Opruiming Schoenen. P. W, TWEEHUIJSE
BINNENLAND.
arte Ijoriss traaf 27,
Wat anderen zeggen.
Aanbestedingen.
VR00LIJK ALLERLEI.
E KWARTJES— ADVERTENTIES
'F'Lir.s
In de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
komen onder de oogen van vele duizenden
lezers in en om Haarlem. Daarom is de
Nieuwe Haari. Courant dan ook het meest
geschikte blad voor het vragen en aanbieden
van degelijk katholiek dienstpersoneel enz.
;0v
niet strookt met het goed begrip vain Volks
vertegenwoordiging.
De Ka mer is veel te veel en veel te lang
hijeen; dat is 't kwaad, waaraan wij. lijden.;
Dit kwaad verbetert men niet, door het- te
verergeren.
Men zal blijven voort gaan de arbeiders der j
Rechterzijde te misleiden, maar wij hebben voor
ons het afgemaakte werkwij wachten nu nog
de Ou derde ms- en Invaliditeitsverzekering.
SpT. gelooft geen gewaagde profetie te doen,
als hij voorspelt dat de Linkerzijde ook tegen
deze wet zal stemmen. Nauwelijks waren de
Regeeringsvoorstellen ter tafel, of zij verklaar
de zich reeds voor Staatspensioen. Dat is hun
recht, zegt spr., maar zij zullen nu tegenstem
men en zouden die arbeiders, die, zooals zij
zelden, geen dag en geen nacht meer kunnen
wachten, nog jaren laten wachten. Rechts zal
echter in dat geval, spr. ka nhet wel verzekeren',
één zijn an vóór stemmen en in 1913 kunnen
zeggen; hier ligt het pensioen voor de ouden
van dagen. Spr. zou er prijs op stellen dat van
uit deze vergadering een roep opsteeg om de
Regeering te steunen en hij hoopt dat in 1913
de Rechtsche Regeering met vlag en wimpel
wederom de zege behale. (Donderend applaus.)
De Voorzitter dankte den heer Passtoors har
telijk voor het gesprokene.
Verkiezing Centraal Bestuur.
De heeren S. de Groen, B. Lammers en Th.
J. H. Mouwens, aftredende bestuursleden, wer
den herkozen, terwijl in de plaats van den heer
,1. Th. Imholz, die niet herkiesbaar was, omdat
hij geen lid van den C. R. meer is, werd geko
zen de heer Vermeulen, uit Vlaardingeu, die
zijn benoeming aanvaardde. De heer Imholz
werd dank gebracht voor het vele dat hij deed
in het belang van den Bond.
Gevraagd werd of nu de Centr. Raad in zijn
geheel is afgetreden, het geheele C. B. niet
moest aftreden.
Bij zitten en opstaan werd na discussie be-
s'oten, dat dit niet het geval is.
De Volksbauier.
Aan de orde was punt 7a der agenda. Rapport
van het Oentraal Bestuur inzake de iu de
vorige algemeene vergadering verstrekte op
dracht, om te onderzoeken, op welke wijze als
nog de totstandkoming van één algemeen or
gaan mogelijk is. Eene afzonderlijke circulaire
is hiervoor tot de afdeelingen en afgevaardig
den gericht.
Het C. B. deed het voorstel om het te mach
tigen het contract met „Het Centrum" als on
zen tegen woordigen drukker op ultimo Septem
ber a.s. te doen eindigen en met dien datum
de exploitatie van „De Volksbanier'' in handen
te geven van de N. V. „Futura", onder nader
overeen te komen voorwaarden.
De Voorzitter doet hieromtrent mededeelin-
gen.
Het voorstel wordt, na langdurige discussie,
aangenomen met 71 stemmen Voor, 3 tegen en
9 blanco.
De Voorzitter zegt dank aan „Het Centrum"
•oor de wijze, waarop het jarenlang de Volks-
oanier heeft gedrukt en verzorgd.
Door aanneming van dit voorstel waren de
voorstellen der afdeeling Hoorn, betreffende de
Volksbanier van de baan. De wensch, door deze
afdeeling geuit, om aan den kop der Banier te
doen plaatsen dat zij IV2 cent kost, kon de
goedkeuring van het bestuur niet^ wegdragen.
Invaliditeits- en Omlerdoms-
verzekering.
Hierna kwam aan het woord de heer C. D.
Wesseliog uit den Haag, die een inleiding hield
over het wetsontwerp tot verzekering van werk
lieden tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit
en.ouderdom. Hij begint met te zeggen dat nog
nooit een regeering zooveel heeft gepresteerd op
jociaal gebied als deze Regeering. Wij leven,
zoo vervolgt spr. dan, in een overgangstijdperk.
Wij hebben nog maar één groote wet: de Onge
vallenwet. Wij moeten wetten hebben, en daar
is geld voor noodig. Spr. schetst den toestand
als hoopvol en brengt, onder warm applaus der
vergadering, warme hulde aan Min. Talmn, den
ijverigen werker. Er is tengevolge van die So
ciale Wetgeving een krachtiger leven in 'de ar
beidersverenigingen merkbaar en nu wil ook de
Ned. TL K. Volksbond de Invaliditeits- en
Ouderdomswet behandelen. Dat vindt spr. uit
stekend, maar wij moeten aandringen op spoed,
want reeds lang geleden werd gezegd; zij (de
arbeiders) kunnen niet wachten, geen dag en
geeu macht en zij wachten nog.
Spr. behandelt dan de Invaliditeits- en
Ouderdomswet en stelt meerdere vragen, die be
handeld kunnen worden in de onderafdeelingen.
En allereerst vraagt spr.: Wal zal deze wet ons
brengen? Zij wil drie dingen: lo. Verzekering
tegen invaliditeit; 2o. idem tegen ouderdom;
3o. idem voor weezen en daarnaast bevat zij de
vrijwillige verzekering voor iedereen die niet
door de wet daartoe verplicht is en wel wil
zorgen voor den ouden dag. De wet is verplich
tend. De wet is verplichtend voor alle mannen
en vrouwen, die 16 jaar oud zijn, geen 70 jaar
zijn en minder dan 1200 verdienen.
Zij is een minimum-verzekering. De verzeke
ring die er naast staat, zal de uitkeering kunnen
verhoogen. Voor hen die 1.50 premie extra
betalen, wacht een hoogere uitkeering op den
ouden dag. Voor kleine patroons is de vrijwil
lige verzekering heilzaam.
Zoo heeft Min. Talma er naar gestreefd alle
klassen der maatschappij door de verzekering
te verzoenen en niet een feilen strijd te doen
ontbranden.
Men zegt dat 70 jaar ite oud is voor een uit
keering, Dat is een verkeerd inzicht. Het is niet
zoozeer de Ouderdomsverzekering, maar juist de
Invaliditeitsverzekering, die de wet aanvult en
een uitkeering geeft bij ongeschiktheid tot wer
ken en waar 70 jaar als een vanzelf sprekenden
toestand v'an invaliditeit wordt opgevat. Tin
dan zijn er op 70 jaar nog, die wel kunnen wer
ken. Ging men de leeftijdsgrens lager stellen,
dan zouden deze gepensioenneerde arbeiders de
arbeidsmarkt drukken.
Om weezenrente te geven acht spr. een goed
beginsel, echt christelijk gezien van Talma, die
zegt dat het gezin moet geholpen worden. Men
zegt dait het wetsontwerp-Kuyper weduwen-
pensioen gaf, maar dit is niet zoo. Het gaf de
weduwe pensioen als zij 70 jaar was. Min. Tal-
ma wenscht een bijdrage te geven voor de kin
deren. Overweging zou volgens spr. verdienen
een minimum-uitkeering toe te staan voor 3
kinderen en een toelage voor elk kind meer. Als
men zou overwegen of een weduwenrente ver
kieslijker is dan een weezenrente, denke men er
aan dat de wet geen onderscheid maakt tusschen
vrouwelijke en mannelijke arbeiders, nr. a. w.
dat vele vrouwen krachtens eigen premiebeta
ling recht op eene uitkeering krijgen. Ook zou
spr. wense.helijk achten de nagelaten kinderen
van overleden en invaliditeitsrentetrekkers niet
uit te sluiten van het recht op weezenrente. Of
den leeftijd van 13 jaar, waarop de uitkeering
voor kinderen wordt gestaakt, te laag is, is een
kwestie van geld. Had men meer geld dan zou
men meer krijgen.
Spr. behandelde dan de premiebetaling, waar
van de helft door de patroons eu de andere dooi
de werknemers wordt betaald. De loonen zijn
verdeeld in vijf klassen. De premie is waarlijk
groot eu de uitkeering niet hoog, docli wij zijn
in een overgangstijdperk en mettertijd als de
toestanden verbeteren, kan dit alles voordeell-
ger worden.
Er zijn er die meenen dat bet recht op rente
voor hen, die bij het in werking treden v-au de
wet reeds 70 jaar zijn, een stukje staatspensio-
neering is. Dat is zoo, maar'het is slechts een
nood- en overgangsmaatregel.
Men meent ook dat de lage loonen vrijgesteld
moeten worden van premiebetaling. Dit echter
zou een premie zijn voor werkgevers die te lage
loonen betalen. Wel zou spreker het nog kunnen
goedkeuren dat de werkgever dan de geheele
premie, ook voor den arbeider, bad te betalen.
Na vele vragen ter behandeling in de onder
afdeelingen geformuleerd te hebben, 11a in het
Iioht gesteld te hebben welke malle sprongen de
linkerzijde maakt, die vroeger van Staatspen
sioen niets moest hebben en nu roept om
Staatspensioen, maar het zelf ook niet geven
kon, na de beste wenschen geuit te hebben voor
de regeering, besluit spr. zijn rede.
Vele vragen werden gesteld en door den spr.
naar behooren toegelicht.
Besloten wordt dat de vragen, door den heer
Wesseling geformuleerd in de afdeelingen zul
len worden besproken. Dat- de conclusies aan het
Centraal Bestuur zullen worden opgezonden en
deze uit de besprekingen een rapport zal op
stellen. Dit rapport zal wederom naar de afdee
lingen ter goedkeuring gezonden worden en
daarna aan de Regeering, waarvan Min. Talma
heeft gezegd dat hij met belangstelling de
uitingen verneemt van den Ned. R. K. Volks
bond.
Vóór einde Augustus moeten de besprekin
gen bij het O. B. ingezonden zijn.
Een discussie ontstond of bet rapport geza
menlijk met de Federatie van de Vakbonden of
door den Ned. R. K. Volksbond zal worden ge
zonden. Amsterdam wilde dit laatste omdat de
R. K. Volksbond nooit meer op die manier van
zich persoonlijk doet spreken. Nochtans wordt
besloten het rapport in te zenden met de Fede
ratie, op voorwaarde dat er aan het rapport
door de Federatie niets veranderd worde/ mis
schien wel wat bijgedaan.
Overige punten.
Een voorstel der afdeeling Leiden houdende
dat de Centr. Raadsvergadering het Centraal
Bestuur opdraagt alle afdeelingen van den
Bond aan te sporen in 't begin van September
(een propaganda-vergadering te beleggen voor
de totstandkoming van de Invaliditeits-, eu.
Ouderdomsverzekering werd aangenomen. Het
Centr. Bestuur zal eeu uniforme motie opstel
len om dit op die vergadering te doen aanne
men.
Voorts zal de sprekerslijst worden aangevuld
met namen van sprekers, die voor de afdeelin
gen van den Bond kunnen optreden om een
opwekkend woord te spreken.
25-Jarig Feest.
Ter viering van liet 25-jarig bestaan van den
Bond werd het Centraal Bestuur 5 cent. per
lid toegestaan.
Rondvraag.
Deze leverde niets belangrijks op dan het
afscheidswoord aan de C. R. van den heer
Imholz, aftredend hoofdbestuurslid.
Slotwoord door Rector
Stroomer.
Rector Stroomer wenschte een enkel woord
te zeggen. Het komt spr. voor dat er velen
zijn die ijveren voor vakorganisatie en dat dit
ijveren de gedachte aan den Bond doet ver
loren gaan. Zij hebben geeii ijver genoeg om de
algemeene ledenvergaderingen bij te wonen. Dit
moet niet zoo zijn. Als men zegt: wij hebben aan
die ledenvergaderingen niets, dan moeten de be
sturen die zoo maken dat er wat aan is. Anders
wordt gestreefd naar eu bereikt het stoffelijke
voordeel, maar niet getracht om waarlijk ge
lukkig te maken.
Spr. beveelt aan'Bhv in de vaiafdeeuhgen te
bezielen om de algemeene ledenvergaderingen
bij te wonen.
Hierna sluiting der vergadering.
SOCIALISTISCHE VERDACHTMAKING.
Wij hebben onlangs iets gemeld van een
Amsterdamsch schoolhoofd dat de kinderen
van zijn school op vacantie zou sturen in de
Beeinster, omer hard booneu te moeten
plukken.
Dat verhaal kwam uit „Het Volk", doch de
Tel. heeft nu eens precies uitgevisclit wat ex-
van waar is, én... het is gebleken socialis
tische verdachtmaking te zijn.
De heer Pluvier, het bedoelde schoolhoofd,
is lid van de commissie voor meei-daagsche
schoolreisjes en had in die hoedanigheid het
vorig jaar een oproep om geldelijke steun in
de bladen geplaatst.
Als gevolg van dien oproep vci-scheen een
juffrouw uit de Beemster bij hem. Ze vertel
de, dat ze hij de boonenplukking handen te
kort kwam en vroeg of meneer Pluvier mis
schien jongens kende, die daarbij wilden hel
pen, om op die manier de vacantie buiten
door te brengen. In 't belang zijner leerlin
gen. waaronder verscheiden zijn voor wie zich
nooit de gelegenheid biedt buiten Amster
dam te komen, meende het schoolhoofd deze
zaak niet blauw-blauw te kunnen laten. Op
een school-schoonmaakdag begaf hij zich dan
ook naar Purmerend, teneinde er inlichtin
gen omtrent het bewuste gezin in te winnen.
Men schilderde hem de boerenfamilie als
beste, brave menschen. Nadat hem deze in
formaties van verschillende kanten verstrekt
waren, bezocht de heer Pluvier de boerderij,
en den indruk, dien hij van een en ander
kreeg was van dien aard, dat hij de boerin
de adressen van eenige kinderen gaf en haar
voorstelde met de onders de zaak nader te
bespreken. Verder dan tot het persoonlijk in
stellen van een onderzoek en liet opgeven dei-
adressen strekten zich de bemoeiingen van
den heer Pluvier niet uit.
't Gevolg der besprekingen tusschen de boe
rin en de ouders was, dat op den eersten dag
der vacantie drie jongens en een meisje per
boot naar Purmerend togen, vanwaar de boe
rin hen met den wagen haalde. De kinderen
hebben hun vacantie in de Beemster door
gebracht en voelden zich bij „oom en tante",
zooals ze de hoer en de boerin noemden, vol
komen' thuis. 's Morgens hielpen ze inder
daad eenige uren boonenplnkken, doch ver
der voor de rest konden ze visschen en spe
len naar hartelust. Betaliug hebben ze, vol
gens den lieer Pluvier, niet genoten, alleen
toen er in de Buurt kermis was en de boer
hen er mee naar toe nam, ki-egen ze wat „uit-
gaansgeld".
Frisch en gezond keerde het viertal van
hun vacantiereis terug en als ze, wat sinds
dien eenige keeren is geschied, uitgenoodigd
worden om den Zondag hij „oom en tante in
de Beemster" door te brengen, zijn ze den ko
ning te rijk.
Ook dit jaar is de boerin bij den heer Plu
vier om adressen komen vragen. Hij heeft
de jongens van de hoogste klasse verteld
waar het om ging en hun gezegd er maar
eens thuis over te spreken. Nadrukkelijk wees
hij hen er op, hun ouders vooral te vertellen,
dat de boerin hen niet zonder meer te logee-
ren vroeg, docli dat het de bedoeling was hen
ny *t T-iootrRnpinkiken té laten helpen. Dertien
jongens meldden zich den volgenden dag
voor de drie beschikbare plaatsen aan. Twee
knapen achtte de heer Pluvier minder ge
schikt voor 'tbezoek en de adressen der elf
..;/LLV,-.'
■■M—BMHBM—BBBBfrBfrdlMIM'lHMBMraaSSMBBi BMSIBHBaBM I'
hooger dan de laatste waterpeil, dan slaapt
hij gerust, zwoegt op den ouden kerf en leeft
vergenoegd. Gelijk voorheen bouwt hij zijn
geluk op zijn hopen, en zijne hoop drukt hij
uit iu de woorden: „De oude God leeft nog!"
De goede man breit nieuwe netten om de
vex-loi-ene te vervangen; indien uit zijn oog
nog soms een traan vloeit, hij droogt zo af
met de wambuismouw, terwijl bij mompelt;
De oude netten waren toch vatbaar voor
vele verbeteringen.
Heeft hij met veel moeite en met opoffe
ring van den lesten stuiver uit den spaarpot,
jhet noodige hout verzameld, dan houwt hij
voor zich een nieuwe visschersschuit, die ge
tuigenis geeft van zijn vorderingen in de
kunst van den scheepsbouw. Gij ziet nochtans
dezen oenvoudigen man allerlei bedrijven cp
^elkander stapelen: zoo is hij beurtelings be
zig met den scliuitenbouw, met de uetten-
iknooperij, met de vischvangst, en wanneer
de Maas met ijs is bedekt, dan vlecht hij
fuiken om de visschen te verschalken uf man
den voor de kolenverkoopers. Op dit laatste
bedrijf dooiende noeiut de Limburger hem
BchiIderlijk: „wissenwever".
Al deze bedrijven oefent hij uit voor zijn
eigen bestaan, tenzij dan zijn gebuur, uit oor-
taak van ziekte of ongeluk, 'sbuurmaus linlp
imodig heeft; dan bouwt, kalfatert, knoopt
gti vlecht lnj uit Ontere liefde voor zijnen
jvenmerisch; want ook hij mag op wederdienst
)ekenen, als hij in nood verkeert.
De bewoner van het Maasland moge ge-
tftstijd worden door den Maasstroom, nooit
Bl hi.i echter tegen derizelven morren, noch
L'L UAÖCifLL: LLL'-V -''L L: -A"
anderen stelde hij de boerin ter hand...
We kunnen aan het bovenstaande nog toe
voegen, dat de heer Pluvier Zaterdagmiddag
naar den Amsterdamschen wethouder van
Onderwijs is gegaan, teneinde hem van een
en ander op de hoogte te stellen.
De samenstelling tier
Tweede Kamer.
Onder het hoofdje „Vakantie" schrijft Dit*
V oorhoeüe:
Onlangs kwam in een der katholieke bla
den oen plaat voor, waarvan de strekking)
deze was: de Tweede Kamer heeft veel te
veel vacantie; menschen van zaken moeten
het met heel wa,t minder doen!
Deze voorstelling is door en door valsoh.
Het Kamerlidmaatschap ia geen beroep,
maar een publieke functie, in 't algemeen,
belang aanvaard.
Dat een Kamerlid een schadevergoeding
van f 2000.per jaar ontvangt, doet aan,
dit karakter niets iaf. Een 50 jaar terug', toen
er nog niet één Idexide van 'nu vergaderd werd,
was dat bedrag even hoog. Het staat dan ook
wel Va,str dat juist dit betrekkelijk lage be
drag der schadeloosstelling vele personen,
die anders uitnemende volksvertegenwoordi
gers zouden zijn, weerhoudt een aandida-
tuur te aanvaarden.:
En dit kwaad wordt door het. steeds mééi
vergaideren nog verergerd.
Immers onjuist is 't, wanneer men .alleen'
zou zien naar de openbare vergaderingen,
Behalve deze, heeft een Kamerlid, dat zij®
plicht nauwkeurig wil volbrengen, nog. heel
wat meer vergaderingen bij te wonen: Üie
van de Afdeelingen en van de Dommisste»
van voorbereiding, vain rapporteurs, voor d«
verzoekschriften, enz.
ÏW ie geheel in 't Kamerlidmaatschap op
gaat, dit staat thans Vel Vast, kan daar ne
ven niet zoo heel veel meer doen.
Velerlei kwalad vloeit hieruit vctort.
Voor Kamerlid zullen steeds meer allee®,
die personen in aanmerking komen, die ge
fortuneerd zijn, of wier maatschappelijke po
sitie een zoodanige is, dat ze met 1500
1600 gulden per jaalr kunnen rond komen.
Dit is zeker niet in 't belang oen er veelzij
dige, goed geschakeerde volksvertegenwoor
diging
Vervolgens: steeds meer zullen de Kamer
leden zich metterwoon té 's Gra venhage gaan;
vestigen. Thans is dit reeds met meer dan
de helft het geval. Juist het te grootte aan
tal vergaderingen per- j aar leidt hier toe.;
[Wie wiat Ver van Dien Haag woont, bederft
zijn huiselijk leven, verknoeit zijn eigen za
ken, en houdt .Van de f 2000.schadeloos
stelling weinig of niets over. Zijn reis- en'
verblijfkosten naderen steeds diohiter dit be
drag. Men doet dus zijn Zaken aaln kant,
en ga;a|t in Den Haag wonen. Ook deze toe
stand is ongezond. In de Kamer moeten man,-'
nen uit het geheele land bijeenkomen, j
niet voor de grootere helft alleen Hagenaarisjt
Wanneer men dus er aanmerking op maakti,
dat. do Kamer te veel vacantie houdt, dab
doet men niet alleen den' leden onrecht aan,-
ma-air (lrijf 1 men tevens iri een ïrie-Ktiing', welk.<^
Het einde zal zijn: een Kamer van min
vermogende beroeps politie! en enkele rijke
heeren.
