TWEüOE BLAD BOKKENRIJDERS JAS. KARSKENS. Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, EHGELSCHE STOFFER. ALLERLEI UIT LiSSE. BUITENLAND. Hu Bon Marché estanlen. Restanten. oyo bi Haarlem-Brussel. DSÜS0Ü3 IS AUG. ISi2. FEU1LLET O N ,N HE"T LAND VAN VALKENBERP 19.) NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT L In een der berichten de vorige week in, dit blad opgenomen zullen de lezers, en voor- ai zij die er belang" bij' hebben, hebben bei- merkt dat eindelijk het bestuur' der ÏWoning'- vereeniging „Volksbelang' voltallig is: door de t oevoeging door B. en ,W1 vian de heeren Pijniaoker en Van Zanten. En zeer zieker zul len de belanghebbendein, en hiermede be doelen wij hen, die de verbetering' der Volks hui si vesting voorstaan, met de benoeming dezer heeren volkomen tevreden zijn. De Katholieken tóch weten wat zij ia.an den heer Pijnaeker op sociaal terrein hebben en verwachten kuinlnen terwijl wij tevens van den heer v. Zanten kunneu zeggen dat hij niet de man is om bij de pakken te giaan neerzitten. In tegendeel! Voor zoo ver we hem kennen is het een man met een overtuigend doorzettingsvermogen een man, als hij eenmaal A. heeft gezegd, ook B zegt. En 'dit zal hij „Volksbelang' ncodig zijn. Zij. die van den beginne af de levens loop dezer vereoniging hebben me?,gemaakt kunnen dit weten. Immers, in 't jaar 1906 is men reeds begonnen d5zs vereeinlging op te richten. Met „ingezonden stukken ineen destijds alhier veel gelezen neutraal dag blad begon men al direct tegen Kaar te ageeren. Men wilde daarin zelfs de meening in gang doen vinden alsof er te Lisse geen gebrek aan goede arbeiderswoningen was. Ook met de medewerking van gemeentewe gen wais 't treurig gesteld. Het, is dan ook voorzeker aan het geduld en de taaie Volhar ding van het bestuur, en wel in 't bijzonder alan den voorzitter en secretaris de werklie den M. v. d. Lans en M. Snijders, tiö danken öait de zaak niet in den doofpot is gestopt maar in 't, stadium is gekomen waarin zij op het huidige oogenhlik stajai. Een woord van hulde brengen we gaajrne aan die mannen voor hun volharding en ü'ver in dezie- aan den dag gelegd. In de Uifgeloopen week heeft de eerste bestuursvergadering mtet de twee nieuw benoemde leden plaiaits gehad. Spoedig z:a,l thans een leden vergadering volgen. Hoe groot, zal dit ledental nog zijn Destijds beliep het in de twintig. Thans, Uu het woningvraagstuk intussehen neg meer urgent is geworden kleine, oaigerievie- lijke huizen zijn sindsdien met een kwartje en meer per week Verhoogd zal zeker het dubbele aantal toetreden. Dje contributie kan geen bezwaar zijn. Men betaalt één gulden hij de aanvaarding v'an het lidmaatschap en men is dan voor 'zijn leven van alle verdere contributie ontheven. Nu is er echter nog iets waar men ook op dient te letten. Allioe .wel geen vtereischte is het toch meestal een gebruik dat een vereeniging pis dezie eenig stamkapitaal bezit als een kleine waarborg voor de gemeente. Dit behoeft echter niet zoo groot te zijn. [Wie meenen veilig .te mo gen veronderstellen dat als do vereeniging Vjeertig leden telt en men zet bijv? veertig huizen |dhit men met een stamkapitaal van f 1000 Volstaan kan. Alzioo f 25 dei persoon. Nu weten wij zeer goed dat er vele arbei ders zijn die nooit of bijna nooit een der gelijk bedrkg disponibel hebben liggen. Daar is de tijd te duur voor. Maar dit, mag na tuurlijk niet liet struikelblok zijn. JVa.nt ook weten we maa|r al te goed dat onze bloemisten patroons het betreuren, dat, wan neer zij een kleine loonverhooging geven, de hulsbaals daar ook een gedeelte van in palmt? En hieruit kunnen en durven we dan dok gerust de Conclusie trekken dat een pa troon, wien het wel en wee van z'n ar beiders ter harte galat, zeer zeker gaarne 'aan zijn arbeiders dit bedrag Voor dat doel z:al willen voorschieten. Immer? 