VIERDE BLAD
i J.H.W.
1013.
SOLIST
■BS
JOBÏW
Goedicoo^sfe gfdres voor» tCarpetfen, Tafelkleeden, ens. is P. J. JANSSEN, Apiegantg hoelTWarmoesstraat.
KONINGSTRAAT.
van Dames- en Heeren- g
j en Kinderkleding. gf
BUITENLAND.
De oorlog op den Balkan.
-^fx' /v v
fl
Verschijnt iedere 14 dagen en is overal gratis
verkrijgbaar voor iederen kooper van
SOLO Margarine a 45 ct. per pond.
laar Boreie©,
ZHTEHÏ1AG 30 NOVEMBER «312
Grootst® en meeat s;
lüesorteerde magazijnen
Steeds het nieuwste. jj|j
Beslist lage prijzen
GRATI5
Kinder Tijdschrift
NIEUWE
S5K33
(Ingezonden.)
<£oo*l» men weet, hebben de vergaderingen
»r drie verbonden linksche partijen Zaterdag
November plaats gehad. De leiders, de chefs
®r verschillende partijen hebben ieder af-
°oderlijk toen zoo aanlokkelijk het conceu-
fatieprogram voorgesteld, uitgelegd en verde
lgd dat dit, behoudens eene enkele uitzonde-
'Qg, jn«t algemeene stemmen is aangenomen.
Dez« uitzondering was de heer van Karne-
'eek, de oud-liberale afgevaardigde van
breekt I, die daardoor ten zeerste blijk gaf
'«n zelfatandig standpunt in te nemen en zich
''et t« willen leenen om mee te werken aan
let idiote plan dat men heelt, om do kiezers op
>'foot» achaal te bedriegen.
Met kracht heeft hij zijn stem tegen de con-
'-n tra tie der drie linksche partijen verheven
hij stelde met recht de vraag of, wanneer
'^t program werd aanvaard, de oud-liberale
i'Srtij nog wel reden van bestaan zou hebben,
^'j betwijfelde dit waar de Bond van Oud-
liberalen indertijd werd opgericht om die libe
rie kiezers te vereenigen, die met de politiek
^r Unie-liberalen en Vrijzinnig-democraten
aiet konden overeenstemmen. Men verzamelde
■•tdui de eenlingen, die zich als vreemdelingen
'1sseb«n de verse.hillende partijen bevonden cn
h>ork wam daardoor dat zij zich bij Hechts aan-
Iöteu. En om nu te vergen dat zij tooh de
politiek der twee andere linksche partijen, die
'■ij verderfelijk voor het land achten, moeten
hdgen, gaat toch zeker wel wat al te ver.
Dat d« scherpe toon en de afkeurende cri-
in het concentratieprogram tegen de Re
dering voor den heer van Karnebeek goeu
^letsel zou zijn, alhoewel hij overtuigd is dat
I't toch zeer sterk overdreven is, wil hij graag
®fkenn«n, maar er zijn drie cardinale punten
'O hat program waar de spreker zich toch in
8«en geval mee kan vereenigen.
Als eerste punt, waartegen hij zich mordicus
verzett«, noemde de heer van Karnebeek den
kiesrechteisch. Hij wilde zich niet verzetten
'egen uitbreiding van het kiesrecht, maar, als
°Hvermijdelijk daarmee samen doen gaan een
Mtbiciding van do macht der eerste Kamer.
Mit m altijd een eisch der oud-liberale partij
Seweest en dezen eisch te laten vallen, was
*jjos inziens ten zeerste verantwoordelijk.
An dat dit gebeurd is geeft ten duidelijkste het
eonc.ntratieprogram aan.
Immers, wij lezen daar, voorzoover er over
kiesrecht gesproken wordt:
„Algemeen kiesrecht voor mannen moet
worden ingevoerd zonder dat aan die her
vorming als voorwaarde wordt verbonden
h*t nemen van maatregelen tot verzwak
king van den volksinvloed."
