J.H.W. GRUNDEMANN Feu i l l t o n DE GEHEIMZINNIGE VERDWIJNING. Vóór de Tariefwet! Shoe's. Telef. no. 36ü« Keeren en liinderconfectie- Magazijn BUITENLAND. „iloyons." J. HUIZING. Import Groote Houtstraat No. 44. KONINGSTRAAT. ULSTERS, WINTERJASSEN, DEMISAISORS en KINDERiRSJES De oorlog op den Balkan. jtu Bon iiiarohé Haarlem-Brussel* Handschoenen voor» alle gelegenheden. b'roote Sorteering. Lage prijzen. 6.) NIEUWE HAARLEMSCHE COURANT Een der jongste sirenenzangen van het »Vrije Ruilverkeer" geeft de volgende stro phe te beluisteren: „De tot dusver gevolgde handelspolitiek heeft, verre van de groote hronnen van ons volksbestaan te bedreigen, integendeel ons bedrijfsleven met name op het gebied der nijverheid tot een gezonde Ontwikkeling gebracht". Wanneer de componist van liet bedoelde Wiegelied in den waan mocht verkeeren, dat hij met machtspreuken als do voorgemel de den verdedigers der huidige tariefnovelle den mond snoeren zal, dan heeft hij het glad mis zoo schrijft „Vox" nu in een hoofd artikel in de „Residentiebode". Zelfs aan- homen, dat landbouw, veetecLt, nijverheid, scheepvaart en handel heden ton dago in een bloeienden toestand verkeeren, dan kan tocli redelijkerwijs die beweerde bloei geen vrucht genoemd worden van den z.g. „vrijhandels"- boom. In betrekking tot verscheidene hier te lande gevestigde industriöele bedrijven, kan zelfs liet tegendeel beweerd worden. De bloei der laatstbedoelde ondernemingen dag- teekent n.I. van af 1896, of in. a. w. vanaf len tijd der werking van de wet Sprenger van Eijck tot het tegengaan van de ontdui king der invoerrechten. Do onderhavige wet, Welke tot strekking liad een eind to maken aan de kunstjes van ettelijke expediteurs, om met een invoerrecht van 5 pet. belaste goederen tegen betaling van slechts de helft dier belasting ons land binnen te smokkelen, heeft tooh tot gevolg gehad, dat reeds 11a een tiental jaren de jaarlijksche opbrengst der invoerrechten met 100 pet. vermeerderd, of h. a. w. tot 12 milLioen gulden gestegen is. Bovendien sinds liet in werking treden dier Wet is de toestand niet alleen van de vee teelt, land- en tuinbouwbedrijven, maar ook Van de n ij vorlieiUsondernemi ngvnwicn ais gevolg der voorgemelde fraude uo concur rentie tegen de buiteiilandschc waren nog veel moeilijker gemaakt werd, hier te lande heter dan eenige jaren te voren. Het feit-, dat de wet-Sprengcr van Eijck de Nederlandsche veeteelt, zuivel-, land- en tuin bouwbedrijven niet in hun huidige welvaart belemmerd heeft, kan nu juist niet strekken tot versterking van het geloof in de ver vulling van de voorspelling der z.g. „Vrije Ruilverkeer "-zeloten, dat de sanctie der uo- Velle-Kolkman ook op den wasdom dezer Ne derlandsche welvaartsbronnen een zeer na- deeligen invloed uitoefenen zal. Het tegen deel valt vetdoer te verwachten, aangezien de bedoelde sanctie naburige en andere sta ten naar allo gedachten wel ietwat minder haastig zal maken, 0111 o'nder bedriegelijke Voorwendsels hun grenzen voor den invoer Van onze veeteelt, land- en tuinbouwproduc ten te sluiten. In tegenstelling met do hui dige wet nopens de heffing van invoerrech ten, wil n.I. de novelle-Kolkman aan de re geering- de bevoegdheid verleenen tot ver- hooging van den import van tot de weelde- bn genotartikelen behoorende goederen, wel- ko afkomstig zijn uit staten, die de Nedor- landsche producten met hoogere inkomende tochten belasten dan de waren van andere landen. In plaats, zooals de „Vrije Ruilver- keer"-profeteu aan boeren en buitenlui trach ten niets 'te maken, dat als gevolg van de Onderhavige, ook in de buileulandsehe ta rief wetgeving opgenomen „Wurst wider Wurst"-bepaling de gouvernementen der bui- tenlandsche afnemers van Nederland- sche agrarische