IU. HHKMN
«ET GEHEIMZINHIGE HUIS
JAC.""" KARSKËNS, Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, ENGELSCHE STOFFEN.
Sociale Berichten.
brengt steeds het nieuw
ste op het gebied van
Dames- en
HeerenkBeeding.
Eigen ateliers onder
leiding van BEKWAME
Coupeurs.
Hu Bobu Marché
99üoyoiis«"
Haar»B@m»llrusseBa Handschoenen wooi* al Se gelegenheden.
KONINGSTRAAT
Wat de N.R.R. Volksbond deed ook in
vereeniging met andere organisaties
voor de totstandkomiag der Pensioen
en Invaliditeitswet.
Nu het Invaliditeits- en Pensioenvraagstuk
eindelijk in de 2e Kamer aan de orde is,
loont het zeer de moeite, zij het dan ook
heel in 't kort, aan te geven wat de Ned.
f Volksbond voor de oplossing daarvan
banier"^ D' Z°° leZen wij in de »Volks"
Beschouwingen schrijven, over zijn arbeid
In deze, zou leiden tot een artikel, meer
geschikt tot uitgave, als een brochure. Wat
S\e hieronder geven zijn slechts aanteekenin-
gen. We staan echter niet in voor een vol
ledig geheel.
\Vat we thans schrijven zijn deels lierin-
'n8eri uit het geheugen, deels bijeen ge
zocht uit oude stukken en papieren.
-Reeds op de eerste Algemeenc vergade
ring van den Ned. R. K. Volksbond nam
het vraagstuk der Ouderdomspensionneering
ee" mime plaats in. .Voorts werd bij iedere
gelegenheid die zich daartoe leende, bet
•Vraagstuk onder de aandacht gebracht.
Op de 8de Algemeene Centrale Raadsver
gadering van den Ned. R. K. .Volksbond,
gehouden te Amsterdam den lOen April 1892
.werd het volgende voorstel door de afdeeling
Amsterdam ter behandeling aangeboden:
„De algevaardigden voor den Centralen
„Raad van de afdeeling Amsterdam, achten
„het noodzakelijk, dat van Staatswege eene
«pensioenregeling worde vastgesteld, inhou-
nd° de bepalingen, dat werklieden op 00-
i,jangen leeftijd gepensionneerd zullen wor-
„den, en de bijdragen daarvoor zullen wor-
„den gestort èn door don werkman èn door
„den patroon, benevens eenc vaste toelage,
„door den Staat als jaarlijksche premie vast-
„te stellen."
tarn1 een'Se discussie deed daarop de Gees-
hjke Adviseur der afd. Rotterdam het vol
gende voorstel:
„De Centrale Raad is van meening dat het
„voorstel der afd. Amsterdam, „omtrent de
„Pensionneering van werklieden eene ernstige
o verweging ten volle waard is gelast daar-
,„om het Centraal Bestuur aan eene Com-
„missie, bestaande uit rechtskundigen en
„theologanten, het voorstel ter onderzoeking
„aan te bieden".
Dp verzoek der vergadering werden in het
Rede^l °P£enomen de woorden „en werk
set voorstel werd aangenomen.
*7Q?iPi uito°°diging van den Ceutralen Raad,
i\fr 1 z,ich bereid tot aanvaarding van
pet lidmaatschap der bovenbedoelde Commis
sie Van advies, de rechtsgeleerden Mr. J.
J. I. Harte, lid der 2e Kamer, later oud-
^ïnister van Financiën; Jhr. Mr. G. L. M.
,U1JS Deerenbrouck, oud-minister van
justitie, de tegenwoordige commissaris der
Koningin in de provincie Limburg. Deze
flvas voorzitter der Commissie; en Mr. I. G.
Bchölvinck, oud-wethouder der gemeente Am-
Sterdam, oud-rechtskundig adviseur van de
'Amsterdamsche afdeeling.
De theologanten: Dr. Alph. Ariëns, de te-
ijgenwoordig bekende drankbestrijder; Th. J.
A. Bosman, de Geestelijke adviseur der Rot-
terdamsche afdeeling, thans kanunnik en Rec
tor te Haarlem; en A. van Gestel, de bekende
Jezuïet te Maastricht, z.g., en de leden van
den Nederlandschen Roomsch-Katholieken
Volksbond; P. B. Kok, (z.g.) destijds lid van
het bestuur der Amsterdamsche afdeeling; M.