Is dat een ideaal
HILVERSUM. Door den architect C. de
Groot te Hilversum is aanbesteed het arno-
veeren en ter plaatse houwen van een win
kel en woonhuis aan den Kerkbrink aldaar.
Iugekomen 21 biljetten. Minste inschrijver B.
Hag-eu te Haarlem, voor 27,648.
deszelfs oever verlaten; want hij weet dat de
gramschap van den selioonen stroom op die
eener teedere moeder gelijkt tegen haarkird;
hoe gramstoriger zij een oogenhlik is, des te
inniger en rapper volgen de liefkozingen.
Deze verknochtheid mag niemand wonder
baar voorkomen: van zijne kindsheid af heeft
hij zich zoo menigmaal in den blauwen
stroom gewasseheu, gespiegeld en gebaden.
Duizende visschen heeft hij met de angelroe
de op den oever gehaald of in de fuiken en
stulpkorven gelokt door allerlei listen: zelfs
in de tijdvakkeu dat de visschen gieten, heeft
hij met de vuurfakkels de visschen op de
zandbanken betrapt, eu dus diende de wet eu
den houtvester getrotseerd. Ja, de blanke
penningen die zijne beurs opproppen, heeft
hij op de Maas gewonnen. De Maaslander
bemint zijnen stroom als kind; hij bemint
denzelven als man en als ouderling.
In deze leefwijze, in deze afwisseling van
eenvoudig en onschuldig vermaak, van stille
deugden, van onvermoeibaar zwoegen en
van aartsvaderlijke zeden, ligt een treffend
en voortdurend gedicht opgesloten, in vier
zangen telken jare, als wisselende af met de
vier jaargetijden.
Gaat gij thans van het dichterlijke over tot
het eenvoudig schilderachtige, slaat gij, van
het standpunt waar gij u bevindt, de oogen
op den schoot der Maas, wat bonte schakee
ringen, wat leven, wat geest, wat beweging!
De visschersschuiten wemelen op den stroom;
de rijzige spitsbek (een plat, langwerpig en
onoverdekt schip meestal kolen voerende), de
oudorwetsehe horna (een schip dat rich on-
iwpawii iii Mil11inia———.tm
derseheidt door zijn zwaar, breed achterste
ven), de trotsehe majol (overdekt schip, dat
dient tot het vervoer van kostbare waren),
doorklieven den vloed, nu eens beladen met
rijke voortbrengselen der overzeesche bezit
tingen, dan weer met delfstoffen des Wal en-
la nds.
Richt gij uwen oogstraal noordwaarts, daar
ziet gij eenen rijzigeu toren met het hoofd
hemelwaarts; liet is die van Stockhei iu,
het stadje der wissenwevers. De Maasstroom
bespoelde weleer de wallen van deze miuia-
tuurvesting en schonk haar een ongekenden
voorspoed. De Maas, als gebelgd, baande zich,
in 1818, een anderen weg, verliet het stadje
en nam den voorspoed mede.
Het was eenige honderden sta.noen van
Stockheim, dat Willem van Oranje, bijge
naamd de Zwijger, met zijne Duitsche solde
niers in den naoht van 17 op 18 Oct-oher
1568 'door de Maas trok, met de hoop be
zield van het vaderland te vei-lossen uit de
klauwen vau Al ba.
Op den zuidoostkant van dit stadje ont
waart gij nog hedendaags i-eusachtige puin-
hoopeu, waarop zich vroeger eene sterkte ver
hief, Men verhaalt dat zeven vorsten-bis-
sehoppen van Luilc zich doodbouwden aan
dit vervaarlijk werk; in andere woorden: de
houwing duurde zoolang als de i-egeeringen
dezer zeven staats- en kerkvoogden. En zie
hoe weinig tijd» een enkel denkbeeld bezigt,
om zulk eeu gevaarte te yellen: de bescha
ving, welke den oorlog als oen nuttelooze
mo order ij doemt, veroordeelde de sterk to tot
EEN GOEDE VERMANING.
