DAGBLAD voor NOORD-en ZUID-HOLLAND. STADSNIEUWS. Het Maria-Congres te Maastricht. EERSTE BLAD. R.V. HET HAARLE1SGHE ASSURANTIE- EN COMMISSIEKAM RIJDAG 16 AUG. 1912 37ste Jaargang No. 7907 bureaux van Redactie en Administratie "ABONNEMENTSPRIJSi I weaui wmww en ««m-p-i™.. PRWS MR ADVERTmTIëNt Vóór dTri..teoó? waar oen «gent is eerastled (kom de, gemUt KmderilUISVM* 29-31-33, HflaPlem Bollen Haarlem en de Agentschappen 15 ct. per regel. Bnitenl. 20 ct i Af™nderlUkerlmmPmeraSen Nedèrlan,i franeo per eirl j Intercommunaal Telefoonnummer 1428. Dienstaanbiedingen 25 ct. (5 rcgela), driemaal voor 50 ct (A contant). Dit nummer twee bladen. bestaat uit Haarlemsche Alledagjes No. 644. Tel. 899. HEME HMEMSCHE MMT o «nriATi Hnnrlpm - 71.85 I a ma «iff* 8 Van 6 regels GO cent (contant 50 cent). Iedere regel meer 10 ct II I -M 1000 GULDEN bij levenslange onge schiktheid tot werken. Alle betalende abonné's op dit blad, die In het bezit eener verzekeringspolls zfln, z(Jn volgens de bepalingen op de polissen vermeld, tegen ongelukken verzekerd voor» GULDEN bij ffR GULDEN bij flfSÜ GULDEN bij 400 GULDEN bij overlijden. 300 verlies van een hand of voet. 150 verlies van één oog. 100 verlies van één duim. 60 GULDEN bij verlies van één wijsvinger. 15 GULDEN bt verlies van één anderen vinger. De uitkeering dezer bedragen wordt gegarandeerd door de Maatschappö JRollandsche Algemeene Verzekeringsbank" te Schiedam. AGENDA. 17 Augustus. Gebouw „St. Bavo" R.K. Volksbond 8 uur Hulpspaarbank (Schoterkwartier). Half 9 uur Spaarkas „St. Nioolaae" (Winter provisie). Half 9 Spaarbank. Inschrijving Coöperatieve Bakkerij. Buitensocieteit „Trou moet Blycken" 8% uur Haarl. Muziekkorps. Concert. Het Blauwe Kruis 8—9 uur Con sultatiebureau voor drankzuchtigen. Teyler's Museum Tentoonstelling van moderne aquarellen. HET WEER. i Het is het onderwerp van den dag, méér dan elk ander in deze diagen. ,\\e staan er mee op en liet kwelt ons vian den, morgen tot den avond: diat we Inu in de muandl Augustus nog geetn enkelen djajg met draaglijk jweer hebben gehad; al maar regen en donkerte. W eloopen nu met dikke jassen aan, midden in den zomer, ,of 't November was, en in Juli .twisten we niet hoe dun ons te kleeden om de' t warm tel Nu leven we in een eigenaardig klimaat, en we zijn gewend aan de grootste wispelturigheden van 't weer, niet 't minst in de laatste jaren. Maar niet ieder jaar worden we door de weers-i veranderlijkheid zóó geplaagd aLs dezen zotnerf Voor de yacantie-menschen si 't nog 'i ergste: een !h cel jaar werken, om djan in j;e weelde ivacantie geen zon of heldere lucht la zien.,..,# i Dat 't maar gauw anders moge worden I (Van onzen specialen verslaggever.) W oensdagavond. Maastricht is feeststad nu. Voor iemand, j niet dagelijks komende, door de over 't alge- <meen niet al te breede straten, is 't vreemd, i lijkt 't een heel andere stad. Het verschil ia te plotseling voor hem; hij zag niet, hoe de 'stad veranderde, hoe de sieringen langzaam klaar werden, hoe 's avonds na winkeltijd al- len bezig waren aan straat en geveltooi. Den eersten indruk dien ik kreeg van Maas tricht, was er een van verbazing, van ver stomd staan. Bij straatversiering voor een of ander feest kan men bewonderen, mooi vin den; maar 't vreemde hier voor iemand uit boven-Holland is, dat 't hier hulde, openlijke hulde is voor iets specifiek katholiek. Helaas, wij staan verbaasd daarover, durven ons zon der 'tte zien, niet voorstellen dat zoo gods