IDE BOKKENRIJDERS
BUITENLAND.
Sociale Berichten.
Groote Houtstraat No. 44.
Tefief. no! i@l.
interview met Kardinaal
Van Rossum.
Landbouw en Visscherij.
Mu Ron litföreiüé
J. HUIZING.
iinpwt Jtsfiericsais Shoe'si
Restanten.
N OF O BI s5
Haapleni"lrusse!>
estanten<
feuilleton
1
59
IN HET land van valkenberg.
1)8)
NIEUWE HAARLErtSCHE COURANT
1 II3 Romeinsehe ecri espor.d ut, v|ain' de
Hti iehspcsl" lieeft een interview gehad met
i!r. lini. Kar din aal ,Van Rassurn betreffende
.et Eucharistisch Oongtes ,t» (Weenen; en
•et „Centrum" meldt er een en au.Ier van.
In de nabijheid van het hoofdstation aan
,:en buitenkant der eeuwige stad in de Via
iel Statute, zoo begint de corr. zijn ba-
ie hl ijving, bevindt zich het huist da,t Je
!alliina,a.l bewoont.;
Een ter bovenste verdiepingen van het
front© huurhuis vormt de woning' van den
'tardinaia.l, en zou er niet een brievenbus ha,n-
'jen, waarop eenvoudigweg: „Kardinaal Van
[tos sum", dan kon men nieft vermoeden, dat
■lier een kardinaal der Kerk woont. Een
iitnaaï |doet epen, men treedt in een cenvou-
lig voorvertrek en dab in e n even gewonen
lalpn
(dj) den drempel der ontvangkamer trad de
kardinaal mij tegemoet. Met een gebaar van
Innemende beminnelijkheid hee.te hij mij we'-
korn. Wie dezen hcogen kerkvorst, die tij
den s het Congres te Weenen als Legaat des
Pausen de vooruaiamst© gast der keizerstad
tal zijn, gezien en zelfs maar weinige mi
nuten gesproken heeft, zal het absi-crde in-
Kier van die persstemmen1, die het Congres
tot eiken prijs het stigma van een poditie-
ken wapenschouw willen opdrukken. M,e:n
tiet en gevoelt: Zijn Eminentie is geen poli
ticus, althans niet in do beteekejiis der libe
rale dagbladpers, geen Mach avelli in liet
Kardinaalspurper zoica s de soo.aal demöera-
ti.sidie peis va,n Wie®nein zich hem yoiotrstslt....
kien ziet en gevoelt dat men bij' dezen
Vorst der Kerk met een edelen gialperdetni
en godvruchtigen man heeft te deen, die ge
heid en al leeft yoou .de groote belangen
en de taak der Kerk en door het stof der
politieke arena niet wordt besmet. Zijn mid
delgroot©, jeugdige, elastische, wat minder
dan middelmatige gestalte heeft iets inne
mends, evenals zijn op-en gelaat, waiaruit
M'iendelijke oogen door brilleglazen wrs'an-
flig en warm de wereld inzien.
..Men zou zeggen, dat de eenvoudige natuur
lijkheid van zijn wezen iets Ocsitenrijksch
aan zich heeft, meent de potty.
De Kerkvorst g'preekt vloeiend Duits dl
en tijdens ons onderhoud, dat ook in liet
IDiaitsch werid. gevoerd, liet slechts ztelden ©n
ook dan nog alleen een bijna, onmerkbare
bijzonderheid van uitspraak zien, dat 1de wieg
ya.jn den Kardinaal niet in Duitseh'and maar
in Nederland stond-
Na eenige inleidende woorden kwam de
kardinaal over het congres te spraken en
jv?rd de vtoaiag gesteld, of Zijne Eminentie
'eenen reeds kende.
,,lk ben", z!ob antwoordde de Kardinaal,
„voor eenige jaren ter gelegenheid' van' het
feest voor den Hf P. Clemens Maria, Hof-
kauer te VVoenen geweest en heb een zoo
•goede herinnering aan ds heerlijke keizers-
stad bewaard, dat dit mede een der rede
nen is- waarom mij de hoog©onderschei
ding, die mij door mijn benoeming gewerd,
bijzonder verheugde.
„Uw Weenen is een z:eer schoons stad, ook
aan de bewoners denk ik met genoegen. Dla,t
zijn opgewekte, vriendelijke menscbcn, die
gaarne anderen van dienst zijn.; Ik ka,n dus
niiet begrijpen, wat sommige buitenlandsobe
bitaden schrijven over een politieke demon
stratie, door welke het religieuze feest zou
w orden gestoord."
