De Luxe Broodbakkerij Smakelijk Brood HOLMES TE GLAD! van uitsluitend prima kwaliteit. Mengelwerk. Een sleutelbos- HF.NR! C. J. CARELS, voorheen PauB Kaiser LEVERT: o VOORSCHOT. Waarzegster: U zult binnenkort een groo* erfenis krijgen. Doordraaier: Kunt u mij er misschien vij en-twintig gulden voorschot op geven» ftetraiten btf genoegzame deelneming tc lion-' den in het St. Clemensluiis tc Noord- wijlt crliont. 5—8 Nov. Huismoeders (vergoeding ƒ6). 11—15 Nov. Meisjes Middenstand (vergoe ding ƒ6—.). He heide eerste retraiten zijn uitsluitend ï°or dames en heeren uit den middenstand. Hegenen dus, die niet tot den eigenlijken Middenstand hehooren, worden verzocht wat Sednld te hebben, daar voor hen later nog KMegenheid zal bestaan een retraite te vol gen. £ij. die aan een dezer retraiten wensehen d®el te nemen, worden verzocht dit zoo spoe dig mogelijk te berichten aan den Weleerw. later A. Philippona, St. Cleinenshuis, Noord- ^ijherhout. Afdeeling HAARLEM. Hondsgebouw: Smedestraat 23 (St. Bavo). .Zondag 3 Nov. 3de dag jaarfeesten. Half eén vergadering Bakkers. Maandag 4 Nov. Ondersteuningsfonds 1 vergadering Schoenmakers. Dinsdag 5 Nov. Besttiur Timmerlieden. Bestuur Schilders. Woensdag 6 Nov. 4e dag Jaarfeesten. Honderdag 7 Nov. Rederijkers. V r jj d a g 8 Nov. Hoofdbestuur. Propagan- daclub. Vergadering Metaalbewerkers. Zaterdag 9 Nov. 8 uur. Hulpspaarbank (Sehoterkwartier). Hall' 9 uur Spaarkas „St. Nicolaas" (Winterprovisie). Half 9 Spaar bank. Inschrijving Coöperatieve Bakkerij. Bibliotheek. Namens het Bestuur, F. J. Teeve n, Secr. Atileeling OVERVEEN en O. Zaterdag 2 Nov., 'savonds van half 8 *°t half 9 zitting Spaarbank in het gewone lokaal; geei zitting Spaarkas. H ins dag 12 Nov., 's avonds te 8 uur, al- &e ine ene ledenvergadering in café „Ruim zicht" van den heer Jongkees. Goede opkomst Dringend verzocht. Mededeeling. He te houden cursus voor leden en niet- leden der afd. zal beginnen 19 November, s avonds te half acht, in 't lokaal bij de Eerw. Unsters. Een ieder wordt verzocht hier goede nota van te nemen. Namens het Bestuur: W. v. d. Aardeweg, S er Afdeeling SCHOTEN en O. Bondsgebouw: Kerklaan. He jaarfeesten zullen plaats hebben op Zon dag 10 en 17 Nov. 's avonds half 8. De laatste Repetitie is toegankelijk voor kinderen van bondsleden op Vrijdag 8 Nov. half 8, dus niet °P 2 Nov. zooals abuis werd vermeld. De cursusavonl zal plaats hebben op Woensdag 6 Nov. a.s. Komt allen op naar den cursus. C h r. H u ij b o o m, Voorz B. Burger, le secret. Afdeeling VELSEN en O, Bondsgebouw: Rijksstraatweg L 24c. Algemeene vergadering Zondag 3 No vember, des avonds 7 uur. Ageuda: instal latie uieuwe ledeu, notulen, ingekomen stuk ken, bespreking St. Willibrordusfeest, bespre king bode, verkiezing bestuurslid, verslag verifieurs. Brandstoffenfonds St. Thomas van Villanova Vergadering Zondag 3 November, na de Hoogmis. Agenda: Rekening en verantwoor ding van den penningmeester en verkiezing van een bestuurslid. Namens het Bestuur, r. van 't P a d j e, voorz. Jac. Zuurbier, Secr. Afdeeling BEVERWIJK. Bondsgebouw: Peperstraat 15. Zaterdag 2 Nov. 's avonds van 89 uur zitting der spaarbank „St. Antonius"; vau tot 8üi zitting der Spaarkas „St. Nicolaas" en Communiefonds. A o n d a g 3 Nov. 's avonds 7 uur Ledeuver- eadcring jn het bondsgebouw. Namens het Bestuur, J, de Goede, Secr. Afdeeling HEEMSTEDE, R--K. Vereenigingsgebonw. Dm8(lag 5 Nov. Repetitie Harmonie St. Michael en Gymnnstiekvereeu. V r ij d a g 8 Nov. Repetitie Harmonie en Toonetivereeniging. Namens het bestuur, Th. Tellings, 2e Secr. Afdeeling BENNEBROEK en O. hm v n 8 d a g 5 Nov. 