I Anecdoten. m KINDJES VERJAARDAG. 0p informatie uit (T. C.) WAAR DE SPELDEN BLIJVEN. VAN EEN GEMEENTERAAD, EEN CHAUFFEUR EN EEN AGENT. VRIJDAG 13 SEPT. 1912 No. 7932 BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT nen. Intnsstehen heeft een desk unitize op filmgebied gezegd, da,t er na eenigen tijd wel vraag zal komen naar vertooningen waarin een weinig gezond verstand steekt. Het is te hopen. (N. T. v. Cr.) WAT EEN WALVISCH OPBRENGT. De walviseh jagers maken zoo'n aanhoudende jaoht op deze groote zeebewoners, dat men voor uitroeiing begint te vreezen. Met één wal- visch worden -veelal de kosten der expeditie reeds gedekt. Zoo'n dier, diat gemiddeld 81,000 E.G. weegt, brengt op: 33,000 K.G. vet (waarde 1000), 27,000 K.G. traan (eveneens 1000), 1700 K.G. walvischbaard. (baleinen) ter waarde vaal 3000; dus in 't geheel 5000. DE VILLA VAN NAPOLEON ONDER DEN HAMER. Maandag heeft in het kleine stadje Porto Ferrajo op het eiland Elba de openbare ver- kooping plaats gehad van de villa „San Mar tin", waar Napoleon de Groote van April 1814 tot Februari 1815 ais balling leefde. Al gemeen werd verwacht, dat er verscheidene liefhebbers zouden komen opdagen, daar de verkooping overal hekend is gemaakt. In de Parijsche bladen liep het gerucht dat ook een lid Van de familie Bonaparte tot de koopers zouden behooren, die, naar men ver wachtte, verder voornamelijk Engelschen en Duitschers zonden zijn. De villa bestaat uit twaalf kamers en be vat nog de meubelen, welke Napoleon I ge bruikt heeft. Aan de voorzijde van het ge bouw bevindt zich een terras, overschaduwd door het loof van een grooten boom, die eigenhandig door Napeleen geplant zou zijn. De geheele villa met bijbeboorenden grond beslaat een oppervlakte van 165 hectaren, voor een groot gedeelte met vruchtboomen beplant. Langen tijd is de villa 'het doel geweest van de pelgrimstochten van de vereerders van Napoleon. Een zijner grootste bewonde raars is volgens de „Petit Parisien" konin gin Alexandra, die verscheidene malen een bezoek aan de villa heeft gebracht. Vroeger heeft zij zelfs wel eens den wensch geuit de villa te willen koopen, doch het verzet van de zijde van koningin Victoria heeft, naar toen maals verzekerd werd, de uitvoering van dit plan verhinderd. Door experts wordt de waarde der villa geschat op 1,300,000 lire Napoleon heeft er zelf een bedrag van circa een half millioen frs. aan ten koste gelegd, terwijl prins De- midoff, die daarop eigenaar der villa werd, voor verschillende verbeteringen en ver fraaiingen meer dan twee millioen lire uit gaf, terwijl de tegenwoordige eigenaar, Sig ner del Buono, ongeveer VA millioen voor hetzelfde doel aanwendde. Dikwijls vraagt men zich af; waarhéen gaan toch de spelden, naalden en schrijfpen nen Een oude heer in het noorden van En geland kan daarover inlichtingen geven. Hij legde eenige honderden stalen spelden, naai- naalden, haarspelden en schrijfpennen in een hoek van zijn tuin, waar zij aan alle wisse lende invloeden van het weer blootgesteld waren, zonder dat vreemde handen ze kon den aanraken. Het resnltaat was zeer merk waardig; de gewone haarspelden waren na omstreeks 145 dagen de eerste, die in bruin achtig roest oxydeerden. Zoodra deze zich gevormd had, werden zij door den wind weg geblazen en na eenige maanden kon men niet het minste spoor meer van hen ontdek ken. Bü de gewone witte spelden duurde het achttien maanden; de koperen waren reeds lang door kopergroen verteerd. Aan de pen houders waren de stalen pennen na vijftien maanden geheel weggeroest, terwijl de hou ten houders in 't geheel niet veranderd wa ren. Misschien had de verf tot hum behoud bijgedragen. HOE m „OPPAS" DfE voorstelling REDDE) Toen op teen aVotud het overgebleven