinderen moet op
voeden. Dat is Staatssocialisme. Wij zeggen,
dat het gezin, of, zoo dit te kort schiet, de fa
milie, of, zoo ook die haar plicht niet doet,
de philantropie, er voor te zorgen heeft, en dat
die Staat de opvoeding van de kinderen niet
aan zieh mag trekken, dan wanneer allen die,
het doen moeten, het niet doen, 0f het niet
genoegzaam doen.
Zoo ook met de Armenzorg. Zijn er'armen,
dan moet eerst de familie zorgen; doen dezen
het niet en behooren die armen tot de Kerk,
dan moet de Kerk het doen, doet ook deze het
niet, of behooreu de armen tot geen Kerk, dan
moeten particulieren optreden; en eerst als deze
allen nalatig blijven of niet genoeg doen, komt
de beurt aan den Staat. Zoo zeggen wij. De
vrienden van het Staatssocialisme daarentegen
zeggenDe Staat treedt ter eerste instantie op
en geeft b.v. Staatspensioen aan de ouden vtan
dagen.
En zoo gaat het met alles.
Zoo ook met de verzorging van de zieken
Tegen ziekte is verzekering het gemakkelijkst
middel om allen te bereiken. Nu zegt de
Staatssocialist, dat moet dan de Staat doen.
Dat ligt op den weg van den Staat. Dat is
Staatsplieht. Dat was zoo voorheen. Dat is zoo
nu. En dat zal altoos zoo blijven.
Wq zeggen daarentegen: Niets er van. De
zorg voor ziekte komt voor rekening van het
gezin voor rekening van de familie, voor reke
ning van de philantropie. En wil men ook hier
verzekeren, verzekere ieder dan op eigen gele
genheid of met vriendten. Vrijwillig en op eigen
initiatief. En eerst wanneer blijkt dat deze al
len het al of niet kunnen doen, of niet genoeg
zaam doen, of niet willen doen, zoo dat er nood-
stand geboren wordt, dan moet de Staat op
treden en het als zaakwaarnemer doen. Doen
tot tijd en wijle het eigen initiatief het tien
kan.
Niets is dus eenvoudiger.
De Staatssocialist zegt: het was, is en zal
steeds blijven de eigen roeping van den Staat.
Wij daarentegen zeggen: Het was, is en zal
steeds blijven de roeping van de maatschap
pelijke factoren. Alleen zoo deze te kort schie
ten en er noodstand is, treedt de Staat op.
En dan niet als in zijn eigen zaak, maar als
zaakwaarnemer voor een ander.
ONVERDACHTE LOF!
Deliberate Overzichtschrijver van de liberale
N. R. C. schrijft over Minister Talma, naar
aanleiding van de verwerping der Bakkerswet,
o. m. deze kenmerkende zinsnede: „Weliswa r
kunnen wij het beleid van dezen bewindsman
niet bewonderen, maar twee zaken moeten wij
erkennenhij is een hard werker en hij is
wat thans vooral ter zake doet het tegen
deel van een pluimstrijker en flikflooier, die
voor zijn ministeriëelen zetel alles veil heeft.
Als een man als minister Talma na dit échec,
dat trouwens niet zijn eerste is (men denke
slechts aan de Bruseelsche tentoonstelling),
niettemin zal aanblijven, valt dit te beschou
wen als een offer, door zijn zelfbewustzijn en
trots aan den wensch van zijn ambtgenooten
en aan eigen plichtsgevoel gebracht."
LEVENMAKERS.
De postambtenaren hebben van den Minister
een kindertoeslag ontvangen. Natuurlijk „groote
ontevredenheid", dat spreekt! Op de jaarvergade
ringen van den z.g. neufralen Bond van Neder
land, sche Post en Telegraaibeambtan, werd die
toeslag ook bestreden; die toeslag werkle belem
merend op d,e salariisactie. Men moest zoo zei
den enkele luidruchtigen, tegen dien toeslag strij
den. Er werd daartoe een voorstel gediaan en dat
werd.verworpen met 247 tegen 23 stemmen
Hieruit, zoo merkt de ^Nieuwe Prov. Gron.
Cr. qp:
Hieruit blijkt, dat men deze regeling onder
de postambtenaren op prijs stelt, hoewel men
er natuurlijk zich niet al te dankbaar voor be
toomt, hoogstwaarschijnlijk omdat men vreest, dat
dit de actie voor salarisverhooging maar zou
schaden.
Uit het verslag van deze nogal rumoerige ver
gadering blijkt echter opnieuw, welk een indruk
het lawaai van eenige ontevredenen kan maken.
De menschen, die tegen den kindertoeslag war
renhoogstwaarschijnlijk soc.-democr., maak
ten zoo'n drukte, dat de Voorzitter, die geen
afkeuring van dezen maatregel wilde, het voor
ste', om tegen den kindertoeslag te ijveren, niet
in „stemming durfde le brengen.
De voorzitter trachtte sleeds de stemming te
voorkomen. Hij vertrouwde, lettend op het la
waai, dat er gemaakt werd uoor die tegenstanders,
de vergadering niet. Maar heftig bleef men op
stemming aandringen.
En 't resultaat? Er waren maar 23 tegen den
kindertoeslag en 247 voor, 23 tegen 247; en toch
maakten die 23 een herrie, alsof zij de meerder
heid vormden!
De voorzitter is stellig één ervaring rijker
geworden. Deze n.L, dat men naar 't geschreeuw
van enkele ontevredenen de stemming van 't
geheel niet moet afmeten.
Zij, die tevreden zijn, zwijgen gewoonlijk. Maar
de ontevredenen maken een geweldig kabaal, om
den indruk te wekken dat heel de wereld 't met
hen eens is.
Is deze vergadering van postambtenaren niet
een beeld van heel ons maatschappelijk leven?
De brutalen hebben immers de halve wereld.
Behalve.... wanneer het op stemmen aankomtI
Men ziet aan aan België 1
Vorige
koers.
3 pCt. Cert. Ned. W. S.
2ys' pCt. Cert.
5 pCt. labaksI. Buig.
i Oblig. Kronenrenle.
5 pCt. April—Oetoberrenle
1 Jan.—Julirente.
4i/2
4y2
4
K
f>
Rusland 1909
iwangor Dombrowo
Groote Russ.sp. 1898
Nicolai Sp.
Rusland 1880
Zu kt-West V
Rusland Hope
Rusland 18940e Eai.
Rusland Binnen!.
5 pGL Imp. U ?n Japan'
5 pCl. Binuf Mexico.
5 Goucii. m p. St.
3 p.Ct. hunding Brazilië,
3 Batiiia in g. st,
5, Para 1902
3 Rto de Janeiro (I-'.L
3 Blo Paulo 1908
3 pLt. Ltocumca
4 pCL Algein. hi.B.K,
4 llaarL H.B.K.
pCL Argent H.B.L.
3 dito Ceduia K.
iLA t> Bug. Band C.8g.
Aancl. Amalgamated Coppci
a ét10- Dar en Efiunm-y
a Am- Ride en Leatiu
Bntieu btates Steel
it Cult, Mij. Vors tem.
a Baud. JUaaLscü,
Gew. Annci Patelen l
Aanit iOedjaug Bedong,
AancL UeconsyL Petrol.
s Koninklijke petr.
Aanu. AmsterU Rubber,,
a DfiiirBiatayia
a Nadert,
Aand, Java, China, Japan
V/s P.G t- Urn, Marine
Pren. Marine
Lynini. Marine
Aanu. Amsterdam Heli"
ti Arendsburg labali.
Aand. Muil. Bpofic
Aanu. B laats spoor
V/s P.Gd Gin. undergToum.
Aanu, „Warschau „Woenen
V/s P.Gd Mosk. Kieuw. AVkii.
V/s iWladikawkas,
Lommen 1 opeka.
4 pCL Alg. Hyp. lope ka
4 Conv. lid. idem.
Lommen Denver
Common Erie
4 pCL general Erie 'j
Common Kansas L. bauLti.
Prei. Kansas C. South,
3 pCt. Gbb idem.
Lommon Missouri K. I,
4 pGb le nyp. idem,
V/s p_Ct.KaL iiaitw ol Mexir.
Lommon New-York Ontan
Lommon Norleik
Common Rock island
Common Soutn Pacific
4 pCL Couvert idem
4 d le Rel. Hyjx, idem
Comm. Southern Railw,
Common Union Pacific
4 pCt goud Ohl. idem
4 Convert Obi idem
Common Wabash Sh.
V/s P„Gd Brazil Raifw,
3 pCL Yucatan,
V/sP-Gd Antwerpen 1882,
ïurkije 1820.
