COURANT tweede blad
DE BOKKENRIJDERS
BUITENLAND,
BINNENLAND.
Hu Eon larché
yyN oyo n s.
J. HUIZING.
Import ümerican Shoe's.
Groote Houtstraat No. 44.
Telef. nn.
estanien.
Haarlem-Brussel.
esfanfen.
W 1 %S II I 1 R&AAüDAQ 12 AUG. 1912.
CONFERENTIE VOOR VOLKS- EN
SCHOOLRADEN.
FEUILLETON
,N HET land van valkenberg.
NIEUWS
Ecu romanschrijver in dé IwelüL
De Engelsche romanschrijver H. G. Wells, die
He eerste fantasie over „De oorlog in de lucht,'
pchreef, heeft verleden "week te Eastbourne met)
..Grahame Wight zijn eerste vlucht gemaakt. In
He „Daily Mail" geeft hij daarvan een uitvoerig
relaas. Zijn studeervertrek vindt Wells niet aan
trekkelijk meer. Na zoo lang zijne verbeelding te
hebben laten vliegen, wil hij dat nu zelf meer
Hoen. De eerste ervaring was hem een verruk
king en een verbazing er bij. Want hij voelde
in de lucht geen sensatie, geen vrees, geen lucht-
ziekte. De vlucht was „zoo stil en vast als droo-
men". Niets is daarmede te vergelijken. Op een
hoogle klauterende, wordt Wells anders wel eens
duizelig bij hel kijken naar beneden. Hij ver
telt) „op de Belvedère plaats te zijn geweest},
'Op het dak van den „Rotlerdamschen Wolken
krabber". (Het Witte Huis). Het woei stjev'ig
en liet beviel hem niet, door die reien van den
planken vloer naar beneden te kijk'en op dei
hoofden der voorbijgangers. Maar in hel watfeir-l
.vliegtoestel van Grahame Wight gezi t n, hoog
boven de zee, keek hij met een volmaakt plei-
zierig gevoel naar beneden, op de visscliersboo-
ten en de toeschouwers aan het strand. Alleen
bij het pianeeren naar omlaag, klampte hij zich
pnwillekeurig aan de slangen ter zijde vast en
kreeg hij eventjes dat bekende gevoel, „alsof je
hart naar je sfehouders oprijst." Dotih het was
lang zoo erg niet aLs in een rutschbaa-n van de
While City.
Boven water ligt de lucht in groote lagen^
zonder die verraderlijke stroomingen van boven
het land. De vliegman kan boven de zee geru,st
een datje doen, volgens Grahame White. Doclh
in plaats van dat, ging die levendige verbeelding
,van Wells werken, in de lucht boven de zee.
Hij zou gaarne naar Frankrijk zijin overgevlogen
langs de kust naar Spanje en de Middellands-die
'Zee, vandaar op zijn do-ode gemak naar tn die,
on (zoo verder.
Qui sait?
Wells schreef al over de luchtvaart, toen wei
nigen nog daaraan geloofden. Zijne denkbeelden,
twerden uitgelachen. Hij was een der eerste
(schrijvers, die veel gewicht hechtte aan de vlieg-
Jxroeven van Langby en Lilianthal. En nu, der
tien of vijftien jaar later, is de vliegkunst reeds
isteirk /ontwikkeld. Volmaakt ec! ter nog niet) En
iWells vindt het noodig motoren uit te vinden,
die vanzelf in beweging gaan, zoowel voor auto's
als vliegtoestellen. Zoo'n zel!-start|er zal er wel
Iwprden uitgevonden. Niets is tegenwoordig
jneor onmogelijk.
Keizer Wilhelm en President Fallières.
President Fallières heeft van den Duitsohen
Keizer het volgende telegram ontvangen: De
hartelijke woorden, die Uwe Excellentie wel tot
mij heeft willen richten bij geleger.fieid van de
ramp te Bodmin hebben mij diep ontroerd. Ik
Verzoek U. de betuiging! van miin oprechten dank
te willen aanvaarden.
Bero ering in Mid den - A meri k a
Naar de Kötnische Zeilung uit New-York ver
neemt, is de Amerikaansche regeering; volgens
bericht uit Washington, van plan mariniers in
San Domingo te landen. De omwenteling neemt
toe, naar het heet, en de toesjand is hachelijk.
