TWEEDE BLAD
DE BOKKENRIJDERS
Amsterdamsche Benrs.
S1/Je
Goedkoopst adres voor BANDEN en RIJWIELEN is H. J. VHM DEB WEEB, Schagcheistr. 9. Tel. 2422
BUITENLAND.
VROOLIJK ALLERLEI.
7f%
7f%
esfanfen.
Ê.m Bon Haretaé
oyonSa
SiaaiMtem-llrassel.
estanten*
DOE8DERDA6 12 SEPT. 1912.
Opgegeven door F. Tb. Everard.
ip'
FEUILLETON
IN HET LAN 0 VAN VALKENBERG
NIEUWE NAARLEMSCHE COURANT
UITVINDINGEN.
Set land, dat den uitvinders de beste kan
sen biedt op waardeering, is de Amerikaan-
sche Unie. Zelfs betrekkelijk kleine vindin
gen, maar die in eenigerlei richting te exploi-
teeren waren, hebben daar al menigeen aan
een groot vermogen geholpen.
Edison, met het groote respect, dat hij bij
zijn medeburgers geniet en den welstand,
dien hij met zijn arbeid heeft verworven, is
de typische vertegenwoordiger van den suc
cesvollen Amerikaanschen uitvinder, voor
wien iedere vinding, iedere verbetering van
een uitvinding, een bron is waaruit „green
backs" (bankbiljetten) in zijn kas moeten
vloeien.
Eigenlijk kan men zeggen, dat de kieme
vindingen in het algemeen hun auteurs meer,
in elk geval spoediger voordeel aanbrengen,
dan groote vindingen die mettertijd een heel
stuk cultuurleven zullen re vol ut ioneeren.
Velen hebben uit onaanzienlijke vindinkjes
van dingen, die niemand de moeite waard
acht er notitie van te nemen, wier bestaan
men als vanzelfsprekend beschouwt, groote
vermogens geklopt. De Amerikaansche inge-
neur William Albertrou Du Puy vertelt in
de Scientific American van een heele reeks
van zulke kleine uitvindingen, die aan hen,
die ze uitdachten geweldige vermogens be-
zorgenden.
Het Weekblad voor den Handeldrijvenden
en industrieel en Middenstand neemt er het
volgende uit over:
Zoo had iemand tehuis bij zijn vrouw op
gemerkt, hoe de haarspelden, die zij in haar
haar stak, licht uitvielen, wijl zij uit recht,
glad draad bestonden. Dat hadden vóór hem
ongetwijfeld duizendtallen anderen opge
merkt, zonder er verder over na te denken,
en zonder op de gedachte te komen, dat daar
meer uit was te halen dan uit menig Duitsch
vorsten- of hertogdom. Bedoelde „iemand"
meende, dat dat uitvallen van de haarspelden
verholpen moest worden en ook heel gemak
kelijk kon worden, en de vrouwen zelf wezen
al den weg, want zij verhogen haar haar
spelden in den regel met de vingers zoo, dat
zij beter hieven zitten. En zoo ging die
„iemand" heen en maakte op allerlei wijzen
gebogen haarspelden, zorgde er wel voor deze
door patent te besehermen, en bracht ze toen
in den handel. Binnen een paar jaar was deze
„uitvinder" bezitter van een reusachtige fa
briek van haarspelden en multimillionnair.
Precies zoo iets heeft zich voorgedaan bij
de haken en oogen aan kleeren. Het veroor
zaakte de vrouwen heel wat last en ongerief,
dat de haken zoo gemakkelijk uit het oog
gleden, zoodat dikwijls haar taille vanzelf
half openging, wat natuurlijk ver van aange
naam was. Gelukkig was er op zekeren dag
in Philadelphia een heer, die op het schoone
denkbeeld kwam haken „uit te vinden," die
wat anders gebogen waren en daardoor niet
zoo gemakkelijk loslieten, en hij zag zich
voor dezen dienst der mensclrheid bewezen,
eveneens met groote rijkdommen beloond.
