ALLERLEI. r ran m tiVFUCdi «a*U iifiliiii Aan eigen adres. i ffiiSBi Het is algemeen bekend, dat de geniale doofstomme en blinde Helen Keiler herhaal delijk beweerd heeft, van mooie muziek te kunnen genieten, wanneer zij dicht hij de piano stond, en een hand hierop liet rusten. Verschillende psychiologen waren tot nog toe de meening toegedaan, dat zoo iets een absolute onmogelijkheid was. Ook dr. Steun, hoogleeraar te Breslau, vond het zeer apo crief en hij stak zijn meening niet ouder stoe len of banken. De „Zeitsehrift für angewandte psycholo gie" deelt mede, dat professor Stern een reis naar Amerika gemaakt heeft, en dat hij He len Keiler bezocht heeft. Uit zijn waarnemin gen is hij tot een andere meening gekomen. Thans geeft hij toe, dat Helen Keiler mu ziek kan verstaan, ja, dat zij zelfs muzikaal is. Hij ging aan de piano zitten: Helen Kei ler leunde met het lichaam tegen het instru ment, terwijl zij een hand er op liet rusten. Dr. Stern speelde nu het eerst een eenvou dige melodie in een vierkwartsmaat. Miss Keiler begon met haar vrije hand hierbij de maat te slaan, en inderdaad geheel en al correct. Toen dr. Stern klaar was, meende zij, dat hij een soldatepmarseh gespeeld had. Daarna speelde hij de Donau-wals van Strauss. Dit had een merkwaardige uitwer king op haar; zij geraakte in beweging, haar heele lichaam begon te trillen en te schom melen, en ook uit haar gelaatsuitdrukking bleek, datzij de muziek begreep. Helen Kei ler definieerde het stuk als „Country dance". Daarna speelde dr. Stern den doodenmarsch van Chopin. Deze definieerde zij als wiege liedje, en dr. Stern vindt deze definitie niet geheel en al verkeerd. Uit andere proefnemingen is gebleken, dat Helen Keiler hooge tonen van lage tonen kon onderscheiden, en dat zij trillers en an dere muzikale versierselen opmerkte. 0e Seeuwenval. PLAVEISEL VOOR STRAATWEGEN. Overal, waar het gebruik van vracht automobielen toeneemt, blijkt het tegenwoor dig plaveisel der wegen onvoldoende, en i* men op middelen bedacht daarin verhete ring te brengen. De op dit gebied zoo gunstig bekende in genieur Sir John MacDonald hield onlangs te Londen eene belangrijke voordracht over dat onderwerp. Hij stelde op den voorgrond dat de wegen der toekomst zelfs door de zwaarste lasten niet beschadigd zouden mogen worden, geen putten mogen bevatten, waarin bij regenach tig weer het slijk zich ophoopt, en evenmin stof mogen ontwikkelen. In Engeland zijn met aanvankelijk succes in die richting proeven genomen. Daarbij bezigt men steenen, die door een pek- of harsachtige massa worden saamge houden, zoodat een korst ontstaat. Juist in deze korstvorming ligt het zwaartepunt. Het is gemakkelijk genoeg op een grond laag een uit hars en steenen bestaande laag uit te breiden, die beide niet nauw verhon den zijn. Maar moeilijker is het een intiemd verbinding te verkrijgen. In een der Londensche voorsteden is daar voor het volgende beproefd: Asch en slakken, uit huizen en fabrieken afkomstig, werden fijngemalen, op 20 0 gra den Celsius verhit, op die temperatuur met Trinidad-asfalt vermengd en in bijzondere soort persen tot steenen gevormd. Deze stee nen kunnen dan voor bestrating dienen, het zij op do grond-, of beter nog op de korst- laag. DONDERDAG 26 SEPT. 191, BIJLAGE VAN DE NIEUWE HAARLEMSCHE C0URAM 'hWtas in dién goeden ouden tijd, toen nog bijna, niemand schrijven kon. En wanneer iemand een brief wilde verzenden, dan ging bij naar viader Martin, die een brief schreef over het .gewensohte onderwerp em op. die manier een aardig duitje verdiende. Vader Martin was zeer geacht in bet dorp. Men verweet hem alleen, dat hij een beetje -gierig wais, omdat bij reeds betaling .edsch- te, vóór hij aan het epistel begon. Maar var der Martin was piet gierig. Hij nam die Voorzorg alleen, om aan z'n dochter Jacque line een behoorlijke som na te laten, wan- peer bij