h
jfobkousen. P. W. TWEEHUIJSEN, Barteljorissiraaf 27. Tel. 1770- Slobkousen»
BINNENLAND.
Amsterdamsche Bears.
Opgegeven door De Spsarnebank
RM u ioü7/1e
9oi/2
'^lie
gen van verdreven Spaansche Joden). In
Bulgarije waren er In 1805 ongeveer 37,600
Joden, van wie een 7000 te Sofia. In Grie
kenland zijn zij ongeveer 6000 sterk, in Ser
vië 5900 (van wie 3000 te Belgrado). De
Joden op den Balkan zijn bijna allen zui-
jrere Talmud-Joden.
De Gregoriaansche (niet-geunieerde) Ar
meniërs (patriarch tc Konstantinopel) vor
men in Bulgarije. 0.3 pCt. (12,620) der be
volking, in Roemenië 0.1 pCt. (6590) en in
■Europersch Turkije 0.2 pCt. (200.000.)
Het Protestantisme - heeft in Roemenië
ruim 18,000 aanhangers (0.3) pCt., in Bul
garije 5600 (0.14 pCt.,) in Servië 900 0.03
pCt.) en in Montenegro slechts 10.
De Roomsch-Katholieke kerk heeft op den
Balkan ruim een half millioen aanhangers,
cl. i.nauwelijks 2.5 pCt. van de bevolking
van 23,000.000. Meer dan de helft was tot
nog toe Turksch onderdaan en ongeveer
150,000 (2.5 pCt.) Roemeensch. In Monte
negro tellen zij 12.500 (5 pCt.) in Grie
kenland 34.700 (1. pCt.) in Bulgarije 29.700
(0.7 pCt. en in Servië 8400 0.3 pCt. Voor
de Roomschen te Konstantinopel is er een
patriarchaat, opgericht in 1204. De zetel
van den patriarch is te Rome, te Konstan
tinopel vertegenwoordigd door een patriarch
-vicaris. Albanië is zendingsgebied. De bij
na geheel Roomsche stam der Mirdieten telt
er een 25.000 zielen. Voor de onder den a-
postolischen delegaat te Konstantinopelstaan
de Bulgaarsche Geünieerde Katholieken zijn
in 1883 de twee apostolische vicariaten Ma
cedonië en Thracië opgericht. Het patriar
chaat van de sedert 1742 met Rome geüni
eerde Armeniërs is sedert 1867 te Konstan
tinopel gevestigd.
Het artikel, dat nog verdere mededeelin-
gen bevat aangaande de hiërarchie van de
Roomschen op den Balkan, besluit als volgt:
„De algeheel scheiding tusschen Rome en
Konstantinopel is voltrokken onder paus
Leo IX, die zich in het jaar 1504 verplicht
zag den patriarch van Konstantinopel te
excommuniceeren. Onderhandelingen op het
concilie van Lyon in 1274 en onder paus
Innocentius VI (13521362) vielen in dui
gen. De op het concilie van Ferrara en
Florence in het jaar 1439 voltrokken unie
duurde zelfs geen halve eeuw. Nog paus
Leo XIII deed in het jaar 1894 stappen
tot toenadering, maar kreeg in Augustus
1895 een scherp afwijzend antwoord. Gelijk
alle afzonderlijke kerken, die den samen
hang met Rome hebben verloren, vervielen
ook de verschillende landskerken van de
(Balkanstaten min of meer tot caesareopapis-
me (vorst-papisme). Reeds om deze reden
zorgen daar de wereldlijke machthebbers
voor den noodigen afstand tusschen Rome
en hun autokefale (eigenhoofdige) landsker
ken."
Bulgaarsche politie te heihooren. Op zijn kof-genooten, die aangedrongen hebben op maat-
fer stond echter weer Sigoff geschilderd. Hoe
het zij, Sigoff of Sichvirki, men verwacht
met ongeduld de vertaling van de in zijn be
zit zijnde stukken, om met zekerheid de iden
titeit van het geheimzinnige personage te
kunnen vaststellen.
's Keizers ontbijt gestolen.
Een typisch voorval heeft, volgens de Geld.,
in den hofburcht te Boedapest plaats gehad,
toen dezer dagen de Keizer daar vertoefde.
Keizer Frans Jozef is gewoon zeer vroeg
zijn eerste ontbijt te nemen.
