buitehland: BINNENLAND. De oorlap op den Balkan. ■plaats van mevr. E. van BroekhuizenEloff. Onder luid applaus betrad hierna de spre- fcer van den avond Ds. H. I). van Broekhui zen, het podium en begon in de eigenaardige Afrikaansebe taal een geestdriftige rede over S de geephiederi'q van bet AfriVaansch" volk. Be Af rikaanscbe faal stamt af van de Hnl- 3 lard^ehe, en iedere kamnveebter voor de I Kolla^doebe taal moet oei- epn pfrï'der ziin j voor de Afrikaansebe taal. Zuid-Afrika was f na den oorlog met Engeland een en al ver- woesting. Dat was vreeselijk: alles verwoest g en verbrand, geen vee, geen geld, een wan hopig volk. En toen is er eerst verkeerd ge- r werkt: er kwamen Engelsehe ambtenaren, e onderwijzers, die van de Afrikaansebe boe renkinderen Engelsehen wilden maken. Ja, jj ze wilden de Afrikaausche jongens zelfs met Engelsehe meisjes doen trouwen om hun j doel te bereiken. Maar de Boeren hebben overwonnen, en al wareu er sommigen moe- 't deloos, het optreden van Hollandsche Afri- kaners was van zoo grooten invloed, dat er 1 herleving merkbaar werd. Er werden huizen en scholen gebouwd, er werd in onze Oran je-Vrijstaat een regeering gevormd, en hier was voor den spr. gelegenheid met geestdrift te wijzen op de groote figuur: generaal Bo- tha, den diplomaat. Maar er zijn nog vele moeilijkheden, en wel vooral, de groote massa Engelsehe amb tenaren, die over het land verspreid zijn, j goed betaald worden en pensioenen krijgen, j Zoo werd nog langen tijd aan de kinderen Erigelseh geleerd, en waar de wet zeide, dat e kinderen de taal moesten leeren, die ze 1 het beste spraken, (natuurlijk Hollannsch- Vfrikaanseh) daar waren de onderwijzers .iet in staat die taal zélf te spreken, zóó Toot was de invloed der Engelsehen. Maar de toekomst is aan ons, roept spr. uit, want onze taal overwint, en de taal is het volk! (Daverende toejuichingen). Mej. R. v. d. Burgh zong hierna „Hul sal dit tog ni krij ui" vau C. v. d. Linden en oogstte daarmede een zeer groot succes. Na de pauze betreedt de heer Dr. J. B. i Schepers het podium, en doet de mededee- ling, dat de burgemeester, de beer Jhr. W. B. Sandberg, verhinderd was, van de uit- noodiging, dezen feestavond bij te wonen, gebruik te maken. Alsnu zong mej. v. d. Burgh nog een twee tal Transvaalsche liederen van J. P. J. Wierts: „Ons eigè lied" en „Uitnoodiging an Ana re", waarvoor zij met een luid applaus werd beloond. Alsnu zong mej. v. d. Burgh. Ds. Bróekhuisen zette hierna zijn rede voort, nu voornamelijk wijzend op do triom fen die dé Afrikaansebe taal ging vieren in haar litteratuur. Hoe kan het anders, dan dat een volk, dat zóó aan 't herleven is, zich uiten wil in kunst en litteratuur! Hierbij leest spr. eeuige typische Afri kaansebe verzen voor. Dan verhaalt Ds. Broekhuizen, hoe hij ook om zijn vaderlandsliefde vervolgd is: hij was gearresteerd, omdat hij gesproken had over zijn getrapte, verdrukte volk, en dat was hoogverraad in de oogen der Engelschen! Maar een Hollandsch-Afrikaansche jury had aem onschuldig verklaard. Dan weer sprak Ds. Broekhuizen over al het land, dat aan Transvalere toebehoort, en dit is ook een waarborg voor de toekomst. Wij moeten alleen maar vertrouwen en vol harden. En we willen dat alle Nederlanders, waartoe de Zuid-Afrikaners belmoren, mee leven, meevoelen" met hun zuidelijke kame raden. Er moet een band van liefde zijn. Hei is heel verkeerd van velen, Zuid-Afrika te beoordeelen naar de enkele Transvalere, die in Holland zijn. En met een geestdriftige lofprijzing van zijn volk, en het Nederland- sche, eindigt spr. onder donderende toejui chingen zijn schitterende rede! Hierna hield de heer H. Malan, med. stud, te Amsterdam, een aardige voordracht: „Hoe Jan de Villiers die piano speul", waarmee )ij zeer veel succes had, en hiermee was de leker wel uitstekend geslaagde Zuid-Afri- kaansche feestavond teu einde. GENERAAL VAN MERLEN. De stand van den nationalen schietwed strijd is, behalve der Dinsdag vermelden: Personeel. Maximum 100 punten. 