h
TWEEHUIJSE U'S Schoenwerk boven alles, Barteljorisstraat 27. Tel. 1770.
B IN N N L A N D.
TEGEN HET DRANKMISBRUIK.
Kerknieuws.
VAN OVERAL.
Scheepvaartberichten.
Rechtszaken.
HET PALEIS OP DEN DAM IN VERVAL.
Het is de moeite waard eens te gaan zien,
hoe de rijke Staat der Nederlanden, op wien
de plicht van onderhoud der koninklijke ver
blijven rust, dezen plicht betracht ten aan
zien van het schoonste gebouw, da.t hij in
leen en gebruik heeft.
Leger en Vloot.
Waterstanden.
rof
o,-
o,-
N&ajr a an leiding van het feit, dat dezer
dage» een ajrm. yan een der beelden, in het
tyrnpuh (het driehoekig gevelvetel in het
midden yap. dep voorgevel) vap het Ko
ninklijk Paleis op den Dam plotseling in
pfgebroken en bijna op het hoofd y|ap een
schildwacht terecht kwam, schrijft B- lp
„Arehitectura" het volgende
„Minstens vijftig ,vap de sierlijk bewerk
te consoles in de eerste Kroonlijst (ter hal-
ye hoog toe vap het gebouw) zijp niet alleen
afgebrokkeld, doch geheel verdwenen.
Een paar j'aar geleden, in 1908 nadat het
zich herhaaldelijk voorgedaan had, dat deze
consoles onverhoeds op „de kleine steentjes",
en op den openbaren weg .neerploften tot
groot gevaar v|ap schildwachten en voet
gangers, heeft mep deze kroonlijst geïnspec
teerd. Men heripnexk zich den daarbij ge
bruikten verplaatsbaren steiger, die een tijd
lang (de aandacht dor Amsterdammers trok,
zonder dat in het openbaar vermeld werd,
jva.t men toch wel uitvoerde.
tWelnu, mep inspecteerde toen, en de tim
mermansbaas, die zonder verdere technische
Voorlichting dan zijne bij het onderhouden
van arbeiderswoningen opgedane ondervini-
Iding, hierbij adviseerde, bevond, dat de zandj-
steencn kroonlijst niet met lood afgedekt en
door de eeuwen heen, „door-gewaterd" was,
zoomede de consoles, die deze kroonlijst ge
deeltelijk helpen dragen. Zeer vele dezer
consoles vereiscli ten dringend vernieuwing
ep wat deed men?
Men vernieuwd© inderdaad- Dtooh niet met
zandsteen, dat toch echter ieder-, die eenig
besef van verplichting tegenover het achtste
.wereldwonder bezit, zou gedaan hebben,
maar met grenenhout, in de kleur bij gesausd,
met een modderig sopje, op tentoonstellings-
manierl Van do straat af kan men deze hou
ten consoles onderscheiden va,n die, welke
nog van zandsteen zijn en de oplettenjde
waar-nemer zal opmerken, dat het aantal hop
ten exemplaren zeer groot is. Aan de zijde
van de Paleisstraat heeft deze „reparatie"
nog piet zoo uitgebreid plaats gehad (ze
ker wegens gebrek aan geldmiddelen) aha
aan do Damzijde r-n hier ontbreken dus vele
consoles, die afgevallen en niet „vernieuwd"
zijn-
In denzelfden tijd, toen bovenbedoelde in
spectie plaats haid, bracht een groot aantal
leden van ons Genootschap een bezoek aan
het voormalig Raadhuis. Behalve de wolk
jes motvlinders die opvlogen als een vrij
postig© bezoeker het waagde een der hoezen
van de prachtige Empire meubelen, waar
mede Lodewijk Napoleon, de vreemdeling
het paleis voorzien heeft op te lichten trof
ons nog een andere merkwaardigheid, die
zoowel van zorg voor de bewoners en de be
zoekers, als voor de kunstschatten getuigde.
In da groote za-a' waren namelijk over het
„Utrechtsche" tapijt, waarmede de marmer
ren, met koper ingelegde vloer bedekt is,
dekla.kens uitgespreid voorzoover de bezoe
kers het tapijt moesten overschrijdem.