Altewischer, lid der Haagsche afdeeling; en
N. F. Visser, lid der Rotterdamsche afdeeling.
Deze Commissie had o.m. tot taak, o.a. deze
vraag te overwegen:
„Is het naar Katholieke beginselen den
Staat geoorloofd, door wettelijke voorschriften
te dwingen tot verzekering van werklieden
voor den ouden dag? Zoo ja, is het wensche-
lijk, dat die Staatsdwang hier te lande worde
toegepast?"
Deze vraag werd met algemeene stemmen
bevestigd beantwoord.
Verder werd nog onderzocht de leeftijd
grens waarop geen eigenlijke uitspraak is ge
volgd doch wel werd mede bevestigend be
antwoord, dat 'dc pensioen bijdragen zullen
worden gestort èn door den werkman èn door
den patroon, benevens eene vaste toelage door
den Staat als jaarlijksche premie vast to stel
len.
Vóór de oprichting van onzen Bond in 1888
was het vraagstuk reeds ter sprake gebracht
in 1885 in de 2e kamer n.l. door den heer
Heldt, destijds Centraal Voorzitter van het
Algemeen Nederl. Werklieden-Verbond.
Ook in 't jaar 1887 besprak de heer Heldt
het onderwerp in de 2e kamer en hield het
daar warm.
In 1889 kreeg hij van de regeering bij mon
de van Minister Havelaar de toezegging, dat
zij geen voorstel tot algemeene werklieden-
pensioneering zou doen, maar dat het wel in
haar plan lag, om nevens de Rijkspostspaar
bank eene inrichting in het leven te roe
pen, waardoor het voor den werkman gemak
kelijker zou worden gemaakt, zich een pen
sioen te verzekeren.
De heer Heldt. noemde deze toezegging al
thans iets, maar bleef aandringen op eene
wettelijke regeling der verplichting tot het
pensionnceren van werklieden.
Het ijs was toen in de 2c kamer gebro
ken, want meerdere stemmen gingen op over
't zelfde onderwerp.
Intusschen maakt het reehtsche Kabinet
plaats voor een linksch.
In 1891 trad het Ministerie Tienhoven—-Tak
van Poortvliet op.
Wat zou het leveren voor de oude en in
valide werklieden?
Als blijde muziek klonk in de Troonrede
van 15 Sept. 1891 de aankondiging:
„Maatregelen tot verzekering van het lot
van oude of verminkte werklieden, zullen,
naar mate het door den wetgever bevolen
onderzoek vordert, worden ontwerpen."
Bravo! Nu zou het wezen!
Het zou dus komen! Een lichtstraal brak
door. Zij wekte in de harten der werklieden
hope. De groote gedachte van algemeene wet
telijke pensioen- en invaliditeitsverzekering
voor werklieden had zich voorgoed baan ge
broken. Zoover was 't nog nooit geweest.
Dc regcering had voorziening in den stui
tenden toestand van oude en invalide werk
lieden toegezegd.
De groote arbeids-enquête had het duistere
boek van den arbeid geopend. Toestanden wa
ren aan het licht gekomen, die om voorzie
ning schreeuwden. De werklieden hadden de
ze al lang gekend, maar nu droeg de weten
schap er van óók door in de regeeringskrin-
gen. De troonrede kondigde maatregelen aan
tot verzekering van het lot van oude en ver
minkte werklieden.
Vreugde heerschte alom in de werklieden
kringen
Intusschen was een samenwerking tot stand
gebracht tusschen de drie groote Bonden n.l.
|le Ned. R. K. Volksbond, Patrimonium en
het Algemeen Ned. Werklieden-Verbond. De
Besturen dier bond hielden herhaaldelijk sa-
mensprekingen ter bevordering van het groo
te doel.
De Presidenten der genoemde Bonden de
heer Passtoors Heldt en Kater, de laatst-
genoémde van Patrimonium, waren de hoofd
leiders der beweging die gaandeweg in het
land toenam en geestdrift wekte.
Tal van vergaderingen werden op verschil
lende plaatsen gehouden.
Drie maanden na de toezegging bij de be
handeling der Staatsbegrooting op 6 Dec.
