SlafofcoMseta, IP. W.T W E 15 IJ S E Barteggorösaf raaf 27. Tel. 1770. Slabk BUITFNLAND BINNENLAND. Ingezonden üüedsdegSinpn. ¥/at anderen zeggen. 1913 te volgen gedragslijn zal worden be sproken. Het in die vergadering verhan delde zal vervolgens in de kiesvereenigin- gen aan een bespreking worden onderwor pen, waarna in een omstreeks 13 Januari te houden vergadering van de Christelijk- Historisclie Unie zal worden besproken, wel ke houding ten opzichte van de coalitie zal worden aangenomen. Is het een Nierziekte? 170.000 francs. Nu moet gebleken zijn dat een groot deel dezer wissels onbetaald is te ruggekomen. Het schijnt overigens niet juist te zijn om te spreken van een cata- stroof voor de crediteuren, daar de gehcele schuld aan leveranciers ongeveer f 40.000 moet bedragen, waartegenover een niet on? aanzienlijk actief is aan debiteuren, goede ren en machineriën. Een kiekje in Mongolië. TTit Mongolië wordt aan het „H. v. A." ge schreven Twaalf graden onder vriespunt! De winter is voor goed op komst, wij zitten in de watten kleeren geduffeld tot einde Mei van het toe komende jaar. Onze kachels branden nochtans verbond kwam niet tot stand, tot groot ge noegen van het Chineesch bestuur. Nu heeft hij uit Peking eenen nieuwen eeretitel ont vangen „voor zijne brave manieren" ten ware het „voor zijne onbehendigheid" was. De fiets en de vrijheid in de Ver. Staten. Aan een correspondentie uit Wf-'-^-fon .voorkomende in het „Hbl." ontleen a we het nog niet-, de koude m Mongolië is eene droge volgende, dat wel bewijst hoe ook in de Ver Koude zonder weekte, en met onze kleeren Staten het vermaarde land der vrijheid deze zijn wij vooreerst nog goed beschut tegen1 laatste slechts een relatief begrip is UVualfl,fgTfdeu V,°rSt" «Het eerste wat president Wilson thans ge- Mocht de koude soms de gemoederen in-1 daan heeft, getuigt wel van grooten zedelijken sluimeren, zoo zullen de politieke gebeurte-1 moed. De president heeft (het is bijna niet nissen de Chineezen goed wakker houden. Opte gelooven) een fiets meegenomen naar xeis zijnde van Lin-si-hsien naar hier kan ik;Bermuda horribile dictu hij fietst dit genoeg waarnemen; de hervormingen, i „Wel", zegt de Hollandsche lezer, ik fiets voorgeschreven door Peking, stooten hen al en mijn vrouw fietst en wij fietsen allemaal tegen de borst Vele menschen, handelaars Maar als men bedenkt, dat in Amerika gedü- en boeren, soldaten en mandarijen, hebben rende ton minste tien jaren geen mensch op het hoegenaamd niet gezien in de republiek een fiets durfde gaan zitten, behalve een en kele zonderling ergens aan een universiteit, die te arm was om een auto te koopen, dan kan men zich voorstellen welk een indruk en zij verdedigen nog in groote meerderheid het Mandsjoe vorstenhuis. Gij kunt ten an dere gauw hunne gevoelens merken: de Chi neezen zonder haarvlecht zijn bijna op de, vingeren te tellen. In eene groote stad ge lijk Tsje-fengtsjouw met meer dan honderd; (duizend inwoners zijn de „zonder-staarten" eene zeldzaamheid. Ik hoorde zeggen, dat alleen de geletterden de haarvlecht afgesne den hadden. Maar de handelaars de boeren, het volk zelf blijven den staart getrouw; bij pommigen gaat dit zoover dat de landbouwers Leang-po-foe dreigden opstand te maken, in- jdien men hen verplichtte den staart af te gnijden. Dat er voortaan geen keizer meer troont te Peking, en een doodgewone gekozen „pre sident" den Staat even goed kan besturen, zie, dat gaat hun