groep je den Halgespelers met steun vtan wat Me- cfajnteöhe dilettanten in de Witte Sociëteit hun voorstelling ga,ven, bemerkte eetn der medespolemden keurt viöor den ia|a|tfvo!nlg van een der één-acteis dat hij de sabel niet kon terug vinden, waarmee hij zoo aanstonds in heft „stukje" zou moeten optreden. Hij zocht en' zocht, tot zilte droppelefn hem' langs het vtotonhoofd gleden, doch' hoe hij speurde, hét. wapen iwus weg. de sabel y)ond hij niet weer. 1 ÖNonSCHAAMD. ISiiM _r; Heer: „Zeg eens, jij zult toch zeker ook wel een fatsoenlijk lid van de maatschap- pj willen worden!" Bedelaar: „Zeker meneer, maar wilt u mii dan misschien introduccerenV" „Maar wat nu!"1 klonk klagelijk zijn stem. „Wadhi", kwaim toen opeens 'n schrandere hem te hulp, „eens eventjes kijken of vain iDiaiaJen in de zaal zit...." En hij lonrd© daarop door een der kijkgaat jes in het tsdierm. Gelukkig, hij zat er..... Toen wendde de schrandere zich oan, lachte de anderen bemoedigend toe, verdween door het zijdeurtje va|n het tooneaL-terri bo-ir en stapte omzichtiglijk langs de stoelenrijen op den heer Van' DaialCn toe, wrien hij 't nood geval in enkele woorden schetste. „;U wilt dns 'n sabel hebben Tjsjaj, za-1 lastig gaan," antwoordde de politic-commis saris. .Doch dadelijk daarop gleed er een ooi ijk lachje over zijn lippen. „Wilt U maar even meegaan, ik geloof, dat ik 'n oplossing weet....." De heer Van Daalen richtte zich toen op, zette even zijn kepi wat rechter, en stapte vervolgens de zaal uit, door den ander ge volgd. Met stevigen tred stapten beiden nu op 't nieuwe poetkantoor en op den dajatr wacht hebbenden politieman af. Deze schrok begrijpelijkerwijze dadelijk uit zijn (dommel pp, veerde Vain zijn zit bank j e omhoog en stond ©ogenblikkelijk stram in de houding. Toen Volgde het voor den „oppas" ontstel lende moment, dait hij op last vtan den com missaris zijn koppel moest af gorden en het zwaard zijn superieur ter hand moest stellen. Aschgraiuw zag de man, 'n flauwte nabij.... trilbeenend en met bevende vingeren vol deed hij echter aan 't verzoek, klaar wakker thans, met schrik en beving reeds war nend! pp stel en sprong ontslagen te zijn. Tot de commissaris hem met een „pind- jam sadje" geruststelde. De Hag espeiers waren nu geholpen en 'n minuut of wat later reeds, kon toen 't scherm omhoog gaan4: („Sum Post" EEN VISCH, DIE IN HET WATER VERDRINKT. In den C-ongo vindt men een eigenaardig soort amphibie, die de geleerden aanduiden onder den naam van periophthalmus, of een voudiger: klimvisch. Slechts bet aquarium te Brussel bezit er vier soorten van. De klimvisch leeft aan de oevers der zee of liever tusschen de wortel6 der wortelboomen, die in zout water groeien. Bij het minste gevaar schiet hij den stam in, met de lichtheid en bewegelijkheid van een hagedis. Zijn vinnen zijn dan ook sterk en gespierd, waardoor ze op pooten lijken en waardoor ook deze manier van voortbewe gen dan ook mogelijk wordt. Ook schijnt deze viseh af en toe eens boven water te ko men, daar hij anders verdrinkt. Lang reeds heeft men in 'Spanje, evenals hij ons, geklaagd over de buitensporige snelheid! der auto's in de steden. Eindelijk heef! de gemeente raad van Barcelona, gehoor gevend aan de alge- meene klacht, zidh met de zaak bemoeid en zzicih er toe gezet een radicaal middel te vinden om de vreedzame voetgangers in bescherming te ne- 'men tegen de monsters der 2Gste eeuw. Doch dat is zoo gemakkelijk niet, als het zich laat aanzien. Na ontelbare vergaderingen be sloot eindelijk de vroede raad van B««<ceIona een corps agenten te vormen, uitsluitend belast met de conIrolccring en vervolging der te groo te snelheid der auto's. Het begin der werkzaamheden van dat corps heelt