'dit geld stala# niet renteloos. Laten de arbeiders dit eens overwegen en mei hunne patroons bespre ken; dat kan niet- adders d,a|n aan de zaak bevorderlijk zijn. L'aUt men zich inmiddels hls lid opgeven bij boviengenoeinden1 secreta ris, opdat, wanneer straks een Vergadering tvordt uitgeschreven, hetwelk 'zeer spoedig Wal gebeuren, men daar een besluit zal kun- hen nemen wat in 't belang der .verbetering dan Ide Volkshuisvesting" zal zijn. Temeer taeenetn we hier nog op te moeten aahidrin'- feein omdat hij het bestuur reeds verschil lende aanbiedingen van gunstig gelegen bouwterreinen zijn ingekomen'. Waar op frieeoidere, whlaironder nog wel kleinere, plaat- dergelijke vereenigingeai vruchtdragend ^«rkzlaiam zijn mogen wij stellig verwachten, n 5® een pl'a,a,bs a,'s Lisse, met zijn groote 6Ir beid ere be v o] k i n g? dez e za;a k van zeer gr'oiot HET VREESELIJKE MIJNONGELUK TE BOCHUMi de menigte voor den mijningang, berichten van de in de mjjn ingesloten arbeiders verbeidend nut. zal zijn én uit zedelijk' én uit hygië nisch oogpunt. OPMERKER. Tien jaren Paus. Den 26sten Juli 1903 begaf de Patriarch van Ventië, de Kardinaal Joseph Sarto, zich naar het station om mede te werken aan de keuze van een opvolger van Leo XIII. En het volk liep te hoop. Bij de landingsplaats van den gondel stond het zwart van mensclien, die gehoord hadden van zijn vertrek. „Hij keert niet terug", riep men. „Houdt hem tegen". „Levend of dood", antwoordde de Patriarch, ik kom tot u terug". Hij ging naar het Conclave te Rome en de Kardinalen kozen hem met 50 stemmen tot Paus. Na de eerste stemming had hij al gesmeekt niet in aanmerking te komen. Omdat hij het onwaardig was. Juist die oprechte kleinachting van zich zeiven, schreef later de pas overleden Kar dinaal Fischer, toonde ons dezen Kardinaal als den waardigen Stedehouder van Hem, die zich vernederde tot aan den dood van den slaaf en Die ons daarmee den weg wees, welke wij te volgen hebben. „Zijn woorden", schreef de Amerikaansche Kardinaal Gibbons, „deden ons te meer be sluiten op hem te stemmen". Tien jaren zijn sindsdien verloopen, tien jaren van stagen arbeid, harde worsteling, zware beproeving. En nu zetelt daar op den Stoel van Petrus een historische Paus, d.w.z. een Paus, die in de historie boven anderen gezien, gekend en genoemd zal worden als een, die historie maakte, de Paus, die zich zeiven niet waar dig achtte is de Sterke gebleken, welke in het geschil met Frankrijk, ten spijt van gel delijke verliezen, de zuiverheid van het Evan gelie onbesmet heeft gehandhaafd en die aan Canalejas van Spanje en Costa van Portugal heeft doen zien, hoe krachtig de man is, die steunt op de Waarheid zelve, en die slechts Eénen vreest, voor Wien hij later zijn daden zal moeten verantwoorden. Hij is de Wijze gebleken, die de dwalingen van onzen tijd heeft gepeild en door scherpe omschrijving van bet modernisme scheurma kers uit de Kerk heeft gedreven en voorko men, dat anderen te goeder trouw in de dwa ling uiden verloopen. Hij is ten slotte en bovenal de heilige Room- sehe Paus geworden, die, zelf dagelijks nabij aan God en de ziel geheel vervuld van het henielsche licht, ook de scharen der geloovi- gen dichter heeft willen brengen tot den Schepper; hij is de Paus geworden van de dagelijksche H. Communie, de Paus