dienst tot uiting komen kan, uiting in groot- 'sche openbaarheid. i Overtuigd is men er van dat 'tdruk zal zijn in Maastricht, dat duizenden er heen zullen trekken om bij te wonen en mede te vieren :de grootsche Maria-hulde. Vanmorgen begon de vreemdelingenstroom, ;om nu verder aan te houden trein aan trein, tot Zondag. Bij 't binnenkomen van Maastricht, pas het station uit, valt al dadelijk op, dat flink aan- igepakt is, gezorgd is voor regeling van die ij^enschen massa's, die vooral zich opdringen ^'t station bij 'tweer heengaan. Eerst lijkt 't di0 barricaden en schuttingen om op lonsp^n af zetten, maar dadelijk valt ling. practieche indeeling tot massa-verdee Dadelijk stad is. oen men Maastricht nu Maria- pon afschildert^® eerepoort r«st> met er°P beeld van de hf nuT alom bekend hoornen bochten epa^J^ ^nga de}*aX opgoeierd door gele Cc fu,SCh men tusschen 'tdonke ™alZ T w .Veer vlagjee-elierten aan Verder nmelingei-d, of lichtkleurige guirland^met Meggen en bloomen van velerlei kleur. Maar bovenal heerschen hier de Maria-kleuren 't plaaw ea "t wlt;helder lichten ze uit tussoken 'sparre- of eikenkransen. Allerlei versierin- Ifen zijn hier aangebracht, te veel om ze na te gaan. straat na straat, maar ook alle too ien ze de vrijgevigheid en liefde der Maas- richteoaars voor de Koningin hunner 6tad. fypisch# Marfa-altaartjes zijn opgericht op Atraathoeken en pleintjes, nisjes, waarin het fsseJd van de Sterre der Zee tusschen bloe- jaeu «n gloeilampjes; schilden en vanen met hei er lel geschriften hangen gespannen dwars fv«r de 8traat, of weer elders staat de Li- jame der H. .Maagd neergeschreven in blauw pi wit rp sc nil den, tel kens oen aanroeping, een heele straat lang. Een typische siering wil ik hier nog even melden: het mooie ge bruik gemaakt van de telefoonpalen. Op één is aangebracht hoven in top een groot Maria beeld, van waaraf neergaan lange, rijk-kleu rige bloemslingers. Aan den voet van andere bouwde men altaartjes met Mariabeelden, maakte er perken om, terwijl de paal met slingers van groen en van bloemen en schil den en doeken met vrome aanroepingen er boog boven uitsteekt als bloemtoren. Gaat men vanuit Wijk naar Maastricht, dan opeens houdt alle siering op, zoo nu nog slingerden de gele en blauwe en roode vlag jes wapperend in lichte kleurenmengelen, maar dan niets meer. Dan stijgt de weg zacht omhoog, men komt op de Maasbrug, hier was versiering niet mogelijk. Maar goed is het wel even dat weg zijn van tooi en van feest- smuk, te mooier is dan de verrassing als men ineens nu komt onder een sparrendak met witte en blauwe bloemen. Ineens is men dan weer te midden van feest, nadat men een oogenblik te voren nog neerzag op de Maas, die daar diep onder de brug kolkt, en onrustig woelt, als zeer nijdig en onte vreden over haar onbevaarbaarheid. Ik heb nu heel vluchtig u iets gezegd over de versiering der stad, graag zou ik u rond leiden willen, straat voor straat, om mee te doen bewonderen de Maria-liefde. en den kunstzin der Maastrichtenaars. Maar zoo veel is er thans te vermelden, want niet al leen uit zich hier de hulde in zinnelijk zicht bare sieringen, er wordt andere, nog groo- tere hulde gebracht, hulde, die niet alleen herinnering bijlaat van mooi-zijn, maar die ons sterkt en betert. Niet overdag slechts is Maastricht in feest tooi; 's avonds zullen straten en huizen afge lijnd worden door gloeilampjes en vaderland - sche vetpotjes. Niet een paar straten, maar heel Maastricht haast, evenals het nu reeds in bloementooi is, overal. Van huis tot huis, over en weer, zullen lichtjes zich rijen, die vroolijke feestsfeer brengen zullen, met hun flakkerend geel wit licht in do smalle stra ten. Hierover zal ik u nog schrijven, pas la ter wordt die verlichting ontstoken, boven dien lang niet is men overal gereed, ijverig en vlug wordt alles nog gesmukt en frisch gesierd. Om half zes knalden op zware schoten, na- rollend langs den Maas-oever. 