Hf
Amerik. Bureaux en Fauteuils, Kaartenkasten - Brievenkasten.
Filiaal HAARLEM: Nassaustraat 15. - Tel. Int. 2460.
Jesus van Nazareth,
Wetenswaardig Allerlei.
Slobkousen. P. W. TWEEHUIJSEH, Barteljorisstraat 27. Tel. 1770. Slobkousen,
BINNENLAND.
GROOTHANDEL IN MEUBELEN.
Zuidblaak 46, ROTTERDAM.
Wijnstraat 107.
Tachtig cent, doch geen f 2.10, j
Verkoopingen, Boel
huizen, enz,
Aanbestedingen.
Leger en Vloot.
HOOFDKANTOOR en MAGAZIJN:
TELEFOON INTERCOMMUNAAL 9580.
WERKPLAATSEN:
UitgeverG. BRUGGEMAN, Oldenzaal.
mat eeywiigsllerende garantie
F. J. BOUCKAERT
HOFBERICHTEN.
H. M. de Koningin en Z. K. H. de Prins
woonden Zaterdagavond te 's-Graveuhage
een gedeelte bij van de weldadigheidssoirée
ten bate van der stichting „Tehuis voor al
leenstaande blinden te Wolf hezen", in het
Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen,
waar „Het Nederl. Tooneel" het tooneelspel
„Domheidsmacht" van Mare. Emants opvoer
de. Het Koninklijk Echtpaar werd ontvan
gen'door de comitéleden de dames De Wit,
de Koning en Pels en den heer Niemeyer
Ridder van Rosenthal, die aan H. M. en Z.
K. H. den Prins werden voorgesteld.
Z. K. H. de Prins is na heden de eerste
steenlegging van het gebouw der Nederland-
selie Heide-Maatsehappij te Arnhem hebben
bijgewoond en een paar dagen op het Loo te
zijn verbleven, zich in den avond van 14
November van het Loo naar Ludwigslust be
geven om aldaar op 15 dezer bij te wonen de
doopplechtigheid van het jongstgeboren kind
van den Groothertog van Mecklenburg.
Den 16den 's avonds wordt Z. K. H. weer
in de residentie terugverwacht.
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is benoemd tot secretaris
van den armenraad te 's Gravenhage, A.
Folmer, adj.-secr. van de Staatscommissie
over de werkloosheid, aldaar
Bij Kon. besluit zijn opnieuw benoemd,
met ingang van 1 Januari tot schoolopziener
in het arr. Zierikzee, H. Slot te Zierikzee, en
in het arr. Winschoten, J. A. Wartena, te
Groningen.
Bij Kon. besluit is: aan dr. H. J. Slijper,
te Bolsward, met ingang van 1 Februari, op
verzoek, eervol ontslag verleend als leeraar
aan de Rijkszuivelschool aldaar, onder in
trekking van zijne benoeming tot leeraar aan
de Middelb. Kol. Landbouwschool te Deven
ter; en is voor het tijdvak van 7 Nov. 3912
tot en met 28 Februari 1913 benoemd tot leer
aar aan de Middelb. Kol/Landbouwschool te
Deventer, A. M. Valeton, aldaar.
DE NIEUWE POLITIEKE PARTIJ.
Maandag 18 dezer heeft te Arnhem de op
richtingsvergadering plaats van de Christe-
\ijk-Sociale Partij.
HET NEDERL. ROODE KRUIS.
Onder leiding van Dr. G. W. S Lingbeek,
lid van 't hoofdcomité, zal zoo spoedig mo
gelijk door het hoofdcomité van het Nederl.
Roode Kruis eene kleine ambulance worden
uitgezonden naar Turkije. De middelen
waarborgen niet een groote uit te zenden.
PROF. DR. S. D. VAN VEEN.
Naar het „U. D." verneemt, heeft prof. dr.
S. D. van Veen zijn lidmaatschap van de
Christelijk-Historische Unie en van het Na
tionaal Comité dezer partij opgezegd.
OORLOG EN DE NEDERLANDSCHE
INDUSTRIE.
Men schrijft uit Helmond aan het Centr.:
De gevolgen van den Balkan zijn alhier in
de industrie reeds merkbaar sinds eenigen
tijd. Vooral de Textiel-nijverheid, die vooral
in Turkije haar afzetgebied vond. Zoo werkt
men op een fabriek slechts alleen by dag
licht, op een andere alleen de eerste vijf da
gen der week, terwijl in weer een andere fa
briek nog 100 getouwen loopen van de 150.
De wagennood op de Duitsche spoorlijnen,
waartoe de steenkolen niet tijdig in voldoend
quantum worden aangevoerd, doet de toe
komst niet al te rooskleurig inzien.
