ALLERLEI UIT LISSE.
BUITENLAND.
Rond de Liturgie.
De oorlog op den Balkan.
Staten-Generaal,
1
.+2
+4
5+:
3-H
NIEUWE HAARLEMSCME COURANT ,SH°S.P"e
V.
'Afwezig de Keer Prins.... Zoo vangen in
0«n regel, onder het gewone hoofdje, onze ge-
meenteraadsverslagen aan. Het heugt ons bijna
niet dat genoemd raadslid voor 't laatst een
zittingJieeft bijgewoond. Maar in gemoede, kan
mijnheer Prins zooiets aan de kiezers verant-
1 woorden Ons dunkt van neen. Wat de oorzaak
as van deze herhaalde absentie is ons niet recht
duidelijk. Mogelijk is 't maar een van des Iveeren
Prins' nukken. Hoe het zij, een raadslid dat
dermate zijn plichten tegenover de kiezers ver
zuimt is dunkt ons verplicht zijn mandaat weer
in hun handen te stellen, wil hij geen gevaar
loopen dat 't hem bij een eventueelo aftreding
ontnomen wordt. Daar toch zal 't ten slotte op
uitdraaien. Wij hadden 't hier toch zoo over
raadslid en kiezers, zoodat ons de a.s. gemeente
raadsverkiezing als vanzelf in de gedachte
komt. Onder de aftredende leden is, zoo ik mij
niet vergiB, de heer van Graven. Welke houding
zal onze R. K. Kiesvereeniging ten opzichte van
dat aftredend lid moeten aannemen? Zooals
men zich zal herinneren is de heer van Graven
in 1907 als dissident candidaat in den
Raad gekozen. De candidaat der R. K. Kies
vereeniging was toentertijd de heer Haase. Kan
nu de Roomsehe Kiesvereeniging, wil zij haar
prestige bewaren, den heer van Graven in 1913
eaudideeren? Men versta ons goed; wij hebben
niets tegen den persoon van den heer van
Graven en evenmin tegen het raadslid als zoo
danig, maar het geldt hier de eer der Kiesver
eeniging. En al is nu sindsdien, óók al om
een dergelijk feit, het bestuur der Kiesvereeni
ging geheel in andere handen overgegaan, de
Kiesvereeniging zelf is nimmer ontbonden.
Vandaar dat wij bovengenoemde vraag stelden,
hen vraag die o. i. niet zoo heel gemakkelijk is
op te lossen. Men vergete niet dat van Graven,
11 even geroyeerd te zijn uit de Kiesvereeni-
ging, kort daarop weer als lid is aangenomen
en sindsdien trouw lid is gebleven, wat natuur
lijk 't geval nog moeilijker maakt. Wij voor ons
achten ons niet bevoegd deze gewichtige vraag,
mogen we wel zeggen ,te beantwoorden; wij
laten dit liever over aan de Kiesvereeniging
zelve, t Heeft ons al verwonderd dat ze, met
't oog op de vele en belangrijke verkiezingen
in 1913, nog niet eens heeft vergaderd maar
steeds in rustige ruste blijft. Is men zoo zeker
van de overwinning?
Van vergaderen gesproken. Eén belangrijke
vergadering heeft kortelings geleden de bloe-
Hust werk lieden vereeniging „St. Isidorus" ge-
oiKBn. Eq op die vergadering hebben de leden
blyk gegeven dat ze bij het bespreken der ar
beidsvoorwaarden maar niet steeds luisteren
naar het hoogste bod, maar bij die besprekingen
wel degelijk rekening houden met de bedrijfs-
toestanden. En dit is o. i. ©en gezonde factor
in de vakvereeniging.
't Ging namelijk over het collectief Arbeids
contract hetwelk de Bond „St. Deus Dedit" in
't a.s. voorjaar met de bloemistenpatroons wil
sluitenaan de lezers van dit blad reeds bekend.
Bij lange na ging „St. I." niet accoord met het
eoncept, zij achtte dit voor Lisse te veeleasohend.