'tWas een laatste aankondiging voor de nu vlakbije j opening. Zes uur had de plechtige opening plaats in de voormalige Dominicanenkerk. Een mooi- oud, eerbiedwaardig gebouw. Maar men had t verlevendigd door langs de oud-grauwe mu- tvÏ i J"6epannen> Hebt, zacht-groen. Dit helderde t gebouw op, deed 'tfrissoher en vroolijker schijnen, wat past hij een fees telijke opening. Groote siervanen en wimpels hingen neer vanuit de gewelven, terwijl aan de kolommen vlagtropeeën kleurden. Op 't podium tusschen hoog op groen en bloemen een groot Maria beeld, als Sterre der Zee, er voor busten van den Paus, van Koningin en Prins. Vol werd 'tdaar met hoogwaardigheidsbekleeders, geestelijke en wereldlijke. Plechtig werden ze ingeleid door commissarissen van orde. Daar waren Mgr. Drehmans, bisschop van Roer mond, Mgr. Meeuwissen, de oud-bisschop van Curacao, de abten en dekens uit het bisdom, seminarie-professoren en andere hooge gees telijken. Dan de Commissaris der Koningin, leden van Gedeputeerde Staten, burgemees ter en wethouders, de president der recht bank. Na de uitvoering van het „4ve Maris Stel la", door het zangkoor der O. L. Vrouwekerk, sprak allereerst Mgr. Dr. Menten eenige woorden van welkom en la» de telegrammen voor, ingekomen van de Belgische en Hol- landsche bisschoppen, waarin deze hun vreugde betuigden over Noord-Nederland's eerste Maria-Congres en beloofden en schon ken den besten zegen aan allen. Van Kardi naal Van Rossum, hoe 'them een behoefte was zich aan te sluiten bij de hulde; hoe 't hem speet niet te kunnen komen, ondanks zijn wenschen en hopen. Toen schoot er plots somberte, of liever droefheid over te vroege heengang, over allen in de stampvolle kerk- zaal, toen Mgr. Menten diep-ontroerd de voor lezing aankondigde van den pas overleden Kardinaal A. Fischer. Nog pijnlijker werd die smart, toen die hartelijke, diep-gemeende woorden door de zaal klonken: „Ik kom zoo graag naar uw Nederland, dat mij zoo dier baar ie, vooral Maastricht is mij zoo dier baar en dan nu met dit Congres ter eere van Maria". Zwijgend waren allen opgerezen bij 't voor lezen dezer woorden. Daarna verzocht Mgr. Menten aan den bis schop van Roermond den zegen voor de Con gressisten. JJ;0.en besteeg deze onder applaus het spreelc- B om Plechtig het Congres te openen. rr,.no0e gaarne> aldus Z. D. H., zou ik dit Con- openen met een groote lofrede op Maria; gaarne zou ik wijzen op de beteekenis van zoo n congres; zou ik hulde willen bren gen aan allen van verre er voor gekomen en aan de Maastrichtenaars voor hun voorbeel dige voorbereiding. Maar ik moet zeer kort zijn. Ik hoopt dat dit Congres de stoutste verwachtingen van het comité zal overtref fen. Moge dit congres een algemeene herle ving wekken van Mariavereering m Neder land. Mgr. Menten dankte hierna den bisschop. Twee telegrammen werden verzonden: een aan Z. H. Pans Pius X en een aan H. M. Koningin Wilhelmina. In plaats van Z. Exc. J. Helleputte, Minis ter van Staat van België, die door ambts