IDE BOKKENRIJDERS BUITENLAND. Sociale Berichten. Groote Houtstraat No. 44. Tefief. no! i@l. interview met Kardinaal Van Rossum. Landbouw en Visscherij. Mu Ron litföreiüé J. HUIZING. iinpwt Jtsfiericsais Shoe'si Restanten. N OF O BI s5 Haapleni"lrusse!> estanten< feuilleton 1 59 IN HET land van valkenberg. 1)8) NIEUWE HAARLErtSCHE COURANT 1 II3 Romeinsehe ecri espor.d ut, v|ain' de Hti iehspcsl" lieeft een interview gehad met i!r. lini. Kar din aal ,Van Rassurn betreffende .et Eucharistisch Oongtes ,t» (Weenen; en •et „Centrum" meldt er een en au.Ier van. In de nabijheid van het hoofdstation aan ,:en buitenkant der eeuwige stad in de Via iel Statute, zoo begint de corr. zijn ba- ie hl ijving, bevindt zich het huist da,t Je !alliina,a.l bewoont.; Een ter bovenste verdiepingen van het front© huurhuis vormt de woning' van den 'tardinaia.l, en zou er niet een brievenbus ha,n- 'jen, waarop eenvoudigweg: „Kardinaal Van [tos sum", dan kon men nieft vermoeden, dat ■lier een kardinaal der Kerk woont. Een iitnaaï |doet epen, men treedt in een cenvou- lig voorvertrek en dab in e n even gewonen lalpn (dj) den drempel der ontvangkamer trad de kardinaal mij tegemoet. Met een gebaar van Innemende beminnelijkheid hee.te hij mij we'- korn. Wie dezen hcogen kerkvorst, die tij den s het Congres te Weenen als Legaat des Pausen de vooruaiamst© gast der keizerstad tal zijn, gezien en zelfs maar weinige mi nuten gesproken heeft, zal het absi-crde in- Kier van die persstemmen1, die het Congres tot eiken prijs het stigma van een poditie- ken wapenschouw willen opdrukken. M,e:n tiet en gevoelt: Zijn Eminentie is geen poli ticus, althans niet in do beteekejiis der libe rale dagbladpers, geen Mach avelli in liet Kardinaalspurper zoica s de soo.aal demöera- ti.sidie peis va,n Wie®nein zich hem yoiotrstslt.... kien ziet en gevoelt dat men bij' dezen Vorst der Kerk met een edelen gialperdetni en godvruchtigen man heeft te deen, die ge heid en al leeft yoou .de groote belangen en de taak der Kerk en door het stof der politieke arena niet wordt besmet. Zijn mid delgroot©, jeugdige, elastische, wat minder dan middelmatige gestalte heeft iets inne mends, evenals zijn op-en gelaat, waiaruit M'iendelijke oogen door brilleglazen wrs'an- flig en warm de wereld inzien. ..Men zou zeggen, dat de eenvoudige natuur lijkheid van zijn wezen iets Ocsitenrijksch aan zich heeft, meent de potty. De Kerkvorst g'preekt vloeiend Duits dl en tijdens ons onderhoud, dat ook in liet IDiaitsch werid. gevoerd, liet slechts ztelden ©n ook dan nog alleen een bijna, onmerkbare bijzonderheid van uitspraak zien, dat 1de wieg ya.jn den Kardinaal niet in Duitseh'and maar in Nederland stond- Na eenige inleidende woorden kwam de kardinaal over het congres te spraken en jv?rd de vtoaiag gesteld, of Zijne Eminentie 'eenen reeds kende. ,,lk ben", z!ob antwoordde de Kardinaal, „voor eenige jaren ter gelegenheid' van' het feest voor den Hf P. Clemens Maria, Hof- kauer te VVoenen geweest en heb een zoo •goede herinnering aan ds heerlijke keizers- stad bewaard, dat dit mede een der rede nen is- waarom mij de hoog©onderschei ding, die mij door mijn benoeming gewerd, bijzonder verheugde. „Uw Weenen is een z:eer schoons stad, ook aan de bewoners denk ik met genoegen. Dla,t zijn opgewekte, vriendelijke menscbcn, die gaarne anderen van dienst zijn.; Ik ka,n dus niiet begrijpen, wat sommige buitenlandsobe bitaden schrijven over een politieke demon stratie, door welke het religieuze feest zou w orden gestoord." „Dat zijn phaimbasieën, Eminentie", ant woordde de corr., geen Weener zal zich lee- liien tot iets, wat