verstand te boven, dat heeft in hun brein nog geenen toegang ver- .verkregen; en hoe gij het hun ook duide lijk en begrijpelijk maakt, komen zij eeuwig én erfelijk met hun „passé partout"-antwoord: „Dat kan wel gaan in het buitenland, maar hier in China gaat dat zeker niet Chineezen zijn Chineezen." Zij hadden het ook over de laatste gebeur tenissen in Noord-Oost Mongolië, waar de Mongolen opstand gemaakt hadden en na eeni- ge zegepraaltjes de Chineesche troepen uit Kirin, Moekden, en Ing-klow op den nek kre gen. Hoe de zaakjes nu stonden wisten zij niet Verder viel ik in eene herberg, waar kort na mijne aankomst een officier ook binnen trad. Hij ging naar 't noorden, zeide hij, maar vermeed verderen uitleg. Van mijnen dienst knecht, die er meer over uitgehoord had, vernam ik, dat hij met zijn gevolg soldaten naai- Klai-loe-hsion ging en verder op naar 't Grasland. Dus was de oorlog nog niet gedaan. Wij waren pas een paar dagen hier aange komen, toen generaal Sjang van Jehol ineti twee duizend soldaten en vier kleine kanon nen ook de stad binnentoog, om insgelijks in 't Grasland tegen de Mongolen te gaan vech ten. Zouden zij wel vechten? Zij hadden een vreedzame onderwerping van de Mongolen te bekomen. Kolonel Tsjang van deze stad voelde waarschijnlijk zijn bloed in de aderen stijven bij al deze oor logs voorbe reide Kerstdagen en Hemelvaartsdag. In de toelichting tot dit wetsontwerp merkt do minister op, dat het arrest van den Hoo- gen Raad dd. 13 Mei 1912 wijziging heeft ge bracht in de opvatting, welke tot dusver be stond omtrent de vraag wat onder algemeen erkende Christelijke feestdagen is verstaan. Terwijl tot dusver ook de Christelijke tweede Paaschdag. tweede Pinksterdag en tweede Kerstdag daaronder werden begrepen, vloeit nit 's Hoogen Raad uitspraak voort, dat deze dagen niet meer door het begrip „algemeen erkende Christelijke feestdag" worden ge dekt WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE BURGERLIJKE PENSIOENWET. Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging en aanvulling van de Burgerlijke Pensioen wet, o.a. naar aanleiding van het Kon. be sluit van 23 Maart 1909, waarbij beslist werd dat de onderwijzers bij Rijksnormaallessen burgerlijke ambtenaren zijn en waren. de DRANKWET. Het bestuur van den Verlofhoudersbond nooit een goed verslag gezien heb, waarin vernemen, den laatstgenoemde een mishan het vei hande - de juist wordt weera-ee-evpn deling fstofeR'a.e-1 rlnn r Unn v,,,_ *a. ^fIBaakt beeft: „De nieuwe president van 's-Gravenhage en Omstreken heeft een fietst.De vraag is, zal hij het in Washington durven doen? Wij hopen van wel. Mijn goe de Fongers staat nog net zoo ingepakt als hij hier een jaar geleden kwam. Wij hebben met vele personen krijgsraad gehouden of mijn vrouw het zou durven wagen hier in de straten van Washington, die er bij uit stek voor deugen, te fietsen. Maar men heeft het zoo sterk mogelijk afgeraden. Een derge lijke poging in het jaar 1912 zou gelijk staan met een revolutie. Men heeft gedurende zoo veel jaren geen fatsoenlijk mensch meer op een rijwiel gezien, dat men kans zou loo- pen een plotselinge krantenvermaardheid te krijgen, die men weinig zou wenschen. Het klinkt raar. Het land der vrijheid en een der gelijke vrees om uitgelachen te worden. Maar dat is de kwestie van gelijkheid en niet van vrijheid. Het gelijkheidsprincipe is hier ster ker dan dat der vrijheid. Een ieder wordt verwacht te doen wat ieder ander