stierf. Bovendien wenschtle Kiji z'n mooie dochter, die spoedig 18 jaar zou worden, slechts uit te huwen aap. iemand, die minstens honderd gouden tientjes meebracht. Hij wilde voorkomen, dat zijp dochter in zorgen zou geraken. Op zekeren dag, dat haar viader afwezig was, trad een jongeling, een schrijnwerker, die in de buurt woonde bónnen. Hij wenschte een brief te verzenden1 naar z'n moeder, die eenige dagreizen daar van daan woonde. Toen Pierre Vaintnink, zoo heette do schrijn werker, het jonge meisje zag, bloosde hij, en Jacqueline bloosde ook, zonder .dat ze .wist waarom. Daar hij sinds kórt in het dorp' wOonde, had hij het meisje nooit gezien, .ep .werd getroffen door haar schoonheid. i_ -„Wat- wenscht u?" vroeg de dochter Van den publieken schrijver op zachten toon. -„Ik bad uw; vader willen spreken,"1 stotterde bij. „Vader is vanmorgen Vroeg reeds- .ver trokken. Maar misschien kan jk hem ver vangen ?"- „Jat... Neen1..!]. Hi weet 't niet", kei hij, meer en meer .verward. „A an wie wou u schrijnen vToeg het meisje, dat niet anders .verwachtte, of de jongeling ,wou een briefje zenden naar de uitverkorene van z'n hart. -„Aan m'n moeder", antwoordde de werkman, die op z'n gemak gesteld werd door de zachte stem van Jacqueline. „Aan uw moeder Dit- zijn de gemak kelijkste brieven. Zeg mij, wat u haar wil lat-ep wete'n, dan zal ik 't opschrijven." Zoj ging1 aan een klein tafeltje zitten, en half paar hem toegekeerd, wachtte zij op lettend en ernstig .tot hij ging beginnen. Toen hij geëindigd had, las Jacqueline den brief voor. De schrijnwerker luisterde en knikte. Ja, dat had hij' allemaal ge zegd, maar hoeveel fra-aier was de vorm, waarin zij het had gekleed. Hoe lief had zij in dien brief .uitgedr kt, hoe hij z'n moeder liefhad. Hoe harte'ijïè werd geïn formeerd naar haar welzijn. -erlangen uitgedrukt om haar spoedig .we. te zien. Hij voelde zich klein bij dat jonge meisje, dat zooveel talent had, en zooveel gevpel toonde te bezitten. Verlegen bedankte hij haar, én wilde be t-alen, maar Jacqueline wou geen geld aan nemen. 1 „Die plaat" stuivers* motet n maair aan m'n vader geven", zei ze, een weinig .ver legen om geld voor zioo iets aan te nemen. Hij drong niet verder aan- Hij beschouwde haar een seconde. Zij wisselden een ylluch- tigen blik.... Zij beminden elkaar* Oe schrijnwerker keerde terug p!aja{r Va der Martin, om z'n schuld te voldoen. Hij keerde terug om nieuw© brieven aan zijn moeder te schrijven en om een paar woor den te wisselen met Jacqueline. Hij was ingelicht. Hij wist, dat hij z?n aangebedene niet kon huwen, vóór hij hon derd gouden tientjes bij elkaar bad. Hij wlas geen slecht werkman; én met geestdrift wierp hij zich op den arbeidna- twee of drie jaar hoopte hij die om bij elkaar te hebben. Zou Jacqueline zoo laing willen wachten Den volgenden dag trad de schrijnwerker de kamer binnen vla!n den publieken schrijver. „Weer een brief vloor je moeder?" vroeg Vader Martin, die den werkman als een goe den klant beschouwde, vriendschappelijk. „Neen, moeder is pas in het dorp komen wonen.'' „Ah!, ik' begrijp 't: een beminde." „Iemand, die ik zeer ernstig liefheb." „Voor twee weken misschien-"-' „Eeuwig." „Die jonge marinénZoj zeggen' ajlén 't zelfde, en ten slot,te „Ik ben niet als andere jongelieden." Vaider .Martin zette z'n bril op en be gon te schrijven. Hij bad al zooveel van dergelijke briefjes geschreven, dat .hii de zinnen wel van buiten kende. -7-rrr „Och geef mé eens een pakje pruimtabak!" -'t Spijt me. maar die v-erkoopeo we niet!" - „Waf, verkoop je dat niet! En dat heet dan nog delicatessenzaak Intussehen trad Pierre op Jaéquéline ton en vertelde baar, welken list hij bedacht had om haar in tegenwoordigheid van baar vaider zijn gezindheid te doen blijken. Zij begreep, dat Pierre eiken dag zon terug komen, en da,t de .brieven, die haren vader gedicteerd werden, voor