1913. «ET CEHEUH HUIS BUITENLAND. Rond de Liturgie. BINNENLAND. nm oyo n s. Ooedkoopsfe @dr*®s ^oot8 fCappetfen, Tafelkleeden, enz. is P. J. JMÜSSEWp Unetjaig hoek WarmoBSstraat. lu Ben üarché H a £1 b* I e rat ff» s s I Hafiiefs&tBCBeiieii v®or all© geisgenliedisii. LUILLLTUN NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT 'mTiiiMi'wm» m iïiJ"~ii mm iwi i» n i'im i' Mn 'i imi—i mininrrnim i irrrn—Twrn—nnmnmffM— ui—m— n irirm imiiiimi uw uiiiiib—nm-ri 11 iinm -"iiniii -- Tri •«■■pn "nwiWBiii 1 (Ing'C,ZKM!<l',Ól.) De vtijz'iitnighcid is sinds ©enigen tijd lü&- zig haar getrouwen tot zich te roepen en voor te bereiden tot den groeten strijd vain het volgende ja,ar. De jongeren zijn daarvoor vereenigd in prppaganduclubis, waarvan de bekende „Jonge Liberaal tg' es", niettegen staande de<n beruchten naam, dien zij zioh- heli bezorgd hebben, een groot gedeelte, uitmaken. Deze zijn aangewezen om de geest drift, die heusoli niet zoo heel groot in de vrijzinnige gelederen is, aan te wakkeren en om te zorgen dat zij het volgende- jaar tenminste ©en ©enigszins dragelijk liguur maken. Want niettegenstaande de plompe beweringen der leiders da,t er aan de Beek- terzijde en in den boezem van het Christe lijk volksdeel maar weinig .geestdrift voor de combinatie van dit Kabinet bestaat, ns men zeer bevreesd vo-or de gebeurtenissen vian 1913. Daarvoor moeten de jongeren dan ook in het gareel om te trachten de Reoht- sclienon te overweldigen. Daar man echter zeer goed inziet dat men er dooi' de actie van dezen men moet immers de kiézers hebben nog niet is, hoezeer zij dan ook hun beste beentje vooruit zulten zetten, tracht men op andere wijzen de ouderen, de kiezers te verschalken cn enthousiast te maken voor de vrijzinnig© idee. Hiervoor worden dan wel kunst en vliegmiddelen ge bruikt, doch dat doet aan de zaak niets ai zoo men slechts zijn doel bereikt ©n het stemvee op zijn hand krij,gt. Een van de voornaamst© middelen die gébruikt worden, is wei het houden ©n organia&eren van „Vrij zinnige Landdagen", waar dan, zonal niet de hoogste chefs der partij want deze be waren hun kruit voor den gro-oten veldslag dan toch d© minder© geiden, mogen op treden met d© opdracht het volk, op all© mogelijke wijze zelfs door bodo-tterij en on ware voorstellingen, te winnen. In korten tijd zijn er reeds op drie, ver uit elkander-liggende plaatsen, van die be- tooigingen gehouden. De eerste, die plaats vond te r' 1 bbgm wij reeds uit voerig in ©en vorig artikel besproken. iWaj hebben er toen op gewezen dat zooals daar - - de sprekers, waaronder - telkens de he re aide grootheid behoort die, wanneer hij voor ©en volksvergadering optreedt, meent nog steeds voor ©ene klas van zesjarige kin deren te staan om de grootste onzin te de- bi i ©eren zonder vrees vo-o:r tegenspraak en die do-or Hoorn naar de Tweede Kamer wordt afgevaardigd, leugens ©n on waarheden, val- öche voorstellingen er bedriegerijen op el kander zijn gestapeld ©n den toehoorders zijn opgedischt, men toch wel zijn verstand moest hebben verloren om a-1 dezen onzin zonder protest t© slikken. D-e verdediging 'Ier openbare school door den fanaticus Roes- singh, de valsehe voorstelling vain de Tar riefwet door den demagoog de Jong, de infame exitiek op de sociale wetten van Mi nister Talma alsmede de scheeve, tegen alle waarheid indruischande uitlegging van de Militiewet Galijn waren als even zoovele dringende nood- en alarmkreten die, niet tegenstaande ai hun yalschheid en de kenne lijke bedoeling om het- kiezerscorps op sleep touw te nemen, toch wel terdege d© voos heid en de onmacht der partij, die zich voor stelt reg-eeringsmeerderhe-id te worden, te kennen gaven. Wij behoeven daarom de spre kers, -die op de twee and-ere, te Sckag-en en t© Hilversum gehouden Landdagen, niet op den voet te