J.H.W. GRUHOEMANN
DE DIEF.
NIEUWS UIT DEN OIHTREN.
JAC. KAR3KEHS, Zijlstraat 62, Heeren- en Dameskleermakerij, EIVGELSCHE STOFFER.
De Invaliditeits- en
Ouderdomswet.
brengt steeds het nieuw
ste op het gebied van
üames- en
Heerenkleecfing.
Eigen ateliers onder
leiding van BEKWAME
Coupeurs.
Au Bon EVKarché
Haarlem-Brussel» Handschoenen voor alle gelegenheden.
feuilleton
KGfêlfiiGSTRAAT,
Wij hebben vroeger al eens een overzicht
fegeven van do thans bij de Kamer in be-
andeling zijnde groote Sociale Wet.
Evenwel: het kan vooral voor het vol
gende der Kamerdebatten zijn nut hebben,
(nog eens in beknopten vorm en groote trek
ken het stelsel dezer wet uiteen te zetten,
en 't gemakkelijkst gaat dit in den vorm
Van vragen en antwoorden.
Wat 'is het dool van de Invalidi
teits- en ouderdomsverzekering?
Wanneer een werkman door een ongeluk
in het bedrijf wordt getroffen, verzekert hem
de Ongevallenverzekering eenc wekelijksche
'uitkeering, welko 70 pereent van zijn loon
bedraagt, als hij volledig ongeschikt is tot
arbeiden.
Maar als een werkman wegens voortduren
de ziekte, of zwakte, of door een ongeluk
hem buiten het bedrijf overkomen, niet meer
kan werken, dan is hij invalide of ongeschikt
tot werken.
In zulk geval ontvangt de werkman geen
loon en geen uitkeering, tenzij hij toevallig
©p een werkplaats zou werken, waar ook
voor invalide arbeiders gezorgd wordt, maar
zulke werkplaatsen zijn hooge uitzonderiu-
Baarom verlangt men eene verzekering,
die den invaliden arbeider waarborgt, dat
hij eene geregelde wekelijksche uitkeering
val ontvangen en deze verzekering noemt
men Invaliditeitsverzekering.
Wat is Ouderdomsverzekering.
Als een werkman 70 jaar oud is, en nog
geen invaliditcitsrente trekt, heeft hij recht
op ouderdomsrente, alléén door het feit, dat
bij 70 jaar oud is.
Wie wordt verzekerd?
Verzekerd wordt ieder arbeider, die 16
Jaar oud is, in loondienst is bij een werk
gever, en niet meer dan f 1200 per jaar
verdient.
Is de arbeider verplicht zich te
verzekeren?
Ja, ieder arbeider wordt door de wet ver
plicht zich tc verzekeren tegen ouderdom en
invaliditeit.
Hoeveel bedraagt de in va li diteits-
rente?
De rente, die ccn invalide werkman ont
vangt, hangt ftf van de grootte van zijn
loon en van het aantal jaren, gedurende
.welke hij verzekerd is geweest.
Men- moet tenminste 150 weken premie
betaald hebben, alvorens men een invali-
diteitsrente kan trekken. Verder is deze ver
zekering aan geen leeftijd gebonden, zoodat
het kan voorkomen, dat een werkman van
20 of 30 jaren reeds invaliditeitsrente trekt.
De invaliditeitsrente wordt getrokken:
1. door den arbeider zelve, die invalide
wordt;
2. door de kinderen van een gestorven
arbeider, die recht had op invaliditeitsrente
of deze reeds trok of zelfs, wanneer hij min
stens 40 weken premie heeft betaald. Deze
rente heet Weezenrente. Deze weezenrente
wordt in haai' geheel uitgekeerd, zoolang het
oudste kind niet ouder is dan 13 jaar.
Hoe groot is het bedrag der in va
liditeits rente?
Uit de volgende tabel kan men zien, hoe
veel de minste rente bedraagt (na 3 volle
jaren premie betaald te hebbenen hoe
hoog de rente kan stijgen, als men vanaf
16 tot 70 jaar de premie betaald heeft.
Laagste
rente
per week.
f 1.50
f 1.80
f 2.40
f 3
f 3.60
Hoogste
rente
per week.
f 2.33
f 2.80
f 3.73
f 4.66
f 5.60
Jaarloon,
beneden f 240
van f 240400
van f 400—600
van f 600900
van f 9001200
Wordt iemand invalide na meer dan 150
weken, doch na minder dan 54 jaar premie
betaald te hebben, dan zal zijne weekrente
tusschen de laagste en de hoogste cijfers
liggen.