Hier zegt men het onomwonden dat men het
algemeen kiesrecht in wil voeren zonder z.g.
Correctieven. Door de invoering van dit kies-
deht wordt ten eenenmale de waarborg, dat
een» klasse de andere niet overheerscht,
*«ggev*agd. En bet is volkomen juist dat als-
d» groote menigte, de zoogenaamde klasse
der proletariërs, gaat overheerschen. Tevens
zouden wij daardoor krijgen een kiesrecht, veel
uitgebreider dan het in een enkel land bestaat.
De heer van Karnebeek beeft zich hiertegen
met hand en tand verzet, maar zijn verzet heeft
hem niet mogen baten. Hij heeft zijne partij
genooten van hunne zwenking niet kunnen
overtuigen en bet eenigste resultaat van de ge
voerde oppositie is dat de heer van Karnebeek
van het politieke terrein gaat verdwijnen. Dat
met hem een nobele figuur, die zich niet door
partijpolitiek liet leiden en die altijd rond voor
zijne meening durfde uit te komen, waardoor
bij dan ook dikwijls aan de zijde der Eegeering
stond, uit de Tweede Kamer gaat verdwijnen
zal ieder gaarne toegeven, die een royale hou
ding en hooge staatsmanswijsheid op prijs weet
te stellen.
De oud-liberale partij is echter door dit voor
val voor goed geblameerd. Zij heeft hare zelf
standigheid prijs gegeven en is gezwicht voor
de slimmigheidjes van den politieken slimme-
ling. Zij kan hare houding ook nimmer goed
praten omdat zij een essentiëel punt van haar
partijformatie heeft verloochend. Want altijd
heeft zij zich verzet tegen uitbreiding van het
kiesrecht en zoo er niet aan te ontkomen was,
wilde zij er in toestemmen, mits de macht der
Eerste Kamer werd uitgebreid. Dezen laatsten
eisch heeft zij nu laten vallen om mee te kun
nen werken met de Unie-liberalen en Vrijzin
nig-democraten. Daardoor heeft zij gebukt voor
de eischen van deze twee partijen en zijn de
oud-liberalon niet anders dan marionetten ge
worden. Den strijd togen de Christelijke Re
geering, een einde te maken aan de macht der
coalitie hebben zij hooger gesteld dan hun eigen
zelfstandigheid. Zij hebben genoegen genomen
met de uitlegging, die de heer Goeman Bor-
gesius, de politieke slimmeling, van de kies
recht-paragraaf in het coneentratieprogram
gegeven heeft. Deze heeft daaromtrent op de
algemeene vergadering van de Liberale Unie 't
volgende gezegd:
„Iemand, die wel voor algemeen kies
recht is maar alleen op voorwaarde dat de
positie der Eerste Kamer worde versterkt,
kan geen lid der concentratie zijn. Maar
iemand, die voor algemeen kiesrecht is en
die ook de positie der Eerste Kamer wil
versterken, die kan wel lid der concentratie
zijn, mits hij dit laatste niet stelt als voor
waarde voor het eerste en mits hij daar
door niet de bedoeling beeft den volksin
vloed te verzwakken."
Ziehier nu weer een bewijs van de slimmig
heid van den politieken slimmeling. Iemand,
die geen slimmeling is en vooral geen politieke
slimmeling, die dus ook geen slimmigheidjes
kan debuteeren, zou zeggen: men heeft voor
standers van algemeen kiesrecht zonder correc
tieven en men heeft voorstanders van algemeen
kiesrecht met correctieven. Hoe kunnen deze
twee, die lijnrecht tegenover elkander staan,
dan samengaan?
Het antwoord hierop word op do vergadering
der Oud-liberalen gegeven door Mr. Tydeman.
Deze verklaarde dat do strijd vooral ging tegen
Rome en tegen alles wat met Home samen gaat.
