De millioenen-Prins. Atelier ^aor Dames- es BUITENLAND. BINNENLAND. Mn Ben Mlapché yonsi J. HUIZIÜG. Import MmepieaEi Slioe5s« J Groote Houtstraat No. 44. Teief. no. SSi. KONINGSTRAAT 48-54 Special! MANTEL en üinderkleeüini ffapfisefis§©ffiesia Haarlem-Brussel. Handschoenen. Een operatie. De bezoekers vaïi tLe „"Witte Staid", de omt- spaimingSiplaaits te Londen, waar jde heerlijk heden en wonderen Va|n Inldië worden ten toon gespreid, werden (dezer da,gen opge schrikt door een ontzettend leeuwen-gebrul. De menschen wilden al aan den haal gaan, maar de leeuwentemmer stelde hen gerust; den jongen leeuw Bruins werd een tand ge trokken Brutus is een geweldig1 dier, zocldat hij stevig met touwen moest worden vastgelegd, vóór men tot de operatie kon overgaan. Men wilde geen verdoovingsmiddelen gebruiken, ma,ar zijn geweldig brullen joeg' zelfs den Wakers zóó den schrik op het lijf, dat Zij het betreurden het dier ma,air niet te hebben „weg"-gemaakt. Eindelijk, toen het dier over weldigd was, kwa.m (de Veearts, met een grooi- ten tang in zijn hand. Hij knielde bij den' leeuw neer, welks kaken met geweld werden opengebroken, vlug ging de 'tang in den open muil en met een krachtigen ruk was het dier van zijn wekenlang lijden verlost. De veearts sprong meteen weg Zonder er aan te Idenken zijn patient een glais water te geVen 'Voor het mond-spoelen. Brutus werd losge- maiakt en hij toonde zicih heel Vergenoegd en tevreden. Die voorbereidselen tot de operatie haldden hem blijkh'alar het' meest gehinderd. Amerikaansche sporen. De Amerikaansche spoorwegen traphten de ïeis der trans-Amerikaansche sneltrednenzoo. Veel mogelijk te bekorten. Die treinen rijden thans harder dan alle atodere ter wereld. Ge durende de lalatste twee ja,ar is dank zij be tere ,a;aHisluitingen groote vooruitgang te be speuren. Voor drie en vier jaar duurde een fepoorrei'S van New-York naar San-Prancdsco ten minste 5 d;a|gen. Thans heeft, ©en reiziger dien afstand in 3 jein een hal ven dag afgelegd. Hij vertrok 10 uur 40 's avonds uit San Fran cisco en bereikte in 3 dagen ©n 11 uur New- York, no'g juist bijtijds om zijn boot najar Europa, te halen. Een radiumpaleis. In de Parijzer Rue Pierre Curie, die haar naam draagt ter eere van den ontdekker van 't radium, zal men beginnen met den bouw van een eigenaardig gebouw. Er zal een „radium paleis" verrijzen, hetwelk mevrouw Curie tot Verdere proefnemingen ter beschikking zal Worden gesteld. Het gebouw wordt uitgevoerd volgens de ontwerpen van Nenot, den archi tect der Sorhonne en van het Chemisch Instituut, en vertoont een eigenaardigheid, welke men bij geen ander bouwwerk terug vindt. Alle muren omhullen in bun binnen ste een dikke laag lood. Want het lood behoort tot de weinige licha men, welke de radiumstralen niet doorlaten. Om dit kolossale gewicht aan lood te kunnen dragen, wordt voor dit gebouw bet hardste steenmateriaal met het grootste weerstands vermogen gebruikt, de fundamenten vooral moeten zeer diep en sterk zijn. Wanneer het buis gereed is, zal men bet van buiten niet kunnen aanzien, welke ongewone moeilijk heden de architect bij den bouw van liet ra- hun lm is te overwinnen had. De kleedingbegrooting der vorsten. Geen heerscher van Europa heeft zulk een groot budget voor zijn kleeding als de Tsaar van Rusland. Alleen zijn kleermaker voor zijn civiele costuums verdient jaarlijks 24.000 gulden en de militaire 36.000 gulden. De Tsaar draagt een kostuum nooit meer dan drie keer, en hij betaalt voor ieder kostum op zijn minst 144 gulden. Een cylinder kost hem meer dan 60 gulden, een paar handschoenen 25 gld. Jaarlijks koopt de Tsaar een nieuwe pels, die 