TWEEDE BLAD I m.n. «nul ^iimrau seas, HET GEHEIMZINNIGE HUIS Rood de Liturgie. I KONINGSTRAAT. BI NNENLAND. „loyons. Goedkoopste ardi*«s woor» IC se spetten, Tafelkleeden, ewz. is P« J. JitliSSSBi, hoek V/armoesstraat^ ss van Dames- en Heeren- en Kim erkleeding. ftti öon Üiarclté Uaaa^ierti^üriissei. IMansischosnen voos* alls gelegenheden. ZATERDAG 9 SfOWEÜIBEfl 6812. y Grootste en P«ee®t |p ^gesorteerde magaïïjncK^ Steeds het nieuwste. 1 S Beslist lage prijseer. FtUILLETON NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Zooals wij in ons artikeltje van de vorige week gezegd hebben zouden wij in een vol gend aantoonen hoe schandelijk en onver antwoordelijk de „alleen de belangen van een zwoegend, hongerlijdend en vertrapt pro- li tar iaat zoo wordt het immers bij voor keur genoemd behartigende vertegenwoor digers" den nationalen tijd verknoeien en daardoor niet alleen de belangen van de hun zoo dierbare? arbeiders verwaarloo/.en maar deze beslist schade en afbreuk doen. De vo rige week hebben wij er reeds op gewezen dat de algemeene beschouwingen van het ontwerp Invaliditeitswet toen al drie weken geduurd hadden; hoe de bezwaren, tegen dit ontwerp aangevoerd, of wel fictief of wel sterk overdreven waren en hoe deloijant het was dat aan de rij van sprekers maar geen einde schoen te komen. Toen reeds was het onmogelijk het einde van dit parlementaire tournooi te kunnen aantoonen, en nu, waar reeds de vierde week voorbij is, is men nog niet klaar. Men is nu bezig aan de replieken en deze worden gehouden met een vuur en langademigheid nïrof er geen eersten termijn bestond. Zooiets is toch geen loyaal spel van een eerlijke oppositie: dit is het kleine, de bewerkers zelf-vornederende daad van ob structie, waardoor men te kennen geeft dat men weiger) met de iiegeering samen te wer ken. De leden der Rechterzijde, die in eersten termijn gesproken hebben, stellen dit behoor lijk aan de kaak door bij de replieken van het woord af te zien. Dat do heeren van .Links met deze houding verlegen zijn, bewijzen de laatste redevoeringen, waarin zij de Rech terzijde prikkelen en sommeeren aan het de bat deel te n. Waar dit hun echter niet wil go, - 1, probeoron ze andere „trucs". Zoo 'heeft de heer Troelstra in de vergade ring van Woensdag j.l. den leden der Rech terzijde hierover een verwijt gemaakt en met hun houding geen genoegen nemende stelde hij een motie van orde voor om de debatten tot na de pauze te schorsen. Natuurlijk moest over deze motie gestemd worden, en waar deze geheel onverwacht kwam bleek het dat geen leden genoeg aanwezig waren, waardoor de voorzitter genoodzaakt was de zitting der Kamer te verdagen. Aan wie iervan de schuld? Aan de Rech terzijde, die niet op haar post was, zooals smalend zegt een, o zoo neutraal dagblad met ochtend- en avondeditie, dat schande over de lezers nog door zooveel Katholie ken gelezen wordt? Neen, zeggen v.# hier op, driewerf neen; de schuld hiervan komt alleen op de Linkerzijde en wel in de eerste plaats, op de socialisten neer. Waren deze het met die bij de stemming verdwenen om de vergadering onvoltallig te maken? (Zijn deze en gene het niet die door hun einde- looze, vervelende en van haat overvloeiende redevoeringende leden der Rechterzijde uit de Kamer wij zouden met recht kunnen zeggen verdrijven en verjagen? Is het geen nachtmerrie en eischt het geen on uitputtelijk gc luid al deze kletspartijen te moeten aanhooren? Want dat er gekletst wordt, daarvan zijn de bewijzen. Wij zullen ze hier geven opdat de lezer kan oordeelen. In eersten termijn, dus voordat de Minister aan het woord kwam, hebben 26 leden dit ontwerp