1 JIVE fc i HET SEHEIMZiüMIGE HUIS I KONINGSTRAAT. De tariefsherziening en de Middenstandsbedrijven. Au Bon Mmwcfoé BUITENLAND. BINNENLAND. Rond de Liturgie. Goedkoonste adres voor karpettenf Tafeïkleedeny enz. is P. J. JAÜ5SËIiy Anegang hoek WarmoBSstraat :%1 9 van Dames- en Heeren en Kinderkleeding. oyons Bas3?*i©m"EBr>iS!iiselL Barodfsctioeneii voos* alle gelegenheden. Grootste en sjeest s J| gesorteerds magazijnen Steeds het nieuwste. - Beslist lage prijzen. 99s ftUILLLl Üb NIEUWE NAARLENSCHE COURANT garrirrx—bbw ui i ,i in—, m iiihiimi nwctma ta^aim.ji min—j>_ jaj—bb——mbw^w^—w^—mb——■ww—ofMatg wi i ibii..uijul.u .a^o-uan— I L~ Het is een opmerkelijk, feit, dat vele mid denstanders van weinig ingenomenheid met het voorstel tot herziening van het tarief van in voerrechten blijk geven. Zij meenen veelal daarin een uitsluitend© be voorrechting der fabrieksnijverheid te zien. Ge heel ten onrechte evenwel, daar de als gevolg van de beschermende rechten te verwachten ontwikkeling dor nijverheid alle andere bedrij ven en niet het minst den middenstand ten goede komt. Niet te ontkennen valt intusschen, dat er ook enkele schaduwzijden zijn aan te wijzen. Niemand heeft méér het „groote gevaar" voor de middenstandsbedrijven in helle kleuren afgeschilderd dan do heer L. B. J. Gorris in zijne redevoeringen voor de Algemeene Winke- liersvereenigingen te Amsterdam en te 's-Gra- venhage. Zijn fout is evenwel, dat hij (bewust, of onbewust) de groote voordeelen eenvoudig heeft verdonkeremaand en alzoo zijn gehoor eenzijdig inlichtte Bijzonder opmerkelijk is het, dat deze vrij handelaar bij al zijn zoeken naar argumenten, niet in staat is geweest ook maar één krachtig argument te berde te brengen, doch zich heeft moeten bepalen tot het wijzen op nadeelen, die, zelfs al zouden zij werkelijk te duchten zijn, toch geen der levensvoorwaarden van de mid denstandsbedrijven ook maar in het minst kun nen aantasten. Behalve de gewone „argumenten", ontleend aan de vrees voor algemeen© duurte, trustvor ming, représaille-maatregelen, enz., die reeds zoo dikwerf afdoende zijn weerlegd, noemt hij bijzonder als nadeelen voor de middenstands bedrijven: beperktheid van keuze en eenvor migheid in modellen, nadeel voor agenten en grossiers in buitculandsche voortbrengselen, meerder beuoodigil bedrijfskapitaal en grooter bedrijfsrisico (als gevolg van grooter voorschot voor invoerrechten), verhooging van den loon- standaard der bedienden, voorsprong van on eerlijke kooplui, dio het ingevoerde to laag heb ben aangegeven, concurrentie van fabrikanten ioor verkoop aan het publiek zonder tussehen- personen, en verlies van het voordeel (van Nederlandsche handelaars) in het buitenland goedkooper te kunnen inkoopen dan de buiten- la ndsche winkeliers. Beperktheid vnu keuze on eenvormigheid in modellen verwacht hij als noodzakelijk gevolg van de omstandigheid, dat de winkeliers meer dan thans zullen zijn aangewezen op afname van de binnenlanibehe nijverheid. Hij wijst daarbij op de „grenzelooze eentonigheid" in modellen vooral in Amerika en noemt dit uit- sluitend geyolg van de hooge rechten. Zeer waarschijnlijk zal dit nadeel bij de voor gestelde betrekkelijk lage rechten zich in Ne derland niet doen gevoelen, daar de binnen- Dit artikel is ontleend aan de „Uitgaven der Tariefvereeniging". landsche nijverheid den voorsprong op de bui- tenlandsche noodzakelijk moet behouden en dus voor voldoende keus in soortgelijke waren zal moeten zorgen, te meer daar de voorkeur van het Nederlandsche publiek voor vreemde voort brengselen toch altijd zeer groot blijft en