IU. HHKMN «ET GEHEIMZINHIGE HUIS JAC.""" KARSKËNS, Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, ENGELSCHE STOFFEN. Sociale Berichten. brengt steeds het nieuw ste op het gebied van Dames- en HeerenkBeeding. Eigen ateliers onder leiding van BEKWAME Coupeurs. Hu Bobu Marché 99üoyoiis«" Haar»B@m»llrusseBa Handschoenen wooi* al Se gelegenheden. KONINGSTRAAT Wat de N.R.R. Volksbond deed ook in vereeniging met andere organisaties voor de totstandkomiag der Pensioen en Invaliditeitswet. Nu het Invaliditeits- en Pensioenvraagstuk eindelijk in de 2e Kamer aan de orde is, loont het zeer de moeite, zij het dan ook heel in 't kort, aan te geven wat de Ned. f Volksbond voor de oplossing daarvan banier"^ D' Z°° leZen wij in de »Volks" Beschouwingen schrijven, over zijn arbeid In deze, zou leiden tot een artikel, meer geschikt tot uitgave, als een brochure. Wat S\e hieronder geven zijn slechts aanteekenin- gen. We staan echter niet in voor een vol ledig geheel. \Vat we thans schrijven zijn deels lierin- 'n8eri uit het geheugen, deels bijeen ge zocht uit oude stukken en papieren. -Reeds op de eerste Algemeenc vergade ring van den Ned. R. K. Volksbond nam het vraagstuk der Ouderdomspensionneering ee" mime plaats in. .Voorts werd bij iedere gelegenheid die zich daartoe leende, bet •Vraagstuk onder de aandacht gebracht. Op de 8de Algemeene Centrale Raadsver gadering van den Ned. R. K. .Volksbond, gehouden te Amsterdam den lOen April 1892 .werd het volgende voorstel door de afdeeling Amsterdam ter behandeling aangeboden: „De algevaardigden voor den Centralen „Raad van de afdeeling Amsterdam, achten „het noodzakelijk, dat van Staatswege eene «pensioenregeling worde vastgesteld, inhou- nd° de bepalingen, dat werklieden op 00- i,jangen leeftijd gepensionneerd zullen wor- „den, en de bijdragen daarvoor zullen wor- „den gestort èn door don werkman èn door „den patroon, benevens eenc vaste toelage, „door den Staat als jaarlijksche premie vast- „te stellen." tarn1 een'Se discussie deed daarop de Gees- hjke Adviseur der afd. Rotterdam het vol gende voorstel: „De Centrale Raad is van meening dat het „voorstel der afd. Amsterdam, „omtrent de „Pensionneering van werklieden eene ernstige o verweging ten volle waard is gelast daar- ,„om het Centraal Bestuur aan eene Com- „missie, bestaande uit rechtskundigen en „theologanten, het voorstel ter onderzoeking „aan te bieden". Dp verzoek der vergadering werden in het Rede^l °P£enomen de woorden „en werk set voorstel werd aangenomen. *7Q?iPi uito°°diging van den Ceutralen Raad, i\fr 1 z,ich bereid tot aanvaarding van pet lidmaatschap der bovenbedoelde Commis sie Van advies, de rechtsgeleerden Mr. J. J. I. Harte, lid der 2e Kamer, later oud- ^ïnister van Financiën; Jhr. Mr. G. L. M. ,U1JS Deerenbrouck, oud-minister van justitie, de tegenwoordige commissaris der Koningin in de provincie Limburg. Deze flvas voorzitter der Commissie; en Mr. I. G. Bchölvinck, oud-wethouder der gemeente Am- Sterdam, oud-rechtskundig adviseur van de 'Amsterdamsche afdeeling. De theologanten: Dr. Alph. Ariëns, de te- ijgenwoordig bekende drankbestrijder; Th. J. A. Bosman, de Geestelijke adviseur der Rot- terdamsche afdeeling, thans kanunnik en Rec tor te Haarlem; en A. van Gestel, de bekende Jezuïet te Maastricht, z.g., en de leden van den Nederlandschen Roomsch-Katholieken Volksbond; P. B. Kok, (z.g.) destijds lid van het bestuur der Amsterdamsche afdeeling; M. Altewischer, lid der Haagsche afdeeling; en N. F. Visser, lid der Rotterdamsche afdeeling. Deze