aanleiding gegeven tot ,jren grappig geval, dat waard was om door de bioscoop te wordien vereeuwigd. Een agent gelastte met het gebaar van een Jo stle, toen hij gebood: „Zon, sta stil", een auto mobiel halt te maken. De chauffeur gehoorzaamt en trillend en puffend staat zijne machine s il Maar eruit komen verkoos de chauffeur niet Daarom ging de agent op de treeplank staan om hem te verbaliseeren. Maar dat was voor den chauffeur het oogenblik, om zijne machine in eens met de grootst mogelijke snelheid aan te zetten en nu ging het met een snelheid van 100 kilometer het land in. Het slof dwarrelde (in Spanje schijnt het iets droger te zijn dar: bij ons) en jong en oud keek het vliegende mon ster na. Wanhopige kreten weerklonken uit Me borst van den geroofden agent, maar eraf sprin gen dorst hij niet. Gelukkig (d.w.z. voor den agent, met vooi den chauffeur) kwamen ze, diep in het buiten land, twee marechausees te paard tegen; dezer wisten de auto te dwingen stil te houden. Df agent ademde vrij, maar bevond zich op een ont zetlenden afstand van de stad. De chauffeur moest rechtsomkeert maken en werd naar he! commissariaat van politie gebracht. Ondervraagd over zijn handelwijze, zei de chauffeur met bet droogste gezicht der wereld, dat hij deze autoriteit eens een wandeling hao willen laten maken. Waarop de agent, die van dt emotie nog beefde, moet uilgeroepen hebben: „Wel bedankt voor zulk een wandeling 1 Als we de marechaussees niet tegengekomen waren, dan vlogen wé nog!" SCHILDPADJACHT. Inlanders ontwaarden in de branding eer kolossale lederschildpad, die aan land wildt komen om eieren te leggen, meldt de „Pa danger". De lieden bleven op den loer en lieten hel dier met rust tot de eierlegging gedaan was Bij de eerste de beste poging van de schild pad om hare eieren onder een haag zanc te begraven, sprongen de jagers nit hm) schuilhoek em het te beletten. De scliildpac bleet een flink en groot dier te zijn; eer poging om haar te kantelen (d. i. haar op den rag te krijgen) bleek vrachteloos; zelfs toen de vier mannen op den rag van dt schildpad gingen staan, om haar den terug keer naar zee te beletten, wist de schildpar' hare ruiters in het zand te doen bijten. Met een vondst van 110 eieren was roer toek al tevreden. DEN SPIJKER OP DEN KOP. In een coupé 2de klas werd, vooral wegen, de aanwezigheid van een priester door eeni ge lichthoofden geschimd op den godsdienst Ze hadden het hierover in 't hijzonder, dat ir de Kerk alles betaald moest worden: de H Mis, de Sacramenten enz. De priester keek even op en vroeg aal een hunner: „Wel vriend, hebt ge al ooit iets moeten betalen voor de biecht?" „Ja, zeker, eiken keer!" „Zoo! hm! in de biecht betaalt men alleet geld, als er restitutie valt te doen voor diefstal of bedrog". Zij hadden genoeg. VEEL GEVERGD. Een heer heeft een ander uit het waf er gered die reeds op het punt stond van ite verdrinken „Hoe zal ik u danken," roept de geredde, na dat de levensgeesten weer zijn opgewekt. „Trouw (mijn schoonmama en open een hotel op den hoogsten top van den Himalaya", klinkt! het -droogjes. DAN WAS ZE TOCH WEER MINDER JONG. „Neen, waarde heer, uw aanzoek is een groo te eer voor ons, maar Lize is bepaald nog te jong om te trouwen." „Mag ik dan morgen misschien terugko men GERUSTSTELLING. Inbreker (die betrapt is en in heit Huis var- He waring binnengebracht wordt): Ik heb slechts één verzoek. Zend u een boodschap aan mijn vrouw dat ik hier ben opdat ze zfcfh niet ongerust maak tl" VOOR DE HUISKAMER Ze was gestorven, .Ondanks Kaar stellige belofte van lang, neig héél lang, bij hem te blijven, was ze heengegaan vioiotr altijd hem achterlatend met hun Mudje in troos- telooze eenzaamheid, omgeven van een leeg te, waarin