besproken. Hierbij waren drie Ka tholieken, do heeren ven Rest, Aalberse en Nolei.s, waarvan ie eerste feitelijk niet mee telt omdat deze slechts een opmerking had te maken over een aanmerking op een door hem gehouden rede. Van Anti-Revolutionaire zijde spraken de heeren van Vliet en Rut gers, terwijl de Christelijk-Historischen met vier man, de heeren van Idsinga, de Vis ser, de Savornin Lohman en Snoeck Hen- kemans aan het debat 'deelnamen. Van de Rechterzijde, die 59 leden telt, spraken dus slechts 9 leden, dte samen 102 kolommen van de Handelingen vulden. Stelt men daartegenover d'e Linkerzijde, dan krijgt men een geheel ander beeld. Dan er vaart men dat 17 leden van Links, waar onder 5 socialisten, deel namen aan de Al- gemcene Beschouwingen. 17 leden van de 41, die de Linkerzijde er telt, hebben hun best gedaan dit ontwerp dood te praten en de behandeling ervan onmogelijk te maken. Daarvoor hebben ze 416 kolommen van de Handelingen volgepraat. Het leeuwenaandeel hebben hiervan de ar beidersvrienden of te wel de vertegenwoor digers van het proletariaat voor zich opge- eischt. Vijf leden van de zeven een on betamelijk feit hebben dagen lang gespro ken en 202 kolommen van de Handelingen gevuld waarvan Duijs het presentje waar mee Zaandam de Kamer heeft opgescheept voor de aardigheid er slechts 89 voor zijn rekening nam. Wij zeggen niet te veel wan neer wij dit als aardigheid beschouwen want serieus werk kan men zooiets niet meer noe men. Het is een ongehoord feit en nooit is zooiets in onze parlementaire geschiedenis voorgekomen. Wij keuren zooiets ten streng ste af en zullen bij gelegenheid dit nog wel eens tegen de S. D. A. P. uitspelen. Wij staan in onze afkeuring ook niet al leen, alhoewel het verklaarbaar is dat de liberale pers er niet veel over zegt. 'tGaat toch tegen de verkiezingen, nietwaar, en „terwille van de smeer, „likt de kat de kandeleer". Maar wij hebben een afkeurende stem ont. dekt in een kamp, waarvan de S. D. A. Pers niet erg gediend zijn en die hun ongezou ten de waarheid durven zeggen. Wij lezen in de „Tribune" van de hand van Dr. W. van Eavensteijn Jr. ook een volbloed socialist, alhoewel geen parlementariër over de praatwoede der socialistische volks vertegenwoordigers, het volgende: „Dat parlementaire cretinisme en die noodlottige overschatting van het „klet sen" in het Parlement dit in tegen stelling tot het kort en zakelijk uiteen zetten der meeningen en der machtsverhou dingen, die in het Parlement immers vast staan treffen wij op het oogenblik ner gens ter wereld misschien erger aan dan in ons land, bij de parlementariërs der arbeiderspartij. Zij, en zij in de eerste plaats maken op het oogenblik den parlementairen arbeid terecht tot een bespotting en een aanfluiting voor ieder verstandig mensch. De manier, waarop er nu van die zijde gekletst is bij de behandeling der Inva liditeitswet is, tenzij er bier sprake is van opzettelijke obstructie maar dan behoorde men dat openlijk te z-' ;en ongehoord in de parlementaire annalen. Dat een fractie van zeven man op de hon derd, vijf harer leden bij de behandeling van een wetsontwerp in de eerste instan tie laat redevoeren, waarbij er een 't nog eens ten besluite, dunnetjes overdoet met een rede van meer dan 10 uren is, tenzij men obstructie wil drijven, dat wil zeggen de totstandkoming van een wet met alle middelen wil trachten te verhinderen, parle mentair cretinisme van de ergste soort. De arbeiderspartij heeft altijd al verre weg 't grootste aandeel bij de beraadsla gingen, Maar er is een grens en wordt die grens overschreden, dan brengt men het Parlement en 't parlementarisme de ern stigste