Eeu tante bezocht liaar neef in het tucht
huis. „Pas hier nu toch goed op, jongen,"
zeide ze bij 't afscheid, „dat ze je Uier ook
niet wegjagen."
ONVERDIENDE BESCHULDIGING
Mevrouw, Voor een halve fleseh braudo-
wijn blijf je drie kwartier uit, 't is schande.
Dienstbode. Vraag excuus, mevrouw, 't was
een lieele flesch.
GOED ANTWOORD.
Een soldaat had in den strijd de beide ar
men verloren. Toen de kapitein hem bezocht
reikte hij liem een rijksdaalder toe, waarop
de gewonde opmerkte: „Meent gij, kapitein,
dat ik een paar handschoenen verloren heb?"
haren val, en geen tien jaren der negentiende
eeuw waren noodig om het arduin en den
steen eener vesting te herscheppen in vreed
zame landmanswoningen! Waar eens de kar
touwen en bomketels geplant stonden, daar
schieten nu kooien en tuinvruchten weelderig
uit den grond.
Stokheim heeft zijnen voorspoed met zijn
vertier op de Maas verloren: maar het
breidt zijnen invloed meer en meer uit over
de wildernis der heide die haar gebied
reeds tot nabij de westpoort had uitgestrekt.
Gouden oogstvelden heslaan reeds de plaats,
waar nog- onlangs de wind met het zand
speelde.
Volg ons thans een mijl zuidwaarts; daar
in een lage bergkeel, ontmoet gij een botiw-
valligen toren, in het midden van puinhoo-
pen, waarover mos en kruipende planten oen
dekldeed hebben gespreid, als om dit oord
van afgrijzen voor aller oogen te verbergen.
Het is een droevig overschot van Stein's al
oud burgslot, waamnede wij den lezer vroe
ger, ten deele, hekend maakten in ons werkje:
„De Vadermoorder of misdaad en berouw".
De reusachtige metselwerken en ijzeren
staven, welke de tijd met zijn onver moeilijke
tanden doorknaagd heeft; de diepe en breede
grachten, welke nog zichtbaar zijn, zeggen u,
dat dit burgslot werd aangelegd in den tijd
•van de middeleeuwen, toen het ruwe geweld
alles, het recht daarentegen niets vermocht!
Toen de verdrukker eene sterkte noodig had
tegen de wanhoop der bedrukten!
F-«ni(ze «lannau vardar nntmioöten wü Fat
oude kii'spel Elsloo, dat, wij weten niet om
welke reden het hoovaardige Elsloo wordt
bijgenaamd. Dit dorp vex-dient dat wij ei- nog
een deelnemenden blik op wei-pen; Want, ge
durende de zestiende eeuw, woog de Spasti
sche wraakzucht eenmaal op hetzelve, en wij
weten wat sporen der Spanjaarden wraak
heeft overgelaten van haren overtocht.
Richt uwe schreden uog- meer zuidwaarts
en weldra ontmoet gij een vervallen burgslot,
waar nog onlangs een machtig dorpsdwinge
land zijn verblijf hield. In deu toren welke
zoo trotsch zijne schaliekruin verhief, nestelt
thans de dool en hij is bij nacht liet gelief
koosd verblijf van den steenuil geworden;
hij bewijst u dat het ruwe geweld en de euvel
moed wel een tijdlang kunnen zegepralen,
dooh hun rijk is niet duurzaam. Daar smacht
te zoo menigmaal de onschuldige dorpsbe
woner, in ketenen geklonken, van vuur, wa
ter en lucht beroofd, en moest het armzalige
voedsel betwisten tegeu liet wemeleude onge
dierte!
Zijt gij evenwel met eene gevoelige ziel be
gaafd, weet gij de heilige rechten van liet
meuschdoni te Schatten, wend dan uwe blik
ken af van dit reuzengehouw. De tijd is bezig
met het mensclidom te wreken; weldra zal do
voorganger zeggen: „Daar stond vroeger liet
machtige burgslot van Geulle!"
Kirspel is het woord, dat men overal in
Limburgs oude handvesten ontmoet om eeu
kerkspel, kerkdorp aan te duiden, met al da
wijken die er kerkelijk toe behoorden.
fW ArH t vArtjftW