TWEEDE BLAD DE BOKKENRIJDERS Amsterdamsche Benrs. S1/Je Goedkoopst adres voor BANDEN en RIJWIELEN is H. J. VHM DEB WEEB, Schagcheistr. 9. Tel. 2422 BUITENLAND. VROOLIJK ALLERLEI. 7f% 7f% esfanfen. Ê.m Bon Haretaé oyonSa SiaaiMtem-llrassel. estanten* DOE8DERDA6 12 SEPT. 1912. Opgegeven door F. Tb. Everard. ip' FEUILLETON IN HET LAN 0 VAN VALKENBERG NIEUWE NAARLEMSCHE COURANT UITVINDINGEN. Set land, dat den uitvinders de beste kan sen biedt op waardeering, is de Amerikaan- sche Unie. Zelfs betrekkelijk kleine vindin gen, maar die in eenigerlei richting te exploi- teeren waren, hebben daar al menigeen aan een groot vermogen geholpen. Edison, met het groote respect, dat hij bij zijn medeburgers geniet en den welstand, dien hij met zijn arbeid heeft verworven, is de typische vertegenwoordiger van den suc cesvollen Amerikaanschen uitvinder, voor wien iedere vinding, iedere verbetering van een uitvinding, een bron is waaruit „green backs" (bankbiljetten) in zijn kas moeten vloeien. Eigenlijk kan men zeggen, dat de kieme vindingen in het algemeen hun auteurs meer, in elk geval spoediger voordeel aanbrengen, dan groote vindingen die mettertijd een heel stuk cultuurleven zullen re vol ut ioneeren. Velen hebben uit onaanzienlijke vindinkjes van dingen, die niemand de moeite waard acht er notitie van te nemen, wier bestaan men als vanzelfsprekend beschouwt, groote vermogens geklopt. De Amerikaansche inge- neur William Albertrou Du Puy vertelt in de Scientific American van een heele reeks van zulke kleine uitvindingen, die aan hen, die ze uitdachten geweldige vermogens be- zorgenden. Het Weekblad voor den Handeldrijvenden en industrieel en Middenstand neemt er het volgende uit over: Zoo had iemand tehuis bij zijn vrouw op gemerkt, hoe de haarspelden, die zij in haar haar stak, licht uitvielen, wijl zij uit recht, glad draad bestonden. Dat hadden vóór hem ongetwijfeld duizendtallen anderen opge merkt, zonder er verder over na te denken, en zonder op de gedachte te komen, dat daar meer uit was te halen dan uit menig Duitsch vorsten- of hertogdom. Bedoelde „iemand" meende, dat dat uitvallen van de haarspelden verholpen moest worden en ook heel gemak kelijk kon worden, en de vrouwen zelf wezen al den weg, want zij verhogen haar haar spelden in den regel met de vingers zoo, dat zij beter hieven zitten. En zoo ging die „iemand" heen en maakte op allerlei wijzen gebogen haarspelden, zorgde er wel voor deze door patent te besehermen, en bracht ze toen in den handel. Binnen een paar jaar was deze „uitvinder" bezitter van een reusachtige fa briek van haarspelden en multimillionnair. Precies zoo iets heeft zich voorgedaan bij de haken en oogen aan kleeren. Het veroor zaakte de vrouwen heel wat last en ongerief, dat de haken zoo gemakkelijk uit het oog gleden, zoodat dikwijls haar taille vanzelf half openging, wat natuurlijk ver van aange naam was. Gelukkig was er op zekeren dag in Philadelphia een heer, die op het schoone denkbeeld kwam haken „uit te vinden," die wat anders gebogen waren en daardoor niet zoo gemakkelijk loslieten, en hij zag zich voor dezen dienst der mensclrheid bewezen, eveneens met groote rijkdommen beloond. Iedereen kan in zijn omgeving waarnemen, dat 't maar zelden gebeurt, dat men een stukje radeergom bij zich heeft. Als men nu wat heeft uit te radeeren, dan is men dikwijls