Hoeveel bedraagt de weezenrente?
De weezenrente hangt af van de grootte
der weekpremie, die de arbeider betaalde.
Weezenrente.
Jaarloon per week
beneden f 240 f 1.50
van f 240—400 f 1.80
van f 400—600 f 2.40
van f 600—900 f 3
van f 900—1200 f 3.60
Hoeveel bedraagt de Ouderdoms-
rente?
De Ouderdomsrente, die op 70-jarigen leef
tijd getrokken wordt, bedraagt evenveel als
of de werkman op dezen leeftijd invalide
werd. Men zie dus hierbij het lijstje hier
boven gegeven voor de invaliditeitsrente.
Hoeveel moet per week aan pre
mie betaald worden?
I)o premie wordt betaald door den werk
gever, die de helft van de premie op het
loon van den werkman kan inhouden.
Maakt de werkgever van dit recht gebruik
dan betaalt de arbeider de helft van de
hieronder staande premiën.
Bedrag der
Jaarloon
beneden f 240
van f 240400
van f 400600
van f 600—900
van f 900—1200
weekpremie.
20 cent
24 cent
32 cent
"40 cent.
48 cent.
1
Kunnen de invaliditeitsrente en
de ouderdomsrente verhoogd wor
den?
Hierboven hebben wij enkel gesproken van
de verplichte verzekering.
Daarenboven kan men echter ook nog vrij
willig eene hoogere premie per week be
talen en daardoor de uitkeering of rente bij
invaliditeit en ouderdom, 70 jarigen leeftijd,
verhoogen.
Deze vrije verzekering kan ook aangegaan
worden door een werkman, die niet-verzeke-
ringsplichtig is en door ieder ander, ook al
is iiij geen arbeider.
Ontvangen de arbeiders, die bij
liet in werking-treden der wet 70
jaar of ouder z ij n, ook ouderdoms
rente?
Ja, ook deze ontvangen eene rente, in
dien zij in de tien jaren, voorafgaande aan
de in werking treding van deze wet, ofwel
indien zij tusschen de 60 en 70 jaren min
stens 156 weken arbeid verricht hebben.
Ontvangen de arbeiders, die bij
het in werking treden der wet in
valide zijn, eene invaliditeitsren
te?
Ja, indien zij' een zekeren leeftijd bereikt
hebben (deze is nog niet bepaald) blijvend
invalide zijn en de laatste tien jaren vóór
zij invalide werden of de wet in werking
trad gedurende 166 weken werk hebben ver
richt.
Wat betaalt de Staat v'oor deze
Invaliditeits- en Ouderdomsverze-
ker ing?
De uitkeering van de invaliditeits- en
ouderdomsrente, zooals ze in het ontwerp
is geregeld, is berekend voor het geval, dat
alleen 16-jraigen tot de verzekering toetra
den.
Alleen in deze veronderstelling kan met
de gevorderde premie de vastgestelde rente
worden uitbetaald.
Het is echter duidelijk, dat bij zulke rege
ling slechte weinigen en eerst na lange ja
ren eene rente zouden trekken.
Om nu te zorgen, dat alle thans levende
werklieden en niet enkel de 16-jarigen van
deze verzekering zonder hoogere premie-be
taling voordeel kunnen trekken, moet de Staat
bijgeven, wat aan de premie der ouderen
ontbreekt. En deze som is niet gering.
Volgens de berekeningen zal de Staat 75
jaren lang eene som van f 8.800.000 moeten
bijpassen, om het mogelijk te maken, dat
alle werklieden, die nu nog geen 70 jaar
zijn, dezelfde invaliditeits- en ouderdomsren
te trekken als degenen, die vanaf hun 16de
jaar verzekerd waren.
Daarbij komt nog, dat de Staat de ad
ministratiekosten voor zijne rekening neemt,
geschat op f 1.200.000.
Te zamen zal deze wet dus aan den Staat
kosten een jaarlijksehe uitgave van 10 mil-
lioeu gulden.
beverwijk.