hij zoekend rondtastte naar de grootte liefde en het heerlijk geluk, welke ze hem eens had geschonken en die nog nar trilden in al de immense innigheid yah bun vergane werkelijkheid. En in die stemming had hij' zaoh voor genomen ban nimmer te hertrouwen. Hij voelde dat die daad ?t hertrouwen in al haar gevioilgen tot groote ontgoocheling zou leiden. Immers hij zou niet kunnen nar laten elke handeling van zijn tweede vrouw hij die van zijn overledene te vergelijken. De wjj'ze waarop zij gewoon was geweest hem toe te spreken, hem te verzorgen, te ver troetelen met duizend kleinigheden, de tcere zorgjes voor haag kindje. D|e verrukking, al .weken te voren als er een verjaardag in uit zicht was, de verrassingen, die in het groot ste geheim voorbereid werden, om op dien idag 'als een groot geluk zich te ontmaskeren- En de liefde, de liefde, die uiiit alles haid ge sproken..... Hij zou het nimmer vergeten- Maar ziet, wat onveradjdjelijk voorkomen! moest, kwam- Zijn huishouden liep spaiak, totaal in de war. Vreemde handen hadden de, leiding, alles was duurder; hij kwam nieit meer toe met het inkomen, waarvan zijn te sparen. Do toestand wand reddeloos....*j en hij radeloos. En: wat hij nog1 betrekkelijk kort geleden als beslist onbestaanbaar had geloofd, werd nu noodgedwongen wer kelijkheid. Het toeval bracht hem bij 'n jonge weduwe, die 't goed had in de. wereld. En hij hertrouwde. En als hij 's avonds zat in de mooie huis kamer met de Lvieil<ar gordijnen en poim- padofur-bekleede ameublement-, als haj daar neerzat, tegenover zijn vrouw in een duren makkelijken crapaud en met haar praatte over „den dag" over wat haar interesseerde, dan viel het hem op hoe hij al die mooie stukken, d-ie nu zijn eigendom waren, en de rust die hij genoot in zijn mooien stoel, bet gevoel had van' op bezoek te zijn, wel hij een heel goede kennis, maar toch „op een bezoek". Vreemd voelde-ie dan te mid den dier comfortabele kostbare meubelen, die zoo'n schitterende overwinning behaal den op die van de kamers; welke hij met zijn overleden vrouw had bewoond. Natuur lijk, dat waren maar gewone „huurkamer- meubeltjes" geweest. Maar gezellig da,Lie ze had ge vodden..... Héérlijk, en naar hij geloofde, juist door hun groote soberheid. Maar nu was het anders. Nu was hij omgeven van een .zekere luxe, waaraan-ie zich moeilijk kon aianpa. n. En geld, zorgeloos Ir ale hij nu zijn da gen-Des daiags in zo e-i, des av-oinds thuis. Dan speelde hij met de kleine, tot ze ging naar haar bedje, waar na kleinen kinder- strijd, spoedig de lieve oo-gjes toevielen. Dan vleide hij zich neer in „zijn stoeldan was voor hem de dag ten einde. Zoo naderde „kindjes Verjaardag". De éér- ste na, haar dood, de derde van kindje, de dag waarnaar zoolang tevoren reeds door1 hem en zijn overleden vrouw was verlangd. En die dag naderde ras. En eindelijk was de vooratvond van dien dag' .aangebrokenwas hij gekomen de dag dien hij met zooveel te meer vreugde zou begroet hebben als zijn vrouw was blijven levende dag, die hem nu i:i-smartelijk aan deed, omdat hij zoo oneindig veel herin nering van vroeger daaraan, had. D|e bloem pjes die in alle vaasjes prijkten, de lieve veldbloempjes aan het stoeltje, een paar aan het bekertje; aiajn 't lepeltje..», kortom bloem- ABSENTIE VAN GEEST, Heer (een onBeduidende Kwast) tot z$n zo»- ter: „Laura, Laura, als je toch mijn mdemste gedachten eens kende f" Zuster: „Kom, Johan, maak nu geen gekheid. Waar niets is verliest immers zelfs de keizer zijn recht!" - j pjes overal. Eln (die verrukking bij' T ontwaken reeds, de blijdschap, de vroolijke morgen zang, die hem, nauw! ontwaakt, als een len tejubel itlegenklonk, en heel de onzegbare weeldestemming die er dan wtaia, omdat kind je