en industrieels producten, het vervoer dezer waren over de grenzen hunner staten nog moeilijker en kostbaarder maken zullen, kan veeleer verwacht worden, dat die maatregel voor de bedoelde regeerin gen een krachtige aansporing zal zijn, om met ons land handelstractaten te bestendigen en te sluiten, volgens welke de beide con- tracteerende partijen verplicht zijn, eikaars handelswaren bij eventueelen invoer over en weer met geen hoogere rechten te belasten, dan van de uit andere landen afkomstige voortbrengselen geheven worden. Zulks valt b.v. van de Duitsche Bonds- regeering te verwachten. En wel als gevolg van bekendheid met feiten als onlangs door „Der Confectionar" vermeld zijn: n.I. dat de geheele jaarlijksche uitvoer van Duitsche producten naar ons land, een waarde van 498.5 millioen Mark vertegenwoordigt. Of b.v. de Duitsche regeering na de wetswording der novelle-Kolkman aan ons land op economisch gebied den oorlog verklaren zal? Een moge lijk bevestigend antwoord op deze vraag kan slechts door hen gegeven worden, die de bedoelde regeering niet verstandig, of leep genoeg achten, om in te zien, dat zij daar door in de kaart van haar „boezemvriend"? John Buil spelen zou. Met name uit hoofde van de laastbedoel- de tien tegen één door de Duitsche regeering gohuldigdo opinie kan bereids zonder vrees voor ernstige tegenspraak geconstateerd wor den, dat na de bedoelde wetswording, geen tarieven-oorlog tusschen Duitschland en ons vaderland uitbreken zal. Met het uiten dezer voorspelling bedoelen wij niet te beweren dat de Duitsche fabri kanten en 'dito groothandelaars het onder havige wetsontwerp met een onverschillig schouderophalen bejegenen. Uit de reactie, welke zij door middel hunner hier te lande gevestigde agenten tegen bedoeld ontwerp reeds gevoerd hebben, is duidelijk gebleken, dat zij gekweld worden door de vrees, als gevolg van de werking dier novelle een be langrijk deel hunner Nederlandsche klandizie te moeten afstaan aan de eigenaars van de hier te lande reeds gevestigde, of alsdan te vestigen nijverheid-ondernemingen. Do onderhavige vrees is geenszins denk beeldig. De bekendheid met het onlangs door „Der Confectionar" vermelde feit, dat jaarlijks voor zegge 65.5 millioen Mark aan confectie- en textielgoederen van uit Duitsch land ons land binnengevoerd worden, is toch uitermate geschikt, om niet alleen de eige naars van 5e Zboeven bedoelde op Neder landschen bodem gevestigde industrieën met het onderhavig tarief-herzieningsplan te ver zoenen, maar ook Nederlandsche kapitalen tot het inzicht to brengen, dat zij door het helpen uittrekken en stichting der nijverheids ondernemingen hun geld veilig en winstge vend 'beleggen kunnen. Blijkens een door de Kamer van Koop handel en Fabrieken te Dongen nog niet zoo heel lang geleden openbaar gemaakt verslag zal de door Z.Exc. Kolkman ontworpen ta riefherziening ook den groei en bloei der Nod. lederindustrie ton zeerste bevorderen in bedoeld verslag wordt namelijk o.m. onomwonden verklaard: „Een bescheiden „invoerrecht op leder, dat hier voldoende „wordt bereid, zal aan de wederopleving van „onze plaatselijke industrie veel bijdragen, „en haar nieuwe vergezichten openen voor „de toekomst. Een halsstarrige voortzetting „van het vrij handelsstelsel zou voor do Ne derlandsche looierijen na korteren of lan ceren termijn een volslagen ondergang be kekenen." Als bewijsmateriaal voor de waarheid dier verklaringen, werd in het onderhavig verslag het feit voor het voetlicht gebracht, dat in België en Duitschland als gevolg van den steun, wolken de nijverheid van de daar gehuldigde protection ische handelspolitiek ondervindt, sinds ettelijke jaren de in voer van leder steeds vermindert en de uit voer van bedoeld product naar elders en in het bijzonder naar ons vaderland, voort durend in gewicht en waarde toeneemt. Zoo bedroeg de leder-export van uit België naar ons land gedurende de jaren '09, '10 en '11 resp. 1.189994, 1.390893 en 1.613801 K.Gf. Het laatst vermeld gewicht vertegen woordigt een waarde van bijna drie millioen gulden. Welke gevolgtrekkingen vallen uit laatst bedoeld bedrag en uit voorgemeld ge tallen trio to maken? De vaischheid der bewering der quasi „Vrije Ruilverkeer"-vaandrigs, dat de uit voer der productie van een klein land geen grooter ramp treffen kan dan door hot hul digen der protectionistische handelspolitiek. De vaischheid 'der onderhavige drogrede nen wordt nog duidelijker zichtbaar, wanneer zij beschouwd wordt onder het licht óf van feiten als de „hervorragende" plaats, wel ke België onder de handeldrijvende mo gendheden Sinds ettelijke jaren inneemt, óf van de waarheid der voorspelling: Mocht de Idee der Nederlandsche Linksche politici om de voor 's Rijks schatkist uit de verze keringswetten voortvloeiende uitgaven door verhooging niet van de invoerrechten, maar van de directe belastingen en suc cessierechten te "bestrijden, dan zal ook de voor export werkende Nederlandsche in dustrie, de concurrentie tegen het buitenland, instede van lichter, nog veel zwaarder ge maakt worden. De inneming van Monastir. Omtrent de inneming van Monastir door de Serviërs deelt de speciale „Herald"-cor- respondent te Uskub nu eenige bijzonderhe den mede. Het geveoht bij Monastir, seint hij, duurde drie dagen. Het Turksche leger, aangevoerd door Zelcki Pacha, hield buitengewoon sterke posities bezet. De linkervleugel bevond zich op het Ralkanschiereiland, terwijl de rechter vleugel zicht tot de Tscherna-rivier uitstrek te welke de heele vlakte overstroomde, die bezet was door de Servische troepen. Deze werden door den kroonprins aangevoerd. Men kan zich gemakkelijk voorstellen hoe moeilijk de taak der Serviërs was, daar ze op een ondergeloopen, moerassig terrein ope reerden. En dit tegen een vijand, die zich op een hoogte genesteld had en dien ze vandaar moesten verdrijven te midden van een hevig artillerievuur. De Turken boden wanhopigen tegenstand, wetende, dat hun terugtocht naar Albanië door de Morava-divisie van reservisten was afgesneden. De Servische generaal, die zijn manschap pen wilde sparen, deed de Turksche posities de twee eerste dagen beschieten en elk be schikbaar kanen erop richten, in de hoop den vijand met artillerie alleen te doen wijken. De kanonnen donderden en braakten dood en verderf uit onder de Turken. Maandag echter werden vele vijandelijke posities na infanterie-charges genomen, waarbij aan beide zijden zware verliezen wer den geleden. Zondagmorgen had de kroonprins, na de Morava-divisie afgezonden te hebben, om den terugtocht van den vijand naar het Westen af te snijden, met succes een omtrekkende beweging gemaakt om de Turksche rechter flank. De cavalerie onder den kroonprins slaagde erin een brug over de Teberna-rivier te nemen. De Servischo cavalerie, die verder zuid waarts oprukte, trok de brug over en nam een positie in te Konjari, dicht bij Monastir. Ondertusschen gaf de Turksche artillerie op den berg Kirklanna, twaalfhonderd meters hoog. de Servische hoofdmacht veel te doen. De Morava-divisie van regelmatige troepen rukte, nadat het sein tot den aanval was ge geven, dapper de steile hellingen op onder een geweldiger regen van schrapnells en na een schitterende eind-charge, werd de posi tie genomen en maakten de Serviërs het vij andelijk berggeschut 011 vier belegeringska nonnen buit. Nu van alle kanten ingesloten, deden de Turken wanhopige pogingen om door den ring van vuur heen te breken. De Turksche bevelhebber deed herhaaldelijk