's avonds om half 8 uur, g.' 011'lelijke vergadering, waarin bet be- finreP Vau coöperatieve bakkerij zal komen over de aangelegenheden van de ouoperaue; tevens verkiezing van een Voor- Alle leden worden dringend verzocht deze Vergadering bij te wonen. Namens het Bestuur: J. van Bakel, Secretaris. t, a A'dee"n* L1SSE Bonnsgebouw: Bondstraat H. 47. Zaterdag 2 November, 'g avonds van I tot 8 uur, Spaarkas. Dinsdag 5 November, 's avonds 7 uur Huishoudelijke vergadering voor alle leden. .Agenda: Reglementsherziening. Bespre- kiug „Eerbied in Gods Huis." Zondag 10 November algemeene com munie oor leden en Donateurs der afdee- De H. Mis zal gelezen worden 's mor- ten half zeven. Do leden worden vrien delijk doch dringend verzocht hun Insigne Achtbaar te dragen. Namens het Bestuur, C. v. d. V1 u g t, 2e Secr. Dus het blijft afgesproken, om half 4 kom je met de auto mij halen. Met een eenigszias nijdig „ja" was Johan Tallen uit de huiskamer gestapt de deur meer achter zich dichttrekkend dan zacht sluitend, en met een teleurgesteld doch nog hoopvol ver langen bleef zijn zuster Josephine achter. Zij nam van een klein tafeltje een portret in. de hand en bekeek het langen tijd in gedachten. Had zij wel het recht in plaats van op haar eigen boudoir dit beeld in de huiskamer onder ieders oogenbereik te plaatsen? En toch dit was een natuurgetrouwe weergave van haar, die haar jonge meisjesziel grootelijks liefhad. Ve len, vooral haar broeder, plaagden haar om hare aanhankelijkheid, doch zij was er diep van over tuigd, dat alle plagers evenals zij meer dan achting voelden voor het voorwerp harer toe wijding.. Dikwijls genoeg immers hadden haar allen blijk gegeven als Henriette's stem liefelijk tee- der en innig ontroerend in hun stille tehuis aan de piano weerklonk. Henriette Nogh had reeds op 18-jarigen leef tijd met de hardheid van het leven kennis ge maakt. Haar vader en moeder leefden in steeds nijpender zorgen. Zij waren, wat dikwerf voor komt, achteruitgegaan. Van de ecitijds goede zaken was door de overgrooie concurrentie niets meer overgebleven en sinds een tweetal jaren doorleefde haar broeder verre van het prettig tehuis een hangen tijd, terwijl zij de ouderlijke woning ook had moeten verlaten om onder vreemden het verlies der huiselijkheid te besef fen. In dien tijd was het, dat in de oude en stille provinciestad Josephine hare vroegere vriendin had teruggezien, wiens lot den est diepen indruk op het oulangs van de huishoud school teruggekomen meisje had gemaakt. In het eerst voelde Josephine zich gekrenkt dat Henriette haar niet dadelijk liad bezocht toen zij zich in haar geboorteplaats vestigde. Aldra begreep zij echter dat de nieuwe toestand de oorzaak was van Henriettos terughoudend heid en de>ze was haar er des te liever toen om geworden. Dan overdacht zij toch dikwerf als Henriette daarna meermalen en veelvuldig hun ouderlijk huis bezocht aan het onderscheid al lengs tussehen hen ontstaan. Doch mocht zij of liever moest zij het niet voorbijzien dat deze ondergeschikte van anderen was geworden, ter wijl zij zelf als meesteres gebood en bevelen kon. Op school waren zij toch reeds vriendin nen geweest, dan kon ook de huidige toestand geen beletsel zijn voor haar verdere toegene genheid. Hetzelfde lot h,ad haar immers ook kunnen treffen. En dat portret dan Johan had er eens zoo onbegrijpelijk op gezin speeld. Vandaag was hij nu zoo eigenaardig van haar weggegaan. Zou hij ten slotte Henriette niet graag te hunnen huize zien? Dat waren de bespiegelingen die Josephine hield toen klokslag half vier de auto voor de huisdeur stil hield. Johan had z n vrienden bericht gezonden en aan den wensch van zijn zuster gevolg gegeven. Het was een zoele zomernamiddag en het frissche zuchtje van de in matig tempo rijden