i t De Honderd-en-Een. I VOOR ONZE DAMES. BB HET VERSTANDIGE ROODSTAARTJE. 3» 3HE VRIJDAG 6 SEPT. 1912 No, 7926 BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE C0URAKT geu tc gaan. Eiken avond en ook overdag GEEN. MINUUT LANGER! bij storm was ieder verplicht zijn haardvuur te dooven als de klok (de eerste brandklok was in 13S1 aangeschaft) meldde: „Bluscht de vuren". Op een der torens zaten wachters om uit te zien naar sporen van brand en om de brandklok te luiden, waarop elk poorter verplicht was te hulp te komen en zich te begeven naar een der verzamelplaatsen, de poorten of wachtposten. Elk huis moest hij nacht een lantaarn met kaars klaar hebben staan, ladders en haken lagen bij kerk en stadhuis. De vuursteden en scmoorsteenen werden elk jaar door de ma gistraat onderzocht. Sommige bedrijven mochten alleen bniten de poorten plaats heb ben, andere slechts in bepaalde straten. Bij brand liepen de klepperlieden de bur gers bij elkaar en de brandmeesters schaar den al het volk. dat „de brande" liep, in dub bele rijen van den brand tot den waterkant of tot de brandton, waarbij de emmers op een hoop lagen. De scheppers vullen de loeren emmers en reikten die toen aan den eerste man, in de rij, onafgebroken gingen de volle emmers van hand tot hand langs de een» zijde en de ladders op naar de daken, terwijl de leege emmers van hoven werden neerge worpen en langs de andere zijde van de rij naar het water terugkeerden. f De brandmeesters moesten orde stellen op j de rijen, die op de maat van een lied de em-1 mers van hand tot hand lieten h poelen, zoodat hij den voet der ladders de emmers al half leeg waren. Om erger te voorkomen, namen de brandmeesters ten slotte dikwijls £om 'bier bp 1000 i halnii krjjg!eto. Het zijden pluck© v>atn dein rï orn, er ïe hïn j K.G. gerekend. Het levendigs* was het bier- j hoogen hoed is het meest voorkomend ma- De eerste brandspuit bestond uit een ko-verieer <>P het Anhalter en Bostdammer gioe-i terieelin met de hand genaaide genres, die peren ketel op een door paarden getrokken derenstSation, waar respectievelijk 27,000 en druk gevraagd wonden, genieten velvetstof, slede bii welke spuit ook emmers noodig wa-22,000 taa aankwamen. In totaal werden velourspTuche©n pluche gauffré de grootste ren cm den ketel te vullen. j 93,566 ton bier verzonden, voornamelijk op j voorkeur. Fluweel wordt slechts gedeeltelijk, Tm 1(572 vond Jan van der Heyden de slati-lie^ Anhalter, Oosten en Mcahit-station. Op meestal voor do ond rzjjden der hoeden ge- 1 I ./-Ij-» 17(1 T\ Iljvf* iV/lll fliol O ni cfn od r, A.m T7 nmj-l nd /-J ,->rr,r» -.t «1 4-./* r^.T,n/»-» »-r ÖIP gen brandspuit uit, die allengs overal werd 111 gebruik genomen. Opperman: Zoo iets is mij nu nog nooit overko men! Daar ben ik net op de voorlaatste sport en nu slaat het twaalf uur. Nu moet ik met heel dien zwa- ren last weer raar 'beneden! i de stations vap het geheele district Ber lijn wenden 101,749 ton ontvangen, d.w.z. meer dato een millioen vaten'. Die uit-Voer overschreed deze hoeveelheid echter aanzien lijk; in het geheel weridem, Berlijn medege- Een aardig verhaaltje van het verstand j rekenid, 155,740 ton of ongeveer IV2 millioea van een roodstaart] e deelt een medewerker van het tijdschrift Kosmos mede. Onlangs had hij gelegenheid te