„Dat zijn phaimbasieën, Eminentie", ant
woordde de corr., geen Weener zal zich lee-
liien tot iets, wat de reputatie van Weenen
alts meest gastvrije stad van Europa zou
kunnen schaden.
„Dat geloof ik ook, het moet immers alle
Weeners verheugen dat duizenden uit alle
blinden in uw heerlijk© stad samenkomen
pltn haai' roem in de wereld uit, te dragen."
Z,Eminentie sprak yervolgienis over de deel
name van den keizter en zijn Huis, aan liet
Ckmgyeis, waarop de corr. erop weesi, dat
zf.MI zijn 82ste levtensjaar heeft volbracht.
Hejc gesprek k-watn idan op de plaats, waar
liet Congres gehouden wo.:kit en de Kardinaal
beide
„Wieenen geldt ook in het buitenland als
dön der best. bestuurde steden. Ik geloof, dat
liet tegenwoordig© regime z'ch daarbij grom
yterdiensten verworven heeft.
„Ik heb ook uw overleden; burgemeester
UK Lueger, gekend; ik sprak' hem indertijd
tij mijn bezoek alan Wleencn. Hij wa.s reeds
1jdend en kwlam toch in de St. Stefanuskerk.
Ondanks zijn ernstige ziekte Verried alles
aan hem den man van! beteekönis. Het is1 te
begrijpen, dat de inwoners van Weenen hem
zoo warm genegen waren."
„Het verblijf te Weenen zal ditmaal Van
Uwe Eminentie groiote inspanning vergen,
vooral op den dag, waarop Uwe- Eminentie
aan de processie deelneemt en in vtol or
naat op den „auszePeU Burgtor" da Hl Mis
zal lezen."
„Ik geloof" keide de Kardinaal met teen
vriendelijk afwerend gebajar, „dat de inspan
ning van de vele- 'duizenden, die reeds uren
tevoren in de straten wachten of hun plaats
moeten bereiken, zeer Veel groeier Zal zijn1.
Het verheugt mij, dat Vrouwen die tr,gen dezie
vermoeienissten nauwelijks bes't.aind zouden
zijn, ia,an de processie zelve gteen' deel ne.-
meU. Het zotu' treurig wezen, indien de s'tem-
ming dier groolscihe manifestatie Van gods
dienstzin door ongelukken1 w;erd Verstoord"-
„Men kan in' de org'ahiseerejndo werkzaam
heid van het Wteener Oentraal Comité Voille
vertrouwen hebben. Alles zal gedaan wor
den, om een goed geordend en waardig .Ver
loop dezer reusachtige katholieke be'o.oging
te waterborgen."
„De activiteit der heeren. die vjatn de ver
schillende comité's doel uitm.aken, meet in
derdaad aanstekelijk zijn. Die deelname 1st
enorm. „Dit Congres zal het schoonste zijn,
dat ooit werd gehouden, en wajarscunjnlijk
zal het niet licht worden overtroffen. Ik
twijfel niet, of dit Congres! zal schitterend
wezen, maar ik weet ook, hoeveel moeite en
toewijding het vereischt, ,Ook da heeren v|an
'de pers zijn niet te benijden."
„Ja-, Eminentie, ons wacht Veel arbeid.
Maar dat deert ons niet, indien wij daarmede
het, onze kunnen bijdragen tot een maicjhtig
welslagen. De katholieke pers vlan Oostenrijk
is sinds maanden roet ijver voer het Congres
in de weer. Wiel heeft deze arbeid herhaal
delijk de aanvallen te verduren dergtenefn,
die aan het bijeenkomen v;an dit Cbngros
absoluut andere dan re'igieuse motieven toe
dichten.
„Het Valt moeilijk", antwoordde de Kardi
naal zacht, „verband te zoeken tuesichen 1de
gewone politiek van den da,g' met de aan
bidding van liet Allerheiligste Sacrament des
Altaars. Maar mensehen, die liet niet Voe
len, dat de eucharistische Congressen1 een
zuiver katholieke godsdienstige aangelegen
heid zijn, een Vrijmoedig' getuigenis van alle
katholieken Voor de ©ene gedacht-a en het
eene geloof ajaii de heilige Eucharistie,
zullen het nooit begrijpen. Zij zullen daar
•altijd wat anders achter zoeken en t;n shot
te datgene nieenen te vinden, walt zij vinden
willen."