dit publiek daarom spoedig geneigd is, b!j be perktheid van keuze en eenvormigheid van mo dellen in het binnenlandsehe voortbrengsel, on danks den hoogeren prijs, liet bui tenia ndsche te koopen. Eigen belang (ook geprikkeld door de vermeerderde binnenlandsehe mededinging) zal de binnenlandsehe fabrikanten nopeu ook voor ruime keuze zorg te dragen. De hooge invoerrechten in Duitschland, België en vooral Frankrijk hebben dan ook geen beperkte keus of eenvormigheid ten ge volge gehad, De- „grenzelooze eentonigheid" van modellen in Amerika zal vermoedelijk wel hoofdzakelijk oorzaak vinden in de weinig ver fijnde beschaving va.n het groote publiek in dat land. Het schoonheidsgevoel en de goede smaak van het Nederland,sche publiek, zoo te recht door don heer Gorris in zijn rode gepïo- zen, zou een dergelijke, eentonige, doch naar Amerikaansche begrippen „practische" eenvor migheid, voorzeker niet dulden. Dat de agenten en grossiers in buitenliand- schc voortbrengselen aanvankelijk misschien eenige schade zullen lijden, kan moeielijk wor den tegen gesproken, doch ook hier wordt sterk overdreven. In de eerste plaats doet men het voorkomen alsof de tariefsherziening de buitenlandsche mededinging op slag onmogelijk maakt. Dc vermindering in die medxlinging zal natuur lijk langzaam eu geleidelijk zijn en verband houden met de geleidelijke uitbreiding van de binnenlandscho nijverheid, die ook niet dade lijk aan de geheele behoefte kan voldoen. In de tweede plaats hoeft dc uitbreiding der hinnenlandsohe nijverheid als gevolg meerder vraag naar vertegenwoordigers van het bin nen landsch voortbrengsel, terwijl bovendien de invoer van onbelaste warm en van w '.son, die bier te lande niet kunnen worden voo. .ge bracht, sterk moet toenemen, als gevolg van het grooter verbruik door de verhooging van de koopkracht van het geheele volk. Gevrdosd wordt verder mededinging van fa brikanten door rech'tstreeksche levering aan bet publiek. Maar is dit geen argument ten gunste van het. protectionisme? Do hoer Gorris acht dit nadeel noodzakelijk gevolg van bemoeilijking van don uitvoer en beperking van het afzetgebied. Dat uitvoer bemoeilijkt wordt moet eerst nog bewezen worden. Tegenover het nadeel van verhooging van der loon standaard, die toch ook niet plotseling stijgt, staat het voordeel van grooter afzet in het .binnenland, waardoor eco nomischer voortbrenging (in verband met groo ter omzet en vermindering van bedrijfsonkos- ten) mogelijk wordt. duist door de hoogcre invoerrechten wordt de omzet van de Nederlandsche fabrikanten grooter, omdat de buitenlandsche mededinging vermindert. Bij hoogero rechten heeft dus d© Nederlandsche fabrikant minder aanleiding zich op détail verkoop toe te leggen, terwijl daarentegen bij lage rechten de scherpe mede dinging van binnenlandsehe en buitenlandsche fabrikanten den afzet beperkt, waardoor meer neiging bestaat tot rechtstreekschen verkoop aan particulieren. Do meerdere behoefte aan bedrijfskapitaal en het grooter risico (gevolg van do vermeer dering van het voor te sobieten bedrag voor invoerrechten) ie een nadeel, dat alle winke liers, die vreemde voortbrengselen in voorraad hebben, zonder onderscheid, treft. Zij staan daarin dus allen gelijk, en kunpen daarom de meerdere rente van het bedrijfskapitaal en de grootere risico verhalen op hunne afnemers. (Slot volgt.) Een genezing op hot Valhaau Vóór eenige dagen deed opnieuw want het gebeurt den iaajtsten lijd bij herhaling Oen geruislil de ronde betreffende een genezing, die bij een Pauselijke audiëntie zou hebben plaats gehad. Het betroif ditmaal