schade toe. Is dat de bedoeling der Heeren?" Ziezoo, met deze reprimande kunnen de heeren veelpraters het voorloopig wel weer doen, temeer waar dit aan de kaak stellen geschiedt door een van 't zelfde soort, al is het dan ook een andere tak. Voor dit al les zijn zij echter ongevoelig en daarom is de vraag, die Dr. van Ravensteijn, aan het slot van zijn raak stukje, stelt wel erg naïf. Het kan hun niet schelen wat er van het Parlement of het parlementarisme terecht komt: het is voor hen het middel te ageeren tegen de burgelijke maatschappij. En dat zij nu zoo tekeer gaan vindt ook zijn oorzaak niet in de belangen der arbeiders, die zij zeggen te verdedigen, maar in den verkie zingsstrijd, die aanstaande is. Dat is het „leitmotiv". Daarvoor wordt de Kamer ver laagd tot een debatingclub; daarvoor wordt gekletst tot in het oneindige; daarvoor wor den de leden der Rechterzijde op alle moge lijke manieren geprovoceerd; daarvoor wordt obstructie gevoerd en dit karakter komt nu bij de replieken nog beter naar voren dan in eerste instantie. Nu schroomt men zelfs niet meer om moties van orde voor te stel len om de debatten te verdagen, maar daar door krijgt men dan ook de zekerheid, ten minste zoo men die nog behoeft, dat er wel terdege obstructie gevoerd wordt. De meer- derheid wordt hier op eene schandalige wijze door de minderheid getijranniseerd en geter roriseerd en om hieraan een einde te maken is het noodig dat de Rechterzijde „malgró tout" met vaste hand ingrijpt. Dat door dit alles de toestand er niet beter op wordt en gespannen verhouding tus- schen Rechts en Links nog erger wordt laat zich intusschen best begrijpen. De Kamer overzichtschrijver v. de „Maasbode" schetste het in zijn overzicht van Donderdagmorgen j.l. zeer juist, waar hij schreef: „De stemming, die steeds meer gaat han gen in de Kamer is er eene van ver bittering. Met scherpte en onverholen vij andschap komen al meer de beide helften tegenover elkander te staan. De strijd be looft fel te worden in de a.s. Zomermaan den. Men kan het in de Kamer tasten en voelen." Onnoodig te zeggen dat wij het volkomen met het bovenstaande eens zijn. Wij willen het echter even scherper omlijnen en ver klaren dat de bitterheid en vijandschap, waarvan hier sprake is, alleen door de Lin kerzijde in practijk wordt gebracht. Ook dat de strijd het volgende jaar geweldig zal wor den, is waarlijk geen nieuwtje meer. Immers, is de houding der Linkerzijde in de Kamer daarvoor geen afdoend bewijs? En ook zijn wij het verder met den Kameroverzichtschrij ver van de „Maasbode" eens, waar hij ver volgt: „Maar ook is het nu reeds uit te maken dat hij (de verkiezingsstrijd) zal gevoerd worden niet met open vizier, niet ridder lijk maar met slijk en oneerlijkheid". Wij willen hierop antwoorden: gezien de houding der Linkerzijde gedurende het laat ste jaar; gezien de vijandelijkheden die wij geregeld hebben moeten ondergaan; gezien de bijna constante obstructie der Linker zijde; gezien de hatelijke en uitdagende aan vallen op verschillende leden der Rechter zijde; gezien de parlementaire stakingen die voorkwamen; gezien dit alles en wat nog meer voorkwam is dit voor ons niet nieuw meer en zijn wij er op voorbereid. Met moed zullen wij aanvallen en met kracht den strijd voortzetten en dan hopen wij dat ons Chris telijk beginsel krachtig genoeg zij om de vertrappers van Godsdienst en zeden, van recht en fatsoen, van sociale wetgeving en volkswelvaart schitterend te kunnen over winnen opdat een nieuw, bloeiende tijdperk voor de Christelijke wetgeving aanbreke. VERDEDIGERS VAN DE BRANDKAST. Uit het „Ivath. Volk": Bij de behandeling