De Amerikaansche gezant in San Domingo meldt,
Hat de opstandelingen Dajabon, aan de grens
bebben ingenomen en honderd soldalen van de
jregeering in den strijd zijn gebleven.
Er zijn twee spahis, belast met het overbren
gen van de post, 15 kilometer buiten Colomb
gedood. Er zijn troepen ter opsporing van de
jdaders uitgezonden.
De stouwers en de kuipers Hebben zich aan
gesloten bij de staking van het trampersoneel.
Het Panama-kanaal.
De Senaat heelt met 47 Kimmen tfsgen 15
de kanaalwet aangenomen, naclat vooraf een mo
tie was goedgekeurd, waarinj wordt bepaald, dat
Amerikaansche spoorwegmaatschappijen geen
.schepen mogen bezitten, die het Panama-kanaal
bevaren.
Ook werden amendementen aangenomen, waar
bij verboden wordt, dat schepen van onwet
tige industrieel© lichamen gebruik maken van
het kanaal en waarbij wordt voorgeschreven,
dat alle spoorwegmaatschappijen zich moeten
.ontdoen van in hun bezit zijede stoomvaarfjiijnen,
die, bijaldien zij onafhankelijk waren, concurren
ten zouden kunnen zijn.
Het mijnongeluk te Boohum.
Aan den keizer is bij zijn bezoek aan de
plaats van het onheil meegedeeld, dat een van
He oorzaken van de ramp is, dat mannen, die
jop de derde gaanderij rots moesten laten sprin
gen, niet eerst de gassen hadden laten ont
snappen. Een ontploffing van steenkoolsiofgas
is er niet geweest. De werktuigen toK wegspoe
ling van het stof hebben aldoor nitsfefeenid ge
werkt.
Er zijn 103 lijken geborgen, 2 gewonden zijn
in het gasthuis bezweken; van 6 mijnwerkersi
weet men, dat zij nog beneden zijn, maar men
kan ze niet bereiken; vermoedelijk zijn zij' dood.
Vermist worden er 2. Zoodal het geheele aantal
dooiden, naar schatting, nu 113 bedraagt.
De begrafenis van de slachtoffers van de mijn
ramp bij Podium, zal waarschijnlijk Zondagmid
dag plaats hebben, zoo lezen wij. De lijken der
otogelukkigen zullen in twee groote graVen, een
voor de kalhölïeke en een voor de p rotes tan tl ;che
arbeiders komende liggen. Bij dit bericht teekentl
de (N. R. Gt. de volgende hatelijkheid aan.
„Als nu maar alle lijken herkend worden en
niet van een prot'esfanitsch mijnwerker het stof
felijk overscholt erecht komt in een Roomsclh
graf |en (andersom!"
Wij meenden dat ook een deftige liberaal zoo
veel zelfrespect bad om den arbeider, tenmin
ste na zulk een droeven dood, niet meer Ie trap
pen 1 Helaas 1
Aardbeving en brand.
De aardbeving is vooral hevig geweest te Ka-
dikoi en op de Prinseneialnden (in de Zee van
Marmora).
Naar het schijnt is zij lot heb wilajei. Adria.no-
pel doorgeloopen. Berichten ontbreken, aange
zien de telegraaflijnen vernield zijn.
Te Pera is de waterleiding beschadigd
Te Tsjerloe heeft een brand 400 huizen ver-1
niekl, alsmede hel telegraafkantoor. De telegra
fische gemeenschap is verbroken. Te Gallipoli
brandt liet nog. Het telegraafkantoor en eeniae
huizen zijn ingestort.
ONS LEGER EN BELGIë.
In de „Gazette de Liège" lcomt een corres
pondentie uit Nederland voor, naar aanlei
ding- van de verplaatsing van het garnizoen
Venlo naar Tilburg, waarvan dezer dagen
te Venlo officieel bericht werd ontvangen.