5000 a 6000 gulden kost. Koning George van Engeland heeft daaren tegen aan 50.000 gulden genoeg voor zijn ge- heele garderobe, koning Alfonso van Spanje houdt van bijzondere luxe in jaehthemden en betaalt voor elk daarvan 75 gulden. Hij gebruikt er jaarlijks eenige dozijnen. De Duitsclie keizer moet voor zijn uniform garderobe jaarlijks een 50.000 gld. uitgeven, maar voor zijn burgerlijke kleeding geeft bij maar heel weinig uit. Hij draagt eenzelfde co-stuum wel 30 keer en betaalt er niet meer dan 90 galden voor. Zijn dassen zijn z'n eenige luxe. Het meest bescheiden bedrag voor zijn klee ding geeft Koning Haakon van Noorwegen uit, die aan zijn kleeding niet meer besteedt dan een welgesteld burger die zich gesoig neerd en correct kleedt. Tegen de gevaren der bioscoop. De heer Heriot, burgemeester van Lyon, de tweede stad in Frankrijk, heeft betrekkelijk de cinemavertooningen een besluit genomen, waarin onder andere het volgende voorkomt: „Overwegende, dat sedert eenigen tijd de eigenaars van de cinemaschouwburgen voor bet, publiek misdadige handelingen opvoe ren Overwegende dat deze voorstelling op een schouwtooneel eene schandalige reclame zijn voor de misdaad ingericht; dat deze recla me niet alleen gevaar oplevert voor de orde, maar ook een verontzedelijkend schouwspel is; Overwegende dat hijgevolg dergelijke schouwspelen moeten onttrokken worden aan de oogen van het publiek en vooral aan de jeugd; dat zij onder die voorwaarden moeten verboden worden: Besluit Artikel een: Zijn verboden in al de schouwburgzalen van de stad Lyon, de voor stellingen van eiken aard, die misdadig han delingen voorstellen." Ter navolging, heeren burgervaders in Nederland! SUBSIDIES AAN KERKGENOOT» SCHAPPEN. In zijne reeks „Losse op- ©n 'aanmerkingen betreffende hot rapport-Grondwetsherzie ning," schrijft, de „Tijd" over bovenvermeld onderwerp o. m. Sinds 1850 zijn, terwijl bijna, alle andere hoofdstukken der Sta,a,t«begro,o,tin,g ontzag lijke verhoio,gingen hebben ondergaan en het eindcijfer erVan eens of meermalen verdub beld©, de uitgaven voor (de eerediensten vrij wel stationair gebleven en oivler 't geheel met hog niet één ton verhoogd. Zij bedragen met inbegrip der pensioenen voor a,lle kerk genootschappen te zamen nog geen drie-en-- twintig ton, terwijl zij op jde Begroeting van 1850 reeds voor ©en bedrag van f 2.172,810 voorkwamen. Niet over de gehcele bevolking gelijkelijk, niet ook ovpr alle bestaande kerkgenoot schappen, christelijk© en niet christelijke, is naar rato vian dit zielental dit beldrag Ver deeld. Het leeuwendeel wordt genoten door de Ncdor-I)uitsche Hervormde Kerk, a,ls opvolg ster en erfgename der vroegere Staatskerk dan komen verscheidene kleinere protesl- tantsche kerkgenootschappenvervolgens de Katholieken, die in verhouding tot hun zie lental veel minder ontvangen, de Jansenis ten en Israëlieten. Niet® ontvangen de predi kanten Van later ontstane kerkgenootschap pen, zooials de Christelijk Gereformeerden (vroegere afgescheidenen! en die Ider Gerefor meerde (vroeger doleerende) kerkten. Als rechtsbeginsel bij deze uitkeeringen worden, wel niet uitsluitend ma,ar toch hoofd zakelijk, aangenomenVroeger verworven rechten;. Door den Staat werden de goederen der Ned. Hierv!