de reputatie van Weenen alts meest gastvrije stad van Europa zou kunnen schaden. „Dat geloof ik ook, het moet immers alle Weeners verheugen dat duizenden uit alle blinden in uw heerlijk© stad samenkomen pltn haai' roem in de wereld uit, te dragen." Z,Eminentie sprak yervolgienis over de deel name van den keizter en zijn Huis, aan liet Ckmgyeis, waarop de corr. erop weesi, dat zf.MI zijn 82ste levtensjaar heeft volbracht. Hejc gesprek k-watn idan op de plaats, waar liet Congres gehouden wo.:kit en de Kardinaal beide „Wieenen geldt ook in het buitenland als dön der best. bestuurde steden. Ik geloof, dat liet tegenwoordig© regime z'ch daarbij grom yterdiensten verworven heeft. „Ik heb ook uw overleden; burgemeester UK Lueger, gekend; ik sprak' hem indertijd tij mijn bezoek alan Wleencn. Hij wa.s reeds 1jdend en kwlam toch in de St. Stefanuskerk. Ondanks zijn ernstige ziekte Verried alles aan hem den man van! beteekönis. Het is1 te begrijpen, dat de inwoners van Weenen hem zoo warm genegen waren." „Het verblijf te Weenen zal ditmaal Van Uwe Eminentie groiote inspanning vergen, vooral op den dag, waarop Uwe- Eminentie aan de processie deelneemt en in vtol or naat op den „auszePeU Burgtor" da Hl Mis zal lezen." „Ik geloof" keide de Kardinaal met teen vriendelijk afwerend gebajar, „dat de inspan ning van de vele- 'duizenden, die reeds uren tevoren in de straten wachten of hun plaats moeten bereiken, zeer Veel groeier Zal zijn1. Het verheugt mij, dat Vrouwen die tr,gen dezie vermoeienissten nauwelijks bes't.aind zouden zijn, ia,an de processie zelve gteen' deel ne.- meU. Het zotu' treurig wezen, indien de s'tem- ming dier groolscihe manifestatie Van gods dienstzin door ongelukken1 w;erd Verstoord"- „Men kan in' de org'ahiseerejndo werkzaam heid van het Wteener Oentraal Comité Voille vertrouwen hebben. Alles zal gedaan wor den, om een goed geordend en waardig .Ver loop dezer reusachtige katholieke be'o.oging te waterborgen." „De activiteit der heeren. die vjatn de ver schillende comité's doel uitm.aken, meet in derdaad aanstekelijk zijn. Die deelname 1st enorm. „Dit Congres zal het schoonste zijn, dat ooit werd gehouden, en wajarscunjnlijk zal het niet licht worden overtroffen. Ik twijfel niet, of dit Congres! zal schitterend wezen, maar ik weet ook, hoeveel moeite en toewijding het vereischt, ,Ook da heeren v|an 'de pers zijn niet te benijden." „Ja-, Eminentie, ons wacht Veel arbeid. Maar dat deert ons niet, indien wij daarmede het, onze kunnen bijdragen tot een maicjhtig welslagen. De katholieke pers vlan Oostenrijk is sinds maanden roet ijver voer het Congres in de weer. Wiel heeft deze arbeid herhaal delijk de aanvallen te verduren dergtenefn, die aan het bijeenkomen v;an dit Cbngros absoluut andere dan re'igieuse motieven toe dichten. „Het Valt moeilijk", antwoordde de Kardi naal zacht, „verband te zoeken tuesichen 1de gewone politiek van den da,g' met de aan bidding van liet Allerheiligste Sacrament des Altaars. Maar mensehen, die liet niet Voe len, dat de eucharistische Congressen1 een zuiver katholieke godsdienstige aangelegen heid zijn, een Vrijmoedig' getuigenis van alle katholieken Voor de ©ene gedacht-a en het eene geloof ajaii de heilige Eucharistie, zullen het nooit begrijpen. Zij zullen daar •altijd wat anders achter zoeken en t;n shot te datgene nieenen te vinden, walt zij vinden willen." Met deze veelzeggende uiting yaU d n pau selijken Legaat meen ik d.e wedergave van het onderhoud te kunnen besluiten. De Kar dinaal roerde nog' Verschil lende, niet onmid dellijk het Congres bettrefferde, zaken alan. Tot afscheid zei.de mij