Holland, aldus heet het in deze correspon
dente, neemt bijzondere maatregelen om
zoodra mogelijk gereed te zijn een inval langs
do open vlakten van Brabant, zijn historische
slagvelden te kunnen weerstaan. Door de
groote strategische lijn Vlissingen—Venlo
wordt het Zuiden des lands beschermd, doch
terzelfder tijd, hoewel dat niet het doel is,
geniet ook België daarvan de voordeelen. Deze
linie vormt namelijk tevens een sterke borst
wering voor de noordergrens van ons land.
De cavalerie die Venlo gaat verlaten, komt
in garnizoen te Tilburg, dus in het midden
van genoemde linie. Venlo zal dan een zeer
talrijk garnizoen infanterie ontvangen, ter
wijl te Eindhoven, tussclien Tilburg en Ven
lo, nog artillerie zal worden geplaatst.
Begrijpt men in België dan niet, dat in
deze omstandigheden, de bouw van een fort
te Vlissingen noodzakelijk is? Kan men deze
linie, die in tijd van ooi-log moet voorkomen,
dat de Duitschers en de Engelschen elkaar
op neutraal terrein gaan bestrijden, aan eene
zijde open laten, door de afsluiting aan de
zeezijde niet aan te brengen?
UIT DE STAATSCOURANT
Bij Kon. besluit is benoemd tot officier in
de orde van Oranje-Nassau, de Hoogeerw.
lieer Th. S. Roes, kanunnik, Deken en Pastoor
te Utrecht.
Bij Kon. besluit is aan luit.-kolonel der ma
riniers P. J. van Trooijen met 2 Sept., we
gens langdurigen dienst, eervol ontslag uit
den zeedienst verleend, onder toekenning van
een pensioen van 2250 en met ingang van
1 Sept., hij het korps mariniers bevorderd
tot luit.-kolonel kap. J. P. A. Termaat, en
hem, op verzoek, met dien datum, wegens
langdurigen dienst eervol ontslag uit den
zeedienst verleend, onder toekenning van een
pensioen van 2085; zijn hij het korps mari
niers bevorderd: met ingang van 1 Sept. tot
kapitein, de le luit. J. Oele; met ingang van
2 Sept. tot luit.-kol., kap. L. de Jonge Oud
raat, tot kap., de le-luit. C. R. van Blijen
burgh.
Bij Kon. besluit zijn met ingang van 16
Augustus bij de zeemacht bevorderd tot off.
van gezondheid le kb, de idem 2de kl. G. K.
Fnchs en R. L. H. J. Rijfkogel.
ONTSIERENDE RECLAME.
In de „Kampioen" schrijft P.:
Het is een opmerkelijk feit, dat gelijktijdig
in bijna alle landen van Europa een krach
tige beweging gaande is om langs wettelijken
weg paal en perk te stellen aan de ergerlijke
ontsiering van het Natuurschoon door het op
onrustbarende wijze toenemend aantal re
clameborden.
Algemeen wint de overtuiging veld, dat het
hier niet geldt beperking van het gebruik,
doch bestrijding van een misbruik van den
particulieren eigendom, en dat, indien de be
staande bepalingen hierin niet voorzien,
noodzakelijk nieuwe bepalingen gemaakt
moeten worden om dit misbruik te keeren.
Ten onzent blijkt dit nit de groote meer
derheid 43 tegen 12 waarmede bet uit
muntend voorstel van Mr. Haselboff Roelf-
sema is aangenomen, doch bijzonder leerzaam
is in dit opzicht hetgeen in Frankrijk is ge
schied.
Zorals wij reeds vermeldden, heeft men
daar de zaak op eenigszins andere wijze aan
gepakt, nl. door het heffen van een hoog jaar-
lijkscb recht. Ons komt dit minder doelmatig
voor dan het Noord-Hollandsche systeem,
doch ongetwijfeld zal dit recht toch ook in
verreweg de meeste gevallen prohibitief wer
ken. Immers het bedraagt per jaar 50, 100,
200 of 400 francs per vierk. M., al naarmate
do oppervlakte van het bord 6,10, 20 of meer
vierk. M. bedraagt. Dit recht wordt nog ver
dubbeld, als er 2, verdrievoudigd als er 3, en
verviervoudigd als er 4 of meer verschillen
de advertenties op één hord voorkomen. Vol
gens de berekening van den Minister zon
voor sommige der thans bestaande horden
48,000 francs per jaar betaald moeten wordenl
Welnu, dit wetsontwerp is aangenomen
door de Kamer van Afgevaardigden met 530
tegen 3, en door den Senaat met algemeene
stemmen. De discussie in de Kamer betrof
uitsluitend de overgangsbepalingen, die som
migen strenger gewenscht hadden; niemand
sprak tegen de strekking van het ontwerp, en
in den Senaat werd het zonder eenig debat
aangenomen.