-. Klerk tot zich getrokken gedurende de dagen der revolutie en .van Napoleon. Hetzelfde geschiedde met dat ge deelte der goederen van de Katholieken, het welk buiten het vroegere grondg bied der Republiek was gelegen! of dat ten gevlolge van bijzonder© omstandigheden b!jj> de alge meen© spoliatie der Hervorming w,ais ge spaard gebleven. Die regelen v:an subsidiëering der kerkge nootschappen, welk© de Grondwetsoommis,- si© hiervoor in de pla;a,ts wensdht te ptel- len, dragen ten deel© ©en ander kalrakter, maar ook zij getuigen vialn den in goeden zin echt, liberalen billijkheidszin, welk© bij de Commissie heeft voorgezeten fen v'aln op rechte waardeering Van den godsdienst in zij ne vërheudinig' tot den Staat. Van de door het radicalisme aiangeprez'en definitieve schei ding" van Kerk en Staat of ook van meer geniepige maatregelen, welke het langzaam daarop toeleggen, bïj'v. vain voorstellen, om de subsidiën langzamerhand te doen ophou den of althans verhooging ervlan abfeoluui buiten te sluiten, moet de „Commissie niets hebben. Dan gaat de „Tijd" na, in hoevlerre d© voorgestelde regeling zich onderscheidt vian de tegenwoordige. Vooreerst wordt ook subsidie toegezegd aan de bestaand© kerkgenootschappen, wel ke zich i,n verloop Van tijd door splitsing van de bestaande nog mochten vormen. Als bedrag wordt, genomen het gemiddelde, berekend naar het zielental, hetwelk tegen woordig aan aille kerkgenootschappen gaziar menlijk wordt, uitbetaald. Men komt daln op f 455 per duizend zie len. Dit, is minder dan het hoogst gesub sidieerde kerkgenootschap, de Ned. Hervorm de Kerk, ontvangt maa|r aanzienlijk meer dan den Katholieken wordt toebedeeld. Dezen toch met ruim twee millioen zielen ontvan gen in den vorm Van traetementen ©n pen sioenen hunner geestelijken een Sta,a,ts-toela- ge van ruim zes tondat is dus iets meer Üan dertig cent per geloovige of ongeveer f 320 per duizend. Een geheel nieuw beginsel, door de Com missie voorgesteld, is het automatisch (stij gen en dalen der toe te kennen subsidiën biij vermeerdering of vermindering Van het ge tal geloovigen, die opgeven tot een bepaald kerkgenootschap te behooren. Blijkt bij een'e volkstelling, da,t ©en kerk genootschap in zielental iei vooruitgegaan, dan ontvangt het in het vervolg jalarlijkls dl te veel maal f 455 meer, als het getal duizend tallen bedraagt, waarmede het getal zijner geloovigen is vermeerderd. H|et, tegenover gestelde heeft plaats bij aichteruitgang in zielental. Hierbij is ook nog' in acht te ne men, da,t, indien thans de subisidie ©ener ge zindheid meer bedraagt, dan het gemiddelde, die subsidie ook bij vermeerdering van het zielental niet .wordt verhoogd, vóór zü tot het algemeen niVeaü is gedaald. Het tegenovergestelde z'al plaats, hebben bij daling van het zielental vian een kerkge nootschap, hetwelk thane mind.er ont vangt dan het gemiddelde. Er heeft dian vooreerst, geen vermindering- plaats van sub sidie. Het streven naar gelijkstelling der .ver schillende kerkgenootschappen is hierbij dui delijk ©venwel zonder da,t die gelijkstelling, n,a,ar alle waarschijnlijkheid!, ooit zal be reikt worden. D'e Ned. Herv. Kerk ontvangt thans meer dan f 455 per 1000 zielen. Worden de voor- voorstellen der Commissie wet, dan blijft zij derhalve vooreerst, op het tegenwoordige subsidie staan, ook bij aialnwas van haar zielentalzóólang tot mede bij haai- de ver houding van f 455 per duizend zielen is in getreden. Bij de Katholieken is het ahderis. Djaze ge nieten thans v'eel minder dan dit bedrag per duizend zielen. ("Wloiidt hun getal grooter, dan ontvangen zij f 455 voor elke 1000, die zijn bijgekomen, doch blijven het lagere be drag ontvaïngen v!oor het zielental, hetwelk thans ;a|a!nwezig ie. Alleen in het onverhoop te en ook nauwelijks denkbare gievlal, dat hun zielental in ons vaderland zieer aanzienlijk zou afnemen, zlal hun subsidie ooit het ni veau hereiken van dat (der Hervormden. Weer atoders is het met die kerkgenoot schappen welke ertoe mochten ©vergaap, eerst nu of later een Staats-subsidie