Iedereen kan in zijn omgeving waarnemen,
dat 't maar zelden gebeurt, dat men een
stukje radeergom bij zich heeft. Als men nu
wat heeft uit te radeeren, dan is men dikwijls
in groote verlegenheid radeergom is een
van die dingen die nooit bij de hand zijn als
men ze noodig heeft. Dat ondervond ook een
maal een heer, weer een inwoner van de
goede stad Philadelphia en hij nam toen
het kloeke besluit het er niet hij te laten,
maar aan dat ongerief voor goed ecu eind te
maken. Hij nam een potlood, bevestigde aan
bet stompje eind een stukje radeer-elastiek
en nam op die uitvinding patent. Tegenwoor
dig worden er in de Vereenigde Staten mil-
ïoeuen potlooden gemaakt en verkocht, die
maar aan een eind gepunt kunnen worden
wijl het andere eind voorzien is van een
stukje radeergom. Het publiek is daarmee
ontegenzeggelijk een gerieflijkheid rijker ge
worden. De geniale uitvinder was echter niet
man van zakengenoeg, om zelf alle profijt
van zijn uitvinding te trekken hij was zoo
onvoorzichtig (of te ongeduldig om zijn tijd
af te wachten) om zijn vinding te verlcoopen
voor 100.000 dolar contant een nietig be
dragje voor zulk een grootsche ontdekking!
De kooper, een grootfabrikant, heeft door zijn
patent een overwicht gekregen op al zijn con
currenten en beheerscht met zijn fabrikaat
souverrein de heele potloodmarkt.
In Providence leefde een man Heaton ge-
heeten, die het niet langer kon aanzien, dat
zijn vrouw zich aftobde met de knooplaarsjes
van de kinderen. Onder dc ingespannen po
gingen van de niet al te geduldige huismoe
der om de schoentjes vlug vast of los te ma
ken, sprongen de knoopen bovendien nog ge
durig af, en in zijn ergernis over een en an
der vond Heaton een anderen knoop uit, "met
een ijzeren klemhaakje, waardoor hit niet
meer kon afspringen. En toen de uitvinder,
weer tot kalmte gekomen, tot het klare besef
kwam van de rol, die het noodlot hem in de
geschiedenis van het schoeisel had toebe
deeld, ging hij heen, verbreidde zijn uitvin
ding in de wereld en werd een schatrijk man.
In den tijd dat andere uitvinders zich het
hoofd braken met luchtscheepvaart, onder-
zeesche navigatie, draadloos telefoonverkeer
en dergelijke kleinigheden, kwam William H.
Painton van Baltimore op het zooveel groot-
schere idee een nieuwe heugelsluiting voor
hier- en mineraalwaterflesschen uit te vin
den en heden betaalt iedereen in de Vereenig
de Staten, die zulk een flesch openmaakt,
en het aantal diergenen is niet gering, een
schatting aan Paintons groot genie.
Vóór hem had al Quilfeldt, uit New-Yersey,
een sluiting voor flessohen uitgevonden, doch
toen hij daar nauwelijks 15 millioen dollar
aan had verdiend, kwam Painton hem in den
weg en was hij in minder dan geen tijd over
vleugeld en als sluitbeugelkoning onttroond.
Als men van New-York uit de Hudsonrivier
opvaart, komt men voorbij de paleisachtige
woning van den millionnair Adams, die eens
een arme duivel was, doch zich daar niet al
te best in wist te schikken en daarom op ze
keren dag den „chewing gun", de pruimgum-
mi, uitvond (gesuikerde gummihalletjes),
waar nu alle Amerikaansche vrouwen en
meisjes den ganschen dag op kauwen, even
als de Amerikaansche mannen op een pruim
tabak. Het is geen hijzonder aesthetisch ge
zicht die Amerikaansche dames met haar
cheving gum, en dit vergrijp tegen den goe
den smaak komt ton laste van Adams.
Doch de vele millioenen die hij daaraan
verdiend heeft, helpen hem dien last dragen.
Een fabrikant van handdoeken bemerkte
een keer, dat een machine niet in orde was
zoodat de draden door elkaar liepen en er
een ruw en ruig weefsel ontstond. Toen hij
zijn machine in orde had gebracht, wiesch
hij zijn handen en droogde ze af met een stuk
van de bedorven stof. Hij bevond, dat die
stof om af te drogen veel aangenamer was
dan gewone stof. kortom zijn machine had
den frotteerhanddoek uitgevonden, die nu
allang zijn zegetocht om de aarde volbracht
heeft. En de eigenaar van die vindingrijke
machine had in korten tijd millioenen op
millioenen gestapeld.
