TWEEDE BLAD Berlijnsche Brieven. De miliioenen-Prins. OrOndenmnsi Nouveauté jBoedkoopst "adres voor BANDEN en RIJ WIELEN is H. J. VAM DER MEER, Schagchelstr. 9. Tel. 2422. s étalages Handschoenen. BUITENLAND. BINNENLAND. Handschoenen. lu ü®n iiarciié „li oyois s." il a a rI e m IS r» u s s e 1 D0S8DES30AU li JULI IBIS. laatste IL LETqTT Groöte roman, naar het Franseh van P. d'Aigremont. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT XVII. EEN CONFLICT! De lezers van dit blad hebben natuurlijk ftl reeds vernomen, dat de eensgezindheid on der de katholieke arbeiders hier in Duitsch- land veel te wenschen overlaat. Reeds eerder had ik aan dit thema een brief willen wijden, doch, achteraf beschouwd, is 't geloof ik toch nog maar beter geweest, dat ik vooralsnog gezwegen heb, want de stofwolken, die door deze /geschiedenis hier in de Duitsche honden opgeworpen zijn, wa ren zoo dik, dat werkelijk niets meer te on derscheiden was. Nu echter beide partijen op aandringen van den H. Stoel de wapens voorloopig weer in de schede gestoken heb ben, kunnen we deze onaangename quaestie wat objectiever bekijken. Er bestaan hier in Duitschland twee ver schillende hoofdorganisaties van katholieke arbeiders. De oudste, die der z.g. „Christli- ehe Gewerksehaften", omvat West-, Zuid- en Oost-Duitsckland en is in zooverre intercon fessioneel, dat de vakvereenigingen uit kath. an protestantsche arbeiders bestaan en zich op volkomen onafhankelijk standpunt plaat sen, altijd met dien verstande, dat deze vak vereenigingen op algemeen christelijken grondslag staan. Terwijl zich dus deze katho lieke arbeiders als medeleden der vakveree- nigiiig niet onder do gehoorzaamheid der bisschoppen stellen, is* de algemeeno katho lieke vereeniging, waarvan zij als katholieke arbeiders lid moeten zijn, natuurlijk wel aan de wijzigingen der bisschoppen onderworpen. De tweede organisatie, die haar hoofdzetel ïn Berlijn heeft en hoofdzakelijk Midden- Duitschland omvat,staat op hetzelfde stand- Punt als onze katholieke arbeidersvereeni- gingen. Zij is dus zuiver katholiek, doch ver toont met onze vakorganisatie dit verschil, dat de vakvereenigingen, die niet naast, maar in en uit de algeineene vereenigingen opgebouwd moeten worden, geen geestelijke adviseurs hebben, doch geheel door de ar beiders zelfstandig bestuurd worden Terwijl dus de christelijke vakvereenigin gen als zoodanig in theorie los van de Kerk staan, zoo is de Berlijnsche richting ook in haar vakorganisatie katholiek. We zeiden, ,dat de christelijke vakvereenigingen in theo rie los van de Kerk staan en bedoelen hier mede, dat de praktijk soms iets anders leert Zoo zijn er bijv. in Zuid- en West-Duitscli- land tal van christelijke vakvereenigingen, Wier leden allen katholiek zijn. Natuurlijk is hier de invloed der katholieke sociale leer van grooteren invloed dan in sterke gemeng de of uitsluitend protestantsche christelijke vakvereenigingen, welke laatste er uit den aard der zaak zijn. In elk geval is de invloed der katholieken in de christelijke vakveree nigingen verreweg overwegend, want van de 820,000 leden is minstens 2/3 deel katholiek. Ware dit ook niet het geval, Z.Em. Kardi naal Fischer nit Keulen, zou zeker niet zijn steun aan deze richting geven. De Berlijnsche richting staat onder de bi- zondere bescherming van Z.Em. Kardinaal Kopp van Breslau. Deze Kerkvorst wen-scht 114.) Op hetzelfde oogenblik kwam Eugène bin nen. Met een oogopslag gal hij zich reken schap van het tooneel, dal zoo juist was af gespeeld. Nog steeds hielden twee bedienden de barones hij den arm. Toch maakte Sylvie een beweging om zich los te rukken