Dec. deelde de regeering mee dat de voo r-
bereiding der beloofde regeling al
sedert eenigen tijd was aangevan-
gen.
Dit verwekte nieuwe vreugde.
Het Bestuur der Amsterdamsche afdee
ling van den Ned. R. K. Volksbond riep de
Bestuurders der Amsterdamsche Werklieden
vereeniging bijeen waarop voorstellen werden
besproken, tot bevordering der plannen der
regeering.
Een en ander heeft er toe geleid dat die
besprekingen o.m. tot resultaat hadden dat
te Amsterdam werd opgericht de Vereeni
ging „Werkmansbelangen" ten doel hebben
de de wettelijke pensionneering van ouden
van dagen te bevorderen.
Tot deze vereeniging traden, 88 Amster
da-insche vereenigingen toe. Tot Voorzitter
weid benoemd de heer Martin Wolf; tot se
cretaris de heer Passtoors.
Deze vereeniging begon hare werkzaam
heden met oene reusachtige meeting in 't
Paleis voor .Volksvlijt, alwaar de nooden der
ouden van dagen werden uiteengezet.
Verder werd flink doorgewerkt.
Er werd gepetitionneerd aan H. M. de Ko
ningin.
Er werd ter audiëntie getogen bij de re
geering.
In 1894 echter viel het Ministerie van
Tjenhoven—Tak en, daarmee was tot groote
teleurstelling de Pensionneering voorloopig
van de baan 1
Het gevallen Kabinet werd opgevolgd door
het Kabinet Roëllvan Houten, en den 18en
September 1894 sprak de Troonrede wel van
Ongevallenverzekering, maar zweeg van ou-
derdoms- en invalid iteitspensionneering.
Hoogstens zou men komen tot de oprichting
van een Staatslij frentebank
De regeering wond er geen doekjes om.
Zij was nog niet overtuigd van de noodza
kelijkheid der invoering van verzekerings
plicht.
Maar scheen de regeering verkoeld, zoo
veel te warmer werden de werklieden in
hun ongeduld. In een krachtig adres betoog
den Patrimonium, de R. Kat-h. Volksbond en
het Algem. Ned. Werkl. .Verbond, dat de ar
beiders met een staatslijfrentebank niet ge
holpen zijn, maar pensioenverzekering be
hoeven.
Dit adres, ontworpen door den Ned. R. K.
Volksbond, Patrimonium en 't Alg. Ned.
Werklieden Verbond, werd verder gesteund
door 280 organisaties.
Dit adres werd in de Kamer druk bespro
ken o.a. herinneren we ons nog hoe het toen
malige Kamerlid Harte op 4 Dec. partij trok
voor de verplichte verzekering als de eenige
oplossing.
Op 6 December kondigde de heer Heldt
eene motie aan.
Er ontstond toen eene belangrijke discussie.
Bij monde van den heer Roëll legde de
Regeering toen de verklaring af, dat „blij
kens de op de Departementen achtergela
ten stukken" het vorig Ministerie met zijn
maatregelen tot verzekering van het lot van
oude en verminkte werklieden ,„ook niets an
ders bedoelde dan de oprichting eener Staats-
ljjfrentebankl"
Onnoodig' op te merken dat Kabinet van
TienhovenTak van Poortvliet op de meest
lichtzinnige wijze had gehandeld, hetwelk den
heer de Savornin Lohman aanleiding gaf de
hooggestemde verwachtingen te stellen en
zeer terecht op rekening van den heer .Tak
v. Poortvliet.
In diezelfde zitting drong de heer Heldt
in een motie aan op het in 't leven roepen
eener Staatscommissie.
En op 5 Maart 1895 had de groote verga
dering plaats in den Haag welke was bijeen
geroepen door den Nederl. R. K. Volksbond,
Patrimonium en het Alg. Werklieden-Verbond
ter ondersteuning der motie.
Op deze vergadering waren een groot aan
tal Kamerleden van alle richting en partij
tegenwoordig.
Er .waren zes sprekers, van iederen Bond
twee. Voor onzen Bond traden op de heer
J. W. Smit onze tegenwoordige Centraal Pre
sident en de heer N. J. Appelman het tegen
woordige Bestuurslid der Haagsche afdeeling.
Deze bijeenkomst maakte een machtigen in
druk in 't land.
Den 29sten Maart werd door de 2e Kamer
de motie Heldt aangenomen.