Van de reusachtige profijten die Elias Howe
en Wilson, die de naaimachines verbeterden,
daarvan hebben getrokken, zullen wij kier
niet spreken. Uit het bovenstaande blijkt vol
doende, hoe dikwijls een eenvoudige inval,
commercieel handig uitgebuit, schatten kan
inbrengen.
Een aardig voorval.
Keizer Wilhelm schijnt veel genoegen te heb-
bben gehad op zijn reisje naar Zwitserland. Dit
bLijktook uit eene meded van kolonel Trey,
vroeger Zwitsersch ge asaingfon. Toen
de Keizei- in 1893 te kwam was de
'kolonel lid van de re.geeriiig en zoo was hij hij
de ontvangst tegenwoordig geweest. Zcod'ra de
Keizer hem nu weer zag, herkende hij 'hem on
middellijk en hij voegde er vleiend bij, man
nen van heteekenis, die hij in zijn jeugd had
ontmoet nooit weer e vergelen. Vroolijk pratende
vertelde de Keizer den kolonel een aardigen
streek van zijn zoon Prins Adelbert. Hij was
van St. Moritz gekomen om zijn vader te Zu
rich te ontmoeten, :ar 'oen hij daar aankwam
waren de straten ;o:> dicht bezet dat er geen
doorkomen aan was. Toen kreeg de Prins een
prachtigen inval. Ilij voegde zich bij de gymna-
•stiekvereeniging die belast was om een ©erewacht
te vormen bij het hotel waar de Keizer zijn
intrek had genomen. Hij schouderde zijn wandel
stok en marcheerde mee in het laatste gelid
totdat hij veilig hei', hotel Ihad bereikt De Kei
zer had veel schik in dat avontuur van zijn zoon.
Mussclienoorlog.
De geheele bevolking van Yokosoeka, een stad
je in de nabijheid van Yokohama, de hoofdstad
van Japan, is omstreeks half Augustus getuige
geweest van een buitengewoon bloedigen veld
slag, door twee lagers muisscihen geleverd. Hel
treffen bad plaats op den heuvel Taislio, in de
onmiddellijke nabijheid van Yokosoeka., en de
betrokken troepen bestonden ui) een ontelbaar
aantal musschen. Honderden vogels lieten er hel
leven en duizenden gewonden zetten onvervaard
den slag voort, tot zij ook hef leven hadden ge
laten.
De slag begon tegen 6 uur in den avond.
Plotseling werd de hemel verduisterd door een
ontzaglijken zwerm musschen, die in volle vaart
kwamen aangevlogen naar- den top van den heu
vel waar in de toppen der boomen duizenden
musschen zaten, die er ziuh gedurende de ver-
loopen acht dagen langzamerhand hadden ver
zameld.
Toen de aanvallers waren aangekomen, ont-
stc'd eui onbeschrijfelijke verwarring dooi- vleu-
rC e t en scherpe kreten. Blijkbaar was de
a - vooraf beraamd, want het gevecht begon
onmiddellijk'. Het geweldig lawaai deed alle be
woners van Yokosoeka uitloopen naar den heu
vel. Tot laat in den avond wérd1 de slag- met
groote wreedheid voortgezet en pa Oen de duis
ternis volkomen was, volgde gedwongen rust.
Den volgenden morgen echter, bij het krieken
van den dag, raakten beidie legers slaags en
met korte tusschenpoozen duurde he'- gevecht
weer den ganschen dag. Dat duurde zoo nog
eenige dagen en het schijnt, dal d'e aanvallers
de overwinning hebben behaald. De grond was
bezaaid met lijken, maar nog vele dagen latei-
ontstonden telkens opnieuw kor'e schermutse
lingen.
Een moderne Tantalus.
Een brief nit Peru vertelt het volgende (in
ieder geval aardig verzonnen) verhaal van
een modernen Tantalus, die, niet zooals zijn
oudere naamgenoót in de onderwereld, maar
hoog boven op de hergen blootgesteld is aan
kwellende ontbering.