Een gedeelte hiervan was echter wederom
afgezet, met een lering van houten banken,
om de bezoekers te verhinderen, dat zij deze
plek zouden passeeren, omdat het da,ar....,
zoo lekte. Hiet lekte door het beschilderde
gewelf heen!
De prachtige kristallen kronen, die, hoe
wel „Style Empire" in de plechtige ruim
ten stil en statig hingen te droomen, en de
oude vlaggen uit den tijd onzer heldhaftig
heid lieten zich deze miskenning hunner
waardigheid stil voorbijgaan. Maar de uit
gezaagde latjes, style „Guillaume trois", in
dertijd op de marmeren kroonlijsten beves
tigd voor het aanbrengen eener feestverlich
ting van vetpotjes a, 3 cent (gevuld), die lat
jes gnuifden over onze verwondering. Zij
wisten bepaald al, waar de schoen wrong,
en ook wij hadden 'even later gelegenheid
dit waar te nemen.
Want toen wij bij het vervolgen vap on
zen tocht, dank zij do welwillende vergun
ning- van de Paleis-directie, na een interes
sante wandeling over de met plavuizen be
legde zolders onder de zware ka.pspantep
ioor en langs de geweldige sohoarsteenen,
het plat onder het carillon betreden hadden,
merkten wij op, dat juist boven de plaats,
waar het zoo lekte in de groote zaal, het
het lood, van het dak verdwenen was. Flauw
tjes blonk het zink nog vap nieuwigheid.
Zou de Staat daar, bij wijze van proef,
vap den Rijksloodgieter het bekende aiap-
bod aapvaard hebbep: „gratis de dakbedek
king wel te willen Vernieuwen
Of zou de opbrengst van het lood een wel
kome bijdrage geweest zijn in de kosten
om het Plateis eens 'n flinke beurt te geven
Onder de verwonderde bezoekers werd toen
hoetn zooiets gemompeld,
Ep Pu valt er een arm van het beeldhouw
werk uit den marmeren tympan voor de voe
ten van een krijgsm an-opRe-pla a ts-rue t in
gruizelementen. Die krijgsman „had nog juist
den tijd op zijde te gaap," zegt de bericht
gtever heel hoffelijk en eerbiedig. Maar zou
deze onnoozeto opmerking .ook zoo gemaakt
zijn, injdien de koninklijke Familie zich op
da,t moment juist op het balcop bevonden
had?
DieP berichtgever ontgaat blijkbaar, jhoe
dit geval©en duidelijke aanwijzing is, dat
„het paleis in verval" is, zonder vraagteer
ken.
Hoeveel vogelmest blijft daar jaar en dag
zijn vernietigenden invloed op 't marmer
uitoefenen Wie weet hoeveel kostbare guar
no in het frontispiece verzameld is en wie
weet of de opbrengst ervan de schoonmaak
kosten piet zou dekken!
Het woirldt tijd, dat de gemeente haiar be-
bezit meer dringend gaat opeischen, mede
ter Voorkoming van verder verval.
DE TARIEFWET.
Als tegenspraak van het bericht uit de
Limb. Koerier, dat mr. dr. J. van Best hoofd
zakelijk namens de katholieke Kamerfractie
het woord zou voeren bij de behandeling der
Tariefwet in de Tweede Kamer, kan de Msb.
uit zeer goede bron mededeelen, dat ten aan
zien der verdediging of behandeling der Ta
riefwet in de Kamer door de R. K. fractie
nog geenerlei beslissing is genomen.
STRAFPORT VOOR BRIEFKAARTEN.
In het Octobernummer van het te Rotter
dam verschijnend Krul's Maandblad voor
Wasscherijen treffen wij de volgende waar
schuwing aan:
„Onze handelsfirma deelt ons mede, dat zij
in de laatste weken meermalen TA cent straf
port moest betalen voor briefkaarten welke
niettemin voldoende gefrankeerd warefe.
Aan het postkantoor te Rotterdam infor-
meerende, wat de oorzaak van dit strafport
was, kwam het volgende antwoord in:
„ln verband met uw schrijven van 28 de
zer heb ik de eer U te verwijzen naar blad
zijde 19 van den Postgids, voorlaatste zin
snede, waarin bepaald is, dat de strook over
de geheele breedte der briefkaart bedrukt
niet grooter mag zijn dan VA cM.