kardinaal Van Ros sum-op zijn innemende hartelijke wijzte: ,,Tk hoop u in elk geval bij het OongTtes in Wiee nen' terug' te zi«#i en dos nu reeds mijn groeten aan de Wieener bevolking." Ik verliet de eenvoudig® woning in de Via dell© Statute met liet. bewustzijn, een persoonlijkheid te hebben leeren kennen, dien men door hem te kennen, ook Zou leerenl hoogschatten, ad droeg hij niet het purper der Karninaien, maar een Veel nederiger ge waad. Opleiding voor Journalistiek. Aan de universiteit van Cork is een drië- jaarlijksche cursus verbonden voor studen ten, die plan hebben zich te wijden aan de journalistiek. De „Syllabus" van den cursus wordt medegedeeld in het nummer van Juli jl. van de officieele Gazette van het college. Een kort artikel van Sir Bertram Wiudle over „Voorbereiding tot de loopbaan van Journalist" vormt de inleiding. De journalist gelijk-hij-zijn-moet zegt Sir Bertram Windle, moet een hij uitstek wel op gevoed man zijn. Hij moet veel weten over letterkunde, geschiedenis en economie (staat huishoudkunde), ook vooral over de consti- tioneele, politieke en eonnnercieele geschie denis van zijn land. Ook in de aardrijkskun de moet hij sterk staan. Vreemde talen, logi ca en een aanmerkelijke dosis van weten schap mogen hem niet vreemd zijn, of zoo hij ze niet heeft, moet bij ze zien te verkrij gen. Boven alles moet bij zich voortdurend oefenen om zijn eigen taal zoo volmaakt mo gelijk te schrijven. De cursus van drie jaren aan het Univer- siteits-college zullen den student de noodige uitrusting meegeven en hem maken tot een welonderlegd, gemakkelijk schrijvend jour nalist; en heeft hij daarenboven nog de ver- eischte aangeboren gaven (want ook de echte journalist wordt journalist geboren* niet ge maakt), dan zal hij geschikt zijn voor elk werk, dat zijn chef hem zal toevertrouwen. Een katholiek journalist moet bij en bo ven en in dat alles nog katholiek zijn en dit is ook nog zoo gemakkelijk niet. Corsikaansche bloedwraak. De beroemde Corsikaansche „Vendetta" is nog niet uit de wereld verdwenen. Het laatste geval van bloedwraak heeft, zooals d,e „Illustra- •zione Italiana" vertelt, kort geleden plaats ge had. De Cinardimi's hadden van de Turioli's een stuk land gekocht voor 5000 francs. Zij betaal den 4500 franes en schreven voor het resteeren- de bedrag een wissel. Toen echter de oogsttijd aanbrak en de Turioli's zagen, dat het zaad op bet door hen verkochte veldi reeds opgekomen was, hadden zij zoo'n groot berouw van hun daad, dat zij, onder voorwendsel, dat de koop som terstond geheel voldaan had moeten wor den, de woning der Oinardinïs binnen stormden en 2 leden dezer familie doodden. Dit was na tuurlijk reden genoeg voor een „vendetta" en kort daarop vermoordden dan ook twee Oinar dini's in een hinderlaag twee leden van de familie Turioli. Nu stonden nog slechts twee Oinardini's tegenover twee Turioli's. Daar de „vendettain ieder geval voortgang moest heb ben, maar de Turioli's zich te zwak gevoelden om het tegen de veel sterkere Oinardini's op te nemen, wendden de eersten zich om hulp tot een bende bandieten. Een der rooverboofdman- nen, Pietro Giovanni, verklaarde zich bereid as sistentie te verkenen, doch onder voorwaarde, dat de Turioli's hem hun eenige zuster, een beeldschoon meisje, tot vrouw gaven. Na een langdurigen familieraad, werd het verdrag ge sloten. De roover werd daarop door de Turioli's tot een bezoek in hun woning uitgenoodigd en daar vond onder gezang en dans de verloving plaats. Pietro Giovanni straalde van geluk en zijn bruid had de schilderachtigste kleeren aan getrokken. Plotseling riep zij