1. Paul Roozen, Overveen, 97 95; 2. J. A. Rijkens, A'dam, 97 95; 3. A. van Zutpheu, Utrecht, 97 91; 4. E. B. Mooleuaars, Haarlem, 97 89; 5. D. C. Houtgraaf, Bloemendaal, 95 94; 6. Gerard Luijekx, A'dam, 95 93; 7. G. Kur- pereboek, Rotterdam, 95 89; 8. C. M. van Da len, Vla a rd in gen, 94 99; 9. C, Harsefelder, Am sterdam, 94 92; 10. A van Broek, Rotterdam, 94 92; 11, J. Schoep, Elspeet, 94 88; 12. R. H. Schukking, Amersfoort, 94 84; 13. M. v. d. Vlugt, Amersfoort, 94 84; 14. J. Saltzherr, Cuilenburg, 93 95; 15. S. Verwoerd, Cuilen- burg, 93 92; H. Burgers, Rotterdam, 93 92; 17. G. Mulder, Elspeet, 93 91; 18. J. Lieuwes, A'dam, 93; 19. H. L. Beijning, A'dam, 93; 20. C. J. Jansen, A'dam, 92 89; 21. P. A. Rueck, den Haag, 92 88; 22. G Jansen, Eindhoven, 92 86; 23. A. F. Bos, Overveen, 92; 24. J. F. Borghouts, Haarlem, 92; 25. J. Ertzen, Am sterdam' 92; 26. J. Damn er, Maassluis, 91 93; 27. H. Brand, Maassluis, 91 92; 28. G. Dijkgraaf, Elspeet, 91 92; 29. M. C. Schippers, Maassluis, 91 89; 30. F. A. J. Nidschelm, Am sterdam, 91 89; 31. D. van Buuren, Amers foort, 91; 32. H. J. v. d. Burg, Haarlem, 91; 33. J. A. Mol, A'dam, 90 95; 34. E. de Kuijper, Eindhoven, 90 90; 35. A. Reckenbaeh, A'dam, 90 89; 36. D. Teekeos, A'dam, 90; B. Schmidt, A'dam, 90; 38. A. den Held Azn., Rotterdam, 90; 39. L. Srueenk, Haarlem, 90; 40. W. P. Walraven, Eindhoven, 89 93. Condolatjeprijzen: le prijs mej. C. Hout graaf—Kohier, Bloemendaal, 70 p.; 2e prijs M. G. Wassenburg, Loosduinen, 75 p.; 3e pr. C. T. Buningh, A'dam, 76 p. Eerewedstrijd. Maximum 100 punten. 1. A. P. Bos, Overveen, 99; 2. Paul Roozen, Overveen, 98; 3. J. A. Rijkens, A'dam, 98; 4. A. van Zntphen, Utrecht, 97; 5. A. Recken- 1 bach, A'dam, 97; 6. U. Vuurman, Rotterdam, 97; 7. C. H. van Dalen, Vlaardingen, 97; 8. H. i J. Bouman, Haarlem, 96; 9. Gerard Luijekx, 1 A'dam, 96; 10. A. M. van Leeuwen, A'dam, 96. Vaste baan wedstrijd. Max. 200 punten. L C. M. van Dalen. Vlaardingen, 196 97; 2. 1 U. Vuurman, Rotterdam, 196 96; 3. J. Dam- mer, Maassluis, 194; 4. H. J. v. d. Burg, Haar lem, 193 96; 5. A. van Zntphen, Utrecht, 193 94; 6. A. H. van Leeuwen, A'dam, 193 91; 7. H. J. Bouman, Haarlem, 192 96 96; 8. D. v. Buu- ren, Amersfoort, 192, 97 95; 9. A. J. van Si- meren, Amersfoort, 192, 98 94; 10. A. v. Broek, Rotterdam, 191 94; 11. C. J. Hansen, A'dam, 191 93 93; 12. Paul Roozen, Overveen, 191, 93 90; 13. Gerard Lnijckx, A'dam, 190 94; 14. W. H. Bakker, A'dam, 190 89; 15. J. F. A. Ger hard. Elspeet. 189 Vrije Baan. Maximum 200 punten. 1. U. Vnurmans, Rotterdam, 199; 2. D. C. Houtgraaf, Bloemeudaal, 199; 3. J. A. Rij kers, A'dam 198; 4. A. P. Bos, Overveen. 198; 5. H. J. v. d. Burg, Haarlem, 198: 6. H. J. Armman. Uaarl°m. 198: 7. Gerard Luijekx, A'dam, 198- 8. Paul Roozen. Overveen. 197; 9 TT. v. d. Ub'ïrt Amersfoort. 