en zich meester te maken van het glas, waarvan zij blijkbaar den inhoud over den grond wilde uitstorten. Francoise ried haar gedachte. Breng dat glas in veiligheid, gebood zij. Toen eerst bemerkte zij dat haar man op haar toe liep. De stervende liet zich in zijn urmen nedervallen. Ik heb mij niet bedrogen, riep zij uit. Die ellendige heeft mij vermoord! Ik heb haar zooeven verrast, toen zij den drank ver giftigde, welken de Zuster mij zou geven, zoo dra zij terugkwam. O God, ik sterf... Wreek mij! Maar neem eerst dat glas weg! Neem bet weg! Het vergif is erin! Dat is een ver- principieel katholieke arbeiders-vereenigin- gen, die, waar het noodig is, federatief ver hand met andersdenkenden kunnen samen werken. Geheel dus „comme ehez nous", zoo als men ziet. Een tweede principieel verschil tusschen beide organisaties ligt in de verschillende opvatting over het stakingsrecht. Eischen de christelijke vakvereenigingen liet recht van staken voor den arbeider in zijn uiterste con sequentie op en beschouwen zij dan ook de staking als een van de krachtigste middelen ter verbetering van de economische positie der arbeiders, zoo verwerpt de Berlijnsche richting het stakingsrecht uit moraal-reli- gieuze beweegredenen en noemt zij de sta king het gevaarlijkste wapen dat een arbei der hanteeren kan. Vooral dit priucipieele geschilpunt vormt een bijna onoverbrugbare klove tusschen hei de richtingen, ja is vaak oorzaak, dat de christelijke arbeiders weigeren tezamen met hunne collega's van de Berlijnsche richting een arbeidscontract af te sluiten. Zij beweren eenvoudig: „komt het tot een conflict, dan hebben wij aan die lieden niets, want staken mogen ze toch niet". Er zal dus werkelijk nog heel wat water door den Rijn moeten vloeien, alvorens deze beide richtingen elkander zoover naderen, dat er van samenwerking, laat staan van ver smelting sprake kan zijn. Zoo stonden de zaken, toen beide organi saties omstreeks Pinksteren hunne jaarcon gressen hielden: richting Berlijn in Berlijn en de christelijke vakvereenigingen in Frank fort a. d. Main. Beide zonden een huidetele gram aan Z. H. den Paus. Dat uit Berlijn was een lange beginselver klaring, dat uit Frankfort een korte hulde betuiging. En de antwoorden? Berlijn werd met vriendelijke woorden geprezen, de in Frankfort verzamelden vermaand. En nn ontbrandde een pennestrijd in de desbetreffende organen, zoo vlijmend scherp, aan heide zijden zoo vol van beleedigende uitdrukkingen, dat het in één woord treurig was, dit liefelijke proza te lezen. De christe lijken gingen zelfs zóó ver, de al- of niet feilbaarheid van den Paus in deze zaken te bespreken. Kortom, 'twas een treurige broe derstrijd, die, God weet. waarop uitgeloopen zou zijn, indien niet Z. H. de Paus door zijn vermanend, doch ernstig woord aan den strijd een einde gemaakt had, vooral door daarop te wijzen, dat men het positieve oor deel van Z. H. in deze af te wachten had. Thans rusten dan de wapens. Voor hoe lang echter? En hoe zal deze geschiedenis nog eindigen? Want de quaestie gaat nog dieper dan reeds uit het bovenstaande te peilen is. Achter de christelijke vakvereenigingen staat nl. het grootste gedeelte van het Cen trum Zooals toch bekend is, beschouwt het Cen trum zich niet zoozeer als een confessioneele, dan wel als een zuiver politieke partij. Slechts een kleine groep zijner leden en deze staan dan ook alle achter de richting Berlijn heeft een andere overtuiging. De Rijksdagafgevaardigde Roeren heeft in verband met deze quaestie zijn mandaat neer gelegd. Ook graaf von Oppersdorf is daarom niet in de partij opgenomen. Welnu, waar de christelijke vakvereenigingen