h jfobkousen. P. W. TWEEHUIJSEN, Barteljorissiraaf 27. Tel. 1770- Slobkousen» BINNENLAND. Amsterdamsche Bears. Opgegeven door De Spsarnebank RM u ioü7/1e 9oi/2 '^lie gen van verdreven Spaansche Joden). In Bulgarije waren er In 1805 ongeveer 37,600 Joden, van wie een 7000 te Sofia. In Grie kenland zijn zij ongeveer 6000 sterk, in Ser vië 5900 (van wie 3000 te Belgrado). De Joden op den Balkan zijn bijna allen zui- jrere Talmud-Joden. De Gregoriaansche (niet-geunieerde) Ar meniërs (patriarch tc Konstantinopel) vor men in Bulgarije. 0.3 pCt. (12,620) der be volking, in Roemenië 0.1 pCt. (6590) en in ■Europersch Turkije 0.2 pCt. (200.000.) Het Protestantisme - heeft in Roemenië ruim 18,000 aanhangers (0.3) pCt., in Bul garije 5600 (0.14 pCt.,) in Servië 900 0.03 pCt.) en in Montenegro slechts 10. De Roomsch-Katholieke kerk heeft op den Balkan ruim een half millioen aanhangers, cl. i.nauwelijks 2.5 pCt. van de bevolking van 23,000.000. Meer dan de helft was tot nog toe Turksch onderdaan en ongeveer 150,000 (2.5 pCt.) Roemeensch. In Monte negro tellen zij 12.500 (5 pCt.) in Grie kenland 34.700 (1. pCt.) in Bulgarije 29.700 (0.7 pCt. en in Servië 8400 0.3 pCt. Voor de Roomschen te Konstantinopel is er een patriarchaat, opgericht in 1204. De zetel van den patriarch is te Rome, te Konstan tinopel vertegenwoordigd door een patriarch -vicaris. Albanië is zendingsgebied. De bij na geheel Roomsche stam der Mirdieten telt er een 25.000 zielen. Voor de onder den a- postolischen delegaat te Konstantinopelstaan de Bulgaarsche Geünieerde Katholieken zijn in 1883 de twee apostolische vicariaten Ma cedonië en Thracië opgericht. Het patriar chaat van de sedert 1742 met Rome geüni eerde Armeniërs is sedert 1867 te Konstan tinopel gevestigd. Het artikel, dat nog verdere mededeelin- gen bevat aangaande de hiërarchie van de Roomschen op den Balkan, besluit als volgt: „De algeheel scheiding tusschen Rome en Konstantinopel is voltrokken onder paus Leo IX, die zich in het jaar 1504 verplicht zag den patriarch van Konstantinopel te excommuniceeren. Onderhandelingen op het concilie van Lyon in 1274 en onder paus Innocentius VI (13521362) vielen in dui gen. De op het concilie van Ferrara en Florence in het jaar 1439 voltrokken unie duurde zelfs geen halve eeuw. Nog paus Leo XIII deed in het jaar 1894 stappen tot toenadering, maar kreeg in Augustus 1895 een scherp afwijzend antwoord. Gelijk alle afzonderlijke kerken, die den samen hang met Rome hebben verloren, vervielen ook de verschillende landskerken van de (Balkanstaten min of meer tot caesareopapis- me (vorst-papisme). Reeds om deze reden zorgen daar de wereldlijke machthebbers voor den noodigen afstand tusschen Rome en hun autokefale (eigenhoofdige) landsker ken." Bulgaarsche politie te heihooren. Op zijn kof-genooten, die aangedrongen hebben op maat- fer stond echter weer Sigoff geschilderd. Hoe het zij, Sigoff of Sichvirki, men verwacht met ongeduld de vertaling van de in zijn be zit zijnde stukken, om met zekerheid de iden titeit van het geheimzinnige personage te kunnen vaststellen. 