volgen o-mdat hunne onderwer pen natuurlijk weer denzelfden geest adem den -als op den te OoevoMen gehouden Land dag. Dat wil nu niet zeggen dat bet ons- vermoeit die schreeuwende redam-espeechen t-e critiseeren doch dit wordt zoo scherp en zoo -dikwijls, ja bijna dagelijks in onze pers gedaan dat het omnoodig is daar nu nog verder ov-er uit te wijden. Een-e zaak is orns echter in 't bijzon-der opgevallen in het uitvoerig verslag dat het liberale „Handels blad" van beide Landdagen heeft gegeven en daarom willen wij dab nu even op den voorgrond' plaats-en. In Schagen was het de voorzitter van den lio-nd v-ain Vrijzinnige Propaganda-Vereeni- gingen en in Hilversum de heer -Wl D. A. Kostcr,_ Secretaris van den Vrijzinnigs-De mocratisch en Bond die beide het onderwerp het openbaar onderwijs, m-et bijzondere zorg behandelden. Oimo-odig Jje zeggen dat de openbare school verreweg d-e best© school is, waar de verdraagzaamheid in practijk ge bracht wordt, waar de kinderen loeren dat zij allen zonen en dochters van één vaderland zijn ein zoo nog verscheidene van die achijn- sehoone dingen meer. Dat deze heeren van hun (Stfciandpuïrt gelijk hebben die verdedi ging van de openbare school op zich tie nemen led-en der Christelijke partijen zul len het heuscih n'i-et doen Zal niemand hun kwalijk nemen want zijn de kinderen van vandaag dan niet de mannen van mor gen .Waar nu echter de Christelijke scho len, dank zij d-e achtjarige re-geeringsp-erio- de der Christelijke partijen, als paddestoelen uit den grond zijn verrezen en nog dage lijks verrijzen en bijna tegen de openbare school kunnen concurreeren, begrijpt men -dat deze een groot gedeelte van de „spas patriae" naar zic-h toebalen en daardoor yo-or de vrijzinnigheid verloren gaan. Men kan dan oo-k zeer goed begrijpen hoe de pala dijnen der liberale idee, die zeer goed on dervinden ho© de invloed der .Christelijke scholen zich reeds in het openbare l-even doet gevoelen, trachten op alle mogelijke wijzen d-e openbare school in de oogen van het volk te verheffen. Dit gaat echter z-oo gemakkelijk niet want dan zouden eerst al le onderwijzers, op enkel© na, moeten wor den wegto Maagd, uitzonderingen beves tigen immers den regel omdat deze al len, althans voor het meerendeel „rood" zijn. Dit is het volk genoegzaam bekend en is tevens een euvel dat niet zoo licht geschat m-ag worden. De sprekers van Links weten dat wel en daarom worden er andere mooie voorspiegelingen gedaan om het volk toch maar te winnen. Men lez-e in dit verband wat aa. door den beer Koster op den Landdag te Hilversum gezegd w-erd „Spreker zette uiteen hoe dit ministerie niets gedaan heeft voor het volksonderwijs. De bijzondere school wordt naar voren ge bracht, de openbare ondermijnd. Dat ge schiedt zelfs in Amsterdam waar de Wet houder van Onderwijs er jammer genoeg gekomen is door den steun van enkele li beralen die hun beginsel yer ,-aten Er ko men daar eerst Christelijk© en pas daar na openbare schooien. Toch, ondanks die tegenwerking, gaat de openbare scho-ol vooruit. Dat bewijst .dat zij wortel heeft geschoten in het hart des v-olks. Wiare er vrije keuze, eerlijke concurrentie, dan zou de openbare school groeien en bloeien. H-et Nederlan-dsche volk wil geen verdeeldheid. Spreker is niet tegen subsidieering der bijzondere school en ook niet tegen gelijk stelling in subsidie vian openbaar en bij zonder onderwijs, maar dan moet de bij zon-dere school buiten hare kerkelijke leer stellingen, onder controle staan." In de laiat-ste zinsnede, waarin de spreker het voorstelt dat hij de bijzondere school gelijk wil stellen met de openbare, schuilt het bedrog. Diaar worden de kiezers weer mee gevangen en wordt er gezegd: gij be hoeft deze regie-earing, die de bijzondere school pro-t-egeert, nietj te steunen want wij, vrij