zien hoe zwolgen wondt zijnGroot-Liehterfeld. Oost een huis-remdstaartie pogingen deed, een ze-j (5152 ton) Potsdam (4413), Kpnigswuster- 1- ""'i hansen (4284), Strajusibeng (3308), Zessen (3226) en Bernau (3222). nomen, opdat deze niet al te zwaar zouiden wooden. Sa iju in vtele nieuwe kleuren, vtoor- al oak in lichte, Voor den winter tot tou Ito© nooit geziene tinten, in een veel gebruikt worden staf materiaal voor de bbjveWzSjide der nieuw© pi uchelioeden, alles ten doel heb raten verzonden. De voorsteden waarin vol- j bende, de hoeden niet omnoodig ^rwaair te gens dez© statistiek het meeste bier ver-maken. Hoeden in twee kleuren schijnen weer ~1 u A - r 4 T ■j-.'vr.'-fVv n Gd nr-4" w, rvl/1 4- .11 A A 1A - 1 4/,t4 o ker voor de eerste maal uitgevlogen jon weer in het nest bovenop het dak te krijgen. Het jong zat op de heg van een tuin, de oude zat bovenop de dakgoot van een nabu rig huis van twee verdiepingen en trachtte het jong te lokken. De poging van het kleine dier, om zoo steil omhoog te vliegen, mis lukte. Op de halve hoogte gleed het langs WELK DRINKWATER IS HET GEZONDST? modern te zullen worden: doch de laatste creaties vam toonaangevende medelfirma's zijn weder kleur op kleur gehouden: Dan iets over die kleuren: der hoieiden. Modolk'eurmi zijn Voorloopig tiUeuil, ctór- anoisin, prune, gouid (het laatste meestal met r zwart-) reebruin en marinedit laatste ie zeer merkwaardig, daar de oostuu-mmode wei den muur naar heneden op het vensterkozijn j dat drinkwater ook te zuiver kan zijn om van de eerste verdieping. Toen kwam de oude vogel naar hem toe gevlogen en vloog toen op de eenigzins hoo- gere en verder van het huis verwijderde heg. Eenige maanden ^hden meldden we b mariTlcl)W> D? te hoe de curieuze opmerking van prof. YY inkier,„ia,™. wam' den-atelie rs stellen zich echter veel voor van' eeliike conclusie deze .^alleman®"-kleur, da ar zij het best hare genjü© ooueiusie kom'th a/n s'ook !en toieuw© schoten de^ins. die die in 146 gemeenten hij 87,167 kinderen hetjï™**3^ blanw bevatten. ,Vilt speelt simls gebid onderzocht en tevens het drinkwaterslecht® een bescheiden rol en kom* Van hieruit lokte hij het jong- weer, tot het analyseerde en uit wiens onderzoekingen V1 - ssl^en hoofdzakelijk m kwam. Toen vloog hij op het onderste uit- j blijkt, dat het gebit meer of minder gaaf is, uutodene zuiver-wit,to kwaliteiten in steeksel van een erker aan het huis van den al naar het gelang het gehalte van het watermerking. Zeer vaak zien wij wittte hoeden, huurman, vandaar op het dak van den erker j wijnsteen bevat. en vandaar ten slotte op de dakgoot, aoodat j Het tandweefsel bevat enkele kalkverbin- de steile vlucht door een zigzagvlucht metdingen, die door de b. v. in groente aanwe- kleinere sprongen vervangen werd en de vo gel zijn doel, het kleintje weer in zijn nest te krijgen, bereikt zag. BERLIJN ALS BIER-CONSUMENTE. Het bierverbrui k van Groot-Berlijn wijst, enorme cijfers aiato- D© zoo juist Verschenen verkeersstatistiek der sdaatsspoionwegadmini- stratie verstrekt daarvan do volgende opga ven Op de Beriijnsche stations vpor het in tercommunale verkeer werden in het jaar, waarover verslag .wohdt uitgebracht, 53,554 EEN KALMEEREND MIDDEL'. zige kaliumverbindingen ontleed worden; het gevolg is een ontkalking der tanden; deze die alleen aian defl onderkant door een plu chen- of fluweel en rand met de hand afge werkt zijn.. Vilten bollen hebben meestal de met plucbestof gedrapeerde, min of meer op toques gelijkende modellen, die overigens zijn daardoor minder beschut tegen de ver- tamelijk zeldzaam zijn. Dit wil dus zeggen, i 7-te j-, 4- I A.A.rfiA „w 1 1 in M a.*» oMO TJ O nietigende werking van microben en zoo doende kunnen tandziekten gemakkelijker optreden. Volgens Röse wordt ook van andere weef sels het kalk gehalte geringer, wat meer lei- dat randlooz© vormen weinig of geen opgang meer maken. Over de modellen 'dit: Over het algemeen zijn alle bereden en pro fiel latoger_ (tot hiertoe waren zij en-race den zon tot het verminderende weerstands- breeder!). Zoo komt het, dat'wij weder zeer groot© hoedenafme,tingen zullen krijgen, die echter niet zoo hinderlijk meer Zijn ails_ Nloor er Grondeigenaar: Zoo man, en is je vrouw nu val beter, nu ik den dokter gestuurd heb Boer: Ja zeker, meneer. Voor de dokter kwam had ze vreeselijke pijn, maar hij heeft haar een kalmeerend middel gegeven en toen is ze dodelijk gestorvenl vermogen tegen tuberculose. Het is op dien grond, dat Röse de voor keur geeft aan drinkwater uit een kalkhou- dende bodem dan aan dat, hetwelk in gra- nietlagen voorkomt. Tegenover deze conclusie zij echter opge merkt, dat water met groot© kalkgehalte de verkalking der bloedvaten in de hand werkt en de lenigheid der gewrichten doet afnemen zal dus naar een tiwee jaren terug. De grootste breedte is on geveer 43 oM., de grootst© lengte 65 cAL Dleze giroote capelines zijn meestal geheel recht Van rainld, zooals trouwens onregelma tig opgebo'gene meer en meer vjato !t reper toire verdwijnen, Middelsoort rechte faqonS voorkomen. DE MODE IN DEN WINTER 1912—1913. er zat dus naar een middel JW ^kanten hd worden in Nmi- moeten worden gezocht, teneinde zoowel het;,- (4 schuitmodellmi, alleen, met o e„d d„ «HWW», al- <1. verkalldus 1.1 leen de bd wordt ingehaald, worden voor aankomende meisjes gebracht. Ito goedkoop© en middelsoort genres belooft men zioh vleel vata ruig wollen vilt, li omespunacht:,i g en een wollen imitatie vlato velours, dat echter lang zoo glanzig niet uitvalt als het echte velours. De „Manufaeturier" heeft een© serie be-Lewis, een der eerste Parijsche hoiedenfirma's richten over de verwachte mode voor den ko-gebruikt veel moiré en garneert bij -voorkeur menden winter. Wij veroorlooven ons enkele j met vleugel-fantaoirs. Gertnaitoe bevoorrecht over te nemen. In de eerste plaats over de wit. pluche met gekleurde zijde of zwart flu- haedenïnode. j weel. R oger brengt met de hand Ver'vlaardigde „Over het algemeen zal nu w©l hét kleine pluche-hoeden in den voren vato Engelsoh mai- en middelsoort, Engelsche heerenhoeden-mo-telots, echter meer lang dato breed. Bij Le- del met gebogen ratoid en langer profiel wis zien wij als bizonder© nouvéaiuté eemig© (datairdoor te onderscheiden van het gewone bérèttes van fluweel, liomespunvilt of zijde, heerenmodel) en met toonden bol de over- in dein vorm van platte matrozenmutsan. VOOR DE HUISKAMER Verleden Zondag, omstreeks één mor, zat pater Heinrich, een struische, stevig gebouw de figuur met een mooien blonden kop, hij mij te dejeuneer en. Hij keek aldoor maar star naar het plafond der eetkamer. Waar denkt u aan, pater? Een rilling voer door zijn leden en bij kwam weer bij. O, nergens aan..