COURANT tweede blad DE BOKKENRIJDERS BUITENLAND, BINNENLAND. Hu Eon larché yyN oyo n s. J. HUIZING. Import ümerican Shoe's. Groote Houtstraat No. 44. Telef. nn. estanien. Haarlem-Brussel. esfanfen. W 1 %S II I 1 R&AAüDAQ 12 AUG. 1912. CONFERENTIE VOOR VOLKS- EN SCHOOLRADEN. FEUILLETON ,N HET land van valkenberg. NIEUWS Ecu romanschrijver in dé IwelüL De Engelsche romanschrijver H. G. Wells, die He eerste fantasie over „De oorlog in de lucht,' pchreef, heeft verleden "week te Eastbourne met) ..Grahame Wight zijn eerste vlucht gemaakt. In He „Daily Mail" geeft hij daarvan een uitvoerig relaas. Zijn studeervertrek vindt Wells niet aan trekkelijk meer. Na zoo lang zijne verbeelding te hebben laten vliegen, wil hij dat nu zelf meer Hoen. De eerste ervaring was hem een verruk king en een verbazing er bij. Want hij voelde in de lucht geen sensatie, geen vrees, geen lucht- ziekte. De vlucht was „zoo stil en vast als droo- men". Niets is daarmede te vergelijken. Op een hoogle klauterende, wordt Wells anders wel eens duizelig bij hel kijken naar beneden. Hij ver telt) „op de Belvedère plaats te zijn geweest}, 'Op het dak van den „Rotlerdamschen Wolken krabber". (Het Witte Huis). Het woei stjev'ig en liet beviel hem niet, door die reien van den planken vloer naar beneden te kijk'en op dei hoofden der voorbijgangers. Maar in hel watfeir-l .vliegtoestel van Grahame Wight gezi t n, hoog boven de zee, keek hij met een volmaakt plei- zierig gevoel naar beneden, op de visscliersboo- ten en de toeschouwers aan het strand. Alleen bij het pianeeren naar omlaag, klampte hij zich pnwillekeurig aan de slangen ter zijde vast en kreeg hij eventjes dat bekende gevoel, „alsof je hart naar je sfehouders oprijst." Dotih het was lang zoo erg niet aLs in een rutschbaa-n van de While City. Boven water ligt de lucht in groote lagen^ zonder die verraderlijke stroomingen van boven het land. De vliegman kan boven de zee geru,st een datje doen, volgens Grahame White. Doclh in plaats van dat, ging die levendige verbeelding ,van Wells werken, in de lucht boven de zee. Hij zou gaarne naar Frankrijk zijin overgevlogen langs de kust naar Spanje en de Middellands-die 'Zee, vandaar op zijn do-ode gemak naar tn die, on (zoo verder. Qui sait? Wells schreef al over de luchtvaart, toen wei nigen nog daaraan geloofden. Zijne denkbeelden, twerden uitgelachen. Hij was een der eerste (schrijvers, die veel gewicht hechtte aan de vlieg- Jxroeven van Langby en Lilianthal. En nu, der tien of vijftien jaar later, is de vliegkunst reeds isteirk /ontwikkeld. Volmaakt ec! ter nog niet) En iWells vindt het noodig motoren uit te vinden, die vanzelf in beweging gaan, zoowel voor auto's als vliegtoestellen. Zoo'n zel!-start|er zal er wel Iwprden uitgevonden. Niets is tegenwoordig jneor onmogelijk. Keizer Wilhelm en President Fallières. President Fallières heeft van den Duitsohen Keizer het volgende telegram ontvangen: De hartelijke woorden, die Uwe Excellentie wel tot mij heeft willen richten bij geleger.fieid van de ramp te Bodmin hebben mij diep ontroerd. Ik Verzoek U. de betuiging! van miin oprechten dank te willen aanvaarden. Bero ering in Mid den - A meri k a Naar de Kötnische Zeilung uit New-York ver neemt, is de Amerikaansche regeering; volgens bericht uit Washington, van plan mariniers in San Domingo te landen. De omwenteling neemt toe, naar het heet, en de toesjand is hachelijk. De Amerikaansche