r-
Slobkousen. P. W. TltfEEHUIJSE
Sarteljorisstraat 27. Tel. 1770. Slobkousen.
Wat anderen zeggen.
Pensioennootjes uit het Kamerdebat.
Amsterdamsciie Benrs.
Letteren en Kunst.
Opgegeven door De Spaarnebank
Scheepvaartberichten
4ya pCL ubt. Marine
Aand. Amsterdam Dell
H Amst. l.nnglial. gew.
Arendsburg Tabak.
m Medan Tab. Mij,
Ass. Merchants le pref
Pref. Peruv. Corp.
77
79
l?l2
130
1240
I"Vb
mm
Vrouw Schalier bleef den advocaat fat de
oogen zien.
een contract teekenen van 203 maanden,
luiden8 hetwelk hun 10 fr. per maand zou
den betaald worden; de maatschappij nam
ten haren laste de voeding en de huisves
ting der kinderen, alsook de werkkleeding,
die bestond iu een kostuum in tijk en een
paar espadrilles.
in geval van herverbintenis geeft de maat
schappij aan de kinderen, na het einde van
het tweede jaar een nieuw volledig cos-
tvmm. Ieder krijgt 's Zondags 25 cent.
Al de kinderen sliepen in een houten ba
rak, waarin vele pachters, hun vee nog
niet zouden willen huisvesten.
De plaveien werden eiken morgen gewas-
schcn cn kort vóór onze komst had de gen
darmerie van Florence de houten schutsels
met kalk doen witten.
Maar de jongens, die niet het minste be-
Bef hebben van de regels der gezondheids
leer, hadden spoedig hunne barak in een
walgelijken vuilnisbak herschapen.
De water-closet, in blauwen steen, dien
wij ons onthouden te beschrijven, komt uit
in de kamer, die men de refter noemt. De
kinderen klagen bitter over hun voedsel.
Dikwijls hadden zij niet dan boterhammen
en aardappelen met groenten gekookt; vier
boterhammen, 's morgens en vier 's avonds
en een meer, wanneer zij des nachts moes
ten werken.
"Wij zijn bijzonder pijnlijk getroffen ge
weest door de afwezigheid van zelfs de
eenvoudigste van alle lichamelijke zorgen.
Wij schrijven hieraan de smetziekte toe
(schurft), die eenige maanden voor ons be
zoek onder hen heerschte. Velen schenen
dch in maanden niet gewassclien te hebben.
Het verblijf heeft overigens geen enkele
waschplaats. Zij beschikken over een enke
len emmer, waarmee zij het water tamelijk
ver moeten gaan halen.
In den zomer is de toestand onder dit oog
punt beter, omdat de jongens dan alle dagen
kunnen gaan baden in eenen naburigen vij
ver.
Onze aandacht werd getrokken op den
erbarmelijken toestand van hun schoeisel.
De meesten hadden aan de voeten niets
dan hunne espadrilles, waarvan zij elke
.veertien dagen een paar krijgen; maar de
meesten hebben het op acht dagen versle
ten. De twee derden van de kinderen droe
gen kletsnatte kousen en in 't hartje van
den winter moesten zij die den heelen dag
aanhouden.
De kinderen klagen ook over mishande
lingen, die zij van wege de glasblazers moe
ten verduren, en sinds lang kennen zij den
weg naar de gendarmerie van Florennes,
waar zij gaan klagen over slechte behande
lingen.
De kinderen branden zich dikwijls de han
den, de armen, het gelaat, of kwetsen zich
aan de voeten, door in gebroken glas te
trappen.
Er is in de fabriek eene hulpbus, m.aar die
dient alleen in gevallen van groote onge
lukken; de talrijke kleine, maar pijnlijke
kwetsuren moeten maar van zelf genezen,
ofschoon het weinig of geen moeite zou
kosten, die naar behooren te wasschen en te
.verzorgen
Ziedaar de deftige rijke mijnheer als
.werkgever.
We willen er iets onder verwedden, dat
hij sterk tegen sociale wetgeving was ge
kant 1
Een nachtelijk avontuur te Parijs.