zinnigen, doem dat ook met evenveel ij ver om-dat wij in de gelijkstelling v-an het bij zonder met het op-enh-aar onderwijs geen ge vaar zien. Maar, zoo vragen wij dan, hoe verklaart men dan dat juist de vrijzinni gen altijd tegen subsidievei'ho-oging van het bijzonder onderwijs gestemd hebben P En hoe rijmt men dan den aanhef van het door ons geciteerde stukje met dit slot? Daar staat toch we-1 terdege te -lezen da,t de Regee ring1 niettegenstaande allen steun door haar aan het Christelijk oinderwij-s verleend niets gedaan heeft voor het volksonder wijs. Of behoort het onderwijs, gegeven op Christelijken grondslag, niet tot het volks onderwijs? Of worden wij, Christelijken, door de heeren pagain.isten, niet meer tot het volk gerekend? Laten wij dan dadelijk zeggen dat ziij op dit punt gelijk hebben omdat wij ons zelf reeds sinds langen tijd huiten hunne h-cid-ensch-e maatschappij ge plaatst hebben. M-en weet nu echter tevens hoeveel waande men lean hechten aan de bewering yarn dozen secretaris van den Vrij zinnig-Democratisch en Bond, wanneer hij verklaart dat hij noch tegen subsi-dieerimg, noch tegen gelijkstelling van het bijzonder met het openbaar onderwijs is. De incon sequentie ligt er duimen dik op, maar jam mer genoeg, voelt het volk dit niet pjtijd genoegzaam. iWaj willen daarom het volk opwekken te blijven strijden voor het hei lig ideaal ©en ander en ©en meer waardig -aan dat vian de partij der ontevredenen op dat spoedig het doel, waarnaar reeds zoo lang gestreefd wordt, de bijzondere school regel en de openbare aan vulling, bereikt worde. Het beste middel daarvoor is het behoud véln dit Christelijk' ministerie om-dat -wij alleen' daarvan de verwezenlijking van onze rechtmatige eisehen en verlangens ver wachten kunnen. De mooie beloften die Ons uit het kamp van de overzijde gedaan' wor den', mogen dn kunnen wij niet ve.rtro-uwcn. Beloften zijn gauw genoeg gedaan maar de uitvoering laiat dikwijls Op zich wachten. En naar wij weten wat wij te wachten heb ben van de Linksche politiek, veroorloven wij ons dezie beloften volkomen te negee- ren. Daarom, mannen kiezers, u nu reeds vereen igd om het volgende jaar in dichte go lederen te strijden^ voor de handhaving van de Christelijke idéé in de school. De Lin kerzijde ziet zeer goed de waard© van de school in tei» zij spoort hare volgelingen genoegzaam aan om daarvoor te strijden. Hieromtrent lezen wij bijv. in het vierslag vaö de rede, door dr. Vos te Schaigen gehou den, het volgende „Z-eer bedacht was spreker er Voor dat de kiezers het volgen de jaar niet voldoende zullen inzien hoe de openbare school bedreigd wordt en de jeugd opgevoed in verkeerde richting. Tot nog toe hebben wij, zei-dé spreker, in de openbare sc-hool met neutraal onderwijs een instituut gezien waarin do kinderen op gevoed werden in de overtuiging dat wij allen burgers van d-enzelfden Staat zijn, doch met het oog .o-p hetgeen wij hebben zien gebeuren, vreesde spreker; dat het schoolonderwijs niet meer aan dezen eiseh zal voldoen en het geld hiervoor onnuttig besteed wordt. Bijzonder onderwijs zal re gel -en het openbaar uitzondering worden." Duidelijke aansporing vo-or da voorstan ders der openbare school ora voor dezelve te strijden, a-ls in het bovenstaande citaat staat aangegeven, kon wei niet gegeven wor den. De spreker erkende dan ernst en schatte de waarde der school a-ls- zeer gewichtig. Daarom de aansporing aan de vrijzinnigen om alles in het werk te stellen om te Voor komen dat de bijzondere school regel wordt. Laten wij dit beschouwen als een© aan sporing ook tot ons gericht om de openbare school terug te dringen tot op de plaats waar ze behoort. [Want wat wij te denken hebben van dat prachtig instituut, waar de kin deren als burgers vian een en denzelfden staat worden opgevoed, weten wij bij