„ 't Is me net of ik altijd nog aan het sporen hen. 'tWas ook geen kleinigheidje. Twaalf dagen en twaalf nach ten aan één stuk door in den Trans-Siberi- schen te zitten! Bij me zelf ging ik toen stil weg de route na, den duur ende kosten. Ér moest wel een gewichtige reden zijn, om zoo'n reis te ondernomen. Ik wist, dat de Marianisten daar ginds in Japan vier groote colleges hadden, die bezocht werden door het puik der maatschappij: zonen van ministers, admiraals en generaalsEn ik wist ook, dat pater Heinrich naar Parijs was gekomen 'om te bedelen voor een apstolische school, die men te Wrakami wilde oprichten, om inlandsohe christenen te kweeken. Ik wist dat het arbeidsveld enorm was, ja, aanlokkelijk door zijn Teusaehtige uitge strektheid. Dat het geheele Oosten van Ja pan's houding kon afhangen™, dat de hoop op den toekomstigen oogst voor een groot deel in handen was van dien nederigen kloosterling, bijna vreesachtig bescheiden als een studentje, en toch zoo sterk door de kracht der zaohtmoedigen en volharders. Ik voelde sympathie voor hem en begon hem te ondervragen. 'tMoet wel een erg eentonige reis zijn? i Met z'n onderscheid».. De streek?™, ja, steppen en nog eens steppen en altijd weer steppen, en dan die tunnels om den Baikal 4ieen Maar de trein zelf is interessant, hui ten- gewoon zelfs. Da's me een „club", zooals een dikke Rus zei, de kapelmeester der keizerlijke garde te j St. Petersburg. Voor een krantenmensch als u zouden er heel wat studies te maken zijn op zoo'n reis Welaan, vertel eens een beetje! Hij keek op zijn horloge. Ik heb juist tijd genoeg om er m het kort eentje te vertellen. Eentje?»., zei ik gretig. Pater Heinrich begon. Ik had me juist lekker in een hoekje genesteld met de bedoeling daar mijn twaalf dagen rustigjes door te brengen met lezen, slapen en bidden, toen een Japannees mij her kende en tegenover mij ging zitten. Ik wist dat hij 'n hooggeplaatst heer was en senator. Pater, mijn twee jongens zijn hij u op het college „De Morgenster".... En mag ik hun naam ook weten?..» Konishi™. Hé, kijk.™ Konishi... twee broertjes, ja dat kan ik wel zien.™ beste kereltjes... En gaat u naar Parijs, pater? Ja... om 'nheele boel geld te bedelen. We hebben twaalf lange dagen sporens voor ons. Jammer genoeg ja.... Ik kan het volstrekt niet jammer vin den, want ik hen heilig van plan om niet zuinig van u te profiteeren. En om u dit maar meteen te bewijzen: ik zou wel willen dat u mij in den catechismus onderwees In den?... Catechismus. Is u dat ernst? Wis en zeker. Wanneer zullen we beginnen? Waarom zouden we het morgen vroeg om half negen niet doen? Den volgenden morgen om half negen zat ik juist m'n erbarmelijk slecht theetje, waar een oud verschrompeld schijfje citroen in ronddreef, te drinken, toen de senator Ko- OP HET KOFFIE KRANSJE. Dame (tot Haar fcurvróuw). De Jolktersvrö'uw zegt dat ze wam de apothekers vrouw hoegenaamd niets te zeggen weet Vriendin: Niets te zeggen? Nu s= maar dam weet ik al gesnoegi nishi voor mij opdook. Hij stak zijn hand op en in de palm zijner hand zag ik z'n horloge, dat precies kwart over acht wees. M'n leerling was dus uiterst prompt. We begonnen d&u onze catechismus-les, het Godsbestaan.... het bestaan der ziel.