een prachtig veteranen-corps van 25 bataljons aanvallen, een keurbende van het Turksche leger. De aanval richtte zich tegen de Morava-divisie van reservisten, welke den weg naar Ochrida versperde, maar tocli slaagden de Turken er niet in zich een weg te banen. De Servische infanterie stond pal als een ro'ts. De Turken werden telkens teruggedreven, totdat ze uit geput waren en hun bivak voor den nacht opsloegen. Maar de Serviërs lieten hen niet op verhaal komen. De Servische commandant heslopt een ge weldigen nachtelijken aanval te doen. De aanval geschiedde hij verrassing en de laat ste positie, die de Turken bezet hielden, de berg Kiermariza. twaalfhonderd metershoog, cbe ten Noord-Westen van Monastir ligt, werd Maandagavond na een liajonet-aanval genomen. De bnitenlandsche matrozen te Constantinopel. Omtrent het lauden van de matrozen der bnitenlandsche oorlogsschepen to Konstan- tinopel, waarvan in vorige nummers van ons blad reeds melding gemaakt is, seinde Lauzanne 18 dezer uit Konstantinopel aan de Matin: De dag, die dezen morgen onder een som beren, lagen hemel aanbrak, verlichtte een historisch tooneel, als nimmer te voren voor gekomen: buitenlandsche troepen, gewapend Konstantinopel, de heilige stad, binnen trek kend. Om zes uur gaf admiraal Dartige van de Eournet, aan al de schqpen der interna tionale vloot het sein, om tot het landen van de manschappen over te gaan. 'En aan stonds gleden in den ochtendschemer tal van sloepen stil over de wateren van den Bosporus, om aan de kade bij het Top-Ha- nee tuighuis matrozen van alle landen, in hun verschillende uniformen, aan wal te zetten. De Fransche matrozen, van de Leon Gambetta landden het eerst, naast hun En- gelsche kameraden van de Weymouth. De bemanning der Victor Hugo stapte het laatst aan wal, want deze kruiser lag het verste op de reede, bijna in de Zee van Marmora. Negen Europeesche naties waren bij deze landing betrokken. Zelfs Spanje, Roemenië en Nederland hadden er op gestaan schepe lingen te landen. En bij het opgaan^ van de zon, toen deze veelkleurige troep zich ver spreidde en de duistere straten van Galata introk, speelde het orkest van de Leon Gam betta, zijn gebruikelijken groet aan de kleu ren inzettend, de negen volksliederen der gelande manschappen. De bevolking, die op dat oogenblik op straat was, keek verwonderd en zwijgend l naar deze mannen, die de hoofdstad van het rijk binnen trokken. Er werd hier en daar een raam open ge'daan, waaruit nieuws gierige en nog nauwelijks ontwaakte gezich ten keken. Geen betooging, geen kreet, geen gebaar. Een geloovige roeper, die, hoog van zijn minaret af, het uur van het ^ebed aankondigde, brak zelfs zijn aanroeping van Allah niet af om dit enorme feit, dat ne gen Europeesche naties het met elkaar eens waren om Konstantinopel te bezetten. Elk detachement begaf zich naar het ge bied, dat aangewezen was. Na verteld te hebben, naar welk stadsgedeelte de beman ningen der verschillende oorlogsbodems zich heen begaven, vervolgt de correspondent van de Matin: Elke natie heeft haar tenten om te over nachten, levensmiddelen en schietvoorraad meegenomen. De Duitschers, die de ver moeienissen van het klimmen naar Pera ver mijden wilden, hadden drie wagons laten komen, waar ze alle3, wat voor hun kam pement noodig was, oplaadden. En nu kunnen dus zij, die ongerust 'wa ren, gerust zijn en de vreesachtigen kun nen moed scheppen. Europa houdt Konstan tinopel bezet. Het doet dat nog een beetje bedeesd; en de soldaten, die in huizen on der gebracht zijn, vertoonen zich vandaag niet in de 3traten. Ze zullen dat ongetwij feld morgen doen. Groote dingen worden niet op één dag volbracht. Ik heb ondanks alles lang gekeken naar eèn klein matroosje, dat op wacht s'tond