Van gestoorde nachtrust wordt in de „Fi
garo" het volgende verteld: Meneer en me
vrouw Vaux, bewoners van Parijs, lagen te
bed en sliepen. „Men slaapt om half vier.
in don nacht", heeft de heer Vaux gezegd
tegen een journalist, 't Is waar; op dat
uur zijn alleen journalisten nog maar wak
ker en schrijven vreemde woorden op hun
papier als Loeloe Boer gas of Eski Baba.
Maar meneer en mevrouw Vaux zijn geen
journalisten. Zij verkoopen tabak, wijn en
likeuren in een café'tje op den Boulevard
iBeaumarchais, no. 40. Wanneer de laatste
klant vertrokken is doen ze de blinden voor
de ramen en gaan slapen. Ze sliepen dus.
Plotseling een geweldig lawaai. Meneer
en mevrouw Vaux schrikken wakker^ zitten
overeind in bed en vragen elkaar wat er
gebeurt. Ze hielden volstrekt geen lang ge
sprek. Schor van angst vragen ze alleen:
„wat gebeurt er?... wat-ge-beurt-er?
Én mevrouw Vaux schreeuwde: „dieven!
dievenl" En ze beefden.
Dieven? Neen, dat konden geen dieven
zijn, want er bestaan geen dieven ter we
reld, die zoo'n helsch leven kunnen maken.
(Alsof alles instortte. Hout kraakte, glas
kletterde in scherven, ijzer knarste. En een
oorverdoovend gestamp klonk boven al deze
iammer-geluitien uit. Meneer en mevrouw
,Vaux, half ontkleed en doodsbang uit bed
geklommen, zagen plotseling hoe het schot
doorboog en barstte. Door de bres stak toen
een olifant zijn kop.
Een olifant.
Wanneer het electriscïe licht geen streep
je schaduw laat in een kamertje van zes
meters in het vierkant, dan lijdt men niet
aan nachtmerries. Meneer en mevrouw Vaux
sidderend van ontzetting, zagen duidelijk
vóór zich een olifant, die wild trappelde
en met zijn snuit kwispelde.
Berg jel berg jel schreeuwde meneer
Vaux. En de twee echtgenooten sprongen
uit het raam op een binnenplaats. Hoe ze
vervolgens kans gezien hebben zich aan
te kleeden, op straat te komen en om hulp
te roepen, gaat de Historie aan.
Zij vluchtten.... Men moet toegeven, dat
ze reden hadden om bang te zijn. Parijs
heeft heel wat verrassingen gekend, is dik
wijls plotseling opgeschrikt door tumulten
van burgertwisten en oorlogs-geweld. Maar
nooit was het in den loop der eeuwen een
levend burger gegeven om half vier in den
nacht een olifant zijn slaapvertrek binnen
te zien komen.
Toch hadden meneer en mevrouw Vaux
niet gedroomd. Er was wel wis en zeker
in de slaapkamer, die ze zoo juist verla
ten hadden, een heusehe, stevige, woeden
de olifant, die de kast omkeilde met zijn
snuit onverschillig even het nachtkastje
stuksloeg, de stoelen versplinterde, het bed
omversmeet en zich gereed maakte om aan
de menschen te toonen welk gebruik een
waardig olifant weet te maken van de dui
zend overbodigheden waar ze hun belache
lijke huizen mee volzetten.
De naam van den olifant is bekend. Hij
heet Agra.
Agra was met twee kameraadjes naar Pa
rijs gevoerd om er in een circus op te tre
den, Om twee uur in den nacht was hij
aan het Orleans-station aangekomen. Toen
de troep het station uittrok kwam er. een
hond. Naar men verzekert, was het een
hond van niets, een snert-hond, en Agra
zou hem met een enkelen schop tot moes
geslagen hebben. Toch begon het miserabele
dier in een bevlieging van heldhaftigheid
woedend te keffen en aan Adra den oorlog
te verklaren. Waarop deze groote onschuld
bang begon te worden. Als olifanten bang
zijn worden ze verschrikkelijk. Agra trapte
eerst een inrij-poort in op nummer 117,
sloeg de winkelkast van no. 181 aan grui-
zels, plunderde van no. '133 een uitstalling
van vischvangst-artikelen. Bij no. Ill en
113 had hij een paar ruiten gebroken.
