De Luxe Broodbakkerij
Smakelijk Brood
HOLMES TE GLAD!
van uitsluitend prima kwaliteit.
Mengelwerk.
Een sleutelbos-
HF.NR! C. J. CARELS,
voorheen PauB Kaiser
LEVERT:
o
VOORSCHOT.
Waarzegster: U zult binnenkort een groo*
erfenis krijgen.
Doordraaier: Kunt u mij er misschien vij
en-twintig gulden voorschot op geven»
ftetraiten btf genoegzame deelneming tc lion-'
den in het St. Clemensluiis tc Noord-
wijlt crliont.
5—8 Nov. Huismoeders (vergoeding ƒ6).
11—15 Nov. Meisjes Middenstand (vergoe
ding ƒ6—.).
He heide eerste retraiten zijn uitsluitend
ï°or dames en heeren uit den middenstand.
Hegenen dus, die niet tot den eigenlijken
Middenstand hehooren, worden verzocht wat
Sednld te hebben, daar voor hen later nog
KMegenheid zal bestaan een retraite te vol
gen.
£ij. die aan een dezer retraiten wensehen
d®el te nemen, worden verzocht dit zoo spoe
dig mogelijk te berichten aan den Weleerw.
later A. Philippona, St. Cleinenshuis, Noord-
^ijherhout.
Afdeeling HAARLEM.
Hondsgebouw: Smedestraat 23 (St. Bavo).
.Zondag 3 Nov. 3de dag jaarfeesten. Half
eén vergadering Bakkers.
Maandag 4 Nov. Ondersteuningsfonds
1 vergadering Schoenmakers.
Dinsdag 5 Nov. Besttiur Timmerlieden.
Bestuur Schilders.
Woensdag 6 Nov. 4e dag Jaarfeesten.
Honderdag 7 Nov. Rederijkers.
V r jj d a g 8 Nov. Hoofdbestuur. Propagan-
daclub. Vergadering Metaalbewerkers.
Zaterdag 9 Nov. 8 uur. Hulpspaarbank
(Sehoterkwartier). Hall' 9 uur Spaarkas „St.
Nicolaas" (Winterprovisie). Half 9 Spaar
bank. Inschrijving Coöperatieve Bakkerij.
Bibliotheek.
Namens het Bestuur,
F. J. Teeve n, Secr.
Atileeling OVERVEEN en O.
Zaterdag 2 Nov., 'savonds van half 8
*°t half 9 zitting Spaarbank in het gewone
lokaal; geei zitting Spaarkas.
H ins dag 12 Nov., 's avonds te 8 uur, al-
&e ine ene ledenvergadering in café „Ruim
zicht" van den heer Jongkees. Goede opkomst
Dringend verzocht.
Mededeeling.
He te houden cursus voor leden en niet-
leden der afd. zal beginnen 19 November,
s avonds te half acht, in 't lokaal bij de Eerw.
Unsters. Een ieder wordt verzocht hier goede
nota van te nemen.
Namens het Bestuur:
W. v. d. Aardeweg, S er
Afdeeling SCHOTEN en O.
Bondsgebouw: Kerklaan.
He jaarfeesten zullen plaats hebben op Zon
dag 10 en 17 Nov. 's avonds half 8. De laatste
Repetitie is toegankelijk voor kinderen van
bondsleden op Vrijdag 8 Nov. half 8, dus niet
°P 2 Nov. zooals abuis werd vermeld.
De cursusavonl zal plaats hebben op
Woensdag 6 Nov. a.s. Komt allen op naar
den cursus.
C h r. H u ij b o o m, Voorz
B. Burger, le secret.
Afdeeling VELSEN en O,
Bondsgebouw: Rijksstraatweg L 24c.
Algemeene vergadering Zondag 3 No
vember, des avonds 7 uur. Ageuda: instal
latie uieuwe ledeu, notulen, ingekomen stuk
ken, bespreking St. Willibrordusfeest, bespre
king bode, verkiezing bestuurslid, verslag
verifieurs.