Met deze veelzeggende uiting yaU d n pau
selijken Legaat meen ik d.e wedergave van
het onderhoud te kunnen besluiten. De Kar
dinaal roerde nog' Verschil lende, niet onmid
dellijk het Congres bettrefferde, zaken alan.
Tot afscheid zei.de mij kardinaal Van Ros
sum-op zijn innemende hartelijke wijzte: ,,Tk
hoop u in elk geval bij het OongTtes in Wiee
nen' terug' te zi«#i en dos nu reeds mijn
groeten aan de Wieener bevolking."
Ik verliet de eenvoudig® woning in de
Via dell© Statute met liet. bewustzijn, een
persoonlijkheid te hebben leeren kennen, dien
men door hem te kennen, ook Zou leerenl
hoogschatten, ad droeg hij niet het purper
der Karninaien, maar een Veel nederiger ge
waad.
Opleiding voor Journalistiek.
Aan de universiteit van Cork is een drië-
jaarlijksche cursus verbonden voor studen
ten, die plan hebben zich te wijden aan de
journalistiek. De „Syllabus" van den cursus
wordt medegedeeld in het nummer van Juli
jl. van de officieele Gazette van het college.
Een kort artikel van Sir Bertram Wiudle
over „Voorbereiding tot de loopbaan van
Journalist" vormt de inleiding.
De journalist gelijk-hij-zijn-moet zegt Sir
Bertram Windle, moet een hij uitstek wel op
gevoed man zijn. Hij moet veel weten over
letterkunde, geschiedenis en economie (staat
huishoudkunde), ook vooral over de consti-
tioneele, politieke en eonnnercieele geschie
denis van zijn land. Ook in de aardrijkskun
de moet hij sterk staan. Vreemde talen, logi
ca en een aanmerkelijke dosis van weten
schap mogen hem niet vreemd zijn, of zoo
hij ze niet heeft, moet bij ze zien te verkrij
gen. Boven alles moet bij zich voortdurend
oefenen om zijn eigen taal zoo volmaakt mo
gelijk te schrijven.
De cursus van drie jaren aan het Univer-
siteits-college zullen den student de noodige
uitrusting meegeven en hem maken tot een
welonderlegd, gemakkelijk schrijvend jour
nalist; en heeft hij daarenboven nog de ver-
eischte aangeboren gaven (want ook de echte
journalist wordt journalist geboren* niet ge
maakt), dan zal hij geschikt zijn voor elk
werk, dat zijn chef hem zal toevertrouwen.
Een katholiek journalist moet bij en bo
ven en in dat alles nog katholiek zijn en dit
is ook nog zoo gemakkelijk niet.
Corsikaansche bloedwraak.
De beroemde Corsikaansche „Vendetta" is
nog niet uit de wereld verdwenen. Het laatste
geval van bloedwraak heeft, zooals d,e „Illustra-
•zione Italiana" vertelt, kort geleden plaats ge
had. De Cinardimi's hadden van de Turioli's een
stuk land gekocht voor 5000 francs. Zij betaal
den 4500 franes en schreven voor het resteeren-
de bedrag een wissel. Toen echter de oogsttijd
aanbrak en de Turioli's zagen, dat het zaad op
bet door hen verkochte veldi reeds opgekomen
was, hadden zij zoo'n groot berouw van hun
daad, dat zij, onder voorwendsel, dat de koop
som terstond geheel voldaan had moeten wor
den, de woning der Oinardinïs binnen stormden
en 2 leden dezer familie doodden. Dit was na
tuurlijk reden genoeg voor een „vendetta" en
kort daarop vermoordden dan ook twee Oinar
dini's in een hinderlaag twee leden van de
familie Turioli. Nu stonden nog slechts twee
Oinardini's tegenover twee Turioli's. Daar de
„vendettain ieder geval voortgang moest heb
ben, maar de Turioli's zich te zwak gevoelden
om het tegen de veel sterkere Oinardini's op te
nemen, wendden de eersten zich om hulp tot
een bende bandieten. Een der rooverboofdman-
nen, Pietro Giovanni, verklaarde zich bereid as
sistentie te verkenen, doch onder voorwaarde,
dat de Turioli's hem hun eenige zuster, een
beeldschoon meisje, tot vrouw gaven. Na een
langdurigen familieraad, werd het verdrag ge
sloten. De roover werd daarop door de Turioli's
tot een bezoek in hun woning uitgenoodigd en
daar vond onder gezang en dans de verloving
plaats. Pietro Giovanni straalde van geluk en
zijn bruid had de schilderachtigste kleeren aan
getrokken. Plotseling riep zij haar verloofde bij
zich. Een van ha ar sierlijke schoentjes knelde
een beetje; zij verzocht daarom haar verloofde
haar schoen en kous uit te trekken. De roover
knielde galant en bukte zichvoor hij pchter
haar fijne huid had aangeraakt, had zij hem
een revolverkogel door de slapen geschoten. Zijn
met bloed bevlekt lichaam werd door de broe
ders der moordenares 's nachts voor den drem
pel van de woning der Oinardini's neergelegd.