de door Johan bestuurde wagen deed in de stille atmosfeer lustig wapperen Josephines sluier. O welk een genot zoo met je broeder door de wereld te vliegen, welk een weelde te genieten van liet voorbijgereden landschot) dat telkens in zijn oude eenzelvigheid opnieuw in behagelijk afwisselende toonsehakeering tot werkelijk le ven opwekt. Johan, toe rijd straks even bij de Garssena aan, ik moet Henriette even sprekeu. Johan antwoordde niet, doch in de stad te ruggekomen hield de auto plotseling met een ruk stil. Josephine schrok op uit haar gedachten, maar Johan wees haar. Eenige schreden voor hen uit wandelde Henriette alleen. Deze had het ongewone geraas van den st-ilhoudenden wagen vernomen en draaide onwillekeurig het hoofd om. Toe Henriette, rijd je even mede, vroeg Josephine. Neen, nu niet, ik moet naar huis, ik mocht slechts even oploopen want mevrouw Garssens wilde uitgaan. Ik mag niet langer talmen. Maar zeg, ik ben zoo ontriefd, op julli piano heb ik mijn sleutels laten liggen Lachend bekeek Johan het keuvelende twee tal. Hem was iets in zijn geest opgekomen. Kort groetten zij elkander en de auto snelde huiswaarts. Dan zaten broeder en zuster wederom in de huiskamer ieder met hun gedachten. Tussehen hen het portret van Henriette. Zeg me eens Johan, waarom was je nu zoo vreemd, toen ik je straks om een tochtje vroeg. Ik vreemd, gaf ik dan aanleiding tot zulke gedachten Jossie. Ik dacht straks heuscli dat je het niet prettig vond met mij Wij hebben toch genoten, niet? vroeg hij haar als antwoord terwijl hij haar de hand gaf. Ja, heerlijk, maar zeg eens Jo, je was zoo afgemeten tegen Henriette, vind je haar niet aardig? Johan liet haar hand los en staarde op het portret terwijl hij langzaam zeide: Ja en neen. Als zij muziek maakt wel, maar zij liegt wel eens. Wat zeg je? Deze week beeft ze het hier zelf' verteld. Zij had vergeten een gelukwensch te zenden aan een bekende, die haar een kennisgeving van haar huwelijk had gezonden, toen loog ze dat zij er geen ontvangen had. Is dat alles? Alles en nog wat, dan maar liever schuld bekend. In de bovenste lade van Julians schrijtafel lag de gevonden sleutelbos. Henriette was cr mede ontriefd en het was nu niet de eerste maal dat hij dezen in hun huiskamer door haar achtergelaten had gevonden. Zou Henriette behalve haM gekgenbeidfl- lengentje ook nog nalatig zijn of vergeetach tig. Deze eigenschappen konden toch niet in overeenstemming zijn met haar verheven diep- gevoelden zang en pianospel. Haar muziek deed meerdere accuratesse vermoeden. Ja, dat niet exaet-waar zijn in haar mishaagde hem en zijn zuster scheen dit ook een bagatelletje te vinden. En dan herinnerde bij zich het spreek woord Gelegenheid maakt den dief. Hij vond de groote variant: De overgroote gelegenheid dwingt tot leugenachtigheid, den zwakke. Johan stak de sleutels bij zich. Aan de deur van zijn kamer werd geklopt. De bediende verscheen met een telegram en Jo han liet hem wachten. De inhoud scheen van zeer groot gewicht want hij gaf terstond het bevel handkoffer en reismantel klaar te leggen. Nog denzelfden avond vertrok Johan naar Berlijn. Het belang van allen stond op het spel. De geruchten omtrent het bankhuis L. hadden zich bewaarheid. Een paar dagen later versoheen Henriette om haar sleutels te halen. Josephine had migraine maar het was als of- Henriettes gezelschap hare neerslachtigheid deed verdwijnen. Wat is dat een aardig beeldje hier op de tafel, Josephine, ik heb dat hij jullie nog nooit gezien, hebben jullie dit al lang? Een dag of veertien geleden heeft Johan dit medegebracht. Je weet in onze huiskamer zet ieder dat neer wat hem het mooiste voor komt. Zooals je ziet stelt het voor een