Om te beginnen wil ze in 1913 het loon bepaald
zien in dezer voege: acht maanden 11 per
week en vier maanden 10 per week en voor
de twee daarop volgende jaren ieder jaar 50
cent per week verhooging. Deze eisch is dunkt
ons niet onredelijk en zeker voor 't bedrijf niet
bezwaarlijk. Een voorstel om de twee opvolgen
de jaren 75 cent per week verhooging te eischen
werd na een flinke gedachten wisseling verwor
pen. Men wilde rekening houden óók met het
kleinbedrijf. En dat lijkt ons goed gezien. Voor
de peuterbazen is 't waarlijk nu juist niet zoo'n
rooskleurig vooruitzicht; 't land duur en de
prys deT gewassen laag. Wat de kwestie van
Zaterdagnamiddags om 4 uur eindigen betreft,
óók daaraan wil „St. I." vasthouden. Hierom
trent verwacht zy trouwens een gunstig resul
taat van de commissie wel'ke deze zaak in on
derzoek heeft en welk resultaat met Januari
a.s. zal worden bekend gemaakt. Wat 't over
werk betreft, hierin gaat zij verder dan het
concept. Waar 't concept spreekt van 't eerste
jaar 22 cent per uur en vervolgens opgaande,
zoodat in 1916 niet minder dan 25 cent per
uur worde betaald, wil zij dit direct op 25 cent
per uur gesteld zien. Niet omdat zij 22 cent
per uur als zoodanig te laag acht, maar om de
doodeenvoudige reden dat ze het zoo min mo
gelijk wil zien voorkomen .De werkdag van
's morgens 6 tot 's avonds 7 uur vindt zij zeer
goed in 't concept. Toch dunkt mij dat men
ook hier stelselmatig had mede moeten te werk
gaan. Men had dit kunnen bepalen om 't eerste
jaar met Juni des morgens te 5 uur te begin
nen, het tweede jaar om half zes, om dau in het
laatste jaar waarvoor 't contract wordt afge
sloten de bovengenoemde werkdag in te voeren.
Het bloembollenbedrijf is nu eenmaal een sei-
zoenbedrijf. Met Juni komt de drukte aan en
wel zoodanig dat er, althans hier ter plaatse,
handen te kort zijn. En het kan in niemands
voordeel zijn dat het gewas niet op tijd binnen
ge°°^st is- Wat over tijd in den grond blijft is
schadelijk voor 't gewas. Zeker, hierin kan
wor i.n oorzien door overwerken, maar als
men t zoo min mogelijk wil toegepast zien,
houdt dn geen steek. Bovendien is dit onder
bedekte termen het loon hooger opvoeren En
fin, wy willen hopen dat 't voorgestelde bij de
patroons een gunstig onthaal moge vinden en
dat een collectief contract worde gesloten ten
voordeele van 't bedrijf.
Ik las dezer dagen in dit blad dat weer een
bloemistwerkliedenvereeniging is opgericht en
wel een christelijke. Wij weten niet waar of de
grens is van dit christelijke. Mocht 't echter
zijn dat dit ook de deuren openzet voor de
katholieken om als lid toe te treden, dan willen
wij hierbij de hoop uitspreken dat geen en
kel katholiek er gebruik van zal malen, doch
zich zal houden aan den uitdrnkkelijken wensch
van Pans en Bisschoppen, nJ. een katholiek in
een katholieke vakvereeniging.
Zonder eenig gemoedsbezwaar kan dan „St.
Isidorus" met deze pas-opgerichte vereenigiag
samenwerken hij 't voeren van actie, doch als
dit is afgewerkt keert ieder weer in eigen
confessie terug.
v OPMERKER.
OORLOGSCORRESPONDENTEN OP
DE VLUCHT.
Met welke moeilijkheden en gevaren oor
logscorrespondenten dikwijls te kampen heb
ben, blijkt, uit een pakkend relaas van den
bijzonderen berichtgever der „Kölnisehe
.Volkszeitung".