Een paar jaar geleden scheepten twee jonge
Engelschen, die arm waren als Job in zijn
slechtste dagen en, zooals men begrijpt, in
den kortst mogelijken tijd rijk wilden wor
den, zich naar Peru in. Zij hadden namelijk
op school geleerd, dat daar goud gevonden
wordt. Zij wisten wat al moeilijkheden hen
te wachten stonden, maar met den moed en
de volharding der jeugd klauterden zij de
hergen op, trokken over levensgevaarlijke
wegen, langs huiveringwekkende afgronden
en ontdekten ten slotte een goudveld, dat zij,
gelijk zich laat hegrijpen, vol vuur begonnen
te ontginnen. De mijn, die zij gevonden had
den, bleek ongewoon rijk aan goud te zijn,
zoodat zij al heel gauw hun schaapjes op het
droge hadden.
Een van de twee schatgravers moet nu ech
ter zijn rijkdom duur betalen, want hij kan
tengevolge van zijn zwaarlijvigheid niet meer
naar beneden!
Mevrouw Chalmers Adam, die op een ont
dekkingsreis in Zuid-Amerika het goudveld
bezocht heeft, beschrijft de twee goudzoekers
als volgt:_
De een is heel mager en doet zich ook heel
goed voor; maar de andere is zoo dik als
Falstaff met een reusachtig, belachelijk volle-
maansaangezicht. Hij is zoo dik, dat zijn bee-
nen hem amper kunnen dragen.
En deze ongelukkige zwaarlijvigheid maakt,
dat de man aag al zijn geld niets heeft. Wan
neer hij zijn goudmijn wil verlaten, moet hij
een weg nemen, die op 1000 meter hoogte
langs den rand van een geweldigen afgrond
loopt en bovendien op de flank van het steile
gebergte is gelegen.
Dit pad is zóó smal, schrijft mevr. Adam,
dat men, wanneer men het op een muilezel
berijdt, met de rechterhand den rotswand
kan aanraken, terwijl de linkerhand en de
linkerhelft van het lichaam zich hoven den
afgrond bevinden. De dame die dit schrijft,
bad er trouwens zelf bijna haar hals gebro
ken, ofschoon zij slank is als een den en
maar 121 pond weegt.
Toen nu goudzoeker Falstaff zijn goudveld
wou verlaten en naar Engeland terugkeer-
ren, waarschuwden zijn vrienden hem, dat
hij er van op aan kon, dat hij niet eens heel
huids beneden zou komen. In de hoop ma
gerder te worden, heeft Tantalus toen dag in
dag uit lichaamsoefeningen gedaan. Van den
vroegen morgen tot den laten avond sprong
en liep hij, in het zweet zijns aanschijns, hij
werkte als een paard, deed in zijp eentje
meer dan tien anderen samen en at niet
meer clan een kanarievogel. Doch helaas, dit
alles heeft niet mogen haten, zijn vlijt deed
zijn vermogen steeds grooter, maar zijn ge
wicht geen ha'lf ons kleiner worden. Hij woog
en weegt nog 320 pond. Het zal na dit ver
haal wel niemand verwonderen, dat over
'smans vollemaansgezicht voortdurend een
schaduw ligt van de grootste zwaarmoedig
heid. Hij denkt aan den tijd toen hij zonder
een cent op zak, maar als een slanke jonge
ling dpor de straten van Londen slenterde en
droomde van toekomstige rijkdommen. En
de arme rijkaard, die meermalen millionair,
maar er ellendiger aan toe is dan cle eerste
de beste gevangene, verwenscht nu het eens
zoo vurig hegeerde geld, dat hij zich met
zooveel moeite verworven heeft en waarvan
hij toch nooit zal kunnen genieten.
Een Amerikaansche dokter noodig!
Niet altijd liehhen dokters voor een hooge
rekening, die zij schrijven, er zooveel aan
spraak op als dr. Barker, hoogleeraar aan de
Johns Hopkins Universiteit te Baltimore en
een specialiteit voor longziekten, zon kunnen
laten gelden voor de behandeling van
mevrouw McLean te Bar Harbour in Maine.