Ondersteuningsfonds. Zondagavond hield
hét R. K. Ondersteuningsfonds „St. Joseph"
zijn halfjaarlijksclie vergadering. Door den
penningmeester werd verslag uitgebracht,
over den toestand der kas, waaruit bleek',
dat totaal was ingekomen f 2055,021/2, waar
tegenover stond een uitgaaf van f 498,55,
zoodat er een batig saldo is van f 1556.47y2.
Voorwaar een aardig bedrag 1 De voorzitter
wees dan ook met voldoening op de Tinan-
tieele vooruitgang van het fonds, en "bracht
nulde en dank aan den jjverigen penning
meester, de heer Burger Hz.
De vergadering onderstreepte deze woor
den van lof met een hartelijk applaus. De
oommissie van verificateurs, „die vóór de
vergadering de rekening en verantwoor
ding had onderzocht, verklaarde deze in
orde te hebben bevonden.
De Geest. Adviseur bracht hierna een
voorstel ter tafel, om de statuten in over
eenstemming te brengen met den uitdrukke-
lüken wensch van Z. D. H. den Bisschop,
door daarin een bepaling aan te brengen
dat niet als lid van het fonds worden toe
gelaten, zij die een gemengde verkeering
aangaan, of een gemengd huwelijk sluiten.
Na eenige discussie, waarin nadere verkla
ring omtrent de uitvoering van dit artikel
vraagd werd, werd de nieuwe bepaling met
algemeene stemmen aangenomen, waarna
de voorzitter zijn vreugde uitte, over de
eenparigheid, waarmede de leden zich schik
ten naar Monseigneurs wensch, zpoals dit
in een Kath. vereeniging betaamt. Na de
rondvraag werd de vergadering met gebed
gesloten.
WIJK AAN ZEE.
Kruisverbond. Zondagavond hield het
kruisverbond weder eene huishoudelijke
vërgadering. Kleine kwesties waren er ge
rezen over het al niet geschrapt zijn van
een paar leden, die de jaarvergadering niet
hadden bijgewoond zonder schriftelijke ken
nisgeving. Daar er echter van een paar
paar leden mondelinge boodschappen waren
aangenomen, moest dit voor deze leden ook
gelden, was het besluit. De voorzitter wijst
nogmaals op het belang om de toegangsbe
wijzen behoorlijk in te vullen. Voor de con-
tróle is d it zeer noodig. De penningmeester
was niet ter vergadering en den nieuwen
leden kon dus geen insigne worden uitge
reikt. Toch besloot de voorzitter hun te
installeeren. Een oud-lid behoorde ook daar
bij en met eenige toepasselijke woorden
werden de nieuwe leden welkom geheeten.
Een ander meldt zich aan als aspirant-lid.
Als oud-lid bekend zijnde, werd door een
der aanwezigen tegen zijne 'toelating gepro
testeerd, met opgave van redenen. Andere
feden stemmen hiermee in. Weer anderen
zijn er voor hem toe te laten, waartoe de
voorzitter dan ook besluit, terwijl hij den
proeftjjd op 3 maanden stelt. (Volgens het
reglement).
Bij de rondvraag brengt de voorzitter het
plan te berde om een zangvereeniging op
te richten. De vraag, of niet-kruisverbon-
ders daarvan lid kunnen worden, beant
woordt de ^geestelijke adviseur ontkennend.
Als ze zich graag willen aansluiten, moeten
ze eerst maar lid van het kruisverbond
worden. Ten slotte spreekt de geest, advi
seur over een politieken cursus, dien Z.
Eerw. van plan is op te richten. Hierna
wordt de .vergadering gesloten.
NOORDWIJKERHOUT.
Hulp in Nood. In café „De Zwaan" ver
gaderden Zondagavond de leden van het zie
kenfonds „Hulp in Nood". De voorzitter
heet de aanwezigen welkom, waarna de no
tulen gelezen en goedgekeurd worden.
De penningmeester doet hierna rekening
en verantwoording. De inkomsten bedroegen
f 608.16 de uitgaven f 232.61.1/2, batig saldo
dus f 375.541/2. Hiervan is op de spaar
bank geplaatst f 350, zoodat in kas is de
som van f 25.54i/2.
De heeren J. Nulkens en L. de Winter
zien de rekening en bescheiden 11a, en
bevonden ze in orue, waarna de voorzitter
den penningmeester dankt zegt voor zijn ac
curaat beheer. Medegedeeld wordt, dat de
kaarten van het fonds voortaan op 81 Aug.
moeten voldaan zijn.