haar .wagen bestemd. Toen Vaider Martin den brief afl had, lais hij hem voor. Hij was verbaasd, dat hij niet de gewone betuigingen van tevredenheid ont ving De schrijnwerker had .wel is waag het voorlezen met aandacht gevolgd, maar had geen enkel teekep van instemming ge: geven. „Het is niet kwaad", zei Pierre. „Maai. het is niet, Zooals ik het hebben, wik"' „Wat?" „Ik wensch' een briefje aan eéni uiterst fatsoenlijk meisje, en u laia-t me spreken al® een matroos tot z'n eerste liefje." „Dan moet je maar zeggen, hoe jte| 't' hebben wil", z-eide de vtergnam.de oude. En bet epistel verscheurend, voegde Jb5J eg, op knorrigen Hoon bij;■- „Ik zit. Ik ben tot je orders. Ik za» schrijven wat je me voorzegt. Spreek. Dan zullen, we zien, wat jé er .Van terecht- bréngt."' Pierre was geheel onthutst. Hij wist niét, dialt vader Martin zón prikkelbaar was- Doch een blik .pp. Jacqueline gaf hem ?'n moed terug. i r j De Vadér! stelde hem in dei gelegenheid om zélf woorden te kiezen, om z'n liefde uit te drukken, terwijl Vóór hém het meisje stond, dat er in toe had gestemd, door hem bemind te worden. r Pierre begon te spreken van de menigte gevoelens, die ontwaakt waren in zijn hark Hij wist duidelijke, vriendelijke woorden té vinden, die een groote vreugde deden ont-' staan in het gemoed; van haar die ernstig en stilzwijgend alles aanhoorde. Hij sprak een taal zóó innig en zoo vól Van ware liefde, dat de oude Martin, de Een' losliet en verba;asd uitriep: „Waar haal ja 't vandaan 7" „Dat weet ik niet", antwoood.de Pierre; die dacht dat de schrijver hem bespotte.. „Vindt U dat ik me aanstel?" „Wel neen. 'tls heel goed, ik verzeker je dat ik het zoo niet kan." Dé schrijnwerker kwam eiken dag terug, én op die manier uitte hij' steeds z'n grootte liefde iu 't bijzijn Van Jacqueline. Ten slotte begon ..Vader Martin belang té stellen in die liefdesgeschiedenis. -„Ik .zie, dat 'je dat meisje werkelijk innig liefhebt", zei hij. .Waarom vraag je haar niet .ten huwelijk?"' „Omdat ik zoo arm ben." „Dus zij schijnt rijk te wézeto ?"- „Haar vader wil hebben, dut ikr een; zékere som bezit."1 „Die Vader heeft goede beginselen, net als ik. 't Schijnt een verstandig man te wie- zen.'' „O. ik weet geen béteren schoonvader. Hij heeft oen massa, goed© eigenschappen.; Hij moest eens .weten, hoeveel ik met hem op heb." „Je bent een' goede jongen. Hij zou wel een slechter schoonzoon kunnen krijgen; Waarom probeer je niet hem van zün .be sluit af te brengen „Da-t wil hij tooh niet." „Probeer '1,. Ga naar hem tée.^ „Dat durf ik niet." „Schrijf hem.'' j A l Goed- Wilt u hem schVijvten, vader Mar tin Pierre wiais bijzonder welsprekend. 'Hij schilderde den vader de liefde, dji© hij ge voelde vloor zijn dochter, en die door haar beantwoord werd, en hij liet uitkomen, hoe zeer hij en het jonge meisje gebukt gin gen onder het besluit van den vader, die er zijn zinnen op had gezet, da,t de jonge muf honderd gouden tientjes moest bézitten, Vader Martin schreef- en. dé woorden. 7 vfig musea rabelacTftige sOmmen er voor ge boden hebben. Palm Beadii bezit ook den oudsten alligator ter wereld; die, alhoewel niet zoo groot als Jumbo joe, daarentegen meer dan tweedui zend jaren oud moet zijn. De verzameling van Palm Beach wordt in aantal nog verre overtroffen dioor die van een (arm in Los Angelos, die ruim 2000 dieren be zit. 1 I Daar een alligator verscheidene honderden ja ren noodig. heelt om zijn volle grootte en was dom te bereiken, zijn deze veteranen natuurlijk meer artikelen van weelde. G oedezaken maait .men dan ook voornamelijk met de jonge dieren wier huid] reeds in het zesde of zevende ja,ar een flinke waarde vertegenwoordigt. De behoefte aan huiden wordt tegenwoordig nog hoofdzakelijk gedekt door de jacht der in het wild! levende alligators, terwijl in de farm en bij voorkeur jonge dieren voor de musea en lief hebbers worden