Nu was het bij enkele briefkaarten wel dui
delijk zichtbaar dat de ruimte met 5 a 10
milimeter overschreden werd, maar toch
schijnen aan het postkantoor beambten werk
zaam te zijn, die over een paar buitengewoon
goed werkende kijkers beschikken. Onze han
delsfirma moest althans een centimetermaat
te baat nemen om van de fraude overtuigd te
worden. En, jawel, er was fraude: 2 a 2A
milimeter was de ruimte voor het gedrukte
hoofd overschreden.
Men mag den Nederlandschen Staat ge-
lukwenschen te kunnen beschikken over zul
ke scherpziende ambtenaren, aan wie een
woord van lof niet onthouden mag worden
voor hunne trouwe plichtsbetrachting, maar
de vraag is, of deze strafbepaling, welke nim
mer den dader van het strafbare feit, maar
steeds een onschuldigen buitenstaander treft,
niet door onze volksvertegenwoordigers moet
herzien worden.
Wy moeten aannemen, dat deze bepaling
gemaakt is om voor het geschreven adres
meer ruimte te laten. Nu is toegestaan aan
de adreszijde circa de helft van de beschik
bare ruimte voor tekst te gebruiken, heeft
deze voorzorg voor een duidelijk adres nog
minder beteekenis wat het gedrukte hoofd
betreft op briefkaarten, waarvan de adres
zijde niet voor tekst gebruikt wordt.
In elk geval zij het bovenstaande een waar
schuwing om deze strafbare briefkaarten
niet naar zenuwachtige damesklanten te zen
den, die de nachtrust van den wasch-indus-
triëel als oontra-beleefdheid zouden kunnen
storen."
SOCIALISTISCHE OPRUIING.
Terwyl ieder weet, hoe tegenwoordig waar-
lük van overheidswege voor den soldaat ge
zorgd wordt; terwijl vanwege den regenzo
mer (le troepen expres worden ingekwartierd
en niet in tenten gelegerd, leent Het Volle
er zich natuurlek weer toe, om de schare te
gen het leger en het legerbestuur in te ne
men. We hebben er reeds een paar maal op
gewezen. j
Het Friesch Dagblad wijst nu op een ander
geval.
„Dezer dagen stond weer een lang verhaal
te lezen van een afdeeling, die te velde een
dag geen warm eten kreeg, omdat het den
kok tegenliep.
De soldaten kregen toen brood.
Is 'tniet verschrikkelijk!
In de burgermaatscliappy komt het in elk
gezin wel eens voor, dat men om bijzondere
reden 'seen dag op brood leeft.
Dan is dat niet erg.
Op „rooden Dinsdag" zullen heel wat be-
toogers den ganschen dag op brood en brood
jes hebben geleefd.
Ook dAn is dit niemendal.
Maar zoodra overkomt dit den soldaten
niet, of er moet een lang stuk over in het
socialistisch dagblad geschreven worden.
Het is gewoondun!"
TEGEN DE SLECHTE PERS.
Te 's Hertogenbosch is Zondag jl. in de
verschillende kerken in alle HH. Missen een
schrijven voorgelezen van den Hoogeerw.
heer Deken en de Zeereerw. heer en pastoors
dier stad over het weren der niet-katholieke
en het steunen der R. K. bladen. Naar aan
leiding van dit schrijven werden ook predi
katies over dit onderwerp gehouden.
Bedoeld schrijven luidt als volgt:
De Deken en de pastoors der stad achten
zich in geweten verplicht de geloovigen te
waarschuwen tegen een kwaad, hetwelk zich
in onze stad hoe langer hoe meer dreigt uit
te breiden, nl. het verspreiden en het lezen
van niet-katholieke couranten.
Wy meenen daarom de geloovigen te moe
ten herinneren, dat „het niet alleen krach
tens het natuurrecht, maar ook krachtens
het kerkelijk recht verboden is couranten te
lezen, die met opzet den godsdienst en de
goede zaken aanranden. (Deer. „Officiorum"
Leonis XIII. C. VIII. Vide Coll. IV p. 309
segg.)