zekere P. de Beaumond uit Viilenave d'Ornon (Frankrijk-dep. Gironde), die, in gezelschap van zijn mosder ter audiëntie bij den H. Vader toegelaten, plotseling het ge hoor terugkreeg. Een der lezers van de. „Msb.", die van hel ge beurde uil. de bladen karmis nam, stelde zich per brief in verbinding met den jeugdigen ge nezen© en ontving van hem een schrijven terug, waarin (de knaap zijn genezing verhaalt, welk schrijven bier vertaald vo'gt: „Wij bevonden ons met 14 personen in de audiëntie zaal van den H. Vader. De Paus liet iedereen, 'die hem om zijn zegen vroeg, zijn ring 'kussen. Toen de H. Vader bij mijn moeder gekomen was, zei deze hem: H. Vader, zegen mijn fami lie en genees mijn. zoon. De H. Vader liet mij zijn ring kussen. Daarna zeide ik hemGenees mij. Hij vroeg mijHebt gij ge'oof? maar daar ik niet hooien kon, ant woordde mijn .Bloeder: Ja, Toen ging de II. Vadier een weinig van mij ah slaand en mei de roctderfiand gaf hij mij een korten, zaéhlen tik op het hoofd, terwijl Mj driemaal zeide: Ja<, ja, ja. En ik hoorde drie maal het waard „ia". Ik zeide liem: „Dank u, II. Vader, en ik begon tg weenen van ge luit. Daarna zegende dc H. Vader ons allen en ver trok'. Toon zeide ik tot mijn moeder: Ik ben ge nezen, en sedert dat oogeifbUk hoor ik als ieder ander en ik ben zeer gelukkig en ik dank den goeden God, Die ïrrij deze groote gunst bewe zen (heeft. Abbé Garnier was de directeur van de laats? e bedevaart „La France Rome". Hjj zelf heeft, na mijn genezing geconstateerd te hebben, haar in do bladen doen bekend maken." Het complot. Naai' uit Parijs wordt gemeld, heeft zich daar voor eonigo dagen oe volgende historie afge speeld „Mijnheer de commissaris van 'politie, ik heb de republiek uit een groot gevaar gered". Met die woorden snelde een. oude vrouw, die er uil zag als een o Me koopvrouw in groent eg, het politie-bnreau binnen van het dertiende arron dissement. Een reusachtige sleutel Held zij in haar hand. „Ik heb een complot ontdekt en de samenzweerders zijn a len ongesloten. Lk heb do regeering gered en verlang t. t; Maks-depot."- Toen do commissaris yan Min r-t assing be komen was, vroeg hij: „Maar waar zijn dan uw samenzweerders?" „Ia, dat weel ik niet meer precies, ik geloof in Maras...." „Die gevangenis bestaat: toch niet méér," Wierp do commissaris tegen. „Ta. Ja... dan weet ik 'l nioriMaar dal hindert niet. Ik weet zeker, dat ik ze opgej- sloten heb. Hier is dc «leutel. In ieder geval wil Lk oen tabaksdepot." De commissaris twijfelde cr niet aan, of hij had met een krankzinnige te doe Hij naim den. stoute! aan, beloofde bet depot en liet de vrouw in verzekerde bewaring brengen. Een kwartier daarna >ag hij een zijner agenten afs een wervelwind hot bureau binnenstormen „Op.don Boulevard Sèjut Marcel is iets onge boeids gebeurd. In elm zekere gelegenheid voor publiek gebruik zijn een aai t vsonem opgesloten. Zij .schreeuwen als wau. -op ven en dreigen de deuren iti 1e trappen. Overal "O-kit men naar de sleulelbawaarster, ,ua>: <i© is ncti Ie vindén." De commissaris begreep nu onmiddellijk al les. Hij bad den sleutel van hel geheim. Hij ging met d en agent mede naar de bewustl.e plaats en deed dc deur open. De bevrijdden vluchtten, voor men hunne identiteit kon vast stellen, onder het gelach der menigte, die te hoop geloopen was. Een fantastisch ontwerp. Niels van alles wat uit Amerika komt lean ons nog verrassen.... Toch zijn ditmaal de Ame rikanen zelf zeer verbaasd over het groolscfie ontwerp van een hunner landgenoot en, de be roemde ingenieur Livingstone Riker, van Brook lyn,d ie, voor de kleinigheid