der Invaliditeitswet in de Tweede Kamer kregen de sociaal-democraten er geducht van langs, vooral van prof. Treub, mr. Aal berse en mr. Rutgers. Hunne beginselen werden eens getoetst aan het gezond verstand. En er bleef bitter weinig van over. Zelfs hun vijfde spreker en deze het minst! slaagde er niet in, om het weten schappelijk socialisme te redden. Geen wonder, dat in socialistische bladen nu gespot wordt met de „grondslagen" waar op een wet steunen moet. Hun eigen grondslag zakte onder liunne voeten weg. De sociaal-democraten beroepen zich steeds op de theorie der meerwaarde, waarop ook hun klassenstrijd steunt. De bezitters der productiemiddelen houden de meerdere op brengst van den arbeid voor zichzelf en sche pen den arbeider af met eene voor zijne le vensbehoeften noodzakelijk loon. Zoo luidt die theorie. Hierop moet natuurlijk ook steu nen hun eisch voor eene verzorging van den arbeider hij invaliditeit en op den ouden dag. En tot dusver steunde die eisch ook op dat beginsel. Wat wij voor de sociale wetten van den werkgever als premie of belasting eischen, is een deel, zoo zeiden zij steeds, van de teruggehouden meerwaarde. Zoo redeneerend moesten de socialisten echter voor een verzekeringsstelsel stem men, zij het dan zonder premie door de ar beiders. Dit stelsel zou immers den werkgever, den bezitter der productiemiddelen belasten en liet arbeiderspensioen in werkelijkheid uit de „meerwaarde" doen betalen. Dit hebben de sociaal democraten in het] buitenland, die voor zulk stelsel stemden, dan ook begrepen. Maar de onzen hebben hun hart verpand aan het Staatspensioen, omdat want daar zit de knoop de „politieke overwegingen" hier anders moeten zijn. Hier zijn de „dom pers", de „conservatieven", de „clericalen" voor het verzekeringsstelsel, welnu, daarom moeten rechtgeaarde sociaal-democraten en vrijzinnigen er tegen zijn. Dat is toch dui delijk 1 En zoo namen de sociaal-demoeraten in de Tweede Kamer het op voorde werkge vers, die de premie niet zouden kunnen be talen voor de industrie, welke door 't ont- werp-Talma.te zware lasten zou worden opgelegd 1 Heeft men nu ooit zooiets op de viool hoo- ren spelen? Zonder blikken of blozen schaarden zich onze sociaal-democraten aan de zijde van den Ned. Werkgevershond en stopten hunne the orie van de meerwaarde eenvoudig in den zak! Nog vele jaren later zullen zich de meest verstokte conservatieven, die hij eiken stap vooruit op het gebied der sociale wetgeving bij hoog en laag beweren, dat de industrie de lasten niet dragen kan, kunnen beroepen op de woordvoerders der sociaal-democraten in onze Tweede Kamer. Die hebben hetzelf de gezegd! Zoo zien wij dat politieke belangen van een sociaal-democraat alles kunnen maken. Thans zijn zij verdedigers van de brandkast geworden! MACHT DOOR TIRANNIE. iVoor wie het nog niet weet: de soc.-demo- cratie is bezig den heilstaat te veroveren. We zien dat aanschouwelijk gedemon streerd in de bloem der soc. dem. vak-ver- eenigingen: den A. N. D. B. (socialistische Diamantbewerkersbond.) Daarin viert de democratie haar zegenrij ke triumfen de leden regeeren er immers zelf.... hm! ze kiezen er met algemeen, direct en geheim kiesrecht hun leiders, en deze doen immers niet anders dan den wil der leden ten uitvoer brengen, wie dit ont kent is een hopelooze gek of een.klan- destien. Om dan ook den wil der leden te eerbie digen ging men over tot het volgende systeem, den cx-diktator Franco, volkomen waardig Op straffe van broodeloosheid werd het den leden verboden iets, hoe gering ook, te ondernemen, wat den diktator in de Fran- sche Laan niet naar den zin was. Ie. Het werd verboden met bedreiging van voornoemde straf, om met klandestienen om te gaan. 2e. Het werd verboden als boven, om den schouwburg, in de Plantage te bezoeken, wijl een der directeuren een zoon heeft, die klan- destien het vak leert. 