voor een school in Galata. Het moet een .Bretagner geweest zijn en hij stond zwij gend naar hot panorama der stad te zien. Hij bewoog zich niet; hij zal zich nooit bewegen en in het sombere décor waar waar de dood door tyfus of cholera ons bij eiken stap aanraakt, zal hij eindeloos staan wach ten, totdat de bondgenooten klaar zijn met overwinnen en Europa klaar is met beraad slagen. N. R. Ct. Roemenië en Bulgarije. Volgens de „Siècle" heeft de Roemeen- sehe regeering^ nu zijn van Bulgarije nog geen toezegging kreeg van territoriale scha deloosstelling bij de verdeeling van het Turksche gebied, besloten aan Bulgarije of, ficieel den eis oh te stellen, om afstand van een stuk Bulgaarsch ge' ieö, van Silistria tot aan de Zwarte Zee, dus van het zuidelijk deel der Dobroedsja. Bulgarije echter is geneigd tot andere concessies, o.m. tot ontmanteling der ves ting van Silistria, maar niet tot afstand van grondgebied. Ten gevolge daarvan dreigt ook do ver houding tusschen Roemenië en "Bulgarije ge spannen te worden. De „Kölnische Ztg." meent, dat de wen- sehen van Roemenië nog verder gaan, dan de „Siècle" meldt; de opvatting van Roe menië houdt verhand met den omvang van het. gebied, dat aan do Balkanstateri wordt toegevoegd, en voornamelijk aan Bulgarije. Roemenië eischt derhalve, om zijn territo riaal evenwicht tegenover Bulgarije te her stellen, een gebied dat van den Donau bij Roestsjoek tot aan Varna aan de ZwartOj Zee reikt. Men verzekert dat Bulgarije aar geboden heeft, een stuk van Dobroedsja te staan, dat tusschen Silistria en Vari. gelegen is. Tusschen den Roemeense!;.:n eisch en het Bulgaarsche aanbod is derhal ve een groote afstand, die licht tot wrij ving aanleiding kan geven. Maar de beide mogendheden zullen, zoo zij niet vooraf tot een overeenkomst gera ken, over de vraag niet alleen kunnen be slissen, temeer daar de uitbreiding van "Bui- gaarsch grondgebied, evenals die van Ser visch gebied de goedkeuring van Europa wel zal noodig maken. Want zelfs zoo de Bulgaren op het bezit van Konstantinopel geen aanspraak maken, een haven aan de Aegeische Zee, ten Zui den van de Dardanellen krijgen zij in ieder, geval. Maar daardoor wordt de belangen gemeenschap met Rusland, en de wensch' naar openstelling der Dardanellen, waaf'door de verbinding tusschen de haven aan de Aegeische Zee mogelijk wordt, zooveel groo ter. Engeland zal zich tegen de openstel ling van de zeeëngten blijven verzetten. En ook daarover zullen de mogendheden, die aan het Berlijnsche Congres deelnamenwaar- op de sluiting voor de laatste maal werd vastgesteld, een woordje willen meespreken. (A. B De godsdienst der Balka. volken. De Kölnische Volkszeitung bevat een uit voerig overzicht van den godsdienst der •Balkanvolken, dat door de N. R. Ot. als volgt wordt weergegeven: De zich zelf orthodox noemende Griekseh- Katholieke kerken der Balkanvolken zoo zegt de schrijver hebben in de ver schillende Balkanstaten de overgroote meer derheid. De scheurmakende kerken omvat ten in Servië 98.2 pOt. van de bevolking (telling van 1910), in Griekenland 97.2 pCt. (schatting in 1896), in Roemenië 91.5 pOtv (telling van 1889?), in Montenegro 89.4 pCt (laatste schatting), in Bulgarije 82.9 pCt. (telling van 1905), en in Europeesch Tur kije 39.4 pCt. (schatting van 1900). De landskerk van Servië (metropoiie van Belgrado en zes bisdommen) telde in 1910 2.881,200 schismatieke Christenen. In Mon tenegro behooren van de 250.000 inwon--ra ongeveer 223.500 tot de landskerk. Do- Grieksch-Katholieke Kerk van Roemenië verklaarde zich in 1865 zelfstandig. Zij is, behalve de Georgische Kerk, de eenige schismatieke kerk, die als kerktaal da landstaal gebruikt. De Roemeensche kerk heeft ongeveer 5.451,000 leden. Bulgarije had