rmmoB blad DE BOKKENRIJDERS Goedkoopst adres voor BANDEN en RIJWIELEN is H. J. VAM DER SHE Elf, Sohagehelstr. 9. Tel. 2422 De Spoorweg door de Haarlemmermeer. BUITENLAND. oy ons. iestanfeiii Hu Bon üarcfsé Haariem-Bfimsseli e s t a n tan. BOItffiRBM I AUG. 1912. FEUILLETON H£T UNO VAN VALKENBERG 10) ir 99 to Dat, bij bet snorren van den officiëel eersten spoortrein door de Haarlemmermeer, een vreug degalm over deze jonge poldergewesten zou uweven, was wél te verwachten. Wie toch van nabij volgde in de laatste jaren den groei en den verbazenden bloei der gemeen ten in den polder, kan naar waarde schatten de rijke beloften, die de feesttrein, welke mor gen de Meer zal binnenstoomen, met zich voert voor de toekomst. Wel is dit niet van den beginne af ingezien, en nog zijn er verscheidenen, die het voordeel niet kunnen beseffen, althans niet in de eerste jaren, van een spoor door de Haarlemmermeer, maar langzaam aan beginnen ook de meest scep- tischen op dit punt van gedachten te veran deren. Daarbij komt nog een feit, dat een bijzonder cachet geeft aan deze opening der spoor. Stemt de verbetering van communicatiemid delen in een landstreek immers tot vreugde, in dit bijzonder geval wekt de opening een zekere mate van bewondering tevens, om de vreugde volle metamorphose, die de landstreek in den loop der jaren onderging: van een weerbarstig kind, dat aan zijn vaderland, om deszeifs zuiver zelfbehoud, schatten gelds kostte, niet zelden zonder gunstig resultaat nog, is de Meer gewor den tot een parel van Nederland, die nu op weg is haar glans nog meer te verhoogen, in den zon der groeiende welvaart. Het dacht ons geschikt, op een en ander nader in een artikel de aandacht te vestigen aan den vooravond van den geschiedkundigen dag der plechtige opening van het eerste gedeelte der spoorlijnen door de Haarlemmermeer. Niet immer heeft de Haarlemmermeer als groote waterplas bestaan vóór hare droogma king. Geschiedschrijvers verhalen dat in oude tijden daar vast land is geweest; dat zich door deze streken een zijtal kronkelde van den Rijn, waarvan, de Zaan nu nog het overblijfsel zou zijn; dat het everzwijn hier rondliep in dichte bosschen; dat het eekhoorntje zich vermeide in de kruinen van eeuwenoude hoornen. Dit staat echter, voor zoover ons bekend is, niet vast. (Wel echter is het zeker dat eertijds vier kleine meren daar bestonden, waaromheen zich visschers vestigden en zich kleine buurt- sch open vormden. De grond echter was zeer slap en onvast en wanneer een storm de kleine meren op-zwiepte en ie golven de oevers beukten, gebeurde het niet zelden, dat heele stukken land door het water werden verzwolgen, en de waterplas zich steeds uitbreidde. He „waterwolf", zooals zij kenschetsend genoemd werd, besloeg in 1647 leeds 17000 morgen land, de vier meertjes uit de vijftiende eeuw waren tot één groot meer gevloeid en veertig jaar later besloeg bet meer reeds 18000 morgen, terwijl in het jaar 1808 het meer een uitgestrektheid bezat van 22000 mor gen. Schatten gouds werden ten koste gelegd aan do beveiliging der oevers, met liet doel de vraat zucht van den „waterwolf" in t toornen. Zoo werd in 1767 voor oeververdediging 1,800,000 uitgegeven en in de jaren 1771 en 1845 1,700,000. 