Op de Austcrlitz-kade was zijn schrik
niet bedaard. Dies liep hij de deur van no.
7 in en de doodelijk ontdane concierge kreeg
het op haar zenuwen. Toen sloeg hij in
galop, vergeefs door agenten nagezet. Zoo
trok hjj door het twaalfde arrondissement
en kwam op de Boulevard Beaumarchais,
waar hij van plan was een gedenkwaardige
wandaad uit te halen.
Zoo trad hij bij meneer en mevrouw Vaux
binnen. Met één duw van zijn kop opende
hij de de ui' van het café'tje. Als geheel ont
houder versmaadde hij de toonbank. Hij
liep waardig de zaal door, smeet de glazen
deuren open, die toegang gaven tot de ach
terkamer en daar het achterschot zijn bewe
gingen hinderde, rukte hij dat tegen den
grond.
Toen Agra meneer en mevrouw Vaux had
zien vluchten, begon hij eenvoudig rond te
draaien, 't Was vreeselqk. Men zou nader
hand gezegd hebben, dat er in de slaapka
mer een bom gebarsten was. Maar meneer
en mevrouw Vaux denken er niet aan het
vreemde geval te vertellen, dat hun slaap
verstoorde. Ze schenken zonder ophouden
allerlei dranken in en tallooze nieuwsgie-
jrigen van Parijs zijn 't café'tje binnenge
stroomd van de vroegste morgenuren af.
En natuurlijk is dorst het voorwendsel voor
jhun nieuwsgierigheid. Op de zinken toon
bank ligt een plas absint, bier, witte wijn.
,De drinkers verdringen elkaar aan de deur.
Wat kan een olifant, die onversaagd bij
een kroeghouder binnendringt, een prach
tige reclame maken. Je kunt wel aannemen,
dat meneer en mevrouw Vaux een dank
bare herinnering bewaren aan Agra.
Die was ln 1901 voor de verplichte ver
zekering en tegen het staaspensioen. Noemde
dit armenzorg.
Thans in 1912, en vroeger all noemt ze de
verplichte verzekering volksbedrog en heeft
ze met liefdearmen het staatspensioen om
helsd.
Die ommekeer is...,, frappant.
Gelijk Van .Vliet terecht de Kamer herin
nerde.
Kwaaddenkendheid is ongepast.
In de Atdeelingen 'der Kamer moet be
weerd zijn, dat tegenwoordig sollicitanten
naar een rijksbetrekking, met zelden hun
vrijzinnig rokje uittrekken, om zich ln een
christelijke slipjas te gaan hullen.
De vraag is"bewijs datl
Maar wie nu kwaaddenkend is..... .wit moet
hij vfel zéggen van de vrijzinnigen, die nog
in 1907 met verplichte verzekering meegin
gen en thans in 1912 met de stembus-
van '13 in 't zicht het staatspensioen in
halen, dat zij vroeger noemden socialistisch?
Hij was raak, Aalbersel
Ontleend aan het Friesch Dagblad.
Een mensch kan veranderen.
Een partij kan het ook.
Maar het moet niet te gek en te gauw
gaan. Een mensch verandert, maar een weer
haan draait.
De Liberale Unie, welbekend:
De somma van negentig millioen.
Zoo hoog ongeveer zou komen een ouder-
doms en invaliditeitsverzekering volgens de
ideeën van de staatspensioneerders.
Een berekening van Hechts?
Expres hoog opgevoerd?
Pardon. 'tKomt van Links. De heer Treub
heeft de berekening gemaakt, met succes te
gen de oritiek verdedigd en h$ houdt haar
alsnog vol.
Haagsche bluf
Een bekend residentieartikel I
De Jong, ex-onderwijzer, thans Kamerlid
schoolopziener en lid van gedeputeerden
in hope: de politieke loopbaan is tot vele
dingen nut zie het aan Ketelaar de
Jong grossiert in dat artikel.