De Gld. ontleent er het volgende aan:
....We rijden in den vallenden avond naar
het Oosten om zoo mogelijk nog voor het
aanbreken van den nacht het station te Si-
nikli te bereiken, van waaruit de weg naar
de Marmora-haven Niliori Zuidelijk moet af
buigen. De landkaarten die we bezitten zijn
echter even valsch als de statistiek van een
negerrepubliek dolmetsj hebben we niet
meegenomen, daar ik een beetje .Turksch
spreek en buiten twee veldflesschen met wat
sterken drank en eenige kokers sigaretten
hebben we geen enkel genotmiddel, en bo
vendien sinds 24 uur niets gegeten, daar men
gisterennamiddag al beval ons marschvaar
dig te maken en ons keukengereedschap ge
pakt was.
Eindeloos golft do colonne der vluchtende
landbevolking, vermengd met tallooze solda
ten, tegen den zacht glooienden heuvel op
een modderige poel, waarin gebroken wa
gens en daarnaast gevallen vee liggen, is
omringd door honderden va,n lieden. We laten
de dieren drinken en dan gaat het in ge-
strekten draf verder. Naast ons golft de
belichaming van menschelijke ellende; de van
huis en hof verdreven boeren, (li- met ge
kromde, vermoeide ruggen hun g r huis
raad langs dezen lijdensweg voortslepen
Een, twee uren draven we nu eens links,
dan weer rechts de geen einde nemende co
lonne voorbij. Menigmaal snelt een ruiter in
galop vooruit naar het Oosten toe. Het
wordt donker. Daar drukt aan den verren ho
rizon een fijne keten roodachtige lichten op.
Het zijn de vuren der voor ons uitgevluch-
ten, die ginds hun nachtleger hebben geko-
1 zen. De lichtboeg breidt, zich al meer en meer
naar Noord en Zuid uit. Het moet een meer
dere kilometers lange en zeer dichte linie
van vuren zijn, maar alles schijnt vervaagd
in den herfstnevel en den gestadig neerdrup-
pélenden regen.
We moeten in stap overgaan aan beide
zijde van den weg zijn dikwijls drinkplaatsen
der buffels, waarin men vallen kan. Voorzich
tig zijn en zooveel mogelijk üuitsch spreken
is nu de boodschap. De nacht is verraderlijk,
de lieden redeloos men kon ons, op hooge
I s 11-den gezeten, in goede pelsen gewikkeld
en een vreemde taal sprekend bij het voor-
I bijrijden voor een Bulgaarsche patrouille hou
den en het afgaan van een geweer zou in
een oogenbiik tijds tot een moordpartij kun-
neii aanleiding geven.
We komen in de buurt van de kamp
vuren. Van verre geleken ze een gesloten
linie hier zien we eerst, dat het een ver
strooide legerplaats is, waarvan de afzonder
lijke groepen kilometers ver uit elkaar lig
gen. Geluideloos dringen we tusschen paar
den en officieren door en geraken in een co
lonne militaire vervoermiddelen, die hier of
daar in de duisternis, misschien in een dorps
straat opgestuwd is. Rechts en links voor ons
zien we vage schaduwen potsierlijk tus
schen walmende roodgloeiende vuren rond
dansen; plotseling bemerken we nu en dan
een baardig gezicht bij het schijnsel der
vlammen, dat plotseling verdwijnt. Paarden
snuiven, sergeants en korporaals worden bij
naam uit een menschenkluit afgeroepen,
waarvan van iedere vijf personen er een Meh-
med of Hassan heet, en dan rammelen kettin
gen, donkere massa's van onbestemde omtrek
ken schuiven ons voorbij, vervolgens weer
bagagewagens.
Daar opeens een helle schittering voor onze
oogen, die een oogenbiik als verblind wor
den, het is eene van die verwenschte electri-
sclie zaklantaarns waarvoor men nergens
meer veilig is. Officieren staan bijeen en be
proeven tusschen staketsels en dergelijke hin
dernissen misschien waren het tuinhek
ken den legertrein bivakplaatsen aan te
wijzen.
Men licht ons in het gezicht en we legiti-
meeren ons. Ja, we mogen passeeren, maar
waai" de weg naar het station loopt, weet nie
mand. Midden tusschen een afdeeling rui
ters, een twintig man ongeveer, gaat het ver
der. Ik vang uit de gesprekken op, dat Bul
gaarsche bommenwerpers vandaag twee aan
slagen op de spoorbaan gedaan hebben, een
hunner heeft men gepakt.