haar verloofde bij zich. Een van ha ar sierlijke schoentjes knelde een beetje; zij verzocht daarom haar verloofde haar schoen en kous uit te trekken. De roover knielde galant en bukte zichvoor hij pchter haar fijne huid had aangeraakt, had zij hem een revolverkogel door de slapen geschoten. Zijn met bloed bevlekt lichaam werd door de broe ders der moordenares 's nachts voor den drem pel van de woning der Oinardini's neergelegd. Zij hoopten daardoor den schijn te wekken, ilsof een der Oinardini's den roover vermoord had; en inderdaad werd de jongste Cinardini onder verdenking den moord gepleegd te hebben, ge arresteerd en voor het gerecht gedaad. Zoo wit als een kaars stond de beklaagde, die bijna nog een kind is, voor den rechter van instructie til hij zou zeker, daar hij hardnekkig bleef '.neg gen, veroordeeld zijui, indien niet een ander den mond had opengedaan en de geheele tragedie blootgelegd. Be veiligheid ter zee. Dezer dagen is hel verslag openbaar gemaakt van de commissie van den Board of Trade voor de handel,smarme, mei betrekking lol dc maat regelen om de veiligheid Ier zee to verhöogen. De commissie wijst in haar rapport op de noodzakelijkheid om Ie voorzien ia de noodige plaatsruimte in booten of op vloden voor alle opvarenden aan boord der zeeschepen. Zij lce- kenL daarbij echter, met het oog op de onder vinding bij- de ramp, vau do „Tilanic" het vol gende aan: „He! voorgevallene bij den ondergang van de „Tilanic" heelj aangetoond, hoe buitengewoon moeilijk hel is, zelfs bij kalm weder, om op schepen, die een grool aanljal passagiers vervoe ren, len volle gebruik l',e maken van die voor handen ruimte in lle s'°epcn. Daardoor winlf, de meening nog meer aan kracht, die wij reeds' in ons rapport van 4 Juli 19H ujtjen, n.l. dal alle mogelijke voorzorgen moeien worden ge troffen, opda'j bij eenig ongeval het schip drij-' vende kan w orden gehouden en over deugdelijke' middelen Ibeschikl pm zich ineljhet land o' anderei schepen in verbinding te sCjellen. Wij vcrirou-, wen dal hierdoor de veiligheid der passagiers hel. best, zal worden verzekerd en het is dan ook met groot; genoegen dat wij kennis namen van het besluit, van den Board oï Trade om eene commissie ie benoemen, di? een onderzoeik moef, instellen na.ar een. deugdelijke verdpcling dier handelsschepen door walerdieihte schollen" i' Van het gebruik' van een kijk'er door den' man [op den uitkijk, s|t,elt de commissie zich niet veel voor. Het gezichtsveld wordt daar door beperkt en heft zou dan wel eens, kun nen voorkomen dat men icijs over het hoofdi zou zien, wa,t men mef, het bloote oog zou hebben waargenomen. Ook van zoeklichten moei', de commissie niet veel hebben, wegens de daaraan verbonden na doelen, zooals de verblindende uitwerking aan boord (van andere schepen en de mogelijkheid! dat daardoor de scheepslicht en 'worden verduisfprd, een misplaal^ gevoel van veiligheid, en het ge vaar dat zoeklichten worden aangezien voor kustlichfien jof de 'waarneming van werkelijke kunstlichten voor voorbijgaande schepen onmo gelijk' zullen maken. Groot gewicht hecht de commissie echter aan hiet gebruik der draadlooze 'telegrafie en zij steil daaiom ook voor, dat al te schepen in de buiTjen- landsche vaart, onder Engelsche en vreemde vlag, d!e reizigers vervoeren van en naar Engelsche hastens, zoodra het aarfpl der opvarenden, de biemannmg inbegrepen, meer dan 50 bedraagt, zulten moeten zijn voorzien van een j.pestel voor draadtooze telegrafie. Op die schepen zou da,n minstens één deskun dig telegrafist moeten zijn geplaatst, terwijl er •ondier de bemanning de noodige ad.s