Borst vooruit, kwam ook hij de Kamer
weer herinneren: DE arbeiders willen staats
pensioen.
.Van Vliet zette hem terecht.
„Patrimonium" wil het niet.
De werkmansbond evenmin.
De R.-K. arbeiders ook niet.
Die allen zeggen: Praat er nu niet te lang
over, maar doe watl
Zoo is het, meneer de Jong.
(Tien jaar te laat.
Aldus uitte zich Hugenholtz.
De zeventigjarige leeftijd is tien Jaar 'te
laat.
Knoop het in uw oor, belastingbetalend
Nederland 1 Aan een end komt ge nooit!
Eerst staatspensioen op 70 jaar. Dat kost
een aardige duit. Doch dat is pas het be
gin. Dan begint de propaganda voor 70 jaar.
Dat kost natuurlijk heel wat meer
Doch ook dat is onvoldoende.
'tMoet zestig jaar worden.
Wat natuurlijk schatten kost.
iVoor Hugenholtz en de zijnen is 'dat na
tuurlijk een bagatel: Zij halen het eenvou
dig, waar 't zit.
En de liberale unie zeilt mee. Dat .weten,
we allang.
Achter de 8. D. 'A'. P. aan.
Ter overdenking 'dus voor de 'duizenden
kleine burgers, die nu al met moeite hunne
directe belastingen voldoen 1
Ziehier enkele cijfers,
In het jaar 1910 werden ta Duitschland
uitgekeerd 2400 ouderdomsrenten. En daar
naast niet minder dan 102,000 invaliditeits-
renten.
Twijfel is niet mogelijk.
't Staat in de rede van..., Hugenholtz.
Wat verdient dus de urgentie, den voor
rang: ouderdomszorg alléén of ouderdoms-
en invaliditeitsrente beide, zooals Talma 3ïü?
't Antwoord is niet moeilijk.
Door den eenvoudigste te geven] v
Een groot politiek bederf.
DAt is de 8taatspensioneering.
Want men krijgt dan dra den toestand,
dat Verschillende politieke partijen tegen el
kander gaan opbieden: Kiest óns, want dan
krijgt ge gróóter pensioen, dat u geen cent
kost.
Dat staat dan te wachten.
En in 't beloven is de S. D. A. P. {och al
tijd de andere partijen de baas.
Is die toekomst, zelfs voor een vrijzinnig
mensch, niet bedenkelijk?
'Aalberse herinnerde aan Jaurès.
Den bekenden sociaal-democraat.
Aanvoerder der Fransche partijl
De beste vorm, om de verzekering te be
kostigen, is het heffen van premie, zoo luidt
zijn oordeel.
Net dus als Talma wil.
Bij óns echter, hebben de socialisten geen
woorden genoeg, om Tal ma's premie-hef
fing Af te tuigen.
Ten prof ij te der arbeiders, wel Ja!
Haal het, waar 't zit.
Zóó zegt de sociaal-democratie.
En wijst 'dan op de successie.
Bij versterf moet 'de Staat de erfgenamen
Al meer plukken en daarmee de verzekerin
gen betalen.
Wat zegt daarvan Jaurès?
Dezelfde, bovenbedoeld?
Het heffen van zulk een successie-belas
ting Übu niet zijn in het belang der arbei
ders. Men zou dan geen kapitalistische pro
ductie overhouden, maar ook geen socialisti
sche, doch niets dan ruines.
'Aldus de Fransche Troelstra.
Men praat van het Tarief.
Maar het Tarief, dat wij nu hebben is
aan de liberalen te danken en door de libe
ralen verscherpt.
Is dat zoo'n prachtstuk?
'tls nu zóó, dat minder dan één twintig
ste van het Tarief van weelde artikelen komt.
Die dus de gegoeden gebruiken.
En volgens het Tarief-Kolkman zal 12.6
pCt. van de opbrengst uit weelde-artikelen
komen.
Dat is dus één achtste.
'Aldus staat opgemerkt ln een 'der blaad
jes van „Het vrije Ruilverkeer", een on
verdachte bron 'dus.
Van Best herinnerde er aan.