bezigheden op 't laatste oogenblik helaas was verhinderd, trad nu op Kanunnik Franken van Averhode, reeds bekend van het eerste Maria-Congres aldaar. Allereerst bracht Mgr. den feestgroet der Belgen, want hier hij de opening moest toch ook een Belgische stem weerklinken. Vond hij 't jammer dat men ver stoken bleef van de forseh-gespierde taal van Helleputte, al was zijn kracht zooveel min der, toch was hij overtuigd, dat in hartelijk heid van Maria-liefde hem zelfs geen Staats minister zou overtreffen. (Applaus). Een Maria-congres heeft niet alleen ten doel ons persoonlijk te sterken, maar we moeten er apostelen door worden. Spreker behandelde hierom: Maria, als echtgenoote en moeder. Hoe men hierin Ma ria na moest volgen. Vooral tegenwoordig is dit zoo noodig, daar toch groote miskenning heerscht van het huwelijk, men wil het weg hebben. Als hoofdredenen gaf hij hiervoor aan: steeds onvoldane genotzucht en afschrik van toewijding en opoffering. Spreker spoor de aan in kraehtig-boeiende woorden tot hu- welijks-naleving volgens de christelijke rege len, dat er vooral noodig was voor een vrouw toewijding en opoffering; is deze er niet: het eerste kwaad dat er uit voortkomt is de angst voor het moederschap. Hij toonde aan en het duidelijk voelen de groote opoffering en toe wijding van Maria, dat ze niet Moeder Gods wilde zijn uit ijdelheid of zucht tot zelfver heffing. Moeders, richt uwe oogen op Maria. Vol breng- uw roeping, door God den Schepper der natuur u opgelegd, durft te dragen de smarten en de zorgen van een talrijk kroost. Schenkt schepselen aan God, strijders voor den strijd hier op aarde, leden aan de H. Kerk. Luid applaus beloonde den spreker voor zijn boeiende rede en bewees hoe men meeging en voelde met zijn woorden. Hierna trad iemand op, die door zijn groote Mariakennis, zooals Mgr. Menten zeide toen hij dezen spreker inleidde, door zijn lang jarige studie van Mariavereering in schil der- en beeldhouwkunst, in architectuur en literatuur, wel recht van spreken heeft over dit onderwerp: Pater J. A. F. Kronenburg C.ss.R., de schrijver van het bekende groote standaardwerk: „De heerlijkheden van Ma ria". Aanstonds al werd de sympathieke re denaar met luid applaus begroet Maria is werkelijk de Moeder van God, dit onderwerp behandelde de gewijde spreker op boeiend-on- derhoudende wijze. Vanaf Ephese had steeds het woord weerklonken: Maria is waarlijk Moeder Gods. Steeds verder en verder klonk het. Beter en sterker nog dan in andere lan den klonk het in Nederland, hier werd de waarde, de overtuiging, die men er aan hecht te, door geweld getoetst. De stem der dwaal leer werd gehoord tot in de eigen kerkge bouw. Met geschiedkundige feiten toonde spreker aan hoe vanaf de eerste verkondi ging van het Christendom in Nederland, ook die waarheid verkondigd werd. Hoe het in Holland het eerst werd gemeld te Maastricht door bisschop Servatius. Ook door het volk werd Maria als Moeder Gods gehuldigd, we vinden deze vereering terug in de volksdich ten. Spreekt men van „duistere" middel eeuwen, juist in dien tijd. bleek de waarheid het duidelijkst, duisternis was er toen niet, maar helder-blij zonnelicht. In de 16e eeuw pas kwam de duisternis, diep en dicht voor hen, die ze verkozen. De scheuring kwam in de Katholieke Kerk, het Protestantisme ont stond. Hoevele dogma's de Protestanten ook verwierpen, niet dat van het goddelijk moe derschap. Luther en Calvijn erkenden het beide. Maar er is n°£ een secte, de Doops gezinden, en deze loochenen Maria's moeder schap. Allen ontkennen de Onbevlekte Ont vangenis, de ten hemel opneming, haar voor spraak bij God. Maar ieder Katholiek pries ter en godgeleerde verkondigt openlijk en luid: Maria is waarlijk de moeder van God. Wij zijn zonen der heiligen, laten we het ook hierin zijn, dat altijd beleden zal blijven de leer van Maria's goddelijk moederschap. Luide bijval volgde op deze schitterende rede, de rede die ongewild weer deed uitkomen Pater Kronenberg's diepe kennis van Maria- geschiedenis. Als slotnummer voerde het O. L. Vrouwe koor de Regina Coeli uit. De pauze tusschen de verschillende redevoeringen in werden aangevuld door muzieknummers van de Itvanti-kapel, die ze keurig ten uitvoer bracht. Zoo is dan het tweede Maria-Congres schitterend geopend door deze eerste verga dering. Gaat 'tzoo door, wat zeker is, beslist zal 'tniet onderdoen voor dat van Averbode. Dik dromde 't na de vergadering op van de velen in alle straten, overal was men bezig met ijver, waar men morgen reeds klaar moet zijn voor processie en optocht. Nu al lijkt Maastricht vol, maar 't stroomt door, trein na trein, drom na drom, vanuit Wijk naar Maastricht, gerust kan men zeggen dat nu de meesten er nog niet zijn. Directie E. BRANTJES. Donderdagmorgen. Damstraat 27. Was 't gisteren al donkere lucht, met dun ne regen, schuin weggestriemd door wind, men had toch hoop op beter weer. Vooral daar 's avonds 't weer goed was. Men profi teerde ervan om lampions en vetpotjes te hangen aan de over straat gespannen draden. Maar vanmorgen was het nog triest, de regen bleef doorgaan een dunne, alles door dringende striemregen. De gelatine-vetpot- jes die hingen in kleurige rijen onder de bloemslingers, ze krompen ineen, rimpelden weg, om dan neer te platsen op straat als kwallige kleurglonipjes. Is 't jammer de somberheid van het weer, veel afbreuk deed het toch niet aan de morgenplecbtigheden. En nog meer openlijke huldebefcooningen zijn er op latere dagen. Maar laat ik u geleidelijk verhalen. Kroning van Maria. Om 9 uur was de pontificale Hoogmis, j waarna de kroning zou plaats hebben van Maria als Sterre der Zee. Vol, overvol was i de kerk, dicht bezet alle stoelenrijen, volge-1 dromd stonden de gangpaden. Maar er heersohte orde, rustige orde. Vanaf 't hooge zangkoor was 'teen grootsch aanblik. Hier was plaats voor enkele bevoorrechten slechts der pers, waartoe door een gelukkig toeval, ('t wegblijven van een mijner Belgische col lega's) ook ik behoorde. Want ook daar was het vol, daar stond het groote mannenkoor, en er tusschen door wriemelend, die kleine, lastige zangertjes, die langs je stoel opklom men en drongen om ook iets te zien. Slechts heel kort kan ik u een beschrijving geven der O. L. Vrouwekerk. 't Allemoodig- ste, 't Priesterkoor, is zeer boog, waar naar toe leiden twee ronde boogtrappen. Tusschen deze in is een klein altaar, waarop nu stond het wonderbeeld van de Sterre der Zee, in kostbaren purper-mantel. Rijk omgeven met bloemen en groen. Aan haar voeten eenzaeht- blauwe ster van licht en lager in klein-witte gloeilampjes: „Sterre der Zee, bid voor ons". Achter op 't hooge priesterkoor 't groot- schitterend in geel-glanzenden schijn van vele kaarsen-kransen. De versiering der kerk zelf was in rood gehouden, twee groote kro nen aan de gewelven, waar van afslipten lange wimpels, langs de kolommen roode ba nieren met wit schild, waarop Maria-emble- men. Voor de