Zij hoopten daardoor den schijn te wekken, ilsof
een der Oinardini's den roover vermoord had;
en inderdaad werd de jongste Cinardini onder
verdenking den moord gepleegd te hebben, ge
arresteerd en voor het gerecht gedaad. Zoo wit
als een kaars stond de beklaagde, die bijna nog
een kind is, voor den rechter van instructie til
hij zou zeker, daar hij hardnekkig bleef '.neg
gen, veroordeeld zijui, indien niet een ander den
mond had opengedaan en de geheele tragedie
blootgelegd.
Be veiligheid ter zee.
Dezer dagen is hel verslag openbaar gemaakt
van de commissie van den Board of Trade voor
de handel,smarme, mei betrekking lol dc maat
regelen om de veiligheid Ier zee to verhöogen.
De commissie wijst in haar rapport op de
noodzakelijkheid om Ie voorzien ia de noodige
plaatsruimte in booten of op vloden voor alle
opvarenden aan boord der zeeschepen. Zij lce-
kenL daarbij echter, met het oog op de onder
vinding bij- de ramp, vau do „Tilanic" het vol
gende aan:
„He! voorgevallene bij den ondergang van de
„Tilanic" heelj aangetoond, hoe buitengewoon
moeilijk hel is, zelfs bij kalm weder, om op
schepen, die een grool aanljal passagiers vervoe
ren, len volle gebruik l',e maken van die voor
handen ruimte in lle s'°epcn. Daardoor winlf,
de meening nog meer aan kracht, die wij reeds'
in ons rapport van 4 Juli 19H ujtjen, n.l. dal
alle mogelijke voorzorgen moeien worden ge
troffen, opda'j bij eenig ongeval het schip drij-'
vende kan w orden gehouden en over deugdelijke'
middelen Ibeschikl pm zich ineljhet land o' anderei
schepen in verbinding te sCjellen. Wij vcrirou-,
wen dal hierdoor de veiligheid der passagiers
hel. best, zal worden verzekerd en het is dan ook
met groot; genoegen dat wij kennis namen van
het besluit, van den Board oï Trade om eene
commissie ie benoemen, di? een onderzoeik moef,
instellen na.ar een. deugdelijke verdpcling dier
handelsschepen door walerdieihte schollen" i'
Van het gebruik' van een kijk'er door den'
man [op den uitkijk, s|t,elt de commissie zich
niet veel voor. Het gezichtsveld wordt daar
door beperkt en heft zou dan wel eens, kun
nen voorkomen dat men icijs over het hoofdi
zou zien, wa,t men mef, het bloote oog zou
hebben waargenomen.
Ook van zoeklichten moei', de commissie niet
veel hebben, wegens de daaraan verbonden na
doelen, zooals de verblindende uitwerking aan
boord (van andere schepen en de mogelijkheid! dat
daardoor de scheepslicht en 'worden verduisfprd,
een misplaal^ gevoel van veiligheid, en het ge
vaar dat zoeklichten worden aangezien voor
kustlichfien jof de 'waarneming van werkelijke
kunstlichten voor voorbijgaande schepen onmo
gelijk' zullen maken.
Groot gewicht hecht de commissie echter aan
hiet gebruik der draadlooze 'telegrafie en zij steil
daaiom ook voor, dat al te schepen in de buiTjen-
landsche vaart, onder Engelsche en vreemde vlag,
d!e reizigers vervoeren van en naar Engelsche
hastens, zoodra het aarfpl der opvarenden, de
biemannmg inbegrepen, meer dan 50 bedraagt,
zulten moeten zijn voorzien van een j.pestel voor
draadtooze telegrafie.