Voor dezen drang bezweek de Regeering.
Bij Koninkl. Besluit van 18 Juli 11895 werd
de békende Pensioen-Commissie benoemd.
De Commissie bestond uit 25 personen.
Van Katholieke zijde hadden zitting Dr.
Schaepman, Mr. Harte en Mr. Heydenryck,
terwijl de drie heeren Heldt Kater en Pas
stoors eveneens tot lid 'der Commissie werden
benoemd.
In Juli 1898 bracht deze Commissio rapport
uit aan Hare Majesteit de Koningin Weduwe
Regentes.
Dat rapport adviseerde een pensioenverze
kering voor oude en invaliede werklieden in
te stellén.
Na 't uitbrengen van het rapport werd door
den Ned. R. K. Volksbond 'n verzoekschrift
aangeboden aan Hare Majesteit de Koningin
Weduwe Regentes Inhoudende dat het Haar
zelve moge behagen eene wet in 't leven te
doen roepen voor oude en invaliede werklie
den.
Van toen af ontstond opnieuw op initiatief
van 't Centraal Bestuur in den Ned. R. K.
Volksbond, een levendige actie om te komen
tot een wet ter bescherming van oude en
invaliede werklieden.
Inmiddels was het Kabinet Roëll van Hou
ten vervangen door het Kabinet-Borgesius.
Alle hoop was op dit Kabinet gevestigd,
doch de Troonrede maakte geen melding van
dusdanig onderwerp. Twee jaren daarna
mocht de Natie vernemen dat de Regeering
het ontwerp over Invaliditeit en Pensioen
voor ouden van dagen had in studie genomen,
Tijdens het laatste Zittingsjaar van het
Kabinet, enkele weken vóór de Kamer uiteen
ging en do verkiezingsactie reeds in gang
was, waarbij het Kabinet Pierson-Borgesius
werd vervangen door het Kabinet Kuyper,
diende het eerstgenoemde Kabinet nog een
Wetsontwerp in voor de Ouden van dagen!
Ook onder het daaropvolgend Ministerie
Kuyper in 1911 werd een wetsontwerp in
gediend doch niet behandeld. In 1905 werd
het Ministerie Kuyper vervangen door het
Ministerie de Meester-Veegens. De Troonre
de beloofde ons toen een Pensioenwet. Ieder
onzer herinnert zich nog de goed geslaagde
meeting in den Haag op 17 September 1906
den avond vóór de opening der Staten Ge
neraal tot steun der aangekondigde pensioen
wetten. Deze meeting ging uit van den Ned.
R. K. Volkksbond en Patrimonium, den Christ
Nationalen Werkmansbond en verdere Chris
telijke vereenigingen.
Eenigen tijd daarna kwam Minister Vee-
gens met een ontwerp Pensioenwet zonder
echter daaraan te verbinden de invaliditeit.
Het Ministerie de Meester-Veegens werd
vervangen door het tegenwoordige Kabinet
Heemskerk.
Dit Kabinet diende een wetsontwerp in
hetwelk thans in de 2de Kamer in behan
deling is en verdedigd wordt door Minister
Talma als zijnde afkomstig van zijn Departe
ment.
Moge het wetsontwerp tot wet worden 1
'tZou de glorie zijn voor den Ned. R. K.
Volkshond en allen welke circa 25 jaar heb
ben gestreden 'ter bescherming en opbeuring
van den ouden en invalieden arbeider.
Bureau van de R. K. Vakorganisatie.
(Vervolg.)
De voorzitter de heer J. van Rijzewijk uit
Tilburg sprak over: Samenwerking van R.-
Katholieke met andersdenkende vakbonden.
Spr. had zijn rede in vier groepen ver
deeld en wel:
lo. Samenwerking kan gewensclit zijn, kan
noodig, kan zelfs noodzakelijk zijn.
2o. In sommige omstandigheden is samen
werking niet gewenscht of onnoodig, soms
zelfs verboden.
3o. Bij elke samenwerking moet het be
houd van geheele zelfstandigheid gewaar
borgd zijn.
4o. Elke al of niet samenwerking moet
afzonderlijk beoordeeld worden in overleg
met den geestelijken adviseur. Deze pun
ten werden nader bezien en uiteengezet.
