J.H.W. GHUNDEMANN m tiüüEliZIIHIGE HUIS JAC. KARSKENS, Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, EÜGELSCHE STOFFER. Haagsche Brieven. BUITENL AND brengt steeds het nieuw ste op het gebied van Dames- en Bieerenkleedin g. Eigen ateliers onder leiding van BEKWAME Coupeurs. Au Bon Marché oyons. Haarlem-Brussel» ^dscfooenen voor alle gelegenheden. KONINGSTRAAT, IV, INDRUKKEN VAN DEN BALKAN. F U 1 L L T O N 15. NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Cie soms nog: ©enig© bezorgdheid mocht gekoesterd hebben om tire® t liet optreden v;ajn idem heer Jhx. Mr. O. van Nispen tot Sev©- Ua.er ia.ls president Van d© Tweede Kamer, die ml, na h©tg©en Kinsdag j.l. daar ia voor geval Ion, wel geheel en al zlijn gerustgesteld geworden. Zooials verwacht 'en meegedeeld was, z!ou jd,e voorzitter vian de Tweede Kamer met een voorstel komen, dat der oppositie niet laiangena&m in de oioren zon klinken: j>p Vijftien October beginnen met de Invaliidi beits- en O uderd oma ver ze kering. Kat maakt echter de rekening niet van „Her Majesty's loyal opposition", om de doodeenvoudige reden, dat zij wel oppo sitie maar heelemaal niet loyaal is, noch ooit geweest isdat vtoorsbel, mocht het aangenomen worden, zou al d© listig op gezette plannetjes van de politieke slim- jnelinge® in de war sturen. D|e groot© ver kiezingen komen al aardig in zicht en dan moeste® soaiaiist en iiberalist vloor het nieuwsgierig keiaersvolk kunnen komen met deze leuz©: Het Ministerie-Heemskerk haeflt niets tot stand gebracht voor de sociale ver zekeringen maar wel de oorlogslasten Ver hoogd en een tariafwet Voorbereid, di© d© eerst© levensbehoeften nog duurder zal ma ken, da® ze reeds zijn. Kat opzetje zat netjes in mekaar en in den geest zie ik Mr, G-oeman Borgesius met meewarig .vertroldsein gelaat „het arme, mis leide kiezersvolk" reeds beklagen. De „dii min ores" zorgen voor het refrein en het a.ppla,us. Om dat suooes te bereiken heeft men met of zonder afspraak tot nog to© geageerd. Ka, ar voor beeft men zooweel mor gelijk gesukkeld en getalmd met Steenhou- werswet en Bakkerslwet; daarvoor hebbenj (Ter Laad, Thomson e.a» hun duizen-en-éémi redevoeringen gehouden hij de Militiewet, daiarvoor ware® meer dan 200 amendementen ingediend op de Ziektewet, daiarvoor heeft men getracht een tweede editie te krijgen (van het omnoozel Bouw wet teke, daarvoor moest het vooronderztoek van de Tariefwet „van eeuwigheid tot amen" duren, daarvoor mocht het Reglement v;an Oude niet herzien .worden in de richting van meer opschieten 'daarvoor heeft men i.e. w. bedekte en' openlijk© obstructie gevoerd, 'zooveel me® maar kon. En nu komt daar 'zoo'® nieuwe, jong© Voor zitter na overleg .met Regeermg en Ka mermeerderheid alles in de wla(r sturen 1. Was het wonder, dat de heer Borgesius in den aanvang van zijn rede klagelijk uitriep, dat hij het eerste voorstel, door den .Voorzitter aan de Kamer gedaan niet kon „bewonderen" Maar of 'de heer Borgesius zijn voorstel len bewondert of niet, dat iaat den heer tVan Nispe® nu net zoo koud als: een steen, Totaal onbewogen hoorde hij het gejere mieer va® d© hoeren Borgesius; Dlays, Piar tijn en Treub aan en toen men hem ver weet, dat hij slechts uit partijpolitiek zoo handelde, toen gaf bij dat eigenlijk on omwonden toe. .Waarom ook niet? Heel de liberale pers heeft tiaar aanlei ding van het Dinsdag gebeurde weer ge huild en gejammerd, dat bat der rechter zijde slechts om partijpolitiek te doen is. Men zou kunnen vragen, of de houding der linkerzijde da(n soms door iets andera dan partijpolitiek wordt beheerscht Mlaar waar om dergelijke gieziegde®, die immers als ver wijten bedoeld zijn Iedere partij zegt en schrijft, dat zij' slechts het waiaraohtig belang ,valn het lanid, het hoogste welzijn van het volk op het oog heeft en najaagt. D© wijze