Verscherping der antithése dus? Hiervoor wor
den dan de beginselen opzij gezet en een com
promis gesloten om den geloofstrijd te doen ont
branden. Daarvoor wordt dan aangeheven de
leuze: „voor of tegen den Christus".
Nu dus van Links de kiesrechtleuze voorop
gesteld wordt, moeten wij de kiezers waarschu
wen voor een gevaar dat hen dreigt. Dit ge
vaar bestaat wel hierin dat de sociale wetge
ving dan geheel op den achtergrond zal gera
ken. Dit erkent men dan ook aan de Linker
zijde. Zoo schrijft o. a. Mr. E. Fokker in het
vrijzinnig-democratisch weekblad ,.do Wereld"
een artikeltje waarin hij zijn vreugde uitspreekt
over het vooropstellen van do grondwetsherzie
ning, noodig om over te kunnen gaan tot uit
breiding van het kiesrecht, maar waarin hij
tevens ronduit erkent dat dan pas de sociale
wetgeving aan de orde mag komen.
„Nu ook van vrij-liberale zijde de wen-
schelijkheid is betoogd, dat grondwetsher
ziening voorop ga en zoo spoedig mogelijk
worde behandeld, begroet ik daarin tot
mijn groot genoegen een voorteeken dat
mijn opvatting ook van vrij-liberale zijde
zal worden gedeeld. Een vrijzinnig kabinet,
dat zender te talmen allereerst 0113 land
grondwetsherziening op deze punten zal
hebben gebracht, zal daardoor zijn positie
niet weinig versterkt zien als het, inmid
dels zijn plannon op het gebied der sociale
verzekering uitgewerkt hebbende, deze ach
tereenvolgens of tegelijk bij de Staten-Ge-
n era al indient.
Van ganscher harte wenschende, dat het
voorstel der drie hoofdbesturen zal worden
aangenomen, wil ik toch als mijn zeer be
scheiden meening daarbij te kennen geven,
dat bij eventueele linksche meerderheid her
ziening van de grondwet overeenkomstig 't
concentratieprogram op den voorgrond ge
steld moet worden."
Nu wete men dat inmiddels het voorstel der
drie hoofdbesturen door de drie partijen is aan
genomen en men kan dus verwachten dat er in
den geest, zooals hierboven ia aangegeven, zal
gehandeld warden. De kiesrechteisch en in ver
band daarmede de grondwetsherziening zal dus
het hoofdpunt zijn. van het regeeringspxogram
van eene eventueele linksche meerderheid. Nu
vergeet men echter drie belangrijke punten bij
het stellen van dezen eisch. En dat is dat lo.
de linksche ooncentratie het in 't geheel niet
eens is over de herziening en met name om
trent het kiesrecht de eene groep veel meer
wenseht dan de andere; 2o_.dat voor een grond
wetsherziening Kamerontbinding en meerderhe
den van twee derden der stemmen vereischt
wordt; 3o. dat, hoe de verkiezingen ook mogen
uitvallen, geen meerderheid der Linkerzijde mo
gelijk is, zonder de hulp der Bociaid-demooraten.
Wanneer men den politieken toestand in dit
licht beschouwt, dan begrijpt mon ook gemakke
lijk, hoe slecht de kansen zijn bij zulk een grond
wetsherziening. En dat daardoor dan de kansen
der sociale wetgeving in het gedrang geraken,
voelt ook iedereen. Daarom zal liet goed zijn
dat men zich d»or den kiesrechteisch der Vrij
zinnigen, die noodzakelijk grondwetsherziening
meebrengt, niet van de wijs laat brengen en
men eenvoudig dit Ministerie blijve steunen, op
dat de sociale wetten in veilige haven worden
gebracht. En als het dan eenmaal zoover is zal
ook deze Eegeering de grondwetsherziening ter
hand nemen en aan de kiesrechtkwestie oen be
vredigende oplossing geven. Men moet bet-
goede niet wegwerpen voor men het betere
heeft, want altijd blijft toch waar het oude
spreekwoord: „Beter één vogel in de hand dan
tien in de lucht"
Oostenrijk en Kocmenië.
De correspondent van de Matin te Belgra
do, Jules Hedemau, schrijft, naar de Tel.
meldt, aan zijn blad eeu en ander over de
huidige situatie van Oostenrijk, in verband
met de houding van Roemenië, dat thans
volgens hem geneigd zou zijn om zich bij
den Balkanboud, waarvan het vroeger zoo
afkeerig was, aan te sluiten, ten einde langs
dezen weg Oosten rij k- Hongarije te dwingen
afstand te doen van Zevenburgen.
Na er op gewezen te hebben, dat de diplo
matieke situatie van Oostenrijk op 'toogen-
blik zeer ongunstig is, gaat Hedemau aldus
voort:
„Roemenië, dat, op aanraden van Oosten
rijk, van af bet uitbreken van den Balkan
oorlog een strikt neutrale houding in acht
genomen heeft, in de verwachting, dat Tur
kije zich gemakkelijk ziju vijanden van het
lijf zou weten te houden, schijnt thans wel
eenigszius spijt te hebben van ziju onzijdig
heid.
Tal van stemmen beginnen zich te verhef
fen tegen de Oostourijksch-Roemeeiische en
tente; zij vragen een entente met de Balkan-
staten en werisehen een gebiedsuitbreiding,
niet in Zuidelijke richting, naar Silistrië en
de Dubroudja, liet grondgebied der Bulga
ren, maar in Noordwestelijke lichting; Ze
venburgen, waar niet minder dan 2 millioen
Roemeniërs wonen, moet bij Roemenië ge
voegd worden.
De toekomst zal moeten loeren, of deze
neiging van voorbijgaamlen aard is en niet
tot daden voeren zal; maar liet is zeker, dat
zij zoowel van Servische ais van Bulgaar-
scke zijde aangemoedigd wordt en dat Wee-
nen verplicht is er rekening mede te houden.
Tussclien Bulgarije en Roemenië bestaat
geen enkele overeenkomst. Tot heden von
den nog slechts voorloopige besprekingen
plaats. Tijdens het bezoek van Banet'f aan
Weenen heeft graaf Berclitold Oostenrijk's
■y.i+cxs
goede diensten aangeboden om de rol van
bemiddelaar tusscheri Roemenië en Servië
te spelen. Maar deze goede diensten zijn niet
geaccepteerd.
De diplomatieke situatie van Oostenrijk is
slecht; dit getuigen tal van feiten. Daar is
in de eerste plaats de groote tegenstelling
tusschen Servië en de dubbel-monarckie, in
verband met de havenkwestie aan de Adria-
lische Zee. In de tweede plaats de broeder
lijke gevoelens, die de zes millioen Servo-
Kroatiscke onderdanen van Oostenrijk voor
de Serviërs in Servië koesteren. Ten derde
do vijandige gezindheid, die in Rusland, ten
opzichte van Oostenrijk aan den dag treedt.
Ten vierde de sympathie van Italië voor de
Balkanstate.il en ten slotte de weerzin van de
publieke opinie in Dnitscbland om Oosten
rijk te steunen in zijn al te krachtige poli
tiek tegenover de Slaven.
Is bet in deze omstandigheden to verwon
deren dat de Slaven van Rusland. Oostenrijk
en den Balkan verklaren, dat 'toogenblik
te gunstig is om bet ongebruikt voorbij te
laten gaan? Dat Servië de zes millioen in
Oostenrijk woonachtige Servo-Kroaten tot
zich zoekt te trekken; dat Roemenië morgen
de 3 millioen Slaven van Zevenburgen bij
zijn onderdanen voegt; dat de 7 millioen
Tsjechen van Oostenrijk straks hun autono
mie zullen eischen en dat de vier millioen
Duitsehers, die in Oostenrijk wor.cn, zich hij
Dnitscbland zullen aansluiten?
Is bet te verwonderen, dat onder deze om
standigheden de verbonden Balkanstateu
zeggen: „Wij zullen niets aan Oostenrijk af
staan?" Is het niet ongehoord te denken, dat
de stoutmoedige mannen van de Balkansta
teu, die tegenwoordig een politiek van lan
gen adem voeren; het begin van de Oosten-
rijksehe kwestie voorzien?
Welke dwaasheid! zal men zeggen. Maar
hef is evenwel deze zelfde politiek die de
Bulgaren zal doen zeggen, als het oogeublik
van scheiding van Turkije daar zal zijn: Wij
moeten een groot stuk hebben, wij, Bulga
ren en Grieken, want wij zullen later niets
meer krijgen, maar gij, Serviërs en Roeme
nen, naburen van Oostenrijk-Hongarije, gij
zult zeker een stuk van dit rijk hebben; bet
uur zal komen, waarop gij er uw deel van
zult nemen.
En ik geloof, wat Servië betreft, dat dit ar
gument niet alleen als acceptabel, maar zelfs
als logisch zal ontvangen worden".
Een morkwaardigo bijeenkomst.
Hoewel de tijden, door den Balkanoorlog
het gevaar van een storing van den Euro-
peeschen vrede, zeer ernstig moeten heeten,
en veel aandacht daarvoor wordt gevraagd,
zijn er toch ook gelukkige gebeurtenissen
van geheel vredelievenden aard en die ze
ker ook de belangstelling overwaardig zijn.
Zoo is Zondag te Parijs de jaariijksche
vergadering gehouden vande te Lourdes
wonderbaarlijk genezenen.
Ieder jaar komen daar een aantal perso
nen bijeen die te Loutdes genezing vonden
van hunne ongeneeslijke ziekten en onder
leiding van kerkelijke en geneeskundige au
toriteiten brengen zij een treffende hulde
aan de Heilige Maagd van Lourdes, door
wier tusschenkomst zij van God zulk een
groote gunst verwierven.
De liberale pers zvrijgt natuurlijk over zulk
een feit en bewijst daardoor dat zij van do
waarheid bang is.
Parijs immers is de wereld niet uit. In
enkele uren spoort men er heen. De zaal
van het Theatre Chrétien op de kade de
Passy is gemakkelijk te vinden en de namen
der personen, die er de Lourdes-betooging
hielden, zijn die van levende mensclien, die
men als men wil elk oogenblik bereiken kan
De waarheid van wat er beweerd en ge
daan wordt is dus zeer gemakkelijk te toet
sen.
Verleden Zondag nu waren daar in dat
„Théatre Chrétien" velen aanwezig, Voorzit
ter was Mgr. Schoepfer, de bisschop van
Tarbes, het mooie stadje uit de Pyreneën,
dat men in de verte zien kan wanneer men
te Lourdes den Pic du Jer beklimt, dien
donkeren berg, waarop 's avonds het elec-
trisch kruis zoo fantastisch straalt in de
hooge zwarte lucht.
Dr. Boissarie, de beroemde geneesheer te
Lourdes, voorzitter van het medisch bureau
van consultatie, gaf een uiteenzetting van
de wetenschappelijke beweging te Lourdes
sinds de laatste twintig jaren.
Daarna beklommen liet podium de zieken,
die dit jaar genezen werden te Lourdes.
Alice Verte, oud-ziekenverpleegster te
Rijssel, die leed aau tuberculeuse peritonitis
en welke ongeneeslijk was verklaard!
Zij werd te Lourdes volkomen genezen
in de maand Augustus van dit jaar. Doctor
David, die haar was gevolgd, naar „het
I)» groote dag was aangebroken. Ons aard-
blekj» keerde zich naar de zon, die het ter
stond met bare heerlijke iicri'ststralen be
groette. De dagvorstin toonde zich koningin,
ul«of zij dien grooten blijden dag zonueblij-
vriendelijkheid wilde schenken.