is teutten moe ten worden gevonden, om een voortdurende wacht bij hel toestel te houden bij afwezigheid van den telegrafist. Die adsistentem behoeven niet in sCpat Ie zijn allerlei draadlooze berichten over te seinen of te ontvangen, maar moeten (Slechts voldoende op de hoopje wezen om t© kunnen onderscheiden, wanneer er om hulp ge vraagd wordt of hd, tee,ken van gevaar wordt gegeven. Wat dfe kwestie van de le volgen routes be tref',, meent de commissie, dat de ondervinding heeft geleerd dat de gevolgde praclijk tot over het geheel goede uitkomsten heelt geleid. Zij stelt echter voor, dat de Engelsche regeering in de maand Maart van elk jaar ten noorden van de routes behoorlijk uitgeruste schepen zal sla- tkmneeren om de noodige gegevens te verzame len betreffende den ijsgang in den Atlanlischen Oceaan. DE VROUW IN DE ZAAK? Is hel aan te bevelen, dat de vrouw Van den 'winkelier in de zaak werkzaam is? is een vraag, die het vakblad „De Manaifacturier" heeft opge worpen en tevens te beantwoorden poogt. De voornaamste reden, zegt het blad, waar om iemand gaarne lieeft, dat zijn vrouw ook in den winkel werkzaam is, is deze: dal het zeer veel waarde heeft, iemand om zich heen te Leb ben, op wien men ten voile vertrouwen kan. In andere winkels is de reden voor de aanwezig heid der echlgenoote gelegen in de soort artike len, die verkocht worden, aï in het erkennen van hel feit, dat vele klanten er door gevleid zijn, dal de vrouw van den winkelier haar zelf ontvangt en komt vragen, wat ze verlangen, om ze (daarna zelve le helpen. Bij andere firma'si Weder i,s de vrouw in den winkel ,tcin einde het salaris van een bediende uil 11 winnen. Waarin beslaat echter hel voordeel van haar mede-Werkzaam-zijn; bestaat dat voordeel werke lijk of is liet maar denkbeeldig? Hel antwoord op deze vraag kan niet anders, luiden, dan dat de tijdelijke aanwezigheid van de vrouw in de zaak voor den eigenaar van het hoogste belang kan zijn, vooropgesteld natuurlijk dal, de aard der zaak voor vrouw el ijkte hulp ge- lschikt is. In de eerste plaats is zulk een vrouw niet al leen teen [medewerkster, maar ook' een mede'strijd- sler, met wie hij alle zakelijke aangelegenheden en zorgen openlijk bespreken kan, zonder dat hij bevreesd behoef! te zijn, verkeerd begrepen, of, wat nog erger is, vervelend te worden. Zulk ©en vrou|w heeft niet alleen den wil maar ook de macht te kunnen raden en helpen en zij zal hierloe des te eerder bereid zijn, en dus te 'ij'v-en riger alles in het werk stellen om vooruit te komen, ome al zij weet, dat ze alles voor haar eigen belang doet. De plaats van de vrouw in de zaak moet zóó zijn, dat zij de autoriteit van haar man represen teert. Niet als ondergeschikte, doch als gelijk staande, die zich echter vrijwillig onder het gezag van haar „heer en meester" stelt, moet zij zicjr aan hel personeel voordoen. Meer nog dan op kennis, komt het aan op tact, die hel haar moge lijk doet maken haar ontegenzeggelijk moeilijke positie ten voordeele van de zaak aan te wen den. Zij moet trachten le vermijden, dat onaange name kwesties van welken aard ook, hetzij ze op de zaak of op hel hui f.iouden betrekking heb ben, in tegenwoordigheid van het personeel wor den besproken. Zij moei het „gezag van haar echtgenoot" zoowel binnen als buiten de zaak, legenorver het personeel alsook tegenover die klan ten weten te bewaren en ie versterken. Zij zal voornamelijk de juiste verhouding tusschen haar man en het vrouwelijke personeel weten te be palen, een verhouding, die in vele gevallen, bui ten beschouwing aan wien de schuld daarvan ligt, nog dikwijls veel le