't Mocht slechts weinig baten. Steeds verschrikte het Meer, dat op vele plaat sen 15 voet diep was, de omwonenden in bange stormnachten door nieuwe veroveringen, die leven en goed bedreigden. Reeds lang was er gesproken over de droog making van de Haarlemmermeer. Leeghwa+'^r gaf in 1641 zijn Haarlemmer- meerhoek uit. Hij beweer'a voor 6 millioen gulden de Meer droog te leggen met 160 watermolens om het water te keeren. In 1836 dreef een heftige Novemberstorm het water zoo hoog op naar Amsterdam, dat er ge vaar bestond voor overstrooming der hoofdstad. Toen gingen de oogen open voor de rampen, die te duchten waren voor de toekomst en. den 5en Mei 1840 stak de toenmalige Amster- damsche burgemeester Mr. F. van de Poll de eerste spade in den grond voor de werken tot drooglegging der Haarlemmermeer, nadat een desbetreffend wets-ontwerp door de Staten- Generaal was bekrachtigd. Nu juist zestig jaar geleden weerklonk door heel het land de mare: „De Meer is droog; de waterwolf is getemd." De onkosten van de grootsche werken hadden bedragen 14 millioen gulden. Voor dezen prijs had men nu 1800 H.A. polderland verkregen. Dit was in Juli 1852. De verkoop der gronden bracht acht millioen gulden op en sindsdien verkeerde de vrees en angst voor de Meer in trots en. weelderigen rijkdom. De metamorphose was geschied en volledig. Waar vroeger de etoTm over de watervlakte gierde en den visschersman met dood en verderf bedreigde, waar zelfs een zeeslag weid geleverd door Bossu, die den Prins terugdreef tot den Haag en Leiden en alaoo don Frederik die heer schappij over de landstreek verzekerde, daar zaait en ploegt nu de landman, daar vinden duizenden brood en welvaart in landbouw en handel. De vroegere visschers legden zich toe op den tuin- en landbouw en veeteelt. Zij wisten zich een wereldnaam te veroveren voor hunne pro ducten. Wij herinneren aan de Aalsmeersche kweekerijen en de Aalsmeersche aardbeien; aan de week- en jaarmarkten, om van niets anders te gewagen. Zelden nom een land zoo in korten tijd in bloei toe, als de Haarlemmermeer, en dat, ondanks bet feit, dat de concurrentie op de wereldmarkt zeer moeilijk was, met bet oog op de gebrekkige verkeersmiddelen in de Meer. En nu is dan eindelijk een gedeelte der spoor wegen gereed en worden deze overmorgen in gebruik genomen. Het moet nog slechts een begin heeten, maar dan ook een goed begin, waarbij de grootste oppervlakte van de Haarlemmermeer zal gebaat zijn. Er is een concessie verleend voor de volgende lijnen: 1. een lijn van Amsterdam (Zuid) over Amstelveen, Aalsmeer, Hoofddorp, Venneper dorp, Oude en Nieuwe Wetering en Roelof- arendsveen naar Leiden; 2. een lijn van Haar lem over Hoofddorp, Aalsmeer, Uithoorn, Mij drecht, Wilnis en Vinkeveen naar Nieuwersluie; 8. een lijn van Amsterdam over Amstelveen, Uithoorn, Nieuwveen, Nieuwkoop en Aarlander- veen naar Alfen. De totale lengte van deze lijnen bedraagt 110 K.M. Zij sluiten aan op de hoofdspoorwegen te Haarlem, te Leiden, te Alfen en te Nieuwer- sluis, zoodat de aan de lijnen gelegen plaatsen nu opgenomen zjjn in het wereldverkeer en de producten uit deze streken gemakkelijk op de wereldmarkt kunnen gebracht worden, waar zij, dit staat vast, een hartig woordje zullen moe- spreken. Men schat op 70,000 menschen, die bij den aanleg van deze lijnen gehaat zijn. Vooral in den winter is de spoorweg van onschatbare waarde voor de bewoners. Onmiddellijk zijn alle bewoners gebaat bij den nieuwen spoorweg door de veel betere