Brandstoffenfonds St. Thomas van Villanova
Vergadering Zondag 3 November, na de
Hoogmis. Agenda: Rekening en verantwoor
ding van den penningmeester en verkiezing
van een bestuurslid.
Namens het Bestuur,
r. van 't P a d j e, voorz.
Jac. Zuurbier, Secr.
Afdeeling BEVERWIJK.
Bondsgebouw: Peperstraat 15.
Zaterdag 2 Nov. 's avonds van 89 uur
zitting der spaarbank „St. Antonius"; vau
tot 8üi zitting der Spaarkas „St. Nicolaas"
en Communiefonds.
A o n d a g 3 Nov. 's avonds 7 uur Ledeuver-
eadcring jn het bondsgebouw.
Namens het Bestuur,
J, de Goede, Secr.
Afdeeling HEEMSTEDE,
R--K. Vereenigingsgebonw.
Dm8(lag 5 Nov. Repetitie Harmonie St.
Michael en Gymnnstiekvereeu.
V r ij d a g 8 Nov. Repetitie Harmonie en
Toonetivereeniging.
Namens het bestuur,
Th. Tellings, 2e Secr.
Afdeeling BENNEBROEK en O.
hm v n 8 d a g 5 Nov. 's avonds om half 8 uur,
g.' 011'lelijke vergadering, waarin bet be-
finreP Vau coöperatieve bakkerij zal komen
over de aangelegenheden van de
ouoperaue; tevens verkiezing van een Voor-
Alle leden worden dringend verzocht deze
Vergadering bij te wonen.
Namens het Bestuur:
J. van Bakel, Secretaris.
t, a A'dee"n* L1SSE
Bonnsgebouw: Bondstraat H. 47.
Zaterdag 2 November, 'g avonds van
I tot 8 uur, Spaarkas.
Dinsdag 5 November, 's avonds 7 uur
Huishoudelijke vergadering voor alle leden.
.Agenda: Reglementsherziening. Bespre-
kiug „Eerbied in Gods Huis."
Zondag 10 November algemeene com
munie oor leden en Donateurs der afdee-
De H. Mis zal gelezen worden 's mor-
ten half zeven. Do leden worden vrien
delijk doch dringend verzocht hun Insigne
Achtbaar te dragen.
Namens het Bestuur,
C. v. d. V1 u g t, 2e Secr.
Dus het blijft afgesproken, om half 4 kom
je met de auto mij halen.
Met een eenigszias nijdig „ja" was Johan
Tallen uit de huiskamer gestapt de deur meer
achter zich dichttrekkend dan zacht sluitend,
en met een teleurgesteld doch nog hoopvol ver
langen bleef zijn zuster Josephine achter. Zij
nam van een klein tafeltje een portret in. de
hand en bekeek het langen tijd in gedachten.
Had zij wel het recht in plaats van op haar
eigen boudoir dit beeld in de huiskamer onder
ieders oogenbereik te plaatsen? En toch dit was
een natuurgetrouwe weergave van haar, die
haar jonge meisjesziel grootelijks liefhad. Ve
len, vooral haar broeder, plaagden haar om hare
aanhankelijkheid, doch zij was er diep van over
tuigd, dat alle plagers evenals zij meer dan
achting voelden voor het voorwerp harer toe
wijding..
Dikwijls genoeg immers hadden haar allen
blijk gegeven als Henriette's stem liefelijk tee-
der en innig ontroerend in hun stille tehuis
aan de piano weerklonk.
Henriette Nogh had reeds op 18-jarigen leef
tijd met de hardheid van het leven kennis ge
maakt. Haar vader en moeder leefden in steeds
nijpender zorgen. Zij waren, wat dikwerf voor
komt, achteruitgegaan. Van de ecitijds goede
zaken was door de overgrooie concurrentie niets
meer overgebleven en sinds een tweetal jaren
doorleefde haar broeder verre van het prettig
tehuis een hangen tijd, terwijl zij de ouderlijke
woning ook had moeten verlaten om onder
vreemden het verlies der huiselijkheid te besef
fen. In dien tijd was het, dat in de oude en
stille provinciestad Josephine hare vroegere
vriendin had teruggezien, wiens lot den est
diepen indruk op het oulangs van de huishoud
school teruggekomen meisje had gemaakt.