in groote verlegenheid radeergom is een van die dingen die nooit bij de hand zijn als men ze noodig heeft. Dat ondervond ook een maal een heer, weer een inwoner van de goede stad Philadelphia en hij nam toen het kloeke besluit het er niet hij te laten, maar aan dat ongerief voor goed ecu eind te maken. Hij nam een potlood, bevestigde aan bet stompje eind een stukje radeer-elastiek en nam op die uitvinding patent. Tegenwoor dig worden er in de Vereenigde Staten mil- ïoeuen potlooden gemaakt en verkocht, die maar aan een eind gepunt kunnen worden wijl het andere eind voorzien is van een stukje radeergom. Het publiek is daarmee ontegenzeggelijk een gerieflijkheid rijker ge worden. De geniale uitvinder was echter niet man van zakengenoeg, om zelf alle profijt van zijn uitvinding te trekken hij was zoo onvoorzichtig (of te ongeduldig om zijn tijd af te wachten) om zijn vinding te verlcoopen voor 100.000 dolar contant een nietig be dragje voor zulk een grootsche ontdekking! De kooper, een grootfabrikant, heeft door zijn patent een overwicht gekregen op al zijn con currenten en beheerscht met zijn fabrikaat souverrein de heele potloodmarkt. In Providence leefde een man Heaton ge- heeten, die het niet langer kon aanzien, dat zijn vrouw zich aftobde met de knooplaarsjes van de kinderen. Onder dc ingespannen po gingen van de niet al te geduldige huismoe der om de schoentjes vlug vast of los te ma ken, sprongen de knoopen bovendien nog ge durig af, en in zijn ergernis over een en an der vond Heaton een anderen knoop uit, "met een ijzeren klemhaakje, waardoor hit niet meer kon afspringen. En toen de uitvinder, weer tot kalmte gekomen, tot het klare besef kwam van de rol, die het noodlot hem in de geschiedenis van het schoeisel had toebe deeld, ging hij heen, verbreidde zijn uitvin ding in de wereld en werd een schatrijk man. In den tijd dat andere uitvinders zich het hoofd braken met luchtscheepvaart, onder- zeesche navigatie, draadloos telefoonverkeer en dergelijke kleinigheden, kwam William H. Painton van Baltimore op het zooveel groot- schere idee een nieuwe heugelsluiting voor hier- en mineraalwaterflesschen uit te vin den en heden betaalt iedereen in de Vereenig de Staten, die zulk een flesch openmaakt, en het aantal diergenen is niet gering, een schatting aan Paintons groot genie. Vóór hem had al Quilfeldt, uit New-Yersey, een sluiting voor flessohen uitgevonden, doch toen hij daar nauwelijks 15 millioen dollar aan had verdiend, kwam Painton hem in den weg en was hij in minder dan geen tijd over vleugeld en als sluitbeugelkoning onttroond. Als men van New-York uit de Hudsonrivier opvaart, komt men voorbij de paleisachtige woning van den millionnair Adams, die eens een arme duivel was, doch zich daar niet al te best in wist te schikken en daarom op ze keren dag den „chewing gun", de pruimgum- mi, uitvond (gesuikerde gummihalletjes), waar nu alle Amerikaansche vrouwen en meisjes den ganschen dag op kauwen, even als de Amerikaansche mannen op een pruim tabak. Het is geen hijzonder aesthetisch ge zicht die Amerikaansche dames met haar cheving gum, en dit vergrijp tegen den goe den smaak komt ton laste van Adams. Doch de vele millioenen die hij daaraan verdiend heeft, helpen hem dien last dragen. Een fabrikant van handdoeken bemerkte een keer, dat een machine niet in orde was