Toen er sprake was van *t geld, waarmee
'de Staatspensioenbijdrage moet worden be
taald.
Hoe vindt men 'de duiten?
In 't vrijzinnige rapport-Fokker wordt o.m.
óók gewezen op.... de Invoerrechten! waar
uit één 'twee millioen zouden te halen
zijn.
Maar.... ziet ge.... dat is geen protectie 1
'Als de vrijzinnigen zoo ietsdoen, dan heet
het een „fiscale herziening."
Die voelt de „kleine man" niet.....
Oberon arrir. 29 Oct te Puebla Caramlnal
van Rotterdam.
Pomona vertrok 29 Oct. van Neufahrwass?
naar Amsterdam.
Rotterdam. („Zeepost").
Vorige
koers.
Internationale wedstrijd ln solo-en duo-zang.
Door de Kon. zangvereeniging de „Mas-
treeohter Staar" te Maastricht wordt een in
ternationalen wedstrijd uitgeschreven in solo
en duozang; e houden voor solozang op Zon
dag 29 Dec. 1912 en voot duo's op Zondag 19
Jan. 1913 in het feestgebouw Sint Servaas-
klooster 25, telkens ten 754 uur 's avonds.
Voor heide wedstrijden zijn belangrijke prij
zen uitgeloofd.
NEDERL. STOOMVAARTLIJNEN.
Kon. der Nederlanden, v. Amsterdam n.
Batavia, vertrok 80 Oct. van Suez.
Vondel, v. Amsterdam n. Batavia, arriv.
29 Oct. te Sabang,
Prinses Juliana, v. Batavia n. Amsterdam,
vertrok 29 Oct. van Algiers.
Grotius v. Amsterdam n, Batavia, vertr.
29 Oct. van Southampton.
Ambon, v. Batavia n. Amsterdam ver
trok 29 Oct. van Port Said.
Kintuck, v. Batavia n. Amsterdam, pass.
29 Oct. Gibraltar.
Djocja, v. Batavia n. Rotterdam, vertrok
29 Oct. vail Padang.
Merauke vertrok 28 Oot. van Batavia n.
Rotterdam.
Goentoer, v. Rotterdam n. Batavia, arriv.
80 Oct. te Marseille.
Malang, v. Hamburg n. Batavia, pass. 80
Oct. Cuxhaven.
Prins Maurits, v. Paramaribo n. 'A'dam,
vertrok 29 Oct. van Trinidad.
Sloterdijk, v. Rotterdam n. Newport News
en Baltimore, arr. 28 Oot. te Newyork.
Nieuw Amsterdam, arriv. 28 Oot te New.-
york van Rotterdam,
Potsdam vertrok 29 Oct. van Newyork
naar Rotterdam.
Rotterdam, v. Newvork n. Rotterdam, be
vond zich volgens draadloos bericht via
Crookhaven 29 Oct. 12 uur '0 middags op
886 mijlen W. van Scilly.
Apollo arriv. 29 Oct. te Neulahrwasser, v.
Amsterdam.
Flora arriv. 29 Oct. te Kopenhagen v,
Amsterdam.
Nereus arr. 28 Oct. te Hamburg v. 'Am
sterdam.
Luna, van Amsterdam n. St. Petersburg,
pass. 29 Oot. Kopenhagen.
3 pCt. Cert. Ned. W. S.
2V* pCt. Cert
5 pCt. Tabakst. Buig.
Oblig. Kronenrenle.
5 pCL AprilOcloberrente
Jan.Julirente.
4y» Rusland 1909
HA Iwangor Dombrowo
4 j, Groole Russ.sp. 1898
4 Nieolai Sp.
4 j, Rusland 1880
4 Zuid-West
4 j, Rusland Hope
4 j, Rusland 1894 6e Em.
y> Rusland Btnnenl.
5 pCt Imp. ly ?n Japan
5 pCt Binne Mexico,
GoudL m p. SU
5 pCL Funding Brazilift.
Bah ka in p. SC
Para 1902
a Rio de Janeiro (F. D
Sfio Paulo 1908
5 pCt Dominica
4 pCt Algew. H.B.K.
Haart. H.B.K.