waiamop wordt beheerscht door haar politiek inzicht. Dan Zou bet immers radi cale nonsens zijn, ais zij bij haar uitsprakenl en daden zich liet beïnvloeden door de po litiek van de a ndcre p artij'. De heer Van Nispe® zei dus onomwon den, dat zijh, voorstel in overeenstemming was met de wepistoh-e® van Begeering en Rech ter zijde met welk© wensehen de zijn© parallel loopen. Dia{t wiais eerlijk e® flink. Juist om dez© twee karaktereigenschappen belooft de heer Va® Nispe® zooveel al® president- Va® hem is absoluut niets te wachten, dat ook maar in d© verst© verte zal blijken op krenking of minachting vain d© rechten der minderheid- 'Maar ook d© meerder heid h©eft ha,r© rechten, I® de laat ste jaren, odder de leiding van de® goeden, maar zwakken heer Va® By landt, leek het wel, of het regel moest zijn, dat de min derheid do baas mocht spelen. Hdj was zóó bang, dat de minderheid hem partijdigheid zou verwijten, dat hij altijd partijdig was in het nadeel van de meerderheid. Wat al misères zijn daaruit voortgekomen. Ik durf gerust te zegge®, dak als Van Bylandt nog president zou geweest zijn, het Dinsdag middag weer tot groot spektakel zou ge komen zij®. Nu integendeel mochten de hee ren wel ©e® paar uren hu® hart luchten', maar het liep „akelig kalm" af. „Akelig kalm," zoo hoorde ik bij het uitgaan ©e® der kiesreebtdametjes tot haar vriendin kla gen. Het viel dan ook het zeer talrijk op gekomen publiek niet mede. Bij de moest gewichtige wets,ontwerpen zijn de tribunes meestal ma,ar matig bezetmia,ar als er „herrie" in de lucht, zit, da® aast ons Haag sche publiek op een plaatsje. Dezen keer kwam er geen' herrie en ik heb een gezond vlermoeden, dat daarvan ook in de toekomst weinig of geen sprake zal zij®, 't Klinkt misschien vreemd maar als onpartijdig: .toeschouwer moet ik eerlijk Ver klaren, dat vla® de tien keere®, dat er in de laatste jaren spektakel was, zeker ®e- ge® koeren de president de schuld was. Hij Was altijd totaal onbewust vja® het psy chologisch moment,, greep in, als het niet noodig wajs en vergat tijdig in te grijpen, als het wèl noodig was. Da® kwam da impulsieve heer Lobman zich met de lei ding der vergadering bemoeien en da,t werk te altijd als een ronde lap op den stier. Geloof me, de tegenwoordige president heeft geen adviezen noodig, va® niemand. Hij houdt de teugels, strak en met vaiste hand. Dat is da,n ook de grootste waarborg er voor, dat er kans is, dat in de eerstvolgend© weken de kamer nog een flink stuk zal opschieten met ide zoo la;ng en Zoo haviig verbeide Invaliditeitswet, zoo z,ij ze all niet geheel en al z,ai afdoen vóór de behandeling der Indische- en Staatsbegrooting aanvangt. Wat dat tijdig afdoen betreft ben ik wel eenigszins pessimistisch. D© oppositie, dliej zich haar politiek© buit, tot nog1 toe met zoo veel volharding ,e® niet geheel en al zon der succes nagejaagd, ziet ontglippen, zal al hare krachten inspannen, om nog tegen te houden, wat zij: malar kan, gedachtig aan het bekende: Een krijgsman wint al veel, al wint hij niets dan tijd. D|at het echter nog eens tot openlijke obstructie zal komen, idat geloof ik niet, hoewel de heer D®ys in bet begin Va® het jaar er bluffend mee gedreigd heeft in ©ene openbare vergade ring te Botterdam. (Verslag „N.R.Gt." 26 Ja,n. '12 Ochtendbl.) Boe dit z,ij, d© kon mende periode is ©r ©en van groot belang en bet Nederlahdsche ,V©lk, nuchter, aha het gelukkig in Idien regel is, zlal het drom mels goed en ook gaUw in de gaten krij gen, welk© partijen in de kamer het best zijne belangen gediend heeft. Hóe meer de tijd van de komende stembusi- uitspraak nadert, hoe geruster ik word om trent dat votum. Wordt de komende winter .gebruikt voor |eeh energieke propaganda, bestaande in degelijk© voorliohting en ver sterking .en uitbreiding' der orga®isla,tie, dan