197- 10. ,T. W. L. Ketjes. A'dam 197- 11, O. Harefeldev. Am sterdam 1<v7- 12. H. H. Koene, de Tóe. 197: 13. P. A. J. Nidschelm. A'dam. 197- 14. H. Kö- nig. Overveen, 197; 15. W. H. Dra tuier, De venter, 197; 16. A. van Zutphen, Utrecht, 196; 17. D. van Buuren, Amersfoort, 196; 18. G. v. Broek, Rotterdam, 196; 19. G. A. d. Held Az., Amsterdam, 196; 20. G. Kurpershoek, A'dam, 196; 21. R. J. van Eiraeren, Amersfoort, 196; 22. J. Saltzherr, Cuilenburg, 195; 23. F. A. Rueck, 'sHage, 195; 24. L. de Raad, Haarlem, 195; 25. W. E. Stap, Haarlem, 195; 26. A. Reckenbaeh, A'dam, 195; 27. L. C. J. Jonck- blnedt, Haarlem, 195; 28. A. M. van Leeuwen, A'dam, 195; 29. L. Smeenk, Haarlem, 194; 30. W. H. Bakker, A'dam, 194. DE TOESTAND. Het oorlogsn.euws blijft sckaarsch. Bij de Ts jat aids ja-linie wordt gevochten. De in ternationale verhoudingen verbeteren. Men klaagt over wreedheden door de Serviërs in Albanië bedreven. Het oorlogsnieuws blijft schaarsch. De stil te, die vermoedelijk een vreeselijke storm voorafgaat. Zoo is het meer gebeurd in de zen krijg. Loele Boerga-s, Tchorloe, kwamen vrij onverwachts. Dat er echter aan de Tsja- taldszja-linie niet wordt stilgezeten, bewijst weer een bericht van den eminenten oor logscorrespondent van de Eeiclispost uit liet hoofdkwartier van het Bulgaarsche leger. De hoofdaanval op het centrum aan weers zijden van Tsjataldzja en de aanval gericht op het Noorden van de linie van Tsjataldzja nemen voor de Bulgaren een gunstigen loop. In de laatste dagen zijn de Turken uit de vooruitgeschoven forten gedrongen. Het be gin van den hoofdaanval is echter twee dagen vertraagd tengevolge van de hevige regens, die den aanvoer van .schietvoor raad, en het vooruitbrengen van de zware artillerie uit Adrianopel zeer bemoeilijkt. De strijd is reeds hevig. Aan de Lokal Anzeiger wordt eenzelfde bericht gezonden n.l. dat de Bulgaarsche legercorpsen, die 6 November om 5 uur 's morgens uit hun stellingen bij Loele Boer- gas en Tchorloe zijn opgerukt, gisteren de strijd om de eigenlijke linie van Tsjataldzja begonnen. Alleen kunnen daar frontoverval len worden gedaan en geen omtrekkende bewegingen uitgevoerd. Uit Adrianopel wordt bericht dat de Turken wederom twee groote uitvallen liebben gedaan, clocli na vijf uren verbitterden strijd werden terug geslagen. Uit Macedonië wordt bericht dat Monastir nog niet gevallen is. Met het organiseeren van burgerlijke besturen wordt voortgegaan naarmate, do Serviërs voorwaarts rukken. Volgens eenige berichten heeft Albanië het zelfbestuur uitgeroepen. In Duitsehe, Engel sehe, Deensche bladen en nu ook in de Eeiclispost wordt met verontwaardiging ge wag gemaakt van de Servische gruwelen in Albanië bedreven. Dit moet, mag men de berichten gelooven, vreeselijk zijn. De Ser viërs willen de Albaneezcn uitroeien, naar men zegt. Volgens berichten, die nog niet ambtelijk bevestigd zijn, moeten de Serviërs Doerazzo (aan de kust van de Adriatisclie Zee) geno men hebben. De Weensche Sud-Slavische Korrespon- denzz verneemt uit Cattaro: De militaire toestand voor Skoetari is voor de Montcnc- grijnen stellig ongunstig geworden. Do ko- lonnes op de linkerzijde van de Bojaiia, die, naar het heette, met succes tegen Skoe tari opereerden, zijn in een strijd van drie dagen door Essad pasja verslagen en tot Belaj teruggeworpen. De winter doet zich heftig gevoelen en belemmert de krijgsoperaties. De Mogendheden. De toestand schijnt ietwat verbeterd tc zijn. Aan de N. E. Ct. wordt daaromtrent uit Weenen geseind: Van verschillende zijden wordt bevestigd, dat de toestand verbeterd is. Dit blijkt ook uit berichten uit Servië volgens welke men daar in nuchtere politieke kringen een kal mere opvatting van den toestand krijgt en clat men zich al met de gedachte begint vertrouwd te maken, dat het voor Servië het voordeel igst is op een compromis in te gaa n. Te Weenen wil men nog steeds niet van een Servische haven aan de Albaneesche kust weten. Men is daarentegen bereid toe te staan, dat Servië een verbinding met een Montenegrinnsclie haven krijgt. Ook duikt het voorstel op dat Servië een ha venservituut in een Oostenrijksche haven aan