5 pCt. RoUerdL Can. H.B
6 pCL Argent H.B.L.
m dito Cedula K.
4% Ung. Land C.Sp.
4ygo/« Hong H.B. Comm. Obl.
Aand. Amalgamated Copper
30 October,
k
u
l>
h
k
h
Sa
Am. Car en boun i
Am. Hide en Lealhc
United Cigar M. Cy.
tinned Slates Steel
Cult. Mij. Vors tent
Hand. Maa Lsch.
Kelalioen gew.
Kelalioen pref.
Aand. ileajang Lebong.
Sinkep Tin Mjj.
Great Cob ar
Aand. Ceconsui. Petrol.
Intern. Rum.-Petrol.
a Koninklijke petr.
Aand. Amsterd. Rubber.
DfilirBaiavia
NederL
Ooist-Java Rubber.
K. Ned. Stoomb. Mij.
M Ned. Amer. St. Mij.
Comm. Marine
Pref. id,
Aand. ilott. Spoor
Aand. Staatsspoor
4JA pCt. Oibl. Underground
41/* pCl. Mosk. Kieuw .Wor.
4lJt «Wiadikawkas.
Comm. Atchison, Top.
4 pCL Alg. Hyp. iopeka
4 i, Conv. Bid. idem.
5«& Cuba Railr. Cy. Je Hyp.
Common Denver
Common Erie
4 pCt general Erie
Common Kansas C. South.
Pref. Kansas C. South.
Common Missouri K. X,
4 pCt le hyp. idem,
4ji pCLNat. Raiiw of Me'xio
Common New-York Ontari
Common Norfolk
Common Rock Island
Common South Pacific
i pCt Convert kletm
4 fc le Itef. Hyp. idem
Comm. Southern Raiiw.
Common Union Pacific
4 gCi. goud ObL idem
4 b Convert ObL idem
Common .Wabash Sh,
Canadian Paeif.
4y, pCL Brazil Raiiw,
6 pCt. Yucatan.
4^8 pCi Sotac&bana
iyipCt. Antwerpen 188Z-
Turkije 1820.
Aand. Batavia Electa,
Madocra Stm. Pref.
Prolongatie
78
e5u/ie
92'/g
841
8^
841/*
931/,
9^/t.
873/4
893/4
8311
83
801/j
94
44l/2
9di5ll6
95
95
908/4
1009/1G
100 i/M
91
95l/a
101
947/le
901,4
963,4
98' '2
868/4
583/4
291-7*
601/4
7ó*/i*
la 6
life1/,
3 il/2
4dl/t
240
263
8i8,8
783/g
66
921/4
88
93
928/,
87H/lf
893/4
8 8%
828/4
837/8
831;,,
901/2
92
991 8/,l
1027,
95a/4
1003/,
101
9414
H.
79
881/4
8713/K
921/4
2IH/4
1801,8
a03
2101/j
120
7^/2
131
12ó6/8
löt»
4,6/lC
191,
63u
28H/j
7o2
24t>i/a
1U2
603/4
8a
941/4
;1UU
831/2
901/4
a tb,8
106
iU17/8
ai*/8
2öi/a
6II/4
28
93W.
99
3o1/8
11181,2
iOa-,8
u3;/ic
28»/,
16a
100
1018/4
43/4
260
»1J|8
96*/.
883,4
*-l/8
85
95 u/M
4
981
84-/,
6ii 4
291/4
Ö41/.J
155
1721/2
32
43
238
260
801,2
208
130
aOU
2101/4
126
123
180
ól/ie
18!/»
607 v
96
85
7/s
21,1/2
543/4
7413/14
1553/4
811/4
213
1347/2
ÓÜ21
'li
liO
750
2401/4
50l/g
921/,
IO61/4
969,K
21
8*/tc
761/4
27i,,
604/,
273^
341/2
267/te
1031 a
931/4
9z*,g
281/4
168
100
1011/jf
43/4
260
838/4
951/2
2441/a
21»/lt
278/4
603,4
277/g
253/g
281/,
96I/4
gen, maar ik geloof niet, dat dit kind iets
toet onze zaak te maken heeft. Men vond de
zigeunerin stervend op 'n landweg. Zij heeft
voor haar dood niets meer over het kind kun
nen meedeelen. Een Franseh geestelijke nam
den knaap tot zich, voedde hem op en zond
hem later naar Parijs, waar hij zich een be
staan verschafte. In Parijs nn is de jonge
man op den weg der misdaad gekomen en
tot veeljarige gevangenisstraf veroordeeld
geworden. Maar het gelukte hem te ontsnap
pen, en sindsdien vervolgt men hem tever
geefs
Met hoog opgetrokken wenkbrauwen en in
gehouden adem had Farnow toegehoord,
een diepe zucht ontsnapte aan zijn lippen.
