DE BOKKENRIJDERS JAC. KAHSKÈNS, Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, EMGELSCHE STOFFEH. Haagsche Brieven. BUITENLAND. BINNENLAND. Au Ban Marché Sociale Berichten &ia£G»!eni'>i^Pusse3. Handschoenen woon alle gelegenheden» III. In een der pittige en actueele „Alledag- jes" in dit blad lap ik onlange een klacht over te weinig, politietoezicht in de Hjaiai'- lemsche buitenwijken. „Tout comme cliez nous" dacht ik tsnden het lezen, want ook te onzent is het met de bewaking pp som mige plaatsen treurig gesteld. Hiet Haagsche Bosch is een tijd laing berucht geweest om de onveiligheid viap sommige gedeelten. En jnog juist dezer dagen heeft iemand uit Leeu warden, die zijn trein naar Amsterdam miste en toen, omdat hij haast had, besloot, zijn reis per taxi-auto te doen, zich beklaagd, dat hij midden in het Bosch, door den chauffeur en zijn handlanger eenvoudig is uitgeschud. Zijn horloge cn ringen, zijn bagage enz., moest hij afgeven en toen werd hij eenvou dig' aan den kant gezet, kliddeleeuwsohc roevers-geschiedenis. En dat gebieiuït 'saivomtls om z eye in uur1, om zoo to zog- gen in den kom der gemeente op den Leid- schen straatweg, waar geregeld een kolos saal verkeer plaats heeft. Aanrandingen van vrouwen waren er vroeger aan de orde van den dag. Be Schevemingsohe Boschjes zijn ©en tijdlang niet minder berucht geweest. En die vormen toch eigenlijk niets anders dan ©en kolossaal stadspark, midden in de bebouwde kom vaji onze gemeente gel eg-en- Gelukkig mag .worden geconstateerd, da.t sinds een paar jaren die toestand veel ver anderd en verbeterd is. Dat hebben we te danken aan onze „bereden" politie. „Bere den" in zooverre men ©cn agent op een fiets zóo noemen mag. Met tweeën pedde len ze tegenwoordig' alle voet- cn r ij paden af fen (d oor hun ger uischlooe /i aderen en snelle verplaatsing zijn ze de schrik der deugnieten, groote en kleine geworden. Ik weet niet, of de Haar Ionische politie een „rijwielbrigade" heeft. Zoo (neen, dap mag een proefneming ten zeerste voorden aan bevolen. En overigens zit er 'niets anders op, dan uitbreiding van het corps. Het is nu eenmaal niet anders, hij ons is het al net, als in Haarlem, epn groot deel van het pu bliek eischt tegenwoordig streng toezicht. De 'straatschenderijen (vuurtjes-maken, luiten ingooien, voorbijgangers molestceren, leeg staande panden vernielen) nemen hand over hand toe. Helaas, ook de ergere misdrij ven: mishandelingen, oneerbaarheden, dief stal, ja zelfs moord en doodslag. Nog zeer onlangs is bij dein gemeenteraad een adres ingekomen, behelzende een ware noodkreet over de onduldbare toestanden, die een nieuw gebouwd stadsdeel geheel onbewoonbaar maakten. Zoo vond onze jonge burgemeester bij zijn optreden verleden jaap het politie- vraagstuk in vólle actualiteit. En de zaak Was vpor hem te neteliger, omdat het in de boezem van het corps zelf ook .allesbehal ve in orde wiais. Onder burgemeester Sweerts was daaromtrent heel wat aan den dag ge komen, zóó zelfs, dat, 'toen deze bij .de ge- jncentebegrooting voor 1911 een belangrijk bedrag aanvroeg, ter uitbreiding van het corps en ter verbfetering der datarissen, de Raad allesbehalve bereidwillig was, om het aangevraagde bedrag zpo maar voetstoots to>e te staan. In de schriftelijke g-edachtenwisseling oVer die begroot in g werden over de politie har de noten gekraakt. Bij het „Algemeen Ver slag" Van het afdeelingsonderzoek werd Zelfs een ..geheime" nota, gevoegd. Dje „geheim heid" is er natuurlijk in den loop dezer1 