gezant in San Domingo meldt, Hat de opstandelingen Dajabon, aan de grens bebben ingenomen en honderd soldalen van de jregeering in den strijd zijn gebleven. Er zijn twee spahis, belast met het overbren gen van de post, 15 kilometer buiten Colomb gedood. Er zijn troepen ter opsporing van de jdaders uitgezonden. De stouwers en de kuipers Hebben zich aan gesloten bij de staking van het trampersoneel. Het Panama-kanaal. De Senaat heelt met 47 Kimmen tfsgen 15 de kanaalwet aangenomen, naclat vooraf een mo tie was goedgekeurd, waarinj wordt bepaald, dat Amerikaansche spoorwegmaatschappijen geen .schepen mogen bezitten, die het Panama-kanaal bevaren. Ook werden amendementen aangenomen, waar bij verboden wordt, dat schepen van onwet tige industrieel© lichamen gebruik maken van het kanaal en waarbij wordt voorgeschreven, dat alle spoorwegmaatschappijen zich moeten .ontdoen van in hun bezit zijede stoomvaarfjiijnen, die, bijaldien zij onafhankelijk waren, concurren ten zouden kunnen zijn. Het mijnongeluk te Boohum. Aan den keizer is bij zijn bezoek aan de plaats van het onheil meegedeeld, dat een van He oorzaken van de ramp is, dat mannen, die jop de derde gaanderij rots moesten laten sprin gen, niet eerst de gassen hadden laten ont snappen. Een ontploffing van steenkoolsiofgas is er niet geweest. De werktuigen toK wegspoe ling van het stof hebben aldoor nitsfefeenid ge werkt. Er zijn 103 lijken geborgen, 2 gewonden zijn in het gasthuis bezweken; van 6 mijnwerkersi weet men, dat zij nog beneden zijn, maar men kan ze niet bereiken; vermoedelijk zijn zij' dood. Vermist worden er 2. Zoodal het geheele aantal dooiden, naar schatting, nu 113 bedraagt. De begrafenis van de slachtoffers van de mijn ramp bij Podium, zal waarschijnlijk Zondagmid dag plaats hebben, zoo lezen wij. De lijken der otogelukkigen zullen in twee groote graVen, een voor de kalhölïeke en een voor de p rotes tan tl ;che arbeiders komende liggen. Bij dit bericht teekentl de (N. R. Gt. de volgende hatelijkheid aan. „Als nu maar alle lijken herkend worden en niet van een prot'esfanitsch mijnwerker het stof felijk overscholt erecht komt in een Roomsclh graf |en (andersom!" Wij meenden dat ook een deftige liberaal zoo veel zelfrespect bad om den arbeider, tenmin ste na zulk een droeven dood, niet meer Ie trap pen 1 Helaas 1 Aardbeving en brand. De aardbeving is vooral hevig geweest te Ka- dikoi en op de Prinseneialnden (in de Zee van Marmora). Naar het schijnt is zij lot heb wilajei. Adria.no- pel doorgeloopen. Berichten ontbreken, aange zien de telegraaflijnen vernield zijn. Te Pera is de waterleiding beschadigd Te Tsjerloe heeft een brand 400 huizen ver-1 niekl, alsmede hel telegraafkantoor. De telegra fische gemeenschap is verbroken. Te Gallipoli brandt liet nog. Het telegraafkantoor en eeniae huizen zijn ingestort. ONS LEGER EN BELGIë. In de „Gazette de Liège" lcomt een corres pondentie uit Nederland voor, naar aanlei ding- van de verplaatsing van het garnizoen Venlo naar Tilburg, waarvan dezer dagen te Venlo officieel bericht werd ontvangen. Holland, aldus heet het in deze correspon dente, neemt bijzondere maatregelen om zoodra mogelijk gereed te zijn een inval langs do open vlakten van Brabant, zijn historische slagvelden te kunnen weerstaan. Door de groote strategische lijn Vlissingen—Venlo wordt het Zuiden des lands beschermd, doch terzelfder tijd, hoewel dat niet het doel