doet. De kleinste afwijking van deze wet wordt ge straft met de stilzwijgende afkeuring van de gecombineerde medemenschheid. Wie het niet gelooven wil, trachte hier eens een strooien hoed of een hoogen hoed „buiten het sei zoen" te dragen, of met een groene das te wandelen als men weet, dat een paarse mo de is. „Maai" ook op dit gebied is een verbetering te bemerken. De burgemeester van Philadel phia, Blankenburg genaamd, heeft dit jaar het vrijheidsprincipe tegenover het gelijkheids idee schitterend gehandhaafd. De gewoonte is dan dat ieder, die na één October een stroo- hoed draagt, dit voor eigen rekening en verantwoording doet. De eerste de beste schooier met een zin voor humor slaat hem u kapot. Welnu, zie hier, wat de schrandere burgemeester deed. Hij verzamelde de tien politieagenten, die er in het civiel het ele gantst uitzagen, stak hen in het burgerpak en bekroonde hen met een stroohoed. Daarna gelastte hij hun in de drukste straten te gaan wandelen. „En dien avond zaton er zos-cn-devtig (36) ongelukkige Philadclphianen in voorloopige en kwamen zonder hooge boete niet weer naar huis. „Martelaars voor de kleedingvrijheid, na- tuurmenschen, barrevoetgangers, Kneipianen, booneneters, kuitbroekgangers en dergelij- ken, die het martelaarschap begeeren, kun nen echter hier nog hun hart ophalen." UIT DE STAATSCOURANT. roidingen, want hij ging ©enen bonzo te rade i hechtenis wegens aanranding. Want zij had- om te weten, of hij wel zou winnen in denken hun aanval op den beleedigenden hoed strijd tegen de Mogolen, en of hij gaaf en niet gericht tegen onschuldige voorbij gan- gezond zou terugkomen. Ik vermoed, dat de gers, maar tegen de keurbende der politie bonze hem een bevredigend antwoord zal - - gegeven hebbenindien hij daarvoor geld, genoeg gekregen heeft. Nu tot daarl De Chi neezen hoeven niet zoo bang te zijn voor de Mongolen, deze zijn immers slecht gewapend, en bovendien niet talrijk genoeg om hem te verjagen; de koude en de honger, die hen zullen kwellen in het Grasland zijn ergere vijanden dan de Mongolen. De Russische berichten uit Harbin schil deren ons de gewone oorlogsmethode der Chi neezen af: zij verbranden de lamazerijen, moorden en plunderen, zelfs de vrouwen en ;de kinderen ontsnappen niet aan een gruw- aamen dood: kortom, de ongehoorde wreed heid der Chineezen moest zich weerom bot vieren op onverweerbaren. Wij moeten dit nogmaals door eene Chineesche kijkbuis be schouwen en bcoordeelen: soldaten van het Middenrijk zijn niet de eerlijke menschen, die een vaderland verdedigen, maar wel uit gehongerde wolven, die een kansje in het zicht hebben om veel buit te maken en met pchatten beladen naar huis terug te keeren. De Mongoolsche lamazerijen staan bekend als welvoorzien, zelfs als rijk aan zilver en kost baarheden, en daarom ia het juist te doen bjj velen. I Kolonel Woo heeft reeds verschillende ma len de Mongolen verslagen en .wapens en paarden buit gemaakt. Do Koning van Harts-in is er goedkooper adres gericht tot den Minister van Binnen- landsehe Zaken naar aanleiding van het feit, dat de Miister bereid is eenige bepalingen van de Drankwet te willen herzien. In dat adres wordt verzocht in overweging te nemen intrekking 0p 1 Mei 1913 van alle bestaande vergunningen, en invoering van den vrijen handel in alcoholhoudende dran ken, mits door den handelaar 100 's jaars wordt gestort in de gemeentekas. ONEENIGHEID IN DE HAAGSCHE S. D. a. P. Do Haagsche oorrespondent van de „Tijd" schrijft: Zijn mijn inlichtingen juist, dan heerscht er op het oogenblik groote oneenigheid in de Haagsche afdeeling van de S. D. A. P. Aanleiding daartoe is bet feit, dat op de soi- rée, onlangs door den burgemeester aan de gemeentelijke autoriteiten aangeboden, ook een viertal socialistische Raadsleden, waar van één nog wel in up-to-date evening-dress" zich hebben vertoond. De beeren Ter Laan, Helsdingen en Hoejenbog zijn daar geweest, en, naar ik verneem, niet tof bun verdriet of ergernis. De heeren dr. Oldenboom en De Kleer hebben zich echter ver gehouden van het „kapitalistisch" milieu en festijn. Nu is er „rumor in casa", want de Haag sche proletariërs keuren dat zich encanaillee- ren met de „bourgeoisie" allerminst goed. Het bestuur van de Haagsche afdeeling is het met de oppositie, die een motie van af keuring wil stellen, niet eens en zal zijn de missie nemen. Er heerscht hier nieuwsgierigheid naar den afloop van de familieruzie, vooral in verband met de op handen zijnde gemeenteraadsver kiezing. CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE. Het nationaal comité van de Christelijk- Ilistorische Unie zal naar de N. R. Ct. meldt, op 27 dezer te Amsterdam een ver gadering houden, waarin met afgevaardig den van do cliristelijk-historischn kies ver- eenigingen de bij de Kamerverkiezingen in juist wordt weergegeven. De vöo? -! I!er: Indien hij zitten kon, zou hij wellicht ook' een beter verslag maken. De voorzitter: liet zit hem niet in het zit ten, in"ar in zijn onkunde. De voorsteller: Onkunde, dat weet ik niet, wel heeft hij in zijn laatste verslag een fout gemaakt, doch dat is geen reden om voor hem geen stoel te plaatsen. Nadat over dit punt nog eenige besprekingen zijn gevoerd besluiten Balgoy's vooruitstrevende vroede vaderen, ïnat op twee na algemeene stemmeneen stoel voor den verslaggever te doen plaatsen. Aldus besloten in den jare 1912. deling (stoksiag) door den burgemeester werd toegebracht. De secretaris 'heeft zich' onder geneeskundige behandeling moeten stellen. Heeren wethouders waren getuigen van die mishandeling. Een aannemer verdwenen. Te Kort- gene is de aannemer van het verbeteren der haven, wonende te Hanswcert, plotse ling verdwenen zonder eenig spoor achter te laten. Gelukkig zal deze zonderlinge wijze van doen geen finantiëele gevolgen voor de gemeente hebben 1 .Cliristelyk-Natiouaal. O. Woestenburg schrijft in het „Kath. School blad: Ja, indien gij waterzuchtige zwellingen i 011 doorschokt nog mijn lijfe- onder de oogen, in de enkels of polsen, of v'e&scb' Van de kouf O neen, dan zou ik waterstoornissen hebt; indien gij iederen k«en „teeder zorgende" hospita moeten hebben, morgen vermoeid opstaat en uw slaap ver- die van mijn „arme" centen maar een „beetje" stoord is; indien gij stekende pijn in den kolen kan koopen, omdat die in den tegen woor- rug en de lendenen hebt of rheumatischc digen tijd zoo duur zijn 1 pijnen in de ledematen; ischias, rheumatiek, jicht, steen, uremie kunnen de gevolgen er van zijn. ioster s Rugpijn Nieren Pillen genezen nierkwalen, doordat zij de zwakke of zie ke nieren versterken en genezen, en haar zoodoende in staat stellen om haar gewich- Hct was de kali© golf van brrr-riteiten, die als een breede lavastroom des Scaramouch©'» mond ontvlood en de arme „ongé". en geachte hoor ders en hoorderessen, wanneer die zich niet krampachtig aan de pooten hunner respectieve stoelen vastklampten, als even