De ULSTER
I J. H. W.
P j|
sTTBïï?rws.
m
DE GEHEIMZINNIGE
VERDWIJNING.
Goedhoopsf ««ires voor BANDEN en RIJWIELEN is If. J. VAB OER EISER, SchagcÉielstr. 9. Tel. 2422
KONINGSTRAAT.
GRATIS "'NQERTUOSCHRIFT
VERSCH'JNTtuleH hagen
lliillilir,,;''|l
Au Bon üias*cité
fciaai^e Brussel. J Hanilschoenen voos* aSfe gelegenheden
is de groote mode zoowel voor
Dames als voor Heeren, in groote
verscne denheid vanSTOFKLEUR
en PRIJS te vekrij^en bij
V "':v.
EN IS OVERAL-GRATIS VERKRUSBAAR VOOR ELK- ftüGPER
VAN ^OLO/AARGARINEa^ÏvSctPER'PONQ
FEUILLETON
iofosiSi
NIEUWE HAflRLEMSCHE COURANT ™™*J2£S>
8
lilVUllllllUlj
GEMEENTERAAD.
(Zitting van gisteren. Vervolg.)
(Uitbreiding van het personeel aan de be-
lasfcingcontróle).
Nadat de VOORZITTER nog een kort
woord liad gesproken, waarin hij opmerkte
dat de commissie van bijstand toch niets
nieuws zou kunnen vertellen, werd het voor
stel van den heer SCHREUDERS om dit
voorstel nog eens aan de commissie van
bijstand te zenden om advies, aangenomen
met 23 tegen 9 stemmen.
6. Voorstel tot verhooging van posten in
dc begrooting van het gasbedrijf dienst 1912
Aangenomen zonder stemming.
7. Voorstel tot voorziening in de vaeatnre
Van etads-organist, en motie-Thiel c.s. dien
aangaande.
Do heer DE JONG vreest van de aan
neming van deze motie allerlei geharrewar.
(Wanneer er twee organisten zijn, zullen er
verschillende moeielijkhéden rijzen. Daar
om zal spr. niet voor het voorstel-Thiel
stemmen.
De hoer THIEL zegt dat het praeadvies
van B. en W. vooreerst veel nadruk legt
op de woorden „voor zooveel noodig" in
het voorstel-Thiel c.s. Welnu, de voorstel
lers hechten aan deze woorden niet, en trek
ken ze in.
Maar waar het den voorstellers op aan
komt is, dat bij het voorstel van B. en W.
wordt benoemd een kerkelijke offi
ciant. Wij moeten er stiptelijk ons van
onthouden, benoemingen te doen waarbij het
belijden van een bepaalden godsdienst voor
waarde is. Van dit terrein moet de ge
meente zich afhouden, zegt spr. .Wat het
bezwaar van den heer de Jong betreft:
zal de benoemde nu het orgel bederven,
wanneer kerkvoogden de benoeming doen,
en niet als hij door de gemeente be
noemd wordt?Er kunnen, zegt spreker,
door dc gemeente met kerkvoogden der
Nederl. Herv. Kerk allerlei ondergeschikte
dingen ondershands worden geregeld, maar
deze regel moet blijven: de gemeente moet
zich niet mengen in innerlijke regelingen
van de kerken.
Do heer TJEENK WILLINK gelooft niet
dat de Raad een kerkelijk officiant zal be
noemen in dit geval. Het schijnt spr. al
leen een kwestie van opportuniteit, of de
gemeente als organist hier een protestant
benoemt! Later zou zich wel eens het ge
val kunnen voordoen, dat de predikant van
don preekstoel uit, zonder organist, het or
gel zou kunnen doen spelen!
De heer VAN STYRUM is het met den
heer Tjeenk Willink eens. Niet de geloofs
overtuiging, maar de kunde op muzikaal
'gebied moet de hoofdzaak zijn. Daarbij, waar
om zulk een „boom" opzetten? Is er ooit
vroeger moeielijkheid geweest? De Raad zal
bovendien natuurlijk zijn gezond verstand ge
bruiken, en geen katholiek b.v. benoemen,
als er een Protestant is, die geschikt is!
Do heer SCHRAM zegt dat het niet gaat
om de „richting" van de te benoemen func
tionaris, ernaar om de principieele vraag.