zittende vrouw die een jongetje lezen leert. Johian zegt dat dit beeld het grootste geluk van een heden- daagsche moeder voorstelt niet alleen maar dat van de ideale vrouw van het heden. Zoo zel den beweert hij, vindt men werkelijk nog een verstandig meisje dat men er des te verheug der om zijn moet wanneer men bij uitzondering een dergelijk ideaal vindt. Volgens hem moeten do jonge meisjes alle kinderjuffrouwen worden om tot practische moeders zich op te leiden. Dat is het juist wat ik den laatsten tijd zoo vreemd vind, of zou hij gelijk hebben, dat ook de meisjes beter deden een of ander vak te kiezen om daarin werkzaam te zijn als zich in zalig-niets-doen voor te bereiden totdat zij iets doen moeten. Wat dunkt jon, Henriette? Henriette zweeg, en zag in dat beeld hetzelf de ideaal waarin zij zich kon opvoeden want zij was kinderjuffrouw moeten worden uit nood, opofferend haar huiselijk doloefarniente en zij begreep dat bij een ongeluk toch meestal een geluk schuilt. In den grooteu sneltrein had Johan de reis heen en terug vlug afgelegd en zijn oogenblik- kelijk verschijnen in de wereldstad had hem in de gelegenheid gesteld het jonge leven van zijn zuster te behoeden voor eenzelfde lot als dat van haar vriendin. Op den terugweg bemerkte hij, dat hij de door Henriette bij hen achter gelaten sleutels bij zich had. Zij was er om ver legen had zij gezegd. Vanuit Hannover zond hij het volgende telegram Arriveer binnen enkele uren. Heb sleutels in mijn zak. Alles in orde. Johan. Dit telegram bracht de bediende juist bin nen toen beide meisjes zongen. He, wat aardig, juist die sleutels had ik vandaag willen halen, sprak Henriette. Laat in den avond kwam Johan thuis. Eerst den volgenden morgen aan het ontbijt sprak hij Josephine. Zeg, dat is nu wat moois, daar ga jij nu met de sleutels van Henriette op reis. Je tele gram kwam juist toen we aan het zingen wa ren en zij moest onverrichter zake terugkee- ren. Op de nog opengeslagen piano zag Johan zijn lievelingslied. De bediende bracht de mededeelng van Hen riette dat zij hoopte binnen een uurtje hare Bleutels terug te kunnen ontvangen. Zij kwam zelf. Johan was naar 't kantoor gegaan maar nauwelijks was hij daar een uurtje of het be richt gewerd hem in de huiskamer te komen. O, daar ben je al. Jo, sprak Josephine Henriette is gekomen om je. haar sleutels terug te vragen en ze heeft ze dadelijk noodig. Eigenlijk was het beter ze maar te bewa ren sprak Johan, aan Henriette den bos over handigend. En hij fluisterde haar in 't oor, „u zult ze binnenkort toch wel weer laten liggen, is het niet Ik geloof het niet, antwoordde Henriette met een blosje van verlegenheid op het gelaat. Mag ik u hedenmiddag het tochtje van eergisteren aanbieden? Juist Jo, dat is nu eens leuk van je, viel Josephine in. Henriette ging huiswaarts, het kwelde haar in verdenking van nalatigheid te staan. Zij toch had een beetje met opzet telkens haar sleu tels laten liggen. Zij maakte niet gaarne te veel gebruik van de haar zoo gul aangeboden gast vrijheid en het gezelschap van Johan en Jose phine had voor haar eene bijzondere aantrekke lijkheid. 's Middags zat Henriette naast Johan voor in de wagen. Ook zij genoot nu evenals Josephine eenige dagen tevoren van de vrije natuur. Was het niet beter, dat u mij als schatbe waarder voor altijd dien sleutelbos gaf, dan be hoefde u deze nooit meer te vergeten. Toen besefte Henriette dat zij Josephine's zuster zou worden. Zij keken elkander aan, al voortvliegend door de heerlijke avondlucht en in beider oogopslag lag een belofte van groot geluk. Ik heb een man gekend, die Sherlock Holmes te glad af was. Het was een klein onbeduidend mannetjes, maar zoo slim als een rat. De geschiedenis is vreeselyk ingewikkeld. Toch zal ik beproeven ze u duidelijk te maken. Laat ik maar met het volgende tooneel begin nen. Zoodra de deur geopend werd, verscheen Sherlock Holmes in zijn gewoon jaquette-eos- tuum. Met een oogopslag overzag hij het heele ver trek. 