EEN SOCIALIST OVER DE OBSTRUCTIE
IN DE TWEEDE KAMER.
Zie hier, hoe een onvervalscht socialist
van het merk Wijnkoop, W. v. Ravesteyn,
in de „Tribune" oordeelt over de ergerlijke
obstructie in ons Parlement:
„Dat parlementaire kretinisme en die
noodlottige overschatting van het „kletsen"
in het Parlement dit in tegenstelling
:ot het kort en zakelijk uiteenzetten der
necningen on der machtsverhoudingen, die
in het Parlement immers vaststaan tref-
'en wij op 't oogenblik nergens ter wereld
nisschien erger aan dan in ons land, bij
de parlementariërs der Arbeiderspartij.
Zij, en zij in de eerste plaats, maken
op het oogenblik den parlementairen arbeid
terecht tot een bespotting en een aanflui
ting voor ieder verstandig mensch.
De manier, waarop er nu van die zijde
gekletst is bij de behandeling der Invali
diteitswet, is, tenzij er hier sprake is van
i opzettelijke obstructie, maar dan be-
hoorde men dat openlijk te zeggen on
gehoord in de parlementaire annalen. Dat
een fraktie van 7 man op de honderd 5
harer leden bij de behandeling van een
wetsontwerp in de eerste instantie laat re
devoeren, waarbij er een 't nog eens ten
besluite, dunnetjes overdoet met een rede
van meer dan 10 uren, is, tenzij men ob
structie wil drijven, d.w.z. de tot standko-
ming van een wet met alle middelen wil
trachten te verminderen, parlementair kre
tinisme van de ergste soort.
De Arbeiderspartij heeft altijd al verre
weg 't grootste aandeel bij de beraadsla
gingen. Gedurende de zitting 191112
praatten haar 7 leden 1338 kolommen van
de Handelingen vol, d.w.z. 191 kolom per
per man, tegen slechts 64 kolom voor Vrij
liberalen, 51 voor de Vrijz. demokraten, 40
voor de Unie-liberalen en nog geen 20 voor
de Katholieken enz. Dit is ten deele een
gevolg van het feit, dat zij inderdaad meer
i te zeggen heeft. Maar er is een grens en
wordt die grens overschreden, dan brengt
men 't Parlement en 't parlementarisme de
ernstigste schade toe.
Is dat de bedoeling der heoren?"
't Is raak! zegt de Residentiebode.
En dan spreekt het „Volk" van dat spel
letje in de Kamer als van „het bij de ar
beiders zoo geweldig inslaande werk, dat
de soc.-dem. Kamerfractie bij de Invalidi
teitswet verricht I"
De heeren slaan hun werk wel hoog aanl
Een nette concierge. Een ernstige mis-
i handeling heeft Donderdag plaats gehoud
op het bureau van het kadaster te Breda.
Een der klerken bleef nog wat nawerken.
Hierover scheen de concierge verstoord en
door een geringe aanleiding ontstond een
twist, waarbij de concierge, zonder zich lang
te bedenken, den klerk met een ijzeren
staaf te lijf ging. De aangevallene verde
digde zich zoo goed mogelijk en nam, zoo
dra hij er de kar^ toe zag, de vlucht op
straat, nog een oogenblik achtervolgd door
I den concierge.
j De aangevallene was zoodanig aan het
hoofd gewond, dat hij zich onder heel
kundige hulp moest stellen!
.(Bred. Crt.)
Weer een ongeluk by militaire oefenin
gen. Terwijl een aantal militaire wielrijders,
onder commando van kapitein G. W. Hei
wig, Zaterdagmiddag bezig was, met drie
drijfzakken de Nieuwstadsgracht te Zutphen
over te steken, sloeg een van de zakken,
waarop zich drie manschappen bevonden,
om, tfoodat de drie mannen te water raak
ten. Twee hunner konden gered worden; de
derde, korporaal Pi ets uit Arnhem, ver
dronk. Zijn lijk is kort daarop opgevischt.
N. R. Crt.
Moordaanslag? Zaterdagnacht te één
uur ongeveer werd in de Van Woustraat bij
de Ostadestraat te Amsterdam een schot ge
lost volgens de „Tel." Omstanders zagen een
heer, die zeer ontsteld was, en een ander in
allerijl vluchten.
De vluchteling werd nagezet. Een wilde
jacht ontstond en juist op het oogenblik, dat
de vluchteling een stoep was opgerend en
aan een huis had aangebeld om binnengela
ten te worden, werd hij gegrepen en aan de
politie overgeleverd, die hem meenam naar
het bureau Tolstraat.