In het eerst voelde Josephine zich gekrenkt
dat Henriette haar niet dadelijk liad bezocht
toen zij zich in haar geboorteplaats vestigde.
Aldra begreep zij echter dat de nieuwe toestand
de oorzaak was van Henriettos terughoudend
heid en de>ze was haar er des te liever toen om
geworden. Dan overdacht zij toch dikwerf als
Henriette daarna meermalen en veelvuldig hun
ouderlijk huis bezocht aan het onderscheid al
lengs tussehen hen ontstaan. Doch mocht zij
of liever moest zij het niet voorbijzien dat deze
ondergeschikte van anderen was geworden, ter
wijl zij zelf als meesteres gebood en bevelen
kon. Op school waren zij toch reeds vriendin
nen geweest, dan kon ook de huidige toestand
geen beletsel zijn voor haar verdere toegene
genheid. Hetzelfde lot h,ad haar immers ook
kunnen treffen. En dat portret dan
Johan had er eens zoo onbegrijpelijk op gezin
speeld. Vandaag was hij nu zoo eigenaardig van
haar weggegaan. Zou hij ten slotte Henriette
niet graag te hunnen huize zien?
Dat waren de bespiegelingen die Josephine
hield toen klokslag half vier de auto voor de
huisdeur stil hield.
Johan had z n vrienden bericht gezonden en
aan den wensch van zijn zuster gevolg gegeven.
Het was een zoele zomernamiddag en het
frissche zuchtje van de in matig tempo rijden
de door Johan bestuurde wagen deed in de stille
atmosfeer lustig wapperen Josephines sluier.
O welk een genot zoo met je broeder door de
wereld te vliegen, welk een weelde te genieten
van liet voorbijgereden landschot) dat telkens in
zijn oude eenzelvigheid opnieuw in behagelijk
afwisselende toonsehakeering tot werkelijk le
ven opwekt.
Johan, toe rijd straks even bij de Garssena
aan, ik moet Henriette even sprekeu.
Johan antwoordde niet, doch in de stad te
ruggekomen hield de auto plotseling met een
ruk stil.
Josephine schrok op uit haar gedachten, maar
Johan wees haar. Eenige schreden voor hen
uit wandelde Henriette alleen. Deze had het
ongewone geraas van den st-ilhoudenden wagen
vernomen en draaide onwillekeurig het hoofd
om.
Toe Henriette, rijd je even mede, vroeg
Josephine.
Neen, nu niet, ik moet naar huis, ik mocht
slechts even oploopen want mevrouw Garssens
wilde uitgaan. Ik mag niet langer talmen.
Maar zeg, ik ben zoo ontriefd, op julli piano
heb ik mijn sleutels laten liggen
Lachend bekeek Johan het keuvelende twee
tal. Hem was iets in zijn geest opgekomen.
Kort groetten zij elkander en de auto snelde
huiswaarts.
Dan zaten broeder en zuster wederom in de
huiskamer ieder met hun gedachten. Tussehen
hen het portret van Henriette.
Zeg me eens Johan, waarom was je nu
zoo vreemd, toen ik je straks om een tochtje
vroeg.
Ik vreemd, gaf ik dan aanleiding tot zulke
gedachten Jossie.
Ik dacht straks heuscli dat je het niet
prettig vond met mij
Wij hebben toch genoten, niet? vroeg
hij haar als antwoord terwijl hij haar de hand
gaf.
Ja, heerlijk, maar zeg eens Jo, je was zoo
afgemeten tegen Henriette, vind je haar niet
aardig?
Johan liet haar hand los en staarde op het
portret terwijl hij langzaam zeide:
Ja en neen. Als zij muziek maakt wel,
maar zij liegt wel eens.