zoodat de draden door elkaar liepen en er een ruw en ruig weefsel ontstond. Toen hij zijn machine in orde had gebracht, wiesch hij zijn handen en droogde ze af met een stuk van de bedorven stof. Hij bevond, dat die stof om af te drogen veel aangenamer was dan gewone stof. kortom zijn machine had den frotteerhanddoek uitgevonden, die nu allang zijn zegetocht om de aarde volbracht heeft. En de eigenaar van die vindingrijke machine had in korten tijd millioenen op millioenen gestapeld. Van de reusachtige profijten die Elias Howe en Wilson, die de naaimachines verbeterden, daarvan hebben getrokken, zullen wij kier niet spreken. Uit het bovenstaande blijkt vol doende, hoe dikwijls een eenvoudige inval, commercieel handig uitgebuit, schatten kan inbrengen. Een aardig voorval. Keizer Wilhelm schijnt veel genoegen te heb- bben gehad op zijn reisje naar Zwitserland. Dit bLijktook uit eene meded van kolonel Trey, vroeger Zwitsersch ge asaingfon. Toen de Keizei- in 1893 te kwam was de 'kolonel lid van de re.geeriiig en zoo was hij hij de ontvangst tegenwoordig geweest. Zcod'ra de Keizer hem nu weer zag, herkende hij 'hem on middellijk en hij voegde er vleiend bij, man nen van heteekenis, die hij in zijn jeugd had ontmoet nooit weer e vergelen. Vroolijk pratende vertelde de Keizer den kolonel een aardigen streek van zijn zoon Prins Adelbert. Hij was van St. Moritz gekomen om zijn vader te Zu rich te ontmoeten, :ar 'oen hij daar aankwam waren de straten ;o:> dicht bezet dat er geen doorkomen aan was. Toen kreeg de Prins een prachtigen inval. Ilij voegde zich bij de gymna- •stiekvereeniging die belast was om een ©erewacht te vormen bij het hotel waar de Keizer zijn intrek had genomen. Hij schouderde zijn wandel stok en marcheerde mee in het laatste gelid totdat hij veilig hei', hotel Ihad bereikt De Kei zer had veel schik in dat avontuur van zijn zoon. Mussclienoorlog. De geheele bevolking van Yokosoeka, een stad je in de nabijheid van Yokohama, de hoofdstad van Japan, is omstreeks half Augustus getuige geweest van een buitengewoon bloedigen veld slag, door twee lagers muisscihen geleverd. Hel treffen bad plaats op den heuvel Taislio, in de onmiddellijke nabijheid van Yokosoeka., en de betrokken troepen bestonden ui) een ontelbaar aantal musschen. Honderden vogels lieten er hel leven en duizenden gewonden zetten onvervaard den slag voort, tot zij ook hef leven hadden ge laten. De slag begon tegen 6 uur in den avond. Plotseling werd de hemel verduisterd door een ontzaglijken zwerm musschen, die in volle vaart kwamen aangevlogen naar- den top van den heu vel waar in de toppen der boomen duizenden musschen zaten, die er ziuh gedurende de ver- loopen acht dagen langzamerhand hadden ver zameld. Toen de aanvallers waren aangekomen, ont- stc'd eui onbeschrijfelijke verwarring dooi- vleu- rC e t en scherpe kreten. Blijkbaar was de a - vooraf beraamd, want het gevecht begon onmiddellijk'. Het geweldig lawaai deed alle be woners van Yokosoeka uitloopen naar den heu vel. Tot laat in den avond wérd1 de slag- met groote wreedheid voortgezet en pa Oen de duis ternis volkomen was, volgde gedwongen rust. Den volgenden morgen echter, bij het krieken van den dag, raakten beidie legers slaags en met korte tusschenpoozen duurde he'- gevecht weer den ganschen dag. Dat duurde zoo nog eenige dagen en het