aian te nemen of door afscheiding Vain ahdare kterkganoot- sohappeh nieuw zouden ontsta,ah. Zij ont vangen al dadelijk f 455 per Iduiziend zie len, welke zij tellen op het oogenblik, waar op zij met den Staiat in betrekking komen en voorts telkens n°g f 455. zon dikwijls het bij een volkstelling blijkt, dat hun zier lent,al met 1000 is vooruitgegaan. Een natuurlijk gevolg vian id© nieuw© wijze v|an subsidieeren, welke vermeorderingeu en Verminderingen medebrengt voor het gehea- le kerkgenootschap, is; dat de uitkeering van den Staiat niet meer kan plaats hebben aan elk der geestslijken of leeraren afzon derlijk, maar noodzakelijkerwijze ajah Cen trale kassen. In de toelichting viah haar papport ziegt de Commissie hieromtrent het volgende „De uitkeeringen zlullen, krachtens het vijf de lid, in verband oiok met de nieuwe, aan het eerste lid gegeven lezing, geschieden aan de personen of colleges! welke gezindheid bevoegd is a,an te wijken. Aldus wcrldt geëer biedigd het interne leven Ider Kerk, die het ontVahgen bedrag kag besteden op de wijze welke haah de meest wenschelijke voor komt. Alleen waarborgt airt. IX Ider additio neel© artikelen aan de b staande, leeraren en oud-leeraren, zoomede aan hunne weduwen en weezen alle aanspraken, welke zij thans kunnen doen gelden.'' EEN STUKJE GESCHIEDENIS YAN MINISTER COLIJN. A. E. Dudok van Heel verhaalt in „Allen Weerbaar" 't volgende historische feit: Het was in den tijd «onzer kleinheid in Atjeh. Kortzichtige, kleinzielige politiek ved hooger hand geleid tot concentratie. Eigen lijk had men alles wat mét veel bloed eri moed genomen was, weer laten varen en zich tevreden gesteld met het behoud van één stelling, vanwaar men dan door korte verkenningstochten met groote macht een sehijngezag in de onmiddellijke nabijheid van die stelling trachtte te behouden. Vech ten, laat staan den vijand aanvallen en ver jagen, was verboden, bij zijn nadering moest worden teruggetrokken, alle offensief optre den was verdwenen. Het gevolg was natuur lijk een suffe, ontmoedigende geest bij den troep en een kordaat en driest optreden van de Atjeliers. Ter voorkoming van vijandelijke overval len van de bezette en versterkte stelling was daaromheen een open terrein gehakt met een straal van 1000 meter. Kwam nu de troep van èen verkenningstocht terug, waarbij hij dan steeds door de Atjehers „naar huis toe werd gebracht", zooals de term luidde, dan pos teerden dezen zich aan den rand van 't ver dekte terrein en zoodra de troep in het open terrein deboucheerde, dan werd hij door ben onder vuur genomen. Gevolg: een soort van „sauf qui peut" van de gelieele macht over liet open terrein om maar zoo spoedig mo gelijk de beschermende stelling te bereiken. Toen kwam Van Heutsz en daarmede kwam aan dien onwaardigen toestand ook een ein de. Men weet boe deze krijgsoverste er in slaagde door kracht en vastberadenheid een blijvender] toestand van rust en toenemende welvaart in Atjeh te bevestigen. Op den eersten verkenningstocht onderzijn bevel, die tevens ook de" laatste zou zijn op hoven beschreven weinig te verkiezen wijze, was men weder den rand van het, open ter rein genaderd, maar nu zou bet anders gaan. Hij liet drie compagnieën in breede, ver spreide lijn stelling nemen in den rand, met den rug naar het open terrein en met de op dracht er voor te waken, dat de Atjehers dien rand niet konden naderen, toen liet hij de rest van den troep ongeveer drie ba taljons in gewone marschorde verder door- marcheeren naar de kwartieren. Aan de drie compagnieën gaf hij order, daarna sectiege- wijs met sprongen al vechtende terug te trek ken. De laatste sectie, die