is, geniet ook België daarvan de voordeelen. Deze linie vormt namelijk tevens een sterke borst wering voor de noordergrens van ons land. De cavalerie die Venlo gaat verlaten, komt in garnizoen te Tilburg, dus in het midden van genoemde linie. Venlo zal dan een zeer talrijk garnizoen infanterie ontvangen, ter wijl te Eindhoven, tussclien Tilburg en Ven lo, nog artillerie zal worden geplaatst. Begrijpt men in België dan niet, dat in deze omstandigheden, de bouw van een fort te Vlissingen noodzakelijk is? Kan men deze linie, die in tijd van ooi-log moet voorkomen, dat de Duitschers en de Engelschen elkaar op neutraal terrein gaan bestrijden, aan eene zijde open laten, door de afsluiting aan de zeezijde niet aan te brengen? UIT DE STAATSCOURANT Bij Kon. besluit is benoemd tot officier in de orde van Oranje-Nassau, de Hoogeerw. lieer Th. S. Roes, kanunnik, Deken en Pastoor te Utrecht. Bij Kon. besluit is aan luit.-kolonel der ma riniers P. J. van Trooijen met 2 Sept., we gens langdurigen dienst, eervol ontslag uit den zeedienst verleend, onder toekenning van een pensioen van 2250 en met ingang van 1 Sept., hij het korps mariniers bevorderd tot luit.-kolonel kap. J. P. A. Termaat, en hem, op verzoek, met dien datum, wegens langdurigen dienst eervol ontslag uit den zeedienst verleend, onder toekenning van een pensioen van 2085; zijn hij het korps mari niers bevorderd: met ingang van 1 Sept. tot kapitein, de le luit. J. Oele; met ingang van 2 Sept. tot luit.-kol., kap. L. de Jonge Oud raat, tot kap., de le-luit. C. R. van Blijen burgh. Bij Kon. besluit zijn met ingang van 16 Augustus bij de zeemacht bevorderd tot off. van gezondheid le kb, de idem 2de kl. G. K. Fnchs en R. L. H. J. Rijfkogel. ONTSIERENDE RECLAME. In de „Kampioen" schrijft P.: Het is een opmerkelijk feit, dat gelijktijdig in bijna alle landen van Europa een krach tige beweging gaande is om langs wettelijken weg paal en perk te stellen aan de ergerlijke ontsiering van het Natuurschoon door het op onrustbarende wijze toenemend aantal re clameborden. Algemeen wint de overtuiging veld, dat het hier niet geldt beperking van het gebruik, doch bestrijding van een misbruik van den particulieren eigendom, en dat, indien de be staande bepalingen hierin niet voorzien, noodzakelijk nieuwe bepalingen gemaakt moeten worden om dit misbruik te keeren. Ten onzent blijkt dit nit de groote meer derheid 43 tegen 12 waarmede bet uit muntend voorstel van Mr. Haselboff Roelf- sema is aangenomen, doch bijzonder leerzaam is in dit opzicht hetgeen in Frankrijk is ge schied. Zorals wij reeds vermeldden, heeft men daar de zaak op eenigszins andere wijze aan gepakt, nl. door het heffen van een hoog jaar- lijkscb recht. Ons komt dit minder doelmatig voor dan het Noord-Hollandsche systeem, doch ongetwijfeld zal dit recht toch ook in verreweg de meeste gevallen prohibitief wer ken. Immers het bedraagt per jaar 50, 100, 200 of 400 francs per vierk. M., al naarmate do oppervlakte van het bord 6,10, 20 of meer vierk. M. bedraagt. Dit recht wordt nog ver dubbeld, als er 2, verdrievoudigd als er 3, en verviervoudigd als er 4 of meer verschillen de advertenties op één hord voorkomen. Vol gens de berekening van den Minister zon voor sommige der thans bestaande horden 48,000 francs per jaar betaald moeten wordenl Welnu, dit wetsontwerp is aangenomen door de Kamer van Afgevaardigden met 530 tegen 3, en door den Senaat