VIERDE BLAD i J.H.W. 1013. SOLIST ■BS JOBÏW Goedicoo^sfe gfdres voor» tCarpetfen, Tafelkleeden, ens. is P. J. JANSSEN, Apiegantg hoelTWarmoesstraat. KONINGSTRAAT. van Dames- en Heeren- g j en Kinderkleding. gf BUITENLAND. De oorlog op den Balkan. -^fx' /v v fl Verschijnt iedere 14 dagen en is overal gratis verkrijgbaar voor iederen kooper van SOLO Margarine a 45 ct. per pond. laar Boreie©, ZHTEHÏ1AG 30 NOVEMBER «312 Grootst® en meeat s; lüesorteerde magazijnen Steeds het nieuwste. jj|j Beslist lage prijzen GRATI5 Kinder Tijdschrift NIEUWE S5K33 (Ingezonden.) <£oo*l» men weet, hebben de vergaderingen »r drie verbonden linksche partijen Zaterdag November plaats gehad. De leiders, de chefs ®r verschillende partijen hebben ieder af- °oderlijk toen zoo aanlokkelijk het conceu- fatieprogram voorgesteld, uitgelegd en verde lgd dat dit, behoudens eene enkele uitzonde- 'Qg, jn«t algemeene stemmen is aangenomen. Dez« uitzondering was de heer van Karne- 'eek, de oud-liberale afgevaardigde van breekt I, die daardoor ten zeerste blijk gaf '«n zelfatandig standpunt in te nemen en zich ''et t« willen leenen om mee te werken aan let idiote plan dat men heelt, om do kiezers op >'foot» achaal te bedriegen. Met kracht heeft hij zijn stem tegen de con- '-n tra tie der drie linksche partijen verheven hij stelde met recht de vraag of, wanneer '^t program werd aanvaard, de oud-liberale i'Srtij nog wel reden van bestaan zou hebben, ^'j betwijfelde dit waar de Bond van Oud- liberalen indertijd werd opgericht om die libe rie kiezers te vereenigen, die met de politiek ^r Unie-liberalen en Vrijzinnig-democraten aiet konden overeenstemmen. Men verzamelde ■•tdui de eenlingen, die zich als vreemdelingen '1sseb«n de verse.hillende partijen bevonden cn h>ork wam daardoor dat zij zich bij Hechts aan- Iöteu. En om nu te vergen dat zij tooh de politiek der twee andere linksche partijen, die '■ij verderfelijk voor het land achten, moeten hdgen, gaat toch zeker wel wat al te ver. Dat d« scherpe toon en de afkeurende cri- in het concentratieprogram tegen de Re dering voor den heer van Karnebeek goeu ^letsel zou zijn, alhoewel hij overtuigd is dat I't toch zeer sterk overdreven is, wil hij graag ®fkenn«n, maar er zijn drie cardinale punten 'O hat program waar de spreker zich toch in 8«en geval mee kan vereenigen. Als eerste punt, waartegen hij zich mordicus verzett«, noemde de heer van Karnebeek den kiesrechteisch. Hij wilde zich niet verzetten 'egen uitbreiding van het kiesrecht, maar, als °Hvermijdelijk daarmee samen doen gaan een Mtbiciding van do macht der eerste Kamer. Mit m altijd een eisch der oud-liberale partij Seweest en dezen eisch te laten vallen, was *jjos inziens ten zeerste verantwoordelijk. An dat dit gebeurd is geeft ten duidelijkste het eonc.ntratieprogram aan. Immers, wij lezen daar, voorzoover er over kiesrecht gesproken wordt: „Algemeen kiesrecht voor mannen moet worden ingevoerd zonder dat aan die her vorming als voorwaarde wordt verbonden h*t nemen van maatregelen tot verzwak king van den volksinvloed." Hier zegt men het onomwonden dat men het algemeen kiesrecht in wil voeren zonder z.g. Correctieven. Door de invoering van dit kies- deht wordt ten eenenmale de waarborg, dat een» klasse de andere niet overheerscht, *«ggev*agd. En bet is volkomen juist dat als- d» groote menigte, de zoogenaamde klasse der proletariërs, gaat overheerschen. Tevens zouden wij daardoor krijgen een kiesrecht, veel uitgebreider dan het in een enkel land bestaat. De heer van Karnebeek beeft zich hiertegen met hand en tand verzet, maar zijn verzet heeft hem niet mogen baten. Hij heeft zijne partij genooten van hunne zwenking niet kunnen overtuigen en bet eenigste resultaat van de ge voerde oppositie is dat de heer van Karnebeek