postver binding, die verkregen zal worden. In sommige treinen toch wordt een afzonderlijke ruimte voor de brievenmalen en voor de postbeambten beschikbaar gesteld. Verder is de H. E. S. M. bevoegd haar telegraaf langs den weg ook ten dienste van het publiek te gebruiken. Eenige bijzonderheden omtrent den handel zullen nog meer de waarde doen begrijpen van dezen spoorweg voor den bloei van den Polder. Daar heeft men allereerst de talrijke maande- lijksehe en webelijksclie markten, met hun reu- zenomzet in landbouwproducten en hiernaar ge- ëvonredigden handel in landbouwbenoodigdhe- den. De markten, die tot nu toe slechts bezocht werden door hen, die er absoluut noodig hadden, zullen met de betere verkeersmiddelen voorzeker nog belangrijker worden. Voor Aalsmeer, ondanks de stoomhootverbin- ding, beteekent de spoorweg eveneens een groo te schrede voorwaarts. Van daar uit worden jaarlijks 300,000 kilo afgesneden bloemen, pot ten aardbeien bij millioenen, verzonden, naar en over Amsterdam aan planten en hoornen een ge wicht van meer dan 12 millioen K.G. en aan zuivelproducten ongeveer 50,000 K.G. Wie heeft niet hooren spreken over den zes- tig-uren-weg, d. w. z. dat de jaarlijks uitge voerde potplanten, vlak naast elkaar gezet, eene lengte zouden vormen van ruim 60 uren gaans. Te Alken de is de uitvoer van tuinbouw producten buitengewoon. Uit ons verstrekte ge geven» vernemen wij dat naar verschillende plaatsen van ons land aan versche erwten en boonen worden verzonden ongeveer twee mil lioen K.Gter waarde van 20,0006000 H.L. augurken en komkommers, waarde 18000ge zouten augurken naar het buitenland 60000 K.G. met een waarde van 220,000; gezouten hoonen, uien, andijvie voor 30,000; alles te zamen voor een waarde van 540,000. Voor Ter Aar is het hetzelfde. De veestapel van Aarlanderveen en Oude Wetering is bekend en in de richting v,an Uithoorn bloeit ook de tuin- en landbouw. Deze laatst» produceert o. m. 850,000 K.G. boter, 200,000 H.L. gTaan en voert 10,000 koeien uit. Droge, maar beteekenisvolle cijfers, die wij hier echter neerschrijven, omdat zij beter dan kolommen schrift, de bete eken is schetsen van dezen nieuwen spoorweg door de Haarlemmer meer. Uit het bovenstaande blijkt voldoende dat het aantal treinen, dat voorloopig op zes is 'bepaald, weldra te klein zal blijken. Wij hopen van gan- scher harte, dat dit spoedig het geval moge zijn. Het zal een bewijs zjjn dat de opening der sporen de verwachtingen niet teleurgesteld heeft, maar den bloei zeer zal hebben bevorderde Wij willen dit bekmopt overzicht besluiten met de geschiedenis van den aanleg der spoor- weglijn. In 1898 dus nu 14 jaar geleden waren de plannen tot rijpheid gekomen voor den aan leg der sporen, zooals zij nu worden uitgevoerd, nadat het oorspronkelijke plan was geweest een lijn aan te leggen van Haarlem door de Meer naar Amsterdam. Lange onderhandelingen werden toen begon nen met de betrokken drie provinciën: Utrecht, Noord-Holland en Zuid-Holland, benevens met de betrokken gemeentebesturen, de polderbe sturen, waterschappen en enkele particulieren. Het resultaat was dat de H. E. S. M. gesteund zou worden met remtelooze en andere voor- sohotten, uitkeeringen en rentegarantiën. Te zamen werd de H. E. S. M. op deze wijze een bedrag verzekerd van 4,297,818, waarbij een renteloos voorschot van den Staat der Nederlan den, groot 