Wat zeg je?
Deze week beeft ze het hier zelf' verteld.
Zij had vergeten een gelukwensch te zenden aan
een bekende, die haar een kennisgeving van
haar huwelijk had gezonden, toen loog ze dat zij
er geen ontvangen had.
Is dat alles?
Alles en nog wat, dan maar liever schuld
bekend.
In de bovenste lade van Julians schrijtafel
lag de gevonden sleutelbos. Henriette was cr
mede ontriefd en het was nu niet de eerste
maal dat hij dezen in hun huiskamer door
haar achtergelaten had gevonden.
Zou Henriette behalve haM gekgenbeidfl-
lengentje ook nog nalatig zijn of vergeetach
tig. Deze eigenschappen konden toch niet in
overeenstemming zijn met haar verheven diep-
gevoelden zang en pianospel. Haar muziek
deed meerdere accuratesse vermoeden. Ja, dat
niet exaet-waar zijn in haar mishaagde hem
en zijn zuster scheen dit ook een bagatelletje
te vinden. En dan herinnerde bij zich het spreek
woord Gelegenheid maakt den dief. Hij vond de
groote variant: De overgroote gelegenheid
dwingt tot leugenachtigheid, den zwakke.
Johan stak de sleutels bij zich.
Aan de deur van zijn kamer werd geklopt.
De bediende verscheen met een telegram en Jo
han liet hem wachten. De inhoud scheen van
zeer groot gewicht want hij gaf terstond het
bevel handkoffer en reismantel klaar te leggen.
Nog denzelfden avond vertrok Johan naar
Berlijn. Het belang van allen stond op het spel.
De geruchten omtrent het bankhuis L. hadden
zich bewaarheid.
Een paar dagen later versoheen Henriette
om haar sleutels te halen.
Josephine had migraine maar het was als
of- Henriettes gezelschap hare neerslachtigheid
deed verdwijnen.
Wat is dat een aardig beeldje hier op de
tafel, Josephine, ik heb dat hij jullie nog nooit
gezien, hebben jullie dit al lang?
Een dag of veertien geleden heeft Johan
dit medegebracht. Je weet in onze huiskamer
zet ieder dat neer wat hem het mooiste voor
komt. Zooals je ziet stelt het voor een zittende
vrouw die een jongetje lezen leert. Johian zegt
dat dit beeld het grootste geluk van een heden-
daagsche moeder voorstelt niet alleen maar dat
van de ideale vrouw van het heden. Zoo zel
den beweert hij, vindt men werkelijk nog een
verstandig meisje dat men er des te verheug
der om zijn moet wanneer men bij uitzondering
een dergelijk ideaal vindt. Volgens hem moeten
do jonge meisjes alle kinderjuffrouwen worden
om tot practische moeders zich op te leiden.
Dat is het juist wat ik den laatsten tijd zoo
vreemd vind, of zou hij gelijk hebben, dat ook
de meisjes beter deden een of ander vak te
kiezen om daarin werkzaam te zijn als zich
in zalig-niets-doen voor te bereiden totdat zij
iets doen moeten. Wat dunkt jon, Henriette?
Henriette zweeg, en zag in dat beeld hetzelf
de ideaal waarin zij zich kon opvoeden want
zij was kinderjuffrouw moeten worden uit nood,
opofferend haar huiselijk doloefarniente en zij
begreep dat bij een ongeluk toch meestal een
geluk schuilt.
In den grooteu sneltrein had Johan de reis
heen en terug vlug afgelegd en zijn oogenblik-
kelijk verschijnen in de wereldstad had hem in
de gelegenheid gesteld het jonge leven van zijn
zuster te behoeden voor eenzelfde lot als dat
van haar vriendin. Op den terugweg bemerkte
hij, dat hij de door Henriette bij hen achter
gelaten sleutels bij zich had. Zij was er om ver
legen had zij gezegd. Vanuit Hannover zond hij
het volgende telegram
Arriveer binnen enkele uren. Heb sleutels in
mijn zak.