van oen milliard frank zich verbindt van Siberië een paradijs lo maken, Tol nu toe ware.ii de Noordpoobtfe- ken in dc wereld bekend als uiterst friseli en al degenen die zo genaderd zijn, klaagden over het kool onthaal. Riker, van Brooklijn, be last er zich mee dal alles ie veranderen en be looft dal men eerlang oranjeboonien zal kivee- ken bij de Eskimo's. Ziellier hoe zulks zal in zijn werk gaan: indien men op de oostkust van Newfoundland een reusachtige» dam bouw de, van 200 zeemijlen lang, zou deze de ijs koude stroom van Labrador tegenhouden, waarvan de temperatuur zon laag is, dat hij 2.000.000 ion ijs per se Sonde kan vormen. Deze arclisohe stroom gebroken zijnde door den dam, zou hij niet langer den Golfstroom neu- (raliseeren, waarvan de warme stroom naar 't Noorden zou gaan langs de kusten van Groen land, aan die noordelijke streken de weldaden van zijn bevruchtende warmte brengend. Deze aardrijkskundige omwenteling heeft de belangstelling gewekt van vele Engelsche spe cialisten, die ze reeds niet meer beschouwen als een utopie en met geestdrift het boek be spreken van Riker: De macht en de kanali satie van den Golfstroom. Dank zij den reusaohligen dam, schrijft de Amerikaansche ingenieur, zou de stroom van Labrador, dichter en kouder, onder den. Golf stroom doorgaan, wier wateren zeer warm en dus minder dicht, heiol den Poolkring zouden bevruchten. Canada, Siberië en de poolwoes; lijnen zouden, door de verdwijning van de ijsber gen, vruchtbare stroken worden, met eene idea le temperatuur. LIEG MAAR RAAK. Een igteliefdo dn vteel gebruikte kracht term uit 'het socialistisch woordenboek. Bij voorkeur aangewend om het „unfai re en laag g$lo© van de christelijke leugcn- ooalitio aialn de kaak te stellen." De socialistische bladen kunnen dat doen. Eerlijkheid om waarheidsliefde zijn hun eerste stelregels. Hun daden zijn er de af spiegeling via;n Zóo zou men denken ate men niet heter wist. De feiten zijin echter zoo geheel anders. Het moest krasse staaltje vtan de laatste dagen is wol het 'Volgende. Een socialis tisch weekblaadje in Utrecht vcranhijloand h'ajd hét 'Volgende stukje opgenomen. TVRANNI E OP GHRISTELIJKRN: GRONDSLAG. „Het schijnt aan do Kromme Nieuwe Gracht, de plaats waar onze voormalige Coöperatie „O© Eendracht" stond, en na dien de R. K. St. Grog'oriussohooi is verre zen, in de grondslagen te zitten, dat er zoo'n groote onverdraagzaamheid heersoht. „Wij weten nog zeer goed hot spel daar afgespeeld met otnze tegenstanders van de moderne arheidsheweging. Zico gaat het er nu wtter, maar in anderen vorm, en onder andere omstandigheden. Een zekere H. Grootenhute, wonende OeUebroaderstraat in een der eigendommen van h.g.n. gesticht, is sinds St. Grogoriuis op de K. N. Gracht is geplaatst, daar concierge. Méérmalen kwam het tuesdhen Groot.enhuis en de daar oenwezige paters tot hevige twist wegens de aanhoudende pesterijen, zooals 'dat hij niet mocht rooken, terwijl er in het gesticht door do paters voor honderden guldens aan fijne sigaren wordt gerookt. Hiet werd hem verbaden oen "fonograaf in huis te hebben, terwijl het in 't gesticht aan geen muziek ontbreekt, want er hecrscht onder de patere de grootste pret,, met begeleiding van piano, viool en mandoline. Toen nu voor eenigen tijd Grootenhuis' Vrouw ziek werd, (zij was longlijdster) meest hij 's morgens ate hij in 't gesticht kwam, worden ontsmet; of dat met vrij water gebeurde weet ik niet. En nu zijn vrouw eenige dagen geleden is over leden, en hij met vijf nog zeer jeugdige kinderen achterbleef, is hem de dienst op gezegd binnen veertien dagen