blijft Rechts tnojef in 1913, DE KATHOLIEKEN IN DE VER. STATEN De positie der katholieken in de Vereenig- de Staten van Noord-Amerika is er een van groote vrijheid, gelijk men weet. En verge lijkt men den toestand met dien in andere landen, waar onze geloofsgenooteu worden geplaagd en beleedigd, verstoeten en beroofd, dan steekt die houding der Amerikaansche wetgeving en overheid zeker zeer gunstig af bij die in Frankrijk, in Rusland en Portugal. Doch daaruit volgt nog niet, dat de ver houding daar aan de overzijde van den Oce aan de volmaakte of ideale wezen zou. De vrijheid, die de Kerk daar geniet, is meer gevolg van een zekere onverschilligheid, dan van waardeering, terwijl van erkenning ba rer rechten als de ware door God gewilde Kerk geen sprake wezen kan. Het is, zooals de niet-katholieke, Duitsehe Amerikaan, de journalist Böcldin eens zeide, toen hij roemde op de verdraagzaamheid dei- Ver. Staten. De verschillende kerkgenoot schappen zijn staatsrechtelijk niets anders dan andere vereenigingeu, zang-, gymnas tiek- en andere vereenigingeu. De Kerk zelve, aan wie door Christus de taak is opgelegd, zijn waarheid te verkonden, kan natuurlijk niet erkennen of verklaren, dat zij niets anders dan een willekeurige inenschelijko organisatie wezen zou: Zij moet opkomen voor baar rechten en Haar waar digheid, en dan vindt zij ook in Amerika weerstand bij hen, die deze rechten niet er kennen. Dat is vooral in den laatsten tijd sterk aan het licht gekomen. Er bestaat zoo zegt het Centrum, in Amerika een organisa tie, die bepaald ten doel heeft de Katholieke Kerk, Haar leer en invloed te bestrijden, in den trant van den Evapgelischen bond en dergelijke organisaties, en die zioh daar met den schoonen naam van handhavers der vrij heid, guardins of liberty tooit. Wel eigenaardig, dat dergelijke acties steeds varen onder valsche vlag: in Duitschland on der dien van het Evangelie, in de Ver. Sta ten onder de banier der vrijheid. Maar hun doel is juist bet door de Kerk bewaarde en verklaarde Evangelie in zijn heilzame actie te belemmeren. Onder het valsche voorgeven, niets anders dan den voorspoed des lands te bedoelen, is die vereeniging van guardians erin geslaagd, ook een groot aantal argcloozen in haar rijen mede te voeren, zoodat zij reeds meer dan een millioen leden telt en meer dan 500 pro pagandisten bezit, die vooral ijveren tegen het romanisme, tegen 't bezetten van Staats ambten door spionnen van Rome, tegen in vloed eener vreemde macht en hoe die beken de applausleuzen meer mogen luiden. Maar vele Amerikanen hebben toch nog te helder gezond verstand, om zich door zulke holle be weringen te laten misleiden, zoodat op een vergadering te New-York, waar zekere heer Haines tegen de Kerk uitvoer, verschillende hoorders daartegen protesteerden en de New- Yorksche rabbijn Si 1 Vermann een brief aan Kardinaal Gibbons geschreven heeft met de verzekering, dat de Joodsche rabbijnen met de guardians of liberty niets van doen wil len hebben. Een bijzonder hateliike campagne tegen de Roomsche Kerk wordt ook gevoerd door de vooral in Amerika zeer machtige secte der methodisten, die millioenen aanhangers telt en tot de meest schoone in schijn, docli in werkelijkheid allergevaarlijkste misvormin gen der Christeliike waarheid behoort. Op hun concilie te Minneapolis gehouden, wat 't ook weer Rome, dat het ontgelden moest en iedere krachtige uiting van katholiek leven, elke poging om recht en plaats te krijgen voor Kerk of school, wordt van dien kant met wantrouwen begluurd en met heftigheid tegengewerkt. Wanneer een katholiek spreker of schrijver liet waagt, erop te wijzen, hoe de Kerk zich uitbreidt, wordt dit aangehaald als een klaar bewijs van Rome's honger naar macht, en heerschappij en dan volgen de noodige" waarschuwingen, ook elders wel bekend, om