on dervinding. Diat behoeft ons duts niet te weerhouden tot het uiterste te v-eehten v-oor „onze" school. De vrees van dezon spreker moet bewaarheid worden: „de bijzondere scho-ol moet regel -en, de openbare aanvul ling worden." Daarvoor moeten wij zorgen dat dit ministerie blijft rageeren want dan 'kunnen wij do volkomen gelijkstelling in de volgende vierjarige periode verwachten. De eiseh daarvoor is dat wij o-ns aaneenslui ten en een phalanx v-an weerbare mannen vormen die te strijde, trokken onde.r het de vies voor het. B-echtó-cn© Ministerie en de Christelijke idéé in de samen leving- er tegen de vrijzinnige Ir-ugcnpoilitaek ein sahiimsch o e dub belh artigheid. ANTICLERICALISME, EEN DURE WEELDE, Mgr. Touchet, bisschop van Orleans, heeft on langs aangetoond, dat het antielerioalisme Frankrijk duur te staan komt. De bisschop beeft daartoe berekend, wat bet antielericale onder wijs alleen reeds aan Frankrijk gekost heeft in de jaren van 1881 tot 1900. In 1881 begon Jules Ferry zijn veldtocht tegen de christelijke scho len. Van 1871 tot 1881 steeg het jaarlijksch budget voor open-baar onderwijs tof 92 millioen francs; in 1900 bedroeg dit 365 millioen. In de jaren van 1881 tot 1900 werden 1400 millioen uitgegeven voor de oprichting van schoolgebouwen, en over hetzelfde tijdvak van 20 jaren waren de uitgaven voor het openbaar onderwijs zeven milliard (of 7000 millioen fres.) hooger dan zij zouden geweest zijn, wanneer men de godsdienstige school niet onderdrukt en het jaarlijksch budget binnen de grens van een honderd millioen gehouden had. Zelfs de bekende „Lanterne", het ergst anti elericale blad van Frankrijk, heeft het niet aan gedurfd, d© nauwkeurigheid van mgr. Touehet's berekeningen in twijfel te trekken, daar het wèl weet, dat zij gebaseerd zyn op de officiëele ver slagen der regeering. Van die zeven milliard, zoo vervolgt de bis schop, zou men, tegen een rente van slechts 3 pet., een jaarlijksch kapitaal van 210 millioen francs hebben kunnen verkrijgen, een aardig sommetje om alvast een begin te maken met de arbeidersverzekering. Geen centime van bet geld, ontstolen aan Je Kerk, de geestelijke orden en de congregatiën, is aangewend ten bate van de armen, de invaliden of de werkloozen. Ver van eenig voordeel ge noten te hebben uit dit tijdperk van vervol gingen, zijn alle klassen der bevolking nog zwaarder gedrukt door belastingen, om aan „messieurs les franc-mapons" de gelegenheid te geven hun antielericale neigingen bot te vieren. ,,'t Is wel duur betalen, zoo besluit mgr. Tou chet zijn beschouwingen, voor het genot van op straat geen broeders meer te ontmoeten, die wel grove schoenen en een versleten hoed droegen, maar goed onderwijs gaven en het volk weinig kostten." Nu heeft men wel willen beweren, dat het aanbouwen van scholen en het uitbreiden van het onderwas hoog noodig was om de algemeen© onwetendheid en voor-al het analfabetisme te bestrijden. Het wonderlijke is echter dat sinds d-e invoering van het leekenonderwijs het anal fabetisme juist in hooge mate toegenomen is, zooals de officiëele statistieken uitwijzen. Anderzijds is de bevolking van Frankrijk sinds vele jaren zoo weinig gestegen, verleden jaar daalde zij met 34,000 zielen, dat men zich tever geefs afvraagt, waarom het noodig was 1400 millioen francs te besteden voor aanbouw van scholen, Ecu typische politieke eiseh. Er is in het Franscbe stadje Albertville ver leden Zondag een vergadering van kiezers ge houden, waarin 1500 kiezers een dagorde stem den met den eiseh: „scheiding van vrijmetselarij en staat." Dat w-aren natuurlijk geen vrijmetselaren die kiezers. Integendeel, zij willen in den politieken strijd de vrijmetselarij uit het Fransche staats bestuur jagen, den staat van de vrijmetselarij losmaken. Het eigenaardige van de leuze is wel