in 1872 3,334,800 Orthodoxe Christ- nen, die onder den exarchte Konstantinopel staan, evenais de Bulgaarsche orthodoxen in Turkije. De overige Grieksche katholie ke Christenen van Europeesch Turkije be hooren bij het patriarchaat te Konstanti nopel. De Serviërs hebben een bisschop te Uskub. De landskerk in Griekenland heoft ongeveer 2.306,000 leden. De Mohammedanen in Europeesch Tur kije vormen daar ongeveer 52 pCt. der be volking; in Bulgarije 14.9 pCt. in Mo-ae- negro 5.6 pCt., in Griekenland 1 pCt. in Roemenië 0.7 pCt. en in Servië nog siechts 0.5 pCt. In Europeesch Turkije werder z:; in 1900 op ongeveer 3.200,000 geschat, vormen in Skoetari 75 pCt., in Ochrida ei Uskub 50 pCt., in Konstatinopei 44 pCt in Adianopel 30 pCt., in Saloniki 27 pCt. en in Kirk Kilisse 17 pCt. Van de 1,200,00" Aibaneesche onderdanen van Turkije zij 1 ongeveer 900,009 Mohammedaansch. In Bul garije zijn er nog een 604,000 Mohamme danen. Meest wonen die in Nikopol (69 pCt. der ingezetenen), Silistria (50 pCt.) en iu Eski Dzjoemaja (41 pCt.) Te Sofia woon den er in 1905 slechts 500 Mohammeda nen op de 82,000 ingezeteten. Ongeveer 21,000 Mohammedanen in Bulgarije zijn van Bulgaarschen stam, de Pomaken, de overi gen zijn Osmanen. Do Roemeensche Moham medanen, ongeveer 43,700, wonen meest in de Dobroedzja. In Griekenland zijn 24,000 (1896), in Servië 14,300 (1910) en in Mon tenegro 14,000 Mohammedanen. De Joden zijn het talrijkst in Roemenië. Zij vormen daar 4,5 pCt. van de bevolking (te Boekarest 15 pCt., nl. ruim 43.000) in Europeesch Turkije 1.7 pCt., in Bulgarije 0.9 pCt., in Griekenland en in Servië pCt In Europeesch Turkije waren er in 1900 ongeveer 100.000 Joden, die te Konstantin- pel 5 pCt. van de ingezetenen vormen en te Saloniki zelfs 50 pCt. (meest afstammelin tocvrctt*n* .ir.tm wwatv-T—,-^mr towmi i i i i mammam Uit het Engelsch, door Z. v. K. De orief luidde: Mijnheer! „llotei Royal Strand. Ik heb vernomen dat gij Nortshire voor oen winter zult verlaten en uw huis en in- yoedel gedurende dien tijd weuseht te ver buren. Indien dit zoo is, dan zou ik gaarne •Jw huurder willen worden. Ik zoek namelijk gemeubileerd huis, waar ik mij voorloo- vestigen kan, totdat ik eene vaste woon- j 'nats heb gekozen. Ik ben gedurende vele q^ton jn he|; buitenland geweest en nu eerst fc.ruegekeerd. Aan do bank van Londen kunt jm)., volledige inlichtingen omtrent mij vcr- riigen, of, zoo u dat liever is, kan ik u ook j de geheele huur vooruit betalen. Wanneer gij mij liet genoegen zoudt willen doen, mij eens te komen bezoeken, dan kunnen wij de zaak verder mondeling afhandelen. Met alle achting, C. MARCH." Nog denzelfden dag werd bij mr, March in het hotel Royal een heer aangediend, als mr. Hurst, bewoner van Copsleigh, die terstond ontvangen werd. Mr. Hurst deelde den vreemdeling mede, ,dat hij Copsleigh zeer gaarne zou verhuren, daar de huur niet onbelangrijk was en hij een groot gezin had, maar tevens voegde hij er openhartig hij, dat het huis zeer bouw vallig was en dringend herstellingeu noodig March glimlachte. Mijnheer, ik hob u eene bekentenis to doen, zeide hij. Ik was in do restaurant Wes ton, toen gij daar Dinsdag zat te Ivmcneu en zonder het te willen, hoorde ik het gesprek, dat gij met uw vriend had. Ik hecht er bij- zonder veel waarde aan om eenigen tijd in Nortshire te wonen en ik hoop daarom dat ge het mij niet ten kwade zult duiden, dat ik partij getrokken heb van hetgeen ik hoorde. Dat kan ik u volstrekt niet ten kwade i duiden. Mijne vrouw verwijt mij wel eens, 'dat ik mijne particuliere zaken maar tegen iedereen uitbazuin. Wanneer gij gehoord hebt wat ik zeide, dan kent gij ook mijn mee- ning omtrent den landheer. I Met hem heb ik niets te maken, zeide March. Wanneer gij mij liet