's Keizers ontbijt gestolen. Een typisch voorval heeft, volgens de Geld., in den hofburcht te Boedapest plaats gehad, toen dezer dagen de Keizer daar vertoefde. Keizer Frans Jozef is gewoon zeer vroeg zijn eerste ontbijt te nemen. Toen nu de hofkok, na 's avonds het vleesch voor het déjeuner klaar gemaakt en wegge sloten te hebben, den volgenden morgen het benoodigde wilde te voorschijn halen, waren de ham, een gebraden eend, rundvleesch enz. verdwenen. Aanstonds werden maatregelen genomen, teneinde den grijzen vorst op tijd zijn ochtendontbijt te kunnen voorzetten, maar tegelijkertijd ook werd de politie in den arm genomen, om den dief op te sporen. Zoo togen dan de in den hofburcht verblij vende detectives op onderzoek uit en al heel spoedig hadden ze uitgemaakt, dat 's morgens om vier uur een schoorsteenveger in de keu kengebouwen was geweest. Voetsporen we zen den weg aan, die de man genomen had en weldra trof men hem op een der kelder trappen, waar hij juist zijn gebraad wilde oppeuzelen. Een geheimzinnige geschiedenis. Men schrijft ons uit Brussel: Een in een rijke pelsjas gekleede heer ver voegde zich Woensdag bij een drukker. Hij drukte zich zeer slecht iu het Franseh uit, deelde alleen mede Bulgaar te zijn. Zoo goed als het mogelijk was, maakte hij den druk ker duidelijk wat hij van hem verlangde. Het betrof zeer eenvoudig het namaken vau de Eeliatkist-bons door de Bulgaarsche regeering uitgegeven om de oorlogskosten te bestrijden. Het uitgeven van deze bons zou zeer gemak kelijk kunnen geschieden, en de drukker die in toestemde ze uit te geven, zou er een aardig beetje aan kunnen verdienen. De drukker, de heer Hecht, die zijne ver wondering niet liet blijken, zeide niet hier voor ingericht te zijn en verwees zijn bezoe ker naar een anderen drukker in Laeken. propaganda zeer onduidelijk waren na het vertrek van het zonderling VRIJZINNIG-DEMOCRATISCH FAILLIET De vrijzinnig-democraten kunnen tegen 1913 hun matten wel oprollen, zoo schrijft de Maasbode. Men weet, dat de vrijzinnig-democraten hun gelieele systeem ontleend hebben aan de boeken van geavanceerde Duitsche socio logen, voor welke ongeloof en darwinisti sche evolutie-leer de leidende dogma's zijn. Met dit boekensysteem hebben zij in het Nederlandsche openbaar leven willen ope- reeren. En natuurlijk zonder zichtbare resul taten. Zoo'n exotisch en afgetrokken stelsel, waar van de staatsvergoding de kern vormt, kan nooit eene echte nationale partij bijeenhou den. Om nuttiglieidsredenen zullen ze daar om bij gelegenheid van de stembus van 1913 hun stelsel maar aan den kapstok hangen. Immers, zij gaan nu met hunne tegenvoe ters, de liberalen, opkomen voor de indivi- dueele vrijheid. Dit doet vreemd aan, want de heele vrij zinnig-democratische partij is juist ontstaan als eene reactie tegen het heerschende plat burgerlijk liberalisme van het eind der vo rige eeuw. Een verbroedering van twee zulke anti thetische partijen lijks ons even onmogelijk als bijvoorbeeld eene verbroedering van de christelijke coalitie met het paganisme. Deze tegenspraak is echter maar schijnt, zeggen de voormannen der vrijzinnig-demo cratie. De voorzitter van den Bond sprak zoo op den concentratievergadering en Dr. van Emden schreef zoo in het partij-weekblad: „Terwijl liet n.l. volkomen juist is, dat de vrijzinnig-democraten zich op dit oogenblik op het individualistische standpunt bevin den, is het even onjuist, dat zij vroeger an deren koers zouden hebben gevaren". Dergelijke uitspraak is zeer kras. Want als ze juist is, dan zijn de vrijzinnig-demo craten gedurende hun heele bestaan verkeerd begrepen. Maar aan dat verkeerd begrijpen hebben dan toch de vrijzinnig-democraten ook zelf schuld, doordat zij in hunne geschriften en Direct heerschap begaf de heer Hecht zich naar het