schijnt, dal d'e aanvallers de overwinning hebben behaald. De grond was bezaaid met lijken, maar nog vele dagen latei- ontstonden telkens opnieuw kor'e schermutse lingen. Een moderne Tantalus. Een brief nit Peru vertelt het volgende (in ieder geval aardig verzonnen) verhaal van een modernen Tantalus, die, niet zooals zijn oudere naamgenoót in de onderwereld, maar hoog boven op de hergen blootgesteld is aan kwellende ontbering. Een paar jaar geleden scheepten twee jonge Engelschen, die arm waren als Job in zijn slechtste dagen en, zooals men begrijpt, in den kortst mogelijken tijd rijk wilden wor den, zich naar Peru in. Zij hadden namelijk op school geleerd, dat daar goud gevonden wordt. Zij wisten wat al moeilijkheden hen te wachten stonden, maar met den moed en de volharding der jeugd klauterden zij de hergen op, trokken over levensgevaarlijke wegen, langs huiveringwekkende afgronden en ontdekten ten slotte een goudveld, dat zij, gelijk zich laat hegrijpen, vol vuur begonnen te ontginnen. De mijn, die zij gevonden had den, bleek ongewoon rijk aan goud te zijn, zoodat zij al heel gauw hun schaapjes op het droge hadden. Een van de twee schatgravers moet nu ech ter zijn rijkdom duur betalen, want hij kan tengevolge van zijn zwaarlijvigheid niet meer naar beneden! Mevrouw Chalmers Adam, die op een ont dekkingsreis in Zuid-Amerika het goudveld bezocht heeft, beschrijft de twee goudzoekers als volgt:_ De een is heel mager en doet zich ook heel goed voor; maar de andere is zoo dik als Falstaff met een reusachtig, belachelijk volle- maansaangezicht. Hij is zoo dik, dat zijn bee- nen hem amper kunnen dragen. En deze ongelukkige zwaarlijvigheid maakt, dat de man aag al zijn geld niets heeft. Wan neer hij zijn goudmijn wil verlaten, moet hij een weg nemen, die op 1000 meter hoogte langs den rand van een geweldigen afgrond loopt en bovendien op de flank van het steile gebergte is gelegen. Dit pad is zóó smal, schrijft mevr. Adam, dat men, wanneer men het op een muilezel berijdt, met de rechterhand den rotswand kan aanraken, terwijl de linkerhand en de linkerhelft van het lichaam zich hoven den afgrond bevinden. De dame die dit schrijft, bad er trouwens zelf bijna haar hals gebro ken, ofschoon zij slank is als een den en maar 121 pond weegt. Toen nu goudzoeker Falstaff zijn goudveld wou verlaten en naar Engeland terugkeer- ren, waarschuwden zijn vrienden hem, dat hij er van op aan kon, dat hij niet eens heel huids beneden zou komen. In de hoop ma gerder te worden, heeft Tantalus toen dag in dag uit lichaamsoefeningen gedaan. Van den vroegen morgen tot den laten avond sprong en liep hij, in het zweet zijns aanschijns, hij werkte als een paard, deed in zijp eentje meer dan tien anderen samen en at niet meer clan een kanarievogel. Doch helaas, dit alles heeft niet mogen haten, zijn vlijt deed zijn vermogen steeds grooter, maar zijn ge wicht geen ha'lf ons kleiner worden. Hij woog en weegt nog 320 pond. Het zal na dit ver haal wel niemand verwonderen, dat over 'smans vollemaansgezicht voortdurend een schaduw ligt van de grootste zwaarmoedig heid. Hij denkt aan den tijd toen hij zonder een cent op zak, maar als een slanke jonge ling dpor de straten van Londen slenterde en droomde van toekomstige rijkdommen. En de arme rijkaard, die meermalen millionair, maar er ellendiger aan toe is dan cle