met algemeene stemmen. De discussie in de Kamer betrof uitsluitend de overgangsbepalingen, die som migen strenger gewenscht hadden; niemand sprak tegen de strekking van het ontwerp, en in den Senaat werd het zonder eenig debat aangenomen. Kan men sterker bewijs verlangen van de eenstemmige overtuiging, dat wettelijke maatregelen dringend noodzakelijk zijn? Zeer opmerkelijk is ook de spoed, waar mede deze aangelegenheid behandeld is. Begin Juni werd de aandacht van den Mi nister erop gevestigd door eenige afgevaar digden van het door natuurschoon uitmun tende departement Alpes-Maritimes; 11 Juni werf het wetsontwerp ingediend, 21 Juni bracht dc_ budget-commissie er verslag over uit. 8 Juli werd het door de Kamer, en 11 Juli door den Senaat aangenomen! Zoo gauw maakt men in Nederland geen wetten; als wij op een Rijkswet wilden wach ten, zouden wij nog vele jaren geduld moeten hebben en zou het kwaad intusschen steeds voortwoekeren. Onze hoop moet gevestigd zijn op de pro vinciale overheid, die gelukkig sneller kan werken dan de landsregeering. Mogen vele provinciën het voorbeeld volgen, dat Noord- Holland in dezen heeft gegeven. INDIë GEEFT HET VOORBEELD. In de Indische bladen vonden wij de vol gende mededeeling, waaruit blijkt dat men daar heter doordrongen is van 't gevaar dat de bioscopen voor het volk opleveren. De assistent-resident van Batavia Canna heeft een circulaire gericht tot de eigenaars der bioscopen daar ter plaatse van den vol genden inhoud: „Meermalen krijgt men in de bioscopen films te zien waarhij moord, diefstal, beroo- ving, echtbreuk en dergelijke soms zelfs tot in de kleinste bijzonderheden worden ver toond. „Aangezien de invloed van dergelijke ver tooningen niet anders dan nadeelig op de groote massa toeschouwers kan zijn, mogen die in geen geval worden toegelaten. „Hierop nogmaals de aandacht vestigende, daar aan dat verbod met de meeste gestreng heid de hand zal worden gehouden, verlang ik tevens, dat in den vervolge, wanneer er eenige twijfel mocht bestaan of de vertooning van een film al dan niet onder dat verbod valt, daartoe vooraf de vergunning van de politie worde gevraagd". Een dergelijk toezicht zou in onze steden niet ongewenscht zijn. DETECTIVE ROMANS. Dat de zoogenaamde detective-romans niet alleen voor kinderen gevaarlijk zijn, doch ook groote menschen wel eens gunnen aan zetten om de daarin beschreven „heldenda den" van misdadigers te gaan navolgen, blijkt uit een aanhouding, die dezer dagen door de politie te Chicago werd gedaan en waarvan wij reeds in 't kort melding maakten. Onder verdenking van verschillende inbra ken en rooftochten gepleegd te hebben, werd aldaar aangehouden professor J. A. Guthrie, het hoofd van de afdeeling voor toegepaste electriciteit aan een der universiteiten. De aangehoudene heeft hekend de dader te zijn van een aantal opzienbarende inbraken, die gedurende de laatste vijf maanen in de huizen van verschillende millionairs te Chi cago hebben plaats gehad. Hetgeen hij daar bij had gestolen werd door hem in een afge legen schuur of in een loket van een safe- deposit opgeborgen. Na zijn aanhouding heeft de politie een hoeveelheid gestolen goud in beslag genomen van meer 600000 gulden waarde. Dit was de grootste hoeveelheid, die ooit bij één dief werd in beslag genomen. Onder de gestolen voorwerpen bevonden zich juweelen, kanten, kostbare kleederen en kunstvoorwerpen. De