huis wilt verhu ren en tovens zoo goed wilt zijn voor eon mannelijke en vrouwelijke bediende te zor gen, noem mij clan uw voorwaarden. Ik moet in Bornemouth tien pond huur per maand betalen, zeide mr, Hurst met een zueht, maar het huis in Nortshire is in dit jaargetijde niet zooveel waard. Voor een ander misschien niet, maar voor mij wel, antwoordde mr. Mareh. Wan neer ge mij het huis verhuren wilt, dan zal ik u een wissel van zestig pond geven, dat is tien pond per maand voor den tijd van zes maanden en dan zou ik het gaarne den len September betrekken. Dat zou zij zeer wel aanstaan, zeide de andere, maar zoudt ge liet huis niet eerst willen zien, dan behoef ik niet bevreesd te zijn, dat ge u later over den koop zult bekla gen. Als ik eenmaal een besluit genomen heb, dan breng ik het ook ten uitvoer en ik be klaag mij er later nooit over zeide Mareh. Toen mr. Hurst thuiskwam, zeide hij tegen zijn vrouw: Hij is een gentleman, door en door, maar er steekt het een of ander geheim achter hem. Ik geloof, dat hij ongelukkig in de liefde is geweest of iels van dien aard, want hoewel hij zeer vriendelijk cm voorkomend is ligt er toch een droevige trek op zijn gelaat. III. Paul Verity was niet a.leen ongehuwd, maar zijn hart was ook vrij. Hij woonde met zijn moeder en zijn zuster in een mooi ouder- wetsch huis in Streatham. j Mrs. Verity was reeds vermogend ge weest toen zij trouwde, en haar schoonvader had aan haar en haar kinderen zijn geheele fortuin nagelateu, zoodat Paul Verity, afge scheiden van het inkomen dat uit zijn nota risambt voortsproot, een vermogend man was en zijn zuster, de bekoorlijke, lieftallige Mauu bezat een onafhankelijk vermogen van tien duizend pond en zou bij den dood vau haar moeder er nog evenveel bij erven. Maud was twee-en-twintig jaar on de lie- veling in huis. j Het was een harde slag voor mrs. Verity en Paul, toen Maud haar liart schonk aan Jim Cartwrigbt, niet omdat do jonge man j hun persoonlijk niet beviel, of omdat zij zijn karakter wantrouwden, maar zijn vermogen wierp slechts een rente van vijftig pond af en zijn tegenwoordige positie bracht wel is waar twee-honderd pond op, maar daarvoor moest hij ook naar een hoogst ongezonde streek van Indiö terugkeeren. Mrs. Verity verklaarde rondweg dal zij er nooit in toestemmen zou, dal haar dochter naar Italic vertrok. Paul trachtte Jim Cart weight over te ha len een plaats in het moederland te zoeken, [terwijl Maud met tranen in de oogen ver klaarde, dat zij wel nooit 7,011 ophouden hem te beminnen, maar dat zij niettemin nooit, tegen den wensch van haar moeder zou wil len trouwen, want daaruit zou, vreesde zij, slechts onheil voor hen beiden kunnen vim komen. Jim Cartwrigbt moest in Januari naai ,1- dië terugkeeren en wanneer hij het niet wi de doen, dan moest hij drie maanden vooraf zijn ontslag verzoeken. Om do bezwaren nog tal rijker te maken, verklaarde de arts, dal m dien hij nog drie jaren in dat heeto klimaat doorbracht, hem eenvoudig om het leven /.ou den brengen. Hij was veel te trotsch 0111 in Engeland een ambt aan te nemen, dat hem dwong van liet vermogen zijner vrouw te leven; door dit ai les waren de beide verloofden zoo wanhopig en vertwijfeld, dat Paul op zekeren dag zei, dat het voor hem een waarschuwend voor beeld zou zijn 0111 nooit verliefd te won!" Mrs. Verity en haar zoon begoiiueu d.p 1*1. zoeken van den jongen man reeds onn naam ie vinden, daar zij hij Mand steeds eéi^ diepe treurigheid tengevolge hadden. Moeder en zoon haddon echter gee zich verder in vermoedens te verdiepen, ;i t de deur van het salon werd geopend. Jim zeide: Eindelijk is er een uitkomst gekomen, mrs. Verity, men heeft mij een goede plants

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5