SlafofcoMseta, IP. W.T W E 15 IJ S E Barteggorösaf raaf 27. Tel. 1770. Slabk
BUITFNLAND
BINNENLAND.
Ingezonden üüedsdegSinpn.
¥/at anderen zeggen.
1913 te volgen gedragslijn zal worden be
sproken. Het in die vergadering verhan
delde zal vervolgens in de kiesvereenigin-
gen aan een bespreking worden onderwor
pen, waarna in een omstreeks 13 Januari
te houden vergadering van de Christelijk-
Historisclie Unie zal worden besproken, wel
ke houding ten opzichte van de coalitie
zal worden aangenomen.
Is het een Nierziekte?
170.000 francs. Nu moet gebleken zijn dat
een groot deel dezer wissels onbetaald is te
ruggekomen. Het schijnt overigens niet
juist te zijn om te spreken van een cata-
stroof voor de crediteuren, daar de gehcele
schuld aan leveranciers ongeveer f 40.000
moet bedragen, waartegenover een niet on?
aanzienlijk actief is aan debiteuren, goede
ren en machineriën.
Een kiekje in Mongolië.
TTit Mongolië wordt aan het „H. v. A." ge
schreven
Twaalf graden onder vriespunt! De winter
is voor goed op komst, wij zitten in de watten
kleeren geduffeld tot einde Mei van het toe
komende jaar. Onze kachels branden nochtans
verbond kwam niet tot stand, tot groot ge
noegen van het Chineesch bestuur. Nu heeft
hij uit Peking eenen nieuwen eeretitel ont
vangen „voor zijne brave manieren"
ten ware het „voor zijne onbehendigheid"
was.
De fiets en de vrijheid in de Ver. Staten.
Aan een correspondentie uit Wf-'-^-fon
.voorkomende in het „Hbl." ontleen a we het
nog niet-, de koude m Mongolië is eene droge volgende, dat wel bewijst hoe ook in de Ver
Koude zonder weekte, en met onze kleeren Staten het vermaarde land der vrijheid deze
zijn wij vooreerst nog goed beschut tegen1 laatste slechts een relatief begrip is
UVualfl,fgTfdeu V,°rSt" «Het eerste wat president Wilson thans ge-
Mocht de koude soms de gemoederen in-1 daan heeft, getuigt wel van grooten zedelijken
sluimeren, zoo zullen de politieke gebeurte-1 moed. De president heeft (het is bijna niet
nissen de Chineezen goed wakker houden. Opte gelooven) een fiets meegenomen naar
xeis zijnde van Lin-si-hsien naar hier kan ik;Bermuda horribile dictu hij fietst
dit genoeg waarnemen; de hervormingen, i „Wel", zegt de Hollandsche lezer, ik fiets
voorgeschreven door Peking, stooten hen al en mijn vrouw fietst en wij fietsen allemaal
tegen de borst Vele menschen, handelaars Maar als men bedenkt, dat in Amerika gedü-
en boeren, soldaten en mandarijen, hebben rende ton minste tien jaren geen mensch op
het hoegenaamd niet gezien in de republiek een fiets durfde gaan zitten, behalve een en
kele zonderling ergens aan een universiteit,
die te arm was om een auto te koopen, dan
kan men zich voorstellen welk een indruk
en zij verdedigen nog in groote meerderheid
het Mandsjoe vorstenhuis. Gij kunt ten an
dere gauw hunne gevoelens merken: de Chi
neezen zonder haarvlecht zijn bijna op de,
vingeren te tellen. In eene groote stad ge
lijk Tsje-fengtsjouw met meer dan honderd;
(duizend inwoners zijn de „zonder-staarten"
eene zeldzaamheid. Ik hoorde zeggen, dat
alleen de geletterden de haarvlecht afgesne
den hadden. Maar de handelaars de boeren,
het volk zelf blijven den staart getrouw; bij
pommigen gaat dit zoover dat de landbouwers
Leang-po-foe dreigden opstand te maken, in-
jdien men hen verplichtte den staart af te
gnijden.
Dat er voortaan geen keizer meer troont
te Peking, en een doodgewone gekozen „pre
sident" den Staat even goed kan besturen,
zie, dat gaat hun verstand te boven, dat
heeft in hun brein nog geenen toegang ver-
.verkregen; en hoe gij het hun ook duide
lijk en begrijpelijk maakt, komen zij eeuwig
én erfelijk met hun „passé partout"-antwoord:
„Dat kan wel gaan in het buitenland, maar
hier in China gaat dat zeker niet Chineezen
zijn Chineezen."
Zij hadden het ook over de laatste gebeur
tenissen in Noord-Oost Mongolië, waar de
Mongolen opstand gemaakt hadden en na eeni-
ge zegepraaltjes de Chineesche troepen uit
Kirin, Moekden, en Ing-klow op den nek kre
gen. Hoe de zaakjes nu stonden wisten zij
niet
Verder viel ik in eene herberg, waar kort
na mijne aankomst een officier ook binnen
trad. Hij ging naar 't noorden, zeide hij, maar
vermeed verderen uitleg. Van mijnen dienst
knecht, die er meer over uitgehoord had,
vernam ik, dat hij met zijn gevolg soldaten
naai- Klai-loe-hsion ging en verder op naar 't
Grasland. Dus was de oorlog nog niet gedaan.
Wij waren pas een paar dagen hier aange
komen, toen generaal Sjang van Jehol ineti
twee duizend soldaten en vier kleine kanon
nen ook de stad binnentoog, om insgelijks in
't Grasland tegen de Mongolen te gaan vech
ten. Zouden zij wel vechten? Zij hadden
een vreedzame onderwerping van de
Mongolen te bekomen. Kolonel Tsjang van
deze stad voelde waarschijnlijk zijn bloed in
de aderen stijven bij al deze oor logs voorbe
reide Kerstdagen en Hemelvaartsdag.
In de toelichting tot dit wetsontwerp merkt
do minister op, dat het arrest van den Hoo-
gen Raad dd. 13 Mei 1912 wijziging heeft ge
bracht in de opvatting, welke tot dusver be
stond omtrent de vraag wat onder algemeen
erkende Christelijke feestdagen is verstaan.
Terwijl tot dusver ook de Christelijke tweede
Paaschdag. tweede Pinksterdag en tweede
Kerstdag daaronder werden begrepen, vloeit
nit 's Hoogen Raad uitspraak voort, dat deze
dagen niet meer door het begrip „algemeen
erkende Christelijke feestdag" worden ge
dekt
WIJZIGING EN AANVULLING VAN DE
BURGERLIJKE PENSIOENWET.
Een wetsontwerp is ingediend tot wijziging
en aanvulling van de Burgerlijke Pensioen
wet, o.a. naar aanleiding van het Kon. be
sluit van 23 Maart 1909, waarbij beslist werd
dat de onderwijzers bij Rijksnormaallessen
burgerlijke ambtenaren zijn en waren.
de DRANKWET.
Het bestuur van den Verlofhoudersbond
nooit een goed verslag gezien heb, waarin vernemen, den laatstgenoemde een mishan
het vei hande - de juist wordt weera-ee-evpn deling fstofeR'a.e-1 rlnn r Unn v,,,_
*a. ^fIBaakt beeft: „De nieuwe president van 's-Gravenhage en Omstreken heeft een
fietst.De vraag is, zal hij het in Washington
durven doen? Wij hopen van wel. Mijn goe
de Fongers staat nog net zoo ingepakt als
hij hier een jaar geleden kwam. Wij hebben
met vele personen krijgsraad gehouden of
mijn vrouw het zou durven wagen hier in
de straten van Washington, die er bij uit
stek voor deugen, te fietsen. Maar men heeft
het zoo sterk mogelijk afgeraden. Een derge
lijke poging in het jaar 1912 zou gelijk staan
met een revolutie. Men heeft gedurende zoo
veel jaren geen fatsoenlijk mensch meer op
een rijwiel gezien, dat men kans zou loo-
pen een plotselinge krantenvermaardheid te
krijgen, die men weinig zou wenschen. Het
klinkt raar. Het land der vrijheid en een der
gelijke vrees om uitgelachen te worden. Maar
dat is de kwestie van gelijkheid en niet van
vrijheid. Het gelijkheidsprincipe is hier ster
ker dan dat der vrijheid. Een ieder wordt
verwacht te doen wat ieder ander doet. De
kleinste afwijking van deze wet wordt ge
straft met de stilzwijgende afkeuring van de
gecombineerde medemenschheid. Wie het niet
gelooven wil, trachte hier eens een strooien
hoed of een hoogen hoed „buiten het sei
zoen" te dragen, of met een groene das te
wandelen als men weet, dat een paarse mo
de is.
„Maai" ook op dit gebied is een verbetering
te bemerken. De burgemeester van Philadel
phia, Blankenburg genaamd, heeft dit jaar het
vrijheidsprincipe tegenover het gelijkheids
idee schitterend gehandhaafd. De gewoonte is
dan dat ieder, die na één October een stroo-
hoed draagt, dit voor eigen rekening en
verantwoording doet. De eerste de beste
schooier met een zin voor humor slaat hem u
kapot. Welnu, zie hier, wat de schrandere
burgemeester deed. Hij verzamelde de tien
politieagenten, die er in het civiel het ele
gantst uitzagen, stak hen in het burgerpak
en bekroonde hen met een stroohoed. Daarna
gelastte hij hun in de drukste straten te
gaan wandelen.
„En dien avond zaton er zos-cn-devtig (36)
ongelukkige Philadclphianen in voorloopige
en kwamen zonder hooge boete niet weer
naar huis.
„Martelaars voor de kleedingvrijheid, na-
tuurmenschen, barrevoetgangers, Kneipianen,
booneneters, kuitbroekgangers en dergelij-
ken, die het martelaarschap begeeren, kun
nen echter hier nog hun hart ophalen."
UIT DE STAATSCOURANT.
roidingen, want hij ging ©enen bonzo te rade i hechtenis wegens aanranding. Want zij had-
om te weten, of hij wel zou winnen in denken hun aanval op den beleedigenden hoed
strijd tegen de Mogolen, en of hij gaaf en niet gericht tegen onschuldige voorbij gan-
gezond zou terugkomen. Ik vermoed, dat de gers, maar tegen de keurbende der politie
bonze hem een bevredigend antwoord zal - -
gegeven hebbenindien hij daarvoor geld,
genoeg gekregen heeft. Nu tot daarl De Chi
neezen hoeven niet zoo bang te zijn voor de
Mongolen, deze zijn immers slecht gewapend,
en bovendien niet talrijk genoeg om hem
te verjagen; de koude en de honger, die hen
zullen kwellen in het Grasland zijn ergere
vijanden dan de Mongolen.
De Russische berichten uit Harbin schil
deren ons de gewone oorlogsmethode der Chi
neezen af: zij verbranden de lamazerijen,
moorden en plunderen, zelfs de vrouwen en
;de kinderen ontsnappen niet aan een gruw-
aamen dood: kortom, de ongehoorde wreed
heid der Chineezen moest zich weerom bot
vieren op onverweerbaren. Wij moeten dit
nogmaals door eene Chineesche kijkbuis be
schouwen en bcoordeelen: soldaten van het
Middenrijk zijn niet de eerlijke menschen,
die een vaderland verdedigen, maar wel uit
gehongerde wolven, die een kansje in het
zicht hebben om veel buit te maken en met
pchatten beladen naar huis terug te keeren.
De Mongoolsche lamazerijen staan bekend als
welvoorzien, zelfs als rijk aan zilver en kost
baarheden, en daarom ia het juist te doen
bjj velen.
I Kolonel Woo heeft reeds verschillende ma
len de Mongolen verslagen en .wapens en
paarden buit gemaakt.
Do Koning van Harts-in is er goedkooper
adres gericht tot den Minister van Binnen-
landsehe Zaken naar aanleiding van het feit,
dat de Miister bereid is eenige bepalingen
van de Drankwet te willen herzien.
In dat adres wordt verzocht in overweging
te nemen intrekking 0p 1 Mei 1913 van alle
bestaande vergunningen, en invoering van
den vrijen handel in alcoholhoudende dran
ken, mits door den handelaar 100 's jaars
wordt gestort in de gemeentekas.
ONEENIGHEID IN DE HAAGSCHE
S. D. a. P.
Do Haagsche oorrespondent van de „Tijd"
schrijft:
Zijn mijn inlichtingen juist, dan heerscht
er op het oogenblik groote oneenigheid in
de Haagsche afdeeling van de S. D. A. P.
Aanleiding daartoe is bet feit, dat op de soi-
rée, onlangs door den burgemeester aan de
gemeentelijke autoriteiten aangeboden, ook
een viertal socialistische Raadsleden, waar
van één nog wel in up-to-date evening-dress"
zich hebben vertoond. De beeren Ter Laan,
Helsdingen en Hoejenbog zijn daar geweest,
en, naar ik verneem, niet tof bun verdriet of
ergernis. De heeren dr. Oldenboom en De
Kleer hebben zich echter ver gehouden van
het „kapitalistisch" milieu en festijn.
Nu is er „rumor in casa", want de Haag
sche proletariërs keuren dat zich encanaillee-
ren met de „bourgeoisie" allerminst goed.
Het bestuur van de Haagsche afdeeling is
het met de oppositie, die een motie van af
keuring wil stellen, niet eens en zal zijn de
missie nemen.
Er heerscht hier nieuwsgierigheid naar den
afloop van de familieruzie, vooral in verband
met de op handen zijnde gemeenteraadsver
kiezing.
CHRISTELIJK-HISTORISCHE UNIE.
Het nationaal comité van de Christelijk-
Ilistorische Unie zal naar de N. R. Ct.
meldt, op 27 dezer te Amsterdam een ver
gadering houden, waarin met afgevaardig
den van do cliristelijk-historischn kies ver-
eenigingen de bij de Kamerverkiezingen in
juist wordt weergegeven.
De vöo? -! I!er: Indien hij zitten kon, zou
hij wellicht ook' een beter verslag maken.
De voorzitter: liet zit hem niet in het zit
ten, in"ar in zijn onkunde. De voorsteller:
Onkunde, dat weet ik niet, wel heeft hij in
zijn laatste verslag een fout gemaakt, doch
dat is geen reden om voor hem geen stoel
te plaatsen. Nadat over dit punt nog eenige
besprekingen zijn gevoerd besluiten Balgoy's
vooruitstrevende vroede vaderen, ïnat op
twee na algemeene stemmeneen stoel
voor den verslaggever te doen plaatsen.
Aldus besloten in den jare 1912.
deling (stoksiag) door den burgemeester
werd toegebracht. De secretaris 'heeft zich'
onder geneeskundige behandeling moeten
stellen. Heeren wethouders waren getuigen
van die mishandeling.
Een aannemer verdwenen. Te Kort-
gene is de aannemer van het verbeteren
der haven, wonende te Hanswcert, plotse
ling verdwenen zonder eenig spoor achter
te laten. Gelukkig zal deze zonderlinge
wijze van doen geen finantiëele gevolgen
voor de gemeente hebben 1
.Cliristelyk-Natiouaal.
O. Woestenburg schrijft in het „Kath. School
blad:
Ja, indien gij waterzuchtige zwellingen i 011 doorschokt nog mijn lijfe-
onder de oogen, in de enkels of polsen, of v'e&scb' Van de kouf O neen, dan zou ik
waterstoornissen hebt; indien gij iederen k«en „teeder zorgende" hospita moeten hebben,
morgen vermoeid opstaat en uw slaap ver- die van mijn „arme" centen maar een „beetje"
stoord is; indien gij stekende pijn in den kolen kan koopen, omdat die in den tegen woor-
rug en de lendenen hebt of rheumatischc digen tijd zoo duur zijn 1
pijnen in de ledematen; ischias, rheumatiek,
jicht, steen, uremie kunnen de gevolgen er
van zijn.
ioster s Rugpijn Nieren Pillen genezen
nierkwalen, doordat zij de zwakke of zie
ke nieren versterken en genezen, en haar
zoodoende in staat stellen om haar gewich-
Hct was de kali© golf van brrr-riteiten, die als
een breede lavastroom des Scaramouch©'» mond
ontvlood en de arme „ongé". en geachte hoor
ders en hoorderessen, wanneer die zich niet
krampachtig aan de pooten hunner respectieve
stoelen vastklampten, als even zoovele knikks-s
tig werk, het filtreeren van het bloed, be- een rol-ricochet zouden doen uitvoeren op den
hoorlijk te verrichten. Uw leven hangt van vloer van een der zalen in het Logegebomv aan
uw nieren af, want iedere drie minuten,de Clioorstmat te Delft.
dag en nacht, wordt het bloed door de nic
ren gevoerd. Haar te verwaarloozen is ge
vaarlijk, doch indien gij haar gezond houdt,
houden zij u gezond. Foster's Rugpijn Nie
ren Pillen zullen dit voor u doen en haar
genezen, indien zij ziek zijn.
Te Haarlem verkrijgb. bij de bh. K. v. Eden,
Spaarne 88, en J. J. Giippinger, Gr. Houtstr.
147a. Toezending geschiedt franco na ontv
v. postwissel 1.76 voor
één, of 10..voor zes
doozen. Eischt de echte
Foster's Rugpijn Nieren
Pillen, weigert elke doos,
die niet voorzien is
van nevenstaand handels
merk.
deel in beslag genomen door de behandeling
van het gewichtige voorstel, om in de raad-
Ti" t- v i -i oi n x>- v s x a zaal een stoe* plaatsen ten dienste van
Bu Kon. besluit is C. G. Riem henoemd tot een verslaggever. De voorzitter bleek er
adjunct-tolk aan Hr. Ms. gezantschap te Pe- tegen te zijn. Indien, zeide hij, de Raad
'-D- -IV O. 1 -J. besluit een stoel voor den verslaggever te
- Bu Kon. besluit is voor een termyn ein- plaatsen, zal dit met kosten voor de ge-
digende 1 Dec. 1915, goedgekeurd dat E. J. meente gepaard gaan; daar er dan iemand
no^m^tot^crtTalTsdVgLÏntT 18 ;moet ^den aangesteld die den stoel plaatst
noema tot secretaris aer gemeente. en weer opbergt. Ook zouden er dan stoe-
ic' ^a?01q ?ezer 1S> len voor het publiek moeten zijn en daar-
gang van 16 Februari 1913 benoemd tot di- voor js geen plaats. Degeen die het voor-
reeteur van het post- en telegraafkantoor te gtel had ingediend, was in tegenstelling met
Brommen, J. G Huygens, thans in gelnke den Burgemeester van meening, dat één
betrekking te Winsum. stoel, meer of minder aan de plaatsruimte
NADERE AANDUIDING VAN DE FEEST- niet veel af zou doen. De voorzitter: „Ik
DAGEN, |ben niet van plan voor den verslaggever
die in wettelijke voorschriften met den Zon- een s^oe' halen. Dan laat ik op kosten
dag op één lijn worden gesteld. van f>emeente iemand er voor komen."
De Min. van Binn. Zaken heeft een wets- Een ander raadslid maakte de opmerking
ontwerp ingediend, ter bepaling, dat indien dat toen de heer B. kwam, er voor hem wel
een wet of algemeene maatregel van bestuur een stoel was en er toch plaats genoeg over-
yan afgekomen; in de lente had hij getrachtfeestdagen met den Zondag op gelijke lijn bleef. De voorzitter: „Dat is één keer ge-
jde Mongoolsche vorsten te vereenigen om ge- stelt, dat voorschrift geldt voor de Christe- weest; en dan is mijnheer B. ook heel wat
De oplichting te Tilburg. Men meldt
aan de „Msbd.":
Omtrent deze zaak' vernemen wij, dat de
hier bedoelde heer P. is de heer'Leon Pat-
te, wonende Avenue Louise 477 te Brussel.
De heer Patte heeft aan de heeren Foks
en Peeters verstrekt een bedrag van 130.000
francs tegen 6 pCt. per jaar en een par-
tificatie in de winst voor een derde gedeel
te; Het schijnt nu dat de jonge zaak die
kosten niet heeft kunnen opbrengen, van
daar dat de heeren F. en P. nader crediet
vroegen aan den heer Patte op wissels op
de clientèle. De heer Patte heeft dat cre
diet verstrekt o£ onder zijn borgtocht doen
verstrekken tot een bedrag- van ongeveer
De rechtbank te Breda zal deze zaak wel
dra behandelen, bij welke behandeling de
Een gewichtige raadsvergadering. De nadere bijzonderheden van, en de omstan-
Iaatste raadsvergadering in de gemeente digheden waaronder de heer Patte do gelden
Balgoy (Maas en Waal) is voor een groot heeft verstrekt aan liet licht zullen komen.
jjet ^Hbld." meldt nog:
De beide tapijtfabrikanten zullen aan de
Bredasche justitie overgeleverd. Zij worden
verdacht den heer Patte te Brussel een
bedrag vau 300.000 fres. afhandig te heb
ben gemaakt, waarvan ongeveer de helft
door middel van valsche wissels.
De tapijtfabriek werkte Zaterdag nog,
doch een faillissement wordt spoedig ver
wacht. Ongeveer 60 arbeiders zullen er ook'
het slachtoffer van worden. Hun werd geen
arbeidsloon uitbetaald.
Behalve eenige Tilburgsche firma's zijn
eenige groote garenfabrikanten uit Frank
rijk met belangrijke bedragen 'in deze fi-
nancieele catastrophe betrokken.
Peeters is van Belgische nationaliteit.
Foks is Nederlander, doch te Brussel woon
achtig.
Mishandeling door een burgemeester.
Men schrijft aan de „Tel.":
Tusschen den burgemeester en den se
cretaris der gemeente Steenwijk bestaat een
Komt, lozers en lezeressen, laat ik trachten, U
in «enigszins geregelde volgorde te verhalen,
wat er geschiedde in bovengenoemd konkelhuis
op den avond van den 27sten November.
Zooals u in het berichtje „Misleiding" in
„Het, K. S." van Donderdag 21 November hebt
kunnen lezen, zou de afdeeling Delft van
„Volksonderwijs" eene vergadering houden,
waarin de welbekende heor Lancée van Amster
dam eene lezing zou houden over: „De openbare
school de Christelijk-Nationale school bij uit
nemendheid
Nu draag ik reeds van uit mijn vervlogen
jeugd (ik ben gelukkig nog „niet" aan de der
tig 1) de heilige overtuiging in mijn hostielen
boezem rond, dat die „Christelijkheid" bij do
openbare school nog wel wat ver uit den koers
ligt
Aan het „Nationale" zal ik veiligheidshalve
niet raken. Wanneer men aanneemt, dat iets,
wat in elke gemeente van een land aanwezig is,
„nationaal" genoemd kan worden welnu, dan
heb ik er niets tegen, dat de openbare zich dat
praedicaat toeëigent!
Men moet leven en laten leven 1 zooals de
dronken matroos zei, toen hij over de verschan
sing een haai in den geopenden muil sprong!
Ik was dan ook braaf nieuwsgierig gezien
mijn verstokte geloof in hare „onchristelijk
heid" hoe de Amsterdamsche „problemati-
cus" zijn openbare school „christelijkheid" in de
schoenen zou schuiven I
En r.ïehier nu. ongeveer, hou hij .^hetzelve"
onder een vloed van zweetdroppels poogde te be
werkstelligen.
Op de eerste plaats memoreerde hij, dat het
deze uiting was van Dr. Kuyper, die de voor- 1
standers der openbare school in de wapenen
riep: „Wij zullen niet rusten, vóór 3/3 van het
Nederlandscho volk gebracht is binnen de muren
der bijzondere school
De palstaanders meenden toen dan ook alle
middelen in het werk te moeten stellen tot
behoud der Overseheidsch, „n i e t" door dwang,
maar:
lo. door hun werk zóó te doen, dat zij daar
door de achting, den eerbied, het respect zouden
bekomen van de ouders;
2o. door ieder in eigen kring propaganda
te maken voor de O. S.;
3o. door met de tegenstanders in debat te
treden
4o. door zooveel mogelijk hunne bezwaren te
pogen te weerleggen.
Voorwaar zeer ©dele grondbeginselen 't Xa
echter maar jammer, dat ook bij hen de natuur
vaak boven de leer gaat! De heer Lancée
wenschte dan na te gaan, wat op de eerste plaats
tot <ie tank der school behoort en op de twee
de plaats, hoe de Openbare en de Bijzondere
school <lio taak in vervulling brengen.
De taak der school is aangegeven door Art. 35
der L. O. wet, waarvan de opleiding tot alle
christelijke en maatschappelijke deugden het
voornaamste doel ie.
Dat de openbare school dat deel harer taak
uitstekend vervult, poogde spreker te bewijzen,
fNDminder goede verstandhouding. Dezer da- door verschillende citvten aan te halen uit boek-
tamenlijk opstand te maken, doch het eed-1 ljjke tweede Paasch- en Pinksterdagen, de anders dan zoo'n verslaggever, van wien ik gen had zulks tengevolge, dat, naar wij jes, op die school in gebruik. Ik zou hierbij een
ihij nog een weinig geweten heeft, dan zal hij
u eer trachten te ontwijken. Begrijpt gij dan
iniet, dat het zien van u hem steeds aan zijn
misdaad moet herinneren?
XXVI.
Mr. March deed iets, waarover de bewo
ners van Chatterly zich zeer verwonderd
zouden hebben, wanneer hij hun geraadpleegd
^had
Hij ging naar het kasteel en verzocht lord
Chatterly te spreken.
Mylord is naar Parijs, mijnheer, gaf mr.
Jordan op eenigszins stroeven toon ten ant
woord, want de oude intendant was te zeer
bekend met de etiquette om het goed te keu
ren, dat een nieuw aangekomene den land
heer het eerst een bezoek op het kasteel
/bracht.
De afwezigheid van den Graaf ontstemde
'blijkbaar den bezoeker en hij vroeg weer.
Zoudt gij dan ook aan lady Chatterly
•willen vragen, of zij mij voor eenige oogen-
'blikken kan ontvangenl De regen is op ver
scheidene plaatsen door het dak van Cop-
•leigh gedrongen en daar mr. Hnrst van wien
'ik het huis heb gehuurd, niet hier is, kwam
het mij het beste voor mij direct tot den eige
naar te wenden.
Dit voorstel scheen den ouden intendant
wat gunstiger te stemmen, want hij zeide op
eenigszins beleefden toon:
Ik zal nw boodschap overbrengen, mijn-
fheer, maar ik vrees dat bet niet veel zal
'haten. Mylord heeft aan mr. Hnrst ook ver
scheidene verzoeken om herstellingen aan
Copsleigh afgewezen, hij zegt, dat hij niets
aan bet huis wil laten doen, zoolang het te
genwoordige huurcontract van kracht is.
Lady Chatterly toonde zich aanstonds be
reid den bewoner van Copsleigh te ontvan
gen en na verloop van eenige minuten ston
den broeder en zuster weer tegenover elkaar.
Het was de eerste maal sedert Gertrude in
het huis van haar echtgenoot was terugge
keerd.
Zij waren al iCOll*
Gertrude kuste hem teeder, maar haar stem
j klonk angstig toen zij sprak:
O! Cecil, is dat niet te veel gewaagd.
Ik geloof het niet, mijn liefste.
Ik wist dat Chatterly op reis is. Ik ben
zelf eerst gisteren teruggekeerd en daar ik
dus aan de uitnoodiging van lady Ford geen
gevolg kon geven, verzon ik dit voorweneel n
te kunnen bezoeken.
O! Cecil, het schijnt mij zoo droevig toe,
dat wij elkaar niet méér kunnen spreken; te
weten dat gij onder den rook van het kasteel
woont en dan nog voorwendsels te moeten
zoeken en listen te verzinnen om elkaar te
spreken of zelfs maar een blik te wisselen,
ach, dat is treurig!
Hebt gij Chatterly al eens gepolst, wat
hij wel zeggen zou, wanneer zijn doodgewaan
de, onwaardige zwager uit het graf verrezen
was?
j Gertrude beefde.
Ja, maar ik heb hem niet gunstig voor
dit denkbeeld kunnen stemmen. Zelfs sehünt
de gedachte, dat gij als een ruk man
terugkeeren zoudt, hem nog hatelijker toe,
dan wanneer ge arm gebleven waart.
Wat heeft hem zoo spoedig naar Parijs
doen terugkeeren?
Gertrude deelde hem mede wat de Graaf
haar gezegd had.
Cecil Monkton dacht hier ernstig over na.
Het kon waar zijn. De Graaf was bekend als
een schraapzuchtig man en daarom was het
geen wonder, dat hy zich zooveel moeite gaf
om eenige bankbiljetten terug te krygen.
Toch was het zonderling, dat zijn afwezig
heid zoo volmaakt overeenstemde met den
waan van Beatrix.
Het zou Cecil Monkton veel waard zijn ge
weest, wanneer hy zijn twyfel had kunnen
opheffen.
Hij bad aan Beatrix gezegd, dat hij in
Nortbshire nog niemand had ontmoet, die den
Graaf dn ook nog nimmer in aanraking ge
weest.
Lord Chatterly bad hem halsstarrig ont
weken en behalve de vluchtige ontmoeting
in bet park, liadden de beide zwagers elkaar
nog niet gezien.
Een onbeschrijfelijke angst drukte lood
zwaar op het hart van den teruggekeerden
zwerver.
Ondanks al zijn gebreken was lord Chat
terly toch de echtgenoot© van Gertrude en
de vader van Philis.
i Het scheen Cecil eene misdaad tegen de
moeder en het kind, den man en vader te ver
denken.
En toch. toonde niet alles aan, dat lord
Chatterly schuldig was aan den moord op
Nora?
Lord Chatterly was gedurende den geheelen
tijd dat mevrouw Lecomte en Kenneth Ford
met elkaar in briefwisseling hadden gestaan,
j niet te Chatterly geweest,
i Hij keerde terug den dag na den dood van
Nora.
Wat had hem kunnen beletten, nadat hij
zijn slachtoffer te York verlaten had, snel
zijn vermomming als oud man af te leggen
en om allen argwaan van zich af te wen
den zich te vertoonen onder zijn ware ge
daante en zelfs met het arme meisje eenige
woorden te wisselen?
j Hy had eenige uren te Willmington door
gebracht in plaats van dadelijk naar Sulton te
gaan.
I Waarom?
j Omdat hij niet kon berekenen, wanneer zü
j de vergiftigde bonbons gebruiken zou.
Zjj had Salton stervend kunnen bereiken,
maar toch nog in staat kunnen zyn haar j
moordenaar aan te wyzen.
Lady Gertrude zag haar broeder bezorgd
aan en zeide:
Gy ziet er slecht nit, Cecil, zyt ge niet
jwel?
I Zeker, lieve, antwoordde hy. Wanneer
komen uw gasteu?
j Maandag, en ik denk dat Reginald Za-
terdag zal terugkeeren.
Chatterly is een mooi kasteel, zeide
Cecil ernstig. Uw echtgenoot zal er wel trots
op zyn.
Zeker. Reginald is zeeT geheéht aan het
oude kasteel en dat is wel de voornaamste
reden waarom hy het Philis maar niet kan
vergeven, dat zy geen jongen is.
Het lot is anders toch zeer gunstig voor
hem geweest, Gertrnde. Ik heb booreu ver
tellen, dat hy slechts de jongste zoon was en
tweo broeders heeft gehad, die vóór hem erf
genamen van Chatterly geweest zyn.
Lady Chatterly vermoedde niet, dat haar
broeder met een bedoeling het gesprek op dit
onderwerp bracht, daarom antwoordde zij ar
geloos:
Ja, hy heeft twee oudere broeders gehad,
de arme Thorn stierf tengevolge van een
spoorwegongeluk en Donald werd liet slacht
offer van een boosaardige koorts. Het was
vreeselyk treurig, dat beide broeders binnen
de tijdruimte van een enkele week moesten
sterven.
Een van beiden was verloofd met de zus
ter van Kenneth Ford, nietwaar? vroeg Cecil
verder.
Ja, antwoordde Gertrude peinzend, Do
nald. Ik deuk er dikwyls aan, Cecil, hoc go-
heel anders bet met ons beiden zou gegaan
zyn, wanneer Donald was blijven leven, ge
trouwd was en een erfgenaam bad nagelaten.
Dan zoudt gy nooit Gravin zyn gewor
den.
Dan zon ik vrij gebleven zyn, spTak Geiv
trode vol bitterheid. Gy en ik zonden vrij de
wereld doorgezworven hebben, Cecil, en ik
zon nooit de vrouw van Chatterly zyn gewor
den.
Neen.
(Worth vervolge.