professor, die niets van de opbrengst van zijn rooftochten had verkocht, verklaar de dat hij als amateur-inbreker werkte en dat hij daartoe alleen gekomen was door op winding, die het verslinden van detective romans bij hem had veroorzaakt. Hij begon zijn tochten in Maart en, na overdag in de universiteit college gegeven hebbende, speelde hij 's nachts de inbreker. Hij drong villa's binnen, waarvan de eige naars, naar hij uit de bladen gelezen had, op reis waren. Het meerendeel der gestolen goederen was in groote pakken bijeengebon den, sommigen zelfs van 25 K.G. zwaar. Ook werden bronzen heelden gevonden, waarvan er een 30 K.G. woog. Niet alleen als inbreker trad de professor op, doch ook als vervalseher van cheques werkte hij. In het huis van mevrouw Élia Wilson, waar hij had ingebroken, na gelezen te hebben, dat zij op reis was naar Japan, vond hij een chequeboek en door het verval- schen van de liandteekening dezer dame haalde hij 25,000 gulden van haar bankier. Met dit geld ging hij speculeeren en was daarbij zoo gelukkig, dat, hij zijn arrestatie, op zijn depositie-rekening hij een der banken .een tegoed van 50,000 gulden voorkwam. Al het gestolene zal nu aan de eigenaars worden teruggegeven. Door den huisdokter van den heer Guthrie werd verklaard, dat verschillende verwanten van hem krankzin nig waren gestorven, zoodat men vermoedt, dat ook hij niet geheel toerekenbaar is. Hij wist evenwel voor zichzelf goed te rekenen. Ter internationale conferentie voor volks- en schoolboden zal de Fransche Minister van Binnenlandsche Zaken zich doen vertegen woordigen door mr. Pain, chef van het Kabi net des Ministers. Voorts zullen de steden Gronau en Essen vertegenwoordigd worden resp. door de hee- ren Hagedoorn, burgemeester, en Nuss, in specteur van het Badwezen. BEZOLDIGING GEMEENTEVELD WACHTERS. De Minister van Binnenl. Zaken heeft de colleges van Ged. Staten verzocht, in de eer ste helft van October a.s. nader bericht te mogen ontvangen hoe het alsdan met de be zoldiging in het algemeen van de gemeente veldwachters zal zijn gesteld, en om er bij de gemeentebesturen op aan te dringen om, mochten deze bezoldigingen nog niet op be hoorlijk peil zijn gebracht, te willen bevorde ren, dat dit alsnog geschiedde. SANATORIUMDAG. Wij lezen in het maandschrift „Sobriëtas": Het bestuur van Sobriëtas waagt het an dermaal een beroep te doen op de georgani seerde katholieke drankweer. Zondag 29 September Zondag na het feest van O. L. Vrouwe tot Verlossing der Slaven zal het Sanatoriumdag zijn. Een propagandadag voor het liefdewerk: Redding van drankzuchtigen! Een giftedag voor ons sanatorium! Het programma stelt het bestuur zich als volgt voor: H. Mis met algemeene H. Communie. Propagandavergadering met het onder werp: „Redding voor drankzuchtigen!" Aan iedere plaatselijke afdeeling wordt overgelaten öf een som gelds uit de kas te geven voor het Sanatorium öf een collecte te houden. VlIIe DIOCESANE KATHOLIEKENDAG IN HET BISDOM 's HERTOGENBOSCH. In de afdeeling „De Arbeidersstand en het onderwijs" treedt op als inleider de heer A. Coots, te Tilburg, voorzitter van den Ned. R. Kj. Textiel bond, met het onderwerp,De Arbeidersstand en het Onderwijs. Zijn conclusie luidt, als volgt De afdeeling „werklieden" van den VII Ten dioeasianen Katholiekendag Voor Ji'et bis dom 's Bosch, gehouden te Tilburg. 