van het politieke terrein gaat verdwijnen. Dat met hem een nobele figuur, die zich niet door partijpolitiek liet leiden en die altijd rond voor zijne meening durfde uit te komen, waardoor bij dan ook dikwijls aan de zijde der Eegeering stond, uit de Tweede Kamer gaat verdwijnen zal ieder gaarne toegeven, die een royale hou ding en hooge staatsmanswijsheid op prijs weet te stellen. De oud-liberale partij is echter door dit voor val voor goed geblameerd. Zij heeft hare zelf standigheid prijs gegeven en is gezwicht voor de slimmigheidjes van den politieken slimme- ling. Zij kan hare houding ook nimmer goed praten omdat zij een essentiëel punt van haar partijformatie heeft verloochend. Want altijd heeft zij zich verzet tegen uitbreiding van het kiesrecht en zoo er niet aan te ontkomen was, wilde zij er in toestemmen, mits de macht der Eerste Kamer werd uitgebreid. Dezen laatsten eisch heeft zij nu laten vallen om mee te kun nen werken met de Unie-liberalen en Vrijzin nig-democraten. Daardoor heeft zij gebukt voor de eischen van deze twee partijen en zijn de oud-liberalon niet anders dan marionetten ge worden. Den strijd togen de Christelijke Re geering, een einde te maken aan de macht der coalitie hebben zij hooger gesteld dan hun eigen zelfstandigheid. Zij hebben genoegen genomen met de uitlegging, die de heer Goeman Bor- gesius, de politieke slimmeling, van de kies recht-paragraaf in het coneentratieprogram gegeven heeft. Deze heeft daaromtrent op de algemeene vergadering van de Liberale Unie 't volgende gezegd: „Iemand, die wel voor algemeen kies recht is maar alleen op voorwaarde dat de positie der Eerste Kamer worde versterkt, kan geen lid der concentratie zijn. Maar iemand, die voor algemeen kiesrecht is en die ook de positie der Eerste Kamer wil versterken, die kan wel lid der concentratie zijn, mits hij dit laatste niet stelt als voor waarde voor het eerste en mits hij daar door niet de bedoeling beeft den volksin vloed te verzwakken." Ziehier nu weer een bewijs van de slimmig heid van den politieken slimmeling. Iemand, die geen slimmeling is en vooral geen politieke slimmeling, die dus ook geen slimmigheidjes kan debuteeren, zou zeggen: men heeft voor standers van algemeen kiesrecht zonder correc tieven en men heeft voorstanders van algemeen kiesrecht met correctieven. Hoe kunnen deze twee, die lijnrecht tegenover elkander staan, dan samengaan? Het antwoord hierop word op do vergadering der Oud-liberalen gegeven door Mr. Tydeman. Deze verklaarde dat do strijd vooral ging tegen Rome en tegen alles wat met Home samen gaat. Verscherping der antithése dus? Hiervoor wor den dan de beginselen opzij gezet en een com promis gesloten om den geloofstrijd te doen ont branden. Daarvoor wordt dan aangeheven de leuze: „voor of tegen den Christus". Nu dus van Links de kiesrechtleuze voorop gesteld wordt, moeten wij de kiezers waarschu wen voor een gevaar dat hen dreigt. Dit ge vaar bestaat wel hierin dat de sociale wetge ving dan geheel op den achtergrond zal gera ken. Dit erkent men dan ook aan de Linker zijde. Zoo schrijft o. a. Mr. E. Fokker in het vrijzinnig-democratisch weekblad ,.do Wereld" een artikeltje waarin hij zijn vreugde uitspreekt over het vooropstellen van do grondwetsherzie ning, noodig om over te kunnen gaan tot uit breiding van het kiesrecht, maar waarin hij tevens ronduit erkent dat dan pas de sociale wetgeving aan de orde mag komen. „Nu ook van vrij-liberale zijde de wen- schelijkheid is betoogd, dat grondwetsher ziening voorop ga en zoo spoedig mogelijk worde behandeld, begroet ik daarin tot mijn groot genoegen een voorteeken dat mijn opvatting ook van vrij-liberale zijde zal worden gedeeld. Een vrijzinnig kabinet, dat zender te talmen allereerst 0113 land