Bij het maken van propaganda dient men
in acht te nemen of wel voldoende door de
Kath. organisatie alleen is geprobeerd de
katholieken in eigen organisatie te krijgen
en zeker niet te vergeten of njen door
die samenwerking een andersdenkende or
ganisatie niet samenbrengt welke zonder sa
menwerking niet zou binnen komen.
Bij het maken van gezamenlijke propa
ganda lette men er ook op dat de aanprij
zing der vakorganisatie zoo neutraal mo
gelijk geschiedde en dat vergaderd wordt
in een gebouw waar de Katholieken zon
der bezwaar kunnen binnengaan.
Dat de te maken kosten ponds-ponds-ge-
wijze gedekt worden js aan te bevelen, maar
een eerste eisch is het dat een Katholiek
spreker op een propagandavergadering op
tredend in de katholieke beginselen en or
ganisatie goed is onderlegd, nooit zullen
de katholieken mogen toelaten dat een spre-
ker van een andere organisatie misbruik;
maakt van de hem toevertrouwde zaak.
Vooral als hij het laatste spreekt. Aanbe
veling verdient daarom dat een Katholiek'
het laatste optreedt of de leiding der ver
gadering heeft.
Bij de te voeren actie houde men in het
oog dat nadat het hoofdbestuur van den
Katholieken Bond in overleg met afdee-
lingsbesturen eerst zijn houding heeft vast
gesteld steeds met andere hoofd- en afdee-
lingsbesturen beraadslaagt over den te wij
zen weg.
Alleen dan en bij uitzondering mogen ge
combineerde leden- of fabrieksvergaderingen
plaats hebben, wanneer er van 'beider le
den in betrokken zijn en dan nog als een
hoofdbestuurslid van den Katholieken Bond
aanwezig is. Men lette er vooral op, dat
op deze vergadering geen bindende stem
mingen gehouden worden; deze moeten
plaats hebben in eigen kring. Zijn er ont
slag-, loon- of grievenkwesties te behande
len, waarin slechts leden van een organi
satie zijn betrokken, dan trede alleen het
afd. of hoofdbestuur van den betrokken
vakbond op.
Conferenties bij Patroons of hun veree
nigingen of Bonden moeten door afdeelings-
of hoofdbesturen steeds gecombineerd ge
schieden indien in de betreffende actie bei
der leden zijn betrokken omdat geschei
den het recht en de macht dek arbeiders
verbroken wordt.
Bij staking of uitsluiting moeten de te
stellen eischen den toets der rechtvaardig
heid kunnen doorstaan. Alleen dan mag er
toe worden overgegaan als alle andere mid
delen hebben gefaald en er voldoende kans
van slagen is. Een opzeggingstermijn wor
de in acht genomen en in eigen kring moet
de staking zijn besloten. Eventueele gecom
bineerde publicaties moeten vooraf door ie
der hoofbestuur worden gezien en getee-
kend. Het inzamelen van steun moet ge
heel gescheiden geschieden en als regel
wordt aan onvereenigdeu geen steun ge
geven. Over concessies of beëindigingsvoor-
stellen moet wederom in eigen kring ge
stemd en besloten worden.
Samenwerking is den Katholiek-georgani-
seerden met neutraal- of socialistisch ge-
organiseerden geoorloofd ook al gaat de
aanval op het vereenigingsrecht tegen neu
traal of socialistisch georganiseerden. Zoo
noodig is een staking van handhaving van
dit recht geoorloofd.
Uitzonderingen hierop zijn: a. Indien voor
of bij indiensttreding het lidmaatschap van
een bepaalde organisatie is verboden en in
diensttreding dus voorwaardelijk is ge
schied.
b. Indien de bestrijding geschiedt om uit
vloeisels in het neutraal of socialistisch-
georganiseerd zijn b.v. in hun onhebbelijke
ter plaatse niet passende propaganda -o! ge
dragingen.
Spr. lcomt tot de volgenue vimem-ie.-:
Samenwerking met andersdenkende vak
bonden is als regel geoorloofd en voor het
algemeen belang dikwijls gewenscht behou
dens uitzonderingen die de samenwerking
ongewenscht maken soms vertreden.
De grootste voorzichtigheid dient in acht
genomen te worden vooral om de zelfstan
digheid te handhaven.
Ieder geval van samenwerking dient in
overleg met den geestelijken adviseur af
zonderlijk beoordeeld te worden.