^Maar ook de niet-katholieke couranten, die
niet met den bepaalden opzet geschreven en
verspreid worden, leveren voor de Katholie
ken een groot gevaar zoowel om de artikelen
als om de advertenties, die daarin voorko
men. Eene droevige ondervinding heeft ge
leerd, dat het geregeld lezen van zulke cou
ranten niet nalaat een verderf el ijken invloed
op den lezer uit te oefenen.
Met allen nadruk herhalen wy daarom tot
de geloovigen de vermaning: Neemt geene
abonnementen op niet-katholieke bladen;
zegt, als gü zulk een abonnement hebt, dit
spoedig op; koopt nimmer niet-katholieke
bladen, wanneer zij u hetzij aan buis hetzij
op andere wijze worden aangeboden; steunt
ze nooit door het plaatsen van advertenties.
Daarentegen kunnen wy u niet genoeg op
het hart drukken de katholieke couranten te
steunen door het nemen van een abonne
ment, door zo te koopen, door ze te
verspreiden, door het plaatsen van adver
tenties.
Ten einde u daarin behulpzaam te zijn zal
binnenkort in iedere parochie eene commis
sie worden gevormd, waarvan de leden zich
by u zullen aanmelden, om u met onze ka
tholieke couranten nader bekend te maken.
Wy vertrouwen, dat zy by u een welwillend
gehoor zullen vinden.
Met onzen beminden Bisschop roepen wy
u toe: „Als voor ons, katholieken, in onze
dagen ergens eendrachtige samenwerking
noodig is, dan gelooven wy wel te mogen
zeggen: by de pers. Daarom: samenwerking
tegei. de slechte en samenwerking voor de
goede, voor de katholieke pers". (Vastenbr.
190?). „Tot welke hoogte zouden wy de ka
tholieke pers niet kunnen opvoeren, als wy
eendrachtig samenwerken! Moge deze sa
menwerking, die in den laatsten tijd, onder
rnenig opzicht zoo heerlijke uitkomsten heeft
opgeleverd, in het vervolg dan ook hier niet
ontbreken". (Vastenbr. 1898, Coll. IV p. 332)
enbovem komen ook' die leeken in aanmerking
dlie in dergelijke duffe hokjes een voor een moe
ten komen.
IS HET DAAROM ZOO DUUR!
Wy zouden gaarne zien, dat de alcoholvry'e
dranken spotgoedkoop waren en dat ze ook dea-
wegen door de dorstige by voorkeur werden ge
kocht. Maar wy hebben nog maar al te vaak
oorzaak ons te bedroeven en te ergeren, als de
prijscourant in koffiehuis en wachtkamer het
luide verkondigt, dat men juist op de onschade
lijke dranken zoo hooge winst behalen wil.
't Bleek dezer dagen ook, toen bekend werd,
welk een winst de maatschappij, die de Apolli-
maris-bron by Neuanahr exploiteert, over 1910
gemaakt heeft.
Het gansche kapitaal, waamee deze maat
schappy werkt, bedraagt 450.000 Mark. En de
zuivere winst in 1910 gemaakt, bedroeg niet
mindor dan 440.591 Mark. Dat is dus in één
jaar tyd bijna verdubbeling van kapitaal of
honderd procent winst.
Zoo komt er een leelyk bijsmaakje aan het
flesohje water dat ge met een kwartje moet be
talen.
HOE DE „APPELKONING" STIERF.
De republiek der Vereenigde Staten van N.-
Amrika telt, zooals men weet, verschillende
„koningen."
Te Chicago woonde de man, die den naam
van „appelkoning" droeg. Hij was van Duitsche
afkomst en heette Heinrich Spruch. In de Sta
ten Oregon en Oalefornië hiad hy reusach'.lg>
ooftboomgaarden aangelegd en gedurende )iv
reeks van jaren beheerschte hy de appelmarkt
in Noord-Amerika.
In den laatsten tyd had hy zich laten ketenen
door Koning Alcohol en zware geldelijke ver
liezen geleden. Dat neemt niet weg, dat hem
nog een vast jaarlyksch inkomen van ruim
S0.000 gulden bleef.
Spruoh was verloofd met een jonge weduwe,
Mevrouw Frances Rovenblatt, dochter van een
schatrijk vleeschfabrikant. Zy kon het niet vin
den met de drinkgewoonten van haar aanstaan
de en herhaalde malen onderhield zy hem daar
over. Toen dit echter vruchteloos bleef, ver
klaarde zy dat zy de verloving zou verbreken,
indiên hy niet nuchter kon blijven.