22 Sept. 191.2: overwegende, dat een geregeld Voortge zet R. K. onderwijs, een v|an de befte mid delen is om de werklieden stand stoffelijk' én geestelijk te verheffen !B5!9 besluit, dat door alle R K. werklied- n, maar vooral voor de georganLsoer+i<uï. gord mogelijk moet gezorgd wort iw a- dat de kinderen, jongen!? eb meisjes bij1 wenen en volgen het bijziond^r R K 'nra ouderwijs en zoo mogelijk uitgebreid la rei onderwijs fen meer uitgebreid lager onder wijs b dat: de kinderen deelnemen aan hel her bal i n gs onderwijs e dat bijzonder dé meisjes HuisK udorih r wijs krijgen d. dat gelegenheid gegeven worde om socia le- en apologetische cursussen t - volgen: spreekt het vér'rouwen uit. dat. de a,"deie standen, speer:al de werkgevers, om het al gemeen maatschappelijk en geest© ijk b lang hen daarin krachtig zullen steunen De tweede inleider is de lieer J L. We sic leeraar aan de ambachtsschool te Tilburg met het onderwerp: De arbeidersstand er- het vakonderwijs. Conclusie ^De afdeeling „werk'i den" van d n Villen Katholiekendag voor het bisdom 's Bosch, gehouden te Tilburg 22 Sept. 1912; overwegende dat bevordering van het vakonderwijs h het belang van den werkman persoonlijk ■en van den werkmansstand in z.ijn geheel is; dat 'de hoogere eischen, welke meer en meer gesteld worden aan elk vak en ?,lko industrie een goed'1 vakopleiding voor el ke industrie een gotd Vakopleiding voor ei ken werkman dringend ne dig maken; dat de behoefte aan goed vakoiuferwi.t; zich meer doet gevoelen naarmate de on dervinding leert, da,t de werkplaats alleen behoudens enkele uitzend ringen n;et vol doende t: t vakbekwaamheid opl id is van oordeel: dat dezfe vakopleiding meet worden b-v r- deHd door het oprichten en instandhouden van vak- en teekenscholen is mede van oorldeel: dat oo-k hij dit onderwijs de noedige waar- horgen moeten be-taan, dat tie godsdienstige en zedelijke belangen Ider leeirlingen niet wor den geschaad spreekt den wenscli uit: dalt de R. K. vakvereenigingen Jit onder wijs zullen bevoideren en waan geen ge. Koenheid tot het Volgen Van 'goed vak- en teekenonderwjis is, zelve vak- en tee keu- cursussen zullen oprichten; dat in de patronaten de leerlingen tot een goed vakonderwijs worden voorbereid; dat de werkgevers het bezoek aian ;1- vak scholen en vakcursussen zullen bevorderen. In de afdeeling „De Boerenstand en het Onderwijs" treedt op als inleider de heen' dr. L. Deckers, hoofld-in speoteUr der Boeren' leenbanken te Eindhoven Zijn conclusie luidt: I. Goed, Katholiek lager onderwijs is voor de jeugd uit den boerenstand vain groot be lang- II. Herhalingsonderwijs heeft pecht op meer belangstelling 'dan 'het veelal onder vindt. vooral wijl hat schier onmisbaar jg voor het met vrucht volgen Van het onder richt op land- of tuinbouw-cursussen. III. Hét is wenschélijk. dat elke gemeen,té zijn land- of ttainbéiOiWCiursus hebbé. Het ligt op den wég der gemeente- en schoolbesturen er naar te streven dat aai? hunne scholen een leerkracht Verbonden zij; bevoegd tot het geven vata tand- of tuin- bou wonderwijs. IV. Het onderwijs op |de dorps patronaten moet gericht zijn op dé behoeften van den toek om s tagen landbou wer. V. Maken dé omstandigheden het noodig of wenschelijk', dat het boerenmeisje ©en kost school bezoekt, dan is daiarvoor aangewezen een k-ostSchool voor meisjes uit den boeren stand. VI. Ook jongelingen en .volwassenen moe ten niet ophouden hun kennis te vermeerde ren a in huis door het lezen