Bij de rondvraag vraagt een lid of schei
ding van ziekenfonds en vereeniging mo
gelijk is. Geantwoord wordt, dat de statu
ten zich hiertegen verzetten. Hierna wordt
de vergadering gesloten.
R. K. Bibliotheek. Door de ijverige be
moeiingen van onzen kapelaan zijn thans
reeds 200 boeken bijeen gebracht. Besloten
is reeds Zoiidag a.s. met de uitdeeling te
beginnen. Met de werkzaamheden aan een
en ander verbonden heeft zich een com
missie belast, bestaande uit leden van eenige
vereenigingen. Het ligt in het voornemen
de uitdeeling des Zondags na de Hoogmis
en het Lof te doen geschieden.
NIEUW-VENNEP.
Op lieeterdaad betrapt. Gisternacht werd
A. Schilders, wonende te Burgerveen, wak
ker door 't gekakel van zijn kippen. Ver
moedende dat er ongenoode gasten waren,
ging hij op onderzoek uit en kwam tot
de ontdekking dat een groote hond in het
hok was en een 7-tal kippen had doodge
beten.
De eigenaar van den hond, die door de
politie spoedig werd opgespoord, heeft de
schade vergoed.
BURGERLIJKE STAND.
X- ZAND VOORT. Ondertrouwd: C. A.
ter Poorten en O. M. Nobels. D. Zijlstra
en J. Draijer.
Getrouwd: P. Rolversen en "M. va
der Valk. H. van der Schinkel en k
M. Lefferts. W. Draijer en A. Paap.
Geboren: z. van G. SchaapZwem
mer. d. van C. Burry—van Ophem. -
d. van A. C. BluijsKoreman, d. va
A. C. van der MeijNieuwlaat. d. va
H. Keurvan der WerffDraijer. "d. va
M. Kraaijenoord.
Overleden: Jb. Koper 2 mnd. 1 y
VELSEN. Geboren: z. van J. M. A. Kei
i terDies. d. van C. van der Schootva
'Zetter. z. van U. Belgraver—van Wienei
z. van J. Hartog—Blinkhof. z. van r. 1
Hooijer—Dijkstra. d. van M. Wijker-
Dekker. z. van M. W. Beulink—Tjadei
z. van G. van Loon—Smit. z. van I
AldersNaam. z. van G. Smit—Visser. -
d. van V. KlugtHillecamp. d. van A. V
Biersteker—de Vink. tl. van M. Luin-
Willems. d. van S. M. Braamvan de
Son. z. van J. BruijnsWiggermans. -
z. van P. RuitenDijkhuizen. z. van I
Bierman—Oldenburg. d. van H. van de
Sluis—Broekhuizen. z. van D. Doeksen-
Wouters. z. van E M Zonneveldt—Flitsic
d. van M. W. J. Vinkevan der Liest. - l
d. van A. M. HuijbensLipman. z. vai
P. W. van Leeuwenvan den Bosch,
Ondertrouwd: J. A. Knebel en M. E. Bolk
F. Mantje en J. Zwart. A. van der Dhij
en H. Lem. A. Schipper en C. E. Hutjes
A. G. Keuter en T. Wernis. F. de Vrir
en J. H. Polderman. P. v. d. Putten en A
Hoogerwerf. W. Heilig en C. M. BlokkeT
M. J. Duiveklioff en M. Remmers.
Getrouwd: N. Spring in 'tVeld en C. Hars
veld. H. Kas en M Zeilmaker. A. d<
Waard en N. Brand. J. Scboone en f
Maks. A. Ingelse en J. Tramper.
Overleden: J. Bakker, weduwn. van M
Prins, 67 jaar. D. H. A. Kuiill, 13 d. -
W. N. v. d. Wall, wed, van R. K. Nieborg
91 jaar. G. Kramer, 1 jaar en 8 mnd.
J. de Bruün, 74 jaar. H. Schelvis, 74 j
(V. N. B.)
BENNEBROEK. Ondertrouwd: B. Mens'
en C. C. A. Selhorst.
HAARLEMMERMEER. Geboren: d. var
H. C. van LaarVermeulen. z. van M
Baardse—de Jong. z. van A. A. Cttm
horst—Bax.
Overleden: I. Flipse, 75 jaar.
(S. K.)
VAN EI.1H'
Raad van Scheepvaart.