Mevrouw Mc. Lean had een zware long
ontsteking en de dokter die haar behandelde
had nog alleen hoop, dat dr. Barker, een oud
vriend van den huize, haar zou redden,
niet alleen om zijn kunde, maar om den ziel-
kundigen invloed, dien het groote vertrou
wen, dat zij in hem stelde, hem verleende.
Er werd naar dr. Barker geseind. Hij was
met vacantie en bracht die door in de her
gen van Noord-Carolina, hij Asheville. Waar
hij zich bepaald ophield, wist men niet. Een
aantal koeriers te paard doorkruisten de her
gen en Zaterdagochtend om 3 uur vond men
hem eindelijk ergens op 65 K.M. van een
spoorwegstation.
Zonder te pakken ging dr. Bakker op w-eg,
eerst in een rijtuig over moeilijke bergwegen,
toen in een tuf, die hem 's ochtends om 11
uur te Ashville bracht. Met een extra-trein
kwam hij 's nachts om half twee te Washing
ton aan. Vijf minuten later voerde een an
dere extra-trein hem naar New-York, waar
bij 's ochtends om half zeven aankwam. Met
een tuf reed hij naar een ander station, van
waar een derde extra-trein hem, een kwar
tier later, naar Mount Desert bracht. Hier
kwam hij Zondagavond om halfnegen aan.
Een motorboot voer eindelijk in achttien mi
nuten de veerboot doet er veertig over
met hem naar Bar Harbour, w-aar een tuf
hem wachtte en naar het huis van de zieke
bracht.
Den heelen nacht was dr. Barker met de
zieke bezig. Maar zij was zoo uitgeput van
het wachten, dat alle kunst en zielkundige
invloed vergeefs waren.
Het spannende verhaal wint voor Ameri
kaansche lezers nog aan belangrijkheid, door
de mededeeling, dat de zoon van mevrouw
McLean verleden jaar voor 180,000 dollar den
heilloozen Hope-diamant heeft gekocht en
aan zijn vrouw gegeven. De reeks ongeluk
ken, die men aan dien diamant verbindt, acht
men door den dood van mevrouw McLean
met een vermeerderd.
Zoo lezen we. En we dachten dat de Ti
tanic die Hope-diamant mee naar den zee
bodem had genomen?
Vorige
koers.
11 September.
ft
ft
Men moet etn mesnsch niet beoordeel en
naiar hetgeen hij ni et weet, maar naar
hetgeen hij wel weet, en vooral na,ar de
wijze, waarop hij het weet.
VAU.VERARQUES.
VEEDRIJVERS!
Ivees wag soldaat, en Kees was erg on
handig'-
LOp zekeren dag vroeg een sergealnt hem
„Uilskuiken, wat dee jij vóór je in dienst
kwam
„iWiei, sergeant vóór ik in dienst kwam,
dreef ik vee, maar sinds, ik hier ben is 't
net omgekeerd."
EEN LASTIGE JONGEN.
„Ik weef werkelijk niet wat ik met dien
jongen vah me moeti beginnen. Ik had prui
men ingemaakt en op de flesch een etiket
geplakt met de woorden: „Ingemaakt 24
Augustus. Marie Smid."
Een week later vond ik de flestoh leeg
terug ,en op het etiket ataiait: „Uitgelikt 26
Augustus. Piet Smid."
VAN VRIJEN EN TROUWEN.
Mevrouw: „Ik wil jo graag toestaan, dat
je vjrijea je af en toe bezoekt, vooax>pge-
steld, natuurlijk, dat hij met je trouwemi
wil.';
Nieuwe keukenmeid (verontwaardigd):
„Mijn vrijelrs hebbte" "Rijd met mij willen
(rouwen."
OVERLEG.
Hij,.!k heb twee- k-ia,rten .voor den
schouwburg."
ZiijIk zat mij metoen gaan! kleeden.
Hij: „Oain js kans, dat je ten minste
dit maats bijtijds klaar belnt; de kaarten' zijn
voor morgenavond."
OP PROEF.
Een kerel die al een heele reeks vonnissen
achter zich had, zei tot zijn nog zeer jeug
digen advocaat: „Ja mijnheer, ik zou het
graag willen, dat u mijn verdediging op u
nam, maar wilt u eerst niet eens een proef
afleggen van uw welsprekendheid? Vooral
oen krachtige, fraaie stem, anders zal het niet
gaan, denk ik!"
