Opruiming Schoenen. P. W, TWEEHUIJSE BINNENLAND. arte Ijoriss traaf 27, Wat anderen zeggen. Aanbestedingen. VR00LIJK ALLERLEI. E KWARTJES— ADVERTENTIES 'F'Lir.s In de NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT komen onder de oogen van vele duizenden lezers in en om Haarlem. Daarom is de Nieuwe Haari. Courant dan ook het meest geschikte blad voor het vragen en aanbieden van degelijk katholiek dienstpersoneel enz. ;0v niet strookt met het goed begrip vain Volks vertegenwoordiging. De Ka mer is veel te veel en veel te lang hijeen; dat is 't kwaad, waaraan wij. lijden.; Dit kwaad verbetert men niet, door het- te verergeren. Men zal blijven voort gaan de arbeiders der j Rechterzijde te misleiden, maar wij hebben voor ons het afgemaakte werkwij wachten nu nog de Ou derde ms- en Invaliditeitsverzekering. SpT. gelooft geen gewaagde profetie te doen, als hij voorspelt dat de Linkerzijde ook tegen deze wet zal stemmen. Nauwelijks waren de Regeeringsvoorstellen ter tafel, of zij verklaar de zich reeds voor Staatspensioen. Dat is hun recht, zegt spr., maar zij zullen nu tegenstem men en zouden die arbeiders, die, zooals zij zelden, geen dag en geen nacht meer kunnen wachten, nog jaren laten wachten. Rechts zal echter in dat geval, spr. ka nhet wel verzekeren', één zijn an vóór stemmen en in 1913 kunnen zeggen; hier ligt het pensioen voor de ouden van dagen. Spr. zou er prijs op stellen dat van uit deze vergadering een roep opsteeg om de Regeering te steunen en hij hoopt dat in 1913 de Rechtsche Regeering met vlag en wimpel wederom de zege behale. (Donderend applaus.) De Voorzitter dankte den heer Passtoors har telijk voor het gesprokene. Verkiezing Centraal Bestuur. De heeren S. de Groen, B. Lammers en Th. J. H. Mouwens, aftredende bestuursleden, wer den herkozen, terwijl in de plaats van den heer ,1. Th. Imholz, die niet herkiesbaar was, omdat hij geen lid van den C. R. meer is, werd geko zen de heer Vermeulen, uit Vlaardingeu, die zijn benoeming aanvaardde. De heer Imholz werd dank gebracht voor het vele dat hij deed in het belang van den Bond. Gevraagd werd of nu de Centr. Raad in zijn geheel is afgetreden, het geheele C. B. niet moest aftreden. Bij zitten en opstaan werd na discussie be- s'oten, dat dit niet het geval is. De Volksbauier. Aan de orde was punt 7a der agenda. Rapport van het Oentraal Bestuur inzake de iu de vorige algemeene vergadering verstrekte op dracht, om te onderzoeken, op welke wijze als nog de totstandkoming van één algemeen or gaan mogelijk is. Eene afzonderlijke circulaire is hiervoor tot de afdeelingen en afgevaardig den gericht. Het C. B. deed het voorstel om het te mach tigen het contract met „Het Centrum" als on zen tegen woordigen drukker op ultimo Septem ber a.s. te doen eindigen en met dien datum de exploitatie van „De Volksbanier'' in handen te geven van de N. V. „Futura", onder nader overeen te komen voorwaarden. De Voorzitter doet hieromtrent mededeelin- gen. Het voorstel wordt, na langdurige discussie, aangenomen met 71 stemmen Voor, 3 tegen en 9 blanco. De Voorzitter zegt dank aan „Het Centrum" •oor de wijze, waarop het jarenlang de Volks- oanier heeft gedrukt en verzorgd. Door aanneming van dit voorstel waren de voorstellen der afdeeling Hoorn, betreffende de Volksbanier van de baan. De wensch, door deze afdeeling geuit, om aan den kop der Banier te doen plaatsen dat zij IV2 cent kost, kon de goedkeuring van het bestuur niet^ wegdragen. Invaliditeits- en Omlerdoms- verzekering. Hierna kwam aan het woord de heer C. D. Wesseliog uit den Haag, die een inleiding hield over