de protestantsche goederen tegen aanslagen te verdcigen, de vrijheid te handhaven en de beschaving te redden en steeds zijn er weer lieden, die dat alles voor ernst houden en zich in werkelijkheid ongerust gaan maken, alsof er een werkelijk gevaar de Vereenigde Staten bedreigde. Het anti-pap isme vindt natuurlijk ook hulp in socialistische bladen die overigens niet tegen den godsdenst ziin en niet minder in de neutrale pers. die overal ter wereld dezelfde is in oneerlijken schijn. Een protestantse®, vermoedelijk min of jmeer modern(istisch) tijdschrift „The Protes tant Magazine" draagt als motto de uit spraak: „De dag is niet verre, en hij is er misschien reeds, dat wij alle veldslagen der reformatie weer moeten slaan." Het orgaan geeft een photo van het Witte Huis te Washington met de drie Amerikaan sche Kardinalen en den nieuwen Pauselijken delegaat, met het onderschrift: „Het Witte Huis en eenige mannen, die daar te vee] in vloed hebben". Een andere plaat stelt Ta ft voor, na zijn bezoek aan Paus Leo XIII, ook natuurlijk als een waarschuwing tegen den tegenwoordige» Staatspresident. Een brochure tegen de Kerlc vraagt: „Wat zijn alle vraagstukken, die de gemoederen opwinden: socialisme, arbeiders-quaestie, trusts, tarief, belastingen, zoolang men bet in duisternis sluipende Roomsch gebroed onge stoord laat werken aan de vernietiging der Republiek? Maar dit wordt misschien in domheid en hartstocht nog overtroffen door zekeren beer Dehnel, die er zich boos over maakt, dat van Staatswege een som is toegestaan voor een monument aanColumbns. Wie weet, komt er een, diè de geheele nieuwe wereld ontruimen wil, omdat zij woor een elerieaal werd ontdekt. Op het geleed van anti-papisme is niets zoo gek of het kan worden vertoond en vindt dan nog bewonderaars ook. Onder de versieringen, die in het Kapitool te Washington worden aangebracht, is ock een afbeelding van pater Hennepin, die do watervallen der Missisippi ontdekte en van den huidigen Mgr. Ireland, die in den burger oorlog volkskapelaan was, welke schilderin gen door den heer Dehnel worden genoemd: „een verdere Jezuietiscbe schurkenstreek, door welke Rome zijn paganisme aan de vol ken van dezen intelligenten Staat opdringen wil" en dezelfde heer stelt datzelfde Rome verantwoordelijk voorde duurte der le vensmiddelen. Waarom ook niet voor storm en droogte en aardbeving? 'tGnat in één moeite door. DE VREDESVOORWAARDEN VAN OUCIIY. De volgende overeenkomst wordt nu als de definitieve vredesovereenkomst tusschen Ita lië en Turkije gemeld: 1. de volstrekte souvereiniteit van Italië over het gebied van Libië zonder erkenning evenwel van die souvereiniteit door Turkije; 2. vrije uitoefening van bet godsdienstig gezag van den kalief van Konstantinopel evenals in Bosnië en Herzegowina; 3. Turkije zal zijn geregelde troepen on geveer 2500 soldaten uit Libië terugroepen; 4. Italië zal een schadeloosstelling betalen voor de Turksche schuld betreffende Libië; 5. de eilanden zullen aan Turkije terugge geven worden onder waarborg aan de Chris telijke bevolking; 6. geen schadevergoeding aan de oorlog voerende partijen; 7. herstel van de diplomatieke en handels betrekkingen tusschen de beide landen. Aan het Journal de Genève wordt verder uit Ouchy gemeld dat de overeenkomst tus schen Italië en Turkije, morgen, Woensdag, definitief zal worden vastgesteld, behoudens goedkeuring der belanghebbend© regoerin- gen. Serviërs en Bulgaren. Het „Berliner Tageblatt" heeft zijn vroege re» Parijschen correspondent, Paul Bloeh, naar Sofia gezonden, en reeds staan er in de krant lange telegrammen uit Sofia. Aller eerst een van politieke beteekenls: „Niette genstaande de groote geestdrift voor den oorlog, is de hoop op een vreedzame afwikke ling nog niet geheel verdwenen. Ik verneem dat in den ministerraad van