3 pCt Cert. Ned. W. S.
2V« pCt. Cert. r
5 pCt. TabaksL Buig.
4 Oblig. Kronenrenft.
5 pCt. April—Octoberrente
4 j, Jan.—Ju lir en te.
41/» Rusland 1909
Iwangor Dombrowo
Groote Russ.sp. 1898
Nico lal Sp.
Rusland 1880
Zuid-West
Rusland Hope
Rusland 1894 6e Em.
Rusland Binneui.
Imp. L/""»n Japan
5 pCt. Binnr Mexico.
5 Goudl. in p. St.
5 pCt Funding Brazilië,
5 ft Bahia in p. St
a Para 1907.'
5 Rio de Janeiro (F. D
5 Sêo Paulo 1908
5 pCt Dominica
4 pCt Algem. H.B.K,
4 HaarL H.B.K.
6 pCt Argent H.B.L.
5 dito Cedula K.
4y* ft Ung. Land C.Sp.
Aand. Amalgamated Copper
n Am. Car en l'punurj
4tf ft
4 ft
4
4
4
4 ft
4
4 w
5 pCf.
67
973/,
87Vi6
89i/2
86®/,
93i«
«68/4
87%le
93H%
W/s
851/4
871U
863
921/z
923/,
45%
101
1033/,
976/s
1013/,
10D6/ie
85
96
943',
91
981/,
28%
743/»
160
1391
46
264
j 69
518
231
141%
83
101
66*%
201/,
51/,
700
746
87
93
100%
100%
96
96
11U
96%
107
22%
367/8
763
27
61%
67
86"%
96
92%
87%
93
923/,
104%
98
79»%,
94%e
91%
98%
861/,
697/,
289/lc
74%
162?/,
92%
91%
45i/8
255
271%
523
23 8%
141%
837/2
1021/,
66%
20 %e
5%
1697
742
871/4
92
863/,
60i/2
28%
74'%
1633/,
'2761/,
531
84%
i, Am. Hide en Lealh
h United Slates Steel
ft Cult. Mij. Vorslenl.
I, Hand. AlaaLsch.
Gsw. Aand. Paleleh
AancL Redjang Lebong.
Aand. Geconsol. Petrol.
j, Koninklijke getr.
Aand. Amslerd. Rubber,
I, Deli-Batavia
j. Neder 1.
Aand. Java, China, Japan
4^8 pCt. Obi. Marine
Pret Marine
Comm. Marine i
AandL Amsterdam Deli A
I, Arendsburg Tubal'
Aand. Holt Spoor
Aand. Staatsspoor
4yi pCt Obi. Underground
Aand. .Warschau Meeneu
li/jgCt Mosk. Kieuw .Wer.
4'/j tWladikawkas,
Common Togeka
4 pCt Alg. hyp. Topeka
4 j, Conv. Bd. idem.
Common Denver t
Common Erie
4 pCL general Erie j
Common Kansas C. South,
Prei. Kansas C. South.
3 pCt Obi. idem.
Common Missouri K. X, 29%e
4 pCt le hyp. idem, j 94%
41/* pCtNat. Haiiw of Alex'ici 99-U%
Common New-York Ontai'i 37
Common Norfolk j 116
Common Rock Island j 263/8
Common South Pacific lll3/s
4 pCt Convert idem 94
4 ft lfl Rel. Hyp. idem 94%t
Comm. Southern Railw, 3A%
Common Union Pacific 171%
4 pCt goud Obi. idem 99%e
4 ft Convert Obi. idem 101%
Common .Wabasb Sh. 5
i}/t pCt Brazil Railw, 9A;g
5 pCL Yucatan, i961 2
2//i pCt Antwerpen 1887. 801%,
Turkye 1870. 50%
Prolongatie S3/,
De fomdsenmaa-kt be New-York opende gis'
teren op vjapte prijzen, tof&ehoon die omzet
gering w-as. Laifer liepen de koereen lang
zaam terug wat eeinige meerdere levendig
heid tengevolge had- Het slot wae flauw,
en over het algemeen' lager als den votrigen
dag.