2,147,000. Deze onderhandelingen, waarbij ook veel teleurstellingen werden onder vonden, waren oorzaak dat negen jaar later eerst in 1909 werd begonnen met het eerste kunstwerkden spoordijk in de Geelpoel te Aalsmeer. Nu zijn <Je werken in zooverre vol tooid, dat het eerste gedeelte in exploitatie kan worden genomen. Gaat alles naar wensch, dan volgt in 1.913 het baanvak AalsmeerUithoorn en UithoornAmsterdam met de zijlijn Aals meerBovenkerk en in 1914 de lijnen van Uit hoorn naar Nieuwersluia en Alfen. Dan is het groote spoorwegnet gereed en de weusch van duizenden in vervulling gegaan. Moge de dag van morgen in de geschiedenis van de Haarlemmermeer vermeld worden als een, waarop een nieuw tijdperk van nog grooter vooruitgang, zich aankondigde. Dit is ook omze wensch 1 Een statistiek. Aan een door de Amarikaanselie regeering ge publiceerde slatistiek betreffende de ontwikke ling der Vereenigde Staten sinds 1800 is het vol gende ontleend. In 1800 besloeg het grondgebied der Vereenig de Staten een oppervlakte van 1.652.320 vier kante kilometers, in 1810 een oppervlakte van 3.354.630 vierkante kilometers, in 1850 een op pervlakte van 5.283.000 vierkante kilometers en tegenwoordig een oppervlakte van 7.833.000 vier kante kilometers. De bevolking neemt nog sneller toe. Terwijl ze in 1810 5 millioen inwoners bedroeg, be draagt ze thans 93.750.000 inwoners. De publieke schuld, die bij het begin der vo rige eeuw 83 millioen dollars bedroeg, maakt op het oogenblik het respectabele kapitaaltje uit van ,1 milliard 15 millioen dollars. Indien men echter de toeneming der bevol king in aanmerkLnglneemt is de publieke schuld per hoofd veeleer verminderd, daar ze van 715.63 dollar in 1800 thans gedaald is op 10.33 dollar. De cijfers, betreffende de ontwikkeling van den handel, zijn werkelijk verrassend. In 1800 be droeg de uitvoer 71 millioen dollars, 100* jaar later 2 billioen. De uitvoer bedroeg in 1800 91 millioen, in 1910 U/s billioen dollars. Een dorp ontdekt. In Stoerre is een dorp ontdekt. Het dorp werd niet door een ontdekkingsreiziger, maar bij toeval ontdekt, doordat de inwoners er zijn er 8000 zich met een verzoek schrift wendden tot de provinciale autoriteit en daarop het verrassende antwoord ontving- gen, dat er voor inwilliging van hun ver zoek .geen termen" bestonden bijaldien geenerlei bewijzen voor het bestaan van dit dorp aanwezig waren. Wie niet bedenkt, dat Rusland altijd Rusland blijft, staat over deze ontdekking temeer verbaasd, omdat het dorp sedert twintig jaar bestaat en evenals andere dorpen zijn gemeentepersoneel bezit, dat dooi de regeering benoemd wordt. Maar bet is niet op Russische kaarten aangeteekend en daar om is bet er voor de Russische administratie niet. Het ongeluk wilde, dat de administratie te Ohabarofsk slechts Russische en geen Ja- pansche kaarten bezit op welke het dorp als onbeduidend vlek voorkomt. Maar de lastigste vraag is nu wie voor bet wegmoffelen van dit dorp verantwoordelijk is, of m. a. w. in wiens zak de belastingen gevloeid zijn die de belastingbetalers blijkens de registers trouw opbrachten aan rijk enpro- vincie. Pas op uw jongens. In „The Near Eaist" van' 19 Juli 1.1. von den wij het volgende gïlappige incident ver haald In Kjaïro wend een Ara,bier voor Iden plaat selij ken magistraat gebracht, beschuldigd via|n heft prozaïsche misdrijf van