De man beweerde eerst op zich zelf te
hebben geschoten, doch getuigen verklaar
den het tegendeel.
Later bleek dat een ander op hem gescho
ten had en dat er minnenijd in het spel was.
IHGEZOEÜDER.
Voor den inhoud deier rubriek «telt de
Redactie aieh niet aansprakelijk.
Van ingezonden «tukken, geplaatat of niet
geplaatat, wordt de copy den inxender niet
teruggegeven.
„NIET IN DE KRANT"?.
Aan den Heer S.
't Zou zoo den schijn kunnen hebben, of
ik mij van 't geen de heer S. schreef over
mijn „300 Boekbeoordeelingen," niet veel
aantrok; nu, een schijn van „raakt me niet"
moet men soms al eens over zich heen laten
gaan: 't is zelfs meer dan eens voor alles
en nog wat beter.
Maar de heer S. bracht er een groot be
ginsel bij te pas en dan komt de zaak an
ders te staan. Hij wil geen goed- oï afkeu
ringen van allerlei boeken, goede en slechte,
„in de krant"; de redenen van den heer
S.: „ze kunnen kwaad stichten, die beoor
deelingen", en hij „heeft er bewijzen van
dat dit verkeerd werkt". Zoo S. in de N.
H. Courant no. 7973. En daarmee is 't uit.
Nu zou ikj om te weten, of vruchtbare
gedachtenwisseling mogelijk is, eerst wen-
schen vast te stellen, wie de heer S. is;
met name of hij een Geestelijke is of een
Leek. Want principieel gaat hier het de
bat over de zoo ingewikkelde vraag, een
kruis voor de moraal-studenten, van de ééne
oorzaak met dubbel gevolg. Ilc zou dat wil
len weten, of de heer S. die kwestie
kent, voor den geest had, wanneer
men volgens de moraal zulk eene oorzaak
stellen mag, niet stellen mag, beter doet
haar wél te stellen dan niet. Die ééne oor
zaak, die een uitmuntend gevolg kan heb
ben, heeft ook tegelijk soms een ver
keerde uitwerking kan hebben, per accidens,
ja zelfs zeker verkeerd werkt bij een of an
der, is nog in de versie verte geen bewijs,
dat men beter doet zulk een oorzaak maar
weg te laten! En dit is toch de redeneering
van den heer S. Zeer zeker kan de lieele
redeneering toegepast worden op artikelen
in de krant over Neo-Malthusianisme, op
eon Kamerverslag over zedelijkheids wetten,
een onderzoek naar het vaderschap enz.
Ik weet óók zeker, dat het meer dan eens
heel verkeerd heeft gewerkt op lezers, dat
bovengenoemde onderwerpen werden behan
deld. Evenzeker ais do heer S. 't weet van
mijn beoordeelingen in de Tijd. Toch doet
een krant beter met zich aan zulke s e-
cundaire gevolgen niet te storen.
Sommige menschen zijn ook zoo erg braaf;
of dat altijd echter braafheid is, laat ik in 't
midden. Als de heer S. over een flinke
dosis menschenkennis beschikt, vertrouwt
hij zulke overerge bezorgdheid evenmin als
ik het doe en bedenkt, dat er ook preutsch-
heid bestaat. Ik houd niet van de jonge-
meisjes braafheid der blanke ganzen; braaf
heid, die steunt op onwetendheid; ik houd
van braafheid, die de gevaren kent, doch
weet hoe ze te vermijden en de onvermij
delijke te weerstaan. Dat acht ik een eer
lijke, flinke opvoeding.
De redactie van „de Tijd", wier hoofdre
dacteur een Geestelijke is, blijkt over die
moraal-kwestie der oorzaak met twee gevol
gen: één zeker goed voor de meerderheid,
één mogelijk, vermoedelijk kwaad voor de
min-goerlwiliige of toevallige minderheid, te
denken zooals ik. En dat acht ik principieel
breed gedacht en juist. Waarom zou de
heer S. het beter weten dan de Tijd? Zeer
velen in den lande, geestelijken niet het
minst, denken, blijkens hun brieven aan mij,
er eveneens over. Ik heb een heel dossier.
„De Tijd" is ook geen kleine „volkskrant"
kinderblad nog veel minder; verreweg de
groote meerderheid der Tijd-lezers onder
schrijven stellig, wat nog gisteren een hoog
geplaatst leek uit Amsterdam me schreef:
„.Onschatbaar roem ik het nut van uw ar
beid voor o zoovelenlIk vind uw werk
heerlijk voor bonder en, misschien voor dui
zenden" en zoo voorts... Let wel: hij schreef
over mijn beoordeel ingen in de Tijd, niet
over het boekje waarvan hij blijkbaar het
bestaan nog niet kende, dat bewijst zijn
brief me duidelijk.