De Raad voor de scheepvaart deed mt
spraak in de zaak van de „Prins Willem V'
en den Vlissingschen loodskotter no. 39.
Naar 's Raads oordeel is de aanvaring tc
wijten aan schuld zoowel aan de zijde var
den schoener als aan de zijde van het s.s
Prins Willem V. t
De Prins Willem V had, toeu zij het looos-
sein voor IJmuiden geheschen had en dc
loodssehoener dit niet met een gelijk sein bej
antwoordde, dit laatste schip niet moeten
gaan praaieu, of, had zjj daartoe ernstige
redenen, zoo voorzichtig moeten naderen
dat alle gevaar voor aanvaring uitgesloten
was. Maar, gelijk gezegd, ook den schoenei
treft schuld. Deze had met het toonen van
zijn boordlicht niet moeten wachten tot hd
s.s. zoo dicht genaderd was, dat er gevaai
voor aanvaring begon te ontstaan, en in elk
geval had men aan boord van dit vaartuig
het boordlicht duidelijker, immers telkens
gedurende langer dan 2 seconden, buiten
boord moeien toonen. Enkel aan het feit, dal
dit toonen telkens zoo kort duurde een feil
door den daarmede belasten getuige erkend
kan bet worden geweten, dat men aan
boord van de Prins Willem V geen boord
licht van den schoener heeft opgemerkt en
dus de positie van dit vaartuig niet dan toen
het te laat waB heeft kunnen bepalen.
(Zeepost).
Hij had gestolen. Er was geen andere naam
Voor zijn daad, al trachtte hij zich door ijdele
drogredenen daarvan vrij te pleiten. Hij had
zich aan bet eigendom van een ander ver
grepen.
Maar deze andere was zoo rijk! Zijn geld
kist was tot aan den rand gevuld, zijne kin
deren waren voor altijd goed verzorgd. Dat
kleine verlies kon Lem geen nadeel doen.
Die paar armzalige goudstukken kon de rijk
aard wel missen!
Ja, maar het was toch een diefstal! Do ver
zoeking was zoo groot geweest. Het bureau
stond wagenwijd open, het kleine laatje
daarin was tot aan den rand met goudstuk
ken gevuld, die hem zoo verleidelijk tegen-
flikkerden en fonkelden. Thuis lag zijn arme,
jonge vrouw ziek, afgetobd, die ternauwer
nood voor zich en haar klein kind haar nood
druft had. Hoe zou een goede flesch wijn, een
krachtig stuk vlcesch haar goed doen. Hoe
Zou er weer een blosje van gezondheid op
haar uitgeteerde wangen komen, haar pols
iweer krachtiger slaan en wat zou zij nieuwen
jnoed en vertrouwen in het leven krijgen!
En juist toen was de heer opgestaan en
anct het hem ter onderteekening voorgeleg
de stuk dc belendende kamer binnengetreden.
jWas dat niet een wenk geweest der grillige
ïortuin? Eén greep slechts in het met goud
gevulde laatje en zijn huiselijk geluk, door
Biekte en zorgen vernietigd, zon opnieuw
(opbloeien. Dat was immers geen diefstal, het
was het instinct tot zelfbehoud en hij had
toegetasl.
Nu was het geschied en met den buit in
kijn broekzak ging hij naar zijne woning.
In den beginne was het hem vroolijk en
aangenaam te moede geweest. Daar hoorde
Lij plotseling een stem: „Een diefl Houdt
den oief
Doodelijk ontsteld kroop hij ineen en bleef
als aan den grond genageld staan. Het angst
zweet bedekte zijn voorhoofd hij sloeg zich
met de hand voor het hoofd. Nu reeds ont
dekt?
De menschen stormden hem voorbij, liepen
hem bijna omver of stieten hem ruw ter zij-
de. Hij zag hen eindelijk bij een jongmensch
stilhouden, die reeds door een politie agent,
bij den kraag gevat was. Onder luid gefluis- j
ter en heftige gebaren omringde men hem
en strekte hem tot geleide, toeu de politie
man hem naar het bureau bracht.
Op dien was het dus gemunt! Die was een
dief! Hij niet. Verlicht ademde hij vrijer en
ging verderMaar het geroep bleef hem I
vervolgen. De kreet: „Een dief! Houdt den
dief!" klonk onophoudelijk in zijn ooren.