heden van zeer invloedrijke zijde aangemaand is tot kalmte, om te bewijzen, dat Bulgarije rekening wil houden met de vredespogingen van de groote mogendheden. Bij de gewenschte hervorming voor Macedonië, waaraan absolmd vastge houden zal worden en waarvoor nu van d© groote mogendheden garantie verwacht, zal het woord „autonomie" dat bij de onderhan delingen tot nu eenigen aanstoot verwekte, vervallen; daarentegen blijft de eisch van den Christelijken stadhouder bestaan". Paul Bloeh schildert zijn eerste indrukken van land en volk in het volgende telegram: „Aan het station in Boedapest las ilc nog in de krant bet woord „bluf" der Balkanmogend- heden. Eenige uren later begonnen de reizi gers in den slaapwagen naar Sofia bet oor logsgevaar ernstiger in te zien. De geheele trein is gevuld met Bulgaarsche en Servische reservisten, die naar het vaderland terugkee- ren. De Bulgaren doen zieh onmiddellijk ken nen door grootere rust en vastere houding. Terwijl de Serviërs lawaai maken, zich ver- broederen, en, meest in de Fransche taal, spreken over de aa. gebeurtenissen, 'spreken de Bulgaren heel stil onder elkaar. Toen de trein met groote vertraging bij maneschijn in het vuile en Oostersch-verwaarloosde sta tion van Belgrado binnenreed, wat dit onder scheid nog meer merkbaar. Dé Bulgaren ble ven op hun plaatsen, de Serviërs daarentegen wTerden met luid hoerageroep door bun land- genooten aan het station begroet. Het gebeel,e station is met militairen bezet» Aan elke deur staan gewapende boeren, van wie enkele nog in sandalen en schapenvach ten steken, terwijl anderen reeds met de mi litaire pet en de sabel van den soldaat heen en weer wandelen. Het onderscheid tusschen de elegante officieren en de slecht gevoede landsoldaten maakt op den Duitscher een bijna grappigeu indruk. Toch is er iets flinks in deze mannen.Een vrijwilliger, door zijn roode fez kenbaar als een overlooper uit Ma cedonië, werd door een officier teruggewezen, maar hij bleef voortdurend vragen en bewees door gebaren hoe dapper hij was. Ten slotte werd hij in het leger aangenomen. Terwijl de anderen de nieuwe kameraden begroeten en hen versieren met jeneverflescli en bloe men, wandelen, midden tusschen bet gewrie mel van boeren en soldaten, dames in elegan te Parijsche toiletten, vrouwen uit het volk in zwarte rokken, met bonte proviandman den, schreeuwende kinderen. Dit alles in het halfduister van een verschrikkelijke verlich ting, waarin men met moeite een aantal don kere lichamen ziet, die tegen den muur leu nen. Twee uur na den eigenlijken vertrektijd gaat de trein verder. Wie door de ruiten van den wagen kijkt, ziet. dat wij langs lange pro- viandtreinen en langs militaire treinen, die tot den nok toe bezet zijn, rijden, 's Morgens zijn wij in Nisch, waar het levendige tooneel van de samengestroomde bevolking de aan dacht trekt: boeren, soldaten, Zigeuners, paarden, schaapherders, marketensters, la waai en liederen. „Wallensteins Lager", over gebracht naar het Oosten. Veel grooter is de rust en de orde in Bulgarije, waar ongetwij feld geestdrift voor de actie bij het volk te bemerken is. De geheele mannelijke bevol king, in staat de wapens te dragen, is onder de wapens geroepen, en doet met opgewekt heid dienst. De als reservisten opgeroepen boeren zijn krachtige gestalten, aan wie men ziet, dat zij gewoon zijn aan den dienst. Overal beerscht de overtuiging, dat de oorlog onvermijdelijk is, wanneer niet de groote mogendheden Tur kije bewegen tot concessies en hervormingen, en voor deze hervormingen borg staan. In Sofia heeft de mobilisatie de mannelijke be volking gedecimeerd. Vele aapjeskoetsiers zijn opgeroepen, de winkels zijn gesloten, de tram rijdt niet meer, de hotels zijn zonder kellners. Niettegenstaan de deze moeilijkheden klaagt niemand. „Het moet zoo