De heer S. zal me dan ook niet öhvel dui
den, dat ik het zoo absoluut mogelijk on
eens ben met de draagkracht zijner redenen
en er geen seconde aan denk, van zijn ad
vies gebruik te maken, doch heel zeker
met mijn „Beoordeelingen" in de Tijd door
ga. Met de meeste hoogachting,
Uw dw. dnr.,
F. HENDRICHS S. J.
7 Nov. 1912.
Naschrift der Re da ctie.
Pater Hendrichs vraagt ons, dit zfj'n Iiï-
gez. stuk zonder „naschrift" te plaatsen, 't
Zou niet eerlijk wezen, meent hij. Welaan,
dan zal dit naschrift ook niet anders we
zen dan een betuiging, dat wij voor ons,
zelfs na pater Hendrich's verdediging van
zijn critiek op alles en nog wat in de krant,
het geheel met den schrijver van de „Boek-
beoordeeling" eens moeten zijn, dat het pu
bliek bespreken van tal van (o zoo onbe
nullige!) boekjes, het geven van inhoud en
aangeven van leelijke puntjes, in dit soort
van overal goedkoop te krijgen lectuur, voor
menigeen een gevaar zal wezen. Maar
pater Hendrichs kan het zich veroorloven
een man van zijn reputatie en onder
vinding om zoowel het oordeel van S.
als dat van ons te negeeren. Doch daarom
behoefden toch wij, zoo min als de heer S.
te zwijgen over hetgeen dezerzijds ge
meend werd te m o e t e n zeggen?
REDACTIE.
TE VERKOOPEN.
Dinsdag, 12 November,
xHAARLEM. Alg. Ycrkooplokaal.
Nieuwe Gracht 74. 10 uur Mak. P.
Hoogeveen Lzn., deurw. H. A. ,W. Hens-
kes. Meubilairveiling.
x— HAARLEMMERMEER. Op de hof
stede „Land voor AYater" aan den Aals-
meerderweg half 10 Not. ,C. F. J.
Heinsius Boolbuis.
x— NOQRDWIJK. Hotel „Het Hof van
Holland" 11 uur Not- Binnendijk.
Openbare Verkooping.
AAN TE BESTEDEN.
Dinsdag, 12 November.
HAARLEM. Brongebouw 10 uur
Dag. Bestuur uit de Commissie van Toe
zicht over het gesticht Meerenberg. lo.
diverse Boekbindersartikelen; 2o. Drukwer
ken; 3o. Geneesmiddelen; 4o. Glas- en Aar
dewerk; 5o. Huishoudelijke Artikelen; 6o.
Verbandstoffen, ten behoeve van genoemd
gesticht.
DE NIEUWE UNIFORM.
De grijs-groene uniform zal, volgons de
„Avondp.", het eerst worden verstrekt aan
de lichting der militie, die op 1 Aug. 1913
overgaat naar de Landweer. Eerst wanneer
de landweer hiervan geheel is voorzien,
zal tot invoering bij het leger worden over
gegaan.
Het voornemen bestaat om als tege
moetkoming in de kosten van aanschaffing
van de nieuwe uniform aan alle officie
ren en onderofficieren van hoogeren rang,
een geldelijke vergoeding toe te kennen.
PENSIOENAANVRAGE GENERAAL-MA-
JOOR J. H. VAN DEN BROEK.
De inspecteur der genie, generaal-majoor
J. H. van den Broek te 's Gravenhage heeft,
naar do „Tel." verneemt, zijn pensioen aan
gevraagd.
BLIJVEND GEDEELTE.
Volgens de „Avondpost" is door den mi
nister van Oorlog aan de commandeerende
officieren van de korpsen gevraagd:
le. Of bij het ontvangen van de aanschrij
ving van den minister van Oorlog, waarbij]
werd bepaald, dat voor de lichting 1912
dienstvervanging bij het blijvend gedeelte
volgens de bepalingen der nieuwe Militie-
wet niet geoorloofd was, reeds zoodanige ver
vangingen waren toegestaan;
2e. Bij bevestigen :s t voording van
deze vraag, eene opgave van het aantal reeds
toegestane vervangingen volgens de Militie-
wet 1912;
3e. Of door de hierboven genoemde minis-
terieele aanschrijving de reeds toegestane
vervangingen weder zijn ingetrokken.
