TWEüOE BLAD
BOKKENRIJDERS
JAS. KARSKENS. Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, EHGELSCHE STOFFER.
ALLERLEI UIT LiSSE.
BUITENLAND.
Hu Bon Marché
estanlen.
Restanten.
oyo bi
Haarlem-Brussel.
DSÜS0Ü3 IS AUG. ISi2.
FEU1LLET O N
,N HE"T LAND VAN VALKENBERP
19.)
NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT
L
In een der berichten de vorige week in,
dit blad opgenomen zullen de lezers, en voor-
ai zij die er belang" bij' hebben, hebben bei-
merkt dat eindelijk het bestuur' der ÏWoning'-
vereeniging „Volksbelang' voltallig is: door
de t oevoeging door B. en ,W1 vian de heeren
Pijniaoker en Van Zanten. En zeer zieker zul
len de belanghebbendein, en hiermede be
doelen wij hen, die de verbetering' der
Volks hui si vesting voorstaan, met de
benoeming dezer heeren volkomen tevreden
zijn. De Katholieken tóch weten wat zij
ia.an den heer Pijnaeker op sociaal terrein
hebben en verwachten kuinlnen terwijl wij
tevens van den heer v. Zanten kunneu zeggen
dat hij niet de man is om bij de pakken te
giaan neerzitten. In tegendeel! Voor zoo
ver we hem kennen is het een man met een
overtuigend doorzettingsvermogen een man,
als hij eenmaal A. heeft gezegd, ook B
zegt. En 'dit zal hij „Volksbelang' ncodig
zijn. Zij. die van den beginne af de levens
loop dezer vereoniging hebben me?,gemaakt
kunnen dit weten. Immers, in 't jaar 1906
is men reeds begonnen d5zs vereeinlging op
te richten. Met „ingezonden stukken ineen
destijds alhier veel gelezen neutraal dag
blad begon men al direct tegen Kaar te
ageeren. Men wilde daarin zelfs de meening
in gang doen vinden alsof er te Lisse geen
gebrek aan goede arbeiderswoningen was.
Ook met de medewerking van gemeentewe
gen wais 't treurig gesteld. Het, is dan ook
voorzeker aan het geduld en de taaie Volhar
ding van het bestuur, en wel in 't bijzonder
alan den voorzitter en secretaris de werklie
den M. v. d. Lans en M. Snijders, tiö danken
öait de zaak niet in den doofpot is gestopt
maar in 't, stadium is gekomen waarin zij op
het huidige oogenhlik stajai. Een woord van
hulde brengen we gaajrne aan die mannen
voor hun volharding en ü'ver in dezie- aan
den dag gelegd. In de Uifgeloopen week heeft
de eerste bestuursvergadering mtet de twee
nieuw benoemde leden plaiaits gehad.
Spoedig z:a,l thans een leden vergadering
volgen. Hoe groot, zal dit ledental nog zijn
Destijds beliep het in de twintig. Thans,
Uu het woningvraagstuk intussehen neg meer
urgent is geworden kleine, oaigerievie-
lijke huizen zijn sindsdien met een kwartje
en meer per week Verhoogd zal zeker het
dubbele aantal toetreden. Dje contributie kan
geen bezwaar zijn. Men betaalt één gulden
hij de aanvaarding v'an het lidmaatschap en
men is dan voor 'zijn leven van alle verdere
contributie ontheven. Nu is er echter nog
iets waar men ook op dient te letten. Allioe
.wel geen vtereischte is het toch meestal een
gebruik dat een vereeniging pis dezie eenig
stamkapitaal bezit als een kleine waarborg
voor de gemeente. Dit behoeft echter niet
zoo groot te zijn. [Wie meenen veilig .te mo
gen veronderstellen dat als do vereeniging
Vjeertig leden telt en men zet bijv? veertig
huizen |dhit men met een stamkapitaal van
f 1000 Volstaan kan. Alzioo f 25 dei persoon.