wenschen overlaat. De derde bezigheid van de vrouw bepaalt zich over het algemeen tot die van kasihoudster, of die van vertegenwoordigster of ontvangdamt In beide gevallen is zij voor liaai" man een nie gemakkelijk te vervangen hulp. AL heelt me? ook nog zoo'n prachtig' controlesysteem aan de kas, och kunrei zich in iedere aik geva len voordoen, dal de kashoudsler de verzoeking niet weerstaan kan en hoe geraffineerder het systeem des te geraffineerder is ook de zwendelarij en het bedrog. Houdt .echter de vrouw de kas, a.l is het ook maar op bepaalde uren, dan heeft eenerzijds de winkelier de volle zekerheid, dal er geen onvertrouwde persoon aan de kas zit, terwijl anderzijds een mogelijk bedrog veel spoe diger ontdekt kan worden. Als vertegenwoordig ster of ontvangdame zal zij in het bijzonder kun nen werkzaam zijn in die afdeelingem, die voor namelijk door dames bezocht worden, dus in de dames- en kinderconfeclie, in de lingerie-afdee:- ling enz. Hier zal zij haar echtgenoot geheel en al kun nen 'vertegenwoordigen, daar het, vooral vóór de belere clienteele, aangenamer is mei een dame dan mei een heer haar verlangen te hespre ken, inzonderheid daar, waar hel meer intieme kleedingslukken ge'.dt. In deze afdeelLn.gcn is het niet voldoende, dat de klanten ontvangen wor den, de dames wenschen ook in dien regel mei raad en daad bijgestaan te worden bij het doen van haar inkoopen en daarom is hel beslist noo-1 dig, dal de vrouw verstand! van toilelkwesiiön, en chic bezit. Ook moet de vrouw het niet beneden haar waardigheid achten zelf do klanten te helpen bedienen, waar het deftige of groole klanten betreft, of wanneer het bijzonder druk in de zaak is. Zij kan zich in deze afdeelingen tevens zeer verdienstelijk maken, door haar man behulpzaam te zijn bij den inkoop voor de in deze rubriek' benoodigde artikelen, of het hem zóó gemakkelijk te maken, dat zij hem dit werk geheel uit dc haiH den neemt en zelve voor den inkoop zorgt. Er dient echter goed rekening te worden ge houden met het karakter en de geaardheid van le (vrouw. Heeft zij geen zin en geen begrip om aan [de [zijda Ivan haar man werkzaam te zijn, dan is het veel beter, dat zij niet in de zaak werk zaam is, want een onvergenoegde medewerkster zal meer schade dan voordeel voor d'e zaak zijn en kies mans eigen ijver doen verflauwen. De reden, waarom zooveel vrouwen er niet toe kunnen besluiten, haar mannen in de zaak ben btulpzaam te zijn, zelfs niet dan, wanneer zij overLuigd zijn dat haar medewerking van groot nul zou zijn, of wanneer gebleken is, dat zij voor dergelijk werk bepaald zeer geschikt zijn ligtl groolendeeis in de bekrompen, maatschappelijke ideeën, Klie men vooral in kleinere en middelsoort steden is toegedaan. De daar in den regel lieer- ischende meening, dat men met een dame, die „voor haar brood werkt" niet kan omgaan, houdt en vele winkeliersvrouwen van terug haar man-i nen bij hun dagelijksch wwerk in den winkel be hulpzaam te zijn. Deze misplaatste begrippen moesten echter met wortel en tak worden uitge roeid door de gezamenlijke verstandige winke liers,vrouwen en wanneer ze in deze kweslie zoo wel binnen als builen de zaak tactvol wisten op te treden, zouden ze na een korten strijd stellig als overwinnaresscn uil den strijd treden. Niet onvermeld mag ten slotte worden gelalen, dal er óók gevallen voorkomen, waar de vrouw buiten de zaak haar man van meer nut kan zijn, en dit is, vooral dan Het geval wanneer zij fde kunst verstaal haar maal schappelijke relaties op directe wijze ten voordeele van de zaak aan te wenden. Menig jong, öngelroutwd koopman vraagt