cok, die onze kleine kinderen ter H. Tafel genoodigd heeft. En nu spreken wij nog niet van alles, wat hij gedaan heeft ter verbetering van het in wendig beheer der Kerk; hoe hij gearbeid heeft aan de verbetering der opleiding van de priesters, vooral in Italië, de Bijbelcom missie heeft ingesteld, de commissie tot codi ficatie van het Kerkelijk recht, enz. enz. Wij schrijven geen levensschets op dit oogenblik; herinneren enkel aan eenige groote daden van den thans regeerenden Paus, om op den gedenkdag van den tienden jaardag zijner regeering de piëteit te verlevendigen jegens den Vader der Christenheid, Paus Pius X, de levende herinnering aan de groote Pausen der middeleeuwen, wien God nog lengte van dagen moge geven tot heil Zijner Kerk. Het Suezkanaal in 1911. Het lid voor Nederland in de „Commission Consultative Internationale des Travaux du Canal Maritime de Suez" W. F. Leemans c.i. geeft jaarlijks in De Ingenieur een overzicht van den toestand van het kanaal, deels aan de hand der gegevens verstrekt door den voorzitter van den „Conseil d'Administration de la Compagnie Universelle du Canal Mari time de Suez" Prince A. d'Arenberg, eerelid van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs, in de jaarlijks te Parijs in Juni gehouden algemeene jaarvergadering. Ook ditmaal ver schijnt in De Ingenieur bedoeld verslag, het welk wij hier in zijn geheel laten volgen: Door de redactie van De Scheepvaart werd reeds vóór eenige weken een en ander mede gedeeld betreffende de op '3 Juni 1912 gehou den algemeene jaarvergadering. Tijdens Noordwesten storm op 10 en 11, 17 en 18 Februari en 16—17 April 1911 ging de vaargeul, uit zee tot Port-Said, gebaggerd in den zeebodem over 3 K.M. zeewaarts het zee- eind van het westelijk hoofd, nagenoeg ge heel verloren. 3,300,000 M3. werd in die, over 320 M. breedte tot 11 M. gebaggerde geul ge deponeerd. Na den April-storm was de diepte tegen over gemeld zee-eind afgenomen tot 9 M. Dit ging gepaard met algemeene verlaging van bet onderzeesche strand over 1900 M. breedte bewesten het westelijk hoofd tot op 500 M. binnen het zee-eind van het onder- duikend gedeelte van het hoofd. Door opstuwing tegen het hoofd ontstaat er hij Noordwesten storm sterke stroom van de kustzeewaarts, die het strand dooreenge- nomen 0.3 a 0.4 M. doet verlagen. De mede gevoerde stoffen zetten zich clan grooten- deels neer in de zeewaarts van het hoofd ge baggerde vaargeul. Na de thans ouderhanden verlenging van het hoofd tot de dieptelijn in zee van 10 M. blijft deze oorzaak voor ver- ondieping van de vaargeul in zee onvermin derd bestaan en wordt er dan ook rekening mede gebonden dat de baggerwerken in zee huiten het hoofd alsdan niet zullen vermin deren. Met het oog daarop is dan ook een vierde krachtig zelfladend emmerbagger werktuig in aanbouw van hetzelfde type als door mij vermeld in het overzicht over 1908, in no. 34 van De Ingenieur van 21 Aug. 1909. Op het einde van 1911 bedroeg over min ste breedte van 320 M. de diepte van den toegang nit zee tot Port-Said weder minstens 11 M. Doch in Januari 1912 veroorzaakte een Noordwester storm een dergelijke verondie- ping als die van 1911. Op 1 April was er met krachtig baggerwerk in zee weer een vaar geul op 19 M. diepte over 160 M. breedte, doch een doorgaande vaargeul op 11 M. diepte was op het eind van 1911 nog niet verkregen. De kosten van baggerwerk in zee te Port-Said gemeten in profiel van baggering, bedroegen met inbegrip van herstellingen, afschrijving, enz. per M3., gelost in zee, 0.95 franc en op den wal opgeperst 1.34 franc. In 1911 