de Adriatisclie Zee zou krijgen, die aan het uitgangspunt van de. Donau Adria spoorweg gelegen is. Het schijnt, dat men de haven van Metkowic in Dalmatië in het oog heeft. Ook worden voorstellen bespro ken, die in een andere richting gaan o.a. het voorstel Servië in een Albaneesche ha ven in geval van de onafhankelijkheid van Albanië zekere rechten toe te staan. Ook aan de Neue Freie Presse wordt van officieuse zijde medegedeeld, dat de toe stand steeds gunstiger wordt. De mogelijk heid op een terugslag bestaat nog altijd, maar waarschijnlijle is deze niet meer. Uit Belgrado is het bericht ontvangen, dat ook Servië geneigd is de kwestie met Oostenrijk vreedzaam op te lossen. Het gehoor van Pasjits bij koning Peter schijnt hierop een gunstigen invloed gehad te heb ben. In Eome schijnt men wel geneigd om Ser vië de genoegdoening van een haven naar de zee te geven. Zij toch is de eenige Bal- kanstaat, die geen uitweg naar zee lieeft. Volledigheidshalve volgt hier nog een be richt van den specialen Havas-correspondent 'uit Belgrado: Volgens de „Prava" loopt de eisch die door Ugron, den Oostenrijkschen gezant mondeling aan Pasitseh geformuleerd is over de volgende drie punten: waarborgen voor. Oostenrijk betreffende commercieele en in- dustrieele belangen. Albanië moet buiten el ke actie van Servië gelaten worden. Alle aanspraak op een haven aan de Adriatische Zee moét SerVië laten varen en' het moet zich tevreden stellen met een' haven' aan de Egeïsche Zee. De Oostenriiksche gezant verzocht den minister-president de eisch en te aanvaarden in liet belang der goede Oostenrïik-Servische betrekkingen. Pasitseh antwoordde dat hij de zaak met de ministers en den koning zou bespreken, doch gaf als zijn persoon lijke meening te kennen, dat het wensche- lijker zou zijn dat Oostenrijk zijn geformu leerde eischen liet varen, daar deze slechts de vijandelijke gezindheid van Servië voor Oostenrijk zou vermeerderen. Men ziet het heel weinig nieuws. Het meeste wordt gesproken over de Oosten- rij kscli-Servische verhouding. Over dengroo ten vrede weinig of niets. Koning Peter van Servië en de katholieken. Onder dezen titel deelt de „Éclair" het volgende mee: Een telegram uit Uskub bevat belangrijke verklaringen, die de koning van Servië zou gedaan hebben aan Mgr. Laurent Media, aartsbisschop van Uskub die hem de hulde was gaan brengen van de katholieken in het vilajet. Na verklaard te hebben, dat de katholie ken vertrouwen mogen hebben en zich ver heugen in de overwinningen der Balkan- bondgenooten, zei hij Wij hebben den oqrlog ondernomen om onze broeders, door de zwaarste tyrannie onderdrukt, te bevrijden en wij willen nu de overgroote weldaden behouden, die onze zegepralen ons verzekerd hebben. „De grootste vrijheid van eeredienst zal worden toegekend. Voor ons zijn al de Chris tenen broeders. De katholieken van heel Europa hebben onzen bloedigen strijd met hunne wenschen begeleid; dat zullen wij nooit vergeten. Ik meen te kunnen verze keren, dat die gevoelens gedeeld worden door al de verbonden vorsten. „Een mijner eerste zorgen, zoodra de oor log ten einde is, zal zijn- mij tot Eome te wenden, om overeen te komen met den H. Stoel over den toestand der katholieken in deze streken." Koning Peter bevestigde verder dat de vrees voor overdreven „slavisatie" als een der gevolgen van de Servische bezetting in de overwonnen streken, ongegrond is. Eus- land zal geen invloed hebben in de binnen- landsche zaken der landen. Dc aanslag op Canalejas. De „Msb." geeft het volgend aaneenge schakeld verhaal van de aanslag op minis ter-president Canalejas, welke misdaad een geweldigen indruk te Madrid en in geheel Spanje heeft gemaakt. De daad herinnert sterk aan den moordaanslag van 8 Augus tus 1897, op den conservatieven minister-pre sident Canova de Castillo gepleegd in St. Aguado en is evenals deze een nieuw bewijs tot welke afschuwelijke buitensporigheden de revolutionnaire-anarchistische ideeën voeren en tot welke schanddaden de theoriën van den „grooten Ferrer" wel leiden. Over de bedoelingen van den dader zijn nog geen nadere bijzonderheden bekend en ook over zijn persoon en zijn verleden wordt zoo weinig nog maar medegedeeld, dat ook daaruit niet met alle zekerheid op te ma ken is welk motief bij hem bij den schande lijken aanslag heeft voorgezeten. Uit hetgeen echter bekend geworden is, kan men reeds opmaken, dat Pardinas Sar- rato een vurig anarchist was en dat dus zijn daad voortkwam uit het verlangen om wraak te nemen op hen, die tot plicht en tot taak hebben de gestelde orde te be waren en door krachtige maatregelen des noods voor het algemeen welzijn te zorgen. Canalejas was gisterenmorgen om tien uur naar het paleis gegaan om enkele decreten aan de goedkeuring des konings te onder werpen. Opgewekt en lachend verliet hij het kabinet van den vorst. Toen de portier hem de deur opende, die toegang verschafte van de gaanderij naar de vestibule kreeg de mi nister juist een windvlaag in het gezicht. „Wat een wind", zeide hij, „wat zullen we weer een slecht weer hebben vandaag." Hij reed naar het ministerie van btnnenland- sclie zaken. In de buurt daarvan stapte hij uit om voor een boekwinkel te kijken. Daar van maakte de dader gebruik; hij loste vier schoten, waarvan een den minister trof; de anderen verbrijzelden het raam. Dadelijk snelde een voorbijganger den neer stortenden minister-president te hulp, hem toeroepend: „Don José! Don José (José was de doopnaam van Canalejas). De gewonde lag languit op de straat en kon slechts deze woorden uitbrengen: „Dat canaille heeft me gedood", hierop gaf hij den geest. In een ommezien had zich een groote kring voorbijgangers om het slachtoffer gevormd. Men nam hem op en droeg hem naar de apotheek van Borrel, die dicht bij de plaats van den aanslag gelogen is. De apotheker plaatste den minister-president in een fauteuil, doch kwam na onderzoek spoedig tot het in zicht, dat de dood reeds was ingetreden. Het lijk werd hierop naar het ministerie van bin- nenlandsche zaken vervoerd. De portefeuille van den minister, die bij den aanslag op den grond was gevallen en 2000 peseta's en eenige gewichtige documenten bevatte, werd aan de politie in bewaring gegeven. De bisschop van Sion heeft het lichaam van den minister gezegend en talrijke hoogge plaatste personen hielden de wacht. Prakedes Zancado, de secretaris van den president nam op zich de familie van Canalejas van den moordaanslag in kennis te stellen. Toen het bericht van den aanslag het hof bereikte, maakte de koning zich juist ge reed om zich naar de chrysanthemums-ten toonstelling te begeven. Daar de automobiel van den koning nog niet gereed was, stapte hij in die van een hoogwaardigheidsbeltleeder aan het hof en reed zoo snel mogelijk, zonder eenige bege leiding, naar het ministerie van binnenland- sclie zaken. Aan de Puerta del Sol werd hij door een geestdriftige menigte begroet. „Leve, onze moedige koning" werd er gejuicht. Toen de koning aan het ministerie aan kwam, zag hij er zeer ontdaan uit. Hij wei gerde gebruik te maken van de lift en bij, vier treden tegelijk snerne hij de trap op naar den salon, waar het lichaam van Cana lejas wes geplaatst. Verder vernemen wij "dat Canalejas zal worden bilgezet in het Pantheon van beroem de mannen'. Volgens de bladen' wist: de politie, 'dat Pardinas. de moordenaar, acht maanden gele den Buenos-Avres uiteezef Is als anarchist dat hij toen naar Madrid, Parijs, Londen, Bor deaux, Biarritz en Marseille is gegaan. De bladen gelooven, dat Pardinas een andere opdracht had dan die om Canalejas te doo- den. Het tegenwoordige kabinet zal aanblijven, naar alle waarschijnlijkheid. De Temps ver neemt uit Madrid, dat de Koning door de Puerta-del-Sol had willen komen op het uur, dat Canalejas zich daar had bevonden. De bladen hadden de route, die de Koning zou volgen, vermeld. In de bladen, die deze beide zaken met elkaar in verband brengen, wordt opgemerkt, dat Canalejas door zijn sterven nog een laatsten dienst aan de monarchie had bewezen HOFBERICHTEN, Gisterochtend is H. K. H. de Groother togin van Oldenburg, zuster van Z. K. II. den Prins, in de residentie aangekomen, om eenige dagen de gast te zijn van H. M. de Koningin. In den loop van den ochtend deed H. M. met de groothertogin een rijtoer door den Haag en omstreken. UIT DE STAATSCOURANT. Bij K. Besl. is aan P. B. J. Ferf, lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal, oud-lid van God. Staten van Noord-Holland, te Haarlem, op verzoek, eervol ontslag ver leend als lid der Staatscommissie, welke op dracht heeft een onderzoek in te stellen om trent het vraagstuk der droogmaking van de plassen beoosten de Vecht, en sJijn tot leden dier commissie benoemd: Mr. J. Kappeyne van de Coppello, lid van Ged. Staten der prov. Noordholland te Am sterdam, en W. H. van Terwisga, kolonel, comm. van hot 4de regt. inf. te Leiden. 1Bij K. B. is aan M. de Boer, op ver zoek, eervol ontslag verleend, met ing. van 15 Nov., als notaris te Nieuwe Pekela. Bij K. B. is toegekend de aan de orde van Oranje-Nassau verb, eeremed., in brons, aan J. Taanman, meelmaler bij de firma C. Smit Gz., olieslagerij, te Zaandam. STAATSPENSIONNEERING EN DE TWEEDE KAMERVERKIEZINGEN IN 1913. Naar de Msb. verneemt, zullen enkele af- deelingen van den Bond voor Staatspeusion- neering in het distriet Alkmaar met een zelf standigen candidaat uitkomen, als de poli tieke partijen niet een beslisten voorstander van Staatspensioen proclameeren. PROV. STATEN-VERKIEZINGEN. Gisteren is tot lid der Prov. Staten van Zuid-I-Iolland in de vacature van den heer IJzerman, gekozen de heer G. A. J. M. Vriens (R.K.). Be "heer Vriens verkreeg 4042 stemmen, de heer Mr. S. J. L. van Aalten (Vrijz. Dem.) 10S8 en de heer II. Spiekman (S. D. A. P.) 439 stemmen. In het district Ridderkerk werd de An- ti-rev. heer W. Stans gekozen met 2227 stem men tegen 1417 stemmen op den liberalen candidaat, DE DOOD VAN CANALEJAS. De Minister van Buitenlandsclie Zaken heeft te Madrid aan de Spaansche regeering deelneming doen betuigen met den moord, op den minister-president Canalejas ge pleegd. R. K. VOLKSZANG-CONGRES. Weer een nieuw congres zal men misschien zeggen Ja, weer een nieuw, maar een zooals we nog nooit hebben gehad, een van bijzondere beteekenis en gewicht. Onze Roomsche Volkszangbeweging groeit met den dag, krijgt steeds meer aanhangers en propagandisten, wordt meer en meer ge waardeerd en ais noodzakelijk gesteund. Waarom zouden dan ook alle volkszang- menschen niet eens een of twee dagen samen komen om elkaar te begeesteren en nieuwe kennis op te doen, voor een zaak, die hun zoo ter harte gaat, en waarvoor zij steeds meer strijdsters en strijders willen winnen. De heer Mertens, hoofdredacteur, gaf in de „Varende Zanger" reeds een duidelijk schema voor zulk een congres. „Verschillende zittingen, waar de beste sprekers uit Noord- en Zuid-Nederland ge wichtige onderwerpen behandelen als: Cijfers of noten,' School- en Volkszang; Kerk- en Volkszang; Zang- en Muziekvereenïgingen en Volkszang; K. S. A. en Volkszang. Volkszang en zedelijke verheffing. Volkszang en minne lied, Straatzangers; Regeering en Volks zang. Volkslied en Dichter. Volkslied en Com ponist. Wat is een volkslied? Verslag van den toestand in Noord-Nederland id. in Zuid- Nederland, id. in andere gedeelten van Groot- Nederland, enzoovoort? „Alles afgewisseld door wedstrijden tus- schen solo's en groepen zangvereenïgingen en fanfares, een model-liederaanleering, een ron dedans met reien, eene „Sangerfahrt in der Umgegend" enz." Waarlijk dit plan is niet zoo kwaad. Het is maar een idee, en kan nog gewij zigd worden naar omstandigheden. Gaarne zou ik er nog aan willen verbinden „een volkszangdag" voor ons heele land. Op één en denzelfden dag zouden dan propagan- da-vergaderingen en uitvoeringen moeten plaats hebben om nieuwe strijders voor de beweging te winnen. Dit is ook maar een idee. Maar clat zoowel van het congres als dit zijn voor verwezenlij king vatbaar. Samen kunnen ze desnoods uitgevoerd wor den het was zelfs wenschelijk. Wie er voor voelt of aanmerkingen heeft, geve zijn meening. De „Varende Zanger" neemt ze gaarne op, en ook onze R. K. Dag- en Weekbladen zul len ongetwijfeld hun kolommen voor de Volkszangbeweging willen openstellen. Het inrichten van een dergelijk congres zal veel tijd en werk kosten. Maar met medewerking van velen zal het licht vallen. Moge aan ook het Federatiebestuur die mö* dewerking steun en sympathie van alle zijy clen ondervinden. W. G. DE R. K. VROUWENBOND. Naar wij vernemen is de Zeereerw. Heel' Reetor Sjtrnomer te Amsterdam aangewezen' onli in dit Diocees de R;. K. vrouwen organi satie te grondvesten. De volgende week reeds zal doze zaak duchtig worden aangenukt en nog deze maand is een constitneerende ver gadering te verwachten, welke waarschijn lijk ni Amsterdam zal worden gehouden, en waarop verschillende dames-bestuursleden van Kath. vrouwenverenigingen en ook particuliere dames bijeengeroepen zullen worden onj de Katholieke vrouwenbeweging te bespreken en een organisatie tot stand 1« brengen. ONLUSTEN OP RIOUW. De Bataafsehe correspondent van liet Hbld. seint d.d. gisteren: Er hebben Chineesche onlusten op Riouw plaats gehad, waar opiumkitten werden af- geloopen. In de residentie Riouw en onderlioorig- heden, teekent liet Hbld. bij dit bericht aan, werd met ingang van 1 April 1911 de opium regie ingevoerd ter vervanging van de opi- um-paeht. De mogelijkheid, dat invloeden van de ge wezen opiumpacht aan liet werk zijn ge weest, om den, naar het schijnt overigens in geheel Indië nog steeds lieerschenden, on- rustigen geest onder de Chineezen op Riouw aan te Wakkeren, achten wij niet uitgeslo ten. Dat de gouvernements-opiumkitten het moesten bezuren, wijst toch op zulk een mo gelijkheid. De machtsmiddelen, waarover het bestuur in den Riouw-archipel beschikt, bepalen zieb tot de garnizoens-compagnie van Riouw en een korps gewapende politie-dienaren, clat volgens dc begrootiiig voor 1913 een sterkte moot hebben van 270 man, van wie 60 man op den Poelau-Toedjoeh-archipel. Het totale aantal Chineezen in de residen tie Riouw en oiiderhoorigheden kon in 1905 op omstreeks 20,000 worden gesteld, op eene totale bevolking van ruim 90,000 zielen. Dat bet Chineesche element in dien archi pel bet ons nog vrij lastig kan maken, is buiten twijfel, gelet op de talrijkheid der Chineezen aldaar. Ter hoofdplaats Tandjong Pinang maakten zij in 1905 ten getale van ruim 2400; drie vijfden uit der bevolking Huwelüksmisere. Men schrijft uit Lei den d.d. 12 Nov. aan de Tel.: Indien ze ooit hadden bestaan, dan waren