grondwetsherziening op deze punten zal hebben gebracht, zal daardoor zijn positie niet weinig versterkt zien als het, inmid dels zijn plannon op het gebied der sociale verzekering uitgewerkt hebbende, deze ach tereenvolgens of tegelijk bij de Staten-Ge- n era al indient. Van ganscher harte wenschende, dat het voorstel der drie hoofdbesturen zal worden aangenomen, wil ik toch als mijn zeer be scheiden meening daarbij te kennen geven, dat bij eventueele linksche meerderheid her ziening van de grondwet overeenkomstig 't concentratieprogram op den voorgrond ge steld moet worden." Nu wete men dat inmiddels het voorstel der drie hoofdbesturen door de drie partijen is aan genomen en men kan dus verwachten dat er in den geest, zooals hierboven ia aangegeven, zal gehandeld warden. De kiesrechteisch en in ver band daarmede de grondwetsherziening zal dus het hoofdpunt zijn. van het regeeringspxogram van eene eventueele linksche meerderheid. Nu vergeet men echter drie belangrijke punten bij het stellen van dezen eisch. En dat is dat lo. de linksche ooncentratie het in 't geheel niet eens is over de herziening en met name om trent het kiesrecht de eene groep veel meer wenseht dan de andere; 2o_.dat voor een grond wetsherziening Kamerontbinding en meerderhe den van twee derden der stemmen vereischt wordt; 3o. dat, hoe de verkiezingen ook mogen uitvallen, geen meerderheid der Linkerzijde mo gelijk is, zonder de hulp der Bociaid-demooraten. Wanneer men den politieken toestand in dit licht beschouwt, dan begrijpt mon ook gemakke lijk, hoe slecht de kansen zijn bij zulk een grond wetsherziening. En dat daardoor dan de kansen der sociale wetgeving in het gedrang geraken, voelt ook iedereen. Daarom zal liet goed zijn dat men zich d»or den kiesrechteisch der Vrij zinnigen, die noodzakelijk grondwetsherziening meebrengt, niet van de wijs laat brengen en men eenvoudig dit Ministerie blijve steunen, op dat de sociale wetten in veilige haven worden gebracht. En als het dan eenmaal zoover is zal ook deze Eegeering de grondwetsherziening ter hand nemen en aan de kiesrechtkwestie oen be vredigende oplossing geven. Men moet bet- goede niet wegwerpen voor men het betere heeft, want altijd blijft toch waar het oude spreekwoord: „Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht" Oostenrijk en Kocmenië. De correspondent van de Matin te Belgra do, Jules Hedemau, schrijft, naar de Tel. meldt, aan zijn blad eeu en ander over de huidige situatie van Oostenrijk, in verband met de houding van Roemenië, dat thans volgens hem geneigd zou zijn om zich bij den Balkanboud, waarvan het vroeger zoo afkeerig was, aan te sluiten, ten einde langs dezen weg Oosten rij k- Hongarije te dwingen afstand te doen van Zevenburgen. Na er op gewezen te hebben, dat de diplo matieke situatie van Oostenrijk op 'toogen- blik zeer ongunstig is, gaat Hedemau aldus voort: „Roemenië, dat, op aanraden van Oosten rijk, van af bet uitbreken van den Balkan oorlog een strikt neutrale houding in acht genomen heeft, in de verwachting, dat Tur kije zich gemakkelijk ziju vijanden van het lijf zou weten te houden, schijnt thans wel eenigszius spijt te hebben van ziju onzijdig heid. Tal van stemmen beginnen zich te verhef fen tegen de Oostourijksch-Roemeeiische en tente; zij vragen een entente met de Balkan- staten en werisehen een gebiedsuitbreiding, niet in Zuidelijke richting, naar Silistrië en de Dubroudja, liet grondgebied der Bulga ren, maar in Noordwestelijke lichting; Ze venburgen, waar niet minder dan 2 millioen Roemeniërs wonen, moet bij Roemenië ge voegd worden. De toekomst zal moeten loeren, of deze neiging van voorbijgaamlen aard is en niet tot daden voeren zal; maar liet is zeker, dat zij zoowel van Servische ais van Bulgaar- scke zijde