werd gebaggerd tot onderhoud van den toegang nit de Middellandsche zee tot Pcrt-Said 2,904,900 M3., en tot onderhoud van het kanaal tusschen Port-Said en Port-Thew- ik 1,620,900 M3.; voorts werd verricht 170 200 M3. graafwerk, te zanien 4,696,000 M3. Dit on- derhouds- tevens verdiepingsbaggerwerk ge schiedde tot blijvende diepte van 11 M. na de baggering. Tot uitvoering van het in 1914 af te wer ken werkplan, vastgesteld in het laatst van 1908, verbreeding van het kanaal tot minste breedte van 75 M. tusschen Port-Said en K. M. 5, van 45 M. van daar tot Port-Thewfik en van 100 M. bij de in- en uitvaart van de Groote Bittermeeren, een en ander gemeten op 10 M. diepte, werd in 1911 verricht 759,600 M3. graafwerk en 2.939.700 M3. baggerwerk. In het geheel alzoo bijna 8.2/5 millioen kub. M. in 1911, tegen bijna 9 millioen kub. M. in 1910, ruim 10% millioen knb. M. in 1909, ruim 13.1/3 millioen kub. M. in 1909, bijna 11 mil lioen kub. M. in 1907 en bijna 6% millioen kub. M. in 1906. Na 1887 is, tot en met 1911, tot onderhoud en verbetering van kanaal, toegangen uit zee en de havens te Port-Said, verwijderd 108,508,000 kub. M. Alle bovengenoemde hoeveelheden zijn ge rekend in profiel, gemeten door in- en uit- peiling. In Juni 1912 was de minste bodemsbi-eedte van 45 M., gemeten op 10 M. diepte, gereed over 122% K.M., waarvan over 33.1/10 K.M. tot minste bodemsbreedte van 100 M. De toegang uit de Roode Zee tot Port-Thew fik, ten westen van het vuur van Newport- Rock, laat veel te wenschen. De verbetering van dezen toegang ligt bui ten het gebied der Kanaalmaatschappij en moet geschieden door den Egyptisclien Staat. Daartoe nam de Egyptische regeering in 1905 een verbeteringswerk in studie, omvat tende het baggeren, en verwijderen van rots punten in den vaarweg bij Newport-Rock over 1400 M. lengte, over 550 M. breedte tot 10.67 M. diepte onder den laagsten water stand, zoomede een voortzetting van dien vaarweg tot gelijke diepte over 400 M. lengte bij 594 M. breedte nabij Spitzbury, een en ander ter hoeveelheid van 2,00,000 M3. en uit te voeren iu twee jaren. Wel werd dat werk aangevangen op liet eind van 1906, doch nadat het baggerwerk was uitgevoerd bleef de bier en daar ongelijk uitstekende rotsbodem aanwezig, en was het verricht werk daardoor nutteloos. De minste diepten op die uitstekende gedeelten rots boden zijn, bewesten Newport-Rock 9.2 a 9.3 M., bewesten Spitzbury 9.4 a 9.5 M. en moe ten diepgaande schepen hoogwater afwach ten. Bij de regeering van Egypte wordt dan ook krachtig van de zijde der kanaalmaat schappij aangedrongen op de wegruiming der rotspunten tot 10.67 M. diepte en over vol doende breedte. De verlenging van het westelijk hoofd te Port-Said tot de dieptelijn in zee van 10 M. over hoogstens 2300 M., 5 K.M., uit den kust- liehttoren te Port-Said, met ophooging van het over 500 M. onderduikend gedeelte van bet zee-eind van het bestaand hoofd, is aan genomen door de onderneming „Roberto AL magia." te Rome en moet gereed zijn in Juli 1917. De verlenging wordt breed op de kruin 12.50 M. ter hoogte van 1.50 M. boven gemid deld zeevlak. De afmeting envan de betonblokken zijn 8X2X1.50 M. en aan de westzijde over de zeven bovenste xnetees 3.5% 2.3X1.75 M. 1) Wanneer dit verlangd wordt zal het zee-eind, over 500 M., tot 4.5 M. afdragend bewerkt worden. De natuurlijke steen voor de betonblokken en ter afstortilng wordt aangevoerd uit de steengroeven der maatschappij aan de west zijde van de Roode Zee in het gebergte At- 1) De blokken worden in het werk geplaatst met drijvende kranen. taka, op 14 