Kan men sterker bewijs verlangen van de
eenstemmige overtuiging, dat wettelijke
maatregelen dringend noodzakelijk zijn?
Zeer opmerkelijk is ook de spoed, waar
mede deze aangelegenheid behandeld is.
Begin Juni werd de aandacht van den Mi
nister erop gevestigd door eenige afgevaar
digden van het door natuurschoon uitmun
tende departement Alpes-Maritimes; 11 Juni
werf het wetsontwerp ingediend, 21 Juni
bracht dc_ budget-commissie er verslag over
uit. 8 Juli werd het door de Kamer, en 11
Juli door den Senaat aangenomen!
Zoo gauw maakt men in Nederland geen
wetten; als wij op een Rijkswet wilden wach
ten, zouden wij nog vele jaren geduld moeten
hebben en zou het kwaad intusschen steeds
voortwoekeren.
Onze hoop moet gevestigd zijn op de pro
vinciale overheid, die gelukkig sneller kan
werken dan de landsregeering. Mogen vele
provinciën het voorbeeld volgen, dat Noord-
Holland in dezen heeft gegeven.
INDIë GEEFT HET VOORBEELD.
In de Indische bladen vonden wij de vol
gende mededeeling, waaruit blijkt dat men
daar heter doordrongen is van 't gevaar dat
de bioscopen voor het volk opleveren.
De assistent-resident van Batavia Canna
heeft een circulaire gericht tot de eigenaars
der bioscopen daar ter plaatse van den vol
genden inhoud:
„Meermalen krijgt men in de bioscopen
films te zien waarhij moord, diefstal, beroo-
ving, echtbreuk en dergelijke soms zelfs tot
in de kleinste bijzonderheden worden ver
toond.
„Aangezien de invloed van dergelijke ver
tooningen niet anders dan nadeelig op de
groote massa toeschouwers kan zijn, mogen
die in geen geval worden toegelaten.
„Hierop nogmaals de aandacht vestigende,
daar aan dat verbod met de meeste gestreng
heid de hand zal worden gehouden, verlang
ik tevens, dat in den vervolge, wanneer er
eenige twijfel mocht bestaan of de vertooning
van een film al dan niet onder dat verbod
valt, daartoe vooraf de vergunning van de
politie worde gevraagd".
Een dergelijk toezicht zou in onze steden
niet ongewenscht zijn.
DETECTIVE ROMANS.
Dat de zoogenaamde detective-romans niet
alleen voor kinderen gevaarlijk zijn, doch
ook groote menschen wel eens gunnen aan
zetten om de daarin beschreven „heldenda
den" van misdadigers te gaan navolgen, blijkt
uit een aanhouding, die dezer dagen door de
politie te Chicago werd gedaan en waarvan
wij reeds in 't kort melding maakten.
Onder verdenking van verschillende inbra
ken en rooftochten gepleegd te hebben, werd
aldaar aangehouden professor J. A. Guthrie,
het hoofd van de afdeeling voor toegepaste
electriciteit aan een der universiteiten.
De aangehoudene heeft hekend de dader te
zijn van een aantal opzienbarende inbraken,
die gedurende de laatste vijf maanen in de
huizen van verschillende millionairs te Chi
cago hebben plaats gehad. Hetgeen hij daar
bij had gestolen werd door hem in een afge
legen schuur of in een loket van een safe-
deposit opgeborgen. Na zijn aanhouding heeft
de politie een hoeveelheid gestolen goud in
beslag genomen van meer 600000 gulden
waarde. Dit was de grootste hoeveelheid, die
ooit bij één dief werd in beslag genomen.