Prolongatie
801/ic
67«/]c
ÖS1/4
881/2
92
9312
8/6/i6
85 8/ie
871/s
87>
901/9
93
4ö7/ie
100 !/16
1081
QGS/
981/2 1
107 ?/g
11S/16
102
97
9 cd/4
9H'/le
841U
58
24
69U/ie
176i/4
ISyi/o
031/4
3i0
274
oOOl/j
2143/4
119
691/4
1068/4
051/g
19 9/16
415/l£
65 i1.
47
861
98
997/g
86
96
97J/a
1061/2
9öi/8
1071/a
903/g
Si9/16
783/4
'243/4
563/g
711/4
Ü7 e/16
951/4
99u/ie
373/4
IO93/4
25U/k.
IO91/2
947/g
9V/lfc
28i/g
l®9'/g
lUOi/4
l00r/le
7liil6
991/2
973/4
82i/2
46i5/ic
S Juni.
U.
673/4
883/4
9515
891 k
873/,
861/4
87%
871/4
921%6
1021 k
97%
98%
95
983/4
1753/4
52
323
2741/2
502
213112
805%
89
106
651/4
191/2
5
652%
871/2
99%
96i/2
107
105%
2i%c
3514
24%
57
71%
28x/ie
951/4
38%
:6R/.
16
1103/4
947/,
171%
100%
1011/4
716/ie
86%,
59
25%
715
177
825
280
510
65%
193/4
21
351/2
26%
571/2
28%
Die fondsen markt te New-York opende gis
teren, in een vaste stemming. Kolen sporen
w,arejn geivraagd. Gunstige oogstberichten de
den de grafliiivieirvperenjde lijnen eveneens op
knopen Zioodait eene algemeene verbetering
plants had en de markt vast sloot.
Dp Amerik. afdeeling aan onze beurs nam
de willige steinmijng y"an (Wallstreet slecht»
ten deele over, Amalgamated, Steels en v|an
de Spotorwegjsoorfen Southern Rails en Rock
Island weiden het meest, verhandeld.
Indische petroleuma,and©elen openden prijs
houdend .en Ijepen op Joujt-enl anüsche aan
knopen hooger. Rihmcensahe soorten piijshou
dend.
Tabaksmarkt vtotor ,de hoofdsoorten een
paar procent beter.
Holl Staatsfondsen vast. Russen stil.
98.)
Louis had nog geen haaltjes geil aan, of er
Werd een licht geluid vernomen aan den te-
gen 0 ver ges telden kant van waar zij binnen
gekomen waren. Daar was eveneens een
deur, verborgen door een draperie van de
zelfde stof als waarmede de wanden waren
bekleed.
Dat zal iemand zijn, die den weg naar
deze schuilplaats ontdekt heeft, evenals wij,
aei Lafont, in antwoord op een vragenden
blik van Louis.
Waarschijnlijk wel, meende deze, maar
*t is jammer, we zaten juist zoo gezellig al
leen.
Op hetzelfde oogenblik werd bet geluid
duidelijker, en een vreemd iets vertoonde
zich voor de oogen van beide medeplichti
gen. 't Was een lange, slanke, zonderlinge ge
stalte, geheel en al in wit satijn gewikkeld.
Bij nadere beschouwing bleek 1"»+ kle«l den
vorm te hebben van een lijkkleed. Louis, die
bxjgelooviger was dan Lafont, richtte zieh
op zijn divan op, en met klapperende tanden
stotteixte hij:
Wat beeft dat te beteekenen? Wat is
dat?
Lafont haalde de schouders op en ant
woordde:
Ben je er bang voor? Zie je dan niet dat
het een maskeradegrap is?
Daarna opstaande, richtte hij zich naar den
persoon, die door de lijkwade bedekt was, en
vroeg:
Wie ben je?
Een spook, antwoordde de geheimzin
nige gedaante. De waarzegger heeft met u
zooeven afgespi-oken om hier te komen. Mij
zendt hij in zijn plaats, om 11 de ge wensch te
verklaring te geven.
Bij deze woorden parelde het koude zweet
over het geheele lichaam van Louis Ber-
thier. De stem van het spook deed hem be
ven. Lafont herkende ook die heldere en
vaste stem, welke zoo onvergetelijk voor hem
was. Een ontzettende vrees maakte zich van
hem meester.
Laten we heengaan, zeide Lafont, ter
wijl hij beproefde Louis van den divan te
doen opstaan, waaraan de angst dezen als
vastnagelde; taten we heengaan, deze grap
zou ons ziek maken.