Op die schepen zou da,n minstens één deskun
dig telegrafist moeten zijn geplaatst, terwijl er
•ondier de bemanning de noodige ad.s is teutten moe
ten worden gevonden, om een voortdurende
wacht bij hel toestel te houden bij afwezigheid
van den telegrafist. Die adsistentem behoeven
niet in sCpat Ie zijn allerlei draadlooze berichten
over te seinen of te ontvangen, maar moeten
(Slechts voldoende op de hoopje wezen om t©
kunnen onderscheiden, wanneer er om hulp ge
vraagd wordt of hd, tee,ken van gevaar wordt
gegeven.
Wat dfe kwestie van de le volgen routes be
tref',, meent de commissie, dat de ondervinding
heeft geleerd dat de gevolgde praclijk tot over
het geheel goede uitkomsten heelt geleid. Zij
stelt echter voor, dat de Engelsche regeering in
de maand Maart van elk jaar ten noorden van
de routes behoorlijk uitgeruste schepen zal sla-
tkmneeren om de noodige gegevens te verzame
len betreffende den ijsgang in den Atlanlischen
Oceaan.
DE VROUW IN DE ZAAK?
Is hel aan te bevelen, dat de vrouw Van den
'winkelier in de zaak werkzaam is? is een vraag,
die het vakblad „De Manaifacturier" heeft opge
worpen en tevens te beantwoorden poogt.
De voornaamste reden, zegt het blad, waar
om iemand gaarne lieeft, dat zijn vrouw ook in
den winkel werkzaam is, is deze: dal het zeer
veel waarde heeft, iemand om zich heen te Leb
ben, op wien men ten voile vertrouwen kan.
In andere winkels is de reden voor de aanwezig
heid der echlgenoote gelegen in de soort artike
len, die verkocht worden, aï in het erkennen
van hel feit, dat vele klanten er door gevleid
zijn, dal de vrouw van den winkelier haar zelf
ontvangt en komt vragen, wat ze verlangen, om
ze (daarna zelve le helpen. Bij andere firma'si
Weder i,s de vrouw in den winkel ,tcin einde het
salaris van een bediende uil 11 winnen.
Waarin beslaat echter hel voordeel van haar
mede-Werkzaam-zijn; bestaat dat voordeel werke
lijk of is liet maar denkbeeldig?
Hel antwoord op deze vraag kan niet anders,
luiden, dan dat de tijdelijke aanwezigheid van
de vrouw in de zaak voor den eigenaar van het
hoogste belang kan zijn, vooropgesteld natuurlijk
dal, de aard der zaak voor vrouw el ijkte hulp ge-
lschikt is.
In de eerste plaats is zulk een vrouw niet al
leen teen [medewerkster, maar ook' een mede'strijd-
sler, met wie hij alle zakelijke aangelegenheden
en zorgen openlijk bespreken kan, zonder dat hij
bevreesd behoef! te zijn, verkeerd begrepen, of,
wat nog erger is, vervelend te worden. Zulk ©en
vrou|w heeft niet alleen den wil maar ook de
macht te kunnen raden en helpen en zij zal
hierloe des te eerder bereid zijn, en dus te 'ij'v-en
riger alles in het werk stellen om vooruit te
komen, ome al zij weet, dat ze alles voor haar
eigen belang doet.
De plaats van de vrouw in de zaak moet zóó
zijn, dat zij de autoriteit van haar man represen
teert. Niet als ondergeschikte, doch als gelijk
staande, die zich echter vrijwillig onder het gezag
van haar „heer en meester" stelt, moet zij zicjr
aan hel personeel voordoen. Meer nog dan op
kennis, komt het aan op tact, die hel haar moge
lijk doet maken haar ontegenzeggelijk moeilijke
positie ten voordeele van de zaak aan te wen
den. Zij moet trachten le vermijden, dat onaange
name kwesties van welken aard ook, hetzij ze op
de zaak of op hel hui f.iouden betrekking heb
ben, in tegenwoordigheid van het personeel wor
den besproken. Zij moei het „gezag van haar
echtgenoot" zoowel binnen als buiten de zaak,
legenorver het personeel alsook tegenover die klan
ten weten te bewaren en ie versterken. Zij zal
voornamelijk de juiste verhouding tusschen haar
man en het vrouwelijke personeel weten te be
palen, een verhouding, die in vele gevallen, bui
ten beschouwing aan wien de schuld daarvan ligt,
nog dikwijls veel le wenschen overlaat.