3e. Het werd verboden als boven, om naar hot bioscoop-theater op het Haarlemsclie plein te gaan, om dezelfde reden. 4e. Het werd verboden als boven, om te schrijven in een blad, dat den diktatoren dwars zat. En nu bereikte ons weer een nieuw staal tje van machts-waanzin, dat ons in den be ginne ongelooflijk scheen, maar dat bij na der onderzoek ai te waar bleek te zijn. Zooals men weet, is er in de confectie-in- dustrie een staking uitgebroken, die ook geldt voor de firma Herzberger. Daar is ook een meisje werkzaam, dat alle stakings- besluiten negeerde, en werken bleef. En nu komt het mooie: de verloofde van het meisje is diamantbewerker en natuur lijk gedwongen lid te zijn van de A. N. D. B. Deze ontving eerst een officieus schrij ven, om te zorgen, dat zijn meisje met on derkruipen zou ophouden, en toen hij zich daar niets van aantrok, werd hem op straf fe van royement, wat broodeloosheid tevens is, bevolen er zorg voor te dragen, dat 2fijn meisje met werken ophield. Nu zullen wij dat onderkruipen van dat meisje niet verdedigen, maar waar gaan we heen, als anderen, die er niet in het minst aansprakelijk voor kunnen zijn, daarvoor ver antwoordelijk gesteld worden, met nogwel de hongerzweep als een modern zwaard van Damocles boven het hoofd. Is dit modern diktatorschap van een zelf gekozen tiran niet minstens zoo erg als dat van het wegge storven absolutisme? Het eerste dreigt mét den honger, het laatste deed dit met de galg, man sterft van honger even zeker, als aan de galg. We stellen den heer Polak niet voor zijn daden verantwoordelijk, het is de schuld van het stelsel, dat onder zijn regime gehuldigd wordt. De democratie voert noodzakelijk tot der gelijke vrijheid-ontwrichtende absurditeiten. Waar een volk, of een gedeelte daarvan iemand het recht geeft over hetzelve te heersclien, daar moet het zich ook niet ver wonderen, als vroeg of laat die heerscher het over 't hoofd groeit. Dat blijft we zien het hier weer niet uit. En 't geeft ons vast een voorproefje van CXXIX. KERKCONSECRATF Het ceremonieel eener ke' xwijding be staat uit drie gedeelten: le. .Ie consecratie van het kerkgebouw; 2e. dc consecratie van het altaar; 3e. de overbren .mg en bijzetting van de relikwieën der Heiligen. De plech tigheid wordt verricht door den Bisschop van het Diocees en ofschoon liet op alle dagen geoorloofd is liefst op een Zondag of op den feestdag van een Heilige. Ts de tijd der kerkwijding aangebroken, dan wordt deze tijdig aan de gemeente be kend gemaakt, opdat allen er zich toe kun nen voorbereiden. De bisschop, die de wij ding zal verrichten, alsmede degenen, welke verzoeken, dat de kerk voor hen gewijd zal worden, moeten op den dag, welke de con secratie voorafgaat, vasten. Op zinnebeel dige wijze wil dit vasten beteekenen, dat wij de heerlijkheid van den tempel der eeuwig heid, het liemelsche Jerusalem, niet zullen binnengaan, zonder op deze wereld ons door boete en versterving gereinigd te hebben. In de kerk zelf worden langs de muren naar de richting der vier windstreken 12 kruisen geschilderd, en hoven elk kruis een waskaars op een luchter aangebracht. Dit geschiedt ter herinnering aan hot feit, dat de 12 Apostelen do Katholieke Kerk hebben verbreid en dat zij het licht des geloofs aan de gnnscho wereld gebracht hebben. Reeds den avond vóór de wijding legt de Bisschop de relikwieën, die in den altaar steen geborgen zullen worden, in een er