moet hij ver trekken en z'n woning, tdio inmiddels is ontsmet, verlaten, met de boodschap er hij, dat hij 'na dien g-acn loon meer krijgt. Daar staat hij nu werkeloos, aan den vooravond van den winter, niet wetende waarheen. „Zoo treden de paters op van den barm hartiger St. Gregoriusl De main heeft de tnsschcrk'omst ingeroepen vtaln "Wethouder Vatn Dieren Bijvoet, om door zijn bemidde ling op de Reiniging geplaatst te worden; of 't hem lukken za,l, zonder de arbeids beurs, te een vraag vlam CERBERUS. Het „Centrum" schrijft hierbij nu het vol gende Nu waren we niet van plan geweest .op dit geschrijf nader in te gaan men zou dan wel dagwerk hebben als niet de be trokken persoon aan oins bureau was geko men om tie vragen of wo dat „smerige stuk je gelezen hadden" en „of we eens wilden schrijven in de krant dat het heelemaal gelogen was." Uit het verhaal, dat H. Grordhuis (niet H. Grootemhuis, zooals het weekblaaidje meldde) ons deed, bleok le. dat Grordhuis nog nooit twisit heeft gehad met de fraters. 2e. Van pesterijen nooit iets heeft gemerkt 3e. Een verbod van rookten niet bestaat; G. rookt den h celen dag. CXXVI, Eerstc-steenlegging eener R. K. Kerk. (Vervolg.) Op don dag voor de perste-steenlegging be paald, betreedt de priester, vergezeld van meer. dere andere geestelijken, het bouwterrein. Vóór het geplante kruis ligt een tapijt uitgespreid, waarop een tafel staat, welke met een witten doek bedekt is. Op die tafel bevinden zich da benoodigdheden voor de plechtigheid, te weten; de eerste steen, eea wij w-atc-rsv-at met kwast, een mos of beitel, do priesterlijke gewaden voor den priester en superpli's voor de andere gees telijken. Na zich met de albe, witte stool eu witte koorkap bekleed te hebben, besproeit de wij ter de plaats, waar het kruis geplant is, met wijwa ter, terwijl het koor intusscken de antiphoon aanheft: „O Heer Jezus Christus, plant het teek en das hoi Is op deze plaats, en laat niet toe, dat de engel des verderfs hier ver wijle 1" I)an zingt men den 83sten Psalm„O Heer der Heer scharen, hoe liefelijk zijn uwe tabernakel :a den psalm, waarin de Kerk hare vreugde uit jubelt, dat zij wederom een tempel, een altaar rijker gaat worden, onder welks schaduw het goed zal zijn te verblijven, wijl God, vol genade en waarheid, hier zijn woonplaats gaat opslaan. De wijder keert zich vervolgens naar de door hem besproeide plaats en smeekt in een over heerlijk gebed, dat God, die, hoewel hemel en aarde Hem niet kunnen bovatten, nochtans hier op aarde Zijn woning wil hebben, waar Zijn naam voortdurend wordt aangeroepen, dat Hjj door de verdiensten van de H. Maria altijd Maagd, en van de(n) Heilige(n) N. (hier wordt de naam van den toekomstigen kerk pa troon voor het eerst plechtig vermeld) 'en van alle Heiligen deze plaats mot een genadig oog moge beschouwen, dat Hij ze reinige en rein behoude en dat, gelijk Salomon den bouw des tempels, door zijn vader David bedacht, gelukkig heeft voltooid, ook deze bouwwerken met gunstig go volg ten einde gebracht mogen werden, Nu wordt de eerste steen gezegend. 4e. Nooit iets door de fraters over de 'fo nograaf te gezegd. 