eerste de beste gevangene, verwenscht nu het eens zoo vurig hegeerde geld, dat hij zich met zooveel moeite verworven heeft en waarvan hij toch nooit zal kunnen genieten. Een Amerikaansche dokter noodig! Niet altijd liehhen dokters voor een hooge rekening, die zij schrijven, er zooveel aan spraak op als dr. Barker, hoogleeraar aan de Johns Hopkins Universiteit te Baltimore en een specialiteit voor longziekten, zon kunnen laten gelden voor de behandeling van mevrouw McLean te Bar Harbour in Maine. Mevrouw Mc. Lean had een zware long ontsteking en de dokter die haar behandelde had nog alleen hoop, dat dr. Barker, een oud vriend van den huize, haar zou redden, niet alleen om zijn kunde, maar om den ziel- kundigen invloed, dien het groote vertrou wen, dat zij in hem stelde, hem verleende. Er werd naar dr. Barker geseind. Hij was met vacantie en bracht die door in de her gen van Noord-Carolina, hij Asheville. Waar hij zich bepaald ophield, wist men niet. Een aantal koeriers te paard doorkruisten de her gen en Zaterdagochtend om 3 uur vond men hem eindelijk ergens op 65 K.M. van een spoorwegstation. Zonder te pakken ging dr. Bakker op w-eg, eerst in een rijtuig over moeilijke bergwegen, toen in een tuf, die hem 's ochtends om 11 uur te Ashville bracht. Met een extra-trein kwam hij 's nachts om half twee te Washing ton aan. Vijf minuten later voerde een an dere extra-trein hem naar New-York, waar bij 's ochtends om half zeven aankwam. Met een tuf reed hij naar een ander station, van waar een derde extra-trein hem, een kwar tier later, naar Mount Desert bracht. Hier kwam hij Zondagavond om halfnegen aan. Een motorboot voer eindelijk in achttien mi nuten de veerboot doet er veertig over met hem naar Bar Harbour, w-aar een tuf hem wachtte en naar het huis van de zieke bracht. Den heelen nacht was dr. Barker met de zieke bezig. Maar zij was zoo uitgeput van het wachten, dat alle kunst en zielkundige invloed vergeefs waren. Het spannende verhaal wint voor Ameri kaansche lezers nog aan belangrijkheid, door de mededeeling, dat de zoon van mevrouw McLean verleden jaar voor 180,000 dollar den heilloozen Hope-diamant heeft gekocht en aan zijn vrouw gegeven. De reeks ongeluk ken, die men aan dien diamant verbindt, acht men door den dood van mevrouw McLean met een vermeerderd. Zoo lezen we. En we dachten dat de Ti tanic die Hope-diamant mee naar den zee bodem had genomen? Vorige koers. 11 September. ft ft Men moet etn mesnsch niet beoordeel en naiar hetgeen hij ni et weet, maar naar hetgeen hij wel weet, en vooral na,ar de wijze, waarop hij het weet. VAU.VERARQUES. VEEDRIJVERS! Ivees wag soldaat, en Kees was erg on handig'- LOp zekeren dag vroeg een sergealnt hem „Uilskuiken, wat dee jij vóór je in dienst kwam „iWiei, sergeant vóór ik in dienst kwam, dreef ik vee, maar sinds, ik hier ben is 't net omgekeerd." EEN LASTIGE JONGEN. „Ik weef werkelijk niet wat ik met dien jongen vah me moeti beginnen. Ik had prui men ingemaakt en op de flesch een etiket geplakt met de woorden: „Ingemaakt 24 Augustus. Marie Smid." Een week later vond ik de flestoh leeg terug ,en op het etiket ataiait: „Uitgelikt 26 Augustus. Piet Smid." VAN VRIJEN EN TROUWEN. Mevrouw: „Ik wil jo graag toestaan, dat je vjrijea je af en toe bezoekt, vooax>pge- steld, natuurlijk, dat hij met je trouwemi wil.'; Nieuwe keukenmeid (verontwaardigd): „Mijn vrijelrs hebbte" "Rijd met mij willen (rouwen." OVERLEG. Hij,.!k heb twee- k-ia,rten .voor den schouwburg." ZiijIk zat mij metoen gaan! kleeden. Hij: „Oain js kans, dat je ten minste dit maats bijtijds klaar belnt; de kaarten' zijn voor morgenavond." OP PROEF. Een kerel die al een heele reeks vonnissen achter zich had, zei tot zijn nog zeer jeug digen advocaat: „Ja mijnheer, ik zou het graag willen, dat u mijn verdediging op u nam, maar wilt u eerst niet eens een proef afleggen van uw welsprekendheid? Vooral oen krachtige, fraaie stem, anders zal het niet gaan, denk ik!" 3 pCt Cert. Ned. W. S. 2V« pCt. Cert. r 5 pCt. TabaksL Buig. 4 Oblig. Kronenrenft. 5 pCt. April—Octoberrente 4 j, Jan.—Ju lir en te. 41/» Rusland 1909 Iwangor Dombrowo Groote Russ.sp. 1898 Nico lal Sp. Rusland 1880 Zuid-West Rusland Hope Rusland 1894 6e Em. Rusland Binneui. Imp. L/""»n Japan 5 pCt. Binnr Mexico. 5 Goudl. in p. St. 5 pCt Funding Brazilië, 5 ft Bahia in p. St a Para 1907.' 5 Rio de Janeiro (F. D 5 Sêo Paulo 1908 5 pCt Dominica 4 pCt Algem. H.B.K, 4 HaarL H.B.K. 6 pCt Argent H.B.L. 5 dito Cedula K. 4y* ft Ung. Land C.Sp. Aand. Amalgamated Copper n Am. Car en l'punurj 4tf ft 4 ft 4 4 4 4 ft 4 4 w 5 pCf. 67 973/, 87Vi6 89i/2 86®/, 93i« «68/4 87%le 93H% W/s 851/4 871U 863 921/z 923/, 45% 101 1033/, 976/s 1013/, 10D6/ie 85 96 943', 91 981/, 28% 743/» 160 1391 46 264 j 69 518 231 141% 83 101 66*% 201/, 51/, 700 746 87 93 100% 100% 96 96 11U 96% 107 22% 367/8 763 27 61% 67 86"% 96 92% 87% 93 923/, 104% 98 79»%, 94%e 91% 98% 861/, 697/, 289/lc 74% 162?/, 92% 91% 45i/8 255 271% 523 23 8% 141% 837/2 1021/, 66% 20 %e 5% 1697 742 871/4 92 863/, 60i/2 28% 74'% 1633/, '2761/, 531 84% i, Am. Hide en Lealh h United Slates Steel ft Cult. Mij. Vorslenl. I, Hand. AlaaLsch. Gsw. Aand. Paleleh AancL Redjang Lebong. Aand. Geconsol. Petrol. j, Koninklijke getr. Aand. Amslerd. Rubber, I, Deli-Batavia j. Neder 1. Aand. Java, China, Japan 4^8 pCt. Obi. Marine Pret Marine Comm. Marine i AandL Amsterdam Deli A I, Arendsburg Tubal' Aand. Holt Spoor Aand. Staatsspoor 4yi pCt Obi. Underground Aand. .Warschau Meeneu li/jgCt Mosk. Kieuw .Wer. 4'/j tWladikawkas, Common Togeka 4 pCt Alg. hyp. Topeka 4 j, Conv. Bd. idem. Common Denver t Common Erie 4 pCL general Erie j Common Kansas C. South, Prei. Kansas C. South. 3 pCt Obi. idem. Common Missouri K. X, 29%e 4 pCt le hyp. idem, j 94% 41/* pCtNat. Haiiw of Alex'ici 99-U% Common New-York Ontai'i 37 Common Norfolk j 116 Common Rock Island j 263/8 Common South Pacific lll3/s 4 pCt Convert idem 94 4 ft lfl Rel. Hyp. idem 94%t Comm. Southern Railw, 3A% Common Union Pacific 171% 4 pCt goud Obi. idem 99%e 4 ft Convert Obi. idem 101% Common .Wabasb Sh. 5 i}/t pCt Brazil Railw, 9A;g 5 pCL Yucatan, i961 2 2//i pCt Antwerpen 1887. 801%, Turkye 1870. 50% Prolongatie S3/, De fomdsenmaa-kt be New-York opende gis' teren op vjapte prijzen, tof&ehoon die omzet gering w-as. Laifer liepen de koereen lang zaam terug wat eeinige meerdere levendig heid tengevolge had- Het slot wae flauw, en over het algemeen' lager als den votrigen dag. De Amerik. afdeeling aan onze beurs was lusteloos. Voor binnen noch vcar buibenlamd- sclie rekening bestond ajnimo iets te onder nemen. Het meest ging om in Leal hem en United-Copper. Slot prijshoudend. Petroleumaiaindeelen vast voor de Indische soorten. Koninklijke 8 pet. hooger. Russische soorten konden zich gedeeltelijk herstellen. Ta baksmai kt zwakker op da minder gun stige taxaties. Rollandscke Staatsfondsen een fractie lar ger. Buitenlandsche soorten prijshoudend. 