Alles in orde. Johan.
Dit telegram bracht de bediende juist bin
nen toen beide meisjes zongen.
He, wat aardig, juist die sleutels had ik
vandaag willen halen, sprak Henriette.
Laat in den avond kwam Johan thuis. Eerst
den volgenden morgen aan het ontbijt sprak
hij Josephine.
Zeg, dat is nu wat moois, daar ga jij nu
met de sleutels van Henriette op reis. Je tele
gram kwam juist toen we aan het zingen wa
ren en zij moest onverrichter zake terugkee-
ren.
Op de nog opengeslagen piano zag Johan
zijn lievelingslied.
De bediende bracht de mededeelng van Hen
riette dat zij hoopte binnen een uurtje hare
Bleutels terug te kunnen ontvangen. Zij kwam
zelf. Johan was naar 't kantoor gegaan maar
nauwelijks was hij daar een uurtje of het be
richt gewerd hem in de huiskamer te komen.
O, daar ben je al. Jo, sprak Josephine
Henriette is gekomen om je. haar sleutels terug
te vragen en ze heeft ze dadelijk noodig.
Eigenlijk was het beter ze maar te bewa
ren sprak Johan, aan Henriette den bos over
handigend.
En hij fluisterde haar in 't oor, „u zult ze
binnenkort toch wel weer laten liggen, is het
niet
Ik geloof het niet, antwoordde Henriette
met een blosje van verlegenheid op het gelaat.
Mag ik u hedenmiddag het tochtje van
eergisteren aanbieden?
Juist Jo, dat is nu eens leuk van je, viel
Josephine in.
Henriette ging huiswaarts, het kwelde haar
in verdenking van nalatigheid te staan. Zij
toch had een beetje met opzet telkens haar sleu
tels laten liggen. Zij maakte niet gaarne te veel
gebruik van de haar zoo gul aangeboden gast
vrijheid en het gezelschap van Johan en Jose
phine had voor haar eene bijzondere aantrekke
lijkheid.
's Middags zat Henriette naast Johan voor in
de wagen.
Ook zij genoot nu evenals Josephine eenige
dagen tevoren van de vrije natuur.
Was het niet beter, dat u mij als schatbe
waarder voor altijd dien sleutelbos gaf, dan be
hoefde u deze nooit meer te vergeten.
Toen besefte Henriette dat zij Josephine's
zuster zou worden.
Zij keken elkander aan, al voortvliegend door
de heerlijke avondlucht en in beider oogopslag
lag een belofte van groot geluk.
Ik heb een man gekend, die Sherlock Holmes
te glad af was. Het was een klein onbeduidend
mannetjes, maar zoo slim als een rat.
De geschiedenis is vreeselyk ingewikkeld.
Toch zal ik beproeven ze u duidelijk te maken.
Laat ik maar met het volgende tooneel begin
nen. Zoodra de deur geopend werd, verscheen
Sherlock Holmes in zijn gewoon jaquette-eos-
tuum.
Met een oogopslag overzag hij het heele ver
trek. 't Was een cel met naakte wanden. De af
meting waren 3 bij 4 Meter. Een tafel. Een
bed, op welks voeteinde de gevangene gezeten
was. Verder een smal getralied venster en stoel.
Het was daarheen dat de beroemde detective
terstond zijn schreden richtte zonder een oogen-
blik zijn blik van het gelaat zijns tegenstan
ders af te wenden. Daarop ging hij zitten.
In dien tijd had de gevangenbewaarder de
deur der cel gesloten, doch bleef in de gang
staan om zoo spoedig mogelijk te hulp te komen
snellen.
Sherlock Holmes zat geheel in het duister,
terwijl de gevangene geheel verlicht werd dooi
de lichtstralen, die door het getralied venster
vielen.
De beide mannen zagen elkander aan.
Het duel begon.
„Mijnheer Binocle, moet ik mij aan u voor
stellen
„Neen. Ik ken u Gij zijt Sherlock Holmes."