5e. Cnternotteri nooit heeft plaats gebald, be. Dat het al lamg het plan was cm U wiens vtrouw ziekelijk was, ontslag te geven, niet omdat op G. iets was aan te merken, maar alleen omdat vrouwelijke hulp Jf? sell ooi niet gemist kon worden. lydens de langdurige ziekte van G.'e Vrouw dacht do overste er niet aam em over ontslag te praten, ook omdat men G. niet wilde beroovan vain inkomsten, waarvan hij versterkende middelen vootr zijn vrouw kon koopen. Toen nu eenigen tijd geleden de vrouw gestorven te werd aan het reeds oude voornemen uitvoering gegeven en G. met w ?n Z*®1 wwd de dienst opgezegd. Het slachtoffer van d<oz>e siahajndelijike ,,ty- Pannie op christelijken grondslag" drukte alleen zijin spijt uit, dat hij door treurigla omstandigheden deze betrekking niet lan ger kon waarnemen, maar hij had allen lof over de fraters, met wie hij steeds prettig en aangenaam hoeft gewenkt. Het feit, dat hij zelf om een tegenspraak kwam verzoeken, zegt alles. Het mooiste van alles is, da,t het week blaadje, dat dit schandelijk leugen bericht m zijn kolommen afdrukt, op de voor par gina oen hoofdartikel heeft, waarin deze liefelijke ontboezeming aan het adres der coalitie: „Gegrondvest op leugen, moet ide ooaJitie door leugcm zich trachten te hand- haven en vendedi Ê^en, en venrioht z,ij daden, die de brandmerken van leugen en bedrog duidelijk zichtbaar dragen." Opnieuw het bewijs: Bij de sioctiialistefci staat men voor niets; als er m aar propa ganda te maken is. HET AANWERVEN VAN ARBEIDS KRACHTEN VOOR DUITSCHLAND. De directeur der gemeentelijke arbeids beurs te Rotterdam ontving van den di recteur der Nederlandsche Arbeidsbeurs te Oberhausem do volgende modedeeling: „Zooals zoovele malen melden zich ook nu weder hij mij op het Bureau verschil lende arbeiders, die door do Deutsche Feld- T *17 - 99 door ALFRED HUGO- 25. „Gelooft u mij te kunnen dwingen?" „Als je niet gehoorzaamd, is er onder dit dak geen plaats meer voor je!" riep hij woe dend. „Zie dan maar, waar je blijft; ik be kommer mü met meer om jou. Dat is mijn laatste woord: denk erover na! Morgen komt Tobias Haberlein"- Helene drukte de handen tegen haar borst ze was in de ongelukkigste stemming „Ik heb u alles gezegd, wat ik zeggen moest, om u de onmogelijkheid u te gehoorzamen,' te bewijzen", nam zij nog eenmaal het woord. „Voor den goeden God en mijn geweten kan ik deze gehoorzaamheid verantwoorden, wel ke gevolgen dat ook hebben mag: die zie ik kalm en zonder vrees tegemoet. Ik kan wer ken, heb er mijn handen voor, ik zal het met vreugde doen, en de goede God zal met mij zjjn." Helene ging hierna uit. Grunewald wist niet hoe hii kiiken moest en wat hij doen zou. „Ze zal zich moeten bezinnen", bromde hij; i „tegenover zulke kinderachtige domheden j moet je hardnekkig blijven. Wanneer zij in ziet, dat ik mij niet bewegen laat, zal ze zich wel onderwerpen. Werken? Zij weet niet hoe zuur de arbeid is, en hoe bitter het brood van anderen smaakt. Bah, daar breek ik mijn hoofd niet langer overl Ze zal wel gehoorza men, wanneer ze ernstig en rijpelijk ovct de zaak heeft nagedacht." Boven, in haar kamer stond Helene voor het kleine portretje, dat zij van haar moeder bezat. „O, als u nog maar leefde, dan zou alles anders en beter wezen," fluisterde ze zuch tend. zoudt niet gewild hebben, dat uw kind uit uw huis de wereld ingejaagd werd!" Het was een m-oeilijke stap, en toch scheen j hij gedaan te moeten worden.... Zij rilde bij do gedachte aan de ontmoeting met dien man, wiens vrouw zij worden moest Al bezat haar vader ook de macht niet, haar tot dit huwelijk te dwingen, zoo kon hij haar toch het leven ellendig en ongeluk kig maken, en dat hij dit doen zou, „om haar voor hare ongehoorzaamheid te straffen," leed geen twijfel. De eenige vriend, die haar nog overbleef, was M. Leitenring. Hij had zijn hulp en bij- stand aangeboden en nu was het oogen-1 blik aangebroken, dat zij van dio hulp ge- bruik moest maken.... Ze wilde daarmee niet to lang wachten: ze kon immers niet weten, welke plannen haar vader op dit uur nog