Onder de gestolen voorwerpen bevonden zich
juweelen, kanten, kostbare kleederen en
kunstvoorwerpen.
De professor, die niets van de opbrengst
van zijn rooftochten had verkocht, verklaar
de dat hij als amateur-inbreker werkte en
dat hij daartoe alleen gekomen was door op
winding, die het verslinden van detective
romans bij hem had veroorzaakt.
Hij begon zijn tochten in Maart en, na
overdag in de universiteit college gegeven
hebbende, speelde hij 's nachts de inbreker.
Hij drong villa's binnen, waarvan de eige
naars, naar hij uit de bladen gelezen had,
op reis waren. Het meerendeel der gestolen
goederen was in groote pakken bijeengebon
den, sommigen zelfs van 25 K.G. zwaar. Ook
werden bronzen heelden gevonden, waarvan
er een 30 K.G. woog.
Niet alleen als inbreker trad de professor
op, doch ook als vervalseher van cheques
werkte hij. In het huis van mevrouw Élia
Wilson, waar hij had ingebroken, na gelezen
te hebben, dat zij op reis was naar Japan,
vond hij een chequeboek en door het verval-
schen van de liandteekening dezer dame
haalde hij 25,000 gulden van haar bankier.
Met dit geld ging hij speculeeren en was
daarbij zoo gelukkig, dat, hij zijn arrestatie,
op zijn depositie-rekening hij een der banken
.een tegoed van 50,000 gulden voorkwam.
Al het gestolene zal nu aan de eigenaars
worden teruggegeven. Door den huisdokter
van den heer Guthrie werd verklaard, dat
verschillende verwanten van hem krankzin
nig waren gestorven, zoodat men vermoedt,
dat ook hij niet geheel toerekenbaar is. Hij
wist evenwel voor zichzelf goed te rekenen.
Ter internationale conferentie voor volks-
en schoolboden zal de Fransche Minister van
Binnenlandsche Zaken zich doen vertegen
woordigen door mr. Pain, chef van het Kabi
net des Ministers.
Voorts zullen de steden Gronau en Essen
vertegenwoordigd worden resp. door de hee-
ren Hagedoorn, burgemeester, en Nuss, in
specteur van het Badwezen.
BEZOLDIGING GEMEENTEVELD
WACHTERS.
De Minister van Binnenl. Zaken heeft de
colleges van Ged. Staten verzocht, in de eer
ste helft van October a.s. nader bericht te
mogen ontvangen hoe het alsdan met de be
zoldiging in het algemeen van de gemeente
veldwachters zal zijn gesteld, en om er bij de
gemeentebesturen op aan te dringen om,
mochten deze bezoldigingen nog niet op be
hoorlijk peil zijn gebracht, te willen bevorde
ren, dat dit alsnog geschiedde.
SANATORIUMDAG.
Wij lezen in het maandschrift „Sobriëtas":
Het bestuur van Sobriëtas waagt het an
dermaal een beroep te doen op de georgani
seerde katholieke drankweer.
Zondag 29 September Zondag na het feest
van O. L. Vrouwe tot Verlossing der Slaven
zal het Sanatoriumdag zijn.
Een propagandadag voor het liefdewerk:
Redding van drankzuchtigen!
Een giftedag voor ons sanatorium!
Het programma stelt het bestuur zich als
volgt voor:
H. Mis met algemeene H. Communie.
Propagandavergadering met het onder
werp: „Redding voor drankzuchtigen!"
Aan iedere plaatselijke afdeeling wordt
overgelaten öf een som gelds uit de kas te
geven voor het Sanatorium öf een collecte te
houden.
VlIIe DIOCESANE KATHOLIEKENDAG
IN HET BISDOM 's HERTOGENBOSCH.
In de afdeeling „De Arbeidersstand en het
onderwijs" treedt op als inleider de heer
A. Coots, te Tilburg, voorzitter van den Ned.
R. Kj. Textiel bond, met het onderwerp,De
Arbeidersstand en het Onderwijs.
Zijn conclusie luidt, als volgt
De afdeeling „werklieden" van den VII Ten
dioeasianen Katholiekendag Voor Ji'et bis
dom 's Bosch, gehouden te Tilburg. 22 Sept.