aldus vechtende terugtrok, werd gecommandeerd door een jongen 2den luitenant; maar op wien dan ook 't tot dusverre verderfelijke systeem 'n ver- suffenden invloed gehad mocht hebben, niet op dezen officier. De Atjehers, die uit hun verborgen stel lingen al lang op de loer gelegen hadden, concentreerden toen hun vuur op die laatste sectie, zij meenden, dat zooals gewoonlijk ge heel zonder gevaar te kunnen doen. Echter, zij hadden dit keer buiten dien jongen offi cier gerekend. Nu de bevelhebber order gege ven had dat er gevochten mocht worden, zou hij zich niet onbetuigd laten. „Rechts om keert", was zijn eerste com mando en onder een janhagel van vijande lijke projectielen zou hij stand houden en ze van antwoord dienen. Maar dat antwoord moest goed zijn! „Tot vuren gereed" commandeerde hij mei de bedoeling om het vuur krachtig te beant woorden. „Aan", vervolgde hij, echter, ziende dat de meeste soldaten het geweer in hun zenuwachtigen toestand niet aan den schou der brachten, commandeerde bij toen niet „vuur", maar „hersteld", en zeide met de grootste kalmte, alsof hij op het exercitie-' veld instructie stond te geven: als ik „aaf commandeer, dan moeten jelui het geweei goed in den schouder brengen en goed rich ten, begrepen? Nu zullen we het nog een: over -doen. Weer klonk het commando „aan' maar weer volgde het andere: „hersteld", en toen: „die nummer vier daar richt niet, h\ ziet niet over z'n vizier, maar er onder langs Nu nog eens, maar nu moet het goed zijn" Ten derden male klonk het commando: „aan' en toen volgde daarop „vuur"! en na dat eer ste salvo volgde er nog menig ander, maai nu goed gericht, totdat de vijant terug trok. Daaraan was hij niet gewend, dat wal hem te machtig. Van dit blijk van kalme, moedige vaste© radenheid van den jeugdigen officier, ondei het vuur van den vijand, was ongemerkt iemand getuige geweest Het was niemand minder dan de toenmalige overste Van Heutsz in eigen persoon. Hij had met eige,i oogen willen zien, hoe zijn bevelen uitge voerd zouden worden, die zoo geheel anders luidden, dan hetgeen men toenmaals gewoon was. Toen nu het zaakje aldus afgeloopon was en de jeugdige sectie-commandant aan zijï troep bevel gaf den terugmarsch te aan' vaarden, naderde overste Van Heutsz hem: „Luitenant, gij hebt goed gehandeld; hoe is uw naam?" „Colijn" was het antwoord. Die toenmalige jeugdige luitenant is onzs tegenwoordige Minister van Oorlog. H. IJ. S. M. In verhand met de reorganisatie van del dienst hij de H.IJS.M. zijn met ingang va; 1 Juli benoemd de heer T. M. T. C. Jorissen tot eh.ef van den goederendienst; de heer J! A. Arriëns, tot chef van mouvement; mr. P Elias, tot chef van tarieven en handelsza ken; jhr. J. M. Stoop, tot chef van de afdec-, ling materieelonderhoud en bewaking hij den dienst van weg en werken; de heer A van Driel van Wageningen, tot chef van dj afdeeling seinwezen; de beer H. E. Hoek stra, tot chef van tractie; de heer J. P. T Römer, tot chef van de wagenwerkplaatsj de heer J. T. Bierman, tot afdeelingschef Is' klasse aan de centrale werkplaats, en de her H. J. van Lessen, tot waarnemend chef de eleetrisehe exploitatie. HET ORANJEKRUIS. In de voortgezette vergadering van bi Oranjekruis werd Zaterdag, na hetgeen wl in ons blad van Zaterdag opnamen, goedgë keurd het jaarverslag en het verslag val den penningmeester, waarvan het voornaam ste ook werd vermeld in het verslag van del secretaris. De ondervoorzitter deelde o. m, mee, dat hij, door bemiddeling van den heel Niftrik, de toezegging ontvangen had na mens den heer Gilse van der Paltz, consui der Nederlanden te Petersburg, van een gif' van 3500, welke hij onder