het wetsontwerp tot verzekering van werk lieden tegen geldelijke gevolgen van invaliditeit en.ouderdom. Hij begint met te zeggen dat nog nooit een regeering zooveel heeft gepresteerd op jociaal gebied als deze Regeering. Wij leven, zoo vervolgt spr. dan, in een overgangstijdperk. Wij hebben nog maar één groote wet: de Onge vallenwet. Wij moeten wetten hebben, en daar is geld voor noodig. Spr. schetst den toestand als hoopvol en brengt, onder warm applaus der vergadering, warme hulde aan Min. Talmn, den ijverigen werker. Er is tengevolge van die So ciale Wetgeving een krachtiger leven in 'de ar beidersverenigingen merkbaar en nu wil ook de Ned. TL K. Volksbond de Invaliditeits- en Ouderdomswet behandelen. Dat vindt spr. uit stekend, maar wij moeten aandringen op spoed, want reeds lang geleden werd gezegd; zij (de arbeiders) kunnen niet wachten, geen dag en geeu macht en zij wachten nog. Spr. behandelt dan de Invaliditeits- en Ouderdomswet en stelt meerdere vragen, die be handeld kunnen worden in de onderafdeelingen. En allereerst vraagt spr.: Wal zal deze wet ons brengen? Zij wil drie dingen: lo. Verzekering tegen invaliditeit; 2o. idem tegen ouderdom; 3o. idem voor weezen en daarnaast bevat zij de vrijwillige verzekering voor iedereen die niet door de wet daartoe verplicht is en wel wil zorgen voor den ouden dag. De wet is verplich tend. De wet is verplichtend voor alle mannen en vrouwen, die 16 jaar oud zijn, geen 70 jaar zijn en minder dan 1200 verdienen. Zij is een minimum-verzekering. De verzeke ring die er naast staat, zal de uitkeering kunnen verhoogen. Voor hen die 1.50 premie extra betalen, wacht een hoogere uitkeering op den ouden dag. Voor kleine patroons is de vrijwil lige verzekering heilzaam. Zoo heeft Min. Talma er naar gestreefd alle klassen der maatschappij door de verzekering te verzoenen en niet een feilen strijd te doen ontbranden. Men zegt dat 70 jaar ite oud is voor een uit keering, Dat is een verkeerd inzicht. Het is niet zoozeer de Ouderdomsverzekering, maar juist de Invaliditeitsverzekering, die de wet aanvult en een uitkeering geeft bij ongeschiktheid tot wer ken en waar 70 jaar als een vanzelf sprekenden toestand v'an invaliditeit wordt opgevat. Tin dan zijn er op 70 jaar nog, die wel kunnen wer ken. Ging men de leeftijdsgrens lager stellen, dan zouden deze gepensioenneerde arbeiders de arbeidsmarkt drukken. Om weezenrente te geven acht spr. een goed beginsel, echt christelijk gezien van Talma, die zegt dat het gezin moet geholpen worden. Men zegt dait het wetsontwerp-Kuyper weduwen- pensioen gaf, maar dit is niet zoo. Het gaf de weduwe pensioen als zij 70 jaar was. Min. Tal- ma wenscht een bijdrage te geven voor de kin deren. Overweging zou volgens spr. verdienen een minimum-uitkeering toe te staan voor 3 kinderen en een toelage voor elk kind meer. Als men zou overwegen of een weduwenrente ver kieslijker is dan een weezenrente, denke men er aan dat de wet geen onderscheid maakt tusschen vrouwelijke en mannelijke arbeiders, nr. a. w. dat vele vrouwen krachtens eigen premiebeta ling recht op eene uitkeering krijgen. Ook zou spr. wense.helijk achten de nagelaten kinderen van overleden en invaliditeitsrentetrekkers niet uit te sluiten van het recht op weezenrente. Of den leeftijd van 13 jaar, waarop de uitkeering voor kinderen wordt gestaakt, te laag is, is een kwestie van geld. Had men meer geld dan zou men meer krijgen. Spr. behandelde dan de premiebetaling, waar van de helft door de patroons eu de andere dooi de werknemers wordt betaald. De loonen zijn verdeeld in vijf klassen. De