„All right. En gij kent ongetwijfeld het doel
van mijn bezoek."
„Ja. Gij zijt hier gekomen om van mij te ver
krijgen, goedschiks of kwaadschiks de enve
loppe, die het geheim bevat, bet ontzettende
geheim, waarvan afhangt de eer van den graaf,
van den markies, van het lid der Academie en
die van den onder-secretaris van het Minister
van Landbouw.
„Juist."
„Ik veronderstel, dat gfj gekomen zijt om mij
in ruil ervoor een ellendig sommetje aan te
bieden
„Geen ellendig sommetje, maar twee duizend
franken."
Binocie trok minachtend de schouders op.
„Wilt gij dan vier duizend franken?" vroeg
de detective.
„Luister," hernam Sherlock Holmes, „ik zal
open kaart met u spelen. Ik heb opdracht tot
20 duizend franken te gaan, doch geen cent
meer. Bedenk, voegde hij er bij, toen hij den an
dere een weigerend gebaar zag maken, dat er
slechts één persoon is, die de enveloppe als
wapen gebruiken kan. Dat is de kolonel, doch
die zal de enveloppe niet in zijn bezit krijgen."
„En waarom niet?"
„Omdat wij ze eerder hebben zullen."
„Ik weiger ze aan u te verkoopen."
„Welnu, waarde heer," zei Sherlock opstaan
de, „gij zult zonder noodzaak 20 duizend fran
ken verliezen."
De gevangene glimlachte. Daarop kwam er
een spottend licht in zijn oogen.
„Het is waar," zei hij, „de enveloppe is hier.
Gij zijt Sherlock Holmes, de beroemde detective
en ik ben maar Binocle, een arm man. Welnu,
mjjn waarde heer Holmes, met al uw bekwaam
heid zult gij de enveloppe niet vinden, doch gij
zult mij niet kunnen beletten, ze den kolonel te
doen toekomen."
Bij deze woorden had Sherlock een revolver
voor den dag gehaald en richtte die op den ge
vangene.
„Geen enkele beweging, mijnheer Binocle!"
„Wees bedaard 1 Ik zal de enveloppe niet ver
scheuren. Daarvoor is ze veel te kostbaar!"
Op het roepen van den detective verscheen
een gevangen bewaarder en ontving een bevel.
Eenige oogenbiikken later traden een com
missaris van politie en twee agenten de cel bin
nen.
De gevangene had zich niet bewogen.
Hij werd eerst gegrepen, daarna begon een
uiterst nauwkeurig onderzoek.
Laten wij hier nog even wat verhalen.
Zooals wij reeds gezegd hebben, ging het om
eene enveloppe, die werkelijk in 't bezit van den
gevangene in de cel was. Aan deze enveloppe
hechtte de politie een hooge waarde.
Men zal zich herinneren, dat de cel 3 en 4M
was. De muren waren naakt. Het meubilair
bestond uit een bed, een tafel, een stoel, een
waschkom en een emmer.
Welnu de muren werden onderzocht, afge
krabd. Het plafond eveneens. De vloer werd
opgebroken.
Men zaagde het hout van het bed, van de
tafel en van den stoel in duizend kleine stuk
jes. De waschkom werd gebroken evenals de em
mer. Het bed werd opengescheurd en doorzocht.
In de cel werden de voorwerpen, al konden ze
slechts een korrel bevatten, aan een nauwkeurig
onderzoek onderworpen, de kleeren van den
gevangene, de roeden van zijn bed, het slot van
de deur, de staven van het venster, alles werd
nagespoord. En Binocle zelf werd nog nauw
keuriger onderzocht dan de galeiboeven op de
galeien.
Men vond niets.
Sherlock Holmes schuimbekte.
Binocle glimlachte spottend.
Eindelijk werd het onderzoek gestaakt. De
politienaren gingen heen.
Men moet wel begrijpen, dat men den gevan
gene niet geheel naakt liet staan. Men bracht
hem in een ander lokaal en gaf hem andere
kleeren. Doch dit is voor ons van geen belang.