™ erfzon de, enz. enz. De eerste les duurde ongeveer twee uur. Toen ik klaar was, had ik geen stem meer en de waggon was vol menschen. Tot vanmiddag.™ vier uur.... als u het goed vindtzei Konishi. Afgesproken. Na zes dagen catechismus en ik ver zeker u, dat het zware lesdagen waren, want de Japanees liet niets onbegrepen voorbij gaan vroeg ik hem opeens: Maar waarom leert u toch met zooveel ijver den catechismus? Wel, doodeenvoudig om reden, dat ik in merg en heen een vaderlander hen. Ik voor mij houd het er voor, dat aJpan inderdaad 't land der „Rijzende Zon" is. 't Heeft groot Rusland verslagen., rijk Amerika doen wij ken en Engeland kwam er al niet heter af, en dat is nog maar een begin van zijn we- reldrol. Onze hoofdzorg is, op de hoogte te komen van onze zending. Welnu, geen volk kan groot zijn zonder vurigen godsdienstzin, en godsdienst hebben wij niet meer. En de eeredienst der voorvaderen dan? Meewarig klonk het uit Konishi's mond: Die is zoo vervaagd!.... Waar zijn onze voorvaderen?.... Die bovenmenschelijke hel den, die Japan's ziel hebben rijp gemaakt... leven?.... en in welken staat? Wij hebben geen enkelen godsdienst, die ons over dit alles eenig licht geeft. Én daarom zoeken wij er nu een. Daags daarna kwam Konishi op ons ge sprek van den vorigen dag terug. Bij ons zijn drie scholen. De eene voert als devies: „Den oosterling een oostersehengo dsdienst". Dat is natuurlijk het Boeddhisme. Maar: tusschen den hanrlel- gauwen Japanees met zijn vluggen, moder nen geest en den dikken, onbeweegRJkeo Boeddha, die met zijn oogen op zijn huik go- richt op het nirvana zit te wachten, ia een volstrekte tegenspraak. De tweede school helt over tot 'n vreemd soortige combinatie. Neem nit alle godsdien sten het redelijke en zet al die stukken in elkander tot één geheel. Maar dan krijgen we een harlekijnachtig roezemoes van dog ma's zonder de minste eenheid, waar het le ven natuurlijk ook zal ontbreken. Daar hen ik inderdaad hang voor. Dus schiet er niets over als hot chris tendom. En daarom zijn we er tuk op het te leeren kennen. Reeds lang vóór onze gesprek ken van deze laatste dagen leek het christen dom mij voor de tegenwoordige wereld verre-, weg de beste godsdienst, het scheen mij de' meest soliede moreele grondslag te zijn, waar-I op het keizerrijk der „Rijzende Zon" zou kunnen worden gevestigd.... Dat was sinds lang mijn overtuiging.™ en die overtuiging hebt gij nog versterkt Pater Heinrich hield op. Een geweldige ontploffing.... een kanon-i schot of zoo iets klonk plotseling in onze ooren.... heel dicht in de hnurt... Wat is dat? Ik weet het heusch niet, misschien een auto-band.™ Maar ik heb het mis. Een tweede ontplof-j fing volgde, en daarop een derde, een vierde, een vijfde en meer. Ik opende het venster, en toen begreep ik alles Daar stapte een reuzen-massa jongens en meisjes, voortgedreven door mannen in ge- kleede jas en op z'n Zondagsch gekleede da mes.... Blijkbaar hadden ze haast... ze gingen den kant der Tuileriën op.... aldus was hun gelast. Zij haastten zich, de arme kleinen, naar het standbeeld van hem, die de meest abominale misdaad tegen de toekomst bedreef. 1 Zij haastten zich naar hem, die het eerst

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 7