De derde bezigheid van de vrouw bepaalt
zich over het algemeen tot die van kasihoudster,
of die van vertegenwoordigster of ontvangdamt
In beide gevallen is zij voor liaai" man een nie
gemakkelijk te vervangen hulp. AL heelt me?
ook nog zoo'n prachtig' controlesysteem aan de
kas, och kunrei zich in iedere aik geva len
voordoen, dal de kashoudsler de verzoeking niet
weerstaan kan en hoe geraffineerder het systeem
des te geraffineerder is ook de zwendelarij en
het bedrog. Houdt .echter de vrouw de kas, a.l
is het ook maar op bepaalde uren, dan heeft
eenerzijds de winkelier de volle zekerheid, dal
er geen onvertrouwde persoon aan de kas zit,
terwijl anderzijds een mogelijk bedrog veel spoe
diger ontdekt kan worden. Als vertegenwoordig
ster of ontvangdame zal zij in het bijzonder kun
nen werkzaam zijn in die afdeelingem, die voor
namelijk door dames bezocht worden, dus in de
dames- en kinderconfeclie, in de lingerie-afdee:-
ling enz.
Hier zal zij haar echtgenoot geheel en al kun
nen 'vertegenwoordigen, daar het, vooral vóór
de belere clienteele, aangenamer is mei een
dame dan mei een heer haar verlangen te hespre
ken, inzonderheid daar, waar hel meer intieme
kleedingslukken ge'.dt. In deze afdeelLn.gcn is het
niet voldoende, dat de klanten ontvangen wor
den, de dames wenschen ook in dien regel mei
raad en daad bijgestaan te worden bij het doen
van haar inkoopen en daarom is hel beslist noo-1
dig, dal de vrouw verstand! van toilelkwesiiön,
en chic bezit. Ook moet de vrouw het
niet beneden haar waardigheid achten zelf do
klanten te helpen bedienen, waar het deftige of
groole klanten betreft, of wanneer het bijzonder
druk in de zaak is.
Zij kan zich in deze afdeelingen tevens zeer
verdienstelijk maken, door haar man behulpzaam
te zijn bij den inkoop voor de in deze rubriek'
benoodigde artikelen, of het hem zóó gemakkelijk
te maken, dat zij hem dit werk geheel uit dc haiH
den neemt en zelve voor den inkoop zorgt.
Er dient echter goed rekening te worden ge
houden met het karakter en de geaardheid van
le (vrouw. Heeft zij geen zin en geen begrip om
aan [de [zijda Ivan haar man werkzaam te zijn, dan
is het veel beter, dat zij niet in de zaak werk
zaam is, want een onvergenoegde medewerkster
zal meer schade dan voordeel voor d'e zaak zijn
en kies mans eigen ijver doen verflauwen.
De reden, waarom zooveel vrouwen er niet toe
kunnen besluiten, haar mannen in de zaak ben
btulpzaam te zijn, zelfs niet dan, wanneer zij
overLuigd zijn dat haar medewerking van groot
nul zou zijn, of wanneer gebleken is, dat zij voor
dergelijk werk bepaald zeer geschikt zijn ligtl
groolendeeis in de bekrompen, maatschappelijke
ideeën, Klie men vooral in kleinere en middelsoort
steden is toegedaan. De daar in den regel lieer-
ischende meening, dat men met een dame, die
„voor haar brood werkt" niet kan omgaan, houdt
en vele winkeliersvrouwen van terug haar man-i
nen bij hun dagelijksch wwerk in den winkel be
hulpzaam te zijn. Deze misplaatste begrippen
moesten echter met wortel en tak worden uitge
roeid door de gezamenlijke verstandige winke
liers,vrouwen en wanneer ze in deze kweslie zoo
wel binnen als builen de zaak tactvol wisten op
te treden, zouden ze na een korten strijd stellig
als overwinnaresscn uil den strijd treden.
Niet onvermeld mag ten slotte worden gelalen,
dal er óók gevallen voorkomen, waar de vrouw
buiten de zaak haar man van meer nut kan zijn,
en dit is, vooral dan Het geval wanneer zij fde
kunst verstaal haar maal schappelijke relaties op
directe wijze ten voordeele van de zaak aan te
wenden.