Ten slotte heeft de minister bepaald, >van-.
neer reeds toegestane vervangingen volgens
de bepalingen der nieuwe Militiewet nog niet
zijn ingetrokken, zulks in afwachting van
nadere bevelen van den minister niet moot
geschieden.
MILITIEKADER.
De commandant van het veldleger lieer»
den minister van Oorlog doen weten, dat
tijdens de jongste herhalingsoefeningen weer,
do onvoldoende bruikbaarheid van sommige
leden van liet militiekader gebleken is, waar
door dus de noodzakelijkheid blijkt, om ten,
opzichte van de opleiding van dat kader
afdoende eischen te stellen. (Avondp.)
HET GALGENMAAL.
Hoe komt men in het dagelijksche leven
toch aau do uitdrukking: „het is zijn galgen-'
maal", wanneer men spreekt over iemands
laatste maaltijd? Het was oudtijds in vele
plaatsen van ons land en ook in Duitsch-
land (de Duitschers spreken van „Henker-
mahl") gebruikelijk, om den ter dood vei'-
oordeelde den avond vóór zijn terechtstel
ling de keus te geven van de spiizen, die hij
gebruiken wilde. Zoo zou het volgens een ge
schiedschrijver te Amsterdam gewoonte zijn
geweest, den ter dood veroordeelde niet al
leen uitgezochte spijs toe te dienen, maar
hem daarbij ook wijn te schenken. Dit laat
ste zou volgens sommige schrijvers een over
blijfsel zijn van de gewoonte, die hier er
elders bestond, om den ter dood veroordeeld
dronken te maken, ten einde zijn doodstra»
te verminderen, hetgeen intusschen door kei
zer Karei V werd verboden. Toch bleef de
gewoonte bestaan, om den veroordeelde ge
durende zijn laatste dagen eens lekker t«
laten eten en drinken. Volgens den beken
den schrijver over het oude strafrecht Carp-
zovius, geschiedde dit „om 'smans geest een
beetje op te vroolijken". Te Zierikzee werd
er met een ter dood veroordeelde een plech
tige maaltijd gehouden op den avond vóór
den dag van de voltrekking der straf. De
veroordeeklo lind het recht het menu vast
te stellen. Bii dozen maaltijd werden dan ver
schillende autoriteiten geïnviteerd als: de
burgemeester, de baljuw, een predikant of
ziekentrooster en den procureur of verdedi
ger van den veroordeelde of van de partijen.
Meestal zat de baljuw aan den rechter en
de predikant aan de linkerhand van den mis
dadiger, terwijl daarbij vaak ook nog eenige
omstanders aanwezig waren om de plechtig
heid aan te zien. Eerst op 5 Maart 1739 werd
dit gebruik afgeschaft, zeker tot spijt der
liefhebbers van den goeden ouden tijd.
GEMEENTELIJKE ARBEIDSBEURS.
Nieuwe Gracht 3. Telefoon 170.
Ingeschreven: 19 timmerlieden, 1 machi-
nele houtbewerker, 1 meubelmaker, 4 metse
laars, 2 opperlieden, 2 stucadoors, 2 witters,
4 machinebankwerkers, 1 monteur, 7 grof*
bankwerkers, 1 metaaldraaier, 2 vuurwer
kers, 1 burgersmid, 6 machinisten, 8 stokers,
1 electricien, 1 instrumentmaker, 1 koper-
bankwerker, 1 koperslager, 3 loodgieters, lj
kleermaker, 23 schilders, 3 behangers, 4 stoft
feerders, 1 bloemist, 2 tuinlieden, 5 grond
werkers, 2 hakkers, 1 bankethakker, 1 krui
deniersbediende, 3 kellners, 9 magazijn-
knechts, 14 loopknechts, 3 huisknechts, 1 si
garenmaker, 7 kantoorbedienden, 1 letterzet
ter, 17 losse werklieden, 15 werksters, 2 naait
sters, 1 kookster, 2 huishoudsters, 3 vrouwe
lijke kantoorbedienden, 4 koetsier» <m
lieden.
door Moeder MARY LOYOLA,
vertaald door Mie- maris Watergeus, gebonden in groen linnen
prachtband, versierd met 20 platen, uit het leven dee Heeren,
geen f 2,10 maar 80 cents, franco per post f 0.92a/2
Leest alle annonces maar koopt uitslui
tend bij een gevestigd en betrouwbaar
Rijwielhandelaar een VliSI V I 6 I
\S I C I Rijwiel, bezit alle goede eigen
schappen daar ons zeif gemaakt
wordt ook geleverd met kogellager.
Banden naar keus f 75,OCI.
JACOBIJ MESTRA AT 23. -i- TELEF. 2219.
1
PETERS.