873/, 10916/,, 97 22% 357/, 271/2 618i8 71 291% 94 89 37% 26"% lip» 30 171 991/ig 191% 48/, 93 £0 41/, 27% 29% 26 30*% 99 door ECREVISSE. 4 Zij willen, ik hoor het, onderbrak Her man met klem, dat ik ook Bokkenrijder, dief, roover en moordenaar worde; welaan, ik wil zelfs het leven van Martha met geene laag hartigheid afkoopenik weiger Indien,.... hervatte de listige snoodaard, te kiezen viel tusschen een lafheid en den dood, ik zou u het voorbeeld geven van een manmoedig en eervol besluit.. Doch hoor mij aan tot het einde. Ik bewoon eene streek waar het wemelt van leden dier bende. Bij dage en nachten was ik blootgesteld aan hun ne geweldenarijen, daarom heb ik mij genood zaakt gevonden, mij onder hunne bescher ming te plöatsen!Weet dan dat de Bok kenrijdersbende bestaat uit werkende en be talende ledenDe eersten alleen plunderen en rooven; de laatsten volstaan met hun le ven en hunne goederen vrij te koopen door geldelijke bijdragen!..,. Zulk betalend lid hen ik sedert vele jarenIk verwaarloosd© over eenige weken, ben op den vervaldag te betalen. Ik volstond met eene lijst te teekenen en te beloven, onder eed, van hen nooit te verraden. Als aangenomen lid ben ik in staat gesteld, al hunne ontwerpen te onderschep penZoo vernam ik alles wat tegen u en tegen uwe zuster beraamd was. Klaas, de zoon van Roodolf, had n te Geleen leeren ken nen voor den zoon van den braven Hein Ruijter. Hij verried uw bestaan aan de bende. Zij zwoeren eenparig n en de zuster te ver moordenZij waren het die uwe woning met geen ander doel aanranddenDie uwe zuster roofden, wel wetende, dat gij haar zoudt volgen en ook in hun macht zoudt val len. Toen gij voor drie dagen mijn woning, togen mijnen wil verliet, vernam ik al aan stonds dat het hun gelukt was, u te vangen en in dezen kelder te werpen. Gij en uwe zus ter wordt toekomenden nacht voor den hoo- gen Raad der Bokkenrijders gebracht Uwe dood is onvermijdelijk!Dan heb ik geen oogenhlik geaarzeld, n beiden ter hulp te snellen.... ongetwijfeld ware ik vermoord geworden, indien niet de zonen vau haas Hein mij waren ter hulp gekomenHet is ook door hun toedoen dat ik enkelijk schat plichtige Bokkenrijder ben geworden. Ik wil, ik mag, ik kan niet teekenen, onderbrak Herman andermaal Dan kan uwe ongelukkige zuster niet gered worden» huichelde Steven eene groote neerslachtigheid veinzende; u redden wil ik pogen; kom met mij uit dezen kelder; huiten zullen misschien honderd dolken tegen ons getrokken wordendesniettemin willen wij pogen ons door hun midden eenen weg te hanen. Nochtans, hetzij wij ontkomen, hetzij wij bezwijken, van stonden aan wordt Martha vermoord! Ziedaar waarom dit ontwerp mij tegenstrijdt Ik wil mij niet redden zonder Martha, zegde Herman met klem, met haar hen ik dan bereid te sterven, indien ik met haar niet kan gered worden. Ja, gij hebt gelijk, antwoordde de aarts booswicht met een diepen zucht, het is meer vercerend te stervendan nw zuster te verlatenIk ook hen bereid met n beiden te sterven, om u mijne dankbaarheid te be wijzen. Gij waart dus onze vervolger, onze aarts vijand niet, vroeg Herman met een