Mis was het een aankomen van hoogen, geestelijken en leeken, zwarte figu ren, die de kolomrijen vulden rondom het koor. Geestelijken van alle orden. Stemmige zwarte, dan weer heel witte, of monniken in wijde pij, wit en bruin of zwart. Bij 't gaan naar het altaar: de plechtige stoet, de Misdienaars in helrood en wit, gees telijken in lange rij, dan de 8 Malthezer rid ders in hun schelroodo kleedij, met witte broek. De zes gemijterde abten en Mgr. Meeu wissen, die statig opgingen in wijd-plooiend staatsiegewaad. Dan Mgr. Drehmans onder een troonhemel. Wat zal ik verder u melden van de H. Mis, zooveel is er, de eene hulde verdringt haast de andere. Eerst nog de wijding der kronen, voor het beeld van Maria en Jezus. Toen kwamen de assistenten voor de H. Mis binnen, pleobtig afgehaald. Maar laat ik liever iets zeggen nu van de kroning, 'thoogpunt der eer. Na de H. Mis vulde heel het priesterkoor zich. Om 't beeld de bisschop, de abten, kanunni ken, achter het beeld lichtten hel de kleuren der Malthezer ridders. Achter de vele gees telijken in plechtgewaad, al 't zwart van de leeken, die eerst vulden de kolomrijen. Luide klonk 't „Regina Coeli" op door de kerk, ge zongen door de geestelijken. Toen plechtig plaatste Mgr. Drehmans, de goud-schitterende kroon, die hel flikkerde en blonk door de vele edelgesteenten op 't hoofd van 'tbeeld. 'tWas nu gesierd met het vro me Maria-geschenk van Maastricht, de kost bare kronen voor Maria en Jezus. Onmiddel lijk hierna sprak Mgr. Menten vanaf den preekstoel een enthousiaste kroningsrede uit, waarin hij Maria groette, Maria pas ge kroond. Waar hij in meldde hoe begeerig de Maastrichtenaars waren om alles bijeen te brengen voor die sieraden, hoe er wedijver voor bestond bij allen. Maria's zegen smeekte hij af voor allen. O, Koningin, o Moeder, zegen in deze plech tige stonde, zegen, o zegen, onzen H. Vader, den Paus, zegen onze beminde Koningin, ze gen de Kerkvorst, die U kroonde, met lange, gelukkige jaren. Zegen Maastricht en zegen ons allen, laat Maastricht zijn en blijven Uwe stad, de stad van Maria, zoolang de torens van Uw heiligdom ten hemel rijzen, zoolang een Maastrichtenaar kan opgaan den bidweg van Maria! En daarom willen wij ons toewijden aan U, daarom vallen wij allen op de knieën en hef fen w(j de biddende handen op tot U. Wij willen Uwe kinderen zijn, wees, o wees onze Moeder tot in den. 'Ved". Sluit elke soort verzekering. De Processie. Gauw spoedden we ons weg om onze plaatsen in te gaan nemen voor de processie. Dicht-vol stonden de straten, de helaas zoo nauwe, zoodat twee of drie rijtjes mensehen er slechts staan konden. Maar waar meer ruimte was, daar stond men opeen in dichte opstuwing. Ramen van huizen, en lage afda ken, alles was vol, overvol. Maar ook hier orde, geen angst voor dol doordringen van menigte. De pers was genesteld op een tribu ne, gebouwd op een speelplaats-portiek, vlak bij een kolk, waar de processie om heen kwam, zoodat goed te zien was, groep voor groep. Nog altijd siepelde er dunne regen, maar invloed had het op niemand. Voorop weesmeisjes en jongetjes, geleid door vrome nonnetjes, met blauw-witte Ma- ria-cocardes op hun stemmig-zwart kleed. Dan de Koninklijke Harmonie en er achter broedermeesters van alle parochies, onder broken telkens door lief-kleine bruidjes, die i bloemtuiltjes droegen en gulden siertakken. Congregaties en Vincent movereen igingen, ze volgden elkaar nu op in bonte afwisseling van vanen en