zijn, wij kunnen niet anders!" Deze woorden hoorde ik hedenmorgen van een grijzen kolonel en dezelfde woorden herhaal de de koetsier, die mij naar het hotel reed." De correspondent van de Deutsche Tages- Zeitung seinde gisteren uit Semlin: De toe stand is heden in Belgrado onveranderd. Al les wijst er op, dat de oorlog moet uiibreken en niet te verhinderen is, al trachten de groo te mogendheden nog zoo veel te bemiddelen, wijl die bemiddeling thans te laat komt. Voor Bulgarije en Servië, die gemeenschappelijk optreden, is bet goede oogenblik om er op los te slaan nog niet gekomen, maar het kan elk oogenblik verwacht worden. Door het voort- durend zenden van zoogen. ultimatums aan Turkije willen Servië en Bulgarije alleen maar tijd winnen, om den militairen op- marsch naar de grenzen te beëindigen. De Oostenrijksche-Hongaarsche Donau-oorlogs- sckepen zijn reeds voor Semlin aangekom. Speciale correspondenten der groote bladen uit Europa zijn hier aanwezig. Het gerucht gaat, dat Servië eerstdaags ook het geheele spoorwegverkeer miet Oostenrijk-Hongarije stop zal zetten. De Servische regeering heeft thans een buitengewoon scherpe eensuur be volen. Brieven worden geopend, telegrammen van politieken inhoud niet besteld, telefoon gesprekken mogen alleen in het Servisch, Duitsch of Fra.nsch gevoerd worden, en zoo dra er een woord over de politiek wordt ge zegd, wordt de verbinding afgebroken." De houding van Roemenië. Over de houding van Roemenië, waarover vooral de meest uiteenloopende geruchten worden verspreid, schrijft het officieuse or gaan „Indépendance Roumaine": „De Roe- meensche politiek wordt beheerscht door de ordelievende gezindheid der bevolking. Roe menië heeft de staatkunde van Europa, die op het behoud van den status quo in den Balkan uit was, krachtdadig ondersteund, en doet het thans nog. Maar het kan niet onver- 99 door ALFRED HUGO. Do oude man had zich verschrikt achter de lange tafel teruggetrokken, waarop ver schillende boeken verspreid lagen. „Ik stel geen belang in wat u daar zegt, mijne heeren '.antwoordde hij, met een ang stige» blik op de robuste gestalten, die voort durend dichter bij hem kwamen; „u kunt jvel recht hebben „Hier moet iedereen belang in stellen!" viel Otto hem in de rede, terwijl hij de boe ken op zijde schoof en op de tafel ging zitten. „Het proletariaat verlangt zijn recht. Wie dat niet begrijpen wil, behoort ook tot de genen, die het volk uitzuigen". „Ik ben een oude man „Och wat! Gij hebt een vermogen! Het is uw plicht, de noodlijdenden te ondersteunen. Grijp niet in je zak, met een paar bedelpon- ningen zijn we niet geholpen, het moet min stens honderd thaler zijn." Farnow zag hen verwonderd aan. ,.En wat wilt n met die som doen?" vroeg hij. „Wij willen daarmee betalen, wat wij noo dig hebben om te leven", antwoordde Her mann, met een hoonenden lach. Wij moeten wachten tot het oogenblik, dat ons recht zal brengen; wij hebben geld noodig, oude, en je moet 'tons geven. Later geven wij het wel terug. Je moet geduldig wachten, tot wij er too in staat zijn." „Dat is dwang!" riep de antiquair uit. „Dreigen wij dan?" wierp Otto Schalier op. „We vragen alleen maar „Maar je hebt er geen recht toe", ant- woorde Farnow opgewonden. „Op den onzin, die je gezwetst hebt, ga ik niet verder in; j het is treurig genoeg, dat zulke verderfelijke ideeën rondgaan onder de arbeiders, die er alleen schade van hebben kunnen j „Dat begrijpt u niet", viel Hermann hem in I do rede, terwijl hij vlug achter de tafel kwam. j „Je weet heelemaal niet, wat arbeid is; en j dan kan je ook niet beoordeelen, wat den I arbeider toekomt. Wilt u ons 'tgeld geven?" j „Werk, wanneer je eten wilt!" riep de oud© man en greep eèn zware foliant, die hij met- ee.TI a'.s 6en schild voor borst hield. „Jullie zijt beiden gezond en sterk! Het is zonde en schande, dat jullie...." J „Geen beleedigingen, ouwe heerl" dreigde I Hermann, die met woedende oogen vlak vóór Ihem stond. „We zijn geen landloopers!" Zijn opgewondenheid deed den antiquair! alle voorzichtigheid verliezen. j „Er uit!" riep hij, de foliant opheffend, en j j tegelijk ontsnapte aan zijn lippen een gillend hulpgeroep: Otto was van de tafel afgespron gen en wilde zich op den ouden man werpen; i op hetzelfde oogenblik verscheen de reuzen gestalte van Pumpel aan d© geopend© deur. „Wat gebeurt hier?" vroeg hij. „Wie riep hier om hulp?" De twee broers hadden al gauw een betee- kenisvollen blik met elkaar gewisseld. „Niets gebeurt hier", antwoordde Otto; „be moei je met je eigen zaken!" „Daar heb je die pennelikker ook!" spotte zijn broer, toen Rudolf zijn vriend in de ka mer volgde. „Zal ik ze er uit gooien?" wendde zich Pum pel tot den antiquair, die naar adem snakte. „Neen, neen", antwoordde Farnow; „ze wil den alleen geld leenen ze zijn een beetje brutaal geworden „We zijn voor niemand hang!" onderbrak Otto hem. Toen Pumpel in een Hercules-houding voor den antiquair ging staan, trokken- de twee broeders zich hoonlachend terug. „Wanneer wij niet gekomen waren, waren zij zeker tot een misdaad gekomen", zeide Rudolf. „Zij wilden tot eiken prijs geld hebben?', zeide Farnow. „Geef liet bij de politie aan!" zeide Pumpel. „Wat moet ik aangeven?" „Dat ze u bedreigd hebben!" „Dat kan ik niet beweren en bewijzen", ant woordde de antiquair hoofdschuddend; „25© zouden door de politie gewaarschuwd worden en ik zou altijd aan hun verwoed© haat bloot gesteld zijn". „Dan zou ik er toch voor zorgen, dat de rekels hun huis uit gaan", meende Rudolf. „Dat kan ik ook niet; het huis is niet van mij en wanneer de eigenaar mijn wensch zou willen vervullen, zou hun wraak toch op mij neerkomen!" „Laten we de zaak vergeten; vijanden ma ken we ons gauw genoeg; ik hen een oud man, die rust noodig heeft. Ik dank u bei den, nu is er geen gewaar meer." Met deze laatste woorden had de oude man te kennen gegeven, dat hij nu alleen wilde zijn. De jonge mannen verlieten de kamer. Buiten gekomen, legde Pumpel zijn groote hand op den schouder van zijn vriend. „Begrijp jij die angst, Rudolf? Stel je voor, dat ik niet gekomen was, wat zou &r dan gebeurd zijn?" „Het ergste", antwoordde Rudolf; „ze moe ten hun huis uit, Hercules, ik zal niet rus ten...," „Nou, niet alles tegelijk! Jij hebt eigenlijk met de heele zaak niets te maken; je kunt alleen aan je meester den advocaat om raad vragen." „Dat zal ik doen; reken erop. Ik zal nu die jonge menschen boven gerust stellen." „Blijf je lang boven?" „Ik kom direct terug." „Dan wacht ik op je; ik ga een glas hier drinken." Rudolf knikte en ijlde naar boven. Eenige minuten later verlieten beiden het huis. De beide Schallers waren intu6schen naar huis gegaan. Ze werden door hun moeder mei verwijten ontvangen. „Wij zijn de ruzie niet begonnen", zei Otto; „de oude boekenwurm is grof geworden ea tegen ons opgetreden, alsof we bedelaars wa- ren". „Zijn jullie dan wat beters?" vroeg de moei der. „Werken willen jullie niet, en van leeg- j looperij tot bedelarij is maar een stap. God 1 mag weten wat hieruit weer zal groeien; kom- 1 mer en zorg zullen mij naar het graf slee-; pen. „Dat is onzin", begon Hermann, „uw zor gen zullen gauw genoeg ophouden te bestaan. „Jullie hadt het bij den leerlooier kunnen uithouden. Het is een rechtvaardig man, die zijn gezellen goed behandelt „Een akelige geldzoeker is het!" vloog Otto op. „Voor een paar centen moeten wij one voor hem doodwerken. Dat willen wij niet; we willen wel werken, maar ook zooveel ver dienen, dat wij fatsoenlijk kunnen leven," „Wat noem je fatsoenlijk leven? Met je dagloon kan je toekomen. Je zult geen pa-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5