191.2: overwegende, dat een geregeld Voortge
zet R. K. onderwijs, een v|an de befte mid
delen is om de werklieden stand stoffelijk'
én geestelijk te verheffen
!B5!9
besluit, dat door alle R K. werklied- n,
maar vooral voor de georganLsoer+i<uï.
gord mogelijk moet gezorgd wort iw
a- dat de kinderen, jongen!? eb meisjes bij1
wenen en volgen het bijziond^r R K 'nra
ouderwijs en zoo mogelijk uitgebreid la rei
onderwijs fen meer uitgebreid lager onder
wijs
b dat: de kinderen deelnemen aan hel her
bal i n gs onderwijs
e dat bijzonder dé meisjes HuisK udorih r
wijs krijgen
d. dat gelegenheid gegeven worde om socia
le- en apologetische cursussen t - volgen:
spreekt het vér'rouwen uit. dat. de a,"deie
standen, speer:al de werkgevers, om het al
gemeen maatschappelijk en geest© ijk b lang
hen daarin krachtig zullen steunen
De tweede inleider is de lieer J L. We sic
leeraar aan de ambachtsschool te Tilburg
met het onderwerp: De arbeidersstand er-
het vakonderwijs.
Conclusie
^De afdeeling „werk'i den" van d n Villen
Katholiekendag voor het bisdom 's Bosch,
gehouden te Tilburg 22 Sept. 1912;
overwegende
dat bevordering van het vakonderwijs h
het belang van den werkman persoonlijk
■en van den werkmansstand in z.ijn geheel is;
dat 'de hoogere eischen, welke meer en
meer gesteld worden aan elk vak en ?,lko
industrie een goed'1 vakopleiding voor el
ke industrie een gotd Vakopleiding voor ei
ken werkman dringend ne dig maken;
dat de behoefte aan goed vakoiuferwi.t;
zich meer doet gevoelen naarmate de on
dervinding leert, da,t de werkplaats alleen
behoudens enkele uitzend ringen n;et vol
doende t: t vakbekwaamheid opl id
is van oordeel:
dat dezfe vakopleiding meet worden b-v r-
deHd door het oprichten en instandhouden
van vak- en teekenscholen
is mede van oorldeel:
dat oo-k hij dit onderwijs de noedige waar-
horgen moeten be-taan, dat tie godsdienstige
en zedelijke belangen Ider leeirlingen niet wor
den geschaad
spreekt den wenscli uit:
dalt de R. K. vakvereenigingen Jit onder
wijs zullen bevoideren en waan geen ge.
Koenheid tot het Volgen Van 'goed vak- en
teekenonderwjis is, zelve vak- en tee keu-
cursussen zullen oprichten;
dat in de patronaten de leerlingen tot een
goed vakonderwijs worden voorbereid;
dat de werkgevers het bezoek aian ;1- vak
scholen en vakcursussen zullen bevorderen.
In de afdeeling „De Boerenstand en het
Onderwijs" treedt op als inleider de heen'
dr. L. Deckers, hoofld-in speoteUr der Boeren'
leenbanken te Eindhoven
Zijn conclusie luidt:
I. Goed, Katholiek lager onderwijs is voor
de jeugd uit den boerenstand vain groot be
lang-
II. Herhalingsonderwijs heeft pecht op
meer belangstelling 'dan 'het veelal onder
vindt. vooral wijl hat schier onmisbaar jg
voor het met vrucht volgen Van het onder
richt op land- of tuinbouw-cursussen.
III. Hét is wenschélijk. dat elke gemeen,té
zijn land- of ttainbéiOiWCiursus hebbé.
Het ligt op den wég der gemeente- en
schoolbesturen er naar te streven dat aai?
hunne scholen een leerkracht Verbonden zij;
bevoegd tot het geven vata tand- of tuin-
bou wonderwijs.
IV. Het onderwijs op |de dorps patronaten
moet gericht zijn op dé behoeften van den
toek om s tagen landbou wer.
V. Maken dé omstandigheden het noodig of
wenschelijk', dat het boerenmeisje ©en kost
school bezoekt, dan is daiarvoor aangewezen
een k-ostSchool voor meisjes uit den boeren
stand.