Toen nu de hofkok, na 's avonds het vleesch
voor het déjeuner klaar gemaakt en wegge
sloten te hebben, den volgenden morgen het
benoodigde wilde te voorschijn halen, waren
de ham, een gebraden eend, rundvleesch enz.
verdwenen. Aanstonds werden maatregelen
genomen, teneinde den grijzen vorst op tijd
zijn ochtendontbijt te kunnen voorzetten,
maar tegelijkertijd ook werd de politie in den
arm genomen, om den dief op te sporen.
Zoo togen dan de in den hofburcht verblij
vende detectives op onderzoek uit en al heel
spoedig hadden ze uitgemaakt, dat 's morgens
om vier uur een schoorsteenveger in de keu
kengebouwen was geweest. Voetsporen we
zen den weg aan, die de man genomen had
en weldra trof men hem op een der kelder
trappen, waar hij juist zijn gebraad wilde
oppeuzelen.
Een geheimzinnige geschiedenis.
Men schrijft ons uit Brussel:
Een in een rijke pelsjas gekleede heer ver
voegde zich Woensdag bij een drukker. Hij
drukte zich zeer slecht iu het Franseh uit,
deelde alleen mede Bulgaar te zijn. Zoo goed
als het mogelijk was, maakte hij den druk
ker duidelijk wat hij van hem verlangde. Het
betrof zeer eenvoudig het namaken vau de
Eeliatkist-bons door de Bulgaarsche regeering
uitgegeven om de oorlogskosten te bestrijden.
Het uitgeven van deze bons zou zeer gemak
kelijk kunnen geschieden, en de drukker die
in toestemde ze uit te geven, zou er een
aardig beetje aan kunnen verdienen.
De drukker, de heer Hecht, die zijne ver
wondering niet liet blijken, zeide niet hier
voor ingericht te zijn en verwees zijn bezoe
ker naar een anderen drukker in Laeken. propaganda zeer onduidelijk waren
na het vertrek van het zonderling
VRIJZINNIG-DEMOCRATISCH FAILLIET
De vrijzinnig-democraten kunnen tegen
1913 hun matten wel oprollen, zoo schrijft
de Maasbode.
Men weet, dat de vrijzinnig-democraten
hun gelieele systeem ontleend hebben aan
de boeken van geavanceerde Duitsche socio
logen, voor welke ongeloof en darwinisti
sche evolutie-leer de leidende dogma's zijn.
Met dit boekensysteem hebben zij in het
Nederlandsche openbaar leven willen ope-
reeren. En natuurlijk zonder zichtbare resul
taten.
Zoo'n exotisch en afgetrokken stelsel, waar
van de staatsvergoding de kern vormt, kan
nooit eene echte nationale partij bijeenhou
den. Om nuttiglieidsredenen zullen ze daar
om bij gelegenheid van de stembus van 1913
hun stelsel maar aan den kapstok hangen.
Immers, zij gaan nu met hunne tegenvoe
ters, de liberalen, opkomen voor de indivi-
dueele vrijheid.
Dit doet vreemd aan, want de heele vrij
zinnig-democratische partij is juist ontstaan
als eene reactie tegen het heerschende plat
burgerlijk liberalisme van het eind der vo
rige eeuw.
Een verbroedering van twee zulke anti
thetische partijen lijks ons even onmogelijk
als bijvoorbeeld eene verbroedering van de
christelijke coalitie met het paganisme.
Deze tegenspraak is echter maar schijnt,
zeggen de voormannen der vrijzinnig-demo
cratie. De voorzitter van den Bond sprak zoo
op den concentratievergadering en Dr. van
Emden schreef zoo in het partij-weekblad:
„Terwijl liet n.l. volkomen juist is, dat de
vrijzinnig-democraten zich op dit oogenblik
op het individualistische standpunt bevin
den, is het even onjuist, dat zij vroeger an
deren koers zouden hebben gevaren".
Dergelijke uitspraak is zeer kras. Want
als ze juist is, dan zijn de vrijzinnig-demo
craten gedurende hun heele bestaan verkeerd
begrepen.
Maar aan dat verkeerd begrijpen hebben
dan toch de vrijzinnig-democraten ook zelf
schuld, doordat zij in hunne geschriften en
Direct
heerschap begaf de heer Hecht zich naar het
commissariaat van politie, waar hij zijn
avontuur vertelde. Hier telefoneerde men
direct naar de politie te Laekm, maar toen
deze bij drukker No. 2 kwam, had de Bul
gaar, die per taxi direct daarheen was ge
gaan, zijn bezoek reeds afgelegd; hij kon ech
ter daar evenmin slagen. Hij zeide zeer veel
haast te hebben, omdat hij zijn trein aan het
Noorderstation moest halen.
Hier gelukte het ook werkelijk de politie,
die van den drukker het nummer van den
auto had opgekregen, den Bulgaar te achter
halen. Hij werd gearresteerd en naar het bu
reau van politie overgebracht.
Hier zeide de vreemdeling Sigoff te hee-
ten, uit Sofia te komen en 45 jaar oud te zijn.
Na fouilleering bevond men op hem een ge
laden browning-revolver en verschillende
papieren, waaronder versierd met de emble
men van het Roode Kruis, stukken met het
Russische wapen voorzien, etc. In Hotel Mé-
fropole, waar de man zeide verblijf te hou
den, vond men in een van zijn koffers een
uniform met epauletten en vergulde knoo-
pen. Toen veranderde de man van taktiek
en verklaarde Sichvirki te heeten en tot de
Want als we bijv. van denzelfden Dr. van
Embden diens geschrift over „Darwinisme
en democratie" nog eens inzien, dan spreekt
daaruit een allesbehalve individualistische
geest.
Daar is de Staat de bron van recht en
zedelijkheid en het doel van alle mensehelijk
leven.
En de boeken, waaruit het vrijzinnig-de
mocratische stelsel getrokken is, gaan nog
verder in hunne staatsvergoding.
Om van hunne sociale politiek, die zeer
staats-socialistisck is, nog niet eens te spre
ken, willen die geleerden zelfs het huiselijk
leven, ja zelfs de voortplanting van het men-
scseljjk geslacht door den almacktigen Staat
laten regelen.
En eene dergelijke partij komt nu in koor
met hare tegenvoeters, de liberalen, aan de
Christelijke partijen verwijten, dat de Over
heid wel wat te veel wil regelen en dat ze
'n beetje te bureaucratisch te werk gegaan is.
Dergelijk verwijt uit dien mond vernomen,
is wel kras, en meer dan brutaal tevens.
Maar nu achteraf heet het, dat wij ver
keerd hebben begrepen; dat men het nooit
zoo bedoeld heeft.
En dan wijst men op verschillende partij-
regelen, welke niet neerkwamen op staats-
verafgoding, doch die juist aan de indivi-
dueele werkzaamheden vrije baan lieten.
Laat het zijn, dat bij enkele praktische
mannen de natuur sterker bleek dan de vrij
zinnig-democratische leer; doch daarmee is
het systeem nog niet gered.
Want als er werkelijk geen anti-these is
tusschen hen en de liberalen; als het eigen
lijk op hetzelfde neerkomt, zooals ze nu zeg
gen; welke reden was er dan indertijd voor
de vrijzinnig-democraten om zich zoo luid
ruchtig van de liberalen af te scheiden!
De stembus van 1913 doet hier wonderen.
Zij is de moeite wel waard, om de oude
plunje zoolang aan den kapstok te hangen,
teneinde met de vroegere tegenstanders be
ter te kunnen samenwerken.
Want wat hen van de liberalen scheidt,
weegt als 't er op aan komt niet zoo zwaar,
als wat hen aan de liberalen verbindt.
Het geloof en den godsdienst buiten het
openbaar leven! dat is de grondslag van het
compromis.
Wanneer men dat met die eenvoudige woor
den gezegd had, dan waren alle diplomatieke
zinswendingen uit het concentratie-manifest
overbodig geweest.
Maar op dien grondslag schijnt men, ge
leerd door bittere ervaring, den strijd niet
goed aan te durven.
Men zal hem echter moeten strijden, gaarne
of niet.
DE NEDERL. CHRISTENEN ACHTER-
GESTELD BIJ DE INDISCHE
MOHAMMEDANEN.
Bij de in de Tweede Kamer gehouden alge-
meene beschouwingen is o.a. het woord ge
voerd door den heer de Meester, den vroe-
geren liberalen minister.
Hij had het o.m. tegen „het drijven van het
onderwijs voor de inlanders in confessioneel-
christelijken zin".
Ook de heer Vliegen, de sociaal-democraat,
stak daartegen van wal. En beiden argumen
teerden, dat het niet aanging de Mohamme
danen te dwingen tot het volgen van chris
telijk onderwijs, dat zij niet wenschen, maar
wel mede moeten betalen.
Daargelaten, zegt nu heel raak de N. Tilb.
Crt., of de gegevens zoo moeten worden op
gesteld bij het beoordeelen der Indische toe
standen, is het eigenaardig vrijzinnigen in
Nederland zoo bezig te hooren.
Wat hebben de vrijzinnigen met hun school
politiek in Nederland ooit anders gedaan en
wat willen zij blijkens de onderwijs-frase in
het concentratieprogram anders doen, dan de
christenen mede laten betalen aan het on
derwijs, dat dezen voor hun kinderen niet
willen, en dat alleen voor de vrijzinnigen
is geschikt?
Dwang oefenden zij op die wijze uit, ge
wetensdwang en bovendien hevelden zij
een heerlijke bezigheid voor de liberalen
het geld uit de zakken der christenen naar
de zakken der vrijzinnigen, die immers voor
htt onderwijs der hunnen uit eigen bezit geen
cent veil hadden en ook niet behoefden te
hebben.
Het was dus zeer inconsequent dier vrij
zinnige heeren zoo te spreken en het beroep
op de inconsekwentie der chrislelijken had
geen zin.
En wat duidelijk bleek was de bekende
waarheid, dat de vrijzinnigen vijanden van
de christelijke levensbeschouwing zijn. Vlie
gen zei immers ronduit: Mahomedanen en
christenen zijn gelijkwaardige burgers. Wel
ja!
DR. KUIJPER OVER DEN POLITIEKEN
TOESTAND.
De „Maasbode" heeft een onderhoud ge
had met Dr. Kuyper om het oordeel van
den oud-minister te vernemen over den poli-
tieken toestand. Wij laten hieronder eenige
brokstukken volgen uit het artikel.
Natuurlijk ging het over Ommen. Meer
dan 't vrijzinnig concentratieprogram be-
heerscht thans het conflict met de Christe-
lijk-Historische bondgenooten den politieken
toestand. Dr. Kuyper is over de kwestie al
lesbehalve vriendelijk te spreken. Natuurlijk!
Het had Dr. Kuyper gedeerd om den per
soon van Mackay, dat hij het krasse entre-
filetje had moeten doen verschijnen op den
avond, dat de uitslag bekend zou worden,
en dat geheel ten onrechte als de „ban
vloek" over Mackay is gequalificeerd ge
worden.
„Het was Zondagavond en ik had juist gas
ten," zeide Dr. Kuyper „maar ik ben toch
naar boven gegaan om 't stukje te schrijven,
om het nog bijtijds in „de Standaard" te heb
ben; 't moest, 't kon niets anders".
,,'t Ging hier niet om den persoon van Ba
ron Mackay, verklaarde Dr. Kuyper, 't ging
ook niet om mijn eigen persoon, maar 't
ging om het beginsel van de coalitie."
De christelijk-historischen konden geen
recht doen gelden op dezen zetel wegens
hun getalsterkte, de eerste stemming heeft
dat genoeg uitgewezen; maar als men van
christelijk-historische zijde een systeem gaat
volgen, op wat manier men, altoos met steun
van liberalen en socialisten, den anti-revo
lutionairen de meeste zetels kan afhandig
maken, dan is 't met de goede trouw in het
bondgenootschap gedaan. Dan ligt de coali
tie feitelijk tegen den grond.
Want men kan niet anders dan spreken
van verraad aan het beginsel, als
men met den gemeenschappelijken vijand gaat
samenwerken om den eigen bondgenoot te
bestrijden.
Met de Roömsch-Katholieken hebben wij
op dit punt nooit last gehad'.
Met 'de christelijk-historischen dikwijls.
Eerst in Ede, nu weer en op nog erger
lijker wijze in Ommen.
„En daarom", verklaarde Dr. Kuyper met
nadruk, ,,'t kan zoo niet langer."
En hiermede kwam hij tot een uiteenzet
ting van den stand der christelijk-histori
sche partij'.
Eerst hébben we de Lohmanianen of de
vrij anti-revolutionairen, de menschen, die
zich van de anti-revolutionaire partij hebben
afgescheiden; een niet groote groep, maar
een, die ten minste nog een politiek wezen
had. Toen hebben zich daarbij aangesloten
de volgelingen van Dr. de Visser, oorspron
kelijk Bronsveldianen, die zich echter van
Bronsveld hebben afgescheiden.
De partij; was ook zoo. nog niet bijzonder
groot.
Maar toen zijn daarbij gekomen de zooge
naamde Friesch Christelijk-historischen, die
als partij een uitsluitend kerkelijk karakter
droegen; en nu nog pas de Nationaal-his-
torischen, die uitsluitend het oude conser
vatisme nabij stonden.
Tot heden zelfs gist er onder hen nog
niets, Waaruit bij mogelijkheid een gemeen
schappelijk politiek bedoelen zou zijn op te
maken.
De groote fout van de christelijk-histori
sche fracties is, dat zij geen positieve ge
meenschappelijke idee hebben, die deze ver
schillende groepen samenbindt.
Dr. Kuyper meende, dat er een nieuw over
leg moest gepleegd worden. Wilde ieder der
drie verbonden coalitiepartijen weder geheel
op zich zelf gaan staan, Dr. Kuyper zag daar
geen bezwaar in. Wilden de Katholieken met
hem samengaan, 't zou hem aangenaam zijn.
Maai- aan het beginsel mocht niet worden ge
tornd.
Want juist dat vasthouden aan het beginsel
had de anti-revolutionaire partij sterk ge
maakt. Hij had er nooit van gehouden om
zijn menschen aangelengden wijn voor te
zetten.
Wilde men voor de toekomst de coalitie
bestendigen, dan moest men komen tot een
vast accoord. Tot dusver had men steeds
gewerkt in wederzijdsch goedvertrou-
wen, maar de jongste gebeurtenissen hadden
bewezen, dat de coalitie op den bestaanden
voet niet meer kon worden voortgezet. Er
moet een garantie gesteld worden, dat deze
gebeurtenissen zich in de toekomst niet meer
herhalen.
De intervieuwer van de „Msb." merkte ver
der op, dat Dr. Kuyper niet altijd een even
beminnelijke bejegening van zijn politieke
tegenstanders mocht ondervinden.
Hij wist 't, antwoordde hij droog, ze ver
droegen hem kwalijk, maar hij kon 't begrij
pen, hij kon 't zich indenken. Maar hij was
ook de man geweest die 't den liberalen
geleverd heeft, die hen uit de machtspositie
heeft verdreven, waardoor zij een halve
eeuw lang het ongestoorde genot hebben ge
had, hun zonen, neven en kleinkinderen in
lucratieve posten en betrekkingen te zetten.
En smakelijk, zonder eenigen wrevel, ver
telde Dr. Kuyper er bij, hoe hij Borgesius
toch op zijn jongste jubileum een persoon
lijke felicitatie had gestuurd, trouwens
't heeft ook in de bladen gestaan; hij
zelf had ook dit jaar nog al feesten gevierd,
het veertig-jarig hoofdredacteurschap van „de
Standaard", zijn 60-jarig doctoraat, zijn drie-
kwart-eeuwsch levens bestaan, maar hij had
ook niet van één dier liberale heeren zelfs
ook maar een kaartje mogen ontvangen.
Over de obstructie in de Kamer, zeide Dr.
Kuyper
„Als de onzen maar beter voet bij stuk
hielden, dan zou obstructie niets baten. Men
raakt toch eenmaal uitgeput, 't begint hen
zelve te vervelen.
Goed, als wij een oppositie hadden zooals
in de Oostenrijksche Kamer, een driehon
derd man; dan kan men zoo'n obstructie een
heele poos volhouden, maar bij ons zijn daar
voor het land en de Kamer te klein....
Maar nu had men alweer niet één lijn
getrokken en 't gevolg is dat de oppositie,
die nu afgemat was, bij de weer-opneming
van de Invaliditeitswet weer geheel op
krachten, de obstructie wederom frisch kon
inzetten."
Vorige
koers.
21 November.
L.
3 pCt. Cert. Ned. W. S.
2i/j pCt. Gert. j, j,
5 pCt. Tabakst. Buig.
4 Oblig. Kronenrenle.
5 pCt. AprilOcloberrente
4 y, Jan.—Jultrente.
4(4' ,v Rusland 190Ö
O/» Iwangor Dombrowo
It
it
h
it
s, Grooie Russ.sp. 1898
Nicolai Sp.
j, Rusland 1880
j, ZuBd-Wesl
Rusland Hope
f, Rusland 1894 6e Em.
v, Rusland Binnenl.
5 pCt. Imp. Iv^n Japan
5 pCL Binnf Mexieo.
5 Goudl. m p. St
5 pCL Funding Brazilië,
5 i, Bali ia in p. St,
5i Para 1902
5 K 11 io de Janeiro (F. D
5 Sfio Paulo 1008
5 pCL Dominica
4 Amsterdam 1904
4 pCL Algem. li.U.K.,
4 haarL H.B.K.
5 pCt. RoMerd. Can. H. B
6 gCt. Argent H.B.L.
a dito Gedula K.
4Va Ung. Land C.Sp.
4y2<>/o Hong H.B. Comm. 01)1.
Aand. Amalgamated Copper
I, Am. Car en bounJi
i, Am. Hide en Lealkè
United Cigar M. Cy.
Unued i>Uues Steel
CulL Mij. Vorslenl,
hand. MaaLsch,
Ketahoen gew.
KeLahoen pref.
Aand. Redjang Denong.
Sinkep Tin Mij.
Greal Cobar
Aand. Ceconaoi. Pelrol.
Intern. Rum.-Petrol.
Koninklijke pelr,
Aand. Amslerd. Rubber.
Deli-Batavia
Neder L
Oost-Java Rubber.
K. Ned. Sloomb. Mij
Ned. Am er. St. Mij.
Comm. Marine
Pref. id,
•U/2 pCt. obi. Marine
Aand. Amsterdam Delii
Amsl. Laugkat. gev\
I, Arendsburg labak.
Medan Tab. Mij.
Ass. Merchants le pre.
Pref. Peruv, Corp.
Aand. iioit. Spoor
Aand. Staatsspoor
4i/j pCU Ubt. Undergroum.
41/2 pCt. Mosk. Kieuw „Wor.
4ya AViadikawkas.
Comm. Atchison. Top..
4 pCU Alg. liyp. lopeka
4 Conv. Bd. idem.
5«/o Cuba liailr. Cy. le Hyp.
Common Denver
Common Erie
4 pCU general Erie
Common Kansas C. South.
Pret. Kansas C. South.
Common Missouri K. X.
4 pCt, lfi hyp. idem,
41/2 pCUNat. Railw 01 Mexu
Common New A 01k Ontan
Common Noriolk
Common Rock Island
Common South Paciiic
4 pCt. Convert idem
4 le Ret. Hyp. idem
Comm. Southern Railw,
Common Union Paciiic
4 pCU goud O-bl. idem
4 Convert Obi. idem
Common .Wabash Sh..
Canadian Pacif.
41/2 pCL Bra/ it Railw,
5 pCt. ïucatan.
41/2 pCt. Soracabana
ai/jgCL Antwerpen 1887.
2 pCt. Antwerpen 1903
Turkije 1870.
Aand. Batavia Eleelr,
Madocra St.m. Pref
v
Prolon'—G'
tie
101
loci,
-2
79 791»
66is/lf 66%
95i/o 95i/2
87
89
84i/o 853/,
943/; 951/4
941/2
857/*
921/,
86 86
831/2
871/2
857 86
921/a
923921/,
461 46%
461/2
1031/,
963/,
96 961
100 1ÜG1
1003/4
IOD/i
lOU1/,
91
«öl/2
101
953/s
907 8
9bi/2
12
86
691/0
28' Ik
5di./lf
(43/4
1513/g
1761/g
641/2
483/4
236
274'/4
Ö8J/4
.441/2
1481/2
54 i
225
1/91/2
801/.,
13/3/4
130
1903/4
61/16
203/16 2t«
66I bbl/i
669
288 z8dl/2
669
2521/4 2521/2
102
08^/4 6*F/g
877/g
95
101
8t3/,e
091/4
28e/16
OO
743/4
157i/s
1761/4
331,2
48
2351/0
270
90
2*7
l5o
5441/2
2'za
130
811/,
130
190
63/,6
20rf s
921/,
100'/j
867\xr
283/4
53u/lf
751/;,
911/,
'49
151
5471'2
280
823,4
lHOi/o
95 96
bi/4 9t)l o
1083/4 108"/4
9*1/4 971,2
Röl/2
-0i7/s ^O/l/g
22'/g 223/4
84l/g 341/j6
763/g 77
2/13/u 27'/,
62 62
283/g 281
94Vu 94'/je
ur; 1
201/.,
66i,2
288
2541/4
23
a48/ie
78
621/4
283/4
y. 871/4
343/4 341/2
llo
2b5/10 26-/le
uo-7, 1111/g
98d/i6 aai3 lft
934/ic 931/4
291 g 29-/g
i71-3/1,1721/2
99' In
lollig 1027/ie
43/4 46/g
262
911/2
9b«/8 95
68 881/,
804/4
70'/2
46
83 83
96®/ie 958/g
4
368/4'
261/js
41%'
88S/8'
SCHIEDAM, 21 Nov. Moutwijn f 14.50, Je
never f 18.50, Commissie f 13.75. Stemming
willig. Spoeling f 2, Graanspiritus f 23.50
—24, Melasse f 19.25—19.50, Ruwe Spiritus
f 11..
in Engeland aangeboden en wanneer gij er
niet tegenop ziet, Maud naar Nortshire te
laten gaan, dan hunnen wij toch nog geluk
kig worden.
Maar gij hebt toch altijd gezegd, dal gij
niemand kendet, die aan zulk een plaats zou
kunnen helpen, zeide Paul.
Ja, dat dacht ik ook, maar mijn oude
vriend Kenueth Ford is uit Indië terugge
keerd en heeft mij hij zijn neef, lord Chatter-
ly aanbevolen en de Graaf schrijft mij, dat
hij een plaats voor mij open heeft als onder
wijzer in een gemeente, waarover hij het pa
tronaat heeft. De jaarwedde bedraagt hon
derd pond en de Graaf zegt, dat het een zeer
aangename betrekking is.
Mijn beste Jim, ik wenseh u van harte
geluk, zeide mrs. Verity, terwijl zij hem de
band drukte.
Paul daarentegen zeide nog niets, maar
toen de nieuwbenoemde heenging, brachf hij
Jiem naar het station en onderweg- sprak hij:
Gij moet niet denken, Jim, dat ik uw
vreugde wil bederven, maar ik moet u toeh
ergens voor waarschuwen. Lord Chatterly
staat bekend als een hoogst onaangenaam en
heerschzuchtig man en wanneer die plaats u
Sn eenig opzicht van hem afhankelijk maakt,
neem ze dan liever niet aan.
Ik heb een brief van Kenueth Ford ont
vangen, tegelijk met dien van den Graaf, en
ik geloof dat mijn vriend deze bedenking had
voorzien, antwoordde Jim Cartwright, ten
minste hij verzekerde mij uitdrukkelijk, dat
de Graaf zich nooit in mijne zaken mengt en
dat ik liet zeer goed met hem zal kunnen vin
den als ik maar nooit voor het een of andere
doel een beroep op zijn kas doe, want zijn
ergste fout is, dat hij zeer gierig is.
De brief die lord Cliatterly aan zijn neef
geschreven had, was een duidelijk bewijs
voor zijn schraapzucht. De Graaf schreef aan
Kenueth, dat hij de plaats wel aan diens be
schermeling zou willen geven, maar dat hij
haar reeds aan een ander had beloofd. Even
wel wanneer het Kenueth Ford honderd pond
waard was, dan zou hij toch diens bescher
meling willen aanstellen en den teleurgestel-
den candidaat dat bedrag als schadeloosstel
ling toezenden.
Kenueth Ford begreep zeer goed, dat die
teleurgestelde candidaat alleen in de verbeel
ding van lord Chatterly bestond, die op eene
dergelijke wijze zichzelf met honderd pond
verrijken wilde, maar toch zond hij zijn neef
met de eerstvolgende post een aangeteeken-
den brief met een wissel van honderd pond.
In den namiddag van denzelfden dag ont
moette hij de Gravin en deelde haar mede,
dat Reginald aan zijn verzoek had voldaan,
maar van de honderd pond sprak hij geen
woord.
Zij wandelden een eindweg met elkaar en
de kleine Philis huppelde voor hen nit.
Ik ben zooeven op Copsleigh geweest,
zeide Kenueth, mr. Hurst vertelde mij, dat hij
een buitengewoon vrijgevigen huurder heeft
gevonden en verzocht mij, mr. March, zoo
heet hij, zoo voorkomend mogelijk te han
delen.
En gij hebt den nieuwen bewoner al ge
zien? vroeg Gertrude.
Ja, ik heb een vol uur met hem in den
tuin van Copsleigh gewandeld. Hij is de on
derhoudendste man, dien ik ooit ontmoet heb,
heeft de halve wereld doorgereisd en is niet
temin zoo eenvoudig en bescheiden als een
knaap. Morgen komt hij bij ons dineeren.