Commissie had o.m. tot taak, o.a. deze vraag te overwegen: „Is het naar Katholieke beginselen den Staat geoorloofd, door wettelijke voorschriften te dwingen tot verzekering van werklieden voor den ouden dag? Zoo ja, is het wensche- lijk, dat die Staatsdwang hier te lande worde toegepast?" Deze vraag werd met algemeene stemmen bevestigd beantwoord. Verder werd nog onderzocht de leeftijd grens waarop geen eigenlijke uitspraak is ge volgd doch wel werd mede bevestigend be antwoord, dat 'dc pensioen bijdragen zullen worden gestort èn door den werkman èn door den patroon, benevens eene vaste toelage door den Staat als jaarlijksche premie vast to stel len. Vóór de oprichting van onzen Bond in 1888 was het vraagstuk reeds ter sprake gebracht in 1885 in de 2e kamer n.l. door den heer Heldt, destijds Centraal Voorzitter van het Algemeen Nederl. Werklieden-Verbond. Ook in 't jaar 1887 besprak de heer Heldt het onderwerp in de 2e kamer en hield het daar warm. In 1889 kreeg hij van de regeering bij mon de van Minister Havelaar de toezegging, dat zij geen voorstel tot algemeene werklieden- pensioneering zou doen, maar dat het wel in haar plan lag, om nevens de Rijkspostspaar bank eene inrichting in het leven te roe pen, waardoor het voor den werkman gemak kelijker zou worden gemaakt, zich een pen sioen te verzekeren. De heer Heldt. noemde deze toezegging al thans iets, maar bleef aandringen op eene wettelijke regeling der verplichting tot het pensionnceren van werklieden. Het ijs was toen in de 2c kamer gebro ken, want meerdere stemmen gingen op over 't zelfde onderwerp. Intusschen maakt het reehtsche Kabinet plaats voor een linksch. In 1891 trad het Ministerie Tienhoven—-Tak van Poortvliet op. Wat zou het leveren voor de oude en in valide werklieden? Als blijde muziek klonk in de Troonrede van 15 Sept. 1891 de aankondiging: „Maatregelen tot verzekering van het lot van oude of verminkte werklieden, zullen, naar mate het door den wetgever bevolen onderzoek vordert, worden ontwerpen." Bravo! Nu zou het wezen! Het zou dus komen! Een lichtstraal brak door. Zij wekte in de harten der werklieden hope. De groote gedachte van algemeene wet telijke pensioen- en invaliditeitsverzekering voor werklieden had zich voorgoed baan ge broken. Zoover was 't nog nooit geweest. Dc regcering had voorziening in den stui tenden toestand van oude en invalide werk lieden toegezegd. De groote arbeids-enquête had het duistere boek van den arbeid geopend. Toestanden wa ren aan het licht gekomen, die om voorzie ning schreeuwden. De werklieden hadden de ze al lang gekend, maar nu droeg de weten schap er van óók door in de regeeringskrin- gen. De troonrede kondigde maatregelen aan tot verzekering van het lot van oude en ver minkte werklieden. Vreugde heerschte alom in de werklieden kringen Intusschen was een samenwerking tot stand gebracht tusschen de drie groote Bonden n.l. |le Ned. R. K. Volksbond, Patrimonium en het Algemeen Ned. Werklieden-Verbond. De Besturen dier bond hielden herhaaldelijk sa- mensprekingen ter bevordering van het groo te doel. De Presidenten der genoemde Bonden de heer Passtoors Heldt en Kater, de laatst- genoémde van Patrimonium, waren de hoofd leiders der beweging die gaandeweg in het land toenam en geestdrift wekte. Tal van vergaderingen werden op verschil lende plaatsen gehouden. Drie maanden na de toezegging bij de be handeling der Staatsbegrooting op 6 Dec. Dec. deelde de regeering mee dat de voo r- bereiding der beloofde regeling al sedert eenigen tijd was