twee jaren wel ©enigszins afgegaan. En zoo is dan bekeind geworden, dat er in dat stuk bitter geklaagd werd over de treurige ver standhouding tuissohen den hoofdcommissaris en de commissarissen, die tot allerlei mis standen aanleiding gaf en vanzelf den geest bedierf onder de hoogere zoowel als onder de lagere politiebeambten. Onder de inspec teurs waren er, die openlijk oen ergerlijk leven leidden. Er werid gemompeld oVer nepotisme, daar 'de hoofdcommissaris niet minder dan drie schoonzoons onder de inspecteurs tel de, over willekeur en favoritism©- Onder de lagere beambten waren gevallen voorge komen van „diefstal en chantage, mishande ling. koppelarij en onzedelijkheden", zooals het letterlijk in genoemde nota werd neer geschreven. In menig .particulier gesprek werid zelfs de naam Vajn de hoogste politie autoriteit niet gespaard. Bij de openbar© behandeling der begrooting werd niet meer licht ontstoken. Burgemeester Sweerts wajs toen met ziekte verlof afwezig en 'de waar nemende burgemeester, die obdslte wethouder, de heer Jansen, hield zicli er begrijpeliji- kerwijze totaal huiten- Intusisehfen werden er twee moties voorgesteld, een door den) sociaal-democraat, dein heer Hoejenhos en een door niemand minder dan de heer Mr. Dl© Meester, oud-minister president^ Die eerste vroeg ,eep elommissie van enquête uit den Raiad, de tweede, die 'sRaiads bevoegdheijdt om in dit gevial te enquêteeren ontkende, ver langde een onderzoek dooi* den Burgemeester zelf en mededeeling v!an de resultaten1 daar van a,an den Raad. 't Direct gevolg Van een, .en ajndier was, dat de aangevraagde gelden vian de begtroior ting! .werden afgenomen en de ziaak bleef rusten, zóó lang bleef rusten, tot burge meester Sweerts inmiddels Commissaris der Koningin werd en zijn opvolger, de heer Jhr. Mr. Dr. Van Kjaimebeek optrad. Deze vroeg, vertrouwen in hem te stellen en de twee moties in ts trekken. Hetgeen gebeurde. Een en ander komt. onwillekeurig weer in de gedachten, nu de tegenwoordige burge meester zijnerzijds komt met voorstellen tot organisatie en uitbreiding. Noemde burgemeester Sweerts in 1910 den toestand der politie reeds „onhoudbaar", die o n h ou d b a a, r h e i d h ee f t jh et todli nog1 deze twee jaar uitgehouden. Burge meester van Karnebeek schijnt minder pes simistisch te zijn, want in da afzónderlijke „bijlage" van zijn hand, die geveegd is bij do „Memorie van Toelichting" tot de aan hangige gemeentebbgrootinjg, schrijft hij: „dat hem (mij) geenszins gebleken is, 'dat de Haagsche politie Voor hare taak' ..in het algemeen minder berekend zou ,zijn." Is de toestand dus nu niet meer „onhoudbaar", men zal toch moeten toegeven, dat het zöo- even .aangehaalde zinnetje buitengewoon voorzichtig en vaaig' gesteld is. In de afdee- lingeln van den Raad moet da|n ook de vraag zijn gerezen, of nu alles in' orde mag .ge noemd worden. Ik wed, dat de heeren daarop van onzen burgervader geen antwoord zul len krijgen. Hij beschouwt het tijdperk vóór zijn optreden als een afgesloten tijdperk en laat daarover zeker geen discussie toe. Nie mand zal tegenspreken, da t er voor dit stand punt heel wat te zeggen Vailt, temeer, om dat men Vain den heer van Karnebeek gvrus- telijk mag aannemen, dat hij met ijzeren hand de tucht in het corps zal wetente handhaven. Na, rijpe studie en de ervaring' Van een jaar is intussehen ook het tegenwoor dige hoofd der politie gekomen „tot de over tuiging, dat, onder eeb in verschillend op zicht gewijzigde regeling1, de Haagsche bur gerij uit een politioneel oogpunt- nog .beter zou kunnen worden gediend dan thans het geval is." Die. overtuiging* doelen wij hier allemaal en dat ingrijpende Verbeteringen' boog noodig zijn zal na het bovenstaande ze ker ook aan mijn nict-Haagische lezers) Wel duidelijk zijn. De maatregelen, die, nu voor gesteld worden, komen hoofdzakelijk bier op neer, dat een scheiding kal worden ge maakt tussehen de justitieel© politie (de com missarissen zijn als Hulp-officier va.n Justi tie rechtstreeks ondergeschikt alain liet open baar ministerie) en de gemeentelijke poli tie. Blijft de eerste ta,a,k ook in het vervolg' aap de commissarissen, als chef van de ge meentelijke politie zal een hoofdinspecteur worden aangewezen. Deze decentralisatie moet yolge'ns den bur gemeester de gemeentelijke politie (d. i. dó z.g. straatpolitie, de regeling' .Van het „ver keer de handhaving van de Politieverorde ning) tejn goede komen'. Vervolgens wordt getracht meer politieagenten vrij te krijgen voor dón staatsdienst, 'bun dienstregeling wondt Verzwalard en de controle wordt yer- venschterpt, terwijl ten slotte het'corps wondt uitgebreid en de ealarissen' verbeterd. Dit laatste alleen van de hooger'e rangen, de la gere beambten krijgen geen finatnciëele ver betering1, wat al tot gemor heeft aanleiding gegeven. En de kosten Voor 1913 wordt het hoofdstuk „Politie" totaal geraamd op f 985.368,96V2 dus op ongeveer een millioeU gulden. De belaistingbetajler zo ebt. Als hij nu ten minste ma,ail góed bewaakt wordt. Ho© een dubbeltje rollen kan..,, o' het wonderlijke avontuur van een handschrift. Bijdrage tot die geschiedenis der Consciencfe-feets- ten te Antwerpen, ten jare 1912." Ziedaar een prachttitel voor een heel eigenaar dig en vermakelijk gebeurtenisje, dat verrassend opdook uit die belangstelling die de Conscience tentoonstelling van wijd en zijd! geniet De Nioord-Nedierlandische uitgever, die heer Sijt hoff, bezitter van het uitgeversreehtt der wefken van Conscience^ die "toch al 7t zijne bijdroeg tot het wellukken der tentoonstelling, wilde nog wat doen voor 'deze. Hij had een bandschrift ont dekt van „ïh het Wonderjaar", 't Ding zag eruit zooats een handschrift er behoort uit te zien: rois. geworden letters op geluw-gewordlen papier; en hier «n daar een scheurtje en een barstje. De gelukkige ontdekker vroeg aan dien heer De Bom of in zijn verzameling handschriften niet diat van 't „Wonderjaar" ontbrak 1Waarachtig, de heer De Bom had tot dusverre tevergeefs naar het manuscript van Conscience's veelbesproken eersteling gezocht. En de heer Sijthoff, toen hij dat vernam, dan natuurlijk gauw aan 't bereid willig afstaan van zijn kostbare vondst. Heit „Wonderpakket" kwam naar Antwerpen. "Met bevende hand ontving de heer De Bom hef nieuwe tresoor voor zijn toch al zoo rijke ten toonstelling. Maar toen -ft paikje los was en de geluwe bladen voor hem lagen opengespreid1, zag zijn kennersoog al dadelijk, dat het geschrift niet van Conscience; was. Het was niets meer dan een kopy. En een kopy Van een literair werk, heeft natuurlijk niet die waarde als een kopy van een schilderij; al Zijn beide even onecht. Maai* daarmee was het niet uit. 'Nu deed, o wonder, die heer Dc Bom een ontdekking. In zijn geest ging iets open; hij kreeg een jeugd visioen; kropte^ zwolg en proelsle het plots uif(. In het „handschrift" van het „Wonderjaar" in kwestie, herkende d!e heer De Bom de hane- pooten van het jongetje dat hijzelf eens is ge weest Toen hij twaalf jaar oud was pende hij inderdaad op verzoek van zijn schoonbroeder, voor een vijfcentstuk, bet gansche „Wonderjaar" over. En dat nu juist de inrichter der huidige Con- science-tentoonstelling dat dieedl En dal helt na zooveel jaren juist in zijn handen terecht moest komen! Wat een handschrift lijdien kan! En is de gilt van dien heer Sijthoff van geen waarde voor de tentoonstelling zelve, zij zal voor den heer De Bom een pleizierige 'jeugdherinnering uilmaken; en t geheel is een even pleizierige historie. Nog een Köpenicker. De kapitein van Köpenick vindt in Duitsoh- land nog telkens navolgers. Van den eerbied voor alles, wat uniform draagt, wordt in zulke gevallen misbruik gemaakt. Iets derge lijks is nu weer eens uitgehaald in de ro mantische omgeving van Heilbronn, in Wur- tembei'g. Daar bad een brutale kerel zieb de zer dagen verkleed als rijksveldwachter. Met de helm op en de buks op den schouder kwam liij, klokke twaalf uur 's middags in het dorp Billensbach bij den gemeente-ontvanger, zeg gende dat hij kwam van den procureur-gene raal uit Heilbronn en dat hij de kas moest nazien. De gemeente-ontvanger gehoorzaam de, waarop de veldwachter 400 Mark in zijn zak stak, even in de boeken keek en op bru talen toon zeide: „Eigenlijk moest ik u mee nemen, want de kas is niet in orde, maar ik zal alle opschudding1 vermijden, meld u morgen maar aan het parket!" Daarop ging hij heen om elders hetzelfde te herhalen. Te Gagernberg nam bij eveneens 400 mark uit de kas en wilde nog ruim bet dubbele uit een afzonderlijke kas lichten, maar daar tegen had de ontvanger bezwaar en zeide, dat de burgemeester erin gekend moest wor den. Terwijl hij dien ging opzoeken ging de gendarme er kalmpjes^ van door. Intnssolien werd er in alle riehtingen ge telefoneerd, zoodat de burgemeesters in de omliggende dorpen gewaarschuwd waren. Te TJnterheinriet wachtte de burgemeester met een echten veldwachter den Köpenicker op, maar deze vuurde tweemaal en verdween. Nu moest hij onvermijdelijk bet groote dorp Berlstein passeeren en daar was men vol doende gewaarschuwd. Ontsnappen was niet mogelijk, maar wat doet deze in zijn soort verdienstelijke navolger van een beroemd model? Onderweg arresteert hij een armen boer, doet hem de boeien aan en leidt hem dwars door het dorp, waar men hem laat pas seeren, omdat men hem voor een echten veld wachter houdt. Buiten het dorp liet hij den boer weer loopen. Eindelijk, in de buurt van Geupenbach, komen vele mensehen aan, die aan het zoeken zijn naar hem, den namaak- veldwaehter. Maar weer weet bij er wat op. Hij komt met veel drukte het dorp binnen- geloopen, roepende dat hij den oplichter op het spoor is. Men brengt hem vol ijver 10 rijwielen, hij zoekt met veel zorg de heste fiets uit en gaat er als den wind van door. Toen heeft men hem nergens meer gezien. De levende „doode". Ongeveer twee maanden geleden meldde zich bij den directeur van het hospitaal Laën- nec te Parijs een arme bootwerker aan, Kauffmann genaamd en Roemeen van ge boorte. Hoewel de man doodziek was, weiger de men echter hem in het ziekenhuis op te nemen, daar hij geen identiteitspapieren bij zich had. Geheel uitgeput en teneinde raad, wendde hij zich tot een zijner landgenooten, zekere mevrouw Rozenfeld. Zij kreeg diep medelijden met den armen stakkerd en om hem een onderkomen te verschaffen gaf zij hem de papieren van haar man, Kauffmann keerde naar het ziekenhuis te rug en werd thans onder den naam Rosen- feld toegelaten. Lang heeft hij er echter niet vertoefd. De toestand van Kauffmann was zoo ernstig, dat hij eenige dagen later over leed en onder zijn aangenomen naam begra ven werd. Toen de echte Rosenfeld vernam, dat de pseudo-Rosenfeld overleden was, haastte hij zich naar het ziekenhuis, om zijn papieren op te eischenmaar hem werd geantwoord, dat Rosenfeld dood was. En of hij het ge- heele geval al ging uiteenzetten, het hielp hem niets; Rosenfeld was en bleef dood. Toen mevrouw Rosenfeld er op af. Maar ook haar pogingen om te bewijzen, dat haar man nog leefde, baatten niet. Haar echtgenoot was overleden en dus was zij weduwe. Het mede lijden van mevrouw Rosenfeld heeft den heer Rosenfeld dus in een lastig parket gebracht en er zit voor hem niets anders op dan rech- telijken bijstand in te roepen, teneinde weel levend verklaard te worden. De kleinste spoorweg van Amerika. De Carillon-Grenville-spoorweg in den Ca- nadeeschen staat Quebec is de kleinste spoor weg van Amerika. Het is een eigenaardige, onafhankelijke spoorweg met een zeer breed spoor. De locomotief „Ottowa" is de oudste die in Amerika bestaat Geconstrueerd in 1849, voldoet zij ook thans nog zeer goed. De spoorweg wordt door alle Engelsche en Ame- rikaansche deskundigen als een merkwaar digheid beschouwd en zij komen van alle kanten om haar te bezichtigen en er mee te rijden. De geheele spoorlijn is slechts 21 K.M. lang. Een paar oude personenwagens zijn ook nog in gebruik, evenals een tweede locomo tief, die voor ongeveer 40 jaren van de Grand-Trunk-spoorweg gekocht is, toen deze de breedte van bet spoor veranderde. VUILVERBRANDING. Door de dynajno's aan de inrichting Voor vuilverbranding te Rotterdam wordt zooveel electrjiSehe stroom opgewekt, flat het ruim voldoende zou zijin om liet geheele eleotri- sche trambedrijf Van .stroom te voorzien. Deze week is daarmede reeds de proef ge nomen. Twee dagen lang hebben de 10 lij nen van de electrisohe tram geloopen, al leen op dein stroom dooi' de vuilverbranding opgewekt. i3Vja|nneer dit op den duur zou kun nen plaats hebben, waaraan niet getwijfeld wordt, zou dit een kolossale ontlasting geven voior de eleeti'ische central© aja;n de Sell iel ra ven, vooral 'ofverdag1. Intussehen is dit gunstige resultaat ook in dit opzicht van belang, dat Itotterdarn, dank zijn vuilverbranding-inrichting, voortaan met gerufst geweten een steenkolen-staking zial kunnen tegemoet zien. Annie Pascal. „Annie Pascal" laat zich niet gemakkelijk uit het veld slaan. Het was bekend en het wordt nu ten over vloede nog eens bevestigd door een bericht in de Bred. Ct. Zij heeft in Breda weer iemand te spreken trachten te krijgen onder den naam van mej. v. d. Meer, echter tevergeefs. Ook het bestuur ven de vliegvereeniging op de Molenheide heeft haar op bezoek gehad. Zij kwam vragen of zij daar voor haar bre vet zou mogen vliegen, omdat ze dat liever deed in eigen land dan te Reims. Zij wilde haar tweedekker laten overkomen uit Bor deaux. Op een eendekker vloog ze liever niet meer, zeide ze, daarmede was ze te ongeluk kig geweest. Onze lezers herinneren zieh ongetwijfeld, dat Annie Pascal nog nooit van haar leven gevlogen lieeft. Wel heeft ze één keer in een vliegmachine over de Molenheide gereden en is toen dadelijk op een ander toestel terecht gekomen, met het resultaat, dat beide toe stellen zwaar beschadigd werden. Op haar verzoek werd haar geantwoord, dat zij eerst haar schuld aan de vliegveree niging moest voldoen. Dat zou ze over een dag of tien doen, be loofde zij. Zij had weer prachtige verhalen. De rech ters in de rechtbank te Arnhem, waar zij te recht stond, hadden ingezien zich te hebbeft vergist en hadden haar excuus gevraagd voor de tegen haar ingestelde vervolging. Bo vendien hadden zij zich tot den minister van justitie gewend om voor Annie Pascal een audiëntie te verkrijgen en dat was gelukt. Zij zou nu over eenige dagen op audiëntie gaan. Een der rechters had voor haar zelfs een grooten geldprijs uitgeloofd als zij van Ede naar Arnhem vloog. Onder den trein. Te Tilburg is Zaterdag avond een vierjarig jongetje van den arbei- bender Graafmans op een overweg door den trein overreden en gedood. Gered. Zaterdagavond surveilleerde een Leidsch politieagent langs de Oude Singel gracht. Een zwart voorwerp, dat dan eens onder en dan weer boven water kwam, trok zijn aandacht. Hij--dacht dat het een hond was en daar er aan den walkant een schuitje lag, besloot hij bet dier aan den wal te bren gen. Hij roeide het bootje naar bet reeds zin kend voorwerp en had het geluk het nog juist te grijpen. Wie schetst zijn verbazing, toen het bleek dat bij een kind bad opge haald. De levensgeesten bleken neg niet ge weken en het gelukte spoedig het bewustzijn weder bij den kleine op te wekken. Het bleek te zijn de 11-jarige Frans van der Meyde, die in hetzelfde schuitje, waarmede het gered werd, door zijn vader was achtergelaten om er op te passen. Verval van het Koninklijk paleis? Gis termiddag is een arm van een der beelden in het tympan (het driehoekig gevelveld in het midden van den voorgevel) van het Konink- ijlk Paleis plotseling afgebroken en op do „kleine steentjes" voor het Paleis gevallen. Een schildwacht, die er onder liep, had nog juist den tijd op zijde te gaan. De steen viel als poeder uiteen. Naar men zich herinnert, is eenige jaren geleden ook eens een stuk steen van het Pa leis afgebrokkeld, zoo vertelt het Hbld. Een ontslagkwestie. Een verpleegster uit het Sint-Jorisgastliuis te Delft, die aan bare collega's ten behoeve der stakende glasbla zers steunbounetjes verkocht, werd den vol genden dag bij den directeur ontboden en ontving haar ontslag over zes weken. Vier andere zusters, die tegen een dergelijk ont slag protesteerden, werden eveneens ontsla gen. Een harer moest dadelijk vertrekken. Vliegmachine verbrand. In de loods aan den Bergweg te Rotterdam, waarin de vlieg machine van den heer J. van Bussel staat, wilde diens monteui-, de heer G. Bosman, een losgeraakten draad soldeeren, waarvoor een benzinelamp werd gebruikt. Door onbekende oorzaak vloog daarbij de Bleriot in brand, terwijl de vlammen zich ook aan de loods mededeelden. Voor de brandweer was weinig te redden en alles brandde tot den grond af. Er is ook een in aanbouw zijnde machine, waarin zich echter nog geen motor bevond, mee verbrand. Een en ander was voor ƒ10,000 verzekerd. De heer van Bussel zelf bevond zich voor een vliegdemonstratie te Zwolle. Bijgeloof. Men schrijft uit de provincie Groningen aan de N. R. Crt.: Een meisje, een 14-jarige dochter uit een groot gezin te O., was sedert de laatste drie jaren ongesteld. Eenige dokters waren reeds geraadpleegd, zelfs uit een naburig dorp, ter wijl mede een geneesheer uit een van de Duitsche grensplaatsen om raad was ge vraagd. Niets echter hielp, zelfs de vele buis middelen, waartoe de ouders hun toevlucht namen, hadden weinig veranderiug in dö ziekte van het meisje gebracht. Toen meende men eenige maanden gele den plotseling beterschap te bespeuren; do patiente kreeg meer eetlust en begon zich zoo nu en dan in de buitenlucht te vertoonen. Wat er dan wel was gebeurd? Niets anders dan dat de melk, die door do patiente nu werd gebruikt, wei'd gemolken uit een witte geitzonder hoornen! Men had nl. een oude vrouw, eenige uren ver van het dorp O. wonende, om raad ver zocht en deze bad bij oen bezoek aan de zieke dadelijk opgemerkt, dat melk van een ongehoornde witte geit haar zou doen op knappen. Branden. Gisternacht omstreeks 12 uur is brand ontstaan in een boerderij in de buurtschap Wormen, nabij Kaysersmolen (gem. Apeldoorn). De boerderij was eigen dom van den heer II. van der Meer, evenals een nabijgelegen schuur met ruim 100 kippen. R. K. Handels- en Kantoorbedienden. Mgr. J. H. Drehmans, bisschop van Rocft» mond, heeft tot adviseur van den R. K. Bond van Handels-, Kantoor- en Winkelbedienden benoemd den Weleerw. Pater L. A. Meijer O.P., te Venlo. 99' &y BI Sa FEUILLETON IN HET LAND VAN VALKENBERG door ecrevisse. 47.) Ik beefde in erge mate over al mijne lede maten; niet zoozeer om het gevaar waaraan wij allen blootgesteld waren, doch uit vrees dat gij, Herman en Martha kondet vermoord zijn, vooraleer de vriend on do geduchte deur zouden opengebroken hebben.... Ziehier hoe nu Jozef Jansen voor de deur zijne maatre gelen nam: Hij schaarde de mannen in twee rijen langs de zijmuren, het midden van den gang openlatende.... Hij plaatste zich ter linkerzijde der deur, en liet de rech terzijde aan een kloeken timmennansgast, Willem Wonben. Hun handen zijn gewapend met welgewette bijlen, die een nagel door snijden, alsof hij van zacht hout vervaardigd ware. Vier dergelijke bijlen staan naast ben gereed ter verwisseling. Jozef teekent met rijn krijt den halven kring af, welken Wau- hen moet doorkappen; terwijl bij zoo zich ,zelven den anderen halven kring aanwijst. |De -overige acht mannen staan met hunne tftiasenen gereed, om door de opening te drin gen, zoodra zij gekapt is, volgens hun num mer aangewezen aan elkeenZoodra alles gereed is gaat Josef met de ooren tegen de deur liggen, ten einde af te luisteren wat er binnen de vergaderplaats gebeurt. Op zijn ge laat kunnen wij lezen, wat indruk op hem teweeg wordt gebracht, door hetgeen er bin nen de vergadering van de Bokkenrijders ge zegd of gedaan wordt.Hij trilde, toen gij, Herman, in de vergadering werd gebracht door KlaasZijn borst zwol op toen bij de onverschrokken taal van zijn vriend hoerde. Hij knarsetandde van gramschap en veront waardiging, toen Steven zijne afgrijselijke grondbeginselen uitbraakteMet kramp achtige woede wrong hij telkens den bijlsteel in zijn vuist, als de een of andere Bokken rijder een gruwelijke pijniging voorsloeg Eindelijk hoorden wij met een fersche stem de woorden uitroepen: De tijd der wraakne- miug is gekomen makkers!Wraak en verlossing!Van dat oogenblik af hoeren wij niets anders meer dan een woedend ge- kap in de deur; de slagen volgden op de sla gen.... Maar de deur is van zoo dik hout, zoo dieht bezet met nagels, dat de twee man nen maar moeilijk voortgaanTen tweede male liebben zij reeds van bijlen verwisseld, als Jozef eensklaps met den voet een feilen stamp geeft en een groot stuk uit de deur doet springenHektor moest den reuk van zijn meester in den neus hebben, want, eens klaps vooaleer het iemand beletten kon. vliegt het trouwe dier door de opening naar binnen.... Jozef, Wonben, Paas en wij allen volgenIk was de laatste; de oude herder wilde nog voor mij gaanIR vond hem reeds bezig met u, beste Martha, op te rich ten Gij weet het overige! XXI aanhangsel. Bij mij zult gij een goeden oppas vinden, en vriendelijke woorden daarbij, genegenheid en genoegen, immers al wat ware vriendschap schenken kan. P. Gieregat. De meeste lezers vinden elk gewrocht, elk drama, dat hunne belangstelling opwekt, te traag in zijnen gang; zij willen naar het slot of liever naar de ontknooping snellen, zonder zich te zien tegenhouden op den weg door het is gelijk welk voorval. Anderen voelen nauwelijks hunne belang stelling gaande gemaakt, of zij zien de ont knooping eerst; dan gaan zij vernemen, hoe dezelve is teweeg gebracht. Deze twee soor ten moet men bestempelen met den naam van haastigen of nieuwsgierigen. Men vindt nog anderen, welker belangstel ling dusdanig aangroeit, naarmate zij voort gaan, dat de ontknooping te spoedig komt, Dezen blijven altoos nog iets weuschen, als zij het woordje einde gelezen hebbenZij behooren tot de goede klasse van lezers en voor hen hebben wij er dit aanhangsel bij gevoegd. De zevende van bloeimaand was een blijde dag voor Geulle. De oplichting van Martha, de poging tot plunderen en de brandstichting ter bergwoning hadden een algemeene ver slagenheid veroorzaakt in dit anderszins vreedzame dorpje. Herman en Martha waren door elkeen bemind. Katrijn durfde zelfs aan de wasehknip, waar schier alle klapperij geoorloofd schijnt, haren zwadder niet meer op hen werpen, want zij liep gevaar van tót haar laatste klanten te verliezen, indien zij nog voortging. Nelke, de vrouw van den veldwachter, had reeds begonnen alle goed van de bergbewo ners te zeggen, want zij wist, dat de open bare denkwijze allervoordeeligst voor hen beiden gestemd was. Het zal diensvolgens elkeen zeer natuur lijk voorkomen dat de oude priester zooveel hulpgenooten voor hen vond, in beide in het vorig hoofdstuk beroepen omstandigheden, hoedanig ook de gevaren waren waarmede die hulp gepaard ging.De roovers bevech ten, hun den lust benemen van de stroop tochten tot op de oevers der Maas uit te brei den, was overigens een noodzakelijkheid, een middel van behoud van geworden.Diens- volgens had de zegepraal yan Herman en zijn vrienden geheel Geulle met blijdschap vervuld. Tegen den avond waren al de kampers ter bergwoning vergaderd, met uitzondering van Klaas en den ouden priesterDeze, zoo het schijnt, waren elders bezig met eene ge wichtige rekening af te doen; want de zoon van Roodolf zag zijne zending volbracht. Door de heide zoo onschuldige als bemin nenswaardige kinaeren van Hein Ruijter van den dood te verlossen, geloofde hij zich den weg tot een deugdzaam leven gebaand te hebben. In het kwijten van deze menschlie- vende plicht, putte hij den neodigen moed om aan de stem van zijn knagend geweten te gehoorzamen. Voortaan wilde hij, met een ijzeren voornemen, datgene wezen, wat Lena, zijne zuster was: een déudzaam mensch. Dat hij de geheimzinnige zendeling was, welke tweemaal tot den pastoor van Geulle kwam, om hem te boodschappen wat er gaan de was, moet schier niet gezegd worden Lena had, den dag te voren, St. Jans-Ge- leen verlaten. Klaas leverde haar over aan dc familie Jansen. Betta, Jozef met zijne makkers hadden haar vergezeld tot Geulle, zoodat al onze kennissen op den zevenden der bloeimaand vergaderd waren, tegen den avond, ter bergwoning. Onderwijl eenige potten oud hier uit het patersvaatje geledigd werde was de goede herder binnengekomen met den zoon van Roodolf.... Eeuiedor bemerkte dat de St..- NIEUWE HAARLE/ASCHE COURANT «EP***'» ff

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5