K.M. bezuiden den ingang van het kanaal bij Port-Thewfik. Voor dien aanvoer zullen twee stoomouder- lossers gebezigd worden, te bouwen op de scheepswerven J. K. Smit te Kinderdijk, dragende 400 M3. of 700 ton, overeenkomende met bet leveringsvermogen der steengroeven ad 700 a 800 ton per dag. De eerste dier stoom- hoppers „Kinderdijk" is gereed tot vertrek, de tweede „Krimpen" wordt weldra te watei gekten. Mei volle lading moeten deze stoomonder- lossers het kanaal bevaren met een snelheid vau 12 K. M. in het uur. Port-Said breidt zich sterk uit. In 1885 met 8500 inwoners, was dit aantal in 19.10 50,000, waarvan 15,000 Europeeërs. De werkplaatsen der kanaalmaatschappij, waarin 800 a 900 werklieden, en de havens ter overlading van de kolenladingen uit de zeeschepen in de ko- lonschuiten, waarmede 4000 man werkzaam zijn, zijn thans geheel op den Aziatisehen oever overgebracht. Voor waterverzorging ziju twee buizen van 0.40 M. middellijn door het kanaal gelgd in, op 15 M. diepte, gebag gerde geulen, tevens dienende voor de eiec- trische en telefoonkabels. Een nieuw werkprogram, uit. te voeren na 1914, is in studie om het kanaal te verbroe den tot 50 M. op 10 M. diepte gemeten, met diepte van baggering voor onderhoud en ver betering tot 12.M., en minste straal der boch ten thans 2500 M., te brengen op 3000 M. Aardbeving Terwijl de eerste berichten omtrent de aard beving in Turkije geruststellend luidden, kon uit het door ons medegedeelde blijken dal gru welijke verwoestingen in het vi'ajel Adrianopel en in het gebied oai de zee van Marmora zijn aangericht. Duizenden ongelukkigen zijn dak loos, italrijk zijn de dooden en gewonden en verschillende plaatsen zijn geheel of gedeeltelijk verwoest in de meeste gevallen tengevolge van de branden, die door de aardbeving om fond en. Uil Konstantinope! worden nog de volgende bijzonderheden geseind aan den „Berliner Lokal Anzeiger" over de aardbeving in Turkije: Volgens- de laatste berichten bedraagt het £ta; tial slack0- offers duizend dooden en zesduizend gewonden. De plaalsen, die het meest geteisterd werden, zijn: IJeraklitza, Peristcasea, Chora, Ganos, My- riophilo en Tjerloc. waaruit de geheele bevolking gevlucht is. Tengevolge van de groote hoeveel heid gewonden, die op schepen gebracht worden naar Konslantinopel, maakt de Ga'a akade soms den indruk van een vliegend hospitaal. Het grootste gedeelte van d'e gewonden kon in Turksche ziekenhuizen worden opgenomen. Op vele plaalsen zijn de bronnen vernield, zoo- dat de menschen niet alleen zonder brood, maar ook zonder water zijn. Tragische bijzonderheden worden verteld: Twee vrouwen, moeder en doch ter, riepen uit een venster o-m hulp, toen het dak van het huls instortte en heide vrouwen gedood iwerden. Een jonge man groef drie uur lang met zijn handen in de aarde om zijn oude moeder te redden, die tot het hoofd in den grond be dolven was. De moefli van Myriophilo is inet zijn geheele familie onder de puinhoopen be graven. In Tjerloe slaan de puinhoopen van de ver nielde huizen in brand. Moer dan 500 gebouw? r zijn een prooi der vlammen geworden. Het .sta tion is vernield en alle verbindingen zijn ver broken. De havenkapitein in Konstanlimopel heeft de volgende lijst gepubliceerd, die hij zelf echter onvolledig noemt: „In Rodosto telt men 10 ge wonden en 1 doode, in Combaghi zijn 15 huizen vernield. Niemand werd hier gewond. In Ka'i krelia werden 50 personen gewond en eenige huizen vernield. De plaals Chora Is door de aard beving en door hel vuur volkomen vernield. Men telt hier 300 gewonden. Ook de stad Garkeny