De Amerik. afdeeling aan onze beurs was
lusteloos. Voor binnen noch vcar buibenlamd-
sclie rekening bestond ajnimo iets te onder
nemen. Het meest ging om in Leal hem en
United-Copper. Slot prijshoudend.
Petroleumaiaindeelen vast voor de Indische
soorten. Koninklijke 8 pet. hooger. Russische
soorten konden zich gedeeltelijk herstellen.
Ta baksmai kt zwakker op da minder gun
stige taxaties.
Rollandscke Staatsfondsen een fractie lar
ger. Buitenlandsche soorten prijshoudend.
873/,
10916/,,
97
22%
357/,
271/2
618i8
71
291%
94
89
37%
26"%
lip»
30
171
991/ig
191%
48/,
93
£0
41/,
27%
29%
26
30*%
99
door
ECREVISSE.
4
Zij willen, ik hoor het, onderbrak Her
man met klem, dat ik ook Bokkenrijder, dief,
roover en moordenaar worde; welaan, ik wil
zelfs het leven van Martha met geene laag
hartigheid afkoopenik weiger
Indien,.... hervatte de listige snoodaard,
te kiezen viel tusschen een lafheid en den
dood, ik zou u het voorbeeld geven van een
manmoedig en eervol besluit.. Doch hoor
mij aan tot het einde. Ik bewoon eene streek
waar het wemelt van leden dier bende. Bij
dage en nachten was ik blootgesteld aan hun
ne geweldenarijen, daarom heb ik mij genood
zaakt gevonden, mij onder hunne bescher
ming te plöatsen!Weet dan dat de Bok
kenrijdersbende bestaat uit werkende en be
talende ledenDe eersten alleen plunderen
en rooven; de laatsten volstaan met hun le
ven en hunne goederen vrij te koopen door
geldelijke bijdragen!..,. Zulk betalend lid
hen ik sedert vele jarenIk verwaarloosd©
over eenige weken, ben op den vervaldag te
betalen. Ik volstond met eene lijst te teekenen
en te beloven, onder eed, van hen nooit te
verraden. Als aangenomen lid ben ik in staat
gesteld, al hunne ontwerpen te onderschep
penZoo vernam ik alles wat tegen u en
tegen uwe zuster beraamd was. Klaas, de
zoon van Roodolf, had n te Geleen leeren ken
nen voor den zoon van den braven Hein
Ruijter. Hij verried uw bestaan aan de bende.
Zij zwoeren eenparig n en de zuster te ver
moordenZij waren het die uwe woning
met geen ander doel aanranddenDie uwe
zuster roofden, wel wetende, dat gij haar
zoudt volgen en ook in hun macht zoudt val
len. Toen gij voor drie dagen mijn woning,
togen mijnen wil verliet, vernam ik al aan
stonds dat het hun gelukt was, u te vangen
en in dezen kelder te werpen. Gij en uwe zus
ter wordt toekomenden nacht voor den hoo-
gen Raad der Bokkenrijders gebracht
Uwe dood is onvermijdelijk!Dan heb ik
geen oogenhlik geaarzeld, n beiden ter hulp
te snellen.... ongetwijfeld ware ik vermoord
geworden, indien niet de zonen vau haas
Hein mij waren ter hulp gekomenHet
is ook door hun toedoen dat ik enkelijk schat
plichtige Bokkenrijder ben geworden.
Ik wil, ik mag, ik kan niet teekenen,
onderbrak Herman andermaal
Dan kan uwe ongelukkige zuster niet
gered worden» huichelde Steven eene groote
neerslachtigheid veinzende; u redden wil ik
pogen; kom met mij uit dezen kelder; huiten
zullen misschien honderd dolken tegen ons
getrokken wordendesniettemin willen
wij pogen ons door hun midden eenen weg te
hanen. Nochtans, hetzij wij ontkomen, hetzij
wij bezwijken, van stonden aan wordt Martha
vermoord! Ziedaar waarom dit ontwerp mij
tegenstrijdt
Ik wil mij niet redden zonder Martha,
zegde Herman met klem, met haar hen ik dan
bereid te sterven, indien ik met haar niet kan
gered worden.