kippendief- stal em gedurende het vterhooa* bleek de be schuldigde den leeftijd van 112 jaar te heb1 ben bereikt. Vele Oosterlingen zijn, ztooale wij we ten, op bét stuik van hun eigen leeftijd zeer onzeker, maar in dit geVal schijnt de ma atraat reden te hebben geh ajd, om beklaag- des bewering te gelooven, jajlthains hij be- slofoti, hem niet te straffen. En toen kwam het zonderlinge van hét geVal voor den dag: toen hém weid gevraagd of er iemand was dje vpor hem zorgde, antwoordde de ialch- tenswaapdige grijsaard onmiddellijk1: „O ja, ik woon hij mijn moeder." [Wij kunnen slechts opmerken, da,t het tijd wordt dat de oude dalme haar jongen betere m'amienen leert. Niets is zoo goed als in die dingen vroeg te beginnen 1 Duister iejn vuil. Onder jdit opschrift lezen wij in het „Hibld. van Anitw": Het weinige dat de profane wereld toevallig te (weten komt over de vrijmetselarij, is niet van dien aard om de openbare meening gun stig te stemmen tegenover den konkelfoes der geheime sekte. In de brieven van Crispi, on langs uitgegeven door zijn neef Palamenghi, komt een correspondentie voor, die een aardig Licht werpt op de zoo hoog geroemde onschuld der vrijmetselarij. „Palamenghi wil bewijzen, dat Cavallotti niet alleen een lasteraar, maar ook een ondank bare was ,toan hij Grispi bestóhuLdigde een hooge decoratie te hebben verkocht aan een vreemde ling. Ongelukkiglijk is Palamenghi er niet in geslaagd Cavallotti's ondankbaarheid in 't licht te stellen zonder een zwart puntje te meer op het sdiuldboeksken van zijnen oom te schrij ven. .Wij vertalen letterlijk het eigenaardig plei dooi van Palamenghi. „In Januari 1888 was Grispi voorzitten- van den ministerraad. Te Mllano was tegen Cava- Lotti en de Secoio een proces Ingespannen we gens beleediging en eerroof. De zaken namen een slechten draai voor Gavalotti, die te Rome stappen aanwendde bij Grispi, ten einde te ont snappen aan een veroordeeling voor eerroof. Re gelmatig moest hij daarvoor een gevangenis straf oploopen. Den 19e derzelfde miaand schreef Aporti aan een intieraen vriend van Crispi en grootmeester der Italiaansche vrijmetselarij, Adriano Lenimi, het volgende hriefken: „Het proces-CavaLolti is ten einde, en neemt een doorslechte wending. Ik bid en ik smeek' u, alles, in het werk te stellen, opdat een ge zaghebbend persoon naar Mllano verlrekke, om eene veroordecLing of althans eene veroordee- ling ,voor eerroof te beletten. Hel ware iets. verschrikkelijks, meer aan par tijgeest, dan aan rechtvaardigheidszin toe 1e schrij ven. Hel vonnis wordt Maandag uitgesproken, en' alleen da t.usschen.komst van Zanardelli of Gris pi kan het doen uitvallen, dat de openbare tmee- ning niet te zeer worde geschokt. Inderhaast' Get. „Piro Aporti". „Lenimi meende Chrispi te moeten verwitti gen en zond helm Jiet Volgende biljet: _,,Mijn beste Crispi, lees den hierbij gevoegden brief van Aporti, en, als ge kunt, red Cavalolti." „Ik weet niet, gaat Palamenghi voort, hoe Crispi dit schrijven heeft onthaald. Het Is ge kend, dat het vonnis, uitgesproken den 23 Ja nuari, enkel de beleediging staande hield, en dat Cavalotti er af was met eene boete van 150 fr., die natuurlijk door de „Secoio" weid betaald." „De documenten zeggen niet in volle let ters, dat Crispi het hem voorgestelde schelm stuk heeft voltrokken. Maar wat niet schoon te (praten valt is, dat Aporti