premie is waarlijk groot eu de uitkeering niet hoog, docli wij zijn in een overgangstijdperk en mettertijd als de toestanden verbeteren, kan dit alles voordeell- ger worden. Er zijn er die meenen dat bet recht op rente voor hen, die bij het in werking treden v-au de wet reeds 70 jaar zijn, een stukje staatspensio- neering is. Dat is zoo, maar'het is slechts een nood- en overgangsmaatregel. Men meent ook dat de lage loonen vrijgesteld moeten worden van premiebetaling. Dit echter zou een premie zijn voor werkgevers die te lage loonen betalen. Wel zou spreker het nog kunnen goedkeuren dat de werkgever dan de geheele premie, ook voor den arbeider, bad te betalen. Na vele vragen ter behandeling in de onder afdeelingen geformuleerd te hebben, 11a in het Iioht gesteld te hebben welke malle sprongen de linkerzijde maakt, die vroeger van Staatspen sioen niets moest hebben en nu roept om Staatspensioen, maar het zelf ook niet geven kon, na de beste wenschen geuit te hebben voor de regeering, besluit spr. zijn rede. Vele vragen werden gesteld en door den spr. naar behooren toegelicht. Besloten wordt dat de vragen, door den heer Wesseling geformuleerd in de afdeelingen zul len worden besproken. Dat- de conclusies aan het Centraal Bestuur zullen worden opgezonden en deze uit de besprekingen een rapport zal op stellen. Dit rapport zal wederom naar de afdee lingen ter goedkeuring gezonden worden en daarna aan de Regeering, waarvan Min. Talma heeft gezegd dat hij met belangstelling de uitingen verneemt van den Ned. R. K. Volks bond. Vóór einde Augustus moeten de besprekin gen bij het O. B. ingezonden zijn. Een discussie ontstond of bet rapport geza menlijk met de Federatie van de Vakbonden of door den Ned. R. K. Volksbond zal worden ge zonden. Amsterdam wilde dit laatste omdat de R. K. Volksbond nooit meer op die manier van zich persoonlijk doet spreken. Nochtans wordt besloten het rapport in te zenden met de Fede ratie, op voorwaarde dat er aan het rapport door de Federatie niets veranderd worde/ mis schien wel wat bijgedaan. Overige punten. Een voorstel der afdeeling Leiden houdende dat de Centr. Raadsvergadering het Centraal Bestuur opdraagt alle afdeelingen van den Bond aan te sporen in 't begin van September (een propaganda-vergadering te beleggen voor de totstandkoming van de Invaliditeits-, eu. Ouderdomsverzekering werd aangenomen. Het Centr. Bestuur zal eeu uniforme motie opstel len om dit op die vergadering te doen aanne men. Voorts zal de sprekerslijst worden aangevuld met namen van sprekers, die voor de afdeelin gen van den Bond kunnen optreden om een opwekkend woord te spreken. 25-Jarig Feest. Ter viering van liet 25-jarig bestaan van den Bond werd het Centraal Bestuur 5 cent. per lid toegestaan. Rondvraag. Deze leverde niets belangrijks op dan het afscheidswoord aan de C. R. van den heer Imholz, aftredend hoofdbestuurslid. Slotwoord door Rector Stroomer. Rector Stroomer wenschte een enkel woord te zeggen. Het komt spr. voor dat er velen zijn die ijveren voor vakorganisatie en dat dit ijveren de gedachte aan den Bond doet ver loren gaan. Zij hebben geeii ijver genoeg om de algemeene ledenvergaderingen bij te wonen. Dit moet niet zoo zijn. Als men zegt: wij hebben aan die ledenvergaderingen niets, dan moeten de be sturen die zoo maken dat er wat aan is. Anders wordt gestreefd naar eu bereikt het stoffelijke voordeel, maar niet getracht om waarlijk ge lukkig te maken. Spr. beveelt aan'Bhv in de vaiafdeeuhgen te bezielen om de algemeene ledenvergaderingen bij te wonen. Hierna sluiting der vergadering. SOCIALISTISCHE VERDACHTMAKING. Wij hebben onlangs iets gemeld van een Amsterdamsch schoolhoofd dat de kinderen van zijn school op vacantie zou sturen in de Beeinster, omer hard booneu te moeten plukken. Dat verhaal kwam uit „Het Volk", doch de Tel. heeft nu eens precies uitgevisclit wat ex- van waar is, én... het is gebleken socialis tische verdachtmaking te zijn. De heer Pluvier, het bedoelde schoolhoofd, is lid van de commissie voor meei-daagsche schoolreisjes en had in die hoedanigheid het vorig jaar een oproep om geldelijke steun in de bladen geplaatst. Als gevolg van dien oproep vci-scheen een juffrouw uit de Beemster bij hem. Ze vertel de, dat ze hij de boonenplukking handen te kort kwam en vroeg of meneer Pluvier mis schien jongens kende, die daarbij wilden hel pen, om op die manier de vacantie buiten door te brengen. In 't belang zijner leerlin gen. waaronder verscheiden zijn voor wie zich nooit de gelegenheid biedt buiten Amster dam te komen, meende het schoolhoofd deze zaak niet blauw-blauw te kunnen laten. Op een school-schoonmaakdag begaf hij zich dan ook naar Purmerend, teneinde er inlichtin gen omtrent het bewuste gezin in te winnen. Men schilderde hem de boerenfamilie als beste, brave menschen. Nadat hem deze in formaties van verschillende kanten verstrekt waren, bezocht de heer Pluvier de boerderij, en den indruk, dien hij van een en ander kreeg was van dien aard, dat hij de boerin de adressen van eenige kinderen gaf en haar voorstelde met de onders de zaak nader te bespreken. Verder dan tot het persoonlijk in stellen van een onderzoek en liet opgeven dei- adressen strekten zich de bemoeiingen van den heer Pluvier niet uit. 't Gevolg der besprekingen tusschen de boe rin en de ouders was, dat op den eersten dag der vacantie drie jongens en een meisje per boot naar Purmerend togen, vanwaar de boe rin hen met den wagen haalde. De kinderen hebben hun vacantie in de Beemster door gebracht en voelden zich bij „oom en tante", zooals ze de hoer en de boerin noemden, vol komen' thuis. 's Morgens hielpen ze inder daad eenige uren boonenplnkken, doch ver der voor de rest konden ze visschen en spe len naar hartelust. Betaliug hebben ze, vol gens den lieer Pluvier, niet genoten, alleen toen er in de Buurt kermis was en de boer hen er mee naar toe nam, ki-egen ze wat „uit- gaansgeld". Frisch en gezond keerde het viertal van hun vacantiereis terug en als ze, wat sinds dien eenige keeren is geschied, uitgenoodigd worden om den Zondag hij „oom en tante in de Beemster" door te brengen, zijn ze den ko ning te rijk. Ook dit jaar is de boerin bij den heer Plu vier om adressen komen vragen. Hij heeft de jongens van de hoogste klasse verteld waar het om ging en hun gezegd er maar eens thuis over te spreken. Nadrukkelijk wees hij hen er op, hun ouders vooral te vertellen, dat de boerin hen niet zonder meer te logee- ren vroeg, docli dat het de bedoeling was hen ny *t T-iootrRnpinkiken té laten helpen. Dertien jongens meldden zich den volgenden dag voor de drie beschikbare plaatsen aan. Twee knapen achtte de heer Pluvier minder ge schikt voor 'tbezoek en de adressen der elf ..;/LLV,-.' ■■M—BMHBM—BBBBfrBfrdlMIM'lHMBMraaSSMBBi BMSIBHBaBM I' hooger dan de laatste waterpeil, dan slaapt hij gerust, zwoegt op den ouden kerf en leeft vergenoegd. Gelijk voorheen bouwt hij zijn geluk op zijn hopen, en zijne hoop drukt hij uit iu de woorden: „De oude God leeft nog!" De goede man breit nieuwe netten om de vex-loi-ene te vervangen; indien uit zijn oog nog soms een traan vloeit, hij droogt zo af met de wambuismouw, terwijl bij mompelt; De oude netten waren toch vatbaar voor vele verbeteringen. Heeft hij met veel moeite en met opoffe ring van den lesten stuiver uit den spaarpot, jhet noodige hout verzameld, dan houwt hij voor zich een nieuwe visschersschuit, die ge tuigenis geeft van zijn vorderingen in de kunst van den scheepsbouw. Gij ziet nochtans dezen oenvoudigen man allerlei bedrijven cp ^elkander stapelen: zoo is hij beurtelings be zig met den scliuitenbouw, met de uetten- iknooperij, met de vischvangst, en wanneer de Maas met ijs is bedekt, dan vlecht hij fuiken om de visschen te verschalken uf man den voor de kolenverkoopers. Op dit laatste bedrijf dooiende noeiut de Limburger hem BchiIderlijk: „wissenwever". Al deze bedrijven oefent hij uit voor zijn eigen bestaan, tenzij dan zijn gebuur, uit oor- taak van ziekte of ongeluk, 'sbuurmaus linlp imodig heeft; dan bouwt, kalfatert, knoopt gti vlecht lnj uit Ontere liefde voor zijnen jvenmerisch; want ook hij mag op wederdienst )ekenen, als hij in nood verkeert. De bewoner van het Maasland moge ge- tftstijd worden door den Maasstroom, nooit Bl hi.i echter tegen derizelven morren, noch L'L UAÖCifLL: LLL'-V -''L L: -A" anderen stelde hij de boerin ter hand... We kunnen aan het bovenstaande nog toe voegen, dat de heer Pluvier Zaterdagmiddag naar den Amsterdamschen wethouder van Onderwijs is gegaan, teneinde hem van een en ander op de hoogte te stellen. De samenstelling tier Tweede Kamer. Onder het hoofdje „Vakantie" schrijft Dit* V oorhoeüe: Onlangs kwam in een der katholieke bla den oen plaat voor, waarvan de strekking) deze was: de Tweede Kamer heeft veel te veel vacantie; menschen van zaken moeten het met heel wa,t minder doen! Deze voorstelling is door en door valsoh. Het Kamerlidmaatschap ia geen beroep, maar een publieke functie, in 't algemeen, belang aanvaard. Dat een Kamerlid een schadevergoeding van f 2000.per jaar ontvangt, doet aan, dit karakter niets iaf. Een 50 jaar terug', toen er nog niet één Idexide van 'nu vergaderd werd, was dat bedrag even hoog. Het staat dan ook wel Va,str dat juist dit betrekkelijk lage be drag der schadeloosstelling vele personen, die anders uitnemende volksvertegenwoordi gers zouden zijn, weerhoudt een aandida- tuur te aanvaarden.: En dit kwaad wordt door het. steeds mééi vergaideren nog verergerd. Immers onjuist is 't, wanneer men .alleen' zou zien naar de openbare vergaderingen, Behalve deze, heeft een Kamerlid, dat zij® plicht nauwkeurig wil volbrengen, nog. heel wat meer vergaderingen bij te wonen: Üie van de Afdeelingen en van de Dommisste» van voorbereiding, vain rapporteurs, voor d« verzoekschriften, enz. ÏW ie geheel in 't Kamerlidmaatschap op gaat, dit staat thans Vel Vast, kan daar ne ven niet zoo heel veel meer doen. Velerlei kwalad vloeit hieruit vctort. Voor Kamerlid zullen steeds meer allee®, die personen in aanmerking komen, die ge fortuneerd zijn, of wier maatschappelijke po sitie een zoodanige is, dat ze met 1500 1600 gulden per jaalr kunnen rond komen. Dit is zeker niet in 't belang oen er veelzij dige, goed geschakeerde volksvertegenwoor diging Vervolgens: steeds meer zullen de Kamer leden zich metterwoon té 's Gra venhage gaan; vestigen. Thans is dit reeds met meer dan de helft het geval. Juist het te grootte aan tal vergaderingen per- j aar leidt hier toe.; [Wie wiat Ver van Dien Haag woont, bederft zijn huiselijk leven, verknoeit zijn eigen za ken, en houdt .Van de f 2000.schadeloos stelling weinig of niets over. Zijn reis- en' verblijfkosten naderen steeds diohiter dit be drag. Men doet dus zijn Zaken aaln kant, en ga;a|t in Den Haag wonen. Ook deze toe stand is ongezond. In de Kamer moeten man,-' nen uit het geheele land bijeenkomen, j niet voor de grootere helft alleen Hagenaarisjt Wanneer men dus er aanmerking op maakti, dat. do Kamer te veel vacantie houdt, dab doet men niet alleen den' leden onrecht aan,- ma-air (lrijf 1 men tevens iri een ïrie-Ktiing', welk.<^ Het einde zal zijn: een Kamer van min vermogende beroeps politie! en enkele rijke heeren. Is dat een ideaal HILVERSUM. Door den architect C. de Groot te Hilversum is aanbesteed het arno- veeren en ter plaatse houwen van een win kel en woonhuis aan den Kerkbrink aldaar. Iugekomen 21 biljetten. Minste inschrijver B. Hag-eu te Haarlem, voor 27,648. deszelfs oever verlaten; want hij weet dat de gramschap van den selioonen stroom op die eener teedere moeder gelijkt tegen haarkird; hoe gramstoriger zij een oogenhlik is, des te inniger en rapper volgen de liefkozingen. Deze verknochtheid mag niemand wonder baar voorkomen: van zijne kindsheid af heeft hij zich zoo menigmaal in den blauwen stroom gewasseheu, gespiegeld en gebaden. Duizende visschen heeft hij met de angelroe de op den oever gehaald of in de fuiken en stulpkorven gelokt door allerlei listen: zelfs in de tijdvakkeu dat de visschen gieten, heeft hij met de vuurfakkels de visschen op de zandbanken betrapt, eu dus diende de wet eu den houtvester getrotseerd. Ja, de blanke penningen die zijne beurs opproppen, heeft hij op de Maas gewonnen. De Maaslander bemint zijnen stroom als kind; hij bemint denzelven als man en als ouderling. In deze leefwijze, in deze afwisseling van eenvoudig en onschuldig vermaak, van stille deugden, van onvermoeibaar zwoegen en van aartsvaderlijke zeden, ligt een treffend en voortdurend gedicht opgesloten, in vier zangen telken jare, als wisselende af met de vier jaargetijden. Gaat gij thans van het dichterlijke over tot het eenvoudig schilderachtige, slaat gij, van het standpunt waar gij u bevindt, de oogen op den schoot der Maas, wat bonte schakee ringen, wat leven, wat geest, wat beweging! De visschersschuiten wemelen op den stroom; de rijzige spitsbek (een plat, langwerpig en onoverdekt schip meestal kolen voerende), de oudorwetsehe horna (een schip dat rich on- iwpawii iii Mil11inia———.tm derseheidt door zijn zwaar, breed achterste ven), de trotsehe majol (overdekt schip, dat dient tot het vervoer van kostbare waren), doorklieven den vloed, nu eens beladen met rijke voortbrengselen der overzeesche bezit tingen, dan weer met delfstoffen des Wal en- la nds. Richt gij uwen oogstraal noordwaarts, daar ziet gij eenen rijzigeu toren met het hoofd hemelwaarts; liet is die van Stockhei iu, het stadje der wissenwevers. De Maasstroom bespoelde weleer de wallen van deze miuia- tuurvesting en schonk haar een ongekenden voorspoed. De Maas, als gebelgd, baande zich, in 1818, een anderen weg, verliet het stadje en nam den voorspoed mede. Het was eenige honderden sta.noen van Stockheim, dat Willem van Oranje, bijge naamd de Zwijger, met zijne Duitsche solde niers in den naoht van 17 op 18 Oct-oher 1568 'door de Maas trok, met de hoop be zield van het vaderland te vei-lossen uit de klauwen vau Al ba. Op den zuidoostkant van dit stadje ont waart gij nog hedendaags i-eusachtige puin- hoopeu, waarop zich vroeger eene sterkte ver hief, Men verhaalt dat zeven vorsten-bis- sehoppen van Luilc zich doodbouwden aan dit vervaarlijk werk; in andere woorden: de houwing duurde zoolang als de i-egeeringen dezer zeven staats- en kerkvoogden. En zie hoe weinig tijd» een enkel denkbeeld bezigt, om zulk eeu gevaarte te yellen: de bescha ving, welke den oorlog als oen nuttelooze mo order ij doemt, veroordeelde de sterk to tot EEN GOEDE VERMANING. Eeu tante bezocht liaar neef in het tucht huis. „Pas hier nu toch goed op, jongen," zeide ze bij 't afscheid, „dat ze je Uier ook niet wegjagen." ONVERDIENDE BESCHULDIGING Mevrouw, Voor een halve fleseh braudo- wijn blijf je drie kwartier uit, 't is schande. Dienstbode. Vraag excuus, mevrouw, 't was een lieele flesch. GOED ANTWOORD. Een soldaat had in den strijd de beide ar men verloren. Toen de kapitein hem bezocht reikte hij liem een rijksdaalder toe, waarop de gewonde opmerkte: „Meent gij, kapitein, dat ik een paar handschoenen verloren heb?" haren val, en geen tien jaren der negentiende eeuw waren noodig om het arduin en den steen eener vesting te herscheppen in vreed zame landmanswoningen! Waar eens de kar touwen en bomketels geplant stonden, daar schieten nu kooien en tuinvruchten weelderig uit den grond. Stokheim heeft zijnen voorspoed met zijn vertier op de Maas verloren: maar het breidt zijnen invloed meer en meer uit over de wildernis der heide die haar gebied reeds tot nabij de westpoort had uitgestrekt. Gouden oogstvelden heslaan reeds de plaats, waar nog- onlangs de wind met het zand speelde. Volg ons thans een mijl zuidwaarts; daar in een lage bergkeel, ontmoet gij een botiw- valligen toren, in het midden van puinhoo- pen, waarover mos en kruipende planten oen dekldeed hebben gespreid, als om dit oord van afgrijzen voor aller oogen te verbergen. Het is een droevig overschot van Stein's al oud burgslot, waamnede wij den lezer vroe ger, ten deele, hekend maakten in ons werkje: „De Vadermoorder of misdaad en berouw". De reusachtige metselwerken en ijzeren staven, welke de tijd met zijn onver moeilijke tanden doorknaagd heeft; de diepe en breede grachten, welke nog zichtbaar zijn, zeggen u, dat dit burgslot werd aangelegd in den tijd •van de middeleeuwen, toen het ruwe geweld alles, het recht daarentegen niets vermocht! Toen de verdrukker eene sterkte noodig had tegen de wanhoop der bedrukten! F-«ni(ze «lannau vardar nntmioöten wü Fat oude kii'spel Elsloo, dat, wij weten niet om welke reden het hoovaardige Elsloo wordt bijgenaamd. Dit dorp vex-dient dat wij ei- nog een deelnemenden blik op wei-pen; Want, ge durende de zestiende eeuw, woog de Spasti sche wraakzucht eenmaal op hetzelve, en wij weten wat sporen der Spanjaarden wraak heeft overgelaten van haren overtocht. Richt uwe schreden uog- meer zuidwaarts en weldra ontmoet gij een vervallen burgslot, waar nog onlangs een machtig dorpsdwinge land zijn verblijf hield. In deu toren welke zoo trotsch zijne schaliekruin verhief, nestelt thans de dool en hij is bij nacht liet gelief koosd verblijf van den steenuil geworden; hij bewijst u dat het ruwe geweld en de euvel moed wel een tijdlang kunnen zegepralen, dooh hun rijk is niet duurzaam. Daar smacht te zoo menigmaal de onschuldige dorpsbe woner, in ketenen geklonken, van vuur, wa ter en lucht beroofd, en moest het armzalige voedsel betwisten tegeu liet wemeleude onge dierte! Zijt gij evenwel met eene gevoelige ziel be gaafd, weet gij de heilige rechten van liet meuschdoni te Schatten, wend dan uwe blik ken af van dit reuzengehouw. De tijd is bezig met het mensclidom te wreken; weldra zal do voorganger zeggen: „Daar stond vroeger liet machtige burgslot van Geulle!" Kirspel is het woord, dat men overal in Limburgs oude handvesten ontmoet om eeu kerkspel, kerkdorp aan te duiden, met al da wijken die er kerkelijk toe behoorden. fW ArH t vArtjftW

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 6