Spruch was ontroostbaar. Hy ging naar zyn
hotel en schreef den volgenden afscheilsbtief
„Ik heb in de laatste twee jaren meermalen het
plan opgevat zelfmoord te plegen. Drankzucht
is de wortel van alle kwaad. Ik heb de beste
vrouw op de wereld lief. Maar zy, ofschoon zy
my wederkeerig liefheeft, wendt zich met af
schuw van my af. Ik walg van my zelf, daar
om maak ik e eneinde aan mijn leven."
Een kamermeisje vond het lijk van Spruoh
op zyn bed. In de eene hand hioli hy den re
volver, waarmee hij zichzelf in de slaap de <k>o-
delyke wonde had "toegebracht, in do andere
het portret zijner verloofde.
De alcohol verderft arm en rijk.
B. Grasman, bouwkundige, te Amsterdam,
Overtoom 450.
25 Sept J. L". Nova, journalist, te Maarssen,
Emmaweg.
Ci Vos, tuindier, te Nieuwerkerk' a. d .Usel,
26 Sept. H. Kreunen, bakker en koffiehuis^
faluisliioudler, te Hengelo (G.)
W. J. van Leeuwen, huisschilder, te 's Graj
venhage, Jan van Riebeekstraat Jl. I
J. Plug, schoenmaker, te NooixliwijF, Hoofd-
straat 68.
Handelsvennootschap onder de firma Very
meer en en Co., te Alkmaar, en hare individueeliei
leden A. A. M. Vermeeren en Th. A. Koesen*
kooplieden.
27 Sept. Th. Lamkamp, winkelier, ten Kale»
straat 4 te Amsterdam.
Geëindigd door het verbindend worden der ult-
dieelingslijst het faillissement van B. M. Joosf em,
caféhouder te Utredhl; A. Huberdhtsohe, tim
merman, te Heinkenszand'; J. Klinkhamer, koop
kamer, koopman in huiden, woonachtig geweest
te Rotterdam en J. de Bont, te UK,rech£
Opgeheven wegens gebrek aan actief het fail
lissement van J. C. Kerkhof Wijaands, koopman,
te Amsterdam, Boelzelaerstraat 74; J. 'Hornessen,
te Arnhem en F. Donjacour, vroeger te Tilburg.
houding van zijn oom maakte hem nog ver-
legeuer.
„Ik heb een verzoek tot u," nam hij na een
oogenblik weer het woord. „U bent zelf of
ficier geweest u zult ook wel eens in den
toestand geweest zijn, schulden te hebben
gemaakt; de oorzaak daarvan behoef ik n
niet uiteen te zetten. Hugo heeft mij zoo nu
en dan geholpen, maar ik ben daar niet mee
klaar gekomen, en hoever het salaris van een
tweeden luitenant reikt, weet u ook wel."
De heer Von Weilen greep zwijgend in een
Kistje dat op de tafel stond, nam er een
6igaar uit en begon deze vol behagelijkheid
te rooken.
„Dat zou nu zoo erg niet zijn, wanneer ik
met ^in handen van een woekeraar gevallen
was> Alfred voort; „die man heeft geen
medelijden, hij eischt zijn geld, en dreigt met
de strengste maatregelen! De wissel is heden
vervallen. Ik heb mjj alle moeite gegeven
uitstel te krijgen; hij wil dit alleen toestaan
onder voorwaarden, die mij onteeren. Ik zou
den schurk bij mijn kameraden moeten aan
bevelen, zou in den volsten zin van 't woord
zijn agent worden en daartoe zal ik nooit
kunnen besluiten. Wanneer u mij de som
zoudt willen leenen, zou ik daarvoor zeer
dankbaar zijn; ilc verplicht mjj mondeling
en schriftelijk op mijn eerewoord, u het geld
terug te betalen, zoo gauw ik kan."
„Hoe groot is de schuld," vroeg de grond
bezitter.
Ir, «Twee duizend thaler. Ik heb er zevemhon-
;derd voor gekregen."
„Heeft die man een eerebekonlenis!"
VENTILATIE VOOR BIECHTSTOELEN!