Het gaat nu door kniediep moerassige holle
wegen en langs kampvuren door den vuilen
nacht. Dan verdwijnen links en rechts de bi
vakvuren en komen we aan den spoordam,
waarop we een verlichten trein zien staan.
De ruiters buigen naar het Zuiden af, wij
echter willen langs de lijn het station berei
ken, achter den stilstaanden trein aan.
„Hoe ver zijn we nog van het station?"
roep ik in het Turksch.
Een klein zoeklicht schittert van de locomo
tief af. Eenige stemmen schreeuwen in ge
weldigen haast: „At"I „At"t Schietl Schiet'
en we galoppeeren weg over een natte weide.
Daar loopt een kerel met een zaklantaarn
rond en geeft lichtsignalen in de duistern 's.
Als we meenen buiten schot te zijn geko
men, houden we krijgsraad. Daar flikkert,
nauwelijks honderd pas van ons af, weer een
licht en wordt getrappel hoorbaar. Zeker een
cavallerie-patrouille, die ons op de hielen zit.
Dan maar het bosck in, een nauwelijks
manshooge eikenopslag. Hoe ver zou het rich
uitstrekken?
j Zoo stil mogelijk dringen we door de strui
ken en gelooven Zuidwaarts te gaan. Daar
nadert iets van links, een wit! oude straal
flitst over de blinkende rails een trein
nadert, steeds meer en juist op ons aan; een
zoeklicht, voor op de locomotief, zoekt als
een boosaardig vlammend oog, do omgeving
af. Plotseling staan we weer op de lijn, die
hier een groote bocht maakt en klinken van
alle zijden kreten 00 „Orada düsjmeular",
„nerede?" „boe tarafdan„Daar zijn vij
anden 1"waar.... waar? „Aan dezen
kant!
We wachten natuurlijk 'den trein niet af.
Het bosch weer in.
De paarden aan 'den' teugel, struikelend
en strompelend dwalen we vooruit. Nu en dan
raken we van elkaar, maar vinden elkaar
toch ten slotte weer; eindelijk is een iets
hooger gelegen bosch bereikt. Oogenschnlijk
een moerassige plek we blijven staan en
kijken rond. Rondom ons kampvuren, geroep
van schildwachten en enkele schoten. We
zijn gevangen tusschen den halven cirkel
van het bivakkeerende leger en de spoor
lijn I Nu is het stil den morgen afwachten.
Volgens onze berekeningen zal de maan on
geveer twee uur in den nacht opkomen. Twee
onzer leggen zich tusschen de struiken op
GEWISSE!,DE STUKKEN.
Fabrfeks- en handelsmerken.
De wet, houdende bepaling op de fnbrieks-
en handelsmerken van 80 September 1893
geldt, met uitzondering van art. 1 en 2. al
leen voor bet Rijk in Europa terwiil de daar
mede overeenstemmende regeling bij Konink
lijke besluiten voor de koloniën en bezittin
gen in andere werelddeelen alleen voor
laatstbedoel territoir verbindend is. zoodat in
de consulaire ressorten, waarin consuls die
rechtsmacht uitoefenen, het recht tot uit
sluitend gebruik van een merk niet bestaat
en van het straffen van het wederrechtelijk
gebruik van een handels- of fabrieksmerk in
die ressorten derhalve volgens de bestaande
wetgeving geen sprake kan zijn.
De Minister van Buitenlandscbe Zaken
heeft thans een wetsontwerp ingediend, dat
de strekking heeft, in deze leemte te voor
zien. Het wijkt op practische gronden af van
het in de Merkenwet nedergelegde be
den moerassigen grond neer, ik blijf voor- sinsel, dat recht op een merk toekomt
loopig waken. Als de Turken komen, kan ik 1
tenminste met hen onderhandelen.
De uren kruipen langzaam voort; een fijne
motregen drenst uit den loodkleurigen nacht
hemel. Onze paarden, die in een etmaal niets
gegeten hebben, beginnen zich aan het loof
der boomen te goed te doen; de kniekettingen
rammelen; de schildwachten die nauwelijks
honderd pas van ons af moeten staan, roepen
elkaar aan. Duidelijk hooren we iedere let
tergreep die daar boven gesproken wordt
het is weinig bemoedigend, wat we vernemen.
Ze hebben het over een „vijandelijke pa
trouille" die zich ginds in het bosch heeft
verstopt en tweemaal gaan ze eenige passen
op het eikenbosch aan om ons op te sporen.
Daar hinniken plotseling eenige hunner paar
den en de onze antwoorden hun. „Daar zit
ten zei" roepen de wachten elkaar toe.
Snel opgestaan, de paarden aan de hand en
muis still Eenige schoten knallen. Dan wordt
het weer stil. Een eindeloos lange tijd gaat
voorbij met stil luisteren; het kamp geraakt
in slaap, de regen valt sterker naar beneden.
We hebben niets meer te vreezen, dat ze ons
in den nacht zullen opzoeken. Ze weten trou
wens ook niet, hoe sterk we zijn en moeten
zich in acht nemen.
Wederom hinniken de paarden men knik
kebolt onder het staan om plotseling op te
schrikken wanneer de dieren onrustig wor
den.
Eindelijk grauwt de morgen. Met ijskoude,
doornatte voeten en rammeiende magen blij
ven we onbeweeglijk staan. Ginds boven
wordt iets geroepen een schot knalt en
een kogel fluit over ons heen. Ze moeten de
koppen der paarden boven het lage hout heb
ben uitgezien. Voort dus! Daar klinkt het
geknerp van wagenraderen, een troep vluch
telingen, waar tusschen we ons insmokkelen.
Moderne oorlogskosten.
CXXXITL
Korbeonseeratie, (Vervolg.)
Onder het zingen van den 42sten Psalm
denzelfden, dien de priester 's morgens aan den
voet van het altaar bidt alvorens het H. Offer
op te dragen doopt de bisschop zijn duim
in het Gregoriaansche water en maakt daarme
de vijf kruisen, nl. één midden op de altaar
tafel en vier op de hoeken ervan, telkens zeg
gend: „Dit altaar worde geheiligd ter eere
van den almachtigen God en de glorierijke
Maagd Maria en alle Heiligen en op naam en
gedachtenis van den Heiligen N. In den naam
enz. Vrede zij u."
."hl
aan den eersten gebruiker binnen een aange
geven territoir. Volgens bet ontwerp wordt
dat recht afhankeliik gesteld van een depot,
hetzij overeenkomstig art. 5, hetzij overeen
komstig art. 8 der Merkenwet.
Het recht op een merk voor onderdanen
van eene vreemde mogendheid wordt alleen
erkend en zij worden alleen tegen inbreuk
daarop beschermd, wanneer die Mogendheid
ook het overeenkomstig de Nederlandscho
wet aan Nederlandsche onderdanen toeko
mend recht erkent en beschermt.
Wetsontwerp Personeele Belasting.
In de memorie van antwoord omtrent het
wetsontwerp tot wijziging van de wet tot re
geling van de personeele belasting wordt ge
zegd, dat de „afwenteling" van de belasting
vooral zeer bezwaarlijk gaat voor die inrich
tingen, welke het ontwerp beoogt tegemoet
te komen en dat dit niet of veel minder het vijf wonden, die Christus hangend aan het kruis
geval is voor de andere bedrijven, die in bet i voor ons heeft ontvangen. Dagelijks wordt op
voorloopig verslag werden genoemd, waar-1 het altaar het Kruisoffer hernieuwd en stroo-
onder in de eerste plaats koffiehuizen en juen de zegeningen van dat kruisoffer ons vol-
restaurants. Wanneer ook deze in de wet op tegemoetj vooral door de Zeveu Sacramen-
moesten worden opgenomen, zou dat den teu
Staat op een half millioen komen en waar
het niet het scheppen van nieuwe lasten,
doch het verlichten van jaren lang bestaan
de betreft, mag men daarmee wel rekening
houden.
Verhuurders van gemeubileerde woningeu
moet men vrijstellen wanneer zij niet ver
huren.
Staatsbegrooting 1913. Waterstaat.
Aan de Memorie van Antwoord van den Mi-
Dan bidt hij in diepen ootmoed: „O Heer,
wij smeeken U, dat Gij dezen wolbereiden steen
waarop hemelsohe offers bereid zullen worden,
met de volheid Uwer heiliging wilt verrijken,
Gij, diie eens de wei op bteenen tafelen neerge
schreven hebt. Door Christus onzen Heer.
Amen."
In navolging van Mozes, die bij de wijding
van het Joodsche brandofferaltaar dit zeven
maal besprenkelde, gaat hij vervolgens terwijl
het koor de psalm Miserere zingt zevenmaal
rondom het altaar, het voortdurend met wijwa
ter besproeiend. y
Hét altaar is een zinnebeeld van Christus
Volgens sommigen doelen de vijf kruisen op de
De Min. erkent de wenschelijkheid van ver
breed,ing van den weg Haarlem naar Amster
dam, zoodra Noord-Holland in de kosten bij
draagt.
Onderzocht wordt een verbreed ing van den
Rijksweg van Ocgstgeest naar Haarlem.
Billijk acht de Min., dat Amsterdam bijdraagt
in de kosten der verbreeding van den Rijksweg
nister van Waterstaat, over de waterstaatsbe-1 yan Amsterdam naar Haarlem,
grooting wordt het volgende ontleend: Spoor- en Tramwegpersoneel. Het ligt niet
De Min. hoopt dat. het onderzoek in zake.rtp den we^ der Regeering jn te grijpen in de
drooglegging van de Wieringermeer binnen den j Vürhouding van tramdirecties tot personeelver-
aangegeven tijd zal atloopen. Bepaalde plannen j eenigingen.
tot verbetering van de afwatering in de provin- j De Minister acht zijn standpunt tegenover
cie Groningen, meer bepaaldelijk betrekkingvakvereenlgingèn van het spoorwegpersoneel
hebbende op Hunsingo en Weeterkwartier, zijn hekend
In de laatste 37 jaren heeft Europa voor „iet bekend ceworden u- 1 vi-i j
i._x_Amex oeaena gewoiuen. Binnenkort zal blijken dat zoowel bij de My.
Zoolang over de wijze van verbetering nog tot ExpL van Staatsspoor v egen als bij de Ned.
geen overeenstemming verkregen is, kan vanCentraal Spoorwegmaatschappij do looneu op-
Rijkswege nog geen onderzo-ek worden ingesteld j nieuw wordcn verbeterd.
naar de wenschelijkheid van een kostbaar j
scheepvaartkanaal van Amsterdam over Amers-
zijn gewapende vrede het aardige sommetje
van 266 milliard gulen, volgens de Maasb.,
uitgegeven.
In verband hiermede geeft de „Harnb. Cor-
resp." eenige interessante gegevens, om te
doen uitkomen, hoe het in vergelijking met
dit „vredesbudget" staat met de kosten van foort en Veenendaal naar den ltijn (kanaal door
moderne oorlogen. j de Geldersche vallei.)
De Japansch-Russische oorlog^ die van Fe-j De houw van een tweede grootere sluis tot
bruari 1904 tot September 1905 duurde, heeft u j 1 i 1 w,
volgens de thans beschikbare statistieken ^HeterHigdcrgemeenKcha^
niet minder dan 5E milliard gulden gekost,1 teïwe«; B°tterda™ ei1 dif Holland,schen
Eene nieuwe pensioenregeling is te wachten
voor het personeel van de Ned. Centraal Spoor
weg-Mij.
Een nieuwe enquête ten aanzien van de rege
ling van de dienst- en rusttijden acht de Mi
nister niet noodig.
Er is nog geen beslissing genomen over de
8 milliard voor rekening van Rus- ?aI met ^kssubs.die aan de provincie in de kos- al dan nict wijdging van hoofdstuk X van h
laid! De .verliezen JapamTclie *0o'rlogs- "en ten w°rden bevorderd. Tevens kan dan de verde
handelsvloot alleen bedroegen 600 millioen r« verbetering van den Hollandschen I.Tsel wor-
gulden. Het was de vierde veldtocht van den overwogen.
Rusland in een tijdsverloop van 75 jaren. j De Min. meent dat de verbetering der haven
In den eersten oorlog tegen de Turken in te Huizen allereerst op den weg dier gemeente
het jaar 1828, gaf 'usland 240 millioen gul- ligt; eerst bij onmacht ware een rijksbijdrage beëimlisrd
den uit voor den 001 og, en offerde het 120000 yerleenen mits de provincie Noord-Holland'
menschenlevens op. den laatsten Rus-
sisch-Turkschen oorlog van 187&-77 had eu, g subsidie toekent.
Rusland ruim twee milliard uit te geven en; T, hoewel een overbrugging van de Waal bij de
verloor het 180,000 soldaten. Belvedere te Nijmegen de voorkeur verdient bo-
De kosten van Engeland in den Krim-oor- ven eene overbrugging nabij den Lindcnberg,
log bedroegen 936 millioen gulden, maar heeft de Min. aan de gemeente Nijmegen me-
deze som 6cbijnt nog gering in vergelijking degedeeld dat tegen laatsgenoemdo plaats even
met de kosten van en Boerenoorlog in Zuid- mm bezwaren bestaan als tegen de overbrug-
Afrika.
algemeen Reglement voor den Dienst.
oor wijziging van de verlofsregeling zijn
geen termen aanwezig.
Het onderzoek naar do regeling van het stuk-
geld in de werkplaatsen der S.S. is nog niet
ging naast de bestaande spoorwegbrug.
De Min. is niet genegen subsidie te bev-or-
De veldtocht, d)e met de annexatie van
Oranje-Vrijstaat en Transvaal eindigde,) TT
kostte aan Engeland ƒ2,543 376,000, en de we-'der:° ™or verbetering van den Waterdog IJ-
kelijksche uitgaven beliepen ƒ18,000,000. Nog muKlen Katwijk.
iets meer, nl. ƒ19,000,000 per week, eisch te He Min. wensch te met de bezoldiging der op-
Amerika, gedurende den Onafhankelijkheids- zichters niet verder te gaan dan is voorge-
oorlog, van den Engelsehen oorlogsschat; het steld en ook geen ingrijpende wijzigingen aan
moederland offerde voor dezen oorlog, die te brengen in de tractementsregeling der bu-
met het verlies van de groote kolonie ein
digde, bijna VA millard gulden.
Maar al deze reusachtigo sommen blijven
De nood'zakelijkheid van nachttreinen van
Holland naar Groningen kan de Minister niet
inzien.
Overwogen zal worden trein 140, diie 10 u. 44
nm. van den Haag naar Amsterdam vertrekt,
gedurende den geheelen zomerdienst te doen
loopen.
De Minister voert tal van cijfers aan ten be-
tooge dat de spoorwegmijen alle3 doen om wa
gengebrek te voorkomen.
ien aanzien van Amsterdam is naar aanlei
ding van de ingekomen adviezen door den Raad
van Toezicht op de spoorwegdiensten een alge
meen plan opgemaakt van hetgeen in de eerste
plaats ter verbetering zou kunnen geschieden,
teneinde dit te bezigen als grondslag voor het
met de besturen der spoorwegmaatschappijen,
en met het gemeentebestuur te houden overleg.
reelambte naren.
Met handhaving zijner denkbeelden omtrent
ver beneden "de ^ÏÜardem, wdkTdo^den kindertoelage vind hy verhooging der mini- j Dat plan werd met een Nota" van Toelichtiig
Fransch-Duitschen oorlog verslonden wer- mn" eu maxima-salarissen der waterstaatsbe-aan deze autoriteiten toegezonden en is thans
den. Aan Frankrijk kostte deze oorlog 3800 alnbten en arbeiders geen aanleiding. bij haar in onderzoek.
millioen gulden, wat per week - "er dan' Bij nota van wijziging vraagt de Min. ƒ3000 Daarin is 0. m. eene geheele verlegging van
84,000,000 maakt. Daarentegen ren de om inzending van kaarten, teekeningen ru op de personensporen aan de Oostzijde van het Cen-
oorlogen van Napoleon Voor Frankrijk he- de E. N. T. O. S. te Amsterdam. j traalstation opgenomen. Tegen eene verruiming
trekkelyk goedkoop. De veldtochten, die met. Wat betreft de kanalisatie van de Maas in van de doorvaart wend te der bestaande spoor"
den slag by Waterloo een einde namen, kost-'Limburg zul;len de dipiomatiek6 onderbande- uestaanue spoor
iemfwn5r3en° overil J3™11 """J lingen met België worden bespoedigd. De Min.
3 milliard gulden, overigens werd een groot
deel dezer kosten door de verbondenen ge- h<)opt "°s voórdfn a-s- een onteigemngs-
dragen. ontwerp ten behoeve der meest-noodzakelijke
Veel grooter waren de uitgaven, welke En- verbetering in te dienen. Het onderzoek tor zake der werken in zeer belangrijke mate is betrok-
geland zich moest getroosten in zijn strijd de juiste plaats der verbinding tusschen Maas ken immers zou het stadsverkeer aan de
wegbrug tegenover de Oosterdoksluie tot ten
minste 25 Meter bestaat daarbij geen bezwaar.
Aangezien naar de meening van den Minister
het plaatselijke belang bij de totstandkoming
tegen Napoleon, want het rijke Albion moest en Waal is nog niet beëindigd,
verscheidene kleine landen financieel steu-j Verwacht wordt dat de vluchthaven in Hoorn
nen in hnn_ striid tegen den Corsicaan. Toen nog in dezen winter gereed zal zijn.
Napoleon eindelijk overwonnen was, had En- Ue MIn beeft zleh enegen verklaard de ver-
geland, alles bijeen genomen, 9972 millioen
gulden geofferd. betering van een der beide bruggen over het
Bij het meerênde. l dezer cijfers moet in Hoord-Holkndsche Kanaal te Alkmaar te over-
nanmerking worden genomen, dat de genoem- w®Ben tegenover een bijdrage van 50.00Ü en
de ontzaglijke sommen uitgegeven werden
voor de landmacht. In de toekomstige oor
logen echter zullen de zeemacht, de vloten en
do onvermijdelijke vernietiging van zeer koet-
baar materiaal de verliescijfers nog onge-
hoc rd doen stijgen. Hierover kan men nu
reed eenigszins oordeelen door do buiten
sporige marine-uitgaven der groote mogend
heden in vredestijd. Zoo is b.v. het Engel-
sche marine-budget in de laatste tien jaren
van 408 millioen gulden tot 540 millioen ge-
stegen, en in de Vereenigde Staten van 192 ook de exploitatie van het droogdok aal voor-
millioen tot 320 millioen. Ideeliger worden.
koatelooze afstand van gemeentegrond door de
gemeente Alkmaar.
Eenig voorstel tot vervanging van bet rtoom-
pontveer te Velsen door een anderen kanaalover-
gang van den Min. is niet te wachten.
Maatregelen zijn in overweging om in de lig
plaats voor kruitschepen op het Noordzee-Ka
naal wijziging te brengen.
De exploitatie der Visschershaven te IJmui-
den zal waarschynlyk. in 1912 winst leveren;
Oostzijde der gemeente geheel van het spoor
wegverkeer worden vrijgemaakt schijnt er
alle aanleiding om van de gemeente een bij
drage te vorderen. Deze werd voorloopig aan
genomen op niet meer dan ongeveer 1/6 ge
deelte van het totaal-bedrag.
Personeel posterijen en telegrafie. Op 14 Do-
oember 1910 heeft de minister zijn standpunt
uiteengezet omtrent de vraag of by benoemin
gen van postbeambten gelet mag worden op
de godsdienstige gezindheid der sollicitanten. In
die gedragslijn is sedert geen wijziging geko
men.
In een in overleg met den Min. door den
dir.-gen. verzonden circulaire heeft de Min. nog
eens zyn ware bedoeling doen kennen,
duidelijk zou blijken dat bevoordeeling van de
eene gezindte boven de andere door hem ten
strengste wordt afgekeurd