Nu weten wij zeer goed dat er vele arbei
ders zijn die nooit of bijna nooit een der
gelijk bedrkg disponibel hebben liggen. Daar
is de tijd te duur voor. Maar dit, mag na
tuurlijk niet liet struikelblok zijn. JVa.nt
ook weten we maa|r al te goed dat onze
bloemisten patroons het betreuren, dat, wan
neer zij een kleine loonverhooging geven,
de hulsbaals daar ook een gedeelte van in
palmt? En hieruit kunnen en durven we dan
dok gerust de Conclusie trekken dat een pa
troon, wien het wel en wee van z'n ar
beiders ter harte galat, zeer zeker gaarne 'aan
zijn arbeiders dit bedrag Voor dat doel z:al
willen voorschieten. Immer? 'dit geld stala#
niet renteloos. Laten de arbeiders dit eens
overwegen en mei hunne patroons bespre
ken; dat kan niet- adders d,a|n aan de zaak
bevorderlijk zijn. L'aUt men zich inmiddels
hls lid opgeven bij boviengenoeinden1 secreta
ris, opdat, wanneer straks een Vergadering
tvordt uitgeschreven, hetwelk 'zeer spoedig
Wal gebeuren, men daar een besluit zal kun-
hen nemen wat in 't belang der .verbetering
dan Ide Volkshuisvesting" zal zijn. Temeer
taeenetn we hier nog op te moeten aahidrin'-
feein omdat hij het bestuur reeds verschil
lende aanbiedingen van gunstig gelegen
bouwterreinen zijn ingekomen'. Waar op
frieeoidere, whlaironder nog wel kleinere, plaat-
dergelijke vereenigingeai vruchtdragend
^«rkzlaiam zijn mogen wij stellig verwachten,
n 5® een pl'a,a,bs a,'s Lisse, met zijn groote
6Ir beid ere be v o] k i n g? dez e za;a k van zeer gr'oiot
HET VREESELIJKE MIJNONGELUK TE BOCHUMi
de menigte voor den mijningang, berichten van de in de mjjn ingesloten arbeiders
verbeidend
nut. zal zijn én uit zedelijk' én uit hygië
nisch oogpunt.
OPMERKER.
Tien jaren Paus.
Den 26sten Juli 1903 begaf de Patriarch
van Ventië, de Kardinaal Joseph Sarto, zich
naar het station om mede te werken aan de
keuze van een opvolger van Leo XIII.
En het volk liep te hoop.
Bij de landingsplaats van den gondel stond
het zwart van mensclien, die gehoord hadden
van zijn vertrek.
„Hij keert niet terug", riep men. „Houdt
hem tegen".
„Levend of dood", antwoordde de Patriarch,
ik kom tot u terug".
Hij ging naar het Conclave te Rome en
de Kardinalen kozen hem met 50 stemmen
tot Paus.
Na de eerste stemming had hij al gesmeekt
niet in aanmerking te komen. Omdat hij het
onwaardig was.
Juist die oprechte kleinachting van zich
zeiven, schreef later de pas overleden Kar
dinaal Fischer, toonde ons dezen Kardinaal
als den waardigen Stedehouder van Hem,
die zich vernederde tot aan den dood van den
slaaf en Die ons daarmee den weg wees,
welke wij te volgen hebben.
„Zijn woorden", schreef de Amerikaansche
Kardinaal Gibbons, „deden ons te meer be
sluiten op hem te stemmen".
Tien jaren zijn sindsdien verloopen, tien
jaren van stagen arbeid, harde worsteling,
zware beproeving.
En nu zetelt daar op den Stoel van Petrus
een historische Paus, d.w.z. een Paus, die in
de historie boven anderen gezien, gekend en
genoemd zal worden als een, die historie
maakte, de Paus, die zich zeiven niet waar
dig achtte is de Sterke gebleken, welke in
het geschil met Frankrijk, ten spijt van gel
delijke verliezen, de zuiverheid van het Evan
gelie onbesmet heeft gehandhaafd en die aan
Canalejas van Spanje en Costa van Portugal
heeft doen zien, hoe krachtig de man is, die
steunt op de Waarheid zelve, en die slechts
Eénen vreest, voor Wien hij later zijn daden
zal moeten verantwoorden.
Hij is de Wijze gebleken, die de dwalingen
van onzen tijd heeft gepeild en door scherpe
omschrijving van bet modernisme scheurma
kers uit de Kerk heeft gedreven en voorko
men, dat anderen te goeder trouw in de dwa
ling uiden verloopen.
Hij is ten slotte en bovenal de heilige Room-
sehe Paus geworden, die, zelf dagelijks nabij
aan God en de ziel geheel vervuld van het
henielsche licht, ook de scharen der geloovi-
gen dichter heeft willen brengen tot den
Schepper; hij is de Paus geworden van de
dagelijksche H. Communie, de Paus cok, die
onze kleine kinderen ter H. Tafel genoodigd
heeft.
En nu spreken wij nog niet van alles, wat
hij gedaan heeft ter verbetering van het in
wendig beheer der Kerk; hoe hij gearbeid
heeft aan de verbetering der opleiding van
de priesters, vooral in Italië, de Bijbelcom
missie heeft ingesteld, de commissie tot codi
ficatie van het Kerkelijk recht, enz. enz. Wij
schrijven geen levensschets op dit oogenblik;
herinneren enkel aan eenige groote daden
van den thans regeerenden Paus, om op den
gedenkdag van den tienden jaardag zijner
regeering de piëteit te verlevendigen jegens
den Vader der Christenheid, Paus Pius X,
de levende herinnering aan de groote Pausen
der middeleeuwen, wien God nog lengte van
dagen moge geven tot heil Zijner Kerk.
Het Suezkanaal in 1911.
Het lid voor Nederland in de „Commission
Consultative Internationale des Travaux du
Canal Maritime de Suez" W. F. Leemans c.i.
geeft jaarlijks in De Ingenieur een overzicht
van den toestand van het kanaal, deels aan
de hand der gegevens verstrekt door den
voorzitter van den „Conseil d'Administration
de la Compagnie Universelle du Canal Mari
time de Suez" Prince A. d'Arenberg, eerelid
van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs,
in de jaarlijks te Parijs in Juni gehouden
algemeene jaarvergadering. Ook ditmaal ver
schijnt in De Ingenieur bedoeld verslag, het
welk wij hier in zijn geheel laten volgen:
Door de redactie van De Scheepvaart werd
reeds vóór eenige weken een en ander mede
gedeeld betreffende de op '3 Juni 1912 gehou
den algemeene jaarvergadering.
Tijdens Noordwesten storm op 10 en 11, 17
en 18 Februari en 16—17 April 1911 ging de
vaargeul, uit zee tot Port-Said, gebaggerd in
den zeebodem over 3 K.M. zeewaarts het zee-
eind van het westelijk hoofd, nagenoeg ge
heel verloren. 3,300,000 M3. werd in die, over
320 M. breedte tot 11 M. gebaggerde geul ge
deponeerd.
Na den April-storm was de diepte tegen
over gemeld zee-eind afgenomen tot 9 M.
Dit ging gepaard met algemeene verlaging
van bet onderzeesche strand over 1900 M.
breedte bewesten het westelijk hoofd tot op
500 M. binnen het zee-eind van het onder-
duikend gedeelte van het hoofd.
Door opstuwing tegen het hoofd ontstaat
er hij Noordwesten storm sterke stroom van
de kustzeewaarts, die het strand dooreenge-
nomen 0.3 a 0.4 M. doet verlagen. De mede
gevoerde stoffen zetten zich clan grooten-
deels neer in de zeewaarts van het hoofd ge
baggerde vaargeul. Na de thans ouderhanden
verlenging van het hoofd tot de dieptelijn
in zee van 10 M. blijft deze oorzaak voor ver-
ondieping van de vaargeul in zee onvermin
derd bestaan en wordt er dan ook rekening
mede gebonden dat de baggerwerken in zee
huiten het hoofd alsdan niet zullen vermin
deren. Met het oog daarop is dan ook een
vierde krachtig zelfladend emmerbagger
werktuig in aanbouw van hetzelfde type als
door mij vermeld in het overzicht over 1908,
in no. 34 van De Ingenieur van 21 Aug. 1909.
Op het einde van 1911 bedroeg over min
ste breedte van 320 M. de diepte van den
toegang nit zee tot Port-Said weder minstens
11 M. Doch in Januari 1912 veroorzaakte een
Noordwester storm een dergelijke verondie-
ping als die van 1911. Op 1 April was er met
krachtig baggerwerk in zee weer een vaar
geul op 19 M. diepte over 160 M. breedte, doch
een doorgaande vaargeul op 11 M. diepte was
op het eind van 1911 nog niet verkregen. De
kosten van baggerwerk in zee te Port-Said
gemeten in profiel van baggering, bedroegen
met inbegrip van herstellingen, afschrijving,
enz. per M3., gelost in zee, 0.95 franc en op
den wal opgeperst 1.34 franc.
In 1911 werd gebaggerd tot onderhoud van
den toegang nit de Middellandsche zee tot
Pcrt-Said 2,904,900 M3., en tot onderhoud van
het kanaal tusschen Port-Said en Port-Thew-
ik 1,620,900 M3.; voorts werd verricht 170 200
M3. graafwerk, te zanien 4,696,000 M3. Dit on-
derhouds- tevens verdiepingsbaggerwerk ge
schiedde tot blijvende diepte van 11 M. na de
baggering.
Tot uitvoering van het in 1914 af te wer
ken werkplan, vastgesteld in het laatst van
1908, verbreeding van het kanaal tot minste
breedte van 75 M. tusschen Port-Said en K.
M. 5, van 45 M. van daar tot Port-Thewfik
en van 100 M. bij de in- en uitvaart van de
Groote Bittermeeren, een en ander gemeten
op 10 M. diepte, werd in 1911 verricht 759,600
M3. graafwerk en 2.939.700 M3. baggerwerk.
In het geheel alzoo bijna 8.2/5 millioen kub.
M. in 1911, tegen bijna 9 millioen kub. M. in
1910, ruim 10% millioen knb. M. in 1909, ruim
13.1/3 millioen kub. M. in 1909, bijna 11 mil
lioen kub. M. in 1907 en bijna 6% millioen
kub. M. in 1906.
Na 1887 is, tot en met 1911, tot onderhoud
en verbetering van kanaal, toegangen uit zee
en de havens te Port-Said, verwijderd
108,508,000 kub. M.
Alle bovengenoemde hoeveelheden zijn ge
rekend in profiel, gemeten door in- en uit-
peiling.
In Juni 1912 was de minste bodemsbi-eedte
van 45 M., gemeten op 10 M. diepte, gereed
over 122% K.M., waarvan over 33.1/10 K.M.
tot minste bodemsbreedte van 100 M.
De toegang uit de Roode Zee tot Port-Thew
fik, ten westen van het vuur van Newport-
Rock, laat veel te wenschen.
De verbetering van dezen toegang ligt bui
ten het gebied der Kanaalmaatschappij en
moet geschieden door den Egyptisclien Staat.
Daartoe nam de Egyptische regeering in
1905 een verbeteringswerk in studie, omvat
tende het baggeren, en verwijderen van rots
punten in den vaarweg bij Newport-Rock
over 1400 M. lengte, over 550 M. breedte tot
10.67 M. diepte onder den laagsten water
stand, zoomede een voortzetting van dien
vaarweg tot gelijke diepte over 400 M. lengte
bij 594 M. breedte nabij Spitzbury, een en
ander ter hoeveelheid van 2,00,000 M3. en uit
te voeren iu twee jaren.
Wel werd dat werk aangevangen op liet
eind van 1906, doch nadat het baggerwerk
was uitgevoerd bleef de bier en daar ongelijk
uitstekende rotsbodem aanwezig, en was het
verricht werk daardoor nutteloos. De minste
diepten op die uitstekende gedeelten rots
boden zijn, bewesten Newport-Rock 9.2 a 9.3
M., bewesten Spitzbury 9.4 a 9.5 M. en moe
ten diepgaande schepen hoogwater afwach
ten. Bij de regeering van Egypte wordt dan
ook krachtig van de zijde der kanaalmaat
schappij aangedrongen op de wegruiming der
rotspunten tot 10.67 M. diepte en over vol
doende breedte.
De verlenging van het westelijk hoofd te
Port-Said tot de dieptelijn in zee van 10 M.
over hoogstens 2300 M., 5 K.M., uit den kust-
liehttoren te Port-Said, met ophooging van
het over 500 M. onderduikend gedeelte van
bet zee-eind van het bestaand hoofd, is aan
genomen door de onderneming „Roberto AL
magia." te Rome en moet gereed zijn in Juli
1917. De verlenging wordt breed op de kruin
12.50 M. ter hoogte van 1.50 M. boven gemid
deld zeevlak.
De afmeting envan de betonblokken zijn
8X2X1.50 M. en aan de westzijde over de
zeven bovenste xnetees 3.5% 2.3X1.75 M. 1)
Wanneer dit verlangd wordt zal het zee-eind,
over 500 M., tot 4.5 M. afdragend bewerkt
worden.
De natuurlijke steen voor de betonblokken
en ter afstortilng wordt aangevoerd uit de
steengroeven der maatschappij aan de west
zijde van de Roode Zee in het gebergte At-
1) De blokken worden in het werk geplaatst
met drijvende kranen.
taka, op 14 K.M. bezuiden den ingang van
het kanaal bij Port-Thewfik.
Voor dien aanvoer zullen twee stoomouder-
lossers gebezigd worden, te bouwen op de
scheepswerven J. K. Smit te Kinderdijk,
dragende 400 M3. of 700 ton, overeenkomende
met bet leveringsvermogen der steengroeven
ad 700 a 800 ton per dag. De eerste dier stoom-
hoppers „Kinderdijk" is gereed tot vertrek,
de tweede „Krimpen" wordt weldra te watei
gekten.
Mei volle lading moeten deze stoomonder-
lossers het kanaal bevaren met een snelheid
vau 12 K. M. in het uur.
Port-Said breidt zich sterk uit. In 1885 met
8500 inwoners, was dit aantal in 19.10 50,000,
waarvan 15,000 Europeeërs. De werkplaatsen
der kanaalmaatschappij, waarin 800 a 900
werklieden, en de havens ter overlading van
de kolenladingen uit de zeeschepen in de ko-
lonschuiten, waarmede 4000 man werkzaam
zijn, zijn thans geheel op den Aziatisehen
oever overgebracht. Voor waterverzorging
ziju twee buizen van 0.40 M. middellijn door
het kanaal gelgd in, op 15 M. diepte, gebag
gerde geulen, tevens dienende voor de eiec-
trische en telefoonkabels.
Een nieuw werkprogram, uit. te voeren na
1914, is in studie om het kanaal te verbroe
den tot 50 M. op 10 M. diepte gemeten, met
diepte van baggering voor onderhoud en ver
betering tot 12.M., en minste straal der boch
ten thans 2500 M., te brengen op 3000 M.
Aardbeving
Terwijl de eerste berichten omtrent de aard
beving in Turkije geruststellend luidden, kon
uit het door ons medegedeelde blijken dal gru
welijke verwoestingen in het vi'ajel Adrianopel
en in het gebied oai de zee van Marmora zijn
aangericht. Duizenden ongelukkigen zijn dak
loos, italrijk zijn de dooden en gewonden en
verschillende plaatsen zijn geheel of gedeeltelijk
verwoest in de meeste gevallen tengevolge van
de branden, die door de aardbeving om fond en.
Uil Konstantinope! worden nog de volgende
bijzonderheden geseind aan den „Berliner Lokal
Anzeiger" over de aardbeving in Turkije: Volgens-
de laatste berichten bedraagt het £ta; tial slack0-
offers duizend dooden en zesduizend gewonden.
De plaalsen, die het meest geteisterd werden,
zijn: IJeraklitza, Peristcasea, Chora, Ganos, My-
riophilo en Tjerloc. waaruit de geheele bevolking
gevlucht is. Tengevolge van de groote hoeveel
heid gewonden, die op schepen gebracht worden
naar Konslantinopel, maakt de Ga'a akade soms
den indruk van een vliegend hospitaal.
Het grootste gedeelte van d'e gewonden kon
in Turksche ziekenhuizen worden opgenomen.
Op vele plaalsen zijn de bronnen vernield, zoo-
dat de menschen niet alleen zonder brood, maar
ook zonder water zijn. Tragische bijzonderheden
worden verteld: Twee vrouwen, moeder en doch
ter, riepen uit een venster o-m hulp, toen het dak
van het huls instortte en heide vrouwen gedood
iwerden. Een jonge man groef drie uur lang met
zijn handen in de aarde om zijn oude moeder
te redden, die tot het hoofd in den grond be
dolven was. De moefli van Myriophilo is inet
zijn geheele familie onder de puinhoopen be
graven.
In Tjerloe slaan de puinhoopen van de ver
nielde huizen in brand. Moer dan 500 gebouw? r
zijn een prooi der vlammen geworden. Het .sta
tion is vernield en alle verbindingen zijn ver
broken.
De havenkapitein in Konstanlimopel heeft de
volgende lijst gepubliceerd, die hij zelf echter
onvolledig noemt: „In Rodosto telt men 10 ge
wonden en 1 doode, in Combaghi zijn 15 huizen
vernield. Niemand werd hier gewond. In Ka'i
krelia werden 50 personen gewond en eenige
huizen vernield. De plaals Chora Is door de aard
beving en door hel vuur volkomen vernield. Men
telt hier 300 gewonden. Ook de stad Garkeny is
volkomen vernield. Alleen de Turksche wijk slaat
nog."
Verder werd gemeld, dat zelfs d'e Dardanelten-
forlen érnstig beschadigd en twee kanonnen om
gevallen zijn. Ook de uiigravingen bij Troja moe
ten zeer geleden hebben.
Uit berichten van reizigers, in Konslantino
pel aangekomen, blijkt ook, dat de aardbeving
zware verwoestingen heeft aangericht in Euto-
peesch" Turkije voornamelijk in Adrianopel, Ro
dosto eh Tarassi. In Tsjerave zijn 300 gebou
wen atgebrand. Van de bevolking had zich zoo'n
paniek meester gemaakt, dat zij niet aan blus-
öchen dacht.
De aardbeving aan de Europeesche kust van
de Zee van Marmora duurt, volgens de verhalen
van dakloozen, nog steeds voort. De grond ver
toont op verschillende plaalsen groo'.e scheuren,
waaruit nog steeds gas en kokend water slroo-
men. Omirent de verwoesting, aangericht in de
plaalsen, die niet bij de kust liggen, ontbreken
de bijzonderheden, doordat telefoon en telegraaf
niet Werken. De bewoners van deze buurt wa-
99
door
ECRevisse
Wat dunkt u, meester, _,Q
der bazen noemt, zouden wij de m-,vi
1 oenen wat wij kennen?.... '<lkkers earn
Mij dunkt, antwoordde Steven met
dubbelzinnig-en glimlach, dat geeu Van
heide in staat is achteruit te treden, a]B 't ei.
ons
()i> aankomt, onze kunst te toonen; van u valt
zekerlijk nog veel te leeren.
Kapitein riep Klaas met klem, want hij
as gebelgd over den spottenden toon van
1hoofdman, tusschen ons heiden stel ik
gevecht voor in den vollen regel: inslaan,
1 "°|en en stampen, alles is toegelaten; doch
1 hoofd niet aan te raken! Nu, zoolang tot
een van beide overwonnen verklaart,
gaat het voort.
toonen dat hij dit voorstel aannam,
g ep bileven een der vier rottingen, liet den-
zen e een oogenhlik over de vier vingers, dan
als een wiel om het hoofd loopen, terwijl hij
ging plaats vatten.
Klaas nam den zwaarsten stok, ging plaats
nemen tegenover den hoofdman; hij plaatste
het ondereinde op den grond en boog zich
over den stok, om te groeten. Zoodra tegen-
gegroet was, begon Klaas honderden figuren
te slaan bij wijze van inleiding. De nieuws
gierigheid stond op het gelaat van iederen
toeschouwer te lezen. Eensklaps riep de zoon
van Roodolf met zijne forsche stem:
Kapitein, op uwe hoede! Dek uwe schou
ders... want mijn stok valt soms hard!
Nauwelijks waren de waarschuwende woor
den geroepen, of bom! hom! twee slagen
werden gehoerd. De eene op den schouder
van Klaas, de andere op den rug van Steven.
Wel, wat denkt gij van de waarschu
wing, vroeg deze met een glimlach.
Indien ik deze vraag tot uw rug stuur
de, ze zou antwoorden: Klaas, uw stok spot
er niet mee, bejegende de jonge Bokkenrij
der, zonder een enkele beweging van den ka-
Pltem uit het oog te verliezen.
Rij eene beproeving om een stampstoot toe
e brengen, ontdekte Klaas den linker schou-
i.- r' u'1 viel Steven's rotting oogenblik-
Ketijk op de ontdekte plaats; maar geen
oogenhlik bleef er tusschen of hom! viel de
stok i an Klaas op den rechterschouder van
Steven met eene vervaarlijke kraelit.
Dek uwe schouders, riep Steven op zijne
beurt, gij verstaat de kunst niet om schoone
slagen toe te brengen, levert een soort, van
stierengevecht!
En wat de waarheid van uw gezegde be
wijst, hernam Klaas hitsig, is, dat ik mijnen
schouder onbedachtelijk ontbloot heb! Gij
brengt er een slagje op, dat op mijn verhar
den schouder hetzelfde uitwerksel doet als de
steek van een vlieg; terwijl ik op uwe maag
denschouders zoo wat laat vallen, dat. op den
steek eener horzel gelijkt.
Steven was woedend, deels van pijn, deels
omdat zijn tegenstrever met hem scheen te
spotten. Hij heet op zijne lippen, ontplooide
zijnen mond tot glimlachen en riep met, een
bevende stem:
Op uwe hoede, Klaas, want mijn stok
verstaat geen sohertserij
De mijne is niet rotting geworden, om
voor zwavelstok te dienen, zegde Klaas, ter
wijl hom! zijn stok op Stevens rechterarm
viel. Bom! viel die van Steven op den linker
arm van Klaas. Bof! hoorde men plotseling
een stamp met het ondereinde van Klaas zijn
stok op het hart van Steven, ïuet zooveel
kracht dat deze wel drie stappen terugdeins
de. Doch oegenhlikkelijk sprong Steven op
zijn vorige standplaats, en begon met een
stok zoo geweldig te spelen, dat de aanschou-
wers de rappe bewegingen met de oogen
schier niet konden volgen. Twintig paar
oogen stonden opengespalkt en waren als ge
boeid op deze ernstige en zoo hardnekkige
vechtpartij. Te veraeefs evenwel mocht Ste
ven geheel den voorraad zijner kunstgrepen
uitputtenKlaas verijdelde al zijne pogin
gen, enkel ijk met verwerenderwijze te werk
te gaan. Hij tergde den kapitein met opeet,
om hem te berooven van zijne kalmte en hem
te vermoeien; alsdan zou de ruwe zoon van
Roodolf zijnen tegenstrever dermate in het
nauw brengen, dat hij zich moest overwon
nen bekennen
Steven zag dit voornemen toen eerst in, als
al zijne krachten schier uitgeput yaren; hij
veinsde uog meer vermoeid te zijn dan hij
werkelijk was, deed een stap achteruit, ter
wijl Klaas een stap vooruit sprong. De bedre
ven hoofdman had deze beweging wel bere
kend, dan dat de tegenstrever den strik zoude
vermijden. Steven sprong plotseling tot tegen
hel rechterbeen van Klaas en bracht hem
van onder naar boven den zoogenaamden ver
raderslag toe tusschen de beenen. Had Klaas
zich in den minste verwacht aan den aanval,
hij zou den slag vermeden hebben door zijn
linker heen met rapheid achter het ander te
brengen. Nu hij evenwel den slag ontving,
vond hij nog den tijd, om met zijn rechter
knie een stamp tegen Steven's onderlijf te
geven.... Beiden tuimelden van pijn tegen den
grond, maar stonden wederom tegelijk recht
in dreigende houding, alhoewel men zien kon
dat zij hevige smarten gevoelden. Niemand
sprak van het gevecht te staken, alhoewel
beider houding aanduidde, dat hetzelve hoe
langer hoe ernstiger zoude worden tusschen
de kampers.
Na een poos naderden zij elkander; in hei
der harten gloeide het wraakvuur; op hun
gelaat zag men evenwel een hemelbreed ver
schil van uitdrukking. Steven glimlachte,
Klaas schuimbekte van gramschap.
Op uwe hoede, meester, riep de laatste,
zoo niet, wee dan uwe maagdenschouders!
En de daad bij het woord voegende, begon
Klaas den aanval met hardnekkigheid en
woede. Er volgde een stokkengevecht, waar
van geen der aanwezigen nog nooit een voor
beeld gezien had... De zoon van Roodolf
maakte gebruik van stok en voeten, om beur
telings te slaan, te stooten en te stampen. Nu
eens bedreigde hij den linker schouder, en
nauwelijks had Steven een beweging ge
maakt, om dien met zijnen stok te dekken,
of hom! viel een slag op den rechterschou
der. In één woord: de wendingen waren zoo
rap, de bewegingen zoo onbekend, aan den
kapitein, dat deze niet lang meer zou toeven,
het onderspit te delven.
Eensklaps, terwijl Steven met den eenen
arm den stok enkelijk bestuurde, om de sla
gen af te wereu, stak hij de andere hand in
zijnen zak, haalde dezelve terug en scheen
iets te werpen; doch niemand giste nog, wat
daze beweging beteekende, toen Klaas eens
klaps, vergetende dat hij tegenover eenen
hardnekkigen, onverbiddelijken kamper ge
plaatst was, de heide handen naar zijn oogen