aangevan- gen. Dit verwekte nieuwe vreugde. Het Bestuur der Amsterdamsche afdee ling van den Ned. R. K. Volksbond riep de Bestuurders der Amsterdamsche Werklieden vereeniging bijeen waarop voorstellen werden besproken, tot bevordering der plannen der regeering. Een en ander heeft er toe geleid dat die besprekingen o.m. tot resultaat hadden dat te Amsterdam werd opgericht de Vereeni ging „Werkmansbelangen" ten doel hebben de de wettelijke pensionneering van ouden van dagen te bevorderen. Tot deze vereeniging traden, 88 Amster da-insche vereenigingen toe. Tot Voorzitter weid benoemd de heer Martin Wolf; tot se cretaris de heer Passtoors. Deze vereeniging begon hare werkzaam heden met oene reusachtige meeting in 't Paleis voor .Volksvlijt, alwaar de nooden der ouden van dagen werden uiteengezet. Verder werd flink doorgewerkt. Er werd gepetitionneerd aan H. M. de Ko ningin. Er werd ter audiëntie getogen bij de re geering. In 1894 echter viel het Ministerie van Tjenhoven—Tak en, daarmee was tot groote teleurstelling de Pensionneering voorloopig van de baan 1 Het gevallen Kabinet werd opgevolgd door het Kabinet Roëllvan Houten, en den 18en September 1894 sprak de Troonrede wel van Ongevallenverzekering, maar zweeg van ou- derdoms- en invalid iteitspensionneering. Hoogstens zou men komen tot de oprichting van een Staatslij frentebank De regeering wond er geen doekjes om. Zij was nog niet overtuigd van de noodza kelijkheid der invoering van verzekerings plicht. Maar scheen de regeering verkoeld, zoo veel te warmer werden de werklieden in hun ongeduld. In een krachtig adres betoog den Patrimonium, de R. Kat-h. Volksbond en het Algem. Ned. Werkl. .Verbond, dat de ar beiders met een staatslijfrentebank niet ge holpen zijn, maar pensioenverzekering be hoeven. Dit adres, ontworpen door den Ned. R. K. Volksbond, Patrimonium en 't Alg. Ned. Werklieden Verbond, werd verder gesteund door 280 organisaties. Dit adres werd in de Kamer druk bespro ken o.a. herinneren we ons nog hoe het toen malige Kamerlid Harte op 4 Dec. partij trok voor de verplichte verzekering als de eenige oplossing. Op 6 December kondigde de heer Heldt eene motie aan. Er ontstond toen eene belangrijke discussie. Bij monde van den heer Roëll legde de Regeering toen de verklaring af, dat „blij kens de op de Departementen achtergela ten stukken" het vorig Ministerie met zijn maatregelen tot verzekering van het lot van oude en verminkte werklieden ,„ook niets an ders bedoelde dan de oprichting eener Staats- ljjfrentebankl" Onnoodig' op te merken dat Kabinet van TienhovenTak van Poortvliet op de meest lichtzinnige wijze had gehandeld, hetwelk den heer de Savornin Lohman aanleiding gaf de hooggestemde verwachtingen te stellen en zeer terecht op rekening van den heer .Tak v. Poortvliet. In diezelfde zitting drong de heer Heldt in een motie aan op het in 't leven roepen eener Staatscommissie. En op 5 Maart 1895 had de groote verga dering plaats in den Haag welke was bijeen geroepen door den Nederl. R. K. Volksbond, Patrimonium en het Alg. Werklieden-Verbond ter ondersteuning der motie. Op deze vergadering waren een groot aan tal Kamerleden van alle richting en partij tegenwoordig. Er .waren zes sprekers, van iederen Bond twee. Voor onzen Bond traden op de heer J. W. Smit onze tegenwoordige Centraal Pre sident en de heer N. J. Appelman het tegen woordige Bestuurslid der Haagsche afdeeling. Deze bijeenkomst maakte een machtigen in druk in 't land. Den 29sten Maart werd door de 2e Kamer de motie Heldt