Is hij gehuwd?
Neen, mr. Hurst gelooft, dat hij weduw
naar is, maar hij komt mij meer als een man
voor, die zich nooit den tijd gegund heeft, om
aan een huwelijk te denken. Hij heeft Cops-
leigh van nu tot Maart gehuurd en in dien
tijd zal hij trachten hier of elders eene villa
te koopen. Ik geloof zeker dat hij u goed zal
bevallen.
Het is niet waarschijnlijk dat ik in de
gelegenheid zal komen, kennis met hem te
maken, antwoordde Gertrude.
Reginald bezoekt nooit vrienden, zooals
gij weet.
De kleine Philis, die een gedeelte van het
gesprek tusschen haar moeder en haar neef
had opgevangen, riep nu plotseling uit:
Mr. March is een erge lieve man, ik heb
hem gisteren in het park ontmoet, Fido had
een doorn in zijn poot getrapt en die heeft
hij er nit getroken.
De graaf was namelijk zoo gierig dat hij
niet eens eene gouvernante voor zijn kind
had.
Gertrude moest haar dochtertje zelf on
derwijlen en haar bezig honden en wanneer
zij daarin verhinderd was, dan ging lady
Philis wel eens met haar min wandelen.
Lady Chatterly antwoordde haar dochter
tje op zacht hestraffenden toon:
Maar Phil, gij moogt geen vreemde men-Gij hebt heiden gekend, haatte mijn echt-
schen op den weg aanspreken, dat past niet. genoot zijn oudsten broeder?
Hé ma, hij was zoo aardig tegen mij, In het minst niet. Thorn en Donald gm-
vraag het maar eens aan Dora, hernam de gen zeer vriendschappelijk met elkandei om,
kleine met een pruilend lipje. Hij heeft geen maar ook Reginald stond met bci<ïen op goe-
kleine meisjes thuis, ik heb hem er naar ge- i den voet. Waarom vraagt ge dat
vraagd, en toen zeide hij „neen." Hij scheen j Ik heb wel eens verondersteld, dat mijn
zoo bedroefd, dat ik heusch medelijden met echtgenoot Philis haat, omdat zy zoo spre-
hem had. i kend op haar oom Thorn gelukt. Zelfs ik, die
Na een oogenblik stilzwijgen, voegde Philis i lord Torn nooit gezien heb, kan naar de poi-
er eigenwijs bij: tretten, die er van hem m het kasteel hangen.
Het is toch zonderling, dat Mr. March diezeer goed merken, dat Phil zijn levend even-
zooveel van kleine meisjes houdt, er geen
enkele heeft, terwijl papa, die er niet van
houdt, nu juist mij moet hebben.
Tranen welden in de oogen van lady Ger
trude op.
beeld moet wezen.
O, maar het is mogelijk dat Chatterly
haar haat, zeide Kenueth op beslisten tooU>
hij is alleen maar niet vriendelijk van aard,
tegen haar evenmin als tegen ieder ander,
Philis daarentegen scheen zich weinig om Maak u daar niet bezorgd over, nicht Gei
trude, maar nu moet ik afscheid van n
nemen.
Hij kuste de kleine Philis op heide wan-^
wooruen, was zu weer weggesneiu, urn rnw, gen, nam zijn hoed af voor lady Chatterly)
den grooten patrijshond, blaffend aan haar en sloeg een zijpad in dat hem regelrec
z(jde. 'naar Lane House voerde.
Gij moet u niet zoo verdrietig maken,
de liefdeloosheid van haar vader te bekom
meren.
Voordat haar moeder haar iets kon ant
woorden, was zij weer weggesneld, met Fido,
zeide Kenueth vriendelijk tegen de Gravin.
Misschien zijn zulke ervaringen in de kin
derjaren eene goede leerschool voor een rijke
IV.
Beatrix Charles viel op een stoel neer e»
erfgename en in zijn hart moet Reginald toch met de hand tegen haar brandend voorhoo^ j
trotsch op haar zijn, want Philis is het mooi-gedrukt, poogde zij haar gedachten te ver®
ste meisje, dat ik ooit gezien heb. I melen.
Eensklaps riep lady Chatterly met zekere
heftigheid uit:
Gij moet
Kenueth.
Wat dan?
mij eens wat zeggen, neef
(Wordt vervolgd)-