jarig wag. Die stralende oogjes van 't kleintje, dat mjet die bloempjes wilde spe len, er naar greep, ze voor zich opeisehte, zonder te begrijpen. Die dag was de gnoo-tste feestdag van 't jaar, daarop werd geleefd, reeds lang, laUg .van te voren. En die dag was nu aan gebroken. En bij had een cadeautje, 'n mooi stukje speel goed gekocht; en z'n vrouw, ook. En ze had den dien avond er nog even over gepraat ook. Maar over „bloempjes" was niet gespro ken. En de heerlijke verrukking van zijn overleden vrouw was verre gebleven. En stil w-as hij geworden, héél stil. Hij bad wel kunnen huilen. Hij had 't gevoeld da-t 't anders zou zijn dan vroeger, hij had ang stig voo-rgevoelid dat er vreemde lijnen zou den komen in zijn leven, maar t,ooh.....4H; toch had hij nog gehoopt dat zij hem ver rassen zou met.... die bloempjes, hij maakte 't zich zelf zoo wijs dat ze er daarom niet over gesproken had, dat hij er ook niet over had durven beginnen. Hij had haar toch immers alles vain! zijn overleden vrouw verteld, dat ook En toen zijn vrouW hem vroeg, waarom hij zoo stil was geworden, zei hij maar- dat-ie hoofdpijn had en naar bed ver-lang de Hij ha|d laing .wakker gelegen.heel lang. Hij had liggen ku-chen en snuiven en de weerbarstige, telkens opkomende tra nen weggeslikt, opdat ze er maar niets van zou bemerken. En zie had 't ook niet be- merkt. Totdathij eindelijk den slaap hed ge- de bloempjes in de Vaasjes a-an het stoeltje, j Vat..... héél lalat. En hij droomde toen van hij 't bordje, en van bloempjes overal. En hij hoorde de kleine kraaien van pleizier1 en praten in haar eigen taaltje heel druk. En hij zag zijn eerste Vrouw in al haar blijheid en geluk en hoorde haar zingen 't hoogste lied, om 't kindje. En er was feest en vreugde. En hij! voelde zich als vroeger, gelukkig. Mïaa-r plotte werd-ie_ wakker, rug aangedfei»- tetaL Man, main, 't is al acht nun, gauwt we hebben ons Verslapen. En toen zie Vlie gensvlug 't bed was uitgewipt en daar nog half slaapdronken stond op 't kleedje vjaln zijg bed, hoorde hij 't kind huilen in hét bedr je, heel bedroefd en' heel ztatóht. En in de kamer zag-ie zijn vtrouw. H5f zag haar bezig, maar bijl hoorde haar niet. En 't was toch kindjes Verjaardag- Eu op de kleine (toetredend, sloot hij zfa in zijn aPmieW Vol innigheid en kuste haar. En met haiar op den arm, de tranen in de oogen, ging-ie behoedzaam naar de deur en.....H(^ door de kier van d-e detfr gluurde hij, met nameloos verlangen in de ajaUgpenzende ka mer, z ocht naar bloemen. Maar ze waren' er niet. HHj' zag geen bloempjes, nergens, nergens. De gordijnen wapen nog neergelaten, er hing nog jeep vpeemde vpoeg-mprgenstemming in die kamer. Stil ging-ie zich aankleeden En toen ze 'n half uurtje falter in de eetkamer kwam zag-ie zijn Vrouw, bezig aan 't ontbijt De Mein© speelde met klei ne beestjes op den grond, dacht aan niets! anders op dat oogenblik En weer keak-i© rond. Nog! wairea Cr 'geen bloempjes e!n nog' had Ze niet gezdngen. Maar 't kindje miste niets efn speelde rus-- tig' door..,..- QÏ: GMt) j OTi B Door dé telefoo-U gewaarschuwd, dat den Amerikaanschen m'illionmahr jMjeatland en zijn vrouw een automobiel-ongeluk was over komen in de buurt vla|n Gourlien, zond de' hoofdredacteur van het bekende dagblad „l'Eseor" onmiddellijk Jean Jorlon op na dere berichten uit. Het was zaak er het eerste bij te zijn en niemand zou daar beter in slagen, dan die slimme jongen. En inderdaad, drie uur later bevond de journalist zich te Gourlien, diatnk ztij dsn 30 P.K. wagen Vjaln zlijn blad. Daar ter plaat se vernam hij, jdat Meatland, Zijn vrouw en hun chauffeur alle drie giewojnd ini een herberg binnen waren gehrachf.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 7