aangenomen. Voor dezen drang bezweek de Regeering. Bij Koninkl. Besluit van 18 Juli 11895 werd de békende Pensioen-Commissie benoemd. De Commissie bestond uit 25 personen. Van Katholieke zijde hadden zitting Dr. Schaepman, Mr. Harte en Mr. Heydenryck, terwijl de drie heeren Heldt Kater en Pas stoors eveneens tot lid 'der Commissie werden benoemd. In Juli 1898 bracht deze Commissio rapport uit aan Hare Majesteit de Koningin Weduwe Regentes. Dat rapport adviseerde een pensioenverze kering voor oude en invaliede werklieden in te stellén. Na 't uitbrengen van het rapport werd door den Ned. R. K. Volksbond 'n verzoekschrift aangeboden aan Hare Majesteit de Koningin Weduwe Regentes Inhoudende dat het Haar zelve moge behagen eene wet in 't leven te doen roepen voor oude en invaliede werklie den. Van toen af ontstond opnieuw op initiatief van 't Centraal Bestuur in den Ned. R. K. Volksbond, een levendige actie om te komen tot een wet ter bescherming van oude en invaliede werklieden. Inmiddels was het Kabinet Roëll van Hou ten vervangen door het Kabinet-Borgesius. Alle hoop was op dit Kabinet gevestigd, doch de Troonrede maakte geen melding van dusdanig onderwerp. Twee jaren daarna mocht de Natie vernemen dat de Regeering het ontwerp over Invaliditeit en Pensioen voor ouden van dagen had in studie genomen, Tijdens het laatste Zittingsjaar van het Kabinet, enkele weken vóór de Kamer uiteen ging en do verkiezingsactie reeds in gang was, waarbij het Kabinet Pierson-Borgesius werd vervangen door het Kabinet Kuyper, diende het eerstgenoemde Kabinet nog een Wetsontwerp in voor de Ouden van dagen! Ook onder het daaropvolgend Ministerie Kuyper in 1911 werd een wetsontwerp in gediend doch niet behandeld. In 1905 werd het Ministerie Kuyper vervangen door het Ministerie de Meester-Veegens. De Troonre de beloofde ons toen een Pensioenwet. Ieder onzer herinnert zich nog de goed geslaagde meeting in den Haag op 17 September 1906 den avond vóór de opening der Staten Ge neraal tot steun der aangekondigde pensioen wetten. Deze meeting ging uit van den Ned. R. K. Volkksbond en Patrimonium, den Christ Nationalen Werkmansbond en verdere Chris telijke vereenigingen. Eenigen tijd daarna kwam Minister Vee- gens met een ontwerp Pensioenwet zonder echter daaraan te verbinden de invaliditeit. Het Ministerie de Meester-Veegens werd vervangen door het tegenwoordige Kabinet Heemskerk. Dit Kabinet diende een wetsontwerp in hetwelk thans in de 2de Kamer in behan deling is en verdedigd wordt door Minister Talma als zijnde afkomstig van zijn Departe ment. Moge het wetsontwerp tot wet worden 1 'tZou de glorie zijn voor den Ned. R. K. Volkshond en allen welke circa 25 jaar heb ben gestreden 'ter bescherming en opbeuring van den ouden en invalieden arbeider. Bureau van de R. K. Vakorganisatie. (Vervolg.) De voorzitter de heer J. van Rijzewijk uit Tilburg sprak over: Samenwerking van R.- Katholieke met andersdenkende vakbonden. Spr. had zijn rede in vier groepen ver deeld en wel: lo. Samenwerking kan gewensclit zijn, kan noodig, kan zelfs noodzakelijk zijn. 2o. In sommige omstandigheden is samen werking niet gewenscht of onnoodig, soms zelfs verboden. 