ze nu althans reeds lang gevloden de witte broodsweken, die zulk een heerlijk moment vormen in het leven van twee echtelieden. De scènes waren na den eersten huwelijks dag zoo herhaaldelijk voorgekomen, dat sa menleven spoedig onmogelijk, werd. De vrouw bleef met de kinderen uit het eerste huwelijk op de bovenwoning van een hun to^behoorend pand aan den Heerensingel te Leiden, de man moest zijn troost elders zoe ken. Herhaaldelijk ging het verlangen van den man uit niet naar de vrouw, maar naar het huisraad, dat immers hem, het hoofd van het gezin toebehoorde. Maar zij zorgde er wel voor dat hij niet kon binnendringen om het haar afhandig te maken. Doch dat zou hij baar nu toch eens laten zien. Ingelicht door een advocaat nam liij zijn maatregelen. In grauwen regenaebtigen morgen stond voor de woning aan den Heerensingel een verhuiswagen stil en daaruit haalde de man met zijn helpers een ladder met grooten ha mer. Do vrouw, blijkbaar gewaarschuwd, had echter haar ramen met planken gebarrica deerd. De ladder werd tegen den muur gezet en onder een steeds aangroeiend aantal nieuwsgierigen vielen weldra de mokersla gen op de ramen. De glasruiten vielen rim* kelend neer, maar de planken bezweken niet, ook niet toen de briquetten van een voorbijgaanden wagen als projectielen dienst deden. Toen zocht onze, zich zelf recht ver schaffende echtgenoot het hooger op. Hij klom op liet dak en de ramen van een dak- koepel werden geforceerd. Als een tweede ICenau Haselaar stelde de vrouw zich op de bres gewapend met een turf bijl en onder een vloed van scheldwoorden vielen de slagen van weerskanten. Eindelijk moest de zwak ke vrouw den kamp tegen baar sterken ega opgeven en in hevige zenuwspanning het aanzien, clat de meubeltjes het buis werden uitgedragen en straks werden weggereden. Toen zei ze de leege woning vaarwel en klampte zich aan den verhuiswagen vast en liet zich met haar meubeltjes langs den weg slepen. Toen zij eindelijk een pakhuis werden bin nengereden en zij de deuren voor zich zag sluiten, viel zij bewusteloos neer. De moord in de Mauritsstraat te Rot terdam. Gistermorgen 9 uur is de laffe moor denaar, die op zoo gruwelijke wijze de 72-ja rige mej. Joh. van Kuijk, weduwe van P. Vermeulen, wonende in de Mauritsstraat 17 te Rotterdam om het leven bracht, door de politie gearresteerd in een logement op den Visschersdijk aldaar. De moordenaar en dief is zekere J. G. B., van beroep varensgezel en onlangs gedeserteerd van het 4de Regiment Infanterie te Leiden. Aan de „Msb." ontleenen wij de volgende bijzonderheden over het volvoeren der mis daad. Toen mej. de wed. Vermeulen Zondagavond met haar getrouwden zoon zich huiswaarts hegaf, is lip dezen gevolgd. Nadat nu haar zoon, de heer P. Vermeulen Jr. van zijn be jaarde moeder had afscheid genomen, werd zij door het jongmensch aangesproken en vroeg hij haar om een dubbeltje. Ondertus- schen was men bij de woning gekomen, wel ke door de wed. Vermeuleh ontsloten werd. Waarschijnlijk heeft het jongmensch een roerend verhaal opgediseht, daar de juf frouw haar taschje openmaakte, om hem het gevraagde te verschaffen. Daar zich echter geen kleingeld in het taschje bevond, gin£ de goedige vrouw naar een der kamers, o® een dubbeltje voor den jongen op te z"ekeIh Toen bij de wed. Vermeulen met het gein hoorde rammelen, werd zijn begeerlijkhei vermoedelijk zoodanig geprikkeld, dat hij 1 die oogenblikken besloten heeft, om zijn on gelukkige daad te volvoeren. Nadat nu o juffrouw was teruggekeerd, overhandigde m hem het gevraagde geld, na hem eerst ie eten te hebben gegeven. Daarna greep

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 2