is volkomen vernield. Alleen de Turksche wijk slaat nog." Verder werd gemeld, dat zelfs d'e Dardanelten- forlen érnstig beschadigd en twee kanonnen om gevallen zijn. Ook de uiigravingen bij Troja moe ten zeer geleden hebben. Uit berichten van reizigers, in Konslantino pel aangekomen, blijkt ook, dat de aardbeving zware verwoestingen heeft aangericht in Euto- peesch" Turkije voornamelijk in Adrianopel, Ro dosto eh Tarassi. In Tsjerave zijn 300 gebou wen atgebrand. Van de bevolking had zich zoo'n paniek meester gemaakt, dat zij niet aan blus- öchen dacht. De aardbeving aan de Europeesche kust van de Zee van Marmora duurt, volgens de verhalen van dakloozen, nog steeds voort. De grond ver toont op verschillende plaalsen groo'.e scheuren, waaruit nog steeds gas en kokend water slroo- men. Omirent de verwoesting, aangericht in de plaalsen, die niet bij de kust liggen, ontbreken de bijzonderheden, doordat telefoon en telegraaf niet Werken. De bewoners van deze buurt wa- 99 door ECRevisse Wat dunkt u, meester, _,Q der bazen noemt, zouden wij de m-,vi 1 oenen wat wij kennen?.... '<lkkers earn Mij dunkt, antwoordde Steven met dubbelzinnig-en glimlach, dat geeu Van heide in staat is achteruit te treden, a]B 't ei. ons ()i> aankomt, onze kunst te toonen; van u valt zekerlijk nog veel te leeren. Kapitein riep Klaas met klem, want hij as gebelgd over den spottenden toon van 1hoofdman, tusschen ons heiden stel ik gevecht voor in den vollen regel: inslaan, 1 "°|en en stampen, alles is toegelaten; doch 1 hoofd niet aan te raken! Nu, zoolang tot een van beide overwonnen verklaart, gaat het voort. toonen dat hij dit voorstel aannam, g ep bileven een der vier rottingen, liet den- zen e een oogenhlik over de vier vingers, dan als een wiel om het hoofd loopen, terwijl hij ging plaats vatten. Klaas nam den zwaarsten stok, ging plaats nemen tegenover den hoofdman; hij plaatste het ondereinde op den grond en boog zich over den stok, om te groeten. Zoodra tegen- gegroet was, begon Klaas honderden figuren te slaan bij wijze van inleiding. De nieuws gierigheid stond op het gelaat van iederen toeschouwer te lezen. Eensklaps riep de zoon van Roodolf met zijne forsche stem: Kapitein, op uwe hoede! Dek uwe schou ders... want mijn stok valt soms hard! Nauwelijks waren de waarschuwende woor den geroepen, of bom! hom! twee slagen werden gehoerd. De eene op den schouder van Klaas, de andere op den rug van Steven. Wel, wat denkt gij van de waarschu wing, vroeg deze met een glimlach. Indien ik deze vraag tot uw rug stuur de, ze zou antwoorden: Klaas, uw stok spot er niet mee, bejegende de jonge Bokkenrij der, zonder een enkele beweging van den ka- Pltem uit het oog te verliezen. Rij eene beproeving om een stampstoot toe e brengen, ontdekte Klaas den linker schou- i.- r' u'1 viel Steven's rotting oogenblik- Ketijk op de ontdekte plaats; maar geen oogenhlik bleef er tusschen of hom! viel de stok i an Klaas op den rechterschouder van Steven met eene vervaarlijke kraelit. Dek uwe schouders, riep Steven op zijne beurt, gij verstaat de kunst niet om schoone slagen toe te brengen, levert een soort, van stierengevecht! En wat de waarheid van uw gezegde be wijst, hernam Klaas hitsig, is, dat ik mijnen schouder onbedachtelijk ontbloot heb! Gij brengt er een slagje op, dat op mijn verhar den schouder hetzelfde uitwerksel doet als de steek van een vlieg; terwijl ik op uwe maag denschouders zoo wat laat vallen, dat. op den steek eener horzel gelijkt. Steven was woedend, deels van pijn, deels omdat zijn tegenstrever met hem scheen te spotten. Hij