De heer THIEL houdt vol, dat het be
spelen van het orgel bij godsdienstoefenin
gen een integreerend deel is van de gods
dienstoefening. De beweringen van den heer
Tjeenk Willink, dat desnoods op pianola-
manier het orgel kon bespeeld worden, mo
gen niet ernstig worden genomen.
(Voorts (verdedigt spr. nader en op uitdruk-
kelijken toon tegen Mr. van Styrum de
motie-Thiel.
De heer VAN STYRUM repliceert. Benoe
mingen door twee verschillende lichamen
geven aanleiding tot conflicten. Wat de ver
wijten van den heer Thiel betreft, spr. zegt,
dat deze hem deels futiel, deels onjuist
voorkomen. Vrij scherp wordt dit debat door
do heeren TJEENK WILLINK, SCHRAM
en THIEL nog voortgezet, ook de VOOR
ZITTER verdedigde het standpunt van B.
en W. nog eens, waarna de motie-Thiel in
stemming kwam.
Zij werd verworpen met 15 stemmen
voor en 16 stemmen tegen, waarbij de heer
de Breuk huiten stemming bleef.
Het voorstel van B. en W. om een hulp-
organist(e) te benoemen, wordt hierna aan
genomen met 21 tegen 10 stemmen, ter
wijl de heer de Breuk' buiten stemming
bleef.
8. Voorstel tot wijziging der verordening
regelende den rang enz. der ambtenaren
en beambten ter secretarie, (f 50 kleedings-
toelage voor de boden).
De heer THIJSSEN heeft bij de begroo-
deze zaak besproken en aangedrongen op
het verschaffen van ambtskleeding. Toen
is geantwoord: „voorloopig" zullen we dat
doen, tot er een nieuw stadhuis komt, Waar
om dan nu dit voorstel, om zelfs in de ver
ordening deze toelage vast te leggen"?
De heer Dr. KRUSEMAN zegt: wel, om
den feitelijken toestand in overeenstem
ming te maken met de verordening!
De VOORZITTER: En als het nieuwe stad
huis er is, zullen we de verordening weer
veranderen!
De heer THIJSSEN: En hoe moet het dan
met den pensioensgrondslag? Hooren die
f 50 erbij
De heer TJEENK WILLINK is het eens
met den heer Thijssen en heeft formeele
bezwaren, die door een klein formeel amen
dement worden tegemoet gekomen. Dit
amendement wordt echter met 23 tegen 9
amendementen verworpen, waarna het voor
stel van B. en W. zonder stemming wordt
aangenomen.
9. Voorstel tot vaststelling der jaarwed
de van den directenr der Arbeidsbeurs,
met voorstel-Kleijnenberg. (B. en W. stel
len voor f 16001900, de heer Kleijnen-
berg stelt voor f 8001200 met mogelijke
verhooging van hoogstens f 400).
De heer THIEL vindt den sprong, dien
B. en W. willen doen, wat groot. Hij zelf
zou willen voorstellen f 12001600: het
voorstel-Kleijnenberg, om f 50 te geven per
kantooruur, acht spr. wat ongelukkig gefor
muleerd.
De Keer KLEIJNENBERG zegt dat hij
een middelweg gekozen heeft, om maar te
redden wat er te redden is. Hij erkent nu
dat het voorstel-Thiel beter is dan het zijne,
en tevens, dat het maximum-tractement van
f 1600 ook spoedig weer zal moeten worden
verhoogd. Ho heer KLEIJNENBERG trekt
zijn voorstel in, nu de heer THIEL het
zijne indient.
De heer HULSWTT verdedigt het voor
stel van B. en W. omdat hij meent dat
deze ambtenaar, die zijn geheele werk
kracht geeft, beter moet worden beloond.
Zoo is het ook in andere gemeenten trou
wens.
Het amendoment-THIEL wordt in stem
ming gebracht en aangenomen met 26
stemmen tegen 6.
Dus gewijzigd wordt het voorstel van B.
en W. aangenomen.
10. Voorstel tot wijziging van de veror
dening regelende ontslag enz. van den Ha
venmeester en van de brugwachters.
Wordt afgevoerd van de agenda.
11. Voorstel tot vaststelling van een ver
hoogde subsidie aan den heer Kriens.
(f 15.000).
De heer MODOO vraagt, of in verband met
de bemoeiingen der te stichten vereeniging1
het niet beter zal wezen, de zaak te laten j
rasten? Voor 1913 is de heer Kriens nu toch j
geholpen: de voorwaarden, waarop 1500
gegeven zullen worden, kunnen we heter op
ons gemak bekijken. j
De heer Dr. KRUSEMAN begrijpt er niets j
van! De heer Mo-uoo heeft gevraagd „nadere -
voorwaarden" voor de subsidie, méér con- j
eerten enz. en nu B. en W. doen wat de heer
Modoo vraagt, nu wil hij uitstel!
De heer KLEIJNENBERG verzoekt ook
aanhouding van de zaak tot de volgende ver-
gadering. Als de burgerij, zooals nu schijnt
te zullen gebeuren, niet wil medewerken, en i
niet toetreedt tot de vereeniging die men he-1
bezig is te stichten, dan is het heter dat de
subsidies der gemeente niet worden gegeven..'
De VOORZITTER ontraadt dit als gevaar
lijk, maar de heer RINKEMA ondersteunt
het denkbeeld van den heer Kleijnenherg,
Maandag moet de beslissing vallen of de
vereeniging „Haarlemsch Muziekkorps" wer
kelijk zal gesticht worden. Wordt die niet
gesticht, dan is het heter géén subsidie te
geven.
De heer VAN STYRUM heeft ernstig be
zwaar tegen dit uitstel, en de heer THTEL
wijst er nog op, dat het voorstel niet anders
is dan een machtiging voor B. en W. om het
contract te sluiten.
Het voorstel van B. en W. wordt nu zon
der stemming ^aangenomen.
12. Vaststelling van het tarief voor onder
stand in 1913.
Dt heer DE BRAAL wil twee wijzigingen
voorstellen. Vooreerst wil deze spreker
schrappen de woorden „van zeegras", opdat
ook een ander bed desverkiezende kan wor
den verstrekt. Voorts wenscht spr. de onder
stand van^ „25 eieren" te wijzigen in 2.50
in natura" waarmee hij blijkt te bedoelen:
melk, vleesch of iets dergelijks.
De VOORZITTER beveelt aan de amende
menten om advies te zenden aan het burger
lijk armbestuur, wat ook de heer KRUSE-
man aanbeveelt.
Zoo zal geschieden.
De heer BREGONJE vraagt of de hoogere
onderstand „hij ziekte of gebreken" ook hij
„ouderdomsgebreken" wordt gegeven.
De heer KRUSEMAN beantwoordt dit be
vestigend.
De heer SCHRAM zegt dat er waarschijn
lijk hier een Armenraad wordt gevestigd. Hjj
vraagt of B- en W. daartoe willen mede
werken.
Na nog eenige discussie wordt het voorstel
zonder stemming aangenomen.
13. Voorstel tot beschikbaarstelling van
gelden voor den verbouw van School no. 7.
Zonder stemming aangenomen.
14. Verzoekschrift van W. de Vink inzake
zijn loonregeling.
B. en W. stellen voor het verzoekschrift
te stellen in hun handen ter afdoening.
De heer NAGTZAAM heeft eenige opmer
kingen. De eerste is van formeelen aard. De
bedoelde man is eenige jaren geleden terug
gezet in salaris, maar nu is het eigenaardige
dat hij ofschoon hij minder salaris kreeg,
hetzelfde werk moest blijven verrichten. Hij
kreeg alleen een anderen naam! Voorts zou
spreker uit billijkheidsoverwegingen dit zeg
gen: als iemand een plichtverzuim begaat,
moet bij dan zóólang daarvoor hoeten?
De heer DE BREUK zegt dat het niet
waar is, dat deze man 18 jaar lang .dezelfde
werkzaamheden" heeft verricht. De bedoelde
man .was eerst „kras" of baas van een ploeg
tonnenwerkers, hij was verantwoordelijk voor
zijn ploeg. Als zoodanig is hij afgezet, we
gens plichtsverzuim. Nli kunnen JB. en W.
niet anders doen dan het Werkliedenregle-
ment, dat ook voor hen bindend is, toe te
passen.
De VOORZITTER zegt dat hij een motie
heeft ontvangen van den heer Nagt-
zaam, waarin B. en W. worden uitgenoo-
digd, den werkman Vink te verhoogen.
Daar heeft spr. bezwaar tegen als dat uit
nood igen beteekent opdragen.
De heer NAGTZAAM verandert in dezen
geest zijn motie.