Ja, gij hebt gelijk, antwoordde de aarts
booswicht met een diepen zucht, het is meer
vercerend te stervendan nw zuster te
verlatenIk ook hen bereid met n beiden
te sterven, om u mijne dankbaarheid te be
wijzen.
Gij waart dus onze vervolger, onze aarts
vijand niet, vroeg Herman met een diepe ont
roering, ik hield u dan ten onrechte verdacht.
Ik nam er zoo weinig deel aan, bejegende
Steven met vuur, dat ik mijne schatten uit
geput heb om gewaarschuwd te worden, als
er iets tegen Martha en u zou beraamd of
ondernomen worden, 0111 u beiden te beveili
gen tegen de aanslagen van de hoosaardigen.
Ongelukkig was het te laat, want, sedert gij
mij van den dood verlostet vreesden de Bok
kenrijders dat ik mij te veel zou laten mee
slepen door mijn dankbaar gevoel Diens
volgons namen zij hunne maai. „elen met
zooveel geheim, dat ik telkens het feit ver-.
nam, nadat het gepleegd was. Gij ziet mij
thans hierNog kan ik u beiden misschien
redden. Doch maak spoed, ik voel mijn leven
heengaan. Wie weet hoe nabij den dood ik
beu, tengevolge mijner menigvuldige wonden.
Maak dan toch ten minste dat ik de voldoe
ning met mij ten grave draag van u en Mar
tha gered te hebben van den dood.... Het
middel is eerlijk, dat zweer ik u!
- Om mijne zuster te redden, hernam Her
man met klem, teeken ik, nu gij mij verzekert,
dat ik mij aan geen euveldaden moet mede
plichtig maken.
Stever. haalde oogenblikkelijk eene pen en
eene nagebootste naamlijst uit zijn zak
De pen dopte hij in zijn eigen bloed en gaf
dezelve over aan Herman. Deze, nog eenigs-
zins verblind door het lang gemis van licht,
teekende met bevende hand den naam van
Herman Lemmens naast dien van Steven
Doodrijk en gaf daarna de lijst sprakeloos
terug aan den booswicht....
Wacht een minuut slechts, ik ga Martha
roepenBedaar u ondertusschen, mijn
vriend, opdat de ontzetting niet, al te groot
zij, fluisterde Steven den ongelukkigen Her
man toe, langs hier gaan wij te samen uit en
wij zijn vrij.
Onder het uiten d'ezei woorden, had hij de
veer doen werken; de blauwe steen draaide
langzaam terug en vooraleer Herman deze
opening hod gezien; was de aartsschelm langs
tl elve niet de lamp .verdwenen. Hü zocht
in de duisternis naar de opening, doch te ve^
geefsDe steen had wederom zijne gewone
plaats hernomenl Een tijd lang bleef bij staan
luisteren; hij hoorde in de verte eene andere
deur openen en niet een vreeselijk geknars
grendelen. De twijfel drong' weder in zijne
ziel, maar hij kon toch aan zulk godtergend
verraad niet geloovenHij wachtte de
terugkomst van Steven en Martha af, in de
hevigste gemoedsspanning; doch, de minuten
verliepen; zij groeiden aan tot urenen
niets liet zich hooren! Eindelijk, toen alle
hoop verloren 6cheen, sloeg hij over tot een
onbeschrijfbare razernijhij schreeuwde, tier
de, wrong zijne handen; maar te vergeefs,
Bedrogen, onteerd, riep hij uit, o, dat is
te veel!.... Mijn God stel toch een einde aan
dezen toestand! Vergeef het mij, o God, ik
wist niet wat ik deed.
De stilte des grafs heersckte in dit akelig
verblijf; slechts de hoeken weergalmden
van zijne wanhopig getier en geschreeuw.
Deze weergaimingen joegen hem een onge
kende vrees aan, zij dwongen hem tot zwij
gen, want hij verbeeldde zich, dat de geest
des doods hem tegengrijnsde!Hii zocht ii
het duister naar den ingang, waardoor Ste
ven verdwfeneu was, en niets vindende vond
hij de trappen ging tot boven en schudde
den ingang met zijn hcrculeskraektenl Maar
te vergeefs! Uitgeput, ademloos, flauw, rolt
hij langs de trappen tot op zijn strooleger.v
Hij neemt de kruik en stilt zijnen brandenden