Dat was immers onzin! Hoe kou hij zich
met dien naam op een lijn stellen, die mis-j
schien een gemeeue straatroover was, die
een kind uitgeschud, een arme zijn laatsten
penning ontstolen had! Dat had hij toch niet
gedaan.
Hij trachtte nu met alle geweld zijn ge
dachten een anderen loop te geven. Wat zou
hij nu voor liet geld koopen om zijn arme
vrouw te verrassen! Wijn, lekkernijen, of,
vleesch? Ja, dat is het hij wil een en ander'
gaan koopen, dat zal ziju onaangename ge
dachten wel verdrijven!
Maar zal men zich niet verwonderen, dat
hij de bleeke, armoedig gekleede man goud-1
stukken wisselt en dingen koopt, die alleen
voor rijke menschen bestemd zijn? Zal men
hem niet wantrouwig aanzien, vermoedens,"1
argwaan koesteren? Zal zijn onrust, zijn blik,
die onvast is hü voelt het hem niet ver
raden? Zal men hem niet vervolgen en roe
pen: „een dief!"
„Och, kom, die nare gedachten uit het
hoofd gezet. Het is den menschen er om te
doen, zaken te maken, zonder te vragen waar
het gold vandaan komt. Daar is een wijn-
zaak, helder verlicht en vol menschen. Kom,
naar binnen!"
„Neen, het gaat niet, hij is te onrustig, hij
•iddert, Nog uooit heeft hij iemand een cent
©ntstolen. nooit zich iets op onreehtvaardige
wijze toegeëigend. Het reeds uit zijn zak ge-
nomen goudstuk gloeit in zijn hand als vuur.
Neen, hij moet eerst rustiger worden, zich
zelf eerst overtuigen, dat hij geen gemeen©
dief is, dan zal liet beter gaan. Hij zal naai-i
zijn woning gaan, de ellende van zijn vrouw
aanschouwen, liet hongerende kind omhel-1
zen daaruit zal hij moed en rust putten,
dan zal hij inzien, dat hij goed heeft gehan
deld. Haastig treedt hij het armoedige ver
trek binnen en zijn heete lippen raken den
mond der zwak glimlachende vrouw aan.
„Hoe gaat het er mee?" vraagt hij op zwak
ken, trillenden toon, en „goed, heel goed",
fluistert zij, nauw hoorbaar.
„Goed, lieel goed", dat zegt zc steeds, de
lieve li;, der es t-n ondertussclien wordt zij al
bleeker en zwakker.
„Dat maak je mij niet wijs", zegt hij wre
velig en grijpt haar hand. Het is slecht met
je, heel slecht, je lijdt gebrek en tobt je af.
Je hebt goede verpleging en versterkende
middelen noodig. Een beetje geduld nog en
je zal ze hebben. Ik zal je wel opknappen."
Een koortsachtig rood overtrekt zijn ge
zicht, als hij verder zegt: „De kwade dagen
zijn voorbij, je zal het voortaan goed heb
ben."
Zij kijkt hem verbaasd en vragend aan,
hij echter grijpt plotseling in zijn zak en-een
oogenblik later liggen de goudstukken op
het kleine tafeltje bij haar bed, flonkerend
bij het schijnsel van de petroleumlamp.
„Hier, mijn schat", zegt hij haastig, „hier
is geld, bet is veor u. Ik zal er je wel mee
gezond maken, en wanneer het op is, heb ik
nog meer".
Deze hoopvolle woorden besterven hem
bij na op de lippen, hij spreekt zachter en
zachter, en zijn eerst zoo heldere, open hlik
wordt schuw, gejaagd. Zijn vrouw zegt, geeu
woord, maar haar gezicht! Het is geen
vreugde, geen hoop, geen nieuwe ontwaakte
levenskracht, die uit haar ingevallen trek
ken spreekt, het is wantrouwen, achterdocht,
verontwaardiging.
„Dief!" Heeft zij dat woord uitgesproken?
Neen, zij zei niets, geen geluid kwam van
haar lippen, zij staart hem enke.l vorschend
aan. En toch galmt dat woord hem in de
ooren, vol haat en afgrijzen. „Dief!" Vrees,
afschuw en ontzetting, dat alles ligt in den
vreeselijken klank van dat woord opgeslo
ten. En nog altijd hebben de lippen der jon
ge vrouw zich niet bewogen. Hij raapt
koortsachtig de goudstukken bijeen, zet zijn
hoed op, staart naar de deur, keert zich daar
nog eens om en zegt: „Ik heb nog iets ge
wichtigs te doen, ik ben zoo terug".