't Was een cel met naakte wanden. De af meting waren 3 bij 4 Meter. Een tafel. Een bed, op welks voeteinde de gevangene gezeten was. Verder een smal getralied venster en stoel. Het was daarheen dat de beroemde detective terstond zijn schreden richtte zonder een oogen- blik zijn blik van het gelaat zijns tegenstan ders af te wenden. Daarop ging hij zitten. In dien tijd had de gevangenbewaarder de deur der cel gesloten, doch bleef in de gang staan om zoo spoedig mogelijk te hulp te komen snellen. Sherlock Holmes zat geheel in het duister, terwijl de gevangene geheel verlicht werd dooi de lichtstralen, die door het getralied venster vielen. De beide mannen zagen elkander aan. Het duel begon. „Mijnheer Binocle, moet ik mij aan u voor stellen „Neen. Ik ken u Gij zijt Sherlock Holmes." „All right. En gij kent ongetwijfeld het doel van mijn bezoek." „Ja. Gij zijt hier gekomen om van mij te ver krijgen, goedschiks of kwaadschiks de enve loppe, die het geheim bevat, bet ontzettende geheim, waarvan afhangt de eer van den graaf, van den markies, van het lid der Academie en die van den onder-secretaris van het Minister van Landbouw. „Juist." „Ik veronderstel, dat gfj gekomen zijt om mij in ruil ervoor een ellendig sommetje aan te bieden „Geen ellendig sommetje, maar twee duizend franken." Binocie trok minachtend de schouders op. „Wilt gij dan vier duizend franken?" vroeg de detective. „Luister," hernam Sherlock Holmes, „ik zal open kaart met u spelen. Ik heb opdracht tot 20 duizend franken te gaan, doch geen cent meer. Bedenk, voegde hij er bij, toen hij den an dere een weigerend gebaar zag maken, dat er slechts één persoon is, die de enveloppe als wapen gebruiken kan. Dat is de kolonel, doch die zal de enveloppe niet in zijn bezit krijgen." „En waarom niet?" „Omdat wij ze eerder hebben zullen." „Ik weiger ze aan u te verkoopen." „Welnu, waarde heer," zei Sherlock opstaan de, „gij zult zonder noodzaak 20 duizend fran ken verliezen." De gevangene glimlachte. Daarop kwam er een spottend licht in zijn oogen. „Het is waar," zei hij, „de enveloppe is hier. Gij zijt Sherlock Holmes, de beroemde detective en ik ben maar Binocle, een arm man. Welnu, mjjn waarde heer Holmes, met al uw bekwaam heid zult gij de enveloppe niet vinden, doch gij zult mij niet kunnen beletten, ze den kolonel te doen toekomen." Bij deze woorden had Sherlock een revolver voor den dag gehaald en richtte die op den ge vangene. „Geen enkele beweging, mijnheer Binocle!" „Wees bedaard 1 Ik zal de enveloppe niet ver scheuren. Daarvoor is ze veel te kostbaar!" Op het roepen van den detective verscheen een gevangen bewaarder en ontving een bevel. Eenige oogenbiikken later traden een com missaris van politie en twee agenten de cel bin nen. De gevangene had zich niet bewogen. Hij werd eerst gegrepen, daarna begon een uiterst nauwkeurig onderzoek. Laten wij hier nog even wat verhalen. Zooals wij reeds gezegd hebben, ging het om eene enveloppe, die werkelijk in 't bezit van den gevangene in de cel was. Aan deze enveloppe hechtte de politie een hooge waarde. Men zal zich herinneren, dat de cel 3 en 4M was. De muren waren naakt. Het meubilair bestond uit een bed, een tafel, een stoel, een waschkom en een emmer. Welnu de muren werden onderzocht, afge krabd. Het plafond eveneens. De vloer werd opgebroken. Men zaagde het hout van het bed, van de tafel en van den stoel in duizend kleine stuk jes. De