van goeide hoe- kén en bladen b. in de kerk, vooraf ais lid van ff. Fa milie en congregatie. VII. Hét ligt op den weg van den Boeren bond de ontwikkeling van zijn leden én hun huisgenooten te bevorderen door het doen honden van vloniidraiehten, zoowel voor boe rinnen als Voor boerenhét in het leven roe pen van een socialen cursushét stichten eener bibliotheek, enz. VIII. Het verdient aanbeveling te streven naial'de stichting éenér landbouwschool, waai boeren zonen, naast Vakkennis, ook de noodi- ge maatschappelijke vorming ontvangen om letér als leiders der baerenvereeniging n té kunnen optreden. door ECREVISSE, ,8.) Zelden eindigt hij eenen volzia zoat|er Mj voeging van God uit oi dat verhoede! Lu cifer kan niet heter veinzen dan hij; en de huichelarij zelve kan niet natuurlijk anders spreken clan zij denkt. 2mo kan hij, bijvoor beeld, in de voorkamer rood worden van gramschap en, in tegenwoordigheid der gas ten zijn wijf bekijven, dat de spitzen te mager lijn toebereid, terwijl hij in de keuken de bo- ier of het vet uit het eten neemt, als de vrouw het niet ziet. Aan de bedelaars geeft hij een oortje meer dan anderen voor het poiul sa- jnengehaalde broodkorstjes; doch hij bedriegt hun voor twee oortjes op het pond met zijn gewicht. Katrijn, de bazin, is eene zestigjarige vrouw, die grijs geworden is, meer door kwel lingen en zorgen, dan door de jaren. Haar vel ligt, met huiten en groeven over de beende ren, ongeveer gelijk de gegomde zomerstof- j fen, als zij geheel doorweekt zijn van den regen; daarenboven is de vrouwenschors zoo bruin geworden als de muren der keuken. Slordig zijn hare geestvermogens! Het tegen overgestelde van haren man, is zij inwendig beter dan haren man, zelfs veel beter dan zij uitwendig schijnt. In huis speelt zij den haas en Hein moet den invloed van den rok ondergaan, als 't er opaan komt iets rakende het huishouden te beslissen. Dit echtelijk paar heeft twee zoons verwekt, Dorus en Frans, die onder opzicht der uiter lijke vormen en wezenstrekken, den vader niet kunnen verloochenen. Voor hunne zede lijkheid zorgt Baas Deerks zoowel, dat zij wel dra zullen zijn, wat de vader is: twee ge drochten, twee geesels te meer voor hunne evenmensch. Het is juist de avond voor den feestdag van Driekoningen; tien dagen zijn verloopen sedert de worsteling om het korstbroodje, welke de lezer met ons heeft bijgewoond. Baas Hein, Katrijn en, hunne heide zoons zit ten hij de kachel, in de voorkamer; een klein lampje brandt in de wijde schouw en werpt een karig licht op de vier afschuwelijke aan gezichten. Het ratelende getint eener huis klok laat zich hooren naast de schouw, als Dorus eensklaps het nare zwijgen breekt, zeggende: Reeds negen uren, en nog zooveel klan ten als in mijne oosran* Maar, onderbrak Frans op blaffenden toon, waarom moet het ook juist dezen avond zoo koud zijn, dat men geen hond zou op straat jagen. Ik denk dat niemand komen zal; dan heeft de kachel voor niets gloeiend gestaan. Gij zit er immers bij, viel Hein in de rede, om uw lichaam te warmen, telt gij dat niet mede in de rekening, God beware mij. Zij moet voor mij alleen niet branden, 'snauwde de zoon den vader tegemoet. Zwijg, galgengebroed, bromde Hein, de koude heeft de klanten nog nooit belet te komen. Indien ik eenigszins twijfelde aan hun komst, dan zouden wij sedert een uur op onzen rug liggen; wie slaapt, spaart kolen, licht en eten. Tot tien uur moeten wij wach ten; de kachel kan hier gespaard worden, want ze brandt of het de hitte zelve ware, in het heilig der heiligen, zoo noemde het mon ster het beschrevene onderaardsche vertrek. God behoede ons! Nauwelijks had hij zijn gebruikelijk hij voegsel uitgebromd, of er viel een bekend geklop op de houten vensterlagen! Dorus ging de voordeur openen; intueschen ontstak Baas Hein een lamp en begaf zich in de keu ken. Twintig mannen traden binnen, stapten door de keuken Hein volgende door de achterkamer, in de eiken kas en verdwenen onder den grond. Zoodra Dorus geen klanten meer verwachtte, sloot hij de deur weder toe en ging in de voorkamer hij Frans, hem zeg gende: Hang de lamp in de schouw, opdat zij geen licht in huis werpe. Leg u op de bank en houd de oogen open. Wordt er op de deur geklopt door onbekenden, dan waarschuw ons, vooaleer gij de deur opent. Gij hebt mij verstaan, niet waar? Ten teeken van ja, ging Frans op de bank staan, hing de lamp zoo hoog in de schouw als hij kon. Dan wierp hij een zak onder zijn hoofd op de bank, strekte zijne ledematen uit, en sliep weldra met de zorgeloosheid van een dier. De moeder zocht, morrende en tastende, de alkoof, die tusscheu den zijmuur en de schouw was gemaakt, en kroop tnsschen een paar la kens, die in geen twee maanden meer een witte kleur hadden gezien. Ook sliep zij wel dra, alsof niets op dat verstompt geweten gewogen had. Deze vrouw bezat nog enke- lijk van het redelijk schepsel Gods de vormen en het spraakvermogen. Dit laatste open baarde zich doorgaans door een binnen- mondsch gegrolDenken was haar te moei lijk; zij beminde op de wereld niets dan zwoe gen, niemand dan haren Dorus. Alle gevoel moest nog niet uitgedoofd zijn bij haar, want somtijds kwam de toekomst van baren lieve ling voor hare oogen spelen, doch zoo akelig, dat zij dit spook huiverende aanzag. Weldra verdween ook Hein's oudste ®éon onder den berg. Toen hij in het onderaardseh vertrek kwam, kon men er twee en twintig kerels tellen. Onder hen kent de lezer er reeds drie: Baas Hein, Dorus, zijn zoon, en Klaas van St. Jans Geleen. Wij willen ons met de overigen zoo weinig mogelijk bezighouden, ter uitzonde ring van dengene die den zetel bekleedt en in wien men den hoofdman of overste gist.... Deze kerel is een zoo wonderbaar samen stel van allerlei ondeugden, dat men twijfe len moet, of er nog iets mensohelijks in hem schuilt. Steven Doodrijk is zijn naam; zijn dertigste jaar heeft hij nog niet voltooid. Met een zekeren zwier draagt hij zijn zwart hoofdhaar boven op bet hoofd gescheiden, in "den nek samengebracht en omwonden met een zwart lint; hetzelve valt staartsgewijze op den rug, naar den trant van den tijd. Het hoogbreede voorhoofd komt sterk te voor schijn onder de teruggestreken hoofdharen. Tusschen de grijze oogen springt een fijne adelaarsneus vooruit. Zijne wangen hebben die bleeke tint aangenomen, welke tot den kenner zeggen wil: onfeilbaar uitwerksel van overdreven wellust! 'sMans mond is welge maakt, fijn gekloven. Zijne lippen weten, als hij den bevallige spelen wil, dermate zich tot een glimlach te plooien, dat de witte, fijne tanden moeten bemerkt worden. De ronde vooruitspringende kin doet in hem den vas ten wil gissen, welke met hardvochtigheid gepaard gaat en tot, het uiterste hekw.-am is fivor te slaan' Men belette zijne fiine handen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5