„Zou deze ongelukkige niet mijn jongen
kunnen zijn?" vroeg hij met bevende stem.
-Leeft die geestelijke nog en waar kan ik
hem vinden?"
„Daar kan ik n niets van zeggen," ant
woordde de advocaat; „de heer, die mij deze
mededeelingen heeft gedaan, zal mij vandaag
of morgen weer bezoeken, ik verwachtte hem
gisteren al
„Woont hij hier?"
„Neen, het is een Franseh man, die den
vluchteling vervolgt
„Zoekt hij hem hier?"
„Dat niet; hij heeft zich met mij In verbin
ding gesteld, omdat ik óók een Franscfoen mis
dadiger zoek."
„En zult u hem vragen, waar ik den gees
telijke vinden kan? Belooft u mij dat? Dit is
een spoor, dat kan en moet vervolgd worden".
„Hoo kunt n nu noir Vinnen, zekerheid te
bekomen 1" zeide de advocaat. U hebt den ring
al teruggekregen.
„Er is nog een tweede herkenningsteekenl"
„Welk?"
„Een moedervlek onder den rechterarm.
De geestelijke moet dit ontdekt hebben, en
dan
Farnow hield op. Hij bedekte de oogen
met de handen en hijgdeDe blik van den
advocaat rustte vol innige deelneming op
hem.
„Dan hebt n inderdaad zekerheid," zei Mr.
Leitenring na een poos; „maar ik vraag nog
eens: zou het niet het beste zijn, te gelooven,
dat het kind al lang met zijn moeder ver-
eenigd is?"
„Hou zou ik dat, zoolang mij alle zeker
heid ontbreekt!" antwoordde Farnow. „Het
verloren kind op te zoeken, is mijn levens
taak. En wat er ook gebeure, mijn arm, onge
lukkig kind mag ik niet verloochenen."
„Ook dan niet, wanneer het voor uw eigen
oogen in de gevangenis werd geworpen?"
„Nooit en onder geen enkele omstandig
heid! Kan ik zelf niet eens met den heer
spreken, die n de mededeelingen heeft ge
daan
„Laat u het aan mij over," zei de advocaat
met een afwijzende handbeweging; „ik zal u
over alles, wat u weten wilt, zekerheid ver
schaffenvoor zoover mij dat dan moge
lijk isl"
„Kan de zaak dan nog verder vervolgd
worden, dan zal ik het zeker doen. Vóór alles
moet u mij het adres van den geestelijke ver
schaffen-
„En wilt u mij den ring zoolang toevertrou
wen, tot die heer mij weer bezocht heeft?"
„Zeker," knikte Farnow, zonder aarzelen,
„ik wil alles doen, wat u wenscht, u kunt zelfs
ao beide portretten
„Neen, neen, dat is niet noodig," viel de
advocaat hem in de rede; „de ring is voldoen
de voor de vragen, welke ik den Franscbman
stellen zal."
„En wanneer zal ik terugkomen?"
„Ik zal 't u laten weten, zoo gauw mijnheer
hier is geweest. Tot dan moet u het strengste
stilzwijgen bewaren, tegenover ieder zonder
uitzondering, en in "t bijzonder tegenover
den graaf!"
,Jk beloof het u," antwoordde de antiquair.
Hij ging toen heen en even na hem trad
vrouw Schalier hinnen.
„Ik weet al, wat n tot mij brengt," zei de
advocaat, terwijl hij haar een stoel aanbood;
„mijnheer Heiwig heeft mij nw wensch mee
gedeeld."
