J.H.W. GRUNDEMANN
Feu i l l t o n
DE GEHEIMZINNIGE
VERDWIJNING.
Vóór de Tariefwet!
Shoe's.
Telef. no. 36ü«
Keeren en liinderconfectie-
Magazijn
BUITENLAND.
„iloyons."
J. HUIZING.
Import
Groote Houtstraat No. 44.
KONINGSTRAAT.
ULSTERS, WINTERJASSEN,
DEMISAISORS en KINDERiRSJES
De oorlog op den Balkan.
jtu Bon iiiarohé
Haarlem-Brussel* Handschoenen voor» alle gelegenheden.
b'roote Sorteering. Lage prijzen.
6.)
NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT
Een der jongste sirenenzangen van het
»Vrije Ruilverkeer" geeft de volgende stro
phe te beluisteren: „De tot dusver gevolgde
handelspolitiek heeft, verre van de groote
hronnen van ons volksbestaan te bedreigen,
integendeel ons bedrijfsleven met name op
het gebied der nijverheid tot een gezonde
Ontwikkeling gebracht".
Wanneer de componist van liet bedoelde
Wiegelied in den waan mocht verkeeren, dat
hij met machtspreuken als do voorgemel
de den verdedigers der huidige tariefnovelle
den mond snoeren zal, dan heeft hij het
glad mis zoo schrijft „Vox" nu in een hoofd
artikel in de „Residentiebode". Zelfs aan-
homen, dat landbouw, veetecLt, nijverheid,
scheepvaart en handel heden ton dago in een
bloeienden toestand verkeeren, dan kan tocli
redelijkerwijs die beweerde bloei geen vrucht
genoemd worden van den z.g. „vrijhandels"-
boom. In betrekking tot verscheidene hier
te lande gevestigde industriöele bedrijven,
kan zelfs liet tegendeel beweerd worden. De
bloei der laatstbedoelde ondernemingen dag-
teekent n.I. van af 1896, of in. a. w. vanaf
len tijd der werking van de wet Sprenger
van Eijck tot het tegengaan van de ontdui
king der invoerrechten. Do onderhavige wet,
Welke tot strekking liad een eind to maken
aan de kunstjes van ettelijke expediteurs,
om met een invoerrecht van 5 pet. belaste
goederen tegen betaling van slechts de helft
dier belasting ons land binnen te smokkelen,
heeft tooh tot gevolg gehad, dat reeds 11a een
tiental jaren de jaarlijksche opbrengst der
invoerrechten met 100 pet. vermeerderd, of
h. a. w. tot 12 milLioen gulden gestegen is.
Bovendien sinds liet in werking treden dier
Wet is de toestand niet alleen van de vee
teelt, land- en tuinbouwbedrijven, maar ook
Van de n ij vorlieiUsondernemi ngvnwicn ais
gevolg der voorgemelde fraude uo concur
rentie tegen de buiteiilandschc waren nog
veel moeilijker gemaakt werd, hier te lande
heter dan eenige jaren te voren.
Het feit-, dat de wet-Sprengcr van Eijck de
Nederlandsche veeteelt, zuivel-, land- en tuin
bouwbedrijven niet in hun huidige welvaart
belemmerd heeft, kan nu juist niet strekken
tot versterking van het geloof in de ver
vulling van de voorspelling der z.g. „Vrije
Ruilverkeer "-zeloten, dat de sanctie der uo-
Velle-Kolkman ook op den wasdom dezer Ne
derlandsche welvaartsbronnen een zeer na-
deeligen invloed uitoefenen zal. Het tegen
deel valt vetdoer te verwachten, aangezien
de bedoelde sanctie naburige en andere sta
ten naar allo gedachten wel ietwat minder
haastig zal maken, 0111 o'nder bedriegelijke
Voorwendsels hun grenzen voor den invoer
Van onze veeteelt, land- en tuinbouwproduc
ten te sluiten. In tegenstelling met do hui
dige wet nopens de heffing van invoerrech
ten, wil n.I. de novelle-Kolkman aan de re
geering- de bevoegdheid verleenen tot ver-
hooging van den import van tot de weelde-
bn genotartikelen behoorende goederen, wel-
ko afkomstig zijn uit staten, die de Nedor-
landsche producten met hoogere inkomende
tochten belasten dan de waren van andere
landen. In plaats, zooals de „Vrije Ruilver-
keer"-profeteu aan boeren en buitenlui trach
ten niets 'te maken, dat als gevolg van de
Onderhavige, ook in de buileulandsehe ta
rief wetgeving opgenomen „Wurst wider
Wurst"-bepaling de gouvernementen der bui-
tenlandsche afnemers van Nederland-
sche agrarische en industrieels producten,
het vervoer dezer waren over de grenzen
hunner staten nog moeilijker en kostbaarder
maken zullen, kan veeleer verwacht worden,
dat die maatregel voor de bedoelde regeerin
gen een krachtige aansporing zal zijn, om
met ons land handelstractaten te bestendigen
en te sluiten, volgens welke de beide con-
tracteerende partijen verplicht zijn, eikaars
handelswaren bij eventueelen invoer over en
weer met geen hoogere rechten te belasten,
dan van de uit andere landen afkomstige
voortbrengselen geheven worden.
Zulks valt b.v. van de Duitsche Bonds-
regeering te verwachten. En wel als gevolg
van bekendheid met feiten als onlangs door
„Der Confectionar" vermeld zijn: n.I. dat
de geheele jaarlijksche uitvoer van Duitsche
producten naar ons land, een waarde van
498.5 millioen Mark vertegenwoordigt. Of b.v.
de Duitsche regeering na de wetswording der
novelle-Kolkman aan ons land op economisch
gebied den oorlog verklaren zal? Een moge
lijk bevestigend antwoord op deze vraag kan
slechts door hen gegeven worden, die de
bedoelde regeering niet verstandig, of leep
genoeg achten, om in te zien, dat zij daar
door in de kaart van haar „boezemvriend"?
John Buil spelen zou.
Met name uit hoofde van de laastbedoel-
de tien tegen één door de Duitsche regeering
gohuldigdo opinie kan bereids zonder vrees
voor ernstige tegenspraak geconstateerd wor
den, dat na de bedoelde wetswording, geen
tarieven-oorlog tusschen Duitschland en ons
vaderland uitbreken zal.
Met het uiten dezer voorspelling bedoelen
wij niet te beweren dat de Duitsche fabri
kanten en 'dito groothandelaars het onder
havige wetsontwerp met een onverschillig
schouderophalen bejegenen. Uit de reactie,
welke zij door middel hunner hier te lande
gevestigde agenten tegen bedoeld ontwerp
reeds gevoerd hebben, is duidelijk gebleken,
dat zij gekweld worden door de vrees, als
gevolg van de werking dier novelle een be
langrijk deel hunner Nederlandsche klandizie
te moeten afstaan aan de eigenaars van de
hier te lande reeds gevestigde, of alsdan te
vestigen nijverheid-ondernemingen.
Do onderhavige vrees is geenszins denk
beeldig. De bekendheid met het onlangs
door „Der Confectionar" vermelde feit, dat
jaarlijks voor zegge 65.5 millioen Mark aan
confectie- en textielgoederen van uit Duitsch
land ons land binnengevoerd worden, is toch
uitermate geschikt, om niet alleen de eige
naars van 5e Zboeven bedoelde op Neder
landschen bodem gevestigde industrieën met
het onderhavig tarief-herzieningsplan te ver
zoenen, maar ook Nederlandsche kapitalen
tot het inzicht to brengen, dat zij door het
helpen uittrekken en stichting der nijverheids
ondernemingen hun geld veilig en winstge
vend 'beleggen kunnen.
Blijkens een door de Kamer van Koop
handel en Fabrieken te Dongen nog niet zoo
heel lang geleden openbaar gemaakt verslag
zal de door Z.Exc. Kolkman ontworpen ta
riefherziening ook den groei en bloei der
Nod. lederindustrie ton zeerste bevorderen
in bedoeld verslag wordt namelijk o.m.
onomwonden verklaard: „Een bescheiden
„invoerrecht op leder, dat hier voldoende
„wordt bereid, zal aan de wederopleving van
„onze plaatselijke industrie veel bijdragen,
„en haar nieuwe vergezichten openen voor
„de toekomst. Een halsstarrige voortzetting
„van het vrij handelsstelsel zou voor do Ne
derlandsche looierijen na korteren of lan
ceren termijn een volslagen ondergang be
kekenen."
Als bewijsmateriaal voor de waarheid dier
verklaringen, werd in het onderhavig verslag
het feit voor het voetlicht gebracht, dat in
België en Duitschland als gevolg van den
steun, wolken de nijverheid van de daar
gehuldigde protection ische handelspolitiek
ondervindt, sinds ettelijke jaren de in
voer van leder steeds vermindert en de uit
voer van bedoeld product naar elders en in
het bijzonder naar ons vaderland, voort
durend in gewicht en waarde toeneemt.
Zoo bedroeg de leder-export van uit België
naar ons land gedurende de jaren '09, '10
en '11 resp. 1.189994, 1.390893 en 1.613801
K.Gf. Het laatst vermeld gewicht vertegen
woordigt een waarde van bijna drie millioen
gulden. Welke gevolgtrekkingen vallen uit
laatst bedoeld bedrag en uit voorgemeld ge
tallen trio to maken?
De vaischheid der bewering der quasi
„Vrije Ruilverkeer"-vaandrigs, dat de uit
voer der productie van een klein land geen
grooter ramp treffen kan dan door hot hul
digen der protectionistische handelspolitiek.
De vaischheid 'der onderhavige drogrede
nen wordt nog duidelijker zichtbaar, wanneer
zij beschouwd wordt onder het licht óf van
feiten als de „hervorragende" plaats, wel
ke België onder de handeldrijvende mo
gendheden Sinds ettelijke jaren inneemt, óf
van de waarheid der voorspelling: Mocht
de Idee der Nederlandsche Linksche politici
om de voor 's Rijks schatkist uit de verze
keringswetten voortvloeiende uitgaven door
verhooging niet van de invoerrechten,
maar van de directe belastingen en suc
cessierechten te "bestrijden, dan zal ook de
voor export werkende Nederlandsche in
dustrie, de concurrentie tegen het buitenland,
instede van lichter, nog veel zwaarder ge
maakt worden.
De inneming van Monastir.
Omtrent de inneming van Monastir door
de Serviërs deelt de speciale „Herald"-cor-
respondent te Uskub nu eenige bijzonderhe
den mede.
Het geveoht bij Monastir, seint hij, duurde
drie dagen. Het Turksche leger, aangevoerd
door Zelcki Pacha, hield buitengewoon sterke
posities bezet. De linkervleugel bevond zich
op het Ralkanschiereiland, terwijl de rechter
vleugel zicht tot de Tscherna-rivier uitstrek
te welke de heele vlakte overstroomde, die
bezet was door de Servische troepen. Deze
werden door den kroonprins aangevoerd.
Men kan zich gemakkelijk voorstellen hoe
moeilijk de taak der Serviërs was, daar ze op
een ondergeloopen, moerassig terrein ope
reerden. En dit tegen een vijand, die zich op
een hoogte genesteld had en dien ze vandaar
moesten verdrijven te midden van een hevig
artillerievuur.
De Turken boden wanhopigen tegenstand,
wetende, dat hun terugtocht naar Albanië
door de Morava-divisie van reservisten was
afgesneden.
De Servische generaal, die zijn manschap
pen wilde sparen, deed de Turksche posities
de twee eerste dagen beschieten en elk be
schikbaar kanen erop richten, in de hoop den
vijand met artillerie alleen te doen wijken.
De kanonnen donderden en braakten dood en
verderf uit onder de Turken.
Maandag echter werden vele vijandelijke
posities na infanterie-charges genomen,
waarbij aan beide zijden zware verliezen wer
den geleden.
Zondagmorgen had de kroonprins, na de
Morava-divisie afgezonden te hebben, om den
terugtocht van den vijand naar het Westen
af te snijden, met succes een omtrekkende
beweging gemaakt om de Turksche rechter
flank. De cavalerie onder den kroonprins
slaagde erin een brug over de Teberna-rivier
te nemen.
De Servischo cavalerie, die verder zuid
waarts oprukte, trok de brug over en nam
een positie in te Konjari, dicht bij Monastir.
Ondertusschen gaf de Turksche artillerie op
den berg Kirklanna, twaalfhonderd meters
hoog. de Servische hoofdmacht veel te doen.
De Morava-divisie van regelmatige troepen
rukte, nadat het sein tot den aanval was ge
geven, dapper de steile hellingen op onder
een geweldiger regen van schrapnells en na
een schitterende eind-charge, werd de posi
tie genomen en maakten de Serviërs het vij
andelijk berggeschut 011 vier belegeringska
nonnen buit.
Nu van alle kanten ingesloten, deden de
Turken wanhopige pogingen om door den
ring van vuur heen te breken. De Turksche
bevelhebber deed herhaaldelijk een prachtig
veteranen-corps van 25 bataljons aanvallen,
een keurbende van het Turksche leger. De
aanval richtte zich tegen de Morava-divisie
van reservisten, welke den weg naar Ochrida
versperde, maar tocli slaagden de Turken er
niet in zich een weg te banen. De Servische
infanterie stond pal als een ro'ts. De Turken
werden telkens teruggedreven, totdat ze uit
geput waren en hun bivak voor den nacht
opsloegen. Maar de Serviërs lieten hen niet
op verhaal komen.
De Servische commandant heslopt een ge
weldigen nachtelijken aanval te doen. De
aanval geschiedde hij verrassing en de laat
ste positie, die de Turken bezet hielden, de
berg Kiermariza. twaalfhonderd metershoog,
cbe ten Noord-Westen van Monastir ligt,
werd Maandagavond na een liajonet-aanval
genomen.
De bnitenlandsche matrozen
te Constantinopel.
Omtrent het lauden van de matrozen der
bnitenlandsche oorlogsschepen to Konstan-
tinopel, waarvan in vorige nummers van
ons blad reeds melding gemaakt is, seinde
Lauzanne 18 dezer uit Konstantinopel aan
de Matin:
De dag, die dezen morgen onder een som
beren, lagen hemel aanbrak, verlichtte een
historisch tooneel, als nimmer te voren voor
gekomen: buitenlandsche troepen, gewapend
Konstantinopel, de heilige stad, binnen trek
kend.
Om zes uur gaf admiraal Dartige van
de Eournet, aan al de schqpen der interna
tionale vloot het sein, om tot het landen
van de manschappen over te gaan. 'En aan
stonds gleden in den ochtendschemer tal
van sloepen stil over de wateren van den
Bosporus, om aan de kade bij het Top-Ha-
nee tuighuis matrozen van alle landen, in
hun verschillende uniformen, aan wal te
zetten. De Fransche matrozen, van de Leon
Gambetta landden het eerst, naast hun En-
gelsche kameraden van de Weymouth. De
bemanning der Victor Hugo stapte het laatst
aan wal, want deze kruiser lag het verste
op de reede, bijna in de Zee van Marmora.
Negen Europeesche naties waren bij deze
landing betrokken. Zelfs Spanje, Roemenië
en Nederland hadden er op gestaan schepe
lingen te landen. En bij het opgaan^ van de
zon, toen deze veelkleurige troep zich ver
spreidde en de duistere straten van Galata
introk, speelde het orkest van de Leon Gam
betta, zijn gebruikelijken groet aan de kleu
ren inzettend, de negen volksliederen der
gelande manschappen.
De bevolking, die op dat oogenblik op
straat was, keek verwonderd en zwijgend
l naar deze mannen, die de hoofdstad van
het rijk binnen trokken. Er werd hier en
daar een raam open ge'daan, waaruit nieuws
gierige en nog nauwelijks ontwaakte gezich
ten keken. Geen betooging, geen kreet, geen
gebaar. Een geloovige roeper, die, hoog van
zijn minaret af, het uur van het ^ebed
aankondigde, brak zelfs zijn aanroeping van
Allah niet af om dit enorme feit, dat ne
gen Europeesche naties het met elkaar eens
waren om Konstantinopel te bezetten.
Elk detachement begaf zich naar het ge
bied, dat aangewezen was. Na verteld te
hebben, naar welk stadsgedeelte de beman
ningen der verschillende oorlogsbodems zich
heen begaven, vervolgt de correspondent
van de Matin:
Elke natie heeft haar tenten om te over
nachten, levensmiddelen en schietvoorraad
meegenomen. De Duitschers, die de ver
moeienissen van het klimmen naar Pera ver
mijden wilden, hadden drie wagons laten
komen, waar ze alle3, wat voor hun kam
pement noodig was, oplaadden.
En nu kunnen dus zij, die ongerust 'wa
ren, gerust zijn en de vreesachtigen kun
nen moed scheppen. Europa houdt Konstan
tinopel bezet. Het doet dat nog een beetje
bedeesd; en de soldaten, die in huizen on
der gebracht zijn, vertoonen zich vandaag
niet in de 3traten. Ze zullen dat ongetwij
feld morgen doen. Groote dingen worden
niet op één dag volbracht.
Ik heb ondanks alles lang gekeken naar
eèn klein matroosje, dat op wacht s'tond
voor een school in Galata. Het moet een
.Bretagner geweest zijn en hij stond zwij
gend naar hot panorama der stad te zien.
Hij bewoog zich niet; hij zal zich nooit
bewegen en in het sombere décor waar waar
de dood door tyfus of cholera ons bij eiken
stap aanraakt, zal hij eindeloos staan wach
ten, totdat de bondgenooten klaar zijn met
overwinnen en Europa klaar is met beraad
slagen. N. R. Ct.
Roemenië en Bulgarije.
Volgens de „Siècle" heeft de Roemeen-
sehe regeering^ nu zijn van Bulgarije nog
geen toezegging kreeg van territoriale scha
deloosstelling bij de verdeeling van het
Turksche gebied, besloten aan Bulgarije of,
ficieel den eis oh te stellen, om afstand van
een stuk Bulgaarsch ge' ieö, van Silistria tot
aan de Zwarte Zee, dus van het zuidelijk
deel der Dobroedsja.
Bulgarije echter is geneigd tot andere
concessies, o.m. tot ontmanteling der ves
ting van Silistria, maar niet tot afstand
van grondgebied.
Ten gevolge daarvan dreigt ook do ver
houding tusschen Roemenië en "Bulgarije ge
spannen te worden.
De „Kölnische Ztg." meent, dat de wen-
sehen van Roemenië nog verder gaan, dan
de „Siècle" meldt; de opvatting van Roe
menië houdt verhand met den omvang van
het. gebied, dat aan do Balkanstateri wordt
toegevoegd, en voornamelijk aan Bulgarije.
Roemenië eischt derhalve, om zijn territo
riaal evenwicht tegenover Bulgarije te her
stellen, een gebied dat van den Donau bij
Roestsjoek tot aan Varna aan de ZwartOj
Zee reikt. Men verzekert dat Bulgarije aar
geboden heeft, een stuk van Dobroedsja
te staan, dat tusschen Silistria en Vari.
gelegen is. Tusschen den Roemeense!;.:n
eisch en het Bulgaarsche aanbod is derhal
ve een groote afstand, die licht tot wrij
ving aanleiding kan geven.
Maar de beide mogendheden zullen, zoo
zij niet vooraf tot een overeenkomst gera
ken, over de vraag niet alleen kunnen be
slissen, temeer daar de uitbreiding van "Bui-
gaarsch grondgebied, evenals die van Ser
visch gebied de goedkeuring van Europa
wel zal noodig maken.
Want zelfs zoo de Bulgaren op het bezit
van Konstantinopel geen aanspraak maken,
een haven aan de Aegeische Zee, ten Zui
den van de Dardanellen krijgen zij in ieder,
geval. Maar daardoor wordt de belangen
gemeenschap met Rusland, en de wensch'
naar openstelling der Dardanellen, waaf'door
de verbinding tusschen de haven aan de
Aegeische Zee mogelijk wordt, zooveel groo
ter. Engeland zal zich tegen de openstel
ling van de zeeëngten blijven verzetten. En
ook daarover zullen de mogendheden, die
aan het Berlijnsche Congres deelnamenwaar-
op de sluiting voor de laatste maal werd
vastgesteld, een woordje willen meespreken.
(A. B
De godsdienst der Balka.
volken.
De Kölnische Volkszeitung bevat een uit
voerig overzicht van den godsdienst der
•Balkanvolken, dat door de N. R. Ot. als
volgt wordt weergegeven:
De zich zelf orthodox noemende Griekseh-
Katholieke kerken der Balkanvolken zoo
zegt de schrijver hebben in de ver
schillende Balkanstaten de overgroote meer
derheid. De scheurmakende kerken omvat
ten in Servië 98.2 pOt. van de bevolking
(telling van 1910), in Griekenland 97.2 pCt.
(schatting in 1896), in Roemenië 91.5 pOtv
(telling van 1889?), in Montenegro 89.4 pCt
(laatste schatting), in Bulgarije 82.9 pCt.
(telling van 1905), en in Europeesch Tur
kije 39.4 pCt. (schatting van 1900).
De landskerk van Servië (metropoiie van
Belgrado en zes bisdommen) telde in 1910
2.881,200 schismatieke Christenen. In Mon
tenegro behooren van de 250.000 inwon--ra
ongeveer 223.500 tot de landskerk. Do-
Grieksch-Katholieke Kerk van Roemenië
verklaarde zich in 1865 zelfstandig. Zij is,
behalve de Georgische Kerk, de eenige
schismatieke kerk, die als kerktaal da
landstaal gebruikt. De Roemeensche kerk
heeft ongeveer 5.451,000 leden. Bulgarije
had in 1872 3,334,800 Orthodoxe Christ-
nen, die onder den exarchte Konstantinopel
staan, evenais de Bulgaarsche orthodoxen
in Turkije. De overige Grieksche katholie
ke Christenen van Europeesch Turkije be
hooren bij het patriarchaat te Konstanti
nopel. De Serviërs hebben een bisschop te
Uskub. De landskerk in Griekenland heoft
ongeveer 2.306,000 leden.
De Mohammedanen in Europeesch Tur
kije vormen daar ongeveer 52 pCt. der be
volking; in Bulgarije 14.9 pCt. in Mo-ae-
negro 5.6 pCt., in Griekenland 1 pCt. in
Roemenië 0.7 pCt. en in Servië nog siechts
0.5 pCt. In Europeesch Turkije werder z:;
in 1900 op ongeveer 3.200,000 geschat,
vormen in Skoetari 75 pCt., in Ochrida ei
Uskub 50 pCt., in Konstatinopei 44 pCt
in Adianopel 30 pCt., in Saloniki 27 pCt.
en in Kirk Kilisse 17 pCt. Van de 1,200,00"
Aibaneesche onderdanen van Turkije zij 1
ongeveer 900,009 Mohammedaansch. In Bul
garije zijn er nog een 604,000 Mohamme
danen. Meest wonen die in Nikopol (69 pCt.
der ingezetenen), Silistria (50 pCt.) en iu
Eski Dzjoemaja (41 pCt.) Te Sofia woon
den er in 1905 slechts 500 Mohammeda
nen op de 82,000 ingezeteten. Ongeveer
21,000 Mohammedanen in Bulgarije zijn van
Bulgaarschen stam, de Pomaken, de overi
gen zijn Osmanen. Do Roemeensche Moham
medanen, ongeveer 43,700, wonen meest in
de Dobroedzja. In Griekenland zijn 24,000
(1896), in Servië 14,300 (1910) en in Mon
tenegro 14,000 Mohammedanen.
De Joden zijn het talrijkst in Roemenië.
Zij vormen daar 4,5 pCt. van de bevolking
(te Boekarest 15 pCt., nl. ruim 43.000) in
Europeesch Turkije 1.7 pCt., in Bulgarije
0.9 pCt., in Griekenland en in Servië
pCt In Europeesch Turkije waren er in 1900
ongeveer 100.000 Joden, die te Konstantin-
pel 5 pCt. van de ingezetenen vormen en te
Saloniki zelfs 50 pCt. (meest afstammelin
tocvrctt*n* .ir.tm wwatv-T—,-^mr towmi i i i i mammam
Uit het Engelsch, door
Z. v. K.
De orief luidde:
Mijnheer!
„llotei Royal Strand.
Ik heb vernomen dat gij Nortshire voor
oen winter zult verlaten en uw huis en in-
yoedel gedurende dien tijd weuseht te ver
buren. Indien dit zoo is, dan zou ik gaarne
•Jw huurder willen worden. Ik zoek namelijk
gemeubileerd huis, waar ik mij voorloo-
vestigen kan, totdat ik eene vaste woon-
j 'nats heb gekozen. Ik ben gedurende vele
q^ton jn he|; buitenland geweest en nu eerst
fc.ruegekeerd. Aan do bank van Londen kunt
jm)., volledige inlichtingen omtrent mij vcr-
riigen, of, zoo u dat liever is, kan ik u ook
j de geheele huur vooruit betalen. Wanneer
gij mij liet genoegen zoudt willen doen, mij
eens te komen bezoeken, dan kunnen wij de
zaak verder mondeling afhandelen.
Met alle achting, C. MARCH."
Nog denzelfden dag werd bij mr, March in
het hotel Royal een heer aangediend, als mr.
Hurst, bewoner van Copsleigh, die terstond
ontvangen werd.
Mr. Hurst deelde den vreemdeling mede,
,dat hij Copsleigh zeer gaarne zou verhuren,
daar de huur niet onbelangrijk was en hij
een groot gezin had, maar tevens voegde hij
er openhartig hij, dat het huis zeer bouw
vallig was en dringend herstellingeu noodig
March glimlachte.
Mijnheer, ik hob u eene bekentenis to
doen, zeide hij. Ik was in do restaurant Wes
ton, toen gij daar Dinsdag zat te Ivmcneu en
zonder het te willen, hoorde ik het gesprek,
dat gij met uw vriend had. Ik hecht er bij-
zonder veel waarde aan om eenigen tijd in
Nortshire te wonen en ik hoop daarom dat
ge het mij niet ten kwade zult duiden, dat ik
partij getrokken heb van hetgeen ik hoorde.
Dat kan ik u volstrekt niet ten kwade
i duiden. Mijne vrouw verwijt mij wel eens,
'dat ik mijne particuliere zaken maar tegen
iedereen uitbazuin. Wanneer gij gehoord
hebt wat ik zeide, dan kent gij ook mijn mee-
ning omtrent den landheer.
I Met hem heb ik niets te maken, zeide
March. Wanneer gij mij liet huis wilt verhu
ren en tovens zoo goed wilt zijn voor eon
mannelijke en vrouwelijke bediende te zor
gen, noem mij clan uw voorwaarden.
Ik moet in Bornemouth tien pond huur
per maand betalen, zeide mr, Hurst met een
zueht, maar het huis in Nortshire is in dit
jaargetijde niet zooveel waard.
Voor een ander misschien niet, maar
voor mij wel, antwoordde mr. Mareh. Wan
neer ge mij het huis verhuren wilt, dan zal
ik u een wissel van zestig pond geven, dat is
tien pond per maand voor den tijd van zes
maanden en dan zou ik het gaarne den len
September betrekken.
Dat zou zij zeer wel aanstaan, zeide de
andere, maar zoudt ge liet huis niet eerst
willen zien, dan behoef ik niet bevreesd te
zijn, dat ge u later over den koop zult bekla
gen.
Als ik eenmaal een besluit genomen heb,
dan breng ik het ook ten uitvoer en ik be
klaag mij er later nooit over zeide Mareh.
Toen mr. Hurst thuiskwam, zeide hij tegen
zijn vrouw:
Hij is een gentleman, door en door, maar
er steekt het een of ander geheim achter hem.
Ik geloof, dat hij ongelukkig in de liefde is
geweest of iels van dien aard, want hoewel
hij zeer vriendelijk cm voorkomend is ligt
er toch een droevige trek op zijn gelaat.
III.
Paul Verity was niet a.leen ongehuwd,
maar zijn hart was ook vrij. Hij woonde met
zijn moeder en zijn zuster in een mooi ouder-
wetsch huis in Streatham.
j Mrs. Verity was reeds vermogend ge
weest toen zij trouwde, en haar schoonvader
had aan haar en haar kinderen zijn geheele
fortuin nagelateu, zoodat Paul Verity, afge
scheiden van het inkomen dat uit zijn nota
risambt voortsproot, een vermogend man was
en zijn zuster, de bekoorlijke, lieftallige Mauu
bezat een onafhankelijk vermogen van tien
duizend pond en zou bij den dood vau haar
moeder er nog evenveel bij erven.
Maud was twee-en-twintig jaar on de lie-
veling in huis.
j Het was een harde slag voor mrs. Verity
en Paul, toen Maud haar liart schonk aan
Jim Cartwrigbt, niet omdat do jonge man
j hun persoonlijk niet beviel, of omdat zij zijn
karakter wantrouwden, maar zijn vermogen
wierp slechts een rente van vijftig pond af
en zijn tegenwoordige positie bracht wel is
waar twee-honderd pond op, maar daarvoor
moest hij ook naar een hoogst ongezonde
streek van Indiö terugkeeren.
Mrs. Verity verklaarde rondweg dal zij er
nooit in toestemmen zou, dal haar dochter
naar Italic vertrok.
Paul trachtte Jim Cart weight over te ha
len een plaats in het moederland te zoeken,
[terwijl Maud met tranen in de oogen ver
klaarde, dat zij wel nooit 7,011 ophouden hem
te beminnen, maar dat zij niettemin nooit,
tegen den wensch van haar moeder zou wil
len trouwen, want daaruit zou, vreesde zij,
slechts onheil voor hen beiden kunnen vim
komen.
Jim Cartwrigbt moest in Januari naai ,1-
dië terugkeeren en wanneer hij het niet wi de
doen, dan moest hij drie maanden vooraf zijn
ontslag verzoeken. Om do bezwaren nog tal
rijker te maken, verklaarde de arts, dal m
dien hij nog drie jaren in dat heeto klimaat
doorbracht, hem eenvoudig om het leven /.ou
den brengen.
Hij was veel te trotsch 0111 in Engeland een
ambt aan te nemen, dat hem dwong van liet
vermogen zijner vrouw te leven; door dit ai
les waren de beide verloofden zoo wanhopig
en vertwijfeld, dat Paul op zekeren dag zei,
dat het voor hem een waarschuwend voor
beeld zou zijn 0111 nooit verliefd te won!"
Mrs. Verity en haar zoon begoiiueu d.p 1*1.
zoeken van den jongen man reeds onn
naam ie vinden, daar zij hij Mand steeds eéi^
diepe treurigheid tengevolge hadden.
Moeder en zoon haddon echter gee
zich verder in vermoedens te verdiepen, ;i t
de deur van het salon werd geopend.
Jim zeide:
Eindelijk is er een uitkomst gekomen,
mrs. Verity, men heeft mij een goede plants