Bij samenwerking in groote zaken of die
welke groote gevolgen kunnen hebben voor.
de geheele katholieke vakbeweging raad
plege men tijdig het bestuflr van het bureau
van de R.K. Vakorganisatie.
Het gecombineerd optreden met andere
Hoofd- en afdelingsbesturen bij Patroons
organisaties is gebiedend noodzakelijk in
dien de te behandelen punten beide zaken
raken.
De heer van Rijen uit Tilburg is het in
hoofdzaak met d en inleider eens en zou
gaarne de inleiding in druk zien verschij
nen, hetgeen dan tot handleiding kan die
nen der besturen. Voorts diende spr. een
amendement in op de „conclusie" n.l. om
voor. „andersdenkende" te lezen „neutrale
of socialistische". Spreker acht het een ge
vaar, dat b.v. een socialist in een gecombi
neerde propagandavergadering zeer tam
zal zijn, hetgeen op de aanwezigen een ver
keerden indruk zal maken en bij hen een
oordeel vormt, dat die socialist toch niet
zoo heel kwaad is.
De heer Terra (Spoor- en Tramwegperso
neel) vindt, dat men te pessimistisch ge
stemd is over de wijze van optreden v.'rï
een socialist in dergelijke vergaderingen.
PËUILLET O N
door
ALFRED HUGO
83.
ÜrWp..mat: laat de Breslauer Bank zichi Be-
Do „,«lf lnoet ze zelf de schade dragen.
..s f'afi m rechten aan te spreken,
wa neer zlJu medepiichtiKhe;d aan dePerval;
£ehing kan bewezen worden. Wat zegt de
ttiandelsraad van die weigering?"
°ie' TOmd- Ie
„Hm, ik wil er nu niet over oordeelen, maar
3k hen toch blij dit alles gehoord te hebben.
IWie weet wat hieruit nog zal voort komen!"
vermoedt toch niet, dat de Poolsehe
*ri *en ^e<^rieger is?" vroeg Rudolf.
k beantwoord je met dezelfde woorden,
iets+1 °°m sprak: ik zal me wel wachten,
M zeggen' wat ik niet bewijzen kan."
U™f-.^;„nWaail,eer dit vermoeden bestaat,
et mynheer de liandelsraad gewaarschuwd
Mffl meende de boekhouder.
»Wilt u het overnemen?" zei de advocaat
ironisch. „U zou geen dank oogsten voor die
waarschuwing. Bovendien weten we niet, of
er werkelijk redenen toe bestaan. Neen, neen,
wat we in dit huis besproken hebben, blijft
alleen onder ons; laat n het maar aan mij
over, de zaak verder te vervolgen. Als je jé
bruid naar huis'brengt, beste Heiwig, zeg
dan aan den antiquair dat ik persoonlijk met
hem over zijn ontdekking wil spreken."
„Hij zal u waarschijnlijk den naam niet
noemen."
„Hij moet. Hoewel ik er misschien niets
mee win. De zaak kan werkelijk zoo zijn,
als de overbrenger het verteld heeft; hij kan
den ring voor jaren van een koopman ge
kocht^ hebben, zonder te weten, wat voor een
geschiedenis er aan verhonden was. Maar
laten we er niet verder op door gaan de
dames komen terug en ik heb n al gezegd,
dat het gesprokene onder ons blijft."
Hedwig wilde naar huis terugkeeren, daar
zij haar broeder niet zoo lang alleen kon la
ten en Rudolf verliet met haar, in vroolijke
stemming het huis. Nu konden ze met volle
vertrouwen in de toekomst zien, die alleen
zonnig voor hen was. Ze spraken over Ru
dolf's moeder en zijn oom, over Friedrich, en
voelden zich gelukkig.
Zoo bereikten ze spoedig Farnow's huis.
Hier aan de voet van de trap, die naar haar
kamer leidde, bleef Hedwig staan.
„Ga nu weer terug", zeide zij; „ik wilde de
rest van den avond met mijn broeder alleen
doorbrengenO, het geluk lijkt me nog
een droom."
Zij scheidden.
Rudolf trad in de bibliotheek van den an
tiquair.
De oude heer had door Friedrich Gartner
van de verloving gehoord, en de hartelijk
heid, waarmee hij de jonge menschen geluk
wenschte bewees wel, hoe warm hij hen toe
genegen was.