diepe ont roering, ik hield u dan ten onrechte verdacht. Ik nam er zoo weinig deel aan, bejegende Steven met vuur, dat ik mijne schatten uit geput heb om gewaarschuwd te worden, als er iets tegen Martha en u zou beraamd of ondernomen worden, 0111 u beiden te beveili gen tegen de aanslagen van de hoosaardigen. Ongelukkig was het te laat, want, sedert gij mij van den dood verlostet vreesden de Bok kenrijders dat ik mij te veel zou laten mee slepen door mijn dankbaar gevoel Diens volgons namen zij hunne maai. „elen met zooveel geheim, dat ik telkens het feit ver-. nam, nadat het gepleegd was. Gij ziet mij thans hierNog kan ik u beiden misschien redden. Doch maak spoed, ik voel mijn leven heengaan. Wie weet hoe nabij den dood ik beu, tengevolge mijner menigvuldige wonden. Maak dan toch ten minste dat ik de voldoe ning met mij ten grave draag van u en Mar tha gered te hebben van den dood.... Het middel is eerlijk, dat zweer ik u! - Om mijne zuster te redden, hernam Her man met klem, teeken ik, nu gij mij verzekert, dat ik mij aan geen euveldaden moet mede plichtig maken. Stever. haalde oogenblikkelijk eene pen en eene nagebootste naamlijst uit zijn zak De pen dopte hij in zijn eigen bloed en gaf dezelve over aan Herman. Deze, nog eenigs- zins verblind door het lang gemis van licht, teekende met bevende hand den naam van Herman Lemmens naast dien van Steven Doodrijk en gaf daarna de lijst sprakeloos terug aan den booswicht.... Wacht een minuut slechts, ik ga Martha roepenBedaar u ondertusschen, mijn vriend, opdat de ontzetting niet, al te groot zij, fluisterde Steven den ongelukkigen Her man toe, langs hier gaan wij te samen uit en wij zijn vrij. Onder het uiten d'ezei woorden, had hij de veer doen werken; de blauwe steen draaide langzaam terug en vooraleer Herman deze opening hod gezien; was de aartsschelm langs tl elve niet de lamp .verdwenen. Hü zocht in de duisternis naar de opening, doch te ve^ geefsDe steen had wederom zijne gewone plaats hernomenl Een tijd lang bleef bij staan luisteren; hij hoorde in de verte eene andere deur openen en niet een vreeselijk geknars grendelen. De twijfel drong' weder in zijne ziel, maar hij kon toch aan zulk godtergend verraad niet geloovenHij wachtte de terugkomst van Steven en Martha af, in de hevigste gemoedsspanning; doch, de minuten verliepen; zij groeiden aan tot urenen niets liet zich hooren! Eindelijk, toen alle hoop verloren 6cheen, sloeg hij over tot een onbeschrijfbare razernijhij schreeuwde, tier de, wrong zijne handen; maar te vergeefs, Bedrogen, onteerd, riep hij uit, o, dat is te veel!.... Mijn God stel toch een einde aan dezen toestand! Vergeef het mij, o God, ik wist niet wat ik deed. De stilte des grafs heersckte in dit akelig verblijf; slechts de hoeken weergalmden van zijne wanhopig getier en geschreeuw. Deze weergaimingen joegen hem een onge kende vrees aan, zij dwongen hem tot zwij gen, want hij verbeeldde zich, dat de geest des doods hem tegengrijnsde!Hii zocht ii het duister naar den ingang, waardoor Ste ven verdwfeneu was, en niets vindende vond hij de trappen ging tot boven en schudde den ingang met zijn hcrculeskraektenl Maar te vergeefs! Uitgeput, ademloos, flauw, rolt hij langs de trappen tot op zijn strooleger.v Hij neemt de kruik en stilt zijnen brandenden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5