weten, dat zij liet grootste gedeelte vau het machtige Cen trum achter zich liehben, daar zullen zij niet zoo licht voor de Berlijnsche richting uit den weg gaan. Men ziet, de quaestie is tamelijk ingewik keld. Hoe dit verder echter ook zij, een uit weg moet gevonden worden, want zóó kan de toestand niet blijven. Dat de H. Geest den Heiligen Vader moge verlichten, als Hij zich neerzet, om dit politieke en sociale kluwen te ontwaren! J. M. S. Wij stellen ons voor, naar aanleiding van deze objectieve uiteenzetting van onzen Ber- lijnschen Briefschrijver, eerlang eenige op merkingen onzerzijds in een hoofdartikel over deze kwestie te maken. Redactie N. H. Crt. Naar Rusland Over de voorgenomen reis van den Erail- schen minister-president wordt officieus het volgende gemeld: De minister-president zal zich waarschijn lijk 3 of 4 Augustus aan boord van den krui ser „Condé" te Duinkerken inschepen en den 7den Augustus te Kroonstad aankomen. Op 8 en 9 Augustus zal Poincaré, die door zijn kabinetschef Daeschner zal worden verge- zeld, te St. Petersburg lange besprekingen met den minister van huitenlandsche zaken Sasonof houden en dan te Petershof op 10 Augustus door den Tsaar in audiëntie wor den ontvangen. Op 11 en 12 Augustus zal hij in gezelschap van den gezant Iswolski Mos kou bezichtigen en dan van Kroonstad aan boord van de „Condé" naar Frankrijk terug la eeren. Tijdens de afwezigheid van Poincaré zal de minister van justitie Briand als mi nister van huitenlandsche zaken fungeeren. „Autonomie" voor de Walen! Zondag werd te Luik het derde congres der Walen, onder voorzitterschap van den heer Julien Delaide gehouden. In de twee zittingen, die plaats hadden, werd in hoofd zaak gedebatteerd over de wenschelijkheid, het bestuur der Waalscbe en Vlaamsche pro vincies te scheiden! Na lange discussies nam liet congres met eenparigheid van stemmen de volgende motie aan: „Het congres, alle voorbehoud makend be treffende den vorm, die gegeven moet wor den aan de separatistische beweging, spreekt den wenseli uit, dat de Waalscbe provinciën van Vlaanderen gescheiden moeten worden, om haar onafhankelijkheid te vergrooten en haar eigen ontwikkeling te vergemakkelij ken en besluit, deze kwestie te laten bestu- deeren door een commissie, samengesteld uit leden, op iedere vierhonderd inwoners van 't Walenland te kiezen". De Kamerafgevaardigde Destrée, die zit ting had aan de bestuurstafel, verklaarde o.m.: „Indien de regeering ons voldoening schenkt, zal de separatistische beweging een kalm verloop hebben. Maar, indien de fla minganten zich stijfhoofdig tonnen, kan al les gebeuren." De vergadering had een zeer stormachtig verloop en luide werd de verklaring van den voorzitter toegejuicht, dat men van tactiek moest veranderen en niet langer defensief, maar offensief moest gaan optreden. De heeren anticlericaleu trekken voor niets zich terug om de katholieke regeering te dwarsboomen. Zelfs willen zij het land er voor in stukken scheuren! De warmte. Zondag is het te Berlijn buitengewoon warm geweest, de thermometer steeg tot 86 gr. P., zoodat verscheidene mensehen dooi de hitte werden bevangen. De volkshaden in het Wann-meer en het Muggel-meer wa ren stampvol. Eenige mensehen zijn verdron ken, doordat zij op verboden plaatsen hadden gezwommen. Op de Havel zijn eenige boot ongelukken voorgekomen. In het volkshad Wittenbergen hij Blanke nesse zijn 3 jongelui verdronken. Tot dusver is nog slechts één 1 ijk opgehaald. Onweer. In het Hintersteiner-dal, in Beieren, heeft een vreeselijk onweer gewoed, vergezeld van wolkbreuk en lawine. De eleetrisehe centrale, die de dorpen