hierin gelegen, dat de vrijmetselarij om den invloed der kerk te breken de theorie heeft gepropa geerd van de „scheiding van Kerk en Staat". Thans draait men de rollen om en begint hef volk te vragen om scheiding van Loge en Staat. Deze vereen iging is inderdaad een allernood- lottigste. Want de vrijmetselarij is anti-christe lijk, wil den ondergang van het Katholicisme als godsdienst. Zij bestrijdt om dit doel te be reiken, de orde, zedelijkheid, den onverbreek baren samenhang van 't familieleven en zorgt er ondertusschen voor, dat haar leden de vette baantjes deelen en dat de Katholieken daarvan gespeend blijven. Zij laat ziekenverpleegsters over d-e grenzen jagen, wijl zij kloosterzusters zijn en houdt schurken als Glachon in e&re. Dat het volk, nu het de werking der vrijmet selarij begint te doorzien, in verzet komt, is een gunstig teeken. En wel merkwaardig is, dat b-et nu een door de loge gepropageerde leuze zelf gaat toepassen: scheiding van vrijmetselarij en staat. Deze leuze heeft zin nog in andere landen dan Frankrijk. N. T. Crt. Zusters en de Universiteit van Washington, Het plan om een zuster-eollege op te richten te Brookland, Washington, in de nabijheid van de Katholieke Universiteit, heeft de warme goedkeuring van den H. Vader verkregen. Het plan bevat huisvesting voor 2000 onderwijzeres sen, die de leergangen willen volgen. De kosten worden geschat op een millioen dollars. Het ge bouw zal een prachtig centrum v-an opvoeding zijn, waarin het univ-ersiteitsonderricht en de kloosterlijke eenzaamheid een gelukkige samen koppeling en oplossing vinden. Verwijderd van de wereldsche verstrooiingen en toch dicht bij de bron der wetenschap zal men zich daar kun nen toeleggen op de studie van kunsten, weten schap, staathuishoudkunde en zich zoo vormen tot gezaghebbende gidsen voor de opkomende jeugd van Amerika. De gebouwen, die zich rond om den koepel als om het centrum groepeeren, zullen, behalve woningen, ook laboratoriën, aula's en boekerijen bevatten. In 't front zal in een nis een groot 1 ekl der Moeder Gods en zetel der wijsheid geplaatst worden. Een leerzame oorlugsstatistiek. Om de 85,000 soldaten, de 1800 paarden, 1500 wagens en een groot aantal materieel en ba- CXXII. Monstrans. Om het H. Sacrament plechtig en openlijk aan de geloovigen ter aanbidding voor te stellon bedient de R. K. Kerk sedert lang zich niet alleen van de ciborie of pyxis, maar ook van de monstrans. Dit vaatwerk dateert uit de 14e eeuw en dankt zijn oorsprong aan bet door de Z. Juliana ingevoerde H. Sacramentsfeest en de daaraan verbonden openbare processie. Want toen deed zich de behoefte gevoelen aan een soort ciborie, die doorzichtig zijnde de H. Hostie aan aller oogen zou vertoonen. Van daar ook den naam monstrans, naar het Latijnsche monstrare, d. i. vertoonen. De monstrans bestaat uit twee voorname deelen, te weten: lo. de 1 unula; 2o. de om geving ervan. De lunula (d. i. „maan tje", zoogenaamd naar den vorm dien het heeft) is een half cirkel of cirkel v-an goud of verguld zilver, waarin de H. Hostie onmiddellijk vervat is. Buiten de uitstelling rust zij in een daartoe bestemde doos (hostiedoos) in het tabernakel. De omgeving der lunula behoeft niet van goud of zilver te zijn, maar mag ook van andere soliede grondstof, bijv. van koper, vervaardigd zijn en wijl zij niet met Christus' H. Lichaam in aanraking komt ook door leeken aange raakt worden. Op den top bevindt zich een kruisje om aan te duiden, dat het H. Sacrament het werk der Verlossing voortzet. De vorm der monstrans is tweevoudig; nu eens gelijkt zij op een ten hemel strevenden tors (Gothieke stijl), dan weer op een stralende zon (Romaansche stijl). In dit laatste geval wijst zij heen op Jezus Christus, de Zon der gerechtigheid, die de we reld met Zijn licht bestraalt. Evenals