en Lemnii, twee kopstukken der vrijmetselarij, door bemiddeling van den vrijmetselaar Crispi, een aanslag heb ben beproefd tegen het regelmatig verloop van een gerechtszaak, ten voordeele van hun met- sedbroeder 'Cavalolti. „Natuurlijk houden steeds de Br.:, bij hoog en hij Laag staande, dat de vrijmetselarij zoo onschuldig is als een pasgeboren kind. Het geheim^ fwaaronder zij schuil gaan, laat hun toe een groot deel hunner handelingen voor de profane wereLd te verbergen. Maar eene zaak weten we toch; iedere maai ,dat liet deksel een weinig wordt opgelicht, riekt het potje erg aan gebrand. „Het geval Wangermée is nog niet uit hel geheugen. Het geval Cavalolti werpt ai geen beter licht op de doening der truweelhelden. Daarbij, zelfs afgezien van die toevallige onthullingen,) hebben wij het recht die heeren te mistrouwen. „Wie recht in zijn schoenen gaat, werkt in 't klare daglicht. En menschen, die hunnen ca techismus kennen, passen instinctmatig op heel dien geheimen winkel twee woordekens toe, die wonderwel bij elkaar passen. Duister en vuil." De tocht der Italiaansche torpedobooten naar de Dardanelles Zooals men weet hebben een vijftal torpe- dobooten in den nacbt van 17 op 18 Juli een gevaarvolle tocht ondernomen in de Darda- nellen onder het vuur van den vijand. De Corriere della Sera ontvangt van zijn correspondent te Stampalia het volgende telegram: „Het doel van den inval was om met nauw keurigheid den staat van verdediging der Turksche vloot op te nemen en om haar mogelijkerwijze aan te vallen of een vervol ging van haar zijde uit te lokken. De door de vijf torpedobooten volvoerde onderneming heeft aan den Italiaanschen generalen staf resultaten van beteekenis opgeleverd. In den nacht van Woensdag op Donderdag (17 op 18 Juli) ontvingen de vijf torpedoboo ten het hevel om den zeer gevaarlijken tocht te ondernemen. Het eskadertje wendde zich naar de monding der nauwte na zich geschei den te hebben van het groote eskader dat den terugtocht meer naar het zuiden toe af wachtte. Eer men onderweg ging hadden de offi cieren met warme en geroerde 6tem hunne manschappen gesproken van de schoonheid en van de moeilijkheden der expeditie. „Misschien keeren we niet weerom, jongens. Als er nog een is die niet zijn laatste beschik kingen heeft genomen voor d© familie die hij achterlaat, dan moet hij 't nu maar doen." Een plechtig oogenblik toen in den avond, op de zee, een handjevol helden hun gedach ten lieten gaan naar die hun dierbaar waren en van wie zij misschien in gedachten af scheid namen. Een vreemde ontroering gaat er uit van afscheidsbrieven neergekrabbeld met stoer* knuisten op wat armzalige blaadjes papier met heldhaftigen eenvoud. „Beste moeder, zoo luidt een der brieven daar ik niets anders heb na te laten dan den goeden naam dien ik me tot nu toe in den oorlog heb gemaakt, en dien ik dezen nacht zal vergrooten, door voor mijn land te ster ven En een ander: „Als ze je vragen waar ik begraven hen, antwoord dan dat ik m'n graf heb in de Dardanellen en dat ik het met mijn handen heb gegraven op den bodem van hei water, naast mijn schip." Een derde schreef: „Ik hen trotsch me op te offeren voor Italië: huil maar niet on? me." Het was een nacht zonder maan. Gedurende twee uren stoomde het eskader met uitge doofde lichten in de diepste duisternis; het was een stoet van schaduwen in de