zoovele knikks-s tig werk, het filtreeren van het bloed, be- een rol-ricochet zouden doen uitvoeren op den hoorlijk te verrichten. Uw leven hangt van vloer van een der zalen in het Logegebomv aan uw nieren af, want iedere drie minuten,de Clioorstmat te Delft. dag en nacht, wordt het bloed door de nic ren gevoerd. Haar te verwaarloozen is ge vaarlijk, doch indien gij haar gezond houdt, houden zij u gezond. Foster's Rugpijn Nie ren Pillen zullen dit voor u doen en haar genezen, indien zij ziek zijn. Te Haarlem verkrijgb. bij de bh. K. v. Eden, Spaarne 88, en J. J. Giippinger, Gr. Houtstr. 147a. Toezending geschiedt franco na ontv v. postwissel 1.76 voor één, of 10..voor zes doozen. Eischt de echte Foster's Rugpijn Nieren Pillen, weigert elke doos, die niet voorzien is van nevenstaand handels merk. deel in beslag genomen door de behandeling van het gewichtige voorstel, om in de raad- Ti" t- v i -i oi n x>- v s x a zaal een stoe* plaatsen ten dienste van Bu Kon. besluit is C. G. Riem henoemd tot een verslaggever. De voorzitter bleek er adjunct-tolk aan Hr. Ms. gezantschap te Pe- tegen te zijn. Indien, zeide hij, de Raad '-D- -IV O. 1 -J. besluit een stoel voor den verslaggever te - Bu Kon. besluit is voor een termyn ein- plaatsen, zal dit met kosten voor de ge- digende 1 Dec. 1915, goedgekeurd dat E. J. meente gepaard gaan; daar er dan iemand no^m^tot^crtTalTsdVgLÏntT 18 ;moet ^den aangesteld die den stoel plaatst noema tot secretaris aer gemeente. en weer opbergt. Ook zouden er dan stoe- ic' ^a?01q ?ezer 1S> len voor het publiek moeten zijn en daar- gang van 16 Februari 1913 benoemd tot di- voor js geen plaats. Degeen die het voor- reeteur van het post- en telegraafkantoor te gtel had ingediend, was in tegenstelling met Brommen, J. G Huygens, thans in gelnke den Burgemeester van meening, dat één betrekking te Winsum. stoel, meer of minder aan de plaatsruimte NADERE AANDUIDING VAN DE FEEST- niet veel af zou doen. De voorzitter: „Ik DAGEN, |ben niet van plan voor den verslaggever die in wettelijke voorschriften met den Zon- een s^oe' halen. Dan laat ik op kosten dag op één lijn worden gesteld. van f>emeente iemand er voor komen." De Min. van Binn. Zaken heeft een wets- Een ander raadslid maakte de opmerking ontwerp ingediend, ter bepaling, dat indien dat toen de heer B. kwam, er voor hem wel een wet of algemeene maatregel van bestuur een stoel was en er toch plaats genoeg over- yan afgekomen; in de lente had hij getrachtfeestdagen met den Zondag op gelijke lijn bleef. De voorzitter: „Dat is één keer ge- jde Mongoolsche vorsten te vereenigen om ge- stelt, dat voorschrift geldt voor de Christe- weest; en dan is mijnheer B. ook heel wat De oplichting te Tilburg. Men meldt aan de „Msbd.": Omtrent deze zaak' vernemen wij, dat de hier bedoelde heer P. is de heer'Leon Pat- te, wonende Avenue Louise 477 te Brussel. De heer Patte heeft aan de heeren Foks en Peeters verstrekt een bedrag van 130.000 francs tegen 6 pCt. per jaar en een par- tificatie in de winst voor een derde gedeel te; Het schijnt nu dat de jonge zaak die kosten niet heeft kunnen opbrengen, van daar dat de heeren F. en P. nader crediet vroegen aan den heer Patte op wissels op de clientèle. De heer Patte heeft dat cre diet verstrekt o£ onder zijn borgtocht doen verstrekken tot een bedrag- van ongeveer De rechtbank te Breda zal deze zaak wel dra behandelen, bij welke behandeling de Een gewichtige raadsvergadering. De nadere bijzonderheden van, en de omstan- Iaatste raadsvergadering in de gemeente digheden waaronder de heer Patte do gelden Balgoy (Maas en Waal) is voor een groot heeft verstrekt aan liet licht zullen komen. jjet ^Hbld." meldt nog: De beide tapijtfabrikanten zullen aan de Bredasche justitie overgeleverd. Zij worden verdacht den heer Patte te Brussel een bedrag vau 300.000 fres. afhandig te heb ben gemaakt, waarvan ongeveer de helft door middel van valsche wissels. De tapijtfabriek werkte Zaterdag nog, doch een faillissement wordt spoedig ver wacht. Ongeveer 60 arbeiders zullen er ook' het slachtoffer van worden. Hun werd geen arbeidsloon uitbetaald. Behalve eenige Tilburgsche firma's zijn eenige groote garenfabrikanten uit Frank rijk met belangrijke bedragen 'in deze fi- nancieele catastrophe betrokken. Peeters is van Belgische nationaliteit. Foks is Nederlander, doch te Brussel woon achtig. Mishandeling door een burgemeester. Men schrijft aan de „Tel.": Tusschen den burgemeester en den se cretaris der gemeente Steenwijk bestaat een Komt, lozers en lezeressen, laat ik trachten, U in «enigszins geregelde volgorde te verhalen, wat er geschiedde in bovengenoemd konkelhuis op den avond van den 27sten November. Zooals u in het berichtje „Misleiding" in „Het, K. S." van Donderdag 21 November hebt kunnen lezen, zou de afdeeling Delft van „Volksonderwijs" eene vergadering houden, waarin de welbekende heor Lancée van Amster dam eene lezing zou houden over: „De openbare school de Christelijk-Nationale school bij uit nemendheid Nu draag ik reeds van uit mijn vervlogen jeugd (ik ben gelukkig nog „niet" aan de der tig 1) de heilige overtuiging in mijn hostielen boezem rond, dat die „Christelijkheid" bij do openbare school nog wel wat ver uit den koers ligt Aan het „Nationale" zal ik veiligheidshalve niet raken. Wanneer men aanneemt, dat iets, wat in elke gemeente van een land aanwezig is, „nationaal" genoemd kan worden welnu, dan heb ik er niets tegen, dat de openbare zich dat praedicaat toeëigent! Men moet leven en laten leven 1 zooals de dronken matroos zei, toen hij over de verschan sing een haai in den geopenden muil sprong! Ik was dan ook braaf nieuwsgierig gezien mijn verstokte geloof in hare „onchristelijk heid" hoe de Amsterdamsche „problemati- cus" zijn openbare school „christelijkheid" in de schoenen zou schuiven I En r.ïehier nu. ongeveer, hou hij .^hetzelve" onder een vloed van zweetdroppels poogde te be werkstelligen. Op de eerste plaats memoreerde hij, dat het deze uiting was van Dr. Kuyper, die de voor- 1 standers der openbare school in de wapenen riep: „Wij zullen niet rusten, vóór 3/3 van het Nederlandscho volk gebracht is binnen de muren der bijzondere school De palstaanders meenden toen dan ook alle middelen in het werk te moeten stellen tot behoud der Overseheidsch, „n i e t" door dwang, maar: lo. door hun werk zóó te doen, dat zij daar door de achting, den eerbied, het respect zouden bekomen van de ouders; 2o. door ieder in eigen kring propaganda te maken voor de O. S.; 3o. door met de tegenstanders in debat te treden 4o. door zooveel mogelijk hunne bezwaren te pogen te weerleggen. Voorwaar zeer ©dele grondbeginselen 't Xa echter maar jammer, dat ook bij hen de natuur vaak boven de leer gaat! De heer Lancée wenschte dan na te gaan, wat op de eerste plaats tot <ie tank der school behoort en op de twee de plaats, hoe de Openbare en de Bijzondere school <lio taak in vervulling brengen. De taak der school is aangegeven door Art. 35 der L. O. wet, waarvan de opleiding tot alle christelijke en maatschappelijke deugden het voornaamste doel ie. Dat de openbare school dat deel harer taak uitstekend vervult, poogde spreker te bewijzen, fNDminder goede verstandhouding. Dezer da- door verschillende citvten aan te halen uit boek- tamenlijk opstand te maken, doch het eed-1 ljjke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de anders dan zoo'n verslaggever, van wien ik gen had zulks tengevolge, dat, naar wij jes, op die school in gebruik. Ik zou hierbij een ihij nog een weinig geweten heeft, dan zal hij u eer trachten te ontwijken. Begrijpt gij dan iniet, dat het zien van u hem steeds aan zijn misdaad moet herinneren? XXVI. Mr. March deed iets, waarover de bewo ners van Chatterly zich zeer verwonderd zouden hebben, wanneer hij hun geraadpleegd ^had Hij ging naar het kasteel en verzocht lord Chatterly te spreken. Mylord is naar Parijs, mijnheer, gaf mr. Jordan op eenigszins stroeven toon ten ant woord, want de oude intendant was te zeer bekend met de etiquette om het goed te keu ren, dat een nieuw aangekomene den land heer het eerst een bezoek op het kasteel /bracht. De afwezigheid van den Graaf ontstemde 'blijkbaar den bezoeker en hij vroeg weer. Zoudt gij dan ook aan lady Chatterly •willen vragen, of zij mij voor eenige oogen- 'blikken kan ontvangenl De regen is op ver scheidene plaatsen door het dak van Cop- •leigh gedrongen en daar mr. Hnrst van wien 'ik het huis heb gehuurd, niet hier is, kwam het mij het beste voor mij direct tot den eige naar te wenden. Dit voorstel scheen den ouden intendant wat gunstiger te stemmen, want hij zeide op eenigszins beleefden toon: Ik zal nw boodschap overbrengen, mijn- fheer, maar ik vrees dat bet niet veel zal 'haten. Mylord heeft aan mr. Hnrst ook ver scheidene verzoeken om herstellingen aan Copsleigh afgewezen, hij zegt, dat hij niets aan bet huis wil laten doen, zoolang het te genwoordige huurcontract van kracht is. Lady Chatterly toonde zich aanstonds be reid den bewoner van Copsleigh te ontvan gen en na verloop van eenige minuten ston den broeder en zuster weer tegenover elkaar. Het was de eerste maal sedert Gertrude in het huis van haar echtgenoot was terugge keerd. Zij waren al iCOll* Gertrude kuste hem teeder, maar haar stem j klonk angstig toen zij sprak: O! Cecil, is dat niet te veel gewaagd. Ik geloof het niet, mijn liefste. Ik wist dat Chatterly op reis is. Ik ben zelf eerst gisteren teruggekeerd en daar ik dus aan de uitnoodiging van lady Ford geen gevolg kon geven, verzon ik dit voorweneel n te kunnen bezoeken. O! Cecil, het schijnt mij zoo droevig toe, dat wij elkaar niet méér kunnen spreken; te weten dat gij onder den rook van het kasteel woont en dan nog voorwendsels te moeten zoeken en listen te verzinnen om elkaar te spreken of zelfs maar een blik te wisselen, ach, dat is treurig! Hebt gij Chatterly al eens gepolst, wat hij wel zeggen zou, wanneer zijn doodgewaan de, onwaardige zwager uit het graf verrezen was? j Gertrude beefde. Ja, maar ik heb hem niet gunstig voor dit denkbeeld kunnen stemmen. Zelfs sehünt de gedachte, dat gij als een ruk man terugkeeren zoudt, hem nog hatelijker toe, dan wanneer ge arm gebleven waart. Wat heeft hem zoo spoedig naar Parijs doen terugkeeren? Gertrude deelde hem mede wat de Graaf haar gezegd had. Cecil Monkton dacht hier ernstig over na. Het kon waar zijn. De Graaf was bekend als een schraapzuchtig man en daarom was het geen wonder, dat hy zich zooveel moeite gaf om eenige bankbiljetten terug te krygen. Toch was het zonderling, dat zijn afwezig heid zoo volmaakt overeenstemde met den waan van Beatrix. Het zou Cecil Monkton veel waard zijn ge weest, wanneer hy zijn twyfel had kunnen opheffen. Hij bad aan Beatrix gezegd, dat hij in Nortbshire nog niemand had ontmoet, die den Graaf dn ook nog nimmer in aanraking ge weest. Lord Chatterly bad hem halsstarrig ont weken en behalve de vluchtige ontmoeting in bet park, liadden de beide zwagers elkaar nog niet gezien. Een onbeschrijfelijke angst drukte lood zwaar op het hart van den teruggekeerden zwerver. Ondanks al zijn gebreken was lord Chat terly toch de echtgenoot© van Gertrude en de vader van Philis. i Het scheen Cecil eene misdaad tegen de moeder en het kind, den man en vader te ver denken. En toch. toonde niet alles aan, dat lord Chatterly schuldig was aan den moord op Nora? Lord Chatterly was gedurende den geheelen tijd dat mevrouw Lecomte en Kenneth Ford met elkaar in briefwisseling hadden gestaan, j niet te Chatterly geweest, i Hij keerde terug den dag na den dood van Nora. Wat had hem kunnen beletten, nadat hij zijn slachtoffer te York verlaten had, snel zijn vermomming als oud man af te leggen en om allen argwaan van zich af te wen den zich te vertoonen onder zijn ware ge daante en zelfs met het arme meisje eenige woorden te wisselen? j Hy had eenige uren te Willmington door gebracht in plaats van dadelijk naar Sulton te gaan. I Waarom? j Omdat hij niet kon berekenen, wanneer zü j de vergiftigde bonbons gebruiken zou. Zjj had Salton stervend kunnen bereiken, maar toch nog in staat kunnen zyn haar j moordenaar aan te wyzen. Lady Gertrude zag haar broeder bezorgd aan en zeide: Gy ziet er slecht nit, Cecil, zyt ge niet jwel? I Zeker, lieve, antwoordde hy. Wanneer komen uw gasteu? j Maandag, en ik denk dat Reginald Za- terdag zal terugkeeren. Chatterly is een mooi kasteel, zeide Cecil ernstig. Uw echtgenoot zal er wel trots op zyn. Zeker. Reginald is zeeT geheéht aan het oude kasteel en dat is wel de voornaamste reden waarom hy het Philis maar niet kan vergeven, dat zy geen jongen is. Het lot is anders toch zeer gunstig voor hem geweest, Gertrnde. Ik heb booreu ver tellen, dat hy slechts de jongste zoon was en tweo broeders heeft gehad, die vóór hem erf genamen van Chatterly geweest zyn. Lady Chatterly vermoedde niet, dat haar broeder met een bedoeling het gesprek op dit onderwerp bracht, daarom antwoordde zij ar geloos: Ja, hy heeft twee oudere broeders gehad, de arme Thorn stierf tengevolge van een spoorwegongeluk en Donald werd liet slacht offer van een boosaardige koorts. Het was vreeselyk treurig, dat beide broeders binnen de tijdruimte van een enkele week moesten sterven. Een van beiden was verloofd met de zus ter van Kenneth Ford, nietwaar? vroeg Cecil verder. Ja, antwoordde Gertrude peinzend, Do nald. Ik deuk er dikwyls aan, Cecil, hoc go- heel anders bet met ons beiden zou gegaan zyn, wanneer Donald was blijven leven, ge trouwd was en een erfgenaam bad nagelaten. Dan zoudt gy nooit Gravin zyn gewor den. Dan zon ik vrij gebleven zyn, spTak Geiv trode vol bitterheid. Gy en ik zonden vrij de wereld doorgezworven hebben, Cecil, en ik zon nooit de vrouw van Chatterly zyn gewor den. Neen. (Worth vervolge.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Nieuwe Haarlemsche Courant | 1912 | | pagina 6