heet op zijne lippen, ontplooide zijnen mond tot glimlachen en riep met, een bevende stem: Op uwe hoede, Klaas, want mijn stok verstaat geen sohertserij De mijne is niet rotting geworden, om voor zwavelstok te dienen, zegde Klaas, ter wijl hom! zijn stok op Stevens rechterarm viel. Bom! viel die van Steven op den linker arm van Klaas. Bof! hoorde men plotseling een stamp met het ondereinde van Klaas zijn stok op het hart van Steven, ïuet zooveel kracht dat deze wel drie stappen terugdeins de. Doch oegenhlikkelijk sprong Steven op zijn vorige standplaats, en begon met een stok zoo geweldig te spelen, dat de aanschou- wers de rappe bewegingen met de oogen schier niet konden volgen. Twintig paar oogen stonden opengespalkt en waren als ge boeid op deze ernstige en zoo hardnekkige vechtpartij. Te veraeefs evenwel mocht Ste ven geheel den voorraad zijner kunstgrepen uitputtenKlaas verijdelde al zijne pogin gen, enkel ijk met verwerenderwijze te werk te gaan. Hij tergde den kapitein met opeet, om hem te berooven van zijne kalmte en hem te vermoeien; alsdan zou de ruwe zoon van Roodolf zijnen tegenstrever dermate in het nauw brengen, dat hij zich moest overwon nen bekennen Steven zag dit voornemen toen eerst in, als al zijne krachten schier uitgeput yaren; hij veinsde uog meer vermoeid te zijn dan hij werkelijk was, deed een stap achteruit, ter wijl Klaas een stap vooruit sprong. De bedre ven hoofdman had deze beweging wel bere kend, dan dat de tegenstrever den strik zoude vermijden. Steven sprong plotseling tot tegen hel rechterbeen van Klaas en bracht hem van onder naar boven den zoogenaamden ver raderslag toe tusschen de beenen. Had Klaas zich in den minste verwacht aan den aanval, hij zou den slag vermeden hebben door zijn linker heen met rapheid achter het ander te brengen. Nu hij evenwel den slag ontving, vond hij nog den tijd, om met zijn rechter knie een stamp tegen Steven's onderlijf te geven.... Beiden tuimelden van pijn tegen den grond, maar stonden wederom tegelijk recht in dreigende houding, alhoewel men zien kon dat zij hevige smarten gevoelden. Niemand sprak van het gevecht te staken, alhoewel beider houding aanduidde, dat hetzelve hoe langer hoe ernstiger zoude worden tusschen de kampers. Na een poos naderden zij elkander; in hei der harten gloeide het wraakvuur; op hun gelaat zag men evenwel een hemelbreed ver schil van uitdrukking. Steven glimlachte, Klaas schuimbekte van gramschap. Op uwe hoede, meester, riep de laatste, zoo niet, wee dan uwe maagdenschouders! En de daad bij het woord voegende, begon Klaas den aanval met hardnekkigheid en woede. Er volgde een stokkengevecht, waar van geen der aanwezigen nog nooit een voor beeld gezien had... De zoon van Roodolf maakte gebruik van stok en voeten, om beur telings te slaan, te stooten en te stampen. Nu eens bedreigde hij den linker schouder, en nauwelijks had Steven een beweging ge maakt, om dien met zijnen stok te dekken, of hom! viel een slag op den rechterschou der. In één woord: de wendingen waren zoo rap, de bewegingen zoo onbekend, aan den kapitein, dat deze niet lang meer zou toeven, het onderspit te delven. Eensklaps, terwijl Steven met den eenen arm den stok enkelijk bestuurde, om de sla gen af te wereu, stak hij de andere hand in zijnen zak, haalde dezelve terug en scheen iets te werpen; doch niemand giste nog, wat daze beweging beteekende, toen Klaas eens klaps, vergetende dat hij tegenover eenen hardnekkigen, onverbiddelijken kamper ge plaatst was, de heide handen naar zijn oogen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5