waschkom werd gebroken evenals de em mer. Het bed werd opengescheurd en doorzocht. In de cel werden de voorwerpen, al konden ze slechts een korrel bevatten, aan een nauwkeurig onderzoek onderworpen, de kleeren van den gevangene, de roeden van zijn bed, het slot van de deur, de staven van het venster, alles werd nagespoord. En Binocle zelf werd nog nauw keuriger onderzocht dan de galeiboeven op de galeien. Men vond niets. Sherlock Holmes schuimbekte. Binocle glimlachte spottend. Eindelijk werd het onderzoek gestaakt. De politienaren gingen heen. Men moet wel begrijpen, dat men den gevan gene niet geheel naakt liet staan. Men bracht hem in een ander lokaal en gaf hem andere kleeren. Doch dit is voor ons van geen belang. We zullen hem aan zijn toilet laten en Sherlock Holmes volgen. Deze trad zijn woning binnen, daar vond hij een briefje van den kolonel, die hem uitnoodig- de spoedig te zijnent te komen. Nu zouden we hier wel kunnen meedeelen, wie de kolonel was, doch daarvoor zouden we een geheelen jaar gang v-an dit blad noodig hebben. We zullen daarom maar volstaan, met mede te deelen, dat dit heerschap de enveloppe tegen eiken prijs in zijn bezit wilde hebben. Toen hij het briefje vond, aarzelde de de tective geen oogenblik. Eenige oogenbiikken later trad hij bij den kolonel binnen. Hij werd zeer hartelijk ontvangen. „Ga zitten, mijn waarde heer Sherlock," zei de kolonel. En vlug voegde hij er bij „Ik wilde u wel eens spreken over die be ruchte enveloppe, die gij zoo vruchteloos ge zocht heb." „Hoe? Weet gij dat? „Wel ja en ik kan u ook deze geheimzinnige geschiedenis ophelderen," „Wer-ke-lijk," stamelde de detective, ondanks zijn buitengewone koelbloedigheid zeer verwon derd. „Niets is eenvoudiger! Kom even bij mij, als gij wilt." De kolonel liad zich voor den lessenaar ge zet, greep een stuk papier en een potlood- Naast hem staande, zag Sherlock opmeA- zaam toe. „Zie hier," zei de kolonel, een rechthoek tee- kenende, do cel van den gevangene. De deur wordt geopend en zonder uw oogen van hem af te wenden om elke beweging van zijn gelaat gade te slaan, begaaft gij u, hier heen, naar den eenigen stoel, die In het donker stond tegenover den gevangene. „Dat is zoo." „Welnu," vervolgde de kolonel, „gij ging toch, ik zal het u toonen, opdat gij mij heter begrij pen zult." Daarop ging de kolonel, den detective achter zijn 'lessenaar latende staan, naar een stoel, die bij de deur van liet vertrek geplaatst was. Daar op een beweging makende alsof hij wilde gaan zitten, vervolgde hij: „Daar naamt gij plaats, volgens uw ge woonte de panden van uw jas uit elkander houdende." „Hèriep Sherlock Holmes uit, de hand naar de achterzijde van zijn broek brengende. „Wel ja," zei de kolonel, de enveloppe lag met den met lijm besmeerden kant boven op de stoel. Gij hebt ze aldus ouder de panden van uw jas verborgen gehouden en vervolgens wegge dragen. En nu hebt gij ze bij njij gebracht. Mijn hartelijken dank!" Dit zeggende trok de kolonel handig de en veloppe van den broek van Sherlock Bolmes en vóór deze van zijn bewondering bekomen was, liad hij de deur, waarbij hij stond, geopend en snelde heen, na den sleutel aan den buiten kant omgedraait te hebben. NIEUWE KLANTEN VOOR DEN GOUDSMID. Dat zijn de zuigelingen, die tegenwoordig volgens de langer hoe meer ingang vindende mode veel bijouterieën moeten dragen zegt „Ons Maandblad". Men kan er iets dégoutant in vinden, dat het pasgeboren kind reeds wordt overgeleverd aan de ijdelheid van een sieraad, men kan bet betreuren dat de kleine vingertjes reeds ringen moeten dragen, de ooren reeds worden doorboord voor oorrin genwij goudssmeden hebben het feit van deze oplevende mode te constateeren om