Hij begeeft zich rechtstreeks naar de wo
ning van zijn patroon. Onstuimig trekt hij
aan de hel en voegt de meid, die openmaakt,
toe: „Ik moet mijnheer spreken, onmiddel
lijk, over een gewichtige zaak".
Het meisje talmt. Mijnheer is is den kring
van zijn gezin en laat zich niet graag storen.
„Er is groote haast bij. Dien mij aan, hij
moet mij spreken!"
„Ik wil het probeereu."
Ademloos wacht bij aan de deui-, tot Mi
eindelijk een zware stem hoort: „Voor dit
maal kan je binnenkomen!"
Hij stormt als het ware naar de spreekka
mer, waar zijn patroon reeds op hem wacht.
„Waarom kom je nog zoo laat en onstui
mig hier?"
„Om een diefstal, mijuheer."
„Hoe? Bü mij?"
„Ja, de dief staat voor u."
De woorden vliegen over zijn lippen. Ter
wijl de patroon onwillekeurig een schrede
achteruitgaat, legt hij met sidderende hand
de goudstukken op tafel. Nu wordt Mi plot
seling rustiger, hij ademt diep en zegt: Neem
uw geld terug, ik heh het genomen in een
oogenblik van waanzin.
Verbaasd staart de patroon den schuldige
aan. „E11 waarom ben je een dief geworden?"
vraagt hij scherp.
„Uit liefde tot mijn vrouw", fluistert de
ongelukkige, „maar zij haat, zij verafschuwt
mij daarom; om haai* van den dood te red
den, nam 5k het en nu zal zij sterven, omdat
ik een dief ben geworden."
Hij bedekt, ziin gelaat met zijn banden en
voor het eerst sinds langen tijd Vloeien tra
nen uit zijn oogeu.
Rloteeling voelt Mi een band op zijn schou
der; hij kijkt op en schouwt in het ernstige
gelaat van zijn patroon.
„Zeg mij alles, openhartig en onomwon
den. Waarom heb je gestolen?"
Een oogenblik ziet de ongelukkige zijn pa
troon bewusteloos aan, dan echter krijgt zij 1
tong de spraak terug en nu schildert hij ziji
toestand en alles wat hij in den laatsten tijc
ondervonden cn gedacht heeft. Al zijn woor
den dragen den stempel van zuivere waar
heid en openhartig legt hij zijn binnenste
voor zijn patroon bloot.
„E11 nu, mijnheer," zoo besluit hij, „zoo werd
ik een dief; doe met mij wat u wii."
Met gebogen hoofd wacht hij het antwoorc
af, dat na eenig talmen volgt.
„Neem het geld weer op, het behoort je
toe. Je hebt een vreemden omweg gemaakl
om mijn ondersteuning te verzoeken. Had
je openhartig tot mij gesproken, dan zon
het zoover niet gekomen zijn. Maar nog if
het tijd. Ik geloof je en heh vertrouwen ir
jou. Je blijft in mijn dienst en gebruikt dit
goudstukken voor je arme vrouw en om jt
toestand te verbeteren. Neem nu het geld op
of moet ik je een schriftelijk bewijs geven
dat dat geld je rechtmatig eigendom is?"
Weinige minuten later 6tond de berouw
hebbende dief op straat cn ijlde naar zijn*
woning. Ditmaal deed hij onderweg inder
daad allerlei inkoopen van wijn en lekker
nijen en het kwam nu niet bij hem op, da:
men wegens zijn goudstukken argwaan je
gens hem koesterde. En toen hij thuis kwan
en al die kostbaarheden op het bed zijne:
beangstigde vrouw legde, staarde zij hen
•niet achterdochtig aan, noch scheen „dief
tot hem te roepen. Zij sloeg haar amen oir
zijn hals en fluisterde: „Maar waar haal j<
toch al dat geld vandaan?"
„Niet gestolen, vrouwtje!"
„Gestolen! Maar man, hoe kom je op zulkt
ijselijke gedachten! Jij een dief!"
Toen greep hij haar kleine hand en be
dekte ze hartstochtelijk met kussen. „Ja, jt
hebt gelijk," sprak hij zacht, en kon ternau
wernood zijn tranen weerhouden, „ik eei
dieft"
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT *^!?!L5ÉA°