zich' af, wat voor vrouw hij toch nemen zal, om tege lijkertijd een echtgenoole en tevens mede-werk ster in zijn zaak te hebben. Het is onmogelijk, hierop een bepaald anty oord te geven. Er zijn een massa winkeljuffrouwen, die juist door hef aangaan van een huNvelijk hopen van haar te genwoordige werkzaamheden ontslagen te wor den, ler'wijl daarentegen weder menige vrouw uit een andere levenssfeer met vreugd© die gelegen heid zal aangrijpen, in den "winkel mede werk zaam te zijn, eenerzijds uit liefde voor haar man, anderzijds omclal liaaa' natuurlijke aandrang haar daartoe aanspoort. KLEI EK ZAND) De heel© Bodem van ons vaderland is ©eft verwetringspi cdukt van gesteenten, en d-.-zft ff door ECREVISSm Herin aft °n ver sch rokken van aard, was meer I1]eu.WSfm,1^5,T,. .aV,.bevi'ees(l. Martha, eene vrouw, en daarentegen, schroomvallig a]s CCIll. Troesde datgene te vernemen, Wat de oude jlbrave herder zoo geheimzinnig iiet voorge voelen. In deze spanning bleven de drie per- ljonen een oogenbhk spiakeloos.... De grijs aard kon slechts met de grootste moeite be- ülissen tot het s-01';!1 vau c]_en hemelschen •vrede, welke tot op dit oogenbhk m de berg- woning geheersclit liad. Eindelijk begon hij in dezer voege: Kinderen, gü moet zeker belet liehbeu, •tlat liet hooren uitspreken van den naam des •vreemdeling^ n'ü m^n of meer ontstelde, boe tzeer ik ook gepoogd heb, mijn ontsteltenis 'te onderdrukken. Gij weet, dat in de omstre- Iken van Schinnen samenscholingen van mail men bestaan, die op roof en buit azen; die, om hun doel te bereiken, stroomen bloeds vprgieten; die de meest Godtergende vein zerij en schijnheiligheid met eene wraakroe-j pende goddeloosheid paren! O, liet zijn ge-' drochten, wier hart toegankelijk is voor alle edelmoedige gevoelens! Gedrochten, welke voor de samenleving een geesel, voor het menschdom een schande zijn! Kent gij hen nu, uit deze schets, mijne kinderen? De Bokkenrijders!.... De Bokkenrijders!... riepen beiden te gelijk met afgrijzen! Ja, de Bokkenrijders, herhaalde de grijs aard; gij hebt ze genoemd, en weet waartoe deze uitgezonderde booswichten in staat, zijn! Ik zal de wonde niet losscheuren, welke de openbaring hunner gedroehtelijkheid u eens sloeg, maar ik moet u die kerels leeren ken nen, opdat gij wetet op uw hoede te zijn. Wilt ge nu weten, waarom die gedroch ten vooral gevaarlijk zijn?.... Omdat zij hunne boosheden dermate achter het masker van deugden en godsdienst weten te verbergen, dat, diegene, welke niet beter weet, ben voor heiligen zou aanzien! Wie kent hunne perso nen? Wie hunne instellingen?Waar hou den zij zich verscholen, opdat de arm der ge- lechtigheid op hen niet valle?.... Zie, Herman, t voorgisteren Steven Doodrijk van e,e!1( ze '.®n dood verlost, hem als een vriend, v. al zeg JK, als een broeder bejegend en be handeld. Gij hebt hem hooren spreken van God, van plichten, van dankbaarheid, alsof! hij Cto<«, plichten en dankbaarheid in zijue ziel geprent droeg!.... Nochtans is het zeer goed mogelijk, dat gij een slang onder uwen' boezem verwarmt, dat gij den hoofdman der Bokkenrijders gered en gehuisvest hebt. Onmogelijk, onmogelijk! riep Herman uit, terwijl 't koude zweet hem langs zijn aan gezicht afdroop; voor zulke afschuwelijkheid kan Steven Doodrijk niet bekwaam wezen, tenzij de hel hem heeft gebaard! Onmogelijk! roept gij uit, mijn zoon, her vatte de priester met aandoening, en een me delijdende glimlach begon op zijn lippen te zweven, er was voor mij ook een tijd, dat ik deze mededeeling' zoude bejegend hebben met liet woord onmogelijkLater lieeft de on dervinding mij geleerd, liet