VI. Ook jongelingen en .volwassenen moe
ten niet ophouden hun kennis te vermeerde
ren
a in huis door het lezen van goeide hoe-
kén en bladen
b. in de kerk, vooraf ais lid van ff. Fa
milie en congregatie.
VII. Hét ligt op den weg van den Boeren
bond de ontwikkeling van zijn leden én hun
huisgenooten te bevorderen door het doen
honden van vloniidraiehten, zoowel voor boe
rinnen als Voor boerenhét in het leven roe
pen van een socialen cursushét stichten
eener bibliotheek, enz.
VIII. Het verdient aanbeveling te streven
naial'de stichting éenér landbouwschool, waai
boeren zonen, naast Vakkennis, ook de noodi-
ge maatschappelijke vorming ontvangen om
letér als leiders der baerenvereeniging n té
kunnen optreden.
door
ECREVISSE,
,8.)
Zelden eindigt hij eenen volzia zoat|er
Mj voeging van God uit oi dat verhoede! Lu
cifer kan niet heter veinzen dan hij; en de
huichelarij zelve kan niet natuurlijk anders
spreken clan zij denkt. 2mo kan hij, bijvoor
beeld, in de voorkamer rood worden van
gramschap en, in tegenwoordigheid der gas
ten zijn wijf bekijven, dat de spitzen te mager
lijn toebereid, terwijl hij in de keuken de bo-
ier of het vet uit het eten neemt, als de vrouw
het niet ziet. Aan de bedelaars geeft hij een
oortje meer dan anderen voor het poiul sa-
jnengehaalde broodkorstjes; doch hij bedriegt
hun voor twee oortjes op het pond met zijn
gewicht.
Katrijn, de bazin, is eene zestigjarige
vrouw, die grijs geworden is, meer door kwel
lingen en zorgen, dan door de jaren. Haar vel
ligt, met huiten en groeven over de beende
ren, ongeveer gelijk de gegomde zomerstof- j
fen, als zij geheel doorweekt zijn van den
regen; daarenboven is de vrouwenschors zoo
bruin geworden als de muren der keuken.
Slordig zijn hare geestvermogens! Het tegen
overgestelde van haren man, is zij inwendig
beter dan haren man, zelfs veel beter dan
zij uitwendig schijnt. In huis speelt zij den
haas en Hein moet den invloed van den rok
ondergaan, als 't er opaan komt iets rakende
het huishouden te beslissen.
Dit echtelijk paar heeft twee zoons verwekt,
Dorus en Frans, die onder opzicht der uiter
lijke vormen en wezenstrekken, den vader
niet kunnen verloochenen. Voor hunne zede
lijkheid zorgt Baas Deerks zoowel, dat zij wel
dra zullen zijn, wat de vader is: twee ge
drochten, twee geesels te meer voor hunne
evenmensch.
Het is juist de avond voor den feestdag
van Driekoningen; tien dagen zijn verloopen
sedert de worsteling om het korstbroodje,
welke de lezer met ons heeft bijgewoond.
Baas Hein, Katrijn en, hunne heide zoons zit
ten hij de kachel, in de voorkamer; een klein
lampje brandt in de wijde schouw en werpt
een karig licht op de vier afschuwelijke aan
gezichten. Het ratelende getint eener huis
klok laat zich hooren naast de schouw, als
Dorus eensklaps het nare zwijgen breekt,
zeggende:
Reeds negen uren, en nog zooveel klan
ten als in mijne oosran*
Maar, onderbrak Frans op blaffenden
toon, waarom moet het ook juist dezen avond
zoo koud zijn, dat men geen hond zou op
straat jagen. Ik denk dat niemand komen
zal; dan heeft de kachel voor niets gloeiend
gestaan.
Gij zit er immers bij, viel Hein in de
rede, om uw lichaam te warmen, telt gij dat
niet mede in de rekening, God beware mij.
Zij moet voor mij alleen niet branden,
'snauwde de zoon den vader tegemoet.