aangemoedigd wordt en dat Wee- nen verplicht is er rekening mede te houden. Tussclien Bulgarije en Roemenië bestaat geen enkele overeenkomst. Tot heden von den nog slechts voorloopige besprekingen plaats. Tijdens het bezoek van Banet'f aan Weenen heeft graaf Berclitold Oostenrijk's ■y.i+cxs goede diensten aangeboden om de rol van bemiddelaar tusscheri Roemenië en Servië te spelen. Maar deze goede diensten zijn niet geaccepteerd. De diplomatieke situatie van Oostenrijk is slecht; dit getuigen tal van feiten. Daar is in de eerste plaats de groote tegenstelling tusschen Servië en de dubbel-monarckie, in verband met de havenkwestie aan de Adria- lische Zee. In de tweede plaats de broeder lijke gevoelens, die de zes millioen Servo- Kroatiscke onderdanen van Oostenrijk voor de Serviërs in Servië koesteren. Ten derde do vijandige gezindheid, die in Rusland, ten opzichte van Oostenrijk aan den dag treedt. Ten vierde de sympathie van Italië voor de Balkanstate.il en ten slotte de weerzin van de publieke opinie in Dnitscbland om Oosten rijk te steunen in zijn al te krachtige poli tiek tegenover de Slaven. Is bet in deze omstandigheden to verwon deren dat de Slaven van Rusland. Oostenrijk en den Balkan verklaren, dat 'toogenblik te gunstig is om bet ongebruikt voorbij te laten gaan? Dat Servië de zes millioen in Oostenrijk woonachtige Servo-Kroaten tot zich zoekt te trekken; dat Roemenië morgen de 3 millioen Slaven van Zevenburgen bij zijn onderdanen voegt; dat de 7 millioen Tsjechen van Oostenrijk straks hun autono mie zullen eischen en dat de vier millioen Duitsehers, die in Oostenrijk wor.cn, zich hij Dnitscbland zullen aansluiten? Is bet te verwonderen, dat onder deze om standigheden de verbonden Balkanstateu zeggen: „Wij zullen niets aan Oostenrijk af staan?" Is het niet ongehoord te denken, dat de stoutmoedige mannen van de Balkansta teu, die tegenwoordig een politiek van lan gen adem voeren; het begin van de Oosten- rijksehe kwestie voorzien? Welke dwaasheid! zal men zeggen. Maar hef is evenwel deze zelfde politiek die de Bulgaren zal doen zeggen, als het oogeublik van scheiding van Turkije daar zal zijn: Wij moeten een groot stuk hebben, wij, Bulga ren en Grieken, want wij zullen later niets meer krijgen, maar gij, Serviërs en Roeme nen, naburen van Oostenrijk-Hongarije, gij zult zeker een stuk van dit rijk hebben; bet uur zal komen, waarop gij er uw deel van zult nemen. En ik geloof, wat Servië betreft, dat dit ar gument niet alleen als acceptabel, maar zelfs als logisch zal ontvangen worden". Een morkwaardigo bijeenkomst. Hoewel de tijden, door den Balkanoorlog het gevaar van een storing van den Euro- peeschen vrede, zeer ernstig moeten heeten, en veel aandacht daarvoor wordt gevraagd, zijn er toch ook gelukkige gebeurtenissen van geheel vredelievenden aard en die ze ker ook de belangstelling overwaardig zijn. Zoo is Zondag te Parijs de jaariijksche vergadering gehouden vande te Lourdes wonderbaarlijk genezenen. Ieder jaar komen daar een aantal perso nen bijeen die te Loutdes genezing vonden van hunne ongeneeslijke ziekten en onder leiding van kerkelijke en geneeskundige au toriteiten brengen zij een treffende hulde aan de Heilige Maagd van Lourdes, door wier tusschenkomst zij van God zulk een groote gunst verwierven. De liberale pers zvrijgt natuurlijk over zulk een feit en bewijst daardoor dat zij van do waarheid bang is. Parijs immers is de wereld niet uit. In enkele uren spoort men er heen. De zaal van het Theatre Chrétien op de kade de Passy is gemakkelijk te vinden en de namen der personen, die er de Lourdes-betooging hielden, zijn die van levende mensclien, die men als men wil elk oogenblik bereiken kan De waarheid van wat er beweerd en ge daan wordt is dus zeer gemakkelijk te toet sen. Verleden Zondag nu waren daar in dat „Théatre Chrétien" velen aanwezig, Voorzit ter was Mgr. Schoepfer, de bisschop van Tarbes, het mooie stadje uit de Pyreneën, dat men in de verte zien kan wanneer men te Lourdes den Pic du Jer beklimt, dien donkeren berg, waarop 's avonds het elec- trisch kruis zoo fantastisch straalt in de hooge zwarte lucht. Dr. Boissarie, de beroemde geneesheer te Lourdes, voorzitter van het medisch bureau van consultatie, gaf een uiteenzetting van de wetenschappelijke beweging te Lourdes sinds de laatste twintig jaren. Daarna beklommen liet podium de zieken, die dit jaar genezen werden te Lourdes. Alice Verte, oud-ziekenverpleegster te Rijssel, die leed aau tuberculeuse peritonitis en welke ongeneeslijk was verklaard! Zij werd te Lourdes volkomen genezen in de maand Augustus van dit jaar. Doctor David, die haar was gevolgd, naar „het I)» groote dag was aangebroken. Ons aard- blekj» keerde zich naar de zon, die het ter stond met bare heerlijke iicri'ststralen be groette. De dagvorstin toonde zich koningin, ul«of zij dien grooten blijden dag zonueblij- vriendelijkheid wilde schenken. Indrukwekkend die laatste H. Mis opge dragen in de prachtkerk van 't Allerheiligst Mart Mijn familie en ik zelf daar gesterkt Jhet hat Brood, dat kracht en sterkte schenkt onze levensdagen, wanneer zware offers Sebracht moeten worden, zoodat die offers "cht schijnen voor den goed-geloovigen geest. Aaa dat laatste half uurtje in het Ouder hui» kwam een einde en het oogenblik dat )*od aiij riep naar de zware missie op Borneo spoedig aangebroken. Ouders en zusters, **aiili# en kennissen, Ouderhuis, moederstad 'h vaderland moesten ood Dep «a Hij moest gehoorzaamd. Heti reisje van Haarlem over Rotterdam *ur Vissingen is genoeg bekend. De aaneen- «eslotsa herfstgroene weilanden, hier en *Ar geseheiden door dorpen en steden en «ter echte Hollandsche gezichten de j^uzenbrug over den Moerdijk de reis door -geland met de Zeeuwsche kleederdracht-be- oners, wie is er die U n t<m- 'Uste er nooit van gelezen of gehoord heeft? Oea „Prinses Juliana" dat deed goed aan -Hollandse!! mannenhart bracht me over een berg-en lsehe zee, na ;nk door- elkaar-sehommelen naar Engeland. Mill Hill's Missionariscollege was mijn eerste doel. Hartelijk werd ik welkom geheeten door den Zeereerw. Rector, professoren en stu- denten en hier in dit College, waar ik eenige heerlijke studentenjaren doorgebracht heb, zou ik even uitrusten van de drukke vacan- tiedagen. 't Was Vrijdagmorgen! Zondag dacht ik te vertrekken van Southampton, doch iiet zou eerst Dinsdag zijn. Eerste „buiten-verwach ting". I Dinsdag kwam, en wij vertrokken naar de haven van vertrek, docheen tweede „bui ten-verwachting!" De boot vertrok Woens- damorgen half negen. We werden dus uit besteed in een eerste-klas hotel. Woensdag half negen: we zitten nog in Southampton-station. Do locomotief staat te puffen. Half tien zijn we aan 'trollen naar do haven. Half elf, commando „losgooien" wordt gegeven. Een zucht ontsnapte me. Eindelijk! Drie dagen later dan ik dacht! Kwam het doordat ik den 13den van do elfde maand op reis gegaan was? Een moffrikaanscbe harmonie blaast een opgewekten deun en langzaam stoomt do „Prinz Ludwig" het kanaal uit naar den At- lantisclien Oceaan. Een prachtig panorama! Aan beide zijden krijtbergen, losjes begroeid met groen en beplekt met roodgedakte huis jes. Zij vliegen voor en over en achter; een stuk brood in het water geworpen heeft een heftig geduik ten gevolge. Twaalf uur lunch. Juist als de bel rinkt, passeereu we een vuurtoren, en we „lunchen" reeds op den Oceaan. Als ik weer boven kom, is bet land uit het gezicht. Met mijn kijker zie ik nog een flauwe donkerte tegen den hemel, het zijn do lichte bergen van Enge- land's Zuidkust Er waait een stevige wind. De vlag in den mast wordt gelaagd er zit reeds franje aan uit voorzorg dat niet alles franje zou worden. De passagiers op het dek gezeten halen reisdekens te voorschijn, want warm is anders. 's Middags een kop thee en een broodje uit de vuist. Peinzend kijk ik op den achterste ven naar het magnifieke gevlieg van een goede honderd meeuwen, die zwevend, duikend en rijzend, mij boeien. Hoe aardig die witte en grijze en bruine meeuwen hob belend op de groen- en wit bezoomde golven. Vijf uur: 't donkert! Ik ga in den rooksalon een lekkere Hollandsche sigaar rooken en neerschrijven hoe ik van Haarlem hier er gens in den Atlantischen Oceaan kwam! Zes uur diner. Spoedig verliet er een de zaal, een tweede en een derde bleek-uitzien- de passagier volgden. Nog meerdere. Ik zag ook de twee Eerw. Zusters opstaan en heen gaan. Nu ja, overal komt een einde aan, dus ook aau tafelen. Doch ik zag haar niet meer voor den volgenden morgen. Ik ga naar dek, rook een sigaar; daarna bid ik mijn brevier; dan nóg een sigaar en om tien uur ga ik naar kooi. Een heerlijke nacht. Dezen morgen geen H. Mis, want zee- mansbeeuen heb ik nog niet. Ik bid mijn morgengebed en sta dan even te turen naar het golvende Oeeaantje. Groote bruine vis sollen met zwarten rug eu spitsen kop sprin gen over en duiken in de golven. Een stuk of tien tegelijk. Acht uur ontbijt. Ik zie do twee Zusters in de eetzaal, doeh heel even. Als ik later 0]> liet dek kom, vertellen ze mij hun weder varen. Een was erg ziek geweest. Gister avond en vanmorgen. De andere voelde zich ook niet als anders! Ja, die zeeziekte! Ik heb ook eens op do hooge brug een kijkje genomen. Interessant! Hier zie je de boor haar neus in de golven steken, terwijl het achterdeel omhoog werkt Iets wat uien bij na niet opmerkt als men op bet dek staat. We passeereu eon schip dat huis-toe gaat. Wat schommelt het! De Amerikaansche luebtschommels zijn speelgoed, vergeleken bij deze boot. Zeemeeuwen een tiental volgen ons. Zij krijschen, schreeuwen eu piepen van welke nationaliteit zij zijn weet ik niet Do Golf van Biskaje, zoo berucht in de Annalen der scheepvaart, is kalm. Ik kan niet zeggen spiegelglad, want do golven- streepen zijn allo nog wit-bekopt! Prachtig dat tegen-elkanderslaan der golven. Zes uur diner waarbij de meesten in onze klas, schitteren door afwezigheid. Twee verlaten den salon vóór het einde!.... Na tafel is het heerlijk weer. De maan komt flink door do dunne wolkenlaag. Ik plaats mijn stoel langs de verschansing en kijk over zee,, die glorierijk golft en eleotri- schè-Tiehtjes toovert tegen de golvenkopjes, lange rijen lichtjes, die doovend en glinste rend hei watervlak een overheerlijk aanzien geven. Men kan zien dat vele passagiers over de leuning turend of er langs zittend genieten van den kostelijken avond. Te spoedig is bet tien uur en tijd om naar de kajuit te gaan. Ik wandel nog even over dek mijn rozen hoedje biddend, zeg mijn avondgebed en ga den tweeden nacht in. 's Morgens is Kaap Finisterre -in bet ge zicht. Schóón, die steile rotsen in de zee, vooral toen de Koningin der dagen daarbo ven te voorschijn steeg! Dat was een gezicht als ik nog nooit gezien, bad. We houden Spanje nog een tijd in het oog, doeh ook dat verdwijnt, en spoedig zitten we weer in „overal en alles water". Den eersten dag deden wij 314 zeemijlen; den tweeden dag 303 eu den derden dag 293, Dus een goeds afstand afgelegd in deze drie dagen! Morgenochtend komen we in Gibraltar. 'tWas tot dusver uiets dan water en lucht, vogels en schepen on de steile rotsen van Spanje's Noordwestkust. We verlangen naar de „terra firma"!..., J. STAAL, pr. miss. S.S. Prinz Ludwig, 23 Nov. '12.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 13