banieren en er tusschen stoe ten van bruidjes, voorstellend de geheimen van den H. Rozenkrans in dubbele tientallen. Blauw de blijde, rood de droevige, en geel de glorierijke geheimen, of andere kinder-stoet- jes, met kleine ernstige patertjes in hun. midden. Een groote groep maagden, in witte" lange gewaden, met blauwe sjerpen en schil-' den op de borst met de zespuntige Maria- ster om de lang-losse baren een gulden band,: waarop ook de sterre schitterde. Maar dan' honderd wel waren het, die blijde jubelklan-1 ken zongen en op munt wuifden en zwaaiden' met lang zwiepende palmtrekken. Toen rees hoog op, uit hoven alles, het beeld van de Sterre der Zee, hoog getorst op een praal- baar op schouders van priesters gedragen, 't Blonk en schitterde nu in 't volle daglicht met. fonkelenden stralenkroon, terwijl de kostbare siermantel lang afhing in mollige plooien. Dan lange rijen van priesters, Je- suieten en Franciscanen en andere orden, allen in koorhemd, die de kostbare relieken torsten. De gouden borstbeelden van Maas tricht's vrome bisschoppen, met erin hun eerbiedwaardige overblijfselen, hoog op de schouders gedragen. Andere reliquiën van Maagden, Belijders, Martelaren en Apostelen, van de H. Anna, de H. Jozef en van Maria, allen gevat in kostbaar goud of zilver. Toen weer andere religieuzen en dan twaalf wie- rookers, die slingerend hun reukvaten zwaai den met forsclie regelmaat. De hoogere gees telijken, aan liun einde de zes gemijterde ab ten en den bisschop van Curacao. Dichte rijen waren 't van geestelijken aller orden, getooid in kostbare koormantels, rijk aan goud. En eindelijk, onder groot-breeden, rijk- gouden troonhemel, 't Allerheiligste, omge ven door de Malthezer ridders met opgehe ven degens. Er achter de Commissaris der Koningin, leden van Gedeputeerde Staten en andere hoogen. Nog twee heeren achter tot slot, en voorbij was getrokken de lange, rijke1 processie, om weer heen te keeren naar de! Lieve Vrouwekerk. Heel vluchtig lieb ik u 't bier verhaald, op gesomd haast. Voldoende moge 't. zijn echter u een beeld en indruk te geven van Maas tricht's Maria-hulde, hulde zooals men die t>" ons in Holland niet kent. De religieuze optocht. Onderwerp van dezen stoet, uit drie deelen, bestaande, is: Maria's heerlijkheid en glorie.; In 'teerste deel wordt uitgebeeld: de vooraf-; beelding der H. Maagd in liet Oude Verbond,' in 't tweede: de tegenwoordige vereering der! H. Maagd, en dan: Maria's verheerlijking in! den Hemel. 1 Tweemaal trekt deze stoet rond: eerst van-, middag; voor de tweede maal Zondag, laugi? veel grooteren weg. Ook de stoet zelf is dart grooter, daar nu bet geheele tweede deel ver-! viel; dit wordt gevormd door broederschap pen en vereenigingen uit heel Noord- ea Zuid-Nederland. Velen ervan zijn nu nog niet hier, komen Zaterdag pas of Zondag, dan ook zijn er vergaderingen dier verschillende bon den. 't Weer was nu beter vanmiddag: bijna of geheel droog. Voor de eerste rondtrekking waren geen plaatsen vastgesteld voor de pers, zoodat we trachten moesten een gunstig punt te bereiken? Waart In de nauwe straten met nog kans dat het papier wegregent onder je potloodt Met een Jetsnie-t j ouxualiat (die bestaan hiei:; ook al, ten minste tijdelijk) world ik op lalanVrtalge aiaïistoihds liefderijk opgenomen idoor zusters vian een iWbesluiM. Mooi konden," we h!ier dë tocht zien voorbijtrekken en wa ren bev'eilicd voor alles.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 1