commissariaat van politie, waar hij zijn avontuur vertelde. Hier telefoneerde men direct naar de politie te Laekm, maar toen deze bij drukker No. 2 kwam, had de Bul gaar, die per taxi direct daarheen was ge gaan, zijn bezoek reeds afgelegd; hij kon ech ter daar evenmin slagen. Hij zeide zeer veel haast te hebben, omdat hij zijn trein aan het Noorderstation moest halen. Hier gelukte het ook werkelijk de politie, die van den drukker het nummer van den auto had opgekregen, den Bulgaar te achter halen. Hij werd gearresteerd en naar het bu reau van politie overgebracht. Hier zeide de vreemdeling Sigoff te hee- ten, uit Sofia te komen en 45 jaar oud te zijn. Na fouilleering bevond men op hem een ge laden browning-revolver en verschillende papieren, waaronder versierd met de emble men van het Roode Kruis, stukken met het Russische wapen voorzien, etc. In Hotel Mé- fropole, waar de man zeide verblijf te hou den, vond men in een van zijn koffers een uniform met epauletten en vergulde knoo- pen. Toen veranderde de man van taktiek en verklaarde Sichvirki te heeten en tot de Want als we bijv. van denzelfden Dr. van Embden diens geschrift over „Darwinisme en democratie" nog eens inzien, dan spreekt daaruit een allesbehalve individualistische geest. Daar is de Staat de bron van recht en zedelijkheid en het doel van alle mensehelijk leven. En de boeken, waaruit het vrijzinnig-de mocratische stelsel getrokken is, gaan nog verder in hunne staatsvergoding. Om van hunne sociale politiek, die zeer staats-socialistisck is, nog niet eens te spre ken, willen die geleerden zelfs het huiselijk leven, ja zelfs de voortplanting van het men- scseljjk geslacht door den almacktigen Staat laten regelen. En eene dergelijke partij komt nu in koor met hare tegenvoeters, de liberalen, aan de Christelijke partijen verwijten, dat de Over heid wel wat te veel wil regelen en dat ze 'n beetje te bureaucratisch te werk gegaan is. Dergelijk verwijt uit dien mond vernomen, is wel kras, en meer dan brutaal tevens. Maar nu achteraf heet het, dat wij ver keerd hebben begrepen; dat men het nooit zoo bedoeld heeft. En dan wijst men op verschillende partij- regelen, welke niet neerkwamen op staats- verafgoding, doch die juist aan de indivi- dueele werkzaamheden vrije baan lieten. Laat het zijn, dat bij enkele praktische mannen de natuur sterker bleek dan de vrij zinnig-democratische leer; doch daarmee is het systeem nog niet gered. Want als er werkelijk geen anti-these is tusschen hen en de liberalen; als het eigen lijk op hetzelfde neerkomt, zooals ze nu zeg gen; welke reden was er dan indertijd voor de vrijzinnig-democraten om zich zoo luid ruchtig van de liberalen af te scheiden! De stembus van 1913 doet hier wonderen. Zij is de moeite wel waard, om de oude plunje zoolang aan den kapstok te hangen, teneinde met de vroegere tegenstanders be ter te kunnen samenwerken. Want wat hen van de liberalen scheidt, weegt als 't er op aan komt niet zoo zwaar, als wat hen aan de liberalen verbindt. Het geloof en den godsdienst buiten het openbaar leven! dat is de grondslag van het compromis. Wanneer men dat met die eenvoudige woor den gezegd had, dan waren alle diplomatieke zinswendingen uit het concentratie-manifest overbodig geweest. Maar op dien grondslag schijnt men, ge leerd door bittere ervaring, den strijd niet goed aan te durven. Men zal hem echter moeten strijden, gaarne of niet. DE NEDERL. CHRISTENEN ACHTER- GESTELD BIJ DE INDISCHE MOHAMMEDANEN. Bij de in de Tweede Kamer gehouden alge- meene beschouwingen is o.a. het woord ge voerd door den heer de Meester, den vroe- geren liberalen minister. Hij had het o.m. tegen „het drijven van het onderwijs voor de inlanders in confessioneel- christelijken zin". Ook de heer Vliegen, de sociaal-democraat, stak daartegen van wal. En beiden argumen teerden, dat het niet aanging de Mohamme danen te dwingen tot het volgen van chris telijk onderwijs, dat zij niet wenschen, maar wel mede moeten betalen. Daargelaten, zegt nu heel raak de N. Tilb. Crt., of de gegevens zoo moeten worden op gesteld bij het beoordeelen der Indische toe standen, is het eigenaardig vrijzinnigen in Nederland zoo bezig te hooren. Wat hebben de vrijzinnigen met hun school politiek in Nederland ooit anders gedaan en wat willen zij blijkens de onderwijs-frase in het concentratieprogram anders doen, dan de christenen mede laten betalen aan het on derwijs, dat dezen voor hun kinderen niet willen, en dat alleen voor de vrijzinnigen is geschikt? Dwang oefenden zij op die wijze uit, ge wetensdwang en bovendien hevelden zij een heerlijke bezigheid voor de liberalen het geld uit de zakken der christenen naar de zakken der vrijzinnigen, die immers voor htt onderwijs der hunnen uit eigen bezit geen cent veil hadden en ook niet behoefden te hebben. Het was dus zeer inconsequent dier vrij zinnige heeren zoo te spreken en het beroep op de inconsekwentie der chrislelijken had geen zin. En wat duidelijk bleek was de bekende waarheid, dat de vrijzinnigen vijanden van de christelijke levensbeschouwing zijn. Vlie gen zei immers ronduit: Mahomedanen en christenen zijn gelijkwaardige burgers. Wel ja! DR. KUIJPER OVER DEN POLITIEKEN TOESTAND. De „Maasbode" heeft een onderhoud ge had met Dr. Kuyper om het oordeel van den oud-minister te vernemen over den poli- tieken toestand. Wij laten hieronder eenige brokstukken volgen uit het artikel. Natuurlijk ging het over Ommen. Meer dan 't vrijzinnig concentratieprogram be- heerscht thans het conflict met de Christe- lijk-Historische bondgenooten den politieken toestand. Dr. Kuyper is over de kwestie al lesbehalve vriendelijk te spreken. Natuurlijk! Het had Dr. Kuyper gedeerd om den per soon van Mackay, dat hij het krasse entre- filetje had moeten doen verschijnen op den avond, dat de uitslag bekend zou worden, en dat geheel ten onrechte als de „ban vloek" over Mackay is gequalificeerd ge worden. „Het was Zondagavond en ik had juist gas ten," zeide Dr. Kuyper „maar ik ben toch naar boven gegaan om 't stukje te schrijven, om het nog bijtijds in „de Standaard" te heb ben; 't moest, 't kon niets anders". ,,'t Ging hier niet om den persoon van Ba ron Mackay, verklaarde Dr. Kuyper, 't ging ook niet om mijn eigen persoon, maar 't ging om het beginsel van de coalitie." De christelijk-historischen konden geen recht doen gelden op dezen zetel wegens hun getalsterkte, de eerste stemming heeft dat genoeg uitgewezen; maar als men van christelijk-historische zijde een systeem gaat volgen, op wat manier men, altoos met steun van liberalen en socialisten, den anti-revo lutionairen de meeste zetels kan afhandig maken, dan is 't met de goede trouw in het bondgenootschap gedaan. Dan ligt de coali tie feitelijk tegen den grond. Want men kan niet anders dan spreken van verraad aan het beginsel, als men met den gemeenschappelijken vijand gaat samenwerken om den eigen bondgenoot te bestrijden. Met de Roömsch-Katholieken hebben wij op dit punt nooit last gehad'. Met 'de christelijk-historischen dikwijls. Eerst in Ede, nu weer en op nog erger lijker wijze in Ommen. „En daarom", verklaarde Dr. Kuyper met nadruk, ,,'t kan zoo niet langer." En hiermede kwam hij tot een uiteenzet ting van den stand der christelijk-histori sche partij'. Eerst hébben we de Lohmanianen of de vrij anti-revolutionairen, de menschen, die zich van de anti-revolutionaire partij hebben afgescheiden; een niet groote groep, maar een, die ten minste nog een politiek wezen had. Toen hebben zich daarbij aangesloten de volgelingen van Dr. de Visser, oorspron kelijk Bronsveldianen, die zich echter van Bronsveld hebben afgescheiden. De partij; was ook zoo. nog niet bijzonder groot. Maar toen zijn daarbij gekomen de zooge naamde Friesch Christelijk-historischen, die als partij een uitsluitend kerkelijk karakter droegen; en nu nog pas de Nationaal-his- torischen, die uitsluitend het oude conser vatisme nabij stonden. Tot heden zelfs gist er onder hen nog niets, Waaruit bij mogelijkheid een gemeen schappelijk politiek bedoelen zou zijn op te maken. De groote fout van de christelijk-histori sche fracties is, dat zij geen positieve ge meenschappelijke idee hebben, die deze ver schillende groepen samenbindt. Dr. Kuyper meende, dat er een nieuw over leg moest gepleegd worden. Wilde ieder der drie verbonden coalitiepartijen weder geheel op zich zelf gaan staan, Dr. Kuyper zag daar geen bezwaar in. Wilden de Katholieken met hem samengaan, 't zou hem aangenaam zijn. Maai- aan het beginsel mocht niet worden ge tornd. Want juist dat vasthouden aan het beginsel had de anti-revolutionaire partij sterk ge maakt. Hij had er nooit van gehouden om zijn menschen aangelengden wijn voor te zetten. Wilde men voor de toekomst de coalitie bestendigen, dan moest men komen tot een vast accoord. Tot dusver had men steeds gewerkt in wederzijdsch goedvertrou- wen, maar de jongste gebeurtenissen hadden bewezen, dat de coalitie op den bestaanden voet niet meer kon worden voortgezet. Er moet een garantie gesteld worden, dat deze gebeurtenissen zich in de toekomst niet meer herhalen. De intervieuwer van de „Msb." merkte ver der op, dat Dr. Kuyper niet altijd een even beminnelijke bejegening van zijn politieke tegenstanders mocht ondervinden. Hij wist 't, antwoordde hij droog, ze ver droegen hem kwalijk, maar hij kon 't begrij pen, hij kon 't zich indenken. Maar hij was ook de man geweest die 't den liberalen geleverd heeft, die hen uit de machtspositie heeft verdreven, waardoor zij een halve eeuw lang het ongestoorde genot hebben ge had, hun zonen, neven en kleinkinderen in lucratieve posten en betrekkingen te zetten. En smakelijk, zonder eenigen wrevel, ver telde Dr. Kuyper er bij, hoe hij Borgesius toch op zijn jongste jubileum een persoon lijke felicitatie had gestuurd, trouwens 't heeft ook in de bladen gestaan; hij zelf had ook dit jaar nog al feesten gevierd, het veertig-jarig hoofdredacteurschap van „de Standaard", zijn 60-jarig doctoraat, zijn drie- kwart-eeuwsch levens bestaan, maar hij had ook niet van één dier liberale heeren zelfs ook maar een kaartje mogen ontvangen. Over de obstructie in de Kamer, zeide Dr. Kuyper „Als de onzen maar beter voet bij stuk hielden, dan zou obstructie niets baten. Men raakt toch eenmaal uitgeput, 't begint hen zelve te vervelen. Goed, als wij een oppositie hadden zooals in de Oostenrijksche Kamer, een driehon derd man; dan kan men zoo'n obstructie een heele poos volhouden, maar bij ons zijn daar voor het land en de Kamer te klein.... Maar nu had men alweer niet één lijn getrokken en 't gevolg is dat de oppositie, die nu afgemat was, bij de weer-opneming van de Invaliditeitswet weer geheel op krachten, de obstructie wederom frisch kon inzetten." Vorige koers. 21 November. L. 3 pCt. Cert. Ned. W. S. 2i/j pCt. Gert. j, j, 5 pCt. Tabakst. Buig. 4 Oblig. Kronenrenle. 5 pCt. AprilOcloberrente 4 y, Jan.—Jultrente. 4(4' ,v Rusland 190Ö O/» Iwangor Dombrowo It it h it s, Grooie Russ.sp. 1898 Nicolai Sp. j, Rusland 1880 j, ZuBd-Wesl Rusland Hope f, Rusland 1894 6e Em. v, Rusland Binnenl. 5 pCt. Imp. Iv^n Japan 5 pCL Binnf Mexieo. 5 Goudl. m p. St 5 pCL Funding Brazilië, 5 i, Bali ia in p. St, 5i Para 1902 5 K 11 io de Janeiro (F. D 5 Sfio Paulo 1008 5 pCL Dominica 4 Amsterdam 1904 4 pCL Algem. li.U.K., 4 haarL H.B.K. 5 pCt. RoMerd. Can. H. B 6 gCt. Argent H.B.L. a dito Gedula K. 4Va Ung. Land C.Sp. 4y2<>/o Hong H.B. Comm. 01)1. Aand. Amalgamated Copper I, Am. Car en bounJi i, Am. Hide en Lealkè United Cigar M. Cy. Unued i>Uues Steel CulL Mij. Vorslenl, hand. MaaLsch, Ketahoen gew. KeLahoen pref. Aand. Redjang Denong. Sinkep Tin Mij. Greal Cobar Aand. Ceconaoi. Pelrol. Intern. Rum.-Petrol. Koninklijke pelr, Aand. Amslerd. Rubber. Deli-Batavia Neder L Oost-Java Rubber. K. Ned. Sloomb. Mij Ned. Am er. St. Mij. Comm. Marine Pref. id, •U/2 pCt. obi. Marine Aand. Amsterdam Delii Amsl. Laugkat. gev\ I, Arendsburg labak. Medan Tab. Mij. Ass. Merchants le pre. Pref. Peruv, Corp. Aand. iioit. Spoor Aand. Staatsspoor 4i/j pCU Ubt. Undergroum. 41/2 pCt. Mosk. Kieuw „Wor. 4ya AViadikawkas. Comm. Atchison. Top.. 4 pCU Alg. liyp. lopeka 4 Conv. Bd. idem. 5«/o Cuba liailr. Cy. le Hyp. Common Denver Common Erie 4 pCU general Erie Common Kansas C. South. Pret. Kansas C. South. Common Missouri K. X. 4 pCt, lfi hyp. idem, 41/2 pCUNat. Railw 01 Mexu Common New A 01k Ontan Common Noriolk Common Rock Island Common South Paciiic 4 pCt. Convert idem 4 le Ret. Hyp. idem Comm. Southern Railw, Common Union Paciiic 4 pCU goud O-bl. idem 4 Convert Obi. idem Common .Wabash Sh.. Canadian Pacif. 41/2 pCL Bra/ it Railw, 5 pCt. ïucatan. 41/2 pCt. Soracabana ai/jgCL Antwerpen 1887. 2 pCt. Antwerpen 1903 Turkije 1870. Aand. Batavia Eleelr, Madocra St.m. Pref v Prolon'—G' tie 101 loci, -2 79 791» 66is/lf 66% 95i/o 95i/2 87 89 84i/o 853/, 943/; 951/4 941/2 857/* 921/, 86 86 831/2 871/2 857 86 921/a 923921/, 461 46% 461/2 1031/, 963/, 96 961 100 1ÜG1 1003/4 IOD/i lOU1/, 91 «öl/2 101 953/s 907 8 9bi/2 12 86 691/0 28' Ik 5di./lf (43/4 1513/g 1761/g 641/2 483/4 236 274'/4 Ö8J/4 .441/2 1481/2 54 i 225 1/91/2 801/., 13/3/4 130 1903/4 61/16 203/16 2t« 66I bbl/i 669 288 z8dl/2 669 2521/4 2521/2 102 08^/4 6*F/g 877/g 95 101 8t3/,e 091/4 28e/16 OO 743/4 157i/s 1761/4 331,2 48 2351/0 270 90 2*7 l5o 5441/2 2'za 130 811/, 130 190 63/,6 20rf s 921/, 100'/j 867\xr 283/4 53u/lf 751/;, 911/, '49 151 5471'2 280 823,4 lHOi/o 95 96 bi/4 9t)l o 1083/4 108"/4 9*1/4 971,2 Röl/2 -0i7/s ^O/l/g 22'/g 223/4 84l/g 341/j6 763/g 77 2/13/u 27'/, 62 62 283/g 281 94Vu 94'/je ur; 1 201/., 66i,2 288 2541/4 23 a48/ie 78 621/4 283/4 y. 871/4 343/4 341/2 llo 2b5/10 26-/le uo-7, 1111/g 98d/i6 aai3 lft 934/ic 931/4 291 g 29-/g i71-3/1,1721/2 99' In lollig 1027/ie 43/4 46/g 262 911/2 9b«/8 95 68 881/, 804/4 70'/2 46 83 83 96®/ie 958/g 4 368/4' 261/js 41%' 88S/8' SCHIEDAM, 21 Nov. Moutwijn f 14.50, Je never f 18.50, Commissie f 13.75. Stemming willig. Spoeling f 2, Graanspiritus f 23.50 —24, Melasse f 19.25—19.50, Ruwe Spiritus f 11.. in Engeland aangeboden en wanneer gij er niet tegenop ziet, Maud naar Nortshire te laten gaan, dan hunnen wij toch nog geluk kig worden. Maar gij hebt toch altijd gezegd, dal gij niemand kendet, die aan zulk een plaats zou kunnen helpen, zeide Paul. Ja, dat dacht ik ook, maar mijn oude vriend Kenueth Ford is uit Indië terugge keerd en heeft mij hij zijn neef, lord Chatter- ly aanbevolen en de Graaf schrijft mij, dat hij een plaats voor mij open heeft als onder wijzer in een gemeente, waarover hij het pa tronaat heeft. De jaarwedde bedraagt hon derd pond en de Graaf zegt, dat het een zeer aangename betrekking is. Mijn beste Jim, ik wenseh u van harte geluk, zeide mrs. Verity, terwijl zij hem de band drukte. Paul daarentegen zeide nog niets, maar toen de nieuwbenoemde heenging, brachf hij Jiem naar het station en onderweg- sprak hij: Gij moet niet denken, Jim, dat ik uw vreugde wil bederven, maar ik moet u toeh ergens voor waarschuwen. Lord Chatterly staat bekend als een hoogst onaangenaam en heerschzuchtig man en wanneer die plaats u Sn eenig opzicht van hem afhankelijk maakt, neem ze dan liever niet aan. Ik heb een brief van Kenueth Ford ont vangen, tegelijk met dien van den Graaf, en ik geloof dat mijn vriend deze bedenking had voorzien, antwoordde Jim Cartwright, ten minste hij verzekerde mij uitdrukkelijk, dat de Graaf zich nooit in mijne zaken mengt en dat ik liet zeer goed met hem zal kunnen vin den als ik maar nooit voor het een of andere doel een beroep op zijn kas doe, want zijn ergste fout is, dat hij zeer gierig is. De brief die lord Cliatterly aan zijn neef geschreven had, was een duidelijk bewijs voor zijn schraapzucht. De Graaf schreef aan Kenueth, dat hij de plaats wel aan diens be schermeling zou willen geven, maar dat hij haar reeds aan een ander had beloofd. Even wel wanneer het Kenueth Ford honderd pond waard was, dan zou hij toch diens bescher meling willen aanstellen en den teleurgestel- den candidaat dat bedrag als schadeloosstel ling toezenden. Kenueth Ford begreep zeer goed, dat die teleurgestelde candidaat alleen in de verbeel ding van lord Chatterly bestond, die op eene dergelijke wijze zichzelf met honderd pond verrijken wilde, maar toch zond hij zijn neef met de eerstvolgende post een aangeteeken- den brief met een wissel van honderd pond. In den namiddag van denzelfden dag ont moette hij de Gravin en deelde haar mede, dat Reginald aan zijn verzoek had voldaan, maar van de honderd pond sprak hij geen woord. Zij wandelden een eindweg met elkaar en de kleine Philis huppelde voor hen nit. Ik ben zooeven op Copsleigh geweest, zeide Kenueth, mr. Hurst vertelde mij, dat hij een buitengewoon vrijgevigen huurder heeft gevonden en verzocht mij, mr. March, zoo heet hij, zoo voorkomend mogelijk te han delen. En gij hebt den nieuwen bewoner al ge zien? vroeg Gertrude. Ja, ik heb een vol uur met hem in den tuin van Copsleigh gewandeld. Hij is de on derhoudendste man, dien ik ooit ontmoet heb, heeft de halve wereld doorgereisd en is niet temin zoo eenvoudig en bescheiden als een knaap. Morgen komt hij bij ons dineeren. Is hij gehuwd? Neen, mr. Hurst gelooft, dat hij weduw naar is, maar hij komt mij meer als