„Ik heb vandaag met Mr. Leitenring over
den ring gesproken", nam Rudolf het woord,
nadat hij met stralenden blik had verteld, hoe
hartelijk Hedwig door zijn moeder en zijn
oom waren ontvangen; „hij hecht naar het
schijnt, waarde aan deze ontdekking en
wenscht er met u persoonlijk over te spre
ken.".
„Gelooft hij, dat hiermee een 6poor gevon
den is, om te vervolgen?" vroeg Farnow snel.
„Hij moet vóór alles weten, wie u den ring
geschonken heeft."
De antiquair 6tiet met den vinger de osch
van zijn pijp en blies dikke rookwolken uit.
„Dat zal weinig helpen", zei hij hoofdschud
dend. „Ik heb er lang over nagedacht, het
is niet denkbaar dat de overbrenger iets met
mijn verloren kind te maken heeft"
„Maar u hebt toch vroeger beweerd, dat
graaf Krasinski een verrassende gelijkenis
met uw overleden vrouw vertoonde!"
antwoordde Rudolf, schijnbaar onverschillig.
Farnow keek hrm verwonderd aan.
„Hoe komt u op dien naam?" vroeg hij. „Ik
heb hem niet genoemd."
„En nu ik het raad, hebt u ook uw woord
niet gebroken,"
„Hoe kon je dat raden?"
„Niets was eenvoudiger. Op den morgen,
dat u den ring ontving, zag ik den graaf
uit uw huis komen."
„En u hebt er met andere personen over
gesproken?" zei de antiquair zenuwachtig,
terwijl hij zijn hand op den arm van den
jongen man legde, en met koortsachtige span
ning in 't gezicht keek. „U hebt dit vermoe
den uitgesproken?"
„Alleen tot Mr. Leitenring."
„En hij?"
„Nou, h« meende dat het niet zoo onwaar
schijnlijk was; maar hij wilde eerst dan oor
deelen, wanneer hij met n heeft gesproken".
„Ik zal komen", knikte Farnow, „den naam
kan ik niet noemen...."
„Dat deed ik al!"
„Dan moet ik u en mijnheer den advocaat
om stilzwijgen verzoeken. Ik wil niet den
schijn op mij laden, dat ik mijn woord ge
broken heb; de bewuste heeft de belofte ge-
eischt, omdat hij geen hinder van lastige
nieuwsgierigheid wilde hebben,"
„Dat zou hij eerst dan, wanneer we de heele
geschiedenis aan de groote klok hingen", zei
Rudolf, „en daar hebben we geen reden voor.
Rekent u er gerust op, dat we zullen zwij
gen. Komt u morgen hij ons om Mr. Leiten
ring te spreken?"
Hij was van zijn stoel opgestaan en liep
al naar de deur toe, toen de moeder der
Schallers binnentrad.
De vrouw scheen jaren verouderd, Sneeuw
wit haar lag om haar gezicht, waarvan iedere
trek de van zorgen zware dagen en slape-
looze nachten verried.
„U zocht ik", zeide zij tot den jongen man;
„juffrouw Gfirtner zei mij, dat ik u hier
waarschijnlijk vinden zou."
„En wat kan ik voor u doen?" vroeg Ru-
dolf, haar een stoel aanbiedend.
„Gelooft n, dat Mr. Leitenring de verdedi
ging van mijn zonen zal overnemen?"
„Dat kan ik niet met zekerheid zeggen",
antwoordde Rudolf; „een verloren zaak neemt
de advocaat niet graag op zich...."
„Maar het ie geen verloren zaakon
derbrak hem de oude vrouw opgewonden.
„Mijn jongens hebben den moord niet bedre
ven. Bij deze overtuiging blijf ik, wat ook
de heele stad moge zeggen. Doet u eens een
goed woordje hij mijnheer Leitenring: dan'
heb ik weer hoop...."
„Ik zal graag doen, zooveel ik vermag".
„Zegt u hem ook, dat ik hem misschien een
spoor kan aanwijzen, waaraan de rechter van
instructie niet denkt
„Maakt u daar dan den rechter opmerk
zaam op!" viel Farnow haar in de rede.
„Ach, hij zal denken, dat ik hem bedrieg:,
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT