ALLERLEI UIT LISSE. BUITENLAND. Rond de Liturgie. De oorlog op den Balkan. Staten-Generaal, 1 .+2 +4 5+: 3-H NIEUWE HAARLEMSCME COURANT ,SH°S.P"e V. 'Afwezig de Keer Prins.... Zoo vangen in 0«n regel, onder het gewone hoofdje, onze ge- meenteraadsverslagen aan. Het heugt ons bijna niet dat genoemd raadslid voor 't laatst een zittingJieeft bijgewoond. Maar in gemoede, kan mijnheer Prins zooiets aan de kiezers verant- 1 woorden Ons dunkt van neen. Wat de oorzaak as van deze herhaalde absentie is ons niet recht duidelijk. Mogelijk is 't maar een van des Iveeren Prins' nukken. Hoe het zij, een raadslid dat dermate zijn plichten tegenover de kiezers ver zuimt is dunkt ons verplicht zijn mandaat weer in hun handen te stellen, wil hij geen gevaar loopen dat 't hem bij een eventueelo aftreding ontnomen wordt. Daar toch zal 't ten slotte op uitdraaien. Wij hadden 't hier toch zoo over raadslid en kiezers, zoodat ons de a.s. gemeente raadsverkiezing als vanzelf in de gedachte komt. Onder de aftredende leden is, zoo ik mij niet vergiB, de heer van Graven. Welke houding zal onze R. K. Kiesvereeniging ten opzichte van dat aftredend lid moeten aannemen? Zooals men zich zal herinneren is de heer van Graven in 1907 als dissident candidaat in den Raad gekozen. De candidaat der R. K. Kies vereeniging was toentertijd de heer Haase. Kan nu de Roomsehe Kiesvereeniging, wil zij haar prestige bewaren, den heer van Graven in 1913 eaudideeren? Men versta ons goed; wij hebben niets tegen den persoon van den heer van Graven en evenmin tegen het raadslid als zoo danig, maar het geldt hier de eer der Kiesver eeniging. En al is nu sindsdien, óók al om een dergelijk feit, het bestuur der Kiesvereeni ging geheel in andere handen overgegaan, de Kiesvereeniging zelf is nimmer ontbonden. Vandaar dat wij bovengenoemde vraag stelden, hen vraag die o. i. niet zoo heel gemakkelijk is op te lossen. Men vergete niet dat van Graven, 11 even geroyeerd te zijn uit de Kiesvereeni- ging, kort daarop weer als lid is aangenomen en sindsdien trouw lid is gebleven, wat natuur lijk 't geval nog moeilijker maakt. Wij voor ons achten ons niet bevoegd deze gewichtige vraag, mogen we wel zeggen ,te beantwoorden; wij laten dit liever over aan de Kiesvereeniging zelve, t Heeft ons al verwonderd dat ze, met 't oog op de vele en belangrijke verkiezingen in 1913, nog niet eens heeft vergaderd maar steeds in rustige ruste blijft. Is men zoo zeker van de overwinning? Van vergaderen gesproken. Eén belangrijke vergadering heeft kortelings geleden de bloe- Hust werk lieden vereeniging „St. Isidorus" ge- oiKBn. Eq op die vergadering hebben de leden blyk gegeven dat ze bij het bespreken der ar beidsvoorwaarden maar niet steeds luisteren naar het hoogste bod, maar bij die besprekingen wel degelijk rekening houden met de bedrijfs- toestanden. En dit is o. i. ©en gezonde factor in de vakvereeniging. 't Ging namelijk over het collectief Arbeids contract hetwelk de Bond „St. Deus Dedit" in 't a.s. voorjaar met de bloemistenpatroons wil sluitenaan de lezers van dit blad reeds bekend. Bij lange na ging „St. I." niet accoord met het eoncept, zij achtte dit voor Lisse te veeleasohend. Om te beginnen wil ze in 1913 het loon bepaald zien in dezer voege: acht maanden 11 per week en vier maanden 10 per week en voor de twee daarop volgende jaren ieder jaar 50 cent per week verhooging. Deze eisch is dunkt ons niet onredelijk en zeker voor 't bedrijf niet bezwaarlijk. Een voorstel om de twee opvolgen de jaren 75 cent per week verhooging te eischen werd na een flinke gedachten wisseling verwor pen. Men wilde rekening houden óók met het kleinbedrijf. En dat lijkt ons goed gezien. Voor de peuterbazen is 't waarlijk nu juist niet zoo'n rooskleurig vooruitzicht; 't land duur en de prys deT gewassen laag. Wat de kwestie van Zaterdagnamiddags om 4 uur eindigen betreft, óók daaraan wil „St. I." vasthouden. Hierom trent verwacht zy trouwens een gunstig resul taat van de commissie wel'ke deze zaak in on derzoek heeft en welk resultaat met Januari a.s. zal worden bekend gemaakt. Wat 't over werk betreft, hierin gaat zij verder dan het concept. Waar 't concept spreekt van 't eerste jaar 22 cent per uur en vervolgens opgaande, zoodat in 1916 niet minder dan 25 cent per uur worde betaald, wil zij dit direct op 25 cent per uur gesteld zien. Niet omdat zij 22 cent per uur als zoodanig te laag acht, maar om de doodeenvoudige reden dat ze het zoo min mo gelijk wil zien voorkomen .De werkdag van 's morgens 6 tot 's avonds 7 uur vindt zij zeer goed in 't concept. Toch dunkt mij dat men ook hier stelselmatig had mede moeten te werk gaan. Men had dit kunnen bepalen om 't eerste jaar met Juni des morgens te 5 uur te begin nen, het tweede jaar om half zes, om dau in het laatste jaar waarvoor 't contract wordt afge sloten de bovengenoemde werkdag in te voeren. Het bloembollenbedrijf is nu eenmaal een sei- zoenbedrijf. Met Juni komt de drukte aan en wel zoodanig dat er, althans hier ter plaatse, handen te kort zijn. En het kan in niemands voordeel zijn dat het gewas niet op tijd binnen ge°°^st is- Wat over tijd in den grond blijft is schadelijk voor 't gewas. Zeker, hierin kan wor i.n oorzien door overwerken, maar als men t zoo min mogelijk wil toegepast zien, houdt dn geen steek. Bovendien is dit onder bedekte termen het loon hooger opvoeren En fin, wy willen hopen dat 't voorgestelde bij de patroons een gunstig onthaal moge vinden en dat een collectief contract worde gesloten ten voordeele van 't bedrijf. Ik las dezer dagen in dit blad dat weer een bloemistwerkliedenvereeniging is opgericht en wel een christelijke. Wij weten niet waar of de grens is van dit christelijke. Mocht 't echter zijn dat dit ook de deuren openzet voor de katholieken om als lid toe te treden, dan willen wij hierbij de hoop uitspreken dat geen en kel katholiek er gebruik van zal malen, doch zich zal houden aan den uitdrnkkelijken wensch van Pans en Bisschoppen, nJ. een katholiek in een katholieke vakvereeniging. Zonder eenig gemoedsbezwaar kan dan „St. Isidorus" met deze pas-opgerichte vereenigiag samenwerken hij 't voeren van actie, doch als dit is afgewerkt keert ieder weer in eigen confessie terug. v OPMERKER. OORLOGSCORRESPONDENTEN OP DE VLUCHT. Met welke moeilijkheden en gevaren oor logscorrespondenten dikwijls te kampen heb ben, blijkt, uit een pakkend relaas van den bijzonderen berichtgever der „Kölnisehe .Volkszeitung". De Gld. ontleent er het volgende aan: ....We rijden in den vallenden avond naar het Oosten om zoo mogelijk nog voor het aanbreken van den nacht het station te Si- nikli te bereiken, van waaruit de weg naar de Marmora-haven Niliori Zuidelijk moet af buigen. De landkaarten die we bezitten zijn echter even valsch als de statistiek van een negerrepubliek dolmetsj hebben we niet meegenomen, daar ik een beetje .Turksch spreek en buiten twee veldflesschen met wat sterken drank en eenige kokers sigaretten hebben we geen enkel genotmiddel, en bo vendien sinds 24 uur niets gegeten, daar men gisterennamiddag al beval ons marschvaar dig te maken en ons keukengereedschap ge pakt was. Eindeloos golft do colonne der vluchtende landbevolking, vermengd met tallooze solda ten, tegen den zacht glooienden heuvel op een modderige poel, waarin gebroken wa gens en daarnaast gevallen vee liggen, is omringd door honderden va,n lieden. We laten de dieren drinken en dan gaat het in ge- strekten draf verder. Naast ons golft de belichaming van menschelijke ellende; de van huis en hof verdreven boeren, (li- met ge kromde, vermoeide ruggen hun g r huis raad langs dezen lijdensweg voortslepen Een, twee uren draven we nu eens links, dan weer rechts de geen einde nemende co lonne voorbij. Menigmaal snelt een ruiter in galop vooruit naar het Oosten toe. Het wordt donker. Daar drukt aan den verren ho rizon een fijne keten roodachtige lichten op. Het zijn de vuren der voor ons uitgevluch- ten, die ginds hun nachtleger hebben geko- 1 zen. De lichtboeg breidt, zich al meer en meer naar Noord en Zuid uit. Het moet een meer dere kilometers lange en zeer dichte linie van vuren zijn, maar alles schijnt vervaagd in den herfstnevel en den gestadig neerdrup- pélenden regen. We moeten in stap overgaan aan beide zijde van den weg zijn dikwijls drinkplaatsen der buffels, waarin men vallen kan. Voorzich tig zijn en zooveel mogelijk üuitsch spreken is nu de boodschap. De nacht is verraderlijk, de lieden redeloos men kon ons, op hooge I s 11-den gezeten, in goede pelsen gewikkeld en een vreemde taal sprekend bij het voor- I bijrijden voor een Bulgaarsche patrouille hou den en het afgaan van een geweer zou in een oogenbiik tijds tot een moordpartij kun- neii aanleiding geven. We komen in de buurt van de kamp vuren. Van verre geleken ze een gesloten linie hier zien we eerst, dat het een ver strooide legerplaats is, waarvan de afzonder lijke groepen kilometers ver uit elkaar lig gen. Geluideloos dringen we tusschen paar den en officieren door en geraken in een co lonne militaire vervoermiddelen, die hier of daar in de duisternis, misschien in een dorps straat opgestuwd is. Rechts en links voor ons zien we vage schaduwen potsierlijk tus schen walmende roodgloeiende vuren rond dansen; plotseling bemerken we nu en dan een baardig gezicht bij het schijnsel der vlammen, dat plotseling verdwijnt. Paarden snuiven, sergeants en korporaals worden bij naam uit een menschenkluit afgeroepen, waarvan van iedere vijf personen er een Meh- med of Hassan heet, en dan rammelen kettin gen, donkere massa's van onbestemde omtrek ken schuiven ons voorbij, vervolgens weer bagagewagens. Daar opeens een helle schittering voor onze oogen, die een oogenbiik als verblind wor den, het is eene van die verwenschte electri- sclie zaklantaarns waarvoor men nergens meer veilig is. Officieren staan bijeen en be proeven tusschen staketsels en dergelijke hin dernissen misschien waren het tuinhek ken den legertrein bivakplaatsen aan te wijzen. Men licht ons in het gezicht en we legiti- meeren ons. Ja, we mogen passeeren, maar waai" de weg naar het station loopt, weet nie mand. Midden tusschen een afdeeling rui ters, een twintig man ongeveer, gaat het ver der. Ik vang uit de gesprekken op, dat Bul gaarsche bommenwerpers vandaag twee aan slagen op de spoorbaan gedaan hebben, een hunner heeft men gepakt. Het gaat nu door kniediep moerassige holle wegen en langs kampvuren door den vuilen nacht. Dan verdwijnen links en rechts de bi vakvuren en komen we aan den spoordam, waarop we een verlichten trein zien staan. De ruiters buigen naar het Zuiden af, wij echter willen langs de lijn het station berei ken, achter den stilstaanden trein aan. „Hoe ver zijn we nog van het station?" roep ik in het Turksch. Een klein zoeklicht schittert van de locomo tief af. Eenige stemmen schreeuwen in ge weldigen haast: „At"I „At"t Schietl Schiet' en we galoppeeren weg over een natte weide. Daar loopt een kerel met een zaklantaarn rond en geeft lichtsignalen in de duistern 's. Als we meenen buiten schot te zijn geko men, houden we krijgsraad. Daar flikkert, nauwelijks honderd pas van ons af, weer een licht en wordt getrappel hoorbaar. Zeker een cavallerie-patrouille, die ons op de hielen zit. Dan maar het bosck in, een nauwelijks manshooge eikenopslag. Hoe ver zou het rich uitstrekken? j Zoo stil mogelijk dringen we door de strui ken en gelooven Zuidwaarts te gaan. Daar nadert iets van links, een wit! oude straal flitst over de blinkende rails een trein nadert, steeds meer en juist op ons aan; een zoeklicht, voor op de locomotief, zoekt als een boosaardig vlammend oog, do omgeving af. Plotseling staan we weer op de lijn, die hier een groote bocht maakt en klinken van alle zijden kreten 00 „Orada düsjmeular", „nerede?" „boe tarafdan„Daar zijn vij anden 1"waar.... waar? „Aan dezen kant! We wachten natuurlijk 'den trein niet af. Het bosch weer in. De paarden aan 'den' teugel, struikelend en strompelend dwalen we vooruit. Nu en dan raken we van elkaar, maar vinden elkaar toch ten slotte weer; eindelijk is een iets hooger gelegen bosch bereikt. Oogenschnlijk een moerassige plek we blijven staan en kijken rond. Rondom ons kampvuren, geroep van schildwachten en enkele schoten. We zijn gevangen tusschen den halven cirkel van het bivakkeerende leger en de spoor lijn I Nu is het stil den morgen afwachten. Volgens onze berekeningen zal de maan on geveer twee uur in den nacht opkomen. Twee onzer leggen zich tusschen de struiken op GEWISSE!,DE STUKKEN. Fabrfeks- en handelsmerken. De wet, houdende bepaling op de fnbrieks- en handelsmerken van 80 September 1893 geldt, met uitzondering van art. 1 en 2. al leen voor bet Rijk in Europa terwiil de daar mede overeenstemmende regeling bij Konink lijke besluiten voor de koloniën en bezittin gen in andere werelddeelen alleen voor laatstbedoel territoir verbindend is. zoodat in de consulaire ressorten, waarin consuls die rechtsmacht uitoefenen, het recht tot uit sluitend gebruik van een merk niet bestaat en van het straffen van het wederrechtelijk gebruik van een handels- of fabrieksmerk in die ressorten derhalve volgens de bestaande wetgeving geen sprake kan zijn. De Minister van Buitenlandscbe Zaken heeft thans een wetsontwerp ingediend, dat de strekking heeft, in deze leemte te voor zien. Het wijkt op practische gronden af van het in de Merkenwet nedergelegde be den moerassigen grond neer, ik blijf voor- sinsel, dat recht op een merk toekomt loopig waken. Als de Turken komen, kan ik 1 tenminste met hen onderhandelen. De uren kruipen langzaam voort; een fijne motregen drenst uit den loodkleurigen nacht hemel. Onze paarden, die in een etmaal niets gegeten hebben, beginnen zich aan het loof der boomen te goed te doen; de kniekettingen rammelen; de schildwachten die nauwelijks honderd pas van ons af moeten staan, roepen elkaar aan. Duidelijk hooren we iedere let tergreep die daar boven gesproken wordt het is weinig bemoedigend, wat we vernemen. Ze hebben het over een „vijandelijke pa trouille" die zich ginds in het bosch heeft verstopt en tweemaal gaan ze eenige passen op het eikenbosch aan om ons op te sporen. Daar hinniken plotseling eenige hunner paar den en de onze antwoorden hun. „Daar zit ten zei" roepen de wachten elkaar toe. Snel opgestaan, de paarden aan de hand en muis still Eenige schoten knallen. Dan wordt het weer stil. Een eindeloos lange tijd gaat voorbij met stil luisteren; het kamp geraakt in slaap, de regen valt sterker naar beneden. We hebben niets meer te vreezen, dat ze ons in den nacht zullen opzoeken. Ze weten trou wens ook niet, hoe sterk we zijn en moeten zich in acht nemen. Wederom hinniken de paarden men knik kebolt onder het staan om plotseling op te schrikken wanneer de dieren onrustig wor den. Eindelijk grauwt de morgen. Met ijskoude, doornatte voeten en rammeiende magen blij ven we onbeweeglijk staan. Ginds boven wordt iets geroepen een schot knalt en een kogel fluit over ons heen. Ze moeten de koppen der paarden boven het lage hout heb ben uitgezien. Voort dus! Daar klinkt het geknerp van wagenraderen, een troep vluch telingen, waar tusschen we ons insmokkelen. Moderne oorlogskosten. CXXXITL Korbeonseeratie, (Vervolg.) Onder het zingen van den 42sten Psalm denzelfden, dien de priester 's morgens aan den voet van het altaar bidt alvorens het H. Offer op te dragen doopt de bisschop zijn duim in het Gregoriaansche water en maakt daarme de vijf kruisen, nl. één midden op de altaar tafel en vier op de hoeken ervan, telkens zeg gend: „Dit altaar worde geheiligd ter eere van den almachtigen God en de glorierijke Maagd Maria en alle Heiligen en op naam en gedachtenis van den Heiligen N. In den naam enz. Vrede zij u." ."hl aan den eersten gebruiker binnen een aange geven territoir. Volgens bet ontwerp wordt dat recht afhankeliik gesteld van een depot, hetzij overeenkomstig art. 5, hetzij overeen komstig art. 8 der Merkenwet. Het recht op een merk voor onderdanen van eene vreemde mogendheid wordt alleen erkend en zij worden alleen tegen inbreuk daarop beschermd, wanneer die Mogendheid ook het overeenkomstig de Nederlandscho wet aan Nederlandsche onderdanen toeko mend recht erkent en beschermt. Wetsontwerp Personeele Belasting. In de memorie van antwoord omtrent het wetsontwerp tot wijziging van de wet tot re geling van de personeele belasting wordt ge zegd, dat de „afwenteling" van de belasting vooral zeer bezwaarlijk gaat voor die inrich tingen, welke het ontwerp beoogt tegemoet te komen en dat dit niet of veel minder het vijf wonden, die Christus hangend aan het kruis geval is voor de andere bedrijven, die in bet i voor ons heeft ontvangen. Dagelijks wordt op voorloopig verslag werden genoemd, waar-1 het altaar het Kruisoffer hernieuwd en stroo- onder in de eerste plaats koffiehuizen en juen de zegeningen van dat kruisoffer ons vol- restaurants. Wanneer ook deze in de wet op tegemoetj vooral door de Zeveu Sacramen- moesten worden opgenomen, zou dat den teu Staat op een half millioen komen en waar het niet het scheppen van nieuwe lasten, doch het verlichten van jaren lang bestaan de betreft, mag men daarmee wel rekening houden. Verhuurders van gemeubileerde woningeu moet men vrijstellen wanneer zij niet ver huren. Staatsbegrooting 1913. Waterstaat. Aan de Memorie van Antwoord van den Mi- Dan bidt hij in diepen ootmoed: „O Heer, wij smeeken U, dat Gij dezen wolbereiden steen waarop hemelsohe offers bereid zullen worden, met de volheid Uwer heiliging wilt verrijken, Gij, diie eens de wei op bteenen tafelen neerge schreven hebt. Door Christus onzen Heer. Amen." In navolging van Mozes, die bij de wijding van het Joodsche brandofferaltaar dit zeven maal besprenkelde, gaat hij vervolgens terwijl het koor de psalm Miserere zingt zevenmaal rondom het altaar, het voortdurend met wijwa ter besproeiend. y Hét altaar is een zinnebeeld van Christus Volgens sommigen doelen de vijf kruisen op de De Min. erkent de wenschelijkheid van ver breed,ing van den weg Haarlem naar Amster dam, zoodra Noord-Holland in de kosten bij draagt. Onderzocht wordt een verbreed ing van den Rijksweg van Ocgstgeest naar Haarlem. Billijk acht de Min., dat Amsterdam bijdraagt in de kosten der verbreeding van den Rijksweg nister van Waterstaat, over de waterstaatsbe-1 yan Amsterdam naar Haarlem, grooting wordt het volgende ontleend: Spoor- en Tramwegpersoneel. Het ligt niet De Min. hoopt dat. het onderzoek in zake.rtp den we^ der Regeering jn te grijpen in de drooglegging van de Wieringermeer binnen den j Vürhouding van tramdirecties tot personeelver- aangegeven tijd zal atloopen. Bepaalde plannen j eenigingen. tot verbetering van de afwatering in de provin- j De Minister acht zijn standpunt tegenover cie Groningen, meer bepaaldelijk betrekkingvakvereenlgingèn van het spoorwegpersoneel hebbende op Hunsingo en Weeterkwartier, zijn hekend In de laatste 37 jaren heeft Europa voor „iet bekend ceworden u- 1 vi-i j i._x_Amex oeaena gewoiuen. Binnenkort zal blijken dat zoowel bij de My. Zoolang over de wijze van verbetering nog tot ExpL van Staatsspoor v egen als bij de Ned. geen overeenstemming verkregen is, kan vanCentraal Spoorwegmaatschappij do looneu op- Rijkswege nog geen onderzo-ek worden ingesteld j nieuw wordcn verbeterd. naar de wenschelijkheid van een kostbaar j scheepvaartkanaal van Amsterdam over Amers- zijn gewapende vrede het aardige sommetje van 266 milliard gulen, volgens de Maasb., uitgegeven. In verband hiermede geeft de „Harnb. Cor- resp." eenige interessante gegevens, om te doen uitkomen, hoe het in vergelijking met dit „vredesbudget" staat met de kosten van foort en Veenendaal naar den ltijn (kanaal door moderne oorlogen. j de Geldersche vallei.) De Japansch-Russische oorlog^ die van Fe-j De houw van een tweede grootere sluis tot bruari 1904 tot September 1905 duurde, heeft u j 1 i 1 w, volgens de thans beschikbare statistieken ^HeterHigdcrgemeenKcha^ niet minder dan 5E milliard gulden gekost,1 teïwe«; B°tterda™ ei1 dif Holland,schen Eene nieuwe pensioenregeling is te wachten voor het personeel van de Ned. Centraal Spoor weg-Mij. Een nieuwe enquête ten aanzien van de rege ling van de dienst- en rusttijden acht de Mi nister niet noodig. Er is nog geen beslissing genomen over de 8 milliard voor rekening van Rus- ?aI met ^kssubs.die aan de provincie in de kos- al dan nict wijdging van hoofdstuk X van h laid! De .verliezen JapamTclie *0o'rlogs- "en ten w°rden bevorderd. Tevens kan dan de verde handelsvloot alleen bedroegen 600 millioen r« verbetering van den Hollandschen I.Tsel wor- gulden. Het was de vierde veldtocht van den overwogen. Rusland in een tijdsverloop van 75 jaren. j De Min. meent dat de verbetering der haven In den eersten oorlog tegen de Turken in te Huizen allereerst op den weg dier gemeente het jaar 1828, gaf 'usland 240 millioen gul- ligt; eerst bij onmacht ware een rijksbijdrage beëimlisrd den uit voor den 001 og, en offerde het 120000 yerleenen mits de provincie Noord-Holland' menschenlevens op. den laatsten Rus- sisch-Turkschen oorlog van 187&-77 had eu, g subsidie toekent. Rusland ruim twee milliard uit te geven en; T, hoewel een overbrugging van de Waal bij de verloor het 180,000 soldaten. Belvedere te Nijmegen de voorkeur verdient bo- De kosten van Engeland in den Krim-oor- ven eene overbrugging nabij den Lindcnberg, log bedroegen 936 millioen gulden, maar heeft de Min. aan de gemeente Nijmegen me- deze som 6cbijnt nog gering in vergelijking degedeeld dat tegen laatsgenoemdo plaats even met de kosten van en Boerenoorlog in Zuid- mm bezwaren bestaan als tegen de overbrug- Afrika. algemeen Reglement voor den Dienst. oor wijziging van de verlofsregeling zijn geen termen aanwezig. Het onderzoek naar do regeling van het stuk- geld in de werkplaatsen der S.S. is nog niet ging naast de bestaande spoorwegbrug. De Min. is niet genegen subsidie te bev-or- De veldtocht, d)e met de annexatie van Oranje-Vrijstaat en Transvaal eindigde,) TT kostte aan Engeland ƒ2,543 376,000, en de we-'der:° ™or verbetering van den Waterdog IJ- kelijksche uitgaven beliepen ƒ18,000,000. Nog muKlen Katwijk. iets meer, nl. ƒ19,000,000 per week, eisch te He Min. wensch te met de bezoldiging der op- Amerika, gedurende den Onafhankelijkheids- zichters niet verder te gaan dan is voorge- oorlog, van den Engelsehen oorlogsschat; het steld en ook geen ingrijpende wijzigingen aan moederland offerde voor dezen oorlog, die te brengen in de tractementsregeling der bu- met het verlies van de groote kolonie ein digde, bijna VA millard gulden. Maar al deze reusachtigo sommen blijven De nood'zakelijkheid van nachttreinen van Holland naar Groningen kan de Minister niet inzien. Overwogen zal worden trein 140, diie 10 u. 44 nm. van den Haag naar Amsterdam vertrekt, gedurende den geheelen zomerdienst te doen loopen. De Minister voert tal van cijfers aan ten be- tooge dat de spoorwegmijen alle3 doen om wa gengebrek te voorkomen. ien aanzien van Amsterdam is naar aanlei ding van de ingekomen adviezen door den Raad van Toezicht op de spoorwegdiensten een alge meen plan opgemaakt van hetgeen in de eerste plaats ter verbetering zou kunnen geschieden, teneinde dit te bezigen als grondslag voor het met de besturen der spoorwegmaatschappijen, en met het gemeentebestuur te houden overleg. reelambte naren. Met handhaving zijner denkbeelden omtrent ver beneden "de ^ÏÜardem, wdkTdo^den kindertoelage vind hy verhooging der mini- j Dat plan werd met een Nota" van Toelichtiig Fransch-Duitschen oorlog verslonden wer- mn" eu maxima-salarissen der waterstaatsbe-aan deze autoriteiten toegezonden en is thans den. Aan Frankrijk kostte deze oorlog 3800 alnbten en arbeiders geen aanleiding. bij haar in onderzoek. millioen gulden, wat per week - "er dan' Bij nota van wijziging vraagt de Min. ƒ3000 Daarin is 0. m. eene geheele verlegging van 84,000,000 maakt. Daarentegen ren de om inzending van kaarten, teekeningen ru op de personensporen aan de Oostzijde van het Cen- oorlogen van Napoleon Voor Frankrijk he- de E. N. T. O. S. te Amsterdam. j traalstation opgenomen. Tegen eene verruiming trekkelyk goedkoop. De veldtochten, die met. Wat betreft de kanalisatie van de Maas in van de doorvaart wend te der bestaande spoor" den slag by Waterloo een einde namen, kost-'Limburg zul;len de dipiomatiek6 onderbande- uestaanue spoor iemfwn5r3en° overil J3™11 """J lingen met België worden bespoedigd. De Min. 3 milliard gulden, overigens werd een groot deel dezer kosten door de verbondenen ge- h<)opt "°s voórdfn a-s- een onteigemngs- dragen. ontwerp ten behoeve der meest-noodzakelijke Veel grooter waren de uitgaven, welke En- verbetering in te dienen. Het onderzoek tor zake der werken in zeer belangrijke mate is betrok- geland zich moest getroosten in zijn strijd de juiste plaats der verbinding tusschen Maas ken immers zou het stadsverkeer aan de wegbrug tegenover de Oosterdoksluie tot ten minste 25 Meter bestaat daarbij geen bezwaar. Aangezien naar de meening van den Minister het plaatselijke belang bij de totstandkoming tegen Napoleon, want het rijke Albion moest en Waal is nog niet beëindigd, verscheidene kleine landen financieel steu-j Verwacht wordt dat de vluchthaven in Hoorn nen in hnn_ striid tegen den Corsicaan. Toen nog in dezen winter gereed zal zijn. Napoleon eindelijk overwonnen was, had En- Ue MIn beeft zleh enegen verklaard de ver- geland, alles bijeen genomen, 9972 millioen gulden geofferd. betering van een der beide bruggen over het Bij het meerênde. l dezer cijfers moet in Hoord-Holkndsche Kanaal te Alkmaar te over- nanmerking worden genomen, dat de genoem- w®Ben tegenover een bijdrage van 50.00Ü en de ontzaglijke sommen uitgegeven werden voor de landmacht. In de toekomstige oor logen echter zullen de zeemacht, de vloten en do onvermijdelijke vernietiging van zeer koet- baar materiaal de verliescijfers nog onge- hoc rd doen stijgen. Hierover kan men nu reed eenigszins oordeelen door do buiten sporige marine-uitgaven der groote mogend heden in vredestijd. Zoo is b.v. het Engel- sche marine-budget in de laatste tien jaren van 408 millioen gulden tot 540 millioen ge- stegen, en in de Vereenigde Staten van 192 ook de exploitatie van het droogdok aal voor- millioen tot 320 millioen. Ideeliger worden. koatelooze afstand van gemeentegrond door de gemeente Alkmaar. Eenig voorstel tot vervanging van bet rtoom- pontveer te Velsen door een anderen kanaalover- gang van den Min. is niet te wachten. Maatregelen zijn in overweging om in de lig plaats voor kruitschepen op het Noordzee-Ka naal wijziging te brengen. De exploitatie der Visschershaven te IJmui- den zal waarschynlyk. in 1912 winst leveren; Oostzijde der gemeente geheel van het spoor wegverkeer worden vrijgemaakt schijnt er alle aanleiding om van de gemeente een bij drage te vorderen. Deze werd voorloopig aan genomen op niet meer dan ongeveer 1/6 ge deelte van het totaal-bedrag. Personeel posterijen en telegrafie. Op 14 Do- oember 1910 heeft de minister zijn standpunt uiteengezet omtrent de vraag of by benoemin gen van postbeambten gelet mag worden op de godsdienstige gezindheid der sollicitanten. In die gedragslijn is sedert geen wijziging geko men. In een in overleg met den Min. door den dir.-gen. verzonden circulaire heeft de Min. nog eens zyn ware bedoeling doen kennen, duidelijk zou blijken dat bevoordeeling van de eene gezindte boven de andere door hem ten strengste wordt afgekeurd

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 5