Indrukwekkend die laatste H. Mis opge
dragen in de prachtkerk van 't Allerheiligst
Mart Mijn familie en ik zelf daar gesterkt
Jhet hat Brood, dat kracht en sterkte schenkt
onze levensdagen, wanneer zware offers
Sebracht moeten worden, zoodat die offers
"cht schijnen voor den goed-geloovigen geest.
Aaa dat laatste half uurtje in het Ouder
hui» kwam een einde en het oogenblik dat
)*od aiij riep naar de zware missie op Borneo
spoedig aangebroken. Ouders en zusters,
**aiili# en kennissen, Ouderhuis, moederstad
'h vaderland moesten ood
Dep «a Hij moest gehoorzaamd.
Heti reisje van Haarlem over Rotterdam
*ur Vissingen is genoeg bekend. De aaneen-
«eslotsa herfstgroene weilanden, hier en
*Ar geseheiden door dorpen en steden en
«ter echte Hollandsche gezichten de
j^uzenbrug over den Moerdijk de reis door
-geland met de Zeeuwsche kleederdracht-be-
oners, wie is er die U n t<m-
'Uste er nooit van gelezen of gehoord heeft?
Oea „Prinses Juliana" dat deed goed aan
-Hollandse!! mannenhart bracht me
over een berg-en lsehe zee, na ;nk door-
elkaar-sehommelen naar Engeland. Mill
Hill's Missionariscollege was mijn eerste
doel. Hartelijk werd ik welkom geheeten door
den Zeereerw. Rector, professoren en stu-
denten en hier in dit College, waar ik eenige
heerlijke studentenjaren doorgebracht heb,
zou ik even uitrusten van de drukke vacan-
tiedagen.
't Was Vrijdagmorgen! Zondag dacht ik te
vertrekken van Southampton, doch iiet zou
eerst Dinsdag zijn. Eerste „buiten-verwach
ting".
I Dinsdag kwam, en wij vertrokken naar de
haven van vertrek, docheen tweede „bui
ten-verwachting!" De boot vertrok Woens-
damorgen half negen. We werden dus uit
besteed in een eerste-klas hotel.
Woensdag half negen: we zitten nog in
Southampton-station. Do locomotief staat te
puffen. Half tien zijn we aan 'trollen naar
do haven. Half elf, commando „losgooien"
wordt gegeven. Een zucht ontsnapte me.
Eindelijk!
Drie dagen later dan ik dacht! Kwam het
doordat ik den 13den van do elfde maand op
reis gegaan was?
Een moffrikaanscbe harmonie blaast een
opgewekten deun en langzaam stoomt do
„Prinz Ludwig" het kanaal uit naar den At-
lantisclien Oceaan. Een prachtig panorama!
Aan beide zijden krijtbergen, losjes begroeid
met groen en beplekt met roodgedakte huis
jes. Zij vliegen voor en over en achter; een
stuk brood in het water geworpen heeft een
heftig geduik ten gevolge.
Twaalf uur lunch. Juist als de bel rinkt,
passeereu we een vuurtoren, en we „lunchen"
reeds op den Oceaan. Als ik weer boven kom,
is bet land uit het gezicht. Met mijn kijker
zie ik nog een flauwe donkerte tegen den
hemel, het zijn do lichte bergen van Enge-
land's Zuidkust
Er waait een stevige wind. De vlag in den
mast wordt gelaagd er zit reeds franje
aan uit voorzorg dat niet alles franje zou
worden. De passagiers op het dek gezeten
halen reisdekens te voorschijn, want warm
is anders.
's Middags een kop thee en een broodje uit
de vuist. Peinzend kijk ik op den achterste
ven naar het magnifieke gevlieg van
een goede honderd meeuwen, die zwevend,
duikend en rijzend, mij boeien. Hoe aardig
die witte en grijze en bruine meeuwen hob
belend op de groen- en wit bezoomde golven.
Vijf uur: 't donkert! Ik ga in den rooksalon
een lekkere Hollandsche sigaar rooken en
neerschrijven hoe ik van Haarlem hier er
gens in den Atlantischen Oceaan kwam!
Zes uur diner. Spoedig verliet er een de
zaal, een tweede en een derde bleek-uitzien-
de passagier volgden. Nog meerdere. Ik zag
ook de twee Eerw. Zusters opstaan en heen
gaan.
Nu ja, overal komt een einde aan, dus ook
aau tafelen. Doch ik zag haar niet meer voor
den volgenden morgen.
Ik ga naar dek, rook een sigaar; daarna
bid ik mijn brevier; dan nóg een sigaar en
om tien uur ga ik naar kooi. Een heerlijke
nacht. Dezen morgen geen H. Mis, want zee-
mansbeeuen heb ik nog niet. Ik bid mijn
morgengebed en sta dan even te turen naar
het golvende Oeeaantje. Groote bruine vis
sollen met zwarten rug eu spitsen kop sprin
gen over en duiken in de golven. Een stuk
of tien tegelijk.
Acht uur ontbijt. Ik zie do twee Zusters
in de eetzaal, doeh heel even. Als ik later
0]> liet dek kom, vertellen ze mij hun weder
varen. Een was erg ziek geweest. Gister
avond en vanmorgen. De andere voelde zich
ook niet als anders! Ja, die zeeziekte!
Ik heb ook eens op do hooge brug een kijkje
genomen. Interessant! Hier zie je de boor
haar neus in de golven steken, terwijl het
achterdeel omhoog werkt Iets wat uien bij
na niet opmerkt als men op bet dek staat.
We passeereu eon schip dat huis-toe gaat.
Wat schommelt het! De Amerikaansche
luebtschommels zijn speelgoed, vergeleken bij
deze boot.
Zeemeeuwen een tiental volgen ons. Zij
krijschen, schreeuwen eu piepen van welke
nationaliteit zij zijn weet ik niet
Do Golf van Biskaje, zoo berucht in de
Annalen der scheepvaart, is kalm. Ik kan
niet zeggen spiegelglad, want do golven-
streepen zijn allo nog wit-bekopt! Prachtig
dat tegen-elkanderslaan der golven.
Zes uur diner waarbij de meesten in
onze klas, schitteren door afwezigheid. Twee
verlaten den salon vóór het einde!....
Na tafel is het heerlijk weer. De maan
komt flink door do dunne wolkenlaag. Ik
plaats mijn stoel langs de verschansing en
kijk over zee,, die glorierijk golft en eleotri-
schè-Tiehtjes toovert tegen de golvenkopjes,
lange rijen lichtjes, die doovend en glinste
rend hei watervlak een overheerlijk aanzien
geven.
Men kan zien dat vele passagiers over de
leuning turend of er langs zittend genieten
van den kostelijken avond. Te spoedig is bet
tien uur en tijd om naar de kajuit te gaan.
Ik wandel nog even over dek mijn rozen
hoedje biddend, zeg mijn avondgebed en ga
den tweeden nacht in.
's Morgens is Kaap Finisterre -in bet ge
zicht. Schóón, die steile rotsen in de zee,
vooral toen de Koningin der dagen daarbo
ven te voorschijn steeg!
Dat was een gezicht als ik nog nooit gezien,
bad.
We houden Spanje nog een tijd in het oog,
doeh ook dat verdwijnt, en spoedig zitten we
weer in „overal en alles water".
Den eersten dag deden wij 314 zeemijlen;
den tweeden dag 303 eu den derden dag 293,
Dus een goeds afstand afgelegd in deze
drie dagen!
Morgenochtend komen we in Gibraltar.
'tWas tot dusver uiets dan water en lucht,
vogels en schepen on de steile rotsen van
Spanje's Noordwestkust. We verlangen naar
de „terra firma"!...,
J. STAAL, pr. miss.
S.S. Prinz Ludwig, 23 Nov. '12.