De Aartsbisschop van Philadelphia (Ver. Sta
ten) Mgr. Prendergast, heeft zijne reis uit Ier
land naar Philadelphia bespoedigd, om een niet
alledaagsche roden. Onlangs hadden in de rijen
zijner geestelijkheid vele sterfgevallen plaats en
een voornaam geneesheer maakte er nu Z.D.Hl
opmerkzaam op, dat het alleen priesters waren,
verbonden aan kerken, waar de biechtstoelen
kleine kokjes zijn, donker en zoid:r ventia'ie.
Genoemde dokter meende, dal, als daar geen
verbetering in kwam, het sterftecijfer even hoog
zou blijven, of zelfs stijgen.
Deze zaak, zoo zegt de „Univers" houdt de
kerkelijke autoriteiten in Amerika op 't oogen
blik ernstig bezig. In de meeste kerken is elk
verlorene hoekje goed genoeg voor een biecht
stoel. De architecten schijnen volkomen onbe
kend' met het aantal uren, dat een priester moe(i|
doorbrengen in zulk een beperkte ruimte en
daarom is het niet van nul ontbloot, eens lt(e
wijzen op de ongunstige hygiënische omstandig
heden waarin vele priesters uren achtereen, in
de lastige houding moeten doorbrengen tot ver-
vulling hunner priesterlijke bediening. En daar-
Een souvenir!....
Het D. D. meldt, dat de kolonel-comman
dant van het 4e regiment huzaren heeft be
paald, dat een ieder die het regiment ver
laat, of met groot verlof vertrekt, indien hij
dit wenscht, ter herinnering aan zijn dienst
tijd een plaat kan krijgen, met fotografieën
het regiment betreffende.
De levensstandaard in Holland.
Verleden week is in 33 garnizoensplaatsen
de aanbesteding van aardappelen gehouden.
Merkwaardig is het na te gaan hoe het be
drag waarvoor die verschillende plaatsen het
minste werd ingeschreven, nit elkaar loopen.
Bovenaan staat Middelburg, waar slechts
een biljet was van 3.07; onderaan Gronin
gen, waar het minst werd ingeschreven voor
1.59.
Wij vinden er de volgende cijfers: 1.62,
f 1.65, 1.80, 1.88, 1.90, f 1.92, 1.94, f 1.96,
f 1.97, f2.05, f2.07, f2.11, f2.12, f2.13, f2.14,
2.22, 2.23, 2.25, 2.33, 2.36, f2.88, f2.63,
f2.64, f2.65, f2.71 en f2.98.
IJMUIDEN, 1 October ZO®.
.Geamvmjd 1 October,
Nyrooa, s. Liverpool.
Nordlyset, s. Libau, inlalair Rotterdam nte
bijlegger.
Juno, s, Pernoyiken.
NEDERL. STOOMVAARTLIJNEN,
Grotiue, vain Batavia naar Amsterdam;
yterbrok 30 Sept. vap Algiers.
Kambapgap, v|an Amsterdam ft-: Batavia;
ylertrok 1 Oct. vaiu Hamburg,
iMepadoi, vap Batavia naar Rotterdam,
pass, 30 Sept. Gibraltar.
Hollapdia, vap Amsterdam P. Buenos Ay-
res, vertrok 30 Sept. vap Lissabon.
Prins Fred. Hendrik, van Paramaribo P.
Amsterdam, pass. 29 Sept. St. MicihaeLa.
Achilles vertrok 80 Sept. vap G irgcpti,
Piaar Catania.
Bacchus vertrok 1 Oct. vap Holtenau p.
Six Petersburg.
Clio arriv. 30 Sept. te Varna vap Constop*
tipopel.
Neptupus arriv. 28 Sept. ,te MJalaga vap
Iviza.
UraPus Vertrok 80 Sept. vap M]a,ls,ga. ft,
Oartliagena.
De womlcrhoed.