We zullen hem aan zijn toilet laten en Sherlock
Holmes volgen.
Deze trad zijn woning binnen, daar vond hij
een briefje van den kolonel, die hem uitnoodig-
de spoedig te zijnent te komen. Nu zouden we
hier wel kunnen meedeelen, wie de kolonel was,
doch daarvoor zouden we een geheelen jaar
gang v-an dit blad noodig hebben. We zullen
daarom maar volstaan, met mede te deelen, dat
dit heerschap de enveloppe tegen eiken prijs in
zijn bezit wilde hebben.
Toen hij het briefje vond, aarzelde de de
tective geen oogenblik. Eenige oogenbiikken
later trad hij bij den kolonel binnen. Hij werd
zeer hartelijk ontvangen.
„Ga zitten, mijn waarde heer Sherlock," zei
de kolonel. En vlug voegde hij er bij
„Ik wilde u wel eens spreken over die be
ruchte enveloppe, die gij zoo vruchteloos ge
zocht heb."
„Hoe? Weet gij dat?
„Wel ja en ik kan u ook deze geheimzinnige
geschiedenis ophelderen,"
„Wer-ke-lijk," stamelde de detective, ondanks
zijn buitengewone koelbloedigheid zeer verwon
derd.
„Niets is eenvoudiger! Kom even bij mij, als
gij wilt."
De kolonel liad zich voor den lessenaar ge
zet, greep een stuk papier en een potlood-
Naast hem staande, zag Sherlock opmeA-
zaam toe.
„Zie hier," zei de kolonel, een rechthoek tee-
kenende, do cel van den gevangene.
De deur wordt geopend en zonder uw oogen
van hem af te wenden om elke beweging van
zijn gelaat gade te slaan, begaaft gij u, hier
heen, naar den eenigen stoel, die In het donker
stond tegenover den gevangene.
„Dat is zoo."
„Welnu," vervolgde de kolonel, „gij ging toch,
ik zal het u toonen, opdat gij mij heter begrij
pen zult."
Daarop ging de kolonel, den detective achter
zijn 'lessenaar latende staan, naar een stoel, die
bij de deur van liet vertrek geplaatst was. Daar
op een beweging makende alsof hij wilde gaan
zitten, vervolgde hij:
„Daar naamt gij plaats, volgens uw ge
woonte de panden van uw jas uit elkander
houdende."
„Hèriep Sherlock Holmes uit, de hand
naar de achterzijde van zijn broek brengende.
„Wel ja," zei de kolonel, de enveloppe lag
met den met lijm besmeerden kant boven op de
stoel. Gij hebt ze aldus ouder de panden van uw
jas verborgen gehouden en vervolgens wegge
dragen. En nu hebt gij ze bij njij gebracht. Mijn
hartelijken dank!"
Dit zeggende trok de kolonel handig de en
veloppe van den broek van Sherlock Bolmes
en vóór deze van zijn bewondering bekomen
was, liad hij de deur, waarbij hij stond, geopend
en snelde heen, na den sleutel aan den buiten
kant omgedraait te hebben.
NIEUWE KLANTEN VOOR DEN
GOUDSMID.
Dat zijn de zuigelingen, die tegenwoordig
volgens de langer hoe meer ingang vindende
mode veel bijouterieën moeten dragen zegt
„Ons Maandblad". Men kan er iets dégoutant
in vinden, dat het pasgeboren kind reeds
wordt overgeleverd aan de ijdelheid van een
sieraad, men kan bet betreuren dat de kleine
vingertjes reeds ringen moeten dragen, de
ooren reeds worden doorboord voor oorrin
genwij goudssmeden hebben het feit van
deze oplevende mode te constateeren om er
ons op in te richten. Bepaalde men zich vroe
ger bij de collier en armbandjes van roode
of blauwe koralen, tegenwoordig deze
mode is van Engelschen oorsprong heeft
men ook allerlei andere sieraden. Dat van
de babyspeld min of meer een sieraad wordt
gemaakt is begrijpelijk. Dit is een voorwerp
bij het toilet van baby noodzakelijk; het is
een gebruiksvoorwerp, dat recht heeft op
een aangenamen vorm op een artistieke uit
voering. Doch 't zijn thans ook vingerringen
v- waarbij naar men zegt nog geen verlo
vingsringen oorringen, colliers met me
daillons eraan, armbandjes met hangers enz.