Maar het spook deed een paar passen naar
rorpu en smak:
Neen, gij zult niet vertrekken, of ik
breng het geheele huis in opschudding! Aha!
gij hebt eenige uitlegging611 willen hebben,
dr. Lafont! Gij hebt willen weten waarom de
waarzegger zooeven tot u zeide dat gij een
gemeene fielt zijtEn nu gij ze uit mijn
mond zult vernemen, nu wordt ge laf en
angstig! Ge gevoelt dus dat het oogenblik
der wrake gekomen is, 6n dat uw misdaden
en die van den ellendeling, die daar vóór me j
zit te beven, op vreeselijke wijze zullen ge- j
straft worden door de mensehelijke recht-
vaardigheidof anders door... mij
Door ix?door xx?... herhaalde La
font, die nog moedig wilde schijnen, tot twee
maal toe. Maar waar zijt ge dan?
Toen hief het spook tie hand op, de plooien
van het doodskleed openden zieh en het
hoofd verscheen: een nog jeugdig, trotech,
verstandig hoofd, met koi-t zwart haar en
verhelderd door twee blauwe oogen, vol wils
kracht.
O! God! mompelde Lafont, een paar
stappen achteruit wijkend: Hij is het... Mi
ehei Berth iét!
Wat Loxxis aanging, deze sprong als dein
den bliksem getroffen op, breidde de armen
uit en riep:
O, genade, Michel! genade, schandvlek
me niet! Ik ben je vaders broeder!...
Maar dadelijk daarop wankelde hij, gaf
een gil en viel roerloos op den divan terugy
als dood
Lafont dacht er niet aan hem te helpen, of
zich met hem bezig te houden. In een boek
van de kamer teruggetrokken, met uitpui
lende oogen, trillend over zijn gansche li
chaam, zag men dat één gedachte hem be-
beersclite, namelijk boe bet vreeselijke spook
te ontvluchten.
Door dezelfde deur waardoor het gekomen
was, verdween het echter weder.
Toen wierp Lafont, die zijn moed terug
kreeg, zieh op de deur en wilde haar ope
nen desnoods met geweld. Maar de deur
was sterk en bood weerstand aan al zijn po
gingen. Woedend liep hij den tuin in en
kwam als een razexxde het salon binnenhol
len. Het souper was juist gedaan, alle gas
ten waren zonder masker.
Waar is tie prins van Monte-Léone?
vroeg de dokter aan een paar kennissen.
Bij de hertogin de Miraflorès, welke hij
vanavond niet verlaten heeft, werd hem ge
antwoord.
En waar kan ik de hertogin vinden?
In het tweede salon.
Hij drong door de menigte heen en kwam
bij Immaculée. ït|en bad den dokter niet be
drogen. Cbristoval «bevond zich aan de zijde
van zijn zuster..Maai- vreemd genoeg was hij
de Ridder van het Roode Hxxis, terwijl dexx
geheelen avond de vrienden Martin Fonte-
noy in deze vermomming dachten te her
kennen.
Lafont was te zeex- afgetrokken, om nu dat
oogenblik het geheim te kunnen doorgroö'
den, indien er een geheim was.
Ben je er zeker van, dat Monte-Léone
niet gedurende eend ge oogenblikken de her
togin verlaten heeft? vroeg hij aan De Gra«
vee, dien hij op eenige meters afstand be
speurde. Denék goed na, want mijn vraag is
van het hoogste belang.
Ik behoef niet na te denken, antwoord
de Eugène. Het toeval heeft gewild dat il
sedert het souper bij deze groep gebleven
ben, en de prins is hier niet van daan ge
weest, dat verzeker ik je.
Met een diepen rimpel op zijn voorhoofd
antwoordde de dokter.
Dat wex-pt al mijn veronderstellingen
het onderste boven.
Dat zal ik je later zeggen. Wees maar
niet zoo verlangend, je zult het altijd nog
te vroeg weten.
De genoodigden begonnen reeds te vertrek
ken. Sylvie wilde eveneens heengaan. Loxxi<
was niet te vinden, en daarom 6telde de Gra
ves aan zijn tante voor, haai-, Fran ooi se en
Maxime te vergezellen.
Voor het overige bekreunde men zieh niet
0111 de afwezigheid van Berthier; dikwijls
genoeg verliet hij alleen de feesten, en liet
zijn familie aan haar lot over. Maar Lafont,
die wel wist waar hij hem vinden kon en die
een schandaal wilde vermijden, ging op
nieuw naai- den tuin en richtte zich naar het