toe bestemd schrijn op een cf ander" pla !s in de nabiiheid der nieuwe kerk. Tegelijk met deze relikwieën worden ook ins >si en drie wierookkorrels en een blad perkament, waarop geschreven is de datum der kerk wijding, de naam van den kerkpatroon en van de relikwieën, alsmede de verleening van den aflaat. Vóór deze relikwieën worden twee kaarsen ontstoken en de nachtgetijden der martelaren gebeden. Doel van bet hou den dezer Vigilie of nachtwake is vóór alles den Heiligen eer te bewijzen en hun bescher ming over de te consacreeren kerk af te smeeken. wat we te wachten hebben van een „dikta- tuur van 't proletariaat." Intusschen stevenen we langzaam, maar zeker den heilstaat in. Dit artikel is niet van een of ander anti socialistisch orgaan, maar van „De vrije Socialist". Voor de veiligheid der spoorwegen. Men schrijft aan het-D. v. N. Br.: Door den heer E. J. Beerents, opzichter le kJasse der M. t. E. v. S. te Winschoten, is een spoormal uitgevonden, die van groot belang voor de bepaling der wijdte en hoog teligging der spoorstaven zal zijn. Door bevoegde autoriteiten is deze spoor mal, waarop reeds octrooi werd ontvangen, in principe zeer gunstig beoordeeld. Het techn. advies- en intern, patentbureau Noordendorp en Dros, adviseerende ingeni eurs voor werktuigkunde en electrotecbniek, en gemachtigden voor den octrooiraad te Amsterdam, beschrijft de nieuwe spoormal als volgt: Er zijn spoormallen hekend, om de spoor- wijdte en zulke om de lioogteligging der spoorstaven ten opzichte van elkander te be palen. Deze instrumenten bestaan echter uit di verse losse onderdeelen, die ter hoogte der spoorstaven gebruikt en afgelezen worl wat vermoeiend en tijdroovend is en waar door de aflezingen onnauwkeurig worden. Deze gebreken worden door de hieronder beschreven uitvinding geheel opgeheven. De spoormal toch is zoowel voor het op nemen der spoorwijdte als voor het bepa len der hoogteliggiug der spoorstaven icu opzichte van elkander geconstrueerd. Deze spoormal bestaat uit een raam van lichte ijzeren buizen, waaraan twee nokken bevestigd zijn, en met wijzer voorzienen hef boom, draaibaar in een punt, een door den hefboom horizontaal verschuifbare stang en een se.baalverdeeling. Om nu de spoorwijdte te bepalen, wordt het raam op de heide spoorstaven geplaatst en de stang door den hefboom tegen de bin nenzijde van den kop der spoorstaaf aange drukt, waardoor ook tevens tegen den ande ren spoorstaaf kop gedrukt wordt. De spoor- wijdt' is door een aan den hefboom aauge- brschten wijzer op de schaalverdeeling di rect, op een hoogte van circa 70 centimeter boven de spoorrails af te lezen. 99 r-atnlirT:;.lau-ar--wyaiiyMaw*!'»' ■»-' .wt door ALFRED HUGO. 42. Toen wankelde de ongelukkige grijsaard, en viel met den uitroep „barmhartige God!" iiterover; met een doffe slag viel zijn li chaam op den vloer. Een geheimzinnige stilte was er nu in het Vertrek. „Dood!" mompelde de misdadiger. Zijn Mem klonk hol en zijn gezicht had een vree- hjke uitdrukking van ontzetting en vertwij- ifiling Dan nam hij een flesehje uit zijn zak, hij altijd bij zich droeg en stortte de in- °ud een wit poeder in het met wijn Gevulde glas. riJ^r,as/ns'c' ze*te het glas aan de lippen en Tonic b-t leeg.... Op dit oogenblik werd de deur openge duwden met een versclirikkelijk-gillende lach ontving Krasinski zijn vervolgers. „De moeite is vergeefsch," riep hij, „een trouwe vriend, vergif genaamd, is jullie vóór geweest!" „Direct een dokter!" beval de advocaat een politiebeambte. „Voor mij niet noodig," zeide de zelf-moor- denaar met zwakke stem; „laat hij zijn kunst maar aan den ouden man beproeven, daar en nu, wat