woord onmogelijk met spaarzaamheid te gebruikenOm u niet te verschrikken, sprak ik even in den zin der mogelijkheid, thans moet ik u rond uit zeggen: Herman, mijn zoon, gij hebt een slang onder uwen boezem verwarmd! Gij hebt Steven Doodrijk, den hoofdman van de Bokkenrijders, gered en gehuisvest! Gij wilt ongetwijfeld bewijzen hebben; ik zal ze u geven. Had de bliksem de kinderen getroffen, zij zouden min verpletterd zijn geweest dan zij nu waren, bij bet hooren dezer stellige beves tiging! Hunne tongen kleefden tegen de ge hemelten; hunne lippen beefden; hunne tan den klapperden met geweld! De priester zag deze ontsteltenis; hij had ze zelfs wel voorzien en gebruikte enkelijk dit geweldig middel, ten einde de kinderen des le beter te stemmen tot voorzichtigheid. Nochtans was de spanning te hevig, dan dat, hij ze lang liet duren. Hij sprak diensvolgens met kalmte voort: Gij moet begrijpen, mijn dierbare kinde- j ren, dat ik eerst liet ergste geopenbaard heb. Daar gij het gevaar kent laten wij bandelen met koelbloedigheid over de behoedmidde len. Op dit oogenblik is. veel overleg, voor-1 zichtigheid, in allen gevalle onverschrokken- beid noodig; neerslachtigheid,... die komt in het geheel niet te pas! Als de booze waakt, mag de vreedzame niet slapen! Maar, veroorloofde zich Herman te be merken, wat bewijst u, dat Steven een mon ster is, bij wien alle menschelijke gevoelens zijn uitgedoofd? De dieren, door enkele na tuurdrift geleid, toonen zich wel dankbaar jegens bun weldoeners; zou Steven dan be neden de dieren gedaald wezen?.... Dat komt mij onbegrijpelijk voor; daarom riep ik uit: Onmogelijk! Onmogelijk!... Nochtans, mijn zoon, hoe bedroevend het ook zij, die beteekenis te moeten doen, is het zoo gesteld met sommigen nienscben; wan neer zij de rede der verstandsvermogens, en al de gaven, waarmede Gods milddadige hand hen zoo rijkelijk beschonk, misbruiken om ze enkelijk ten dienste hunner driften te bezi gen; als de oogen blind zijn voor de werken des Scheppers; als de ooren doof blijven voor alle vermaningen van geestelijke en wereld lijke overheden, als de mensch ziehzelven verhardt in de godlooehening, dan is geen dier op aarde gevaarlijker als hij! Ja, dan wordt hij gedrochtelijker, naarmate hij met meer geestesgaven verrijkt is geworden. Is er dan geert beternis te hopen van wege dien man? viel Martha sidderende in het gesprekWaarom nu reeds wanhopen, alsof God niet almachtig ware? Ik wanhoop nooit, mijne goede kinde ren; beoordeel den mensch uit zijne werken, en veroordeel niemandEr ware een won der des hemels noodig om Steven Doorlrijk op den weg' der beteruis te brengen en God doet alle dagen geen wonderen! De mensch, in wiens kinderhart goede grondbeginselen gelegd worden, mag nog zoo groot booswicht worden, van tijd tot tijd komen de jeugdige herinneringen van deugd en onschuld voor zijn geest spelen; er blijft altijd nog eenhoop- straal! Dusdanig is bet evenwel het geval met Steven niet; als kind werd hij voorbe reid tot dien post, welke hij eenmaal beklee- den zou; hij zou Bokkenrijder zijn! Om dit doel te bereiken, doofde zijn goddelooze va der de laatste deugd vonk nit, die onder den kinderlijken boezem lag te smeulen. Hij leer de ook zijn zoontje den eerbied voor hef eigendomsrecht behandelen eti aanzien als een bijgeloovigheid. Als jongeling werd bij in de kunst van veinzen opgeleid. De hoog moed en de wanhoop wierpen den vader van Steven berouwloos in de banden vnu zijn vertoornden rechter! De vader v s ©en zeef groot booswicht, nochtans mi" .tij slee) als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5