3o. Bij elke samenwerking moet het be houd van geheele zelfstandigheid gewaar borgd zijn. 4o. Elke al of niet samenwerking moet afzonderlijk beoordeeld worden in overleg met den geestelijken adviseur. Deze pun ten werden nader bezien en uiteengezet. Bij het maken van propaganda dient men in acht te nemen of wel voldoende door de Kath. organisatie alleen is geprobeerd de katholieken in eigen organisatie te krijgen en zeker niet te vergeten of njen door die samenwerking een andersdenkende or ganisatie niet samenbrengt welke zonder sa menwerking niet zou binnen komen. Bij het maken van gezamenlijke propa ganda lette men er ook op dat de aanprij zing der vakorganisatie zoo neutraal mo gelijk geschiedde en dat vergaderd wordt in een gebouw waar de Katholieken zon der bezwaar kunnen binnengaan. Dat de te maken kosten ponds-ponds-ge- wijze gedekt worden js aan te bevelen, maar een eerste eisch is het dat een Katholiek spreker op een propagandavergadering op tredend in de katholieke beginselen en or ganisatie goed is onderlegd, nooit zullen de katholieken mogen toelaten dat een spre- ker van een andere organisatie misbruik; maakt van de hem toevertrouwde zaak. Vooral als hij het laatste spreekt. Aanbe veling verdient daarom dat een Katholiek' het laatste optreedt of de leiding der ver gadering heeft. Bij de te voeren actie houde men in het oog dat nadat het hoofdbestuur van den Katholieken Bond in overleg met afdee- lingsbesturen eerst zijn houding heeft vast gesteld steeds met andere hoofd- en afdee- lingsbesturen beraadslaagt over den te wij zen weg. Alleen dan en bij uitzondering mogen ge combineerde leden- of fabrieksvergaderingen plaats hebben, wanneer er van 'beider le den in betrokken zijn en dan nog als een hoofdbestuurslid van den Katholieken Bond aanwezig is. Men lette er vooral op, dat op deze vergadering geen bindende stem mingen gehouden worden; deze moeten plaats hebben in eigen kring. Zijn er ont slag-, loon- of grievenkwesties te behande len, waarin slechts leden van een organi satie zijn betrokken, dan trede alleen het afd. of hoofdbestuur van den betrokken vakbond op. Conferenties bij Patroons of hun veree nigingen of Bonden moeten door afdeelings- of hoofdbesturen steeds gecombineerd ge schieden indien in de betreffende actie bei der leden zijn betrokken omdat geschei den het recht en de macht dek arbeiders verbroken wordt. Bij staking of uitsluiting moeten de te stellen eischen den toets der rechtvaardig heid kunnen doorstaan. Alleen dan mag er toe worden overgegaan als alle andere mid delen hebben gefaald en er voldoende kans van slagen is. Een opzeggingstermijn wor de in acht genomen en in eigen kring moet de staking zijn besloten. Eventueele gecom bineerde publicaties moeten vooraf door ie der hoofbestuur worden gezien en getee- kend. Het inzamelen van steun moet ge heel gescheiden geschieden en als regel wordt aan onvereenigdeu geen steun ge geven. Over concessies of beëindigingsvoor- stellen moet wederom in eigen kring ge stemd en besloten worden. Samenwerking is den Katholiek-georgani- seerden met neutraal- of socialistisch ge- organiseerden geoorloofd ook al gaat de aanval op het vereenigingsrecht tegen neu traal of socialistisch georganiseerden. Zoo noodig is een staking van handhaving van dit recht geoorloofd. Uitzonderingen hierop zijn: a. Indien voor of bij indiensttreding het lidmaatschap van een bepaalde organisatie is verboden en in diensttreding dus voorwaardelijk is ge schied. b. Indien de bestrijding geschiedt om uit vloeisels in het neutraal of socialistisch- georganiseerd zijn b.v. in hun onhebbelijke ter plaatse niet passende propaganda -o! ge dragingen. Spr. lcomt tot de volgenue vimem-ie.