-
'fL' v <r
^0
4»'
I 'Hl
is een traditie. Zoo oordeelt ook de heer er aan bezig zijn en deze regeling nu spoedig
KLEIJNENBERG. De VOORZITTER ver- zal worden behandeld.
dedigt de voordracht, waarvoor ook de heer De heer MERENS zegt dat er weer door
BREGONJE spreekt. den heer Springer (o.a. op het Floraplein)
Na nog eenige discussie wordt het voorstel hoornen zijn omgehakt, die de Commissie voor
van den heer de Jong, voor zoover het de den Hout niet noodig vond en de Raad
Bank van Leening geldt, aan de Commissie niet heel't toegestaan. Dat moest nu toch
voor de B. v. L. om advies gezonden. Het eens nit zijn
overige trok de heer de Jong in. De heer TIMMER zegt dat de nieuwe in-
Aldus besloten. deeling der raadszaal goed bevalt en hoopt
16. Eervol ontslag van den Archivaris. dat het zoo blijven zal.
B. en W. stellen voor „op de meest eervolle De vergadering wordt daarna om half ze-
wijze den heer G onnet ontslag te geven, met
betuiging van dankbaarheid voor de vele
diensten, door hem bewezen.
De heer NAGTZAAM komt tegen die uit
drukking op. Dat geeft wrijving en verschil!
Een voorstel zal hij niet doen, maar hij hooipt
dat dergelijke uitbundigheden voortaan zul
len achterwege blijven.
De VOORZITTER acht het juist een groot
voorrecht, dat bij buitengewone verdiensten
- ook een buitengewone vorm kan worden ge-
Voorts houdt de heer N. vol, dat er géén kozen. Nog eenige leden voeren het woord,
verandering in 'smans werk is gekomen na
zijn straf, althans volgens de inlichtingen die
hij kreeg.
De heer THIEL zegt dat de gegevens van
B. en W. officieel zijn. Maar zelfs al waren
de gegevens van B. en W. onjuist, dan zou
den B. en \V. toch nooit anders mogen doen,
dan zij nu doen. Want de man heeft inder
daad, ook al zelfs dééd hij hetzelfde werk,
een andere betrekking gekregen. En het
Werkliedenreglemeni js formeel en moet
worden hooggehouden.
Gesteld dus, dat er eenige onrechtvaardig
heid z ou zijn gep1oegd, dan zou de eenige
uitweg zijn hem later een schadevergoeding
te geven.
Na nog eenige discussie trekt de heer
NAGTZAAM zijn voorstel in en wordt het
voorstel van B. en W. aangenomen.
15. Wijziging v!"i verschillende verorde
ningen in verhand met feestdagen. (Sluiting
van stedeliike bureaux).
De heer DE .TONG stelt voor, den 2en Ker-
mismaandag als zoodanig niet voor sluiting
der gemeentebnreaux in aanmerking te doen
komen. Eigenaardig is dat de Bank van
Leening op dien dag niet wordt gesloten!
Spr. stelt ook dit laatste voor.
Do heer MODOO sluit zich volkomen hij
den heer de Jong aan, de heer SCHRAM
waarna het eervol ontslag met betuiging van
dankbaarheid onder applaus van den Raad
wordt verleend.
Daarna komen aan de-1 orde de
Benoemingen.
Benoemd worden:
tot lid der Comm. van toezicht op Haarl.
Muziekkorps, Dr .Kruseman;
tot commissaris der Stads-Apotheek Dr.
L. L. Proct;
toe lid van Spoorhavencommissie de heer
Krelage;
tot lid der commissie art. 166 Gem.wet Mr.
Thiel;
tot lid der financieele commissie Mr. Slin-
genberg;
tot comm. der Bank van Leening de heer
Schreuders
De heeren ten Oever en van den Berg wor
den herbenoemd als gemeente-geneeskundi
gen; tot regent van het St. Elisaheths-gast-
huis wordt benoemd de heer Mr. Vening Mei-
nesz; tot lid der PI. Commissie van toezicht
op het M. O. de heer Mr. M. Scheltema.
Rondvraag.
De heer VISSER vraagt, wanneer het af
zonderlijk raadsbesluit, bedoeld in art. 20
Werklied en regie ment, dat den diensttijd van
stokers en andere werklieden zal moeten re-
meent echter dat zoolang de kermis er is, gelen, verschijnen zal?
deze feestdag maar officieel moet wezen. HetDe heer DUFOUR antwoordt, dat B. en W. gracht no. 74.
ven gesloten.
REDERIJKERSKAMER „ALBERDINGK
THIJM".
Men schrijft ons:
De welbekende Rederijkerskamer „Alber-
dingk Thym" mag zich in een groot sue
'ces verheugen. In dit jaar (1912) werden
reeds negen uitvoeringen gegeven en steeds
(het is algemeen bekend) voor een stamp
volle zaal. Is dat geen voldoende bewijs,
dat „Alberdingk Thym" populair is in Haar
lem?
En dat is ook' geen wonder. Deze Rede*
rijkerskamer komt in den laatsten tijd met
uitmuntend werk voor den dag, terwijl over.
de decors en tooneelschikking iedereen vol
lof is.
Welnu, ook over de uitvoering van Twee
den Kerstdag zal men zeer tevreden we
zen. Vóór de pauze een boeiend tooneel-
spel in vijf bedrijven en schitterende eo-
stuums. Na de pauze een allerkostelijkst
blijspel, om te gieren van het lachen. Alzoo
een interessante avond.
Ofschoon de costuums, de muziek en do
tooneelschermen handen vol geld kosten, is
de toegangsprijs niet hooger dan hij de vo
rige uitvoeringen.
Om aan de vele aanvragen uit den om
trek te voldoen, is de aanvang gesteld op
7 uur en het einde op ongeveer half elf.
Voor nadere bijzonderheden verwijzen wo
naar de advertentie in ons blad van he
denavond en de volgende dagen.
VERLOF.
Ingekomen is een verzoekschrift van J.
yrii, om verlof tot het verkoopen van al
coholhoudenden drank anderen dan sterken
drank voor gebruik ter plaatse van ver
koop in het perceel aan de Bakenesser-
I !«i.wga«ng
Uit het Engelseh, door
Z. v. K.
99
28.)
En dat zou veel heter zijn geweest.
Bij het hooren van deze woorden toekende
eich een diepe droefheid op het gelaat van
Cecil af.
Gertrude! riep hij uit, mijn lieve zuster,
zoo moogt ge niet spreken, deuk aan Philis!
Waarlijk, gij moet blij zijn, dat uwe dochter
eene rijke erfgename wordt
Ik zon nog liever willen, dat zij geen
penny haar eigendom kon noemen, wanneer
zij daarvoor een liefhebbend vader had. En
zij gelijkt zoo sprekend op haar familie, Ce
cil. Thans, nu gij hier zijt, zal ik u het portret
van den oudsten broeder, van den on geluk
kigen Thorn, laten zieu. Het werd geschil
derd, toen hij nog een klr'ne jongen was en
mijn Philis had daar evengoed voor kunnen
posec-"-
Zij geleidde haar broeder naar eene kleine
kamer, die meestal gesloten was.
Daar hing eeii levensgroot, geschilderd por
tret van een aanvalligen tieujarigen knaap.
Cecil Monkton beschouwde het schilderij
vol belangstelling en moest toestemmen, dat
dat het sprekend op Philis geleek.
Hij heeft een goedhartig gelaat, Gertru
de, zeide hij. Heeft hij den mannelijken leef
tijd nog bereikt?
Zeker, antwoordde lady Chatterly, hij
was reeds over de dertig toen hij stierf, maar
hij was bijna altijd in Frankrijk. Thorn was
niet Bterk van gestel en zijn vader kon het
hem niet goed vergeven, dat hij meer liefde
toonde voor lezen en schilderen, dan voor li
chaamsbeweging. Hij moet een talentvol
schilder geweest zijn. Ik zal u eens een van
zijne schilderijen laten zien, dat hij kort voor
zijn dood naar huis gezonden heeft. Het is
een vrouwenkop, waarschijnlijk een fantasie
portret, maar hij noemde het „Marguerite".
Hier is het, zie eens.
In dezelfde kamer hing het schilderij ach
ter een groen gordijn, dat Gertrude wegtrok.
Toon Cecil Monkton een blik op dezen
sehoonen vrouwenkop sloeg, doofde de laat
ste vonk van hoop in zijn hart nit, Reeds bij
het aanschouwen van het eerste portret was
de twijfel in hem tegen zijn zwager sterker
geworden, maar nu hij dit tweede portret zag,
werd die twijfel bijna zekerheid.
Het portret van burggraaf Thorn geleek
niet alleen op Philis, maar had ook de trek
ken van Beatrix Charles, terwijl het vrou
wenportret, dat Gertrude voor een fantasie-
kop hield, eene treffende overeenkomst had
met het meisje, dat dood in de spoorweg
coupé was gevonden.
Het was Cecil Monkton als las hij de ge
heele geschiedenis van het verleden thans
als in een opengeslagen boek.
Burggraaf Thorn van Chatterly, die bijna
voortdurend te Darijs woonde, was daar ge
huwd geweest met het origineel van het por
tret, dat hij „Marguerite" had genoemd.
Het meisje, dat op het kerkhof van Chat
terly begraven lag au haar zuster, die daar j
thans muziekónderwïjzeres was, waren in
werkelijkheid de tweelingdochters van den
overleden burggraaf Thorn geweest en nich
ten van den togen woord igen lord Chatterly.
Er ontbrak geei. enkele schakel aan den ke
ten. Burggraaf Thorn was bij een spoorweg
ongeluk omgekomen evenals mr. Charles, Re
ginald was tot op het laatste oogenblik bij
zijn broede geweest en had het geheim van
diens huwelijk op zijn sterfbed vernomen.
De gedachte dat een onnoozel kind hem een
inkomen van dertigduizend pond per jaar zou
ontrooven, had Reginald woedend gemaakt.
Kort daarop stierf Marguerite, zonder iets
omtrent de familie van haar echtgenoot te
weten en nu was de verzoeking Regin te
sterk, het koslte hem volstrekt geen moeite
zijn onrecht te niesen
De oude grootmoeder, een eenvoudige bur-
gervrouw, was zeer gemakkelijk te misleiden
en allerlei omstandigheden hadden er toe hij-
gedragen, om zijn plan te begunstigen. Den
naam Kenueth Ford kon hij zich gemakke
lijk toe-eigenen, want de echte Kenueth Ford,
een jongmenseh van nog geen twintig jaren, j
was juist naar Indië vertrokken, het scheen
dus van den man, die destijds het gruwelijke
bedrog pleegde, een handige zet, zich voor
Kenneth Ford nit te geven.
Zoo peinsde Cecil voort, terwijl hij de beide
portretten hekeek, totdat hij eensklaps zeide:
Ik moet weg.
Nu al, zeide Gertrude.
Mijn lieve zuster, .ik zal misschien naar
Londen moeten vertrekken en ik kan nog
niet zeggen, wanneer wij elkaar zullen weer
zien. i
Zij zuchtte, maar vroeg niet wat hij doen
wilde.
Cecil greep haar handen en voegde er hij:
Dit moet ik n nog zeggen, Gertrude:
Wat er ook gebeuren moge, vergeet niet dat
ik u en Philis meer liefheb dan mijn leven.
Alles wat Cecil Monkton had ontdekt,
scheen hem zeer verzwarend voor lord Chat
terly toe.
Er bestond geen mogelijkheid, dat hij, na
dat er zooveel bewijzen tegen hem waren, nog
onschuldig kon zijn aan het onrei it, aan de
vreeseHike misdaad, waarvan Cecil hem ver
dacht.
Toen hij het hek van Copsleigh binnentrad,
kwam Kenueth Ford hem uit den tuin tege
moet.
Maar beste vriend March! riep hij uit,
wat is er met u gebeurd? Ge zet een gezicht
alsof ge een geest gezien bad.
Ik geloof ook, dat ik er een gezien heb,
zeide Cecil Monkton op bijna plechtigen toon.
Het is mij alsof de lucht met geesten be
volkt is, geesten nit een lang vervlogen tijd.
Komaan, spreek toch niet'zoo'n wartaal,
riep Kenueth Ford vroolijk uit. Gij schijnt
geheel ontsteld te zijn. Weet ge wat, ik zal
hij n blijven lunchen, dan gelukt het mij mis
schien nog wel n wat op te monteren.
Maar hoe welkom het gezelschap van Ke
nueth Ford ook was, toch gelukte het hem
ditmaal niet, Cecil Monkton wat opgewekter
te stemmen en toen de tafel was afgenomen,
zeide Kenueth Ford plotseling: 1
Welnu, wat ceheelt er dan eigenlijk
aan?
Ik kan het u niet zeggen, antwoordde
Cecil.
Ik meende toch, dat wij vrienden zonder
zijn? Gij hebt mij een g'eheim toevertrouwd,
■waarom wilt gij het tweede voor mij verber
gen?
Ik kan in geen bijzonderheden treden,
het eerste geheim betrof mij alleen, in het
tweede zijn ook adderen betrokken. Ik bob
mij vanmorgen overtuigd van feiten, die mij
met ontzetting hebben vervuld. Zoowel kan