een man voor, die zich nooit den tijd gegund heeft, om aan een huwelijk te denken. Hij heeft Cops- leigh van nu tot Maart gehuurd en in dien tijd zal hij trachten hier of elders eene villa te koopen. Ik geloof zeker dat hij u goed zal bevallen. Het is niet waarschijnlijk dat ik in de gelegenheid zal komen, kennis met hem te maken, antwoordde Gertrude. Reginald bezoekt nooit vrienden, zooals gij weet. De kleine Philis, die een gedeelte van het gesprek tusschen haar moeder en haar neef had opgevangen, riep nu plotseling uit: Mr. March is een erge lieve man, ik heb hem gisteren in het park ontmoet, Fido had een doorn in zijn poot getrapt en die heeft hij er nit getroken. De graaf was namelijk zoo gierig dat hij niet eens eene gouvernante voor zijn kind had. Gertrude moest haar dochtertje zelf on derwijlen en haar bezig honden en wanneer zij daarin verhinderd was, dan ging lady Philis wel eens met haar min wandelen. Lady Chatterly antwoordde haar dochter tje op zacht hestraffenden toon: Maar Phil, gij moogt geen vreemde men-Gij hebt heiden gekend, haatte mijn echt- schen op den weg aanspreken, dat past niet. genoot zijn oudsten broeder? Hé ma, hij was zoo aardig tegen mij, In het minst niet. Thorn en Donald gm- vraag het maar eens aan Dora, hernam de gen zeer vriendschappelijk met elkandei om, kleine met een pruilend lipje. Hij heeft geen maar ook Reginald stond met bci<ïen op goe- kleine meisjes thuis, ik heb hem er naar ge- i den voet. Waarom vraagt ge dat vraagd, en toen zeide hij „neen." Hij scheen j Ik heb wel eens verondersteld, dat mijn zoo bedroefd, dat ik heusch medelijden met echtgenoot Philis haat, omdat zy zoo spre- hem had. i kend op haar oom Thorn gelukt. Zelfs ik, die Na een oogenblik stilzwijgen, voegde Philis i lord Torn nooit gezien heb, kan naar de poi- er eigenwijs bij: tretten, die er van hem m het kasteel hangen. Het is toch zonderling, dat Mr. March diezeer goed merken, dat Phil zijn levend even- zooveel van kleine meisjes houdt, er geen enkele heeft, terwijl papa, die er niet van houdt, nu juist mij moet hebben. Tranen welden in de oogen van lady Ger trude op. beeld moet wezen. O, maar het is mogelijk dat Chatterly haar haat, zeide Kenueth op beslisten tooU> hij is alleen maar niet vriendelijk van aard, tegen haar evenmin als tegen ieder ander, Philis daarentegen scheen zich weinig om Maak u daar niet bezorgd over, nicht Gei trude, maar nu moet ik afscheid van n nemen. Hij kuste de kleine Philis op heide wan-^ wooruen, was zu weer weggesneiu, urn rnw, gen, nam zijn hoed af voor lady Chatterly) den grooten patrijshond, blaffend aan haar en sloeg een zijpad in dat hem regelrec z(jde. 'naar Lane House voerde. Gij moet u niet zoo verdrietig maken, de liefdeloosheid van haar vader te bekom meren. Voordat haar moeder haar iets kon ant woorden, was zij weer weggesneld, met Fido, zeide Kenueth vriendelijk tegen de Gravin. Misschien zijn zulke ervaringen in de kin derjaren eene goede leerschool voor een rijke IV. Beatrix Charles viel op een stoel neer e» erfgename en in zijn hart moet Reginald toch met de hand tegen haar brandend voorhoo^ j trotsch op haar zijn, want Philis is het mooi-gedrukt, poogde zij haar gedachten te ver® ste meisje, dat ik ooit gezien heb. I melen. Eensklaps riep lady Chatterly met zekere heftigheid uit: Gij moet Kenueth. Wat dan? mij eens wat zeggen, neef (Wordt vervolgd)-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 6