golven. Ze stonden op het punt om den onverkrachten drempel der Dardanellen te hereiken. Tegen middernacht drongen ze er binnen. Een bundel van licht, uitgezonden door een der forten, trof de kleine schepen. Ze waren ontdekt. Voorop ging de Spica, de andere volgden in indianenrij. Toen signaleerde de Spica om met vollen stoom voort te gaan en voer vol durf den mond van de engte in. Toen begon de storm van vuur. Ook het fort van Koem Kalessi zond den witten bundel van zijn zoeklichten en de schoten van zijne kanonnen. Maar het scheen of de torpedobooten be schermd waren door een wonderbaarlijke en- door ECREVISSE. Deze war schuw in g trof mij als een oonüer- slag! Ik staarde neerslachtig, doch niet rouw moedig op dit schrift, geluk Balthazar op de vurige letters die op den muur van zijn pa leis werden geschreven. In miinen hoogmoed, wilde ik geneesheer zijn en haastte mij, de gevorderde examina te ondergaan. Ik moest het enkelijk mijne uitgezonderde geestvermo gens danken, dat ik bekwaam gevonden werd in d< oogen mijner verontwaardigde leer aars. Met bliksemsnelheid had mijne kwade faam zich verspreid. Mijn toestand was zoo schrikkelijk; do verachting, waarvan zelfs mijne verleiders ruij de ondubbelzinnigste blijken gaven, mocht voor maatstaf dienen voor hetgene mij te wachten stond; ik keer de naar huis terug met de gemaakte overtui ging, dat men den geneesheer enkelijkuitzijne genees undige werken beoordeelen zou. Hoe J***1» rarapwqqw» rjtKJStan/m bedroog ik mij in mijne verwachting! Voor mijn vertrek uit de Hoogeschool, werden mijne ouders, de herder, mijn vroegere leer meester, zelfs de wereldlijke overheid mij ner geboorteplaats hij brieven verwittigd van mijn gehouden gedrag. Men schetste mij af als een allergevaarlijkst lid voor de samen leving, indien de vermaningen van ouders, vrienden, geestelijke en wereldlijke overhe den onbekwaam waren om mij op den rechten weg terug te brengen. De geldmiddelen mijner ouders had ik uit geput, hen zelfs in schulden gedompeld. Gij kunt lichtelijk denken, hoe ik, bij mijne terugkomst, ontvangen werd. Grietje stortte hittere tranen in hare eenzame kamer, waar uit zij schier niet te voorschijn kwam! De deugdzame herder outving mij met vriende lijkheid, tranen borrelden uit 'e mans oogen, to-en hij mij aanspoorde, had, smeekte tot be ternis! Mijne moeder besehreide mijne dwa lingen met bloedtranen! Spoedig rukte haar droefheid naar het graf. Ik zag met droge oogen de aarde liaar lijk bedekken! Mijn vader had, in den beginne, alle middelen van over, uigirig beproef; doch te vergeefs! Hij beproefde zijn vaderlijk gezag te doen gelden; ook ate vergeefs! Eindelijk smeekte hij mij; vml voor mij op zijne knieën... O eeuwige schande voor mij! Ik liet hem te ver geefs... smeeken en... knielen!!! Hier werd de herinnering van den zieke zoo hitter, zoo knagend dat zijn hoofd voor- I over zeeg! De kinderen stieten te gelijk een akelig geschreeuw van afgrijzen nit. Ook de vrouw weende bitterlijk! De priester bedekte zijn aangezicht met heide handen! Na een poos zegde Frans: Herman, geef mij een glas water, mijne keel is zeer droog.. De zoon gehoorzaamde, bracht een glas; de zieke hervond kalmte in een teug van het koelende vocht. IV. VERVOLG DER OPENBARINGEN. Horresoo refens, Met afgrijzen verhaal ik. Eenige minuten kleef de zieke als in diepe gedachten verslonden; hij moest al zijne krachten verzamelen om het kluwen zijner euveldaden af te rollen. Dan hernam hij den draad der geschiedenis, in volgender voege: Wanneer mijn vader de droeve over tuiging had gekregen, dat alle gevoel hij mij was uitgedoofd, wapende hij zich met geheel zijn vaderlijke waardigheid. Met zijn vloek beladen joeg hij mij uit zijn huis. Dat ik in 1 mijn dorpje nog een schuilplaats vond, had I ik aan Grietje te danken, welke als een wel- dadige voorzienigheid, over den verdwaal de waakte! Aan mijzelven overgelaten j zijnde, ondervond ik weldra, hoe zwaar de verachting der wereld op den mensch weegt. Er mo-est geleefd worden; ik had hoegenaamd geen© middelen van bestaan, in een woord; ik wist niet meer wat beginnen. Mijne faam als aartsbooswicht had zich niet alleen in de huizen der rijken, maar zelfs tot in de stroo- hutten verspreid! ik werd bij geenen zieken geroepen. Langzamerhand begon de honger zich op mijne verbleekte kaken te toonen. De wanhoop maakte zich van mij meester; nog eenige dagen slechts kon het zoo blijven duren, zonder dat ik de hand aan mij zelve sloeg en zelfmoordenaar werd. Maar eens klaps trad eene gebeurtenis in, die over ge heel mijn toekomstig leven beschikte en thans nog op mijn geweten drukt met geheel den last eener wroeging op het uur vau sterven 1... Zekeren avond», zat ik in mijne kamer bezig met vreeselijke ontwerpen door mijn hoofd te rollen!... De wind loeide door de blader- looze hoornen en dreef, van tijd tot tijd, de regendroppel» door de gebroken© ruiten tot op mijne schamele tafel. Geen sprankje vuur in den haard; zelfs geen licht in den kande laar! Eene koude Februarilucht had mijne vermagerde ledematen versteven en mij tot nare gedachten gebracht. Eensklaps werd er op mijne deur geklopt!... Ik zocht in het duister de deur, opende dezelveen bevond mij in tegenwoordigheid van eenen onbeken den persoon, die mij verzocht hem te volgen voor een dringend geval, waarhij mijne kunst gevergd werd en geld te winnen was. Ik zocht tastende mijne snijtuigen en volgde den onbekende. In het buitengaan zegde ik tot den huisbaas: geef mij den sleutel dei- voordeur, opdat ik, hij mijne terugkomst nie mand behoeve te storen in zijnen slaap. Ik blijf n wachten, gaf hij ten ant woord en daarmede verliet ik mijne wo ning. Onderweg poogde ik, herhaalde malen, van mij.nen geleider te vernemen, wie de weke en van wat aard de ziekte was, welke ik ge roepen werd te behandelen. Doch telken» werd op mijne vraag geantwoord: Een weinig geduld en gij zult alles ver nemen; maar geld is er te winnen, dat ver zeker ik u. Deze geheimzinnigheid kwelde mij hevig; maar het woord geld deed alle kwellingen ophouden! Ik was nooit beschroomd geweest, en thans was ik het minder dan ooit Na twee mijlen gaans, bereikten wij eene woning van weinig aanzien; ik bemerkte diat dezelve geheel afgezonderd stond van andere woningen en eene herberg moest zijn. Mijn reisgenoot had, op weg zijnde, een dievenlan taarn ontstoken. Hij reikte mij dezelve toe, toen wij voor de deur stonden, en verzocht mij, een oogenblik te wachtenDan sloop hij achter liet huis; klopte op een venstertje, en kwam tot mij terug. Oogenblikkelijk hoorde ik in het huis beweging: de grendels der voordeur worden weggeschoven m - weet niet uit te drukken wat akelig g

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5