Alles zeer klein en popperig maar desalniet
temin kostbaar. Ook in het zeer jonge kind
is de mensch reeds in staat zijn rijkdom te
demonstreeren
VERVALSCHING VAN.WILD.
Een vervalsehing, die zeker minder bekend is
dan die van wijn of melk, if die van wild. En do
vervalschers bereiken dezen in dezen tak van
industrie het hoogtepunt van de „kokskunst".
De fabricatie van vervalschte lijsters, patrijzen
en kwartels heeft sedert eenige jaren vooral in
Parijs een uitbreiding genomen, die door de
enorme oneerlijke wisten, genoegzaam ver
klaard kan worden. Zieheir b.v. het procédé voor
de vervaardiging van nagemaakte kwartels.
Men neemt pas uitgekomen kuikentjes. Deze
worden behoorlijk met fijn vet behandeld en
daarna met fijne hagelkorreltjes „bewerkt". Za
zijn dan gereed om naar Parijs ook elders?
heengezonden te worden, en de Fransche kok
neemt de verdere zeer moeilijke taak over, om
den verbruiker door allerlei aroma's en „ge
leerde" sauzen in den waan te brengen, dat zij
in plaats van doodgewone kuikentjes, tegen
duur geld fijne wilde kwartels te proeven krij
gen. Wij leven inderdaad in een tijd van bui
tengewonen vooruitgang op elk gebied, gelijk
men ziet! Wij zouden deze feiten nauwelijks ge-
looven, ware het niet, dat een zeer ernstig Bel
gisch blad, Le Mouvement hygiénique, voor de
waarheid er van instaat.
TENOR EN EZEL
De eerste tenor aan het operettentheatei
te Innsbruck, Bratt, is dezer dagen het voor
werp geweest van een vermakelijk misver
stand. Hij is namelijk met het Burgerthea
ter te Weenen in onderhandeling betreffen
de een engagement en de onderhandelingen
worden gevoerd door den zangleeraar, bij
wien Bratt zijn opleiding genoten heeft. Op
den eersten brief, dien de zangleeraar aa
de directie van het Bürgertheater schreef,
kreeg hij ten antwoord, „dat in het Bürger
theater op het oogenblik op het repertoir
geen operette had, waarin een ezel voorkomt-
mocht de behoefte aan zulk een dier zie'
eventueel voordoen, dan zou men op he
aanbod terugkomen."
Dit eigenaardig antwoord werd langs tele
fonischen weg spoedig opgehelderd. De secre
taris van het Burgertheater had namelijk, ge
lijktijdig met den brief van den zangleeraar
een schrijven ontvangen van een te Weene
gevestigde ezelfokker, Gruber genaamd, di
zijn dieren ten gebruike in het theater aan
bood. De beide brieven werden gelijktijdi
beantwoord. Bij het insteken in de envelop
pen werden de antwoorden verwisseld: d
zangleeraar ontving het voor den ezelfokke
bestemd bescheid en de ezelfokker eenige re
gels, waarin hem verzocht werd om opgav
van repertoire en toezending van portrette
in burgerkleeding en in theatercostuum.
ezelfokker was natuurlijk even verbaasd
de zangleeraar en schreef terug, dat men he
dergelijke eischen nog nergens had gestel
Zijn ezels verheugden zich in een algemee
gunstige reputatie, waren verstandig en ka
merzindelijk, maar repertoire hadden zij vol
strekt niet. Een portret was overigens te vin
den op de prentbriefkaart, welke hij bij zij
schrijven insloot. Natuurlijk volgde ook hie
de opheldering.