De Engelsche mode is meestal zeer praclisph:
zij tracht sleedis elegantie met lage prijzen Itp
verbinden. Onder de Engelsche dames vindt zij
dan. ook steeds volgelingen, als zij leisj dergelijk»
lanceert. Dezen winter brengt die Engelsche mol
de de „octp-ho'ed", het wonder, dat van een enkel
hoofddeksel acht verschillende vormen tooverL
Vooral de echtgenooten, die deli ooge rekeningen
bij de modiste moeten belaliem, zullen dazen
hoedi met gejuich begroeten. Het is nauwelijki
to gelooven en toeh is het de waarheid: uWj
het gemakkelijk te vervormen stuk stevig Laken,
waaruit het (ooverlioedije bestaat, kunnen ba-
kwatne handen niet acht, maar wel een dozijn
(verschillende vormen maken. Men kan dit hoofd
deksel in den vorm van een koket mutsje dra
gen, echter ook als „groote schuit" en als hoed
met een opgeslagen rand. Houdt de draagster
van geschiedenis, dan maakt zij er een Napoleon-
steek uit of een Tudor-hoed van. De wonder-
hoedjes worden zoowel van fluweel als van la
ken vervaardigd en men kan ze aan beide zijden
dragen.
VAN ELDERS
FAILLISSEMENTEN.
Failliet verklaard:
23 Sept. J. C. Bakker, handelsreiziger, te Am
sterdam, J. M. Kemperstraat 68.
Dinsdag 1 Oct. (8 u v.m.)
Plaatsan
!zcr
in 24 uur
hoog lager
Keulen.
87.81
0,-
0,05
Lobit.
J0.49
0,-
0,17
Nijmegen
8.26
0,09
8t. Andr. Waal.
8.88
0,07
Arnhem.
8.26
0,-
0,06
Vreeswijk Lek,
0.—
0.—
0,-
Wester voort.
8.88
0,-
0,-
Deventer.
2.86
0,-
0,07
Kampen
0.28
0.—
0,04
Maastr. brug.
41.61
0.—
0,02
hoofdei.
41.48
0.—
0,11
Venloo.
9.12
0,-
0,11)
Grave.
5,50
0,-
0,08
Bt. Andr. Maas,
1.81
0,02
0,-
Amsterdam,
Kanaalwater
8u. 0.49 MAI
12 0,51
212 0,6 i
Stads wat er.
8u. 0.49 MAP
12 0.51
2' 9 .58
Amstelwater,
8 u. 0 49 MAP
12 0.64
2 y,0.68
Zuiderzeew.
8u. 0.68 MAP
„Helaas, ik heb lang beproefd dit uit te
stellen; maar de woekeraar wilde niet an
ders en^ toen zat het mes mij op de keel.
Hij dreigt mij de eerebekentenis aan mijn
regiments-commandant voor te leggen. U
weet dat ik dan verloren ben."
„Verloren ben je in ieder geval", zeide
oom, terwijl hij de asch van zijn sigaar
streek; „reeds het onderzoek tegen je broer
brengt je bij je kameraden in een bedenke
lijke positie. Zijn veroordeeling zou je waar
schijnlijk dwingen, je ontslag te nemen."
„Ik vertrouw vast op zijn vrijspraak, oom!"
„Hm, zijn vrijspraak wegens gebrek aan
bewijs is in deze omstandigheden erger dan
een veroordeeling. Ik kan je ook het verwijt
niet besparen, dat je zeer lichtzinnig gehan
deld hebt. Je weet hoe gevaarlijk het is, een
eerebekentenis af te geven
„Ik kon my niet anders helpen!"
„Dat verontschuldigt je niet!"
„Uw verwijt is gerechtigd, maar met ver
wijten alleen word ik niet geholpen," zeide
Alfred ongeduldig. „De wissel moet nog he
den voormiddag ingelost worden, en ik zie
geen anderen weg mij het geld te verschaf
fen".
„Je hadt je den gang naar mij kunnen be
sparen", antwoordde von Weilen koel, „ik
zal je wensch niet vervullen. Het is tegen
mijne inzichten je lichtzinnigheid te bevor
deren; bovendien ware die groote som on
vermijdelijk verloren. Al los je de wissel ook
in of niet, je ontslag moet je toch nemen
binnen korten o flangen tijd, en wat er dan
-on je worden moet, mag God weten. Ik
zou je voor dit oogenblik kunnen hel
pen, maar het geld is weggegooid."
Het gezicht van den jongen man was nog
bleeker geworden en het bewegen van zijn
mond verried den storm in zijn binnenste,
welke hij moeilijk bedwingen kon.