smeedde Zonder eenig gerucht te maken, liep zij de trap af, en toen ze langs de woonkamer kwam, hoorde ze den ouden man op en neer loopen. Het knarsend piepen van do huis deur had zijn aandacht kunnen trekken, en daarom liep zij den tuin door. Langzaam opende zij de tuindeur en sjioed- de zich dan den weg op. Mr. Leitenring had juist zijn schrijftafel gesloten, en wilde zijn werkkamer verlaten, toen Helene binnentrad. Haar zenuwachtigheid ontging hem niet, en hij vermoedde al, dat er thuis iets ernstigs moest zijn voorgevallen. Hij bood haar een stoel aan en vroeg haar, het voorgevallene te vertellen. Helene verhaalde alles. En al sprekende werd zij kalmer en voelde zij zich verlicht. Toen ze eindelijk zweeg, zette Mr. Leiten ring zijn lorgnet dichter voor zijn oogen en begon: „Wie de redenen kent, die u het ouderhuis hebben verdreven, zal u deze „ontvluchting" niet ten kwade duiden. Maar er zal nog wel een weg te vinden zijn, om een verwijdering tusschen u en uw vader te voorkomen; denkt u, dat Haberlein uit eigen beweging zich zal terugtrekken, wanneer u hem hebt afgewe zen?" „Neen," antwoordde Helene, „hii zal on danks dat, de inwilliging van het woord ver langen, dat mijn vader hem verpand heeft! Beiden gelooven ze, dat ik gehoorzamen moet, en ze verwachten, dat ik het doen zal. Tobias Haberlein heeft altijd op een huwe lijksgift gerekend, en hij hoopt ook eens de erfenis mijns vaders te krijgenen zóó'n man „Maar uw vader mag u niet dwingen...." „Dat weet ik wel, maar hij kan mij 't leven ondragelijk maken." „Nou, ik zal morgen eens met hein praten." zeide de advocaat na een oogenblik; dan zal hii wel toegeven, wanneer ik uw weigering motiveer. Is u besloten, niet meer in huis terug te keeren?" Ik kan het niet, mijnheer. En ik be loof u geen succes van uw onderhoud met hem: ik ken maar al te goed de taaie eigen wijsheid van den ouden man. U had mij be- lood, mij een onderkomen te bezorgen bij goede menschen; ik heb u gezegd, dat ik graag iedere betrekking zal aanvaarden en hoop, dat ik uwe aanbeveling waardig zal zijn." Mr. Leitenring was in gedachten verzon ken, en zijn blik rustte peinzend op het lieve gezicht van 't meisje, wier wangen kleurden, toen ze zijn oogen zag.... „Ik zal u bij een dame brengen, waarmee ik al gesproken heb," zeide hij eindelijk; ,ik hen overtuigd, dat u harteliik en vriendelijk zal worden ontvangen." „En ik zal er ook werk vinden?" vroeg Helene snel. j „Werk?" herhaalde hij lachend. „Nu ja, u maakt u daar verdienstelijk; werk vindt men altiid, wanneer men er niet van houdt de liau- den in de schoot te leggen." „Zoo bedoel ik het niet, mynheerik moet niet uit genade en barmhartigheid worden opgenomen." i „Mijn lieve juffrouw, hebt u vertrouwen in mij? „Volle vertrouwen!" antwoordde zij, en in nige blik van dankbaarheid richtte zij tot hem. „Ik dank u.... wilt u mij veroorloven een j vraag aan u te richten?" „Ja, natuurlijk!" „Hoe u ook deze vraag beantwoorden moogt, in ieder geval blijf ik uw trouwe, oprechte vriend; dat stel ik voorop. U hebt mij gezegd, dat u mij uw volle vertrouwen schenkt; en nu vraag ik u: wil u mij uw toekomst toevertrouwen?Zoudt u kun nen besluiten, mijn vrouw te willen worden.? I Hij zag haar vol verwachting aan: haar gezicht was rood gekleurd, en ze durfde niet i naar hem op te zien. I „Het is toch alleen medelijden, wat u tot' deze vraag beweegt," zeide ze zacht, met bevende stem. „Neen, God, neen!" antwoordde hij snel." „Geloof mijn woorden, Helene: het is al langen tijd, dat ik je liefheb. En op dit oogem

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5