Zwijg, galgengebroed, bromde Hein, de
koude heeft de klanten nog nooit belet te
komen. Indien ik eenigszins twijfelde aan
hun komst, dan zouden wij sedert een uur op
onzen rug liggen; wie slaapt, spaart kolen,
licht en eten. Tot tien uur moeten wij wach
ten; de kachel kan hier gespaard worden,
want ze brandt of het de hitte zelve ware, in
het heilig der heiligen, zoo noemde het mon
ster het beschrevene onderaardsche vertrek.
God behoede ons!
Nauwelijks had hij zijn gebruikelijk hij
voegsel uitgebromd, of er viel een bekend
geklop op de houten vensterlagen! Dorus
ging de voordeur openen; intueschen ontstak
Baas Hein een lamp en begaf zich in de keu
ken. Twintig mannen traden binnen, stapten
door de keuken Hein volgende door de
achterkamer, in de eiken kas en verdwenen
onder den grond. Zoodra Dorus geen klanten
meer verwachtte, sloot hij de deur weder toe
en ging in de voorkamer hij Frans, hem zeg
gende:
Hang de lamp in de schouw, opdat zij
geen licht in huis werpe. Leg u op de bank
en houd de oogen open. Wordt er op de deur
geklopt door onbekenden, dan waarschuw
ons, vooaleer gij de deur opent. Gij hebt mij
verstaan, niet waar?
Ten teeken van ja, ging Frans op de bank
staan, hing de lamp zoo hoog in de schouw
als hij kon. Dan wierp hij een zak onder zijn
hoofd op de bank, strekte zijne ledematen uit,
en sliep weldra met de zorgeloosheid van een
dier.
De moeder zocht, morrende en tastende, de
alkoof, die tusscheu den zijmuur en de schouw
was gemaakt, en kroop tnsschen een paar la
kens, die in geen twee maanden meer een
witte kleur hadden gezien. Ook sliep zij wel
dra, alsof niets op dat verstompt geweten
gewogen had. Deze vrouw bezat nog enke-
lijk van het redelijk schepsel Gods de vormen
en het spraakvermogen. Dit laatste open
baarde zich doorgaans door een binnen-
mondsch gegrolDenken was haar te moei
lijk; zij beminde op de wereld niets dan zwoe
gen, niemand dan haren Dorus. Alle gevoel
moest nog niet uitgedoofd zijn bij haar, want
somtijds kwam de toekomst van baren lieve
ling voor hare oogen spelen, doch zoo akelig,
dat zij dit spook huiverende aanzag. Weldra
verdween ook Hein's oudste ®éon onder den
berg.
Toen hij in het onderaardseh vertrek kwam,
kon men er twee en twintig kerels tellen.
Onder hen kent de lezer er reeds drie: Baas
Hein, Dorus, zijn zoon, en Klaas van St. Jans
Geleen. Wij willen ons met de overigen zoo
weinig mogelijk bezighouden, ter uitzonde
ring van dengene die den zetel bekleedt en
in wien men den hoofdman of overste gist....
Deze kerel is een zoo wonderbaar samen
stel van allerlei ondeugden, dat men twijfe
len moet, of er nog iets mensohelijks in hem
schuilt. Steven Doodrijk is zijn naam; zijn
dertigste jaar heeft hij nog niet voltooid.
Met een zekeren zwier draagt hij zijn zwart
hoofdhaar boven op bet hoofd gescheiden, in
"den nek samengebracht en omwonden met
een zwart lint; hetzelve valt staartsgewijze
op den rug, naar den trant van den tijd. Het
hoogbreede voorhoofd komt sterk te voor
schijn onder de teruggestreken hoofdharen.
Tusschen de grijze oogen springt een fijne
adelaarsneus vooruit. Zijne wangen hebben
die bleeke tint aangenomen, welke tot den
kenner zeggen wil: onfeilbaar uitwerksel van
overdreven wellust! 'sMans mond is welge
maakt, fijn gekloven. Zijne lippen weten, als
hij den bevallige spelen wil, dermate zich tot
een glimlach te plooien, dat de witte, fijne
tanden moeten bemerkt worden. De ronde
vooruitspringende kin doet in hem den vas
ten wil gissen, welke met hardvochtigheid
gepaard gaat en tot, het uiterste hekw.-am is
fivor te slaan' Men belette zijne fiine handen.