„U kunt op de terugbetaling met alle ze
kerheid rekenen", zeide hij.
„Je doet een belofte, zonder na te denken
of je die wel eens zal kunnen nakomen",
antwoordde de grondbezitter. „Ik heb met je
tante reeds gisteravond alles besproken; ik
ken wel vooruit begrijpen, dat je tot ons
zoudt komen. Zij deelt mijn inzicht en ver
wacht, dat deze bittere ervaring je een ern
stige les moge zijn."
„Is dat uw laatste woord, dan kan ik het
alleen maar betreuren dat ik hier hulp ge
zocht heb", antwoordde Alfred opgewonden;
„wees verzekerd, dat ik u nooit meer zal las
tig vallen."
Na deze woorden ging hij naar het terras
en wenkte den bediende, die mot het rijpaard
voor het huis heen en weer liep; eenige mi
nuten later sprong hjj in den zadel en reed
weg.
Wat nu! Het was hem onmogelijk zich
heldere gedachten te vormen; hij moest de
dingen maar op hun beloop laten.
De advocaat Leitenring was een vriend uit
zijn jeugd; zou hy zich vertrouwelijk tot hem
wenden, hem vragen den woekeraar te be
zoeken en probeeren met hem de zaak in orde
to makent
Het zou in ieder geval geen schade doen.
De advocaat was een energieke man en mis
schien lukte het hem den woekeraar vrees
aan te jagen, het onrechtmatige van zijn
handeling te bewijzen en hem daardoor te
dwingen den uitstel toe te staan.
Toen hij terug kwam, trof hij zijn moeder
niet thuis. Met haar wilde hij nog eenmaal
praten; misschien had zij intussehen over
zijn ongelukkigen toestand nagedacht en een
anderen uitweg gevonden.
Het werd middag. Een gerechtsambtenaar
kwam om de vervallen wissel aan te bieden
en protest aan te teekenen. Alfred twijfelde
er nu niet meer aan, dat het den woekeraar
ernst was geworden.
De nare toestand, de nood bracht hem op
een idée. Hij ijlde naar zijn vriend. Mr.
Eduard Leitenring was een gezocht advo
caat een talentvol jurist, die zich door het
schitterend ten einde brengen van zijn eerste
proces, dadelijk een uitstekenden naam be
zorgd had. Hij was nog jong, ongetrouwd en
in alle kringen zeer gezien.
Hij ontving zijn vriend in zijn werkkamer,
waar hij bezig was aan 't bestudeeren van
een rechtszaak. Alfred had zich naast zijn
schrijftafel neergezet.
„Je moet me helpen", zeide Alfred, buiten
adem; „ik bevind mij in een ongelukkige
positie."
„Je hadt eerder bit mij moeten komen",
zeide de advocaat kalm. „Dan was de zaak
zoover niet gekomen".
„Je weet dus...."
„Je moeder was vanmorgen by me en heeft
me allee verteld. Ik hoop dat je er niet aan
twijfelt dat ik graag jou en je familie wil
helpen."
„Het zou een beleediging voor jou zijn,
wanneer ik daaraan twijfelde, maar kun ja
me helpen!"
„Jawel, ik heb al wat bereikt."
„Zoo, en dat is!" vroeg Alfred, hem vol
verwachting aankijkend.
„Grunewald zal zijn bedreigingen niet ten
uitvoer brengen, tenminste vandaag nog niet
„De wissel is al aangeboden."
„Dat moest gebeuren, om de vordering in
ieder geval rechterlijk vast te stellen." 1
„En zal hij den overste niet aanspreken
„Neen."
„Ik smeek je, Eduard, maak aan die g&\
schiedenis een einde: ik begrijp jo woorden
niet. Je spreekt me van een zekerheid die m<
doet verbazen, maar die me ook doet ongo<
rust zijn."
„Ik beu bij den woekeraar geweest", an
woordde de advocaat; „uit de mededeelingei
van je moeder kon ik opmaken, dat er geei
oogenblik te verzuimen viol."
„Brave kerel, daar kan ik je nooit genoog
voor danken," zeide Alfred en ademde diep
terwyl hij hem de hand reikte.
„Je oom was gisteren bij hem....'*
„Welke!"
(Wordt verrolgd))