gekweekt. Een groote wijfjes- alligator legt iedieren zomer vijftig A zesitig eie; ven; de kleinere 23 a 30. Al deze eieren, die ongeveer driemaal zoo groot zijn als een kipei, worden uitgebroed, waartoe het wijfje met haar achterpooten een nest maakt in de modder... De jongen worden door de ouden niet verzorgt, maar inoefen zelf hun voedisel zoeken. In de farmen worden vele eieren langs kimstina.tigen weg in broedmachines uitgebroed. EEN AMERIKAANSCHE HITTE-GOLF. Als de Nederlander iets buitengewoons hoort van den overkant van den Atlantisch© Oceaan, verwondert hij zich in het geheel niet. Het buitengewone en Amerika behooren bij elkan der. Alles is daar immers even buitengewoon. Behalve de wolkenkrabbers zijn het de dollar- koningen, de reuzen-universiteiten, de reus achtige plaatsen van vermaak (Corney Island), de reuzen stichtingen voor liefdadige en paeda- gogische doeleinden, de reuzen-oogsten, de reu- ien-eatastrofen, de groote deugden en de groo te ondeugden. Het is daaTom niet te verwon deren, dat het in Amerika 's zomers zoo buiten gewoon warm is, als in "geen enkel ander cul tuurland voorkomt. Daar heeft men periodes van hitte, waarbij de thermometer 10 gr. Cels. (104 gr. F.) in de schaduw aanwijst. Wie zulk een hitte-golf nog nooit beleefd heeft, kan er zich geen voorstelling van maken. Zij komt plotseling, zonder aan bepaalde tijden gebonden te zijn. Reeds in April kan zij voorkomen, ech ter even goed op het eind van September. Het meest komt zij voor in Juni, Juli en Augustus. Gewoonlijk komt de hitte-golf uit het westen en gaat dan oostwaarts tot aan den Atlantische Oceaan, die een onoverkomelijke hinderpaal voor haar schijnt te zijn. Niet al tijd echter komt zij tot het oosten, soms bereikt zij New-York niet eens, maar dit is zeldzaam. Gewoonlijk worden Mineapolis en St. Louis tegelijkertijd met Chicago en New-York ge teisterd. Vanwaar zij komt is nog een onopge lost raadsel. Het ergste is de hitte-golf in de groote steden zooals in New-York en Chicago, vooral door haar groot vochtigheidsgehalte, dat dikwijls 98 pCt. bedraagt. Een onbeschrijflijk gevoel van afmatting overvalt de menschen. Alles is hun veel te veel, de geringste kleinigheid kan hen woedend maken. De boomlooze straten gelijken een hel, het asfalt smelt, de steenen en de mu ren gloeien. In de woningen is het nog erger, zij zijn bijzonder klein, en hebben geen balkons of tuinen, daarvoor is de bodem te duur. Velen leven in zulk een hitteperiode in kelders of in de badkamers, waar zij ieder uur een bad ne men. De nacht brengt geen afkoeling, het as falt, de huizen, de straten, stroomen dan weer de hitte uit. Een onweder vermeerdert slechts de vochtigheid der lucht. De meeste New-Yor- kers gaan in zulke dagen niet naar bed; zij rijden in de open trams den geheelen nacht door of varen op de veerponten onophoudelijk heen en weer. Van dag tot dag wordt töe hitte onverdra- gelijker. In lange „avenues", die Nerw-York doorkruisen, liggen de do ode paarden rechts en links van het trottoir. Vele menschen krijgen een beroerte van de hitte, vele plegen zelf moord. De zuigelingensterfte is reusachtig. Het ge vaarlijkste is echter als op zulk een hittepe riode een paar koele dagen volgen, waarna weer een nieuwe Hitte-golf komt. Dan sterven er honderden. New-York wordt iederen zomer bezocht met vier of vijf zulke hittegolven. Een Amerikaansche zomer -kan dan ook met recht moordend genoemd worden. Geen wonder, dat zooveel rijke Amerikanen 's zomers naar Britsch Noord-Amerika of naar Europa trek ken. Ook nog op het debet van deze hitte-golf komen de reusachtige boschbranden, die zoo veel offers aan goed en menschen eischen. In Amerika is het niet alles goud wat er blinkt. KAN EEN DOOFSTOMME MUZIKAAL ZIJN? i Fa® I I 2-S* VOOR DE HUISKAMER V V ZIJN DELICATESSE. •v Xy w ip"

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 7