nadere goedkeu ring van Z. K. H. als volgt wenschte te be. stemmen: 2500 voor de vereeniging hél Oranje Kruis en 1000 voor het Prins Hen- drikfouds. Prof. Charas bracht aan de vergadering d< groeten over den Duitschen hond. Tot bestuurslid werd herkozen dr. C. B Tilanus, en in de plaats van de. Fleisehci en den heer Mees werden gekozen de heere; dr. H. H. T. Bekenkamp en Ch. Moens. Tot eerelid van de vereeniging werd be noemd kolonel De Mooy, te 's Gravenhage. Jhr. mr. de Casemhroot bracht vervolgens namens het provinciaal watersnoodcomité in Zeeland een woord van hulde en dank voor de indertijd ondervonden steun. Vervolgens sloot Z. K. H. Prins Hendrik de vergadering, waarna het woord werd ge geven aan dr. H. Charas, tot het houden van een voordracht. Z. K. H. kwam, vergezeld van zijn adju dant jhr. Suchtelen van de Haare, per auto ten half twee van 'tLoo aan het gebouw voor Kunsten en Wetenschappen, waar de verga dering plaats vond. De Prins werd ontvangen door de heeren Ellis en Tilanus. Na afloop der vergadering gebruikte de Prins en zijn adjudant het middagmaal bij den burgemeester van Utrecht Des avonds woonde Z. K. H. de feestvoor- stelling der studenten in den schouwburg ten bate van het Oranjekruis bij .Na afloop der voorstelling was de Prins eenigen tijd in de studentensociëteit de gast van het stu dentencorps en keerde daarna weder per auto naar 'tLoo terug. GRENSUITBREIDING 'S-GRAVENHAGE. Verschenen is het algemeen verslag var het in de afdeelingen van den Gemeenteraad gehouden onderzoek van het voorstel tot grensuithreiding. Bijna algemeen werd instemming betuigd FEUILLETON Groste roman, naar het Franseh van P. d'Aigremont. Sylvie, die wantrouwend was, dacht dat hef gemakkelijk zou zijn een dosis van zeker ge vaarlijk goedje in den theepot te werpen en Zoodoende den dokter te bevrijden van de lasten, welke zij hem kon bezorgen. Dank u, zeide zij, ik zal liever een wei- nig Xeres gebruiken. U had ze vroeger zoo heerlijk in die kleine fleschjes. j Die heb ik nog, zeide Lafont. Men zal te u brengen. Laat dan twee glazen brengen. Hij begreep de gedachte der barones, haal- i'c de sclioudrs op en antwoordde: Ja, twee glazen. Na verloop van ©en kwartier stapte hij bi het rijtuig om haar te vergezellen, en lie-1 Moe f de nog haar van dit vreeselijke plan terug te brengen. Maar Sylvie was koppig. - Ik hond van mijn zoon, hield zij niet op te herhalen, evenals zij dat vroeger deed, daar zij niets anders wist te antwoorden op de dringende betoogen van Lafont. Pas maar op, dat die liefde niet zijn eeuwig ongeluk wordt, zeide hij toen bij haar verliet. De barones haalde de schouders op, en steeds vastbesloten antwoordde zij: Mijn zwakheid zou hem ten gronde ich- ten. Maar u bent slim en ik weet wel tot wien ik mij richt! Toen zij in den waggon stapte, zeide zij tot afscheid: Tot Zaterdag! Dr. Lafont keerde naar het Krankzinnigen gesticht terug, ter prooi aan een angst, die aan waanzin grensde. Hij zou dus dat ver vloekte verleden wederom betginnen, het greep hem bij de keel en maakte zich weder om de verschrikkelijke meester van zijn le ven! Waartoe had het hem gediend een on der allen kundig en verstandig man te zijn, zóó ver te komen, nu hij zijn toekomst zag als tusschen een schroef, een schroef, welke een idiote als de barones Berthier vermocht dicht te draaien! Hij had haar wel gedreigd, haar echtgenoot ten gronde te richten en zichzelf huiten alle gevaar te stellen door zich dood te schietenHij was oprecht ge weest toen hij zoo sprak. Ja, liever was hij besloten te sterven dan Immaculée te ver liezen. Maar wat een hard einde wanneer het leven en zijne genoegen» vóór