„En mag ik opvervulling hopen?" vroeg
de oude vrouw zenuwachtig. „Ik kan *t be
zweren, dat mijn zonen onschuldig zijn...."
„Dat helpt ons niet, u moet het kunnen be-
wijzen," viel hij haar in de rede; „de rechter
verlangt duidelijke bewijzen. Ik heb de zaak
onderzocht en moet bekennen, dat alles tegen
n jongens getuigt! Zij kunnen niet bewijzen,
waar ze den bewusten avond geweest zijn:
ze bekennen den woekeraar vroeger bedreigd
te hebben, en hebben den dolk, waarmee de
moord gepleegd is, als hun eigendom erkend."
„Ik wil dat alles toegeven, maar dat zijn
nog geen beween voor hun schuld," ant
woordde de oude vrouw, terwijl ze met haar
zakdoek over haar voorhoofd streek. „Daar
om alleen kan men ze toch nog niet veroor-
deelen. Het mes hébben ze lang vóór den
moord verloren...."
„Waar?" vroeg de advocaat snel.
„In het huis van den Poolsohen graaf."
„Zeker?"
„Ja, maar de rechter van instructie gelooft
hot niet, omdat de graaf noch zijn dienaar het
mes gezien hebben."
„En wie zegt nu de waarheid?" antwoordde
de advocaat. „Graaf Kraslnski is toch een ge
loofwaardige getuige. Hij zou het mes, daar
hij de inbrekers op heeterdaad betrapte, toch
gevonden moeten hebben."
Vrouw Schalier keek zwijgend voor zich
uit
„Daar is ook anders over te denken," «ei
zij aarzelend; „maar het is gevaarlijk zulke
gedachten te uitenmen zon zeggen, dat
ik het verzonnen had!"
„U kunt met vertrouwen voor mij nw ver
moedens uitspreken ik zou ze onderzoeken
en er dan over oordeelen."
„Nu dan, mijnheer, ik zal u «eggen wat ik
weet. De dienaar van den Poolsehen graaf
heeft al sinds lang om ons huis en in onzen
tuin gezworven. Ik ontmoette hem dikwijls,
maar kon hem nooit recht in de oogen zien.
Eens heb ik hem gevraagd, wat hij toch
zocht; hij gaf mij een ruw antwoorden
misschien ging het mij ook wel niets aan."
„Wanneer was dat?" vroeg de advocaat.
„Al vóór de graaf bier woonde. De dienaar
had het toezicht op het werk in het huis van
den graaf, en dus dacht ik, dat hij meermalen
Grunewold spreken moest. Maar al was dit
*t geval, dan had hij in. den tuin achter ons
toch niets te maken, en eens zag ik ook den
graaf zelf in onzen tuin ik stond boven
voor 't raam, 't was nog licht genoeg om den
graaf en zijn dienaar te herkennen. Zij liepen
hij de haag, welke de tuinen scheidde en ik
zag dat de dienaar zijn meester met bewegin
gen iets verklaarde. Wat moesten zij er doen?
Ze gingen weer heen, en op den avond, dat de
misdaad moet gebeurt zijn, ontmoette ik ze
misdaad moet gebeurd zijn, ontmoette ik ze
melijk laat ze zagen mij niet, maar ik her
kende ze bij bet licht van een lantaarn."
„En hebt u ook gezien, dat zij het huis bin
nengingen?"
„Neen, hoe zou ik ze kunnen verdenken!
Ik bekommerde mij er niet verder om en ging
mijns weegs. Mijn zoons waren niet thuis
Juffrouw Grunewald heeft een paar minuten
later, nadat ik uitgegaan was, het buis van
haar vader verlaten. U znlt weten, dat zij haar
weg door ons huie (waarin Farnow beneden
woont) nam, en toen heeft «e daar twee ge
stalten gezien
„En die heeft zij voor uw zoons gehouden!"
„Kunnen het dan ook niet die twee anden
ren geweest zijnt"
•jDe graaf en zijn dienaar?"
(Wordt vervolgd.)