de ciborie wordt de lunula vóór het gebruik door deu bisschop gewijd. gage van het terrein, waarop de Duitsche ma noeuvres gehouden zijn, te vervoeren, heeft de spoorwegadministratie 163 speciale treinen la ten loopen, die dikwijls ongeveer een halve kilo meter lang waren en uit 40 tot 50 waggons bestonden. Het transport h-ad plaats op den 14en en 15en September. Alleen voor de richting Ber lijn werd nog een gedeelte van den 16en ge bracht. De autoriteiten verklaarden zich zeer voldaan over de wijze, waarop het vervoer ge schiedde. Een stad op bestelling. Een maatschappij in New York met een mil lioen dollars kapitaal heeft een groot gebied gekocht aan de monding van de rivier de Brazos in Texas, ten einde op dien grond een nieuwe stad te stichten, die moet gaan concurreeren met Qalvostone en New Orleans. De onderne ming hangt samen met d-e opening van het Panama-kanaal, want men hoopt van de nieuwe stad een haven te maken voor uit voer producten door het Panama-kanaal naar de westkust van Amerika en naar het Verre Oosten. Waarom de handel de nieuwe stad zou verkiezen boven het vlak bij gelegen Qalvestone is voor den buiten staander niet duidelijk. De bouw van de stad zal met Amerikaaneche snelheid geschieden: den 20en November a.s. zullen er reeds eenige gebouwen verrijzen. Een stoombootdienst v-an New York naar de nog niet gebouwde stad is reeds georganiseerd. Evenwel, een van de voornaamste dingen voor een stad mist deze nieuwelinge nog: de naam is nog niet gevonden. R. K. MILITAIREN. Op de Staatsbegrooting voor 1913 Hoofdstuk VIII (Oorlog) is uitgetrokken een post van 5000 voor den bond van Ned. R. K. Militairen- vereenigingen in Nederland. Eveneens is in genoemd hoofdstuk vermeld dat in een der parochies te Arnhem een geeste lijke zal worden geplaatst, speciaal belast met de geestelijke verzorging van de Roomsch-Ka- tholieke militairen en hunne gezinnen te Ede. Ter bestrijding van de daaraan verbonden uit gaven, met inbegrip van reis- en verblijfkosten is thans op een bedrag van 2000 gerekend. 99 L EEN RAADSELACHTIGE GESCHIE. denis. De handelsraad Ludwig Steinfeld, chef van de belangrijke bank „Karl Ludwis- Stein feld en Cie", zat gedurende een half uur in zijn elegant kabinet voor de schrijftafel en las de brieven, die met de morgenpost waren aangekomen. Welwillendheid en welbehagelijkheid spra ken uit de ernstige trekken van den grooten, slanken man, die af en toe met den zijden zakdoek over het kale hoofd streek, en nu Peinzend uit het halfgeopende raam staarde, waardoor de fnssche lentelucht naar binnen kwam. De oude heer had alle reden tevreden te «dm Hij was rijk en werd hoog gS£ge waagde ondernemingen, die hem zorg kon den bereiden, begon hij niet, en met ziin rouw er dochter leidde hij een gelukkig fa- JJwerd mt zün gepeins gewekt, door het binnenkomen van een bediende, die hem een brief overreikte. De handelsraad wierp een blik op het adres. Wie heeft den brief gebracht, Jokanï vroeg hij gedempt, terwijl hij 't couvert open de. Een dienstmeisje, antwoordde de be diende, die een eenvoudige, maar smaakvolle kleedij droeg. „Het handschrift van den heer Winkel herken ik wel, hij zal misschien plot seling ziek geworden zijn. De bankier had intusschen den brief gele- 1: zijn gezicht nam een ernstige uitdruk king aan en nadenkend streek hij over zijn grijzende baard. „Roep den eersten boekhouder", beval bij na een oogenblik; „ik zal den heer Starke verzoeken, zich dadelijk met alles te belas ten". Na weinige minuten trad de boekhouder in het vertrek, een kleine man met een gladge schoren gelaat - een man, wiens ganscke verschijning bewees, dat hij zijn geheele le- ven alleen arbeid en trouwe pliehtsvervul- Bng had gekend. j „Onze kassier meldt zich ziek," zeide de handelsraad; we hebben heden groote beta- lingen te doen, en de kas kan dus niet geslo- ten blijven. Ilc weet op 't oogenblik onder mijn personeel huiten u niemand, wien ik het groote vertrouwen zou willen schenken. Ik j zou zeker zeer gerust geweest zijn, wanneer u de leiding over de kas z-oudt willen overne- men. De ongesteldheid van den heer Winkel is, hoop ik, niet van ernstigen aard, mis schien was de jonge man gisteravond in een wat lustig gezelschap dat kan gebeuren en omdat dit zelden gebeurt, wil ik hem dit niet euvel duiden." De boekhouder schudde bedenkelijk het hoofd, alsof hij zegge© wilde, dat bij zich zelfs met zulk ©en uitzondering niet vereeni gen kon. „Ik ben natuurlijk gaarne bereid", zeide bij; zoudt u mij de sleutel der kas willen geven?" „Ja, mijnheer Winkel heeft haar meege nomen; maar ik heb er nog een". „Daaraan had bij toch moeten denken", merkte de boekhouder in bezorgden toon op. De handelsraad opende de ijzeren kasset'te, welke hij uit zijn schrijftafel genomen had, en nam er een klein, verzegeld pakje uit. „Waarschijnlijk wilde mijnheer Winkel zijn sleutel niet aan vreemde handen toevertrou wen", zeide hij, terwijl hij het verzegelde handje losmaakte, en den boekhouder de sleu tel overreikte; „ik zie hierin niets, dat mijn argwaan zou kunnen opwekken". De boekhouder zweeg, en verliet het kabi net. Steinfeld begon weer aan zün werk, dat hü onderbroken had. Het duurde maar een kwartier, en toen kwam mynheer August Starke met verstoorden blik weer binnen. „Ik yrees, dat het wegblijven yan mijn beer Winkel een andere reden beeft", zeide by; „er ontbreken aanzienlyke sommen." „Onmogelijk!" riep de handelsraad, heftig van zyn stoel opstaande. „Winkel is al zoo lang in myn huis, hy beeft nooit, noch hier, noch in zyn particuliere leven, reden tot klagen gegevenik kan niet gelooven, dat hy myn vertrouwen zóó zeer zou bescha men 1" „Maar het schynt toch het geval te zyn; gisterenmiddag, kort voor het sluiten van I de kas, werd er een som van dertig duizend thaler ontvangen. „Juist, dat waren twee wissels op Schir- mer en Zonenzy werden eerst gistermid dag ingewisseldik herinner my, dat Win kel mij de ontvangst dezer som meedeelde." „En deze som is verdwenen." Onder dit korte gesprek waren de beide heeren in de kassierskamer gegaan; de han delsraad wierp een onderzoekenden blik in de boeken, die open op de betaaltafel lagen, daarna in het ijzeren geldkistje en toen schudde hij bedroefd het hoofd. „Wanneer heeft mynheer Winkel gisteren avond het kantoor verlaten?" zeide hy, zich wendend tot Johan, die ook het ambt van kassiersbode vervulde. „Op den gewonen tyd", luidde het ant woord. „Was u tegenwoordig, toen hy heenging? Is de kas en de deur der kassierslcamer zorg vuldig gesloten geworden?" „Zooals dit altyd gebeurt," zeide Johanj „het geld en de sleutel heeft mijnheer Win kel meegenomen". „Welk geld?" „Hy nam een pakje banknoten uit öe kaa en stak dat in zijn zak; ik heb my daareven wel verwonderd. In den laatsten tyd was er niet goed met hem op te schieten; mynheei* Winkel sprak zelden een bartelyk woord or scheen hem een zwaren last op do ziel tej drukken." De handelsraad schudde andermaal heil hoofd: aan ontrouw van den man, wien hij zoo groot vertrouwen geschonken had, scheen hy nog steeds niet te willen gelooven. „Vóór alles moet er geld zyn, om de vor, deringen, die heden komen, te kunnen voh doen," zeide hy, na een oogenblik nadenken^ terwyl hy naar de schryftafel ging en eenig^ woorden neerschreef. „Ga met deze quitantR naar do Bank, Johan, en breng het geld spoei dig hier; verraad echter met geen enkej woord, wat hier is voorgevallen. Ik geloof dat de heele geschiedenis op een vergissing berust." „Gelooft u dat werkelyk, mynheer?" vroeg de boekhouder twyfelend, toen Johaa zich verwyderd had. t Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 9