-: Samenwerking met andersdenkende vak bonden is als regel geoorloofd en voor het algemeen belang dikwijls gewenscht behou dens uitzonderingen die de samenwerking ongewenscht maken soms vertreden. De grootste voorzichtigheid dient in acht genomen te worden vooral om de zelfstan digheid te handhaven. Ieder geval van samenwerking dient in overleg met den geestelijken adviseur af zonderlijk beoordeeld te worden. Bij samenwerking in groote zaken of die welke groote gevolgen kunnen hebben voor. de geheele katholieke vakbeweging raad plege men tijdig het bestuflr van het bureau van de R.K. Vakorganisatie. Het gecombineerd optreden met andere Hoofd- en afdelingsbesturen bij Patroons organisaties is gebiedend noodzakelijk in dien de te behandelen punten beide zaken raken. De heer van Rijen uit Tilburg is het in hoofdzaak met d en inleider eens en zou gaarne de inleiding in druk zien verschij nen, hetgeen dan tot handleiding kan die nen der besturen. Voorts diende spr. een amendement in op de „conclusie" n.l. om voor. „andersdenkende" te lezen „neutrale of socialistische". Spreker acht het een ge vaar, dat b.v. een socialist in een gecombi neerde propagandavergadering zeer tam zal zijn, hetgeen op de aanwezigen een ver keerden indruk zal maken en bij hen een oordeel vormt, dat die socialist toch niet zoo heel kwaad is. De heer Terra (Spoor- en Tramwegperso neel) vindt, dat men te pessimistisch ge stemd is over de wijze van optreden v.'rï een socialist in dergelijke vergaderingen. PËUILLET O N door ALFRED HUGO 83. ÜrWp..mat: laat de Breslauer Bank zichi Be- Do „,«lf lnoet ze zelf de schade dragen. ..s f'afi m rechten aan te spreken, wa neer zlJu medepiichtiKhe;d aan dePerval; £ehing kan bewezen worden. Wat zegt de ttiandelsraad van die weigering?" °ie' TOmd- Ie „Hm, ik wil er nu niet over oordeelen, maar 3k hen toch blij dit alles gehoord te hebben. IWie weet wat hieruit nog zal voort komen!" vermoedt toch niet, dat de Poolsehe *ri *en ^e<^rieger is?" vroeg Rudolf. k beantwoord je met dezelfde woorden, iets+1 °°m sprak: ik zal me wel wachten, M zeggen' wat ik niet bewijzen kan." U™f-.^;„nWaail,eer dit vermoeden bestaat, et mynheer de liandelsraad gewaarschuwd Mffl meende de boekhouder. »Wilt u het overnemen?" zei de advocaat ironisch. „U zou geen dank oogsten voor die waarschuwing. Bovendien weten we niet, of er werkelijk redenen toe bestaan. Neen, neen, wat we in dit huis besproken hebben, blijft alleen onder ons; laat n het maar aan mij over, de zaak verder te vervolgen. Als je jé bruid naar huis'brengt, beste Heiwig, zeg dan aan den antiquair dat ik persoonlijk met hem over zijn ontdekking wil spreken." „Hij zal u waarschijnlijk den naam niet noemen." „Hij moet. Hoewel ik er misschien niets mee win. De zaak kan werkelijk zoo zijn, als de overbrenger het verteld heeft; hij kan den ring voor jaren van een koopman ge kocht^ hebben, zonder te weten, wat voor een geschiedenis er aan verhonden was. Maar laten we er niet verder op door gaan de dames komen terug en ik heb n al gezegd, dat het gesprokene onder ons blijft." Hedwig wilde naar huis terugkeeren, daar zij haar broeder niet zoo lang alleen kon la ten en Rudolf verliet met haar, in vroolijke stemming het huis. Nu konden ze met volle vertrouwen in de toekomst zien, die alleen zonnig voor hen was. Ze spraken over Ru dolf's moeder en zijn oom, over Friedrich, en voelden zich gelukkig. Zoo bereikten ze spoedig Farnow's huis. Hier aan de voet van de trap, die naar haar kamer leidde, bleef Hedwig staan. „Ga nu weer terug", zeide zij; „ik wilde de rest van den avond met mijn broeder alleen doorbrengenO, het geluk lijkt me nog een droom." Zij scheidden. Rudolf trad in de bibliotheek van den an tiquair. De oude heer had door Friedrich Gartner van de verloving gehoord, en de hartelijk heid, waarmee hij de jonge menschen geluk wenschte bewees wel, hoe warm hij hen toe genegen was. „Ik heb vandaag met Mr. Leitenring over den ring gesproken", nam Rudolf het woord, nadat hij met stralenden blik had verteld, hoe hartelijk Hedwig door zijn moeder en zijn oom waren ontvangen; „hij hecht naar het schijnt, waarde aan deze ontdekking en wenscht er met u persoonlijk over te spre ken.". „Gelooft hij, dat hiermee een 6poor gevon den is, om te vervolgen?" vroeg Farnow snel. „Hij moet vóór alles weten, wie u den ring geschonken heeft." De antiquair 6tiet met den vinger de osch van zijn pijp en blies dikke rookwolken uit. „Dat zal weinig helpen", zei hij hoofdschud dend. „Ik heb er lang over nagedacht, het is niet denkbaar dat de overbrenger iets met mijn verloren kind te maken heeft" „Maar u hebt toch vroeger beweerd, dat graaf Krasinski een verrassende gelijkenis met uw overleden vrouw vertoonde!" antwoordde Rudolf, schijnbaar onverschillig. Farnow keek hrm verwonderd aan. „Hoe komt u op dien naam?" vroeg hij. „Ik heb hem niet genoemd." „En nu ik het raad, hebt u ook uw woord niet gebroken," „Hoe kon je dat raden?" „Niets was eenvoudiger. Op den morgen, dat u den ring ontving, zag ik den graaf uit uw huis komen." „En u hebt er met andere personen over gesproken?" zei de antiquair zenuwachtig, terwijl hij zijn hand op den arm van den jongen man legde, en met koortsachtige span ning in 't gezicht keek. „U hebt dit vermoe den uitgesproken?" „Alleen tot Mr. Leitenring." „En hij?" „Nou, h« meende dat het niet zoo onwaar schijnlijk was; maar hij wilde eerst dan oor deelen, wanneer hij met n heeft gesproken". „Ik zal komen", knikte Farnow, „den naam kan ik niet noemen...." „Dat deed ik al!" „Dan moet ik u en mijnheer den advocaat om stilzwijgen verzoeken. Ik wil niet den schijn op mij laden, dat ik mijn woord ge broken heb; de bewuste heeft de belofte ge- eischt, omdat hij geen hinder van lastige nieuwsgierigheid wilde hebben," „Dat zou hij eerst dan, wanneer we de heele geschiedenis aan de groote klok hingen", zei Rudolf, „en daar hebben we geen reden voor. Rekent u er gerust op, dat we zullen zwij gen. Komt u morgen hij ons om Mr. Leiten ring te spreken?" Hij was van zijn stoel opgestaan en liep al naar de deur toe, toen de moeder der Schallers binnentrad. De vrouw scheen jaren verouderd, Sneeuw wit haar lag om haar gezicht, waarvan iedere trek de van zorgen zware dagen en slape- looze nachten verried. „U zocht ik", zeide zij tot den jongen man; „juffrouw Gfirtner zei mij, dat ik u hier waarschijnlijk vinden zou." „En wat kan ik voor u doen?" vroeg Ru- dolf, haar een stoel aanbiedend. „Gelooft n, dat Mr. Leitenring de verdedi ging van mijn zonen zal overnemen?" „Dat kan ik niet met zekerheid zeggen", antwoordde Rudolf; „een verloren zaak neemt de advocaat niet graag op zich...." „Maar het ie geen verloren zaakon derbrak hem de oude vrouw opgewonden. „Mijn jongens hebben den moord niet bedre ven. Bij deze overtuiging blijf ik, wat ook de heele stad moge zeggen. Doet u eens een goed woordje hij mijnheer Leitenring: dan' heb ik weer hoop...." „Ik zal graag doen, zooveel ik vermag". „Zegt u hem ook, dat ik hem misschien een spoor kan aanwijzen, waaraan de rechter van instructie niet denkt „Maakt u daar dan den rechter opmerk zaam op!" viel Farnow haar in de rede. „Ach, hij zal denken, dat ik hem bedrieg:, NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5