er ons op in te richten. Bepaalde men zich vroe ger bij de collier en armbandjes van roode of blauwe koralen, tegenwoordig deze mode is van Engelschen oorsprong heeft men ook allerlei andere sieraden. Dat van de babyspeld min of meer een sieraad wordt gemaakt is begrijpelijk. Dit is een voorwerp bij het toilet van baby noodzakelijk; het is een gebruiksvoorwerp, dat recht heeft op een aangenamen vorm op een artistieke uit voering. Doch 't zijn thans ook vingerringen v- waarbij naar men zegt nog geen verlo vingsringen oorringen, colliers met me daillons eraan, armbandjes met hangers enz. Alles zeer klein en popperig maar desalniet temin kostbaar. Ook in het zeer jonge kind is de mensch reeds in staat zijn rijkdom te demonstreeren VERVALSCHING VAN.WILD. Een vervalsehing, die zeker minder bekend is dan die van wijn of melk, if die van wild. En do vervalschers bereiken dezen in dezen tak van industrie het hoogtepunt van de „kokskunst". De fabricatie van vervalschte lijsters, patrijzen en kwartels heeft sedert eenige jaren vooral in Parijs een uitbreiding genomen, die door de enorme oneerlijke wisten, genoegzaam ver klaard kan worden. Zieheir b.v. het procédé voor de vervaardiging van nagemaakte kwartels. Men neemt pas uitgekomen kuikentjes. Deze worden behoorlijk met fijn vet behandeld en daarna met fijne hagelkorreltjes „bewerkt". Za zijn dan gereed om naar Parijs ook elders? heengezonden te worden, en de Fransche kok neemt de verdere zeer moeilijke taak over, om den verbruiker door allerlei aroma's en „ge leerde" sauzen in den waan te brengen, dat zij in plaats van doodgewone kuikentjes, tegen duur geld fijne wilde kwartels te proeven krij gen. Wij leven inderdaad in een tijd van bui tengewonen vooruitgang op elk gebied, gelijk men ziet! Wij zouden deze feiten nauwelijks ge- looven, ware het niet, dat een zeer ernstig Bel gisch blad, Le Mouvement hygiénique, voor de waarheid er van instaat. TENOR EN EZEL De eerste tenor aan het operettentheatei te Innsbruck, Bratt, is dezer dagen het voor werp geweest van een vermakelijk misver stand. Hij is namelijk met het Burgerthea ter te Weenen in onderhandeling betreffen de een engagement en de onderhandelingen worden gevoerd door den zangleeraar, bij wien Bratt zijn opleiding genoten heeft. Op den eersten brief, dien de zangleeraar aa de directie van het Bürgertheater schreef, kreeg hij ten antwoord, „dat in het Bürger theater op het oogenblik op het repertoir geen operette had, waarin een ezel voorkomt- mocht de behoefte aan zulk een dier zie' eventueel voordoen, dan zou men op he aanbod terugkomen." Dit eigenaardig antwoord werd langs tele fonischen weg spoedig opgehelderd. De secre taris van het Burgertheater had namelijk, ge lijktijdig met den brief van den zangleeraar een schrijven ontvangen van een te Weene gevestigde ezelfokker, Gruber genaamd, di zijn dieren ten gebruike in het theater aan bood. De beide brieven werden gelijktijdi beantwoord. Bij het insteken in de envelop pen werden de antwoorden verwisseld: d zangleeraar ontving het voor den ezelfokke bestemd bescheid en de ezelfokker eenige re gels, waarin hem verzocht werd om opgav van repertoire en toezending van portrette in burgerkleeding en in theatercostuum. ezelfokker was natuurlijk even verbaasd de zangleeraar en schreef terug, dat men he dergelijke eischen nog nergens had gestel Zijn ezels verheugden zich in een algemee gunstige reputatie, waren verstandig en ka merzindelijk, maar repertoire hadden zij vol strekt niet. Een portret was overigens te vin den op de prentbriefkaart, welke hij bij zij schrijven insloot. Natuurlijk volgde ook hie de opheldering.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 17