Menig jong, öngelroutwd koopman vraagt zich'
af, wat voor vrouw hij toch nemen zal, om tege
lijkertijd een echtgenoole en tevens mede-werk
ster in zijn zaak te hebben. Het is onmogelijk,
hierop een bepaald anty oord te geven. Er zijn
een massa winkeljuffrouwen, die juist door hef
aangaan van een huNvelijk hopen van haar te
genwoordige werkzaamheden ontslagen te wor
den, ler'wijl daarentegen weder menige vrouw uit
een andere levenssfeer met vreugd© die gelegen
heid zal aangrijpen, in den "winkel mede werk
zaam te zijn, eenerzijds uit liefde voor haar man,
anderzijds omclal liaaa' natuurlijke aandrang haar
daartoe aanspoort.
KLEI EK ZAND)
De heel© Bodem van ons vaderland is ©eft
verwetringspi cdukt van gesteenten, en d-.-zft
ff
door
ECREVISSm
Herin aft °n ver sch rokken van aard, was
meer I1]eu.WSfm,1^5,T,. .aV,.bevi'ees(l. Martha,
eene vrouw,
en
daarentegen, schroomvallig a]s CCIll.
Troesde datgene te vernemen, Wat de oude
jlbrave herder zoo geheimzinnig iiet voorge
voelen. In deze spanning bleven de drie per-
ljonen een oogenbhk spiakeloos.... De grijs
aard kon slechts met de grootste moeite be-
ülissen tot het s-01';!1 vau c]_en hemelschen
•vrede, welke tot op dit oogenbhk m de berg-
woning geheersclit liad.
Eindelijk begon hij in dezer voege:
Kinderen, gü moet zeker belet liehbeu,
•tlat liet hooren uitspreken van den naam des
•vreemdeling^ n'ü m^n of meer ontstelde, boe
tzeer ik ook gepoogd heb, mijn ontsteltenis
'te onderdrukken. Gij weet, dat in de omstre-
Iken van Schinnen samenscholingen van mail
men bestaan, die op roof en buit azen; die,
om hun doel te bereiken, stroomen bloeds
vprgieten; die de meest Godtergende vein
zerij en schijnheiligheid met eene wraakroe-j
pende goddeloosheid paren! O, liet zijn ge-'
drochten, wier hart toegankelijk is voor alle
edelmoedige gevoelens! Gedrochten, welke
voor de samenleving een geesel, voor het
menschdom een schande zijn! Kent gij hen
nu, uit deze schets, mijne kinderen?
De Bokkenrijders!.... De Bokkenrijders!...
riepen beiden te gelijk met afgrijzen!
Ja, de Bokkenrijders, herhaalde de grijs
aard; gij hebt ze genoemd, en weet waartoe
deze uitgezonderde booswichten in staat, zijn!
Ik zal de wonde niet losscheuren, welke de
openbaring hunner gedroehtelijkheid u eens
sloeg, maar ik moet u die kerels leeren ken
nen, opdat gij wetet op uw hoede te zijn.
Wilt ge nu weten, waarom die gedroch
ten vooral gevaarlijk zijn?.... Omdat zij hunne
boosheden dermate achter het masker van
deugden en godsdienst weten te verbergen,
dat, diegene, welke niet beter weet, ben voor
heiligen zou aanzien! Wie kent hunne perso
nen? Wie hunne instellingen?Waar hou
den zij zich verscholen, opdat de arm der ge-
lechtigheid op hen niet valle?.... Zie, Herman,
t voorgisteren Steven Doodrijk van
e,e!1( ze '.®n dood verlost, hem als een vriend,
v. al zeg JK, als een broeder bejegend en be
handeld. Gij hebt hem hooren spreken van
God, van plichten, van dankbaarheid, alsof!
hij Cto<«, plichten en dankbaarheid in zijue
ziel geprent droeg!.... Nochtans is het zeer
goed mogelijk, dat gij een slang onder uwen'
boezem verwarmt, dat gij den hoofdman der
Bokkenrijders gered en gehuisvest hebt.
Onmogelijk, onmogelijk! riep Herman
uit, terwijl 't koude zweet hem langs zijn aan
gezicht afdroop; voor zulke afschuwelijkheid
kan Steven Doodrijk niet bekwaam wezen,
tenzij de hel hem heeft gebaard!
Onmogelijk! roept gij uit, mijn zoon, her
vatte de priester met aandoening, en een me
delijdende glimlach begon op zijn lippen te
zweven, er was voor mij ook een tijd, dat ik
deze mededeeling' zoude bejegend hebben met
liet woord onmogelijkLater lieeft de on
dervinding mij geleerd, liet woord onmogelijk
met spaarzaamheid te gebruikenOm u
niet te verschrikken, sprak ik even in den
zin der mogelijkheid, thans moet ik u rond
uit zeggen: Herman, mijn zoon, gij hebt
een slang onder uwen boezem verwarmd!
Gij hebt Steven Doodrijk, den hoofdman van
de Bokkenrijders, gered en gehuisvest! Gij
wilt ongetwijfeld bewijzen hebben; ik zal ze
u geven.
Had de bliksem de kinderen getroffen, zij
zouden min verpletterd zijn geweest dan zij
nu waren, bij bet hooren dezer stellige beves
tiging! Hunne tongen kleefden tegen de ge
hemelten; hunne lippen beefden; hunne tan
den klapperden met geweld!
De priester zag deze ontsteltenis; hij had
ze zelfs wel voorzien en gebruikte enkelijk
dit geweldig middel, ten einde de kinderen
des le beter te stemmen tot voorzichtigheid.
Nochtans was de spanning te hevig, dan dat,
hij ze lang liet duren. Hij sprak diensvolgens
met kalmte voort:
Gij moet begrijpen, mijn dierbare kinde- j
ren, dat ik eerst liet ergste geopenbaard heb.
Daar gij het gevaar kent laten wij bandelen
met koelbloedigheid over de behoedmidde
len. Op dit oogenblik is. veel overleg, voor-1
zichtigheid, in allen gevalle onverschrokken-
beid noodig; neerslachtigheid,... die komt in
het geheel niet te pas! Als de booze waakt,
mag de vreedzame niet slapen!
Maar, veroorloofde zich Herman te be
merken, wat bewijst u, dat Steven een mon
ster is, bij wien alle menschelijke gevoelens
zijn uitgedoofd? De dieren, door enkele na
tuurdrift geleid, toonen zich wel dankbaar
jegens bun weldoeners; zou Steven dan be
neden de dieren gedaald wezen?.... Dat komt
mij onbegrijpelijk voor; daarom riep ik uit:
Onmogelijk! Onmogelijk!...
Nochtans, mijn zoon, hoe bedroevend het
ook zij, die beteekenis te moeten doen, is het
zoo gesteld met sommigen nienscben; wan
neer zij de rede der verstandsvermogens, en
al de gaven, waarmede Gods milddadige hand
hen zoo rijkelijk beschonk, misbruiken om ze
enkelijk ten dienste hunner driften te bezi
gen; als de oogen blind zijn voor de werken
des Scheppers; als de ooren doof blijven voor
alle vermaningen van geestelijke en wereld
lijke overheden, als de mensch ziehzelven
verhardt in de godlooehening, dan is geen
dier op aarde gevaarlijker als hij! Ja, dan
wordt hij gedrochtelijker, naarmate hij met
meer geestesgaven verrijkt is geworden.
Is er dan geert beternis te hopen van
wege dien man? viel Martha sidderende in
het gesprekWaarom nu reeds wanhopen,
alsof God niet almachtig ware?
Ik wanhoop nooit, mijne goede kinde
ren; beoordeel den mensch uit zijne werken,
en veroordeel niemandEr ware een won
der des hemels noodig om Steven Doorlrijk
op den weg' der beteruis te brengen en God
doet alle dagen geen wonderen! De mensch,
in wiens kinderhart goede grondbeginselen
gelegd worden, mag nog zoo groot booswicht
worden, van tijd tot tijd komen de jeugdige
herinneringen van deugd en onschuld voor
zijn geest spelen; er blijft altijd nog eenhoop-
straal! Dusdanig is bet evenwel het geval
met Steven niet; als kind werd hij voorbe
reid tot dien post, welke hij eenmaal beklee-
den zou; hij zou Bokkenrijder zijn! Om dit
doel te bereiken, doofde zijn goddelooze va
der de laatste deugd vonk nit, die onder den
kinderlijken boezem lag te smeulen. Hij leer
de ook zijn zoontje den eerbied voor hef
eigendomsrecht behandelen eti aanzien als
een bijgeloovigheid. Als jongeling werd bij
in de kunst van veinzen opgeleid. De hoog
moed en de wanhoop wierpen den vader van
Steven berouwloos in de banden vnu zijn
vertoornden rechter! De vader v s ©en zeef
groot booswicht, nochtans mi" .tij slee) als