hem lagen, vlak hij hem, binnen het hereik van zijn hand Neen, neen, het was niet mogelijk dat hij zich j zoo maar onzinnig en domweg in een hoek liet dringen. Hij zou in zijn vruchtbare brein j wel een of ander plannetje vinden, dat de bedreigingen van barones Berthier zou ver ijdelen. Hij peinsde over al hetgeen deze laatste hem had gezegd: Zaterdag, had zij verscheidene malen herhaald, zal ik terugkomen, om het ant woord te halen. Lafont dacht na. Zou Immaculée hem niet den volgenden Vrijdag het antwoord geven betreffende hun huwelijk, nadat zij Christoval had geraad pleegd? O! indien het antwoord gunstig was, zoo- als Lafont wel verwachtte, wat zou hij op dat oogenblik dan een kracht en een klaar heid van geest hebben, die hem in staat zou den stellen niet alleen Sylvie, maar de ge- heele wereld het hoofd te bieden. De dokter was uit het rijtuig gestapt hij den ingang van het bosoh en liep nu zonder aan zijn ontbijt te denken, waarvoor het uur reeds geslagen had, alleen tusschen de kale hoornen» heheersoht door slechts één doel, één gedachte: Immaculée moest zijn vrouw worden en tot dan toe moest hem geen hinderpaal in den weg gelegd worden. Het moet, zeide hij, de wenkbrauwen fronsend, plotseling besloten. Noch angstval ligheid, noch eenige bedenking van welken j aard ook moeten mij tegenhouden. Ik wil liever sterven dan haar verliezen! Maar, alle duivels! Ik heb nog wel moeilijker dingen j onder de oogen gehad! Vooruit met groote middelen!... welke dan ook! VERDRONGEN. Voordat hij naar Immaculée De Miraflo- rès ging, wilde dr. Lafont beproeven Louis Berthier te ontmoeten, ten einde er zich re kenschap van te geven, in welke omstandig heden Louis en Sylvie verkeerden. 'tW-as nutteloos. Er was een onverbidde lijk wachtwoord gegeven: Mijnheer de baron heeft het buitenge woon druk en kan niemand ontvangen. Sylvie was evenmin te genaken. Maar men is niet voor niets een slim man, met nieuwe plannetjes in het hoofd. In den dienst der Berthiers waren een me nigte menschen, wien de dokter daar een plaatsje had verschaft, om op de hoogte te zijn van alle daden en bewegingen van don baron, die reeds lang voor hem een onuit puttelijke melkkoe was geweest. Hij wist, dat in een klein, naburig café die personen bijeen kwamen. Daarheen hegaf zich de schelm, en het toe val diende hem zooal* hij wilde. Isidoor, de eerste kamerknecht van Louis, zat tegenover een kameraad uit de huurt achter een marmeren tafeltje en gaf zich over aan het vermaak van een zeer afwisse lend Chineesch be-siquespel. Vijfhonderd! zeide Isidoor! Dat is al de derde, antwoordde de an der, geërgerd. Ja, brigadier, je hebt gelijk! Maar nu komt 't mooiste nog: 1500! Met do 3800, welke ik reeds had, ben ik uit. Je mag het rondje betalen, mijnheer de Longehamps! Geef je mij geen kans om terug te win nen, mijnheer Berthier! Kan niet. Ik heb nog een dringende zaak te behandelen. Isidoor, dien men in de wereld der bedien den van goeden huize bij den naam zijns meesters noemde: baron of Berthier, zooals dat sedert lang de gewoonte was, had Lafont geheimzinnig het zaaltje zien binnenkomen en nog geheimzinniger dicht bij hem zien plaats nemen. De dokter nu betaalde de dien sten, die hij vroeg, altijd royaal. Isidoor stond op. Tot van avond, markies, zeide hij tot zijn kameraad. Klokkeslag negen uur geef ik je zooveel revanches als je maar hebben wilt. En zijn lange bakkebaarden streelende ging de voorname bediende van het huis der Ber thiers naast Lafont zitten. Wat zullen de heeren gebruiken? vroeg de kellner zeer beleefd. NIEUWE MAARLENSCHE COURANT 99 102)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5