wenseht u heeren?" „Een oprechte bekentenis van uw misda den", antwoordde de advocaat op ernstig- beslissenden toon. „Haast u dan er is geen tijd te verlie zen." Mr. Leitenring had in een oogwenk de vol ledige bekentenis opgeschreven, die later door de getuigen, welke intusschen het lijk van Farnow opnamen, kon onderteekend worden. Dank de practiscli gestelde vragen, kon de misdadiger vóór zijn dood noc ziin schuld geheel eu al bekennen. i XXVI. BESLUIT. Ofschoon Hugo's onschuld nu onbetwist baar was vastgesteld, duurde het toch nog eenige dagen voor hij in vrijheid werd ge steld. Toen hij vrij gekomen was, en al zijn ver wanten alles deden om het droevige verle den to vergeten, bleef echter nog de vraag: hoe nu zijn verhouding zou worden tot den handelsraad. Deze vraag hield nog de onge stoorde vreugde uit zijn hart. Het feit dat hij zonder voorkennis van zijn chef, het geld uit de kas had genomen voor de zaak met den Franschen vluchteling, bleef, een ernstig misbruik van het hem geschonken vertrou- wen, en het was te verwachten, dat om deze reden de handelsraad zijn huis niet meer voor hem openen zou. En dan zou hij in dezo stad niet meer kun nen blijven. Weigerde de handelsraad hem het vertrouwen weer te schenken, dan was daarmee zijn oordeel uitgesproken, en bleef hem niets meer over, dan de stad te verlaten en een andere woonplaats te kiezen. En zoo trad hij met een onrustig kloppend hart in het kabinet van den handelsraad. De oude heer was nog geheel ouder den indruk der gebeurtenissen. Hij had ook heel veel moeten liooren, en zelf moest hij 't ook erkennen, dat hij met zijn hartelijkheid voor den Poolschen graaf onvoorzichtig was ge weest. In deze stemming dan ook kon hij Hugo niet zoo vriendelijk ontvangen als hij anders zou gedaau hebben. Hugo begon te spreken, hij kwam op zijn verleden terug, smeekte om vergiffenis, zich verontschuldigend om den toestand waarin toenmaals zijn broeder zich bevond. Hij gaf toe, dat hij geen aanspraak meer mocht ma-1 ken op een volle vertrouwen; hij vroeg alleen om een betrekking, tot dat hij een positie gevonden had. De handelsraad schudde het hoofd. „Wij zijn beideu onvoorzichteig geweest," begon hij; „ik liet mij ook door een schurk bedriegen, en had méér tijd te bedenken wat ik deed dan u. Ik weet heel goed dat het u niet te doen was mij te bcnadeelen. Beter was het geweest mij er eerst over te spreken; ik zou u de som toeh gaarne hebben geleend om uw broeder te helpen. Maar ach, gedane zaken nemen geen keer; en daarom, laten we vergeten wat er gebeurd is...." Hij bood bij de laatste woorden den jongen man de band, en Hugo het was hem on mogelijk een woord te spreken drukte haar hartelijk. „U komt morgenochtend weer hier," ging de bankier voort, „en u neemt de kas weer over. De ondervinding zal u nu voor een al te groot vertrouwen in vreemde personen bewaren. En nu geen woord meer over deze aangelegenheid! De zaken zijn tegen woordig heel druk, en verheug mij er al op, weer een flinke steun aan u te zullen heb ben." Hugo zocht vergeefs naar woorden om voor deze nobele welwillendheid te danken, Maar de handelsraad liet hem, ook geen tijd zijn van vreugde bewogen gemoed lucht te geven. Deu volgenden dag kwam Hugo weer in zijn betrekking. De oude boekhouder gaf hem de kas over, en wensclite hem met eeuige hartelijke woorden geluk. Bejegende de handelsraad den jongen man nu weer met al zijn hartelijkheid, de familiekring van den bankier bleef voor Hugo nog gesloten. Slechts eenmaal ont moette hij Adelaide en haar moeder. Mevrouw wisselde eenige koele woorden met

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5