Sout- hofen, Hindelag en Hinterstein voorziet, is geheel verwoest. Op liet hooggebergte is ver- sche sneeuw gevallen. Bij een storm op de Zee van Marmora zijn 5 mensehen verdronken. De hagelslag, waar van de storm vergezeld ging-, heeft in de omgeving van Siriwri, dat aan deze zee ligt. veel schade aan land- en tuinbouw toege-j bracht. Benzine-ontploffing. Te Leonfe.lsen, in Opper-Oostenrijk, heeft ten huize van een smid een benzine-ontplof fing plaats gehad, waardoor hijzelf en vijf huisgenooten zwaar gewond werden. De doch ter is reeds aan haar verwondingen bezwe ken, terwijl zijn vrouw en zijn zwager in le vensgevaar verkéeren. Verkiezingsvaria uit Amerika. Een correspondent te New-York deelt mede, hoe Wall Street Journal de avond- en nacht zitting van de democratische conventie te Baltimore heeft beschreven, welke tot zeven uur 's ochtends duurde. De klok aan den muur van de hal wees reeds over twaalf, en de sensatie als gevolg van Bryan's aanval op de finaucieele cita del, doorzenuwde nog steeds de menigte, toen plotseling een der afgevaardigden zijn banier loswerkte en er mee naar de voorzitterstafel rende. (Hier zij opgemerkt, dat Bryan een 16-tal jaren geleden door een zijner redevoe ringen een z.g. stampede der Conventie wist te bewerken, waarhij alle aanwezigen dooi de zaal begonnen te marcheeren, de vaandels hunner staten in de processie medevoerend. Om dit te voorkomen, heeft men thans te Baltimore alle medegebrachte banieren vastgespijkerd). Dit scheen een afgesproken teeken te wezen, want plotseling stormden de afgevaardigden van 22 stalen op hun vaan dels aan, werkten ze uit de betimmering los, en stelden zich hij de voorzitterstafel voor een betooging op. Het doel dezer betooging werd al spoedig duidelijk. Op de sprekers tribune verscheen mejuffrouw Genevieve Clark, de blijmoedige dochter van den can- didaat, wiens volgelingen zich aan haar voe ten verzamelden. Haar sierlijke, sterk afste kende blauwe japon was met een Amerikaau- sche vlag omwonden. Ze ontdeed zich van de vlag en wuifde ermee. „Hoera voor Gene vieve", riep een der afgevaardigden, en in een oogwenk was de reusachtige hal aan een Clark-demonstratie ten prooi, welke aange voerd en overzien door de jeugdige verschij ning, vijf-en-veertig minuten aanhield. De naam Clark schetterde bijna een uur door de ruimte, het was alsof een reuzenkoor tel kens en telkens een Clark-kreet uitstiet, en de wanden ze jolend en joelend met dubbele heftigheid terugstieten. Afgevaardigden, die hunne jassen nog niet hadden uitgetrokken deden het thans. Door een helsch lawaai en tumult vergezeld, gooiden zij hunne jassen de lucht in, en het uitzicht op de sprekers- tribune werd door een neerdalende jassen- regen als 't ware verduisterd. Toen men echter weer vrij uitzicht verkregen had, kon men de Clark-afgevaardigden oorlogsdansen zien uitvoeren, zooals de Sioux het in de da gen vóór Nelson Miles het westen introk het hun niet zouden hebben verbeterd. Het mu ziekkorps probeerde te spelen. Op grond van ingewonnen inlichtingen en geloof zij hier medegedeeld, dat de muzikanten werkelijk speelden, doch deze bewering is geheel ge baseerd op het feit, dat men den kapelmees ter met zijn stok zag zwaaien, en dat de mu zikanten in volle actie werden gezien.... doch niet gehoord. Het was over half zeven in den ochtend, toen uit vermoeide kelen 'n schor: „Stemmen, stemmen" werd gehoord. Aldus werd beslo ten. De namen werden afgeroepen, de afge vaardigden sprongen op en luisterde aandach tig wanneer de beurt aan die staten kwam, welker afgevaardigden geen bindend man daat hadden of wier stem twijfelachtig was, en zonken lusteloos in hunne stoelen terug nadat die gedelegeerden hadden gestemd. Vele afgevaardigden lieten het hoofd op hun doorweekte overhemden vallen en sliepen den slaap welke onafwijsbaar zoowel de rechtvaardigen als onrechtvaardigen be zoekt. Toen de stemming was afgeloopen, kwam een voorstel aan de orde om de zitting tot vier uur in den namiddag te verdagen. Jon gere gedelegeerden wilden er niets van hoo- ren. „Allen die voor het voorstel zijn, zegge Aye", klonk het van den voorzitterszetel. ,,Aye', liep een trage slaperige menigte. „Wie tegen is zegge No". „No", riepen de jongere vechtersbazen. „De ..Ayes" zijn in de meerderheid", be sliste de voorzitter, „en de beraadslaging is dus gesehorst tot vier uur". Het muziekkorps schrikte op uit zijn hazen slaap. Het speelde een min of meer levendig liedje onder het uiteengaan der Conventie. Een half uur later was de Democratische par tij volkomen eenstemmig zij snorkte. Rousseau-vereering! Een passend opschrift voor het standbeeld van J. J. Rousseau gaf een Zwitsersche pas toor indertijd. In 1829 had zich te Genève een comité gevormd voor de oprichting van een standbeeld van J. J. Rousseau. Toentertijd was in het Protestantsche Rome, de Z.Eerw. beer M. Vuarin, pastoor van de kleine Room- sche kudde. Die pastoor was een onverschrok ken verdediger van het H. Geloof. Dominé Chenevière was lid van bovengenoemd Co mité en hij richtte zich ook tot Pastoor Vua rin om eene bijdrage voor het ontworpen standbeeld. Het antwoord liet zich niet wach ten. „Mijnheer, hierbij gaat mijne bijdrage, be staande in een inscriptie in lapidairen stijl, die men zou kunnen plaatsen op het voetstuk van het standbeeld, 't Is de eenige manier, waarop ik mij als man van eer en christen kan aansluiten bij een onderneming, waarbij ik grootelijks verwonderd ben, U, in uwe hoe danigheid van herder en professor in de The ologie, te ontmoeten als bevorderaar en be schermer". Het opschrift luidde aldus: Aan hem, die de eerste schakel van onze ketenen verbrak, de overmoedige jeugd los maakte van de vernederende vreeze Gods die alle tradities met voeten tredend herkende in den verdierlijkten wilde, het edele type van den heer der schepping aan hem, die de volkeren in hunne rechten herstelde maar tegelijk leerde, dat allen heer en meester moeten zijn en dat niemand behoeft te gehoorzamen die de romans terecht veroordeelde, maar toch er zelf een 6chrcef, Om in het hart van eebtgenooten en dochtc-rs te vernielen, wat men vóór hem deugd noemde; die de zaken tot hun juiste waarde terug bracht maar den naam van vader verzaakte en de vruchten van zijn samenlezing te von« deling legde, om zich te onttrekken aan den zwaren last der dankbaarheid, aan den verdediger van den zelfmoord aan hen, die door zijne voorheelden en ge schriften de gelukkige vrijheid invoerde om alles te zeggen - Aan Jean Jacques Rousseau aan zijne nagedachtenis, eertijds beleedigd door een ondankbaar vaderland, richt het huidige vaderland bewonderend en navolgend de deugden van zijn edelen burger dit standbeeld op. Bovengenoemde brief en opschrift werden gedrukt en hij duizenden toen ter tijd ver spreid en men behoeft niet te vragen, aan welken kant de lachers waren. Een passend opschrift inderdaad voor den man, die weinige dagen geleden op zoo om zinnige wijze door de machthebbers in Frank rijk werd gehuldigd, maar die door Joseph de Maistre werd gebrandmerkt als een der „ge vaarlijkste drogredenaars zijner eeuw, wien het ten eenenmale aan echte wetenschappe lijke voming ontbrak". OPPOSITIE! Kraisse staaltjes men weet het belo ven we 'tegenwoordig van „Harer Majest- it-sl loyale oppositie". Niet alleen, dat alles wat van rechts komt, wordt afgestemd, maar met middelen, die, zacht gezegd, wa,t vreemd zijn uitgevallen, wordt getracht, het van de haan te schuiven.; Zonder vorm van proces worden de wets ontwerpen vian rechts afgemaakt. En dat niet alleen, maar wat reeds, on danks zulk een linkerzijde, tot stand kwam, wordt kalmweg over 't hoofd gezien. Zoo schrijft het „Handelsblad'in een hef tig artikel de aanneming der Radenwet be sprekend, over „het eerste miserabele sinkjo wetgeving, dat- iia een vierjarig Minister- scliap tot stand is gekomen" Het is kras, zegt terecht hierop de „Rotter dammer", welk blad schrijft: „We noemen nu slechts de Steenhouwers- wet en de herziene Arbeidswet om Ide vraag te rechtvaardigen Wie behoort tot de miserabelenMinister Talma, en de rechterzijde dan wel het .Han delsblad" dat aldus vóórlicht Men laaf het echter niet bij dit een en an der. Het liberale „Utrechtsch Dgbl." weet nu alreeds te vóórspellen, dat de Invaliditeits wet er komen zal men een „eindstemming rechts tegen Ijnks." Best mogelijk, dat het blad gelijk heeft-, \an onze „loyale oppositie"(l) js alles té verwachten. Daarover dan opk niets meer. Het Neder- landsche vólk zal wel cordeelen over dia vrijzinnige ,,voorui.tstrevefedjén"(0. die niets beters te doen hebben, dan alles wat de so dale wetgeving betreft, als één man tegen ta werken. Maar wat we willen zeggen is dit. We zijn overtuigd, dat deze wetgevende periode nog veel, speciaal voor de arbeiders, zal brengen, waarvan de In viali-ditedts- en Ouderdomsverzekering wel het voornaam ste ie. Doch gesteld zelfs, dat de vrijzinnigen ge lijk hadden in hun te vroege snoeverij, welke nu reeds vooropzet zooals het „Utreehteeh' Diaghlad" dat de rechterzijde niets posi tiefs op sociaal gebied kan bereiken, dan nog zouden de arbeiders dien Vrijzinnigen moeten toevoegen: Gij heeft niet zoo'n hcogen toon a an te heffen, want er ware voel g cd- to-t stand gekomen, zoo gij uw afmaaksysteem aan kant had gezet en niet reeds te voren zonder vorm van proces alles had veroor deeld wa,t van rechts kwam. Inderdaad, de heeren, die* zelf in niets eensgezind zijn, moesten toch een toontje la,- ger zingen, nu zij niets anders hebben ge daan (tenminste vermeenr-n gedaan te heb ben) dan door hun „loyale(!) oppositie" ver hinderen, da t er sociale wetten tot stand kwa men. pletterend bewijs tegen haai'. Geef haar aan! Geef ze allen aan! Ik wil het... Ik beveel het!... Ga een commissaris van politie ha len! Dadelijk! Verschrikkelijk was de zenuwtoeval, die volgde. Francoise had nog de kracht, toen haar vader kwam hinnenloopen, om op Syl vie te wijzen en uit te roepen: Je vrouw heeft mij vergiftigd! Weest allen gevloekt! Ter prooi aan vreeselijke stuiptrekkingen viel zij achterover. Eugène had de zieke gehoorzaamd, hij had het glas genomen, in een kast gezet en de sleutel daarvan in zijn zak gestoken, en was nu weder zijn stervende vrouw genaderd. Maar zij ijlt! zij weet niet wat zij zegt! riep Louis uit, die zelf bijna razend werd bij de gedachte aan het tooneel, dat zoo juist in z'jn huis had plaats gehad ten aanschouwe va" bijna geheel zijn personeel. Sylvie nog steeds vastgehouden door twee Kamerdienaren, trachtend zich uit hun greep los te maken, kermde voortdurend: „7Tf ,ar bent allemaal gek, evenals zij. Ik hen hier gekomen om aan haar mijn zorgden te^ besteden, zoonis gewoonlijk- Toen zij haar man zag, strekte zij haar ar men naar hem uit: Bescherm mij! riep zij. Maar Louis hoorde haar stem niet eens. Hij was als versteend door de laatste ver vloeking van zijn dochter. I Ja, herhaalde de Nonnandische, zij i.iit! De dood nadert en heeft haar verstand ver- duistere!... Ach, ar»', arm kind! Ga heen! riep Do Graves. Ga heen of ik sta niet voor mij zelve in. Gauw, ging hij voort, zich tot verscheiden bedienden wen- dehd, gauw naar dr. fa vernier. Mijn rijtuig staat nog beneden. Verlies geen minuut en breng hem mede. Met een fleschje cognac in de hand kwam de Zuster terug. Waarom hebt u uw zieke verlaten? vroeg Eugène. Mevrouw heeft het zelve me bevolen, antwoordde zij, en zij vertelde wat de lezer al weet. 't Duurde zeer lang eer Francoise liaar be wustzijn terugkreeg. Toen zij haar oogen opende, was de dokter bij haai'. Zij was op den rand van het graf, maar nog altijd was haar geest heider. Toen deed zij, in tegenwoordigheid va» de Zuster, dr. Tav-ernier, haar vader, twee be dienden en een jonge dienstbode het getrou we verhaal van de afschuwelijke handeling van Sylvie. Ik wil dat zij aangeklaagd en gevonnist worde, zeide zij met duidelijke, hoewel dood zwakke stem. Eugène heeft het glas in vei ligheid gebracht, waarin zicli het vergift be vindt, dat zij mij heeft toegediend sedert liet begin van mijn ziekte; ik eisck dat het ge steld worde in handen van den procureur der republiek. Ik maak er voor u allen een gewetenszaak va», voor u dokter, voor u Zuster, en voor jou, Eugène. Zonder te denken aan liet gewicht zijner woorden, uitgesproken in tegenwoordigheid van zooveel vreemdelingen, wierp Louis zich voor 't bed op de knieën. Je stoot je broeder in 't verderf! zeide hij. O, wees niet zoo onverbiddelijk. Ik smeek het je op mijn knieën. Vergeving! vergeving! Dood me niet! Zij keek hem aan met gevoel van onuit sprekelijke haat, en zeide toen afgebroken en reutelend: Je dochter is het slachtoffer van den afschuwelijken aanslag en nog vraag je ver giffenis voor haar, die mij gedood heeft! O, dat dacht: ik wel! Je bent haar medeplich tige! Ga heen! ga heen! Zij wilde haar armen uitstrekken doch kon het niet. Maar baar gelaat nam een vree selijke uitdrukking va» woede aa». Wat de» baron aanging, hij had eerst de woorden der stervende niet begrepen. Maar toen zijn geest er eindelijk de beteekenis van vatte, leed hij wreed, onmenschelijk wreed. Zij klaagde hem aan! God in den hemel! Zij, zijn bloed, zijn eigen dochter en tot dan toe zijn eenige beid'! En dat in de meening dal hij haar h*<< lood! Dat was te v-:-H; De ongelukkige barstte los in een vreese lijke lach, het gelach van een krankzinnige en stortte toen op den grond, ter prooi aan een hevigen zenuwtoeval. Ondertusschen herhaalde Francoise: De notaris, waar is de notaris? Die was niet thuis! antwoordde Eugène, maar men is hem gaan halen uit het restau rant, waar hij ontbijt. Hij kan ieder oogen blik komen. De bedienden hadden de baron opgenomen en dr. Tavcrnier had de sombere groep ver gezeld, om aan Louis op diens kamer zijn zorgen te besteden. Op dat oogenblik kwam Maxime binnen. Met Eugène had hij een gedeelte van den nacht aan het bed van zijn zuster doorge bracht, en daar op zijn leeftijd slaap zoo noodzakelijk is, was hij lang in bed geble ven, en niemand had eraan gedacht hem te gaan halen. Toen hij Francoise zag. gevoelde hij zijn hart ineenkrimpen van pijn. O mijn god, mompelde hij, wat is de ziekte toegenomen! De uitdrukking van zijn goedig gelaat was zóó smartelijk, zóó wanhopig, dat